Lissmac COMPACTCUT 601 E de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
1/58
GEBRUIKSHANDLEIDING
VOEGENSNIJMACHINE
CC601 E
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Telefoon +49 (0) 7564 / 307 - 0
Telefax +49 (0) 7564 / 307 - 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
NL
2/58
3/58
Colofon De gebruikshandleiding is geldig voor:
LISSMAC Voegensnijmachine
CC601 E
Bedrijfscentrale:
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstraße 4
D - 88410 Bad Wurzach
Tel: +49 (0) 7564 / 307 – 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Originele gebruikshandleiding
Versie: 06-2022
Bewaar de gebruikshandleiding voor later gebruik!
Doorgave en verveelvoudiging Doorgave en verveelvoudiging van deze gebruikshandleiding in elke vorm en ook het gebruik van de
inhoud zijn verboden in zoverre niet schriftelijk aangegeven.
Overtredingen leiden tot schadevergoeding. Alle rechten zijn in het geval van patent en
gebruiksmonster of smaakmonsterinvoer voorbehouden.
4/58
PRINCIPIËLE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Waarschuwingsinstructies en symbolen in deze handleiding
Aard en bron van de bedreiging
Gevolgen bij negeren.
Maatregels om de bedreiging af te wenden
Het signaalwoord achter het gevarensymbool duidt de graad van de bedreiging aan:
GEVAAR
Dit signaalwoord duidt een extreem gevaarlijke situatie aan. Als deze situatie niet wordt
vermeden dan zijn dodelijke letsels het gevolg. Het gevarensymbool kan de bedreiging
specificeren.
WAARSCHUWING
Dit signaalwoord betekent een potentieel gevaarlijke situatie. Als deze situatie niet wordt
vermeden dan kunnen dodelijke of ernstige verwondingen het gevolg zijn. Het
gevarensymbool kan de bedreiging specificeren.
VOORZICHTIG
Dit signaalwoord duidt een gevaarlijke situatie aan. Als deze situatie niet wordt vermeden
dan zijn matige en lichte verwondingen het gevolg. Het gevarensymbool kan de bedreiging
specificeren.
OPMERKING
Dit signaalwoord duidt een situatie aan, die gevaren voor voorwerpen vormt. Als deze situatie
niet wordt vermeden dan is materiële schade het gevolg. Het signaalwoord staat zonder het
gevarensymbool.
Belangrijke informatie wordt aangeduid met een ».
Commando tot handelen aan de operator:
De bepaalde volgorde van de handelingsstappen maakt een fatsoenlijke en veilige omgang
met de machine eenvoudiger.
Handelingsinstructies aan de bediener
De vermelde waarschuwingen vormen geen aanspraak op universele volledigheid.
Lissmac kan niet elk gevaar voorzien.
Passende veiligheidsmaatregelen en voorzorgen moeten net zoals bij elke andere machine
inzake werkmethodiek en bediening in acht genomen worden.
5/58
Waarschuwings- en veiligheidsinstructies:
Bedrijfshandleiding lezen
Gehoorbescherming dragen
Veiligheidsbril dragen
Handschoenen dragen
Veiligheidshelm dragen
Geschikte werkkleding dragen en stoffige kleding wassen
Voor werkzaamheden aan het apparaat moet de contactsleutel worden verwijderd
Snijgevaar aan draaiend gereedschap
Stilstand van alle onderdelen afwachten.
De machine niet verplaatsen als er gereedschap draait
Gevaar door weggeslingerde onderdelen
Gevaar als gevolg van hoge elektrische spanning.
Intrekgevaar door open riemaandrijving
Gevaar voor snijwonden en amputatie door draaiend snijgereedschap
Waarschuwing voor stroomstoten door beschadigde elektriciteitsleidingen.
Aanslagpunt voor kraantransport
Geen gebruik van hogedrukreinigers
Geen gebruik door onbevoegden
Geen onderhoudswerkzaamheden bij draaiende motor
6/58
Trek voor onderhoudswerkzaamheden de voedingsstekker eruit
Parkeerrem
Koppeling voor rijaandrijving
Stroomverbruik van 25 A niet overschrijden
Indicatie looprichting zaagblad
Instructie voor het vermijden van schade
Apparaat enkel rechtop opslaan en transporteren
Geluidsvermogenniveau van de machine
Visuele controle
Spuitvet
Vet pers
7/58
GEBRUIKSHANDLEIDING
Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing moet het leren kennen van de machine/installatie vergemakkelijken en om
van de reglementaire toepassingsmogelijkheden te kunnen profiteren.
De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen om de machine/installatie veilig, vakkundig en
rendabel toe te passen. De inachtneming van de gebruiksaanwijzing helpt gevaren te vermijden,
reparatiekosten en uitval tijden te voorkomen en de betrouwbaarheid en de levensduur van de
machine/installatie te verhogen.
De gebruiksaanwijzing moet worden aangevuld met instructies op grond van bestaande nationale
voorschriften inzake ongevallenpreventie en milieubescherming.
De gebruiksaanwijzing moet steeds op de plaats van toepassing van de machine/installatie
beschikbaar zijn.
De gebruiksaanwijzing moet door elke persoon die met of aan de machine werkt, gelezen en de
vermelde instructies moeten opgevolgd worden, bijv.:
bediening inclusief opbouwen, storingsoplossing tijdens het werkproces, verwijdering van
productieafval, verzorging, verwijdering van bedrijfs- en hulpstoffen
Instandhouding (onderhoud, inspectie, reparatie)
en/of
transport
Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land van toepassing geldende bindende regels m.b.t. de
ongevallen preventie moeten ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken in
acht genomen worden.
Benodigd werktuig Opdat de voegensnijmachine kan worden gebruikt, is een werktuig in de vorm van een zaagblad nodig.
Deze werktuigen kunnen bij de fabrikant worden verkregen.
meer documenten Voor de volledigheid over meer documentatie aanvaardt LISSMAC geen verantwoordelijkheid of
aansprakelijkheid t.o.v. de volledigheid ervan.
Wijzigingen onder
voorbehoud
Wij streven naar nauwkeurigheid en actualiteit van deze gebruiksaanwijzing. Om onze technologische
voorsprong te behouden, kan het noodzakelijk zijn om het product en de bediening ervan zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor storingen, uitval
en daaruit vloeiende schade.
Doelgroep Deze gebruikshandleiding richt zich op opgeleid en geschoold personeel uit de gebieden
Constructiemechanica, Betonscheidingstechniek, Wegenbouw, Civiele techniek.
8/58
Inhoudstabel
1. Eigenschappen & voordelen ............................................................................................ 9
2. Algemene veiligheidsaanwijzingen ............................................................................... 10
2.1. Principe doelgericht gebruik ............................................................................................10
2.2. Organisatorische maatregelen ........................................................................................11
2.3. Personeelsselectie en -kwalificatie: principiële verplichtingen .......................................12
2.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfsfasen ....................................................................12
2.5. Instructies voor speciale risicotypes ................................................................................14
2.6. Transport .........................................................................................................................15
2.7. Verpakking en opslag ......................................................................................................16
2.8. Milieubescherming ..........................................................................................................16
2.9. Verwijdering ....................................................................................................................16
3. Beschrijving van het apparaat ....................................................................................... 17
3.1. Aanduiding van de machineonderdelen ..........................................................................17
3.2. Technische gegevens ......................................................................................................20
3.3. Geluidsvermogen niveau .................................................................................................21
3.4. Hand-arm vibratie ............................................................................................................21
3.5. Elektrische spanning............................................... Fehler! Textmarke nicht definiert.
4. Transport......................................................................................................................... 23
4.1. Transportpositie ..............................................................................................................23
4.2. Verplaatsen met de kraan ...............................................................................................24
4.3. Bevestiging voor transport ..............................................................................................25
5. Ingebruikneming ............................................................................................................. 26
5.1. Bedrijfsstoffen .................................................................................................................26
5.2. Werktuigen (zaagblad) .....................................................................................................26
5.3. Stroomverbinding in orde brengen ..................................................................................26
5.4. Parkeerrem ......................................................................................................................27
5.5. Watervoorziening in orde brengen ..................................................................................27
5.6. Neerlaatsnelheid instellen ..............................................................................................27
5.7. Stuurstangen instellen ....................................................................................................28
5.8. Montage/vervanging zaagblad (werktuig) .......................................................................28
5.9. Ombouw van rechts- naar links snijden ...........................................................................30
6. Bedrijf .............................................................................................................................. 31
6.1. Veiligheid ........................................................................................................................31
6.2. Startvoorbereidingen .......................................................................................................33
6.3. In -en uitschakelen ..........................................................................................................34
6.4. Fase omkering .................................................................................................................35
6.5. Handmatig verplaatsen ...................................................................................................35
6.6. Rijaandrijving ...................................................................................................................36
6.7. Zaagblad neerlaten / heffen en instelling snijdiepte .......................................................37
6.8. Snijden met de voegensnijmachine .................................................................................38
6.9. De voegensnijmachine verplaatsen .................................................................................39
6.10. Snijden met open geklapte beschermkap van het zaagblad ..........................................40
6.11. Vlak met de wand snijden .............................................................................................41
6.12. Multiblad snijden ..........................................................................................................41
6.13. Voegensnijmachine neerzetten .....................................................................................42
6.14. Motorkamer ...................................................................................................................42
6.16. Frequentie-omvormer ....................................................................................................43
7. Instandhouding ............................................................................................................... 44
7.1. Onderhoud .......................................................................................................................44
7.2. Smeerpunten ...................................................................................................................45
7.3. Controleer de aandrijfriem van de zaag as spanning .......................................................46
7.4. Aandrijfriem van de zaag-as vervangen ..........................................................................47
7.5. Controleer de aandrijfriem van de rij-eenheid-spanning .................................................48
7.6. Foutenopsporing ..............................................................................................................49
7.7. Onderhoudsschema .........................................................................................................50
8. WERKTUIGEN ................................................................................................................. 51
9. GARANTIE ....................................................................................................................... 52
10. Schakelschema ............................................................................................................ 54
9/58
1.
EIGENSCHAPPEN & VOORDELEN
Dankzij de optimale gewichtsverdeling van de COMPACTCUT 601 E zorgt de 400 V elektromotor voor
een uitstekend snijvermogen.
Door de compacte, handzame constructiewijze is elke hoek van de bouwplaats goed bereikbaar.
De elektrische voegensnijmachines van LISSMAC werken geluidsarm en zijn daardoor zeer
geschikt voor snijwerkzaamheden aan en in gebouwen.
Het neerlaten van het zaagblad gebeurt traploos via een smoorelement met snijdiepte indicatie,
hiermee worden beschadigingen van het zaagblad voorkomen.
Het optimale toerental van de zaagblad-as is traploos met motorpoti instelbaar.
De zaagkap kan standaard voor naar boven worden geklapt voor overlappingen.
Het vlak met de wand snijden kan volgens norm worden uitgevoerd.
Handgrepen kunnen individueel in drie hoogtes worden gemonteerd.
Kan eenvoudig van een linkse- naar een rechtse snede worden omgebouwd.
Stabiele H-peilstaaf
Het achterste loopwiel zit buiten de zaagsnede. Hierdoor kan het nasnijden van snijvoegen
zonder problemen worden uitgevoerd.
Door de optimale gewichtsverdeling op de voorwielen wordt een hoge spoor- en
zaagnauwkeurigheid bereikt.
10/58
2.
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
2.1. Principe doelgericht gebruik
De fabrikant en leverancier zijn niet aansprakelijk bij verkeerd of niet doelgericht gebruik. Elke
wijziging aan de machine die niet door de fabrikant werd uitgevoerd, is verboden. Veranderingen als
gevolg van aan- of verbouwingen aan de voegensnijmachine vereisen de schriftelijke goedkeuring van
de fabrikant.
De machine is volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheid-technische regels
gebouwd. Toch kunnen bij haar gebruik gevaren voor lijf en leven van de gebruiker of derden resp.
beïnvloeding van de machine of andere materiële waarden ontstaan.
Gebruik de machine enkel in een technisch perfecte staat voor het beoogde, toegelaten gebruiksdoel.
Werk veilig met de machine en wees u bewust van de mogelijke gevaren en neem de aanwijzingen in
de gebruiksaanwijzing in acht. Vooral storingen die van invloed zijn op de veiligheid, moeten
onmiddellijk verholpen worden (laten verhelpen)!
Beoogd
gebruik
De LISSMAC-voegensnijmachine behoort tot de vloerscheiding slijpmachines en is uitsluitend
ontworpen voor het met water snijden van voegen in beton of asfalt. Snijden vereist een gereedschap
in de vorm van een diamantzaagblad. De voegensnijmachine mag enkel door één persoon worden
bediend. De bediener moet achter de handgrepen blijven zolang de machine loopt.
Ander of verder reikend gebruik wordt als niet-beoogd beschouwd.
Bij het eigenlijke gebruik horen ook inachtneming van de gebruikershandleiding en de inspectie- en
onderhoudshandleiding.
Niet doelgericht gebruik Voorzienbaar verkeerd gebruik / niet doelgericht gebruik:
Snijden zonder zaagbladkap
Snijden zonder water
Snijden op sterk hellende plaatsen
Snijden van nauwe stralen
Snijden van los materiaal
Snijden van hout, kunststof of metaal
(behalve wapening of wapening in beton)
Constructieve wijzigingen die de veiligheid of de aard van de uitvoering van de
voegensnijmachine wijzigen
11/58
2.2. Organisatorische maatregelen
De gebruiksaanwijzing moet op de plaats van inzet binnen handbereik en voor elke persoon
toegankelijk zijn.
Deze moet voor latere naslag of doorverkoop van de machine worden bewaard.
Als aanvulling op de gebruikshandleiding dienen de algemeen geldige wettelijke en overige bindende
regels voor het voorkomen van ongevallen en voor het beschermen van het milieu in acht genomen te
worden.
Dergelijke verplichtingen kunnen ook bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of het ter beschikking
stellen/dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen of wegverkeer wettelijke regelingen betreffen.
Het personeel dat met werkzaamheden aan de machine is belast, moet vóór het arbeidsbegin de
gebruiksaanwijzing en hier vooral het hoofdstuk Veiligheidsaanwijzingen gelezen en begrepen
hebben. Dit geldt in bijzondere mate voor slechts af en toe werkend personeel bijv. bij personeel dat
werkzaam is bij de opbouw of het onderhoud.
Controleer regelmatig het veiligheids- en gevarenbewust werken van het personeel, met het in acht
nemen van de gebruiksaanwijzing.
Gebruik altijd de vereiste en voorgeschreven persoonlijke beschermingsuitrustingen.
Neem alle veiligheids- en gevareninstructies in acht op de voegensnijmachine en houd deze in
volledig leesbare toestand. Beschadigde of niet meer leesbare veiligheids- en gevareninstructies
vervangen.
Bij veiligheidsrelevante wijzigingen aan de machine of werking moet de machine onmiddellijk stop
gezet worden en overeenkomstig worden aangeduid. Storing moet aan de verantwoordelijke
dienst/persoon worden gemeld.
Voer geen wijzigingen d.m.v. aan- verbouwingen zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant uit.
Er moet rekening gehouden worden met de aanwijzingen van de fabrikant van het werktuig.
Gebruik enkel gecontroleerde originele reserveonderdelen van de fabrikant.
Voorgeschreven of in de gebruiksaanwijzing aangegeven inspectieperioden in acht nemen.
Voor de uitvoering van de instandhoudingsmaatregelen is adequate werkplaatsuitrusting noodzakelijk.
Verzamel altijd gedetailleerde informatie over onder de grond lopende kabels in het snijgebied en
neem passende voorzorgsmaatregelen voordat u gaat snijden.
12/58
2.3. Personeelsselectie en -kwalificatie: principiële verplichtingen
Operators moeten 18 jaar of ouder zijn en mentaal en fysiek in staat zijn om de voegensnijmachine te
bedienen. Alle personen moeten over de bediening geïnstrueerd zijn en uitdrukkelijk schriftelijk belast
zijn door de ondernemer met het bedienen van de voegensnijmachine.
Bepaal verantwoordelijkheden van het personeel voor de bediening, opstelling, onderhoud en
reparatie.
Controleer of alleen hiertoe belast personeel aan de machine werkt.
De operator moet persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals veiligheidsschoenen,
veiligheidshandschoenen, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen die aan de
veiligheidsbepalingen voldoen.
Personen die niet met de machine werken, moeten gesommeerd worden om het werkgebied te
verlaten. Sluit de werkzone evt. af.
Bij alle bewegingen van de voegensnijmachine moet de operator erop letten dat hij zichzelf en andere
personen niet in gevaar brengt. Op de werkplek moeten alle obstakels verwijderd worden die hert
werkproces of het omzetten van de machine hinderen.
Werkzaamheden aan elektrische uitrustingen van de machine mogen alleen door een gediplomeerde
elektricien of door geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een gediplomeerde
elektricien overeenkomstig de elektrotechnische voorschriften worden uitgevoerd.
De exploitant moet worden aangewezen als de persoon die verantwoordelijk is voor de verkeersregels
en moet toestemming krijgen om onveilige instructies van derden te weigeren.
Personeel dat in scholing is, dat getraind of geïnstrueerd wordt of dat zich in een algemeen
opleidingstraject bevindt, mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon op de machine /
installatie zijn.
2.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfsfasen
2.4.1. Transport, montage en installatie
Transport, montage en installaties op/met de voegensnijmachine mogen alleen met uitgeschakelde
motor en onderbroken stroomvoorziening plaatsvinden.
Er mag alleen transport plaatsvinden in zoverre alle onderdelen van de machine vastgedraaid zijn en
daardoor afvallen van afzonderlijke delen niet mogelijk is.
13/58
2.4.2. Ingebruikneming
Bij het inzetten van een zaagblad moeten de handen tegen scherpe kanten worden beschermd.
Let erop dat de ondergrond aan de draagkracht voldoet waarop wordt gesneden. Alle obstakels moeten
uit het snijgebied worden gehaald en er moet voor goede verlichting worden gezorgd.
Houd visuele controle over beschadigingen en defecten van de hele voegensnijmachine Speciale
controle van de beschermingsvoorzieningen.
Zorg voor watertoevoer voor de koeling van het zaagblad.
De stroomvoorziening moet via een FI/RDC met correcte afmetingen en correcte werking plaatsvinden.
Aansluitkabels en stekkers moeten voldoende groot zijn en zich in goede staat bevinden.
Defecte of gescheurde werktuigen moet direct worden vervangen.
2.4.3. Bedrijf
Elke onveilige werkwijze is verboden.
Neem maatregelen zodat de voegensnijmachine alleen in veilige en functionele toestand kan worden
ingezet.
Voor het begin van de dienst moet de voegensnijmachine op uiterlijk herkenbare beschadigingen en
gebreken worden gecontroleerd! Meld alle veranderingen (inclusief bedrijfsgedrag) onmiddellijk aan de
verantwoordelijke instantie/persoon! Zet de machine evt. direct stil en beveilig deze tegen opnieuw
inschakelen.
Bij functiestoringen moet de voegensnijmachine onmiddellijk worden gestopt en beveiligd worden!
Laat storingen onmiddellijk verhelpen. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door hiervoor
opgeleid personeel worden uitgevoerd!
Maak alleen gebruik van geschikte en gekeurde werktuigen.
Ter bescherming tegen versnelling moet de diepte-instelling van het zaagblad langzaam en stapsgewijs
in de ondergrond worden ingereden. Elk contact met het roterende werktuig moet worden voorkomen.
1,5 m veiligheidsafstand tot het zaagblad aanhouden.
Snijden zonder zaagbladkap is verboden.
De operator moet tegen roterende delen worden beschermd.
14/58
2.4.4. De voegensnijmachine verplaatsen
Het verplaatsen van de machine mag alleen bij stilstaand van het zaagblad worden uitgevoerd.
Voordat de bedieningspositie bij de voegensnijmachine wordt verlaten, moet de motor worden
uitgeschakeld en moet het zaagblad stilstaan. Een draaiend zaagblad vormt een hoog risico voor
verwondingen.
Als de machine niet wordt gebruikt, moet de parkeerrem steeds worden geactiveerd.
2.4.5. Speciale werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectieactiviteiten en -
termijnen moeten worden aangehouden inclusief specificaties voor het vervangen van
onderdelen/deeluitrustingen. Deze werkzaamheden mogen alleen door bevoegd vakkundig personeel
worden uitgevoerd.
Wanneer de voegensnijmachine bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden compleet uitgeschakeld
is, moet deze tegen onverwacht opnieuw inschakelen worden beveiligd en gekenmerkt.
Voor de schoonmaak moeten alle openingen worden afgedekt en dichtgeplakt om veiligheids- en/of
functionele redenen, om indringen van schoonmaakmiddel te voorkomen. Vooral elektrische motoren,
schakelaars en stopcontacten vormen een groot risico. Na de reiniging moeten de
afdekkingen/plakmiddelen weer volledig verwijderd worden.
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten losgemaakte schroefverbindingen steeds worden
vast gedraaid!
Indien de demontage van veiligheidsinrichtingen voor het gereedmaken, onderhouden en repareren
noodzakelijk is, moet direct na de afsluiting van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de
montage en de controle van de veiligheidsinrichtingen plaatsvinden.
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale
snelheid van de machine is, worden gebruikt.
2.5. Instructies voor speciale risicotypes
2.5.1. Gevaren voor de operator door de machine
Voordat de bedieningspositie bij de voegensnijmachine wordt verlaten, moet de motor worden
uitgeschakeld en moet het zaagblad stilstaan.
De motor van de voegensnijmachine mag alleen voor doelgericht gebruik:
aandrijving van de voegensnijmachine en het zaagblad in gebruik genomen worden.
15/58
2.5.2. Elektrische energie
Enkel originele zekeringen met voorgeschreven stroomsterkte gebruiken. Bij gevaar moet de
voegensnijmachine meteen worden uitgeschakeld. Werkzaamheden aan de elektronica mogen alleen
door gediplomeerd vakkundig personeel worden uitgevoerd.
De elektrische uitrusting van een machine moet regelmatig geïnspecteerd/gecontroleerd worden.
Gebreken, zoals losse verbindingen of beschadigde kabels dienen onmiddellijk verholpen te worden.
Om te voorkomen dat de machine door andere personen in werking wordt gesteld, moet de machine
gemerkt worden.
2.5.3. Stof
Bij werkzaamheden in krappe ruimtes moeten eventueel de geldende nationale voorschriften in acht
worden genomen.
Om stofvorming tijdens het zagen te voorkomen, moet het zaagblad continu met water worden
besproeid. In het werkgebied niet eten, drinken of roken.
2.5.4. Geluid
zie hoofdstuk 3.3
2.6. Transport
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende draagvermogen.
Beveilig de lading betrouwbaar volgens de voorschriften.
Ook bij een kleine verwisseling van standplaats moet de bladaandrijving worden afgekoppeld, resp.
de zaagmotor worden uitgeschakeld.
16/58
2.7. Verpakking en opslag
Om voldoende bescherming tijdens het versturen en transport te garanderen, werden de machine en
de componenten ervan zorgvuldig verpakt. Voor het behoud van de machine moet deze op
beschadigingen worden gecontroleerd. De verpakking van het apparaat bestaat uit recycle-materialen.
Leg ze gesorteerd in de juiste verzamelcontainers zodat ze kunnen worden gerecycled.
Bij beschadiging mag de machine niet in gebruik worden genomen. Ook beschadigde kabels en
stekkerverbindingen vormen een veiligheidsrisico en mogen niet worden gebruikt. Breng in dit geval
het bedrijf van de fabrikant op de hoogte.
Wordt de machine na het uitpakken niet direct in gebruik genomen, dan moet deze tegen vocht en vuil
worden beschermd.
2.8. Milieubescherming
Verpakkingsmaterialen, schoonmaakmiddelen, gebruikte of overblijvende bedrijfsstoffen evenals
uitgepakte slijtagegevoelige delen als aandrijfriemen of motorolie worden verzameld voor recycling
overeenkomstig de plaatselijke milieuvoorschriften.
2.9. Verwijdering
Wanneer het gebruikseinde van het apparaat is bereikt, vooral wanneer storingen in het functioneren
ontstaan, moet u het opgebruikte apparaat onbruikbaar maken.
Voer het apparaat af volgens de milieuvoorschriften die in uw land van toepassing zijn. Elektrisch
afval mag niet samen met huishoudelijke afval worden weggegooid. Geef uw opgebruikte apparaat bij
een centrale verzamelplaats af.
17/58
3.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
3.1. Aanduiding van de machineonderdelen
Pos. 1
Peilstok
Pos. 6 Onderhoudsklep
Pos. 2
Flensafdekking
Pos. 7 Gereedschapsvak
Pos. 3
Riembeschermingskap
Pos. 8 Handgrepen
Pos. 4
Klemhendel voor handgrepen
Pos. 9 Smoorelement bladneerlating
Pos. 5
Aandrijfwielen
Pos. 10 Bedieningsconsole
8
10
5
7
1
6
2
9
3
4
18/58
Pos. 11
Klapafdekking
Pos. 16 Sjorpunt
Pos. 12
Elektromotor
Pos. 17 Elektrische aansluiting
Pos. 13
Frequentie
-omvormer Pos. 18 Klemhouder voor wateraansluiting
Pos. 14
Kraanoog
Pos. 19 Zaagkaphouder
Pos. 15
Snijdiepte
-indicatie
11
17
19
16
15
14
12
13
18
19/58
Pos. 20
Hoofdschakelaar
Pos. 26 Uittillen zaagblad
Pos. 21
Stopknop zaagmotor
Pos. 27 Zekering
Pos. 22
Startknop zaagmotor
Pos. 28 Smoorelement bladneerlating
Pos. 23
Ampèremeter
Pos. 29 Instelhendel koppeling rijaandrijving
Pos. 24
NOODSTOP
Pos. 30 Instelhendel parkeerrem
Pos. 25
Doorschuifhendel
Pos. 31 Rijaandrijving Aan/Uit
Pos. 32 Insteller toerental
30
31
21 22 23 24
29 28
32
26
27
25
20
20/58
3.2. Technische gegevens
COMPACTCUT 601 E
max. snijdiepte 420 mm (16.5“)
max. diameter zaagblad 1000 mm (39“)
Zaagbladopname 25,4 mm (10“)
Toerental zaagblad Traploos 950 - 1750 1/min
Linkse-/Rechtse snede ja
Aandrijfmotor Elektromotor met frequentie-omzetter
Vermogen (kW/PS)
11kW bei S1
15 kW bei S6/60% (20HP)
Netaansluiting 400 V / 32 A
Stekker 3PH + N + PE
Bedrijfsgewicht 388 kg incl. zaagkap
Afmeting (min) l/b/h 1650 / 830 / 1350 mm
21/58
3.3. Geluidsvermogen niveau
WAARSCHUWING
Gevaar voor gehoorschade
Vanaf een geluidsvermogen van 85 dB (A) is het verplicht om gehoorbescherming te dragen.
Draag uw persoonlijke gehoorbescherming
De specificatie definieert de geluidssterkte van de lawaaibelasting, met het oog op de werkplek van de
operator en op het geluidsvermogen niveau van de voegensnijmachine.
Het gemeten geluidsvermogen niveau LwA 95 dB (A)
De emissiegeluidsdruk op de operatorplek LpA 96 dB (A)
Het gegarandeerde geluidsvermogen niveau is:
COMPACTCUT 601 E
96 dB(A)
De waarden werden door de geluidsemissie meting bepaald.
De controle vond onder belasting met het grootste toegestane zaagblad van de voegensnijmachine plaats.
Meet toleranties:
2,5 dB voor het A-beoordeelde geluidsvermogen niveau
4 dB voor het A-beoordeelde emissie-geluidsdrukniveau.
De emissie-geluidsdruk werd met in achting van de normen
EN ISO 3744, EN 13862 en richtlijn 2000/14/EG uitgevoerd.
3.4. Hand-arm vibratie
WAARSCHUWING
Gevaar door vibratie!
Trillingen kunnen leiden tot bot- of gewrichtsbeschadiging en stoornissen van de bloedsomloop.
Las bij werkzaamheden met de machine regelmatig pauzes in
De aangegeven waarde werd met de maximale zaagbladdiameter bepaald.
De inwerking kan omgekeerd proportioneel aan het gewicht van de operator zijn.
Totale vibratiewaarde:
COMPACTCUT 601E aHV onder 2,5 m/s2
Bij de metingen werd rekening gehouden met de volgende normen:
EN ISO 5349, VD 2057 blad 2, richtlijn 2002/42/EG.
De aangegeven waarden werden bij het snijden van beton, bij een snijdiepte van 5 cm gemeten. Deze
waarde wordt in de praktijk door de volgende omstandigheden beïnvloed:
- Kwaliteit van het zaagblad - Gewicht van de operator - Staat van het apparaat
- Doorschuifsnelheid- Staat van de machine
22/58
3.5. Elektrische spanning
WAARSCHUWING
Schokgevaar
De machine werkt met hoge spanningen en stromen. De gebruiker kan dodelijke elektrische schokken krijgen
door beschadigde kabels of defecte elektrische componenten.
Vervang defecte kabels of componenten onmiddellijk
Niet gebruiken als de machine niet met de schakelaar kan worden in- of uitgeschakeld.
Rol kabeltrommels altijd volledig af.
Leg de kabel zonder struikelgevaar en leid hem niet door plassen of over scherpe randen.
Niet in de kabel snijden
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de machine uitschakelt
Aansluitvoorwaarden Een adequate stroomvoorziening is een belangrijke basisvoorwaarde voor elektrische vloerzagen om op
maximaal vermogen te kunnen werken.
1. 1. lengte en aderdoorsnede van de kabel tussen voeding en machine
2. 2. type spanningsbron (stroomverdeler op de bouwplaats, industriële installatie, stroomgenerator)
Maximaal toelaatbare kabel- en geleiderlengte lmax in m Nominale
kabeldoorsnede in mm2 bij 400 V
4 mm² 6 mm² 10 mm²
CC601E
40 m 60 m 101 m
Kabeldoorsnede Wij raden aan om voedingskabels met een minimale doorsnede van 6 mm² te gebruiken.
Energiebron Bij de aansluiting op de energiedistributiesystemen op de bouwplaats moet erop worden gelet
dat de afzonderlijke fasen gelijkmatig worden belast.
De contactdoos moet worden gezekerd met een universele stroomgevoelige aardlekschakelaar
van het type B.
Indien stroomgeneratoren worden gebruikt, moeten deze ten minste driemaal het vermogen
leveren van het te bedienen toestel.
Werkingswijze - Diepe bezuinigingen moeten in stappen worden uitgevoerd. Snijd niet meer dan 5-7 cm per pas.
LET OP: Bij ondiepe sneden kan een groot mes de vloermes naar voren trekken.
- De bezuiniging moet over het algemeen worden uitgevoerd bij 20-22A om reserves te hebben bij
de versterking. De ampèremeter geeft het actuele verbruik aan.
De belasting van 25A tijdens het gebruik niet overschrijden!
Motorbescherming De omvormer beschermt de motor in geval van overstroom en schakelt deze uit.
23/58
4.
TRANSPORT
4.1. Transportpositie
WAARSCHUWING
Knelgevaar als gevolg van onbeveiligde machine
Verwondingen als gevolg van een onbedoelde verandering van de positie van de machine of van vallende
onderdelen.
Voegensnijmachine enkel in transportpositie vervoeren
Bevestig de machine via geschikte bevestigingspunten.
Gebruik geschikte sjormiddelen.
Let op het toegestane totaalgewicht van het transportvoertuig
OPMERKING
Transport van de machine
Alle bewegende delen die tijdens het transport kunnen vallen of slingeren, moeten worden verwijderd.
Transportpositie Aandrijfmotor uitzetten.
Parkeer rem activeren.
Machine uitschakelen.
Schuif de schuifstangen helemaal in of verwijder deze.
Zaagkap verwijderen.
Zaagblad demonteren.
Peilstok naar de machine inklappen en met kabel beveiligen.
Losse onderdelen beveiligen of verwijderen.
24/58
4.2. Verplaatsen met de kraan
WAARSCHUWING
Zwevende lasten
Verwondingsgevaar door vallende delen.
Blijf niet onder opgetilde machines of onderdelen staan
Gebruik alleen onbeschadigde hijswerktuigen met voldoende draagkracht en lengte
De machine mag alleen in transportstand verplaatst worden
Procedure
Machine in transportpositie brengen (zie 4.1)
Hang de voegensnijmachine met een aanslagmiddel met voldoende draagkracht in het kraanoog
Wijs vakkundige instructeurs voor het hefproces aan
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende draagvermogen!
Hijs het voorzichtig op en let op het zwaartepunt
Houd de voegensnijmachine altijd in het oog
Ga bij hernieuwde inbedrijfstelling overeenkomstig de gebruikshandleiding te werk.
25/58
4.3. Bevestiging voor transport
WAARSCHUWING
Verwondingen door schuiven of kantelen van de machine
Door onbedoelde veranderingen in de positie van de machine kunnen mensen verpletterd worden.
Snijmachine enkel in transportpositie vervoeren.
Bevestig de machine via geschikte bevestigingspunten.
Gebruik geschikte sjormiddelen.
Let op het toegestane totaalgewicht van het transportvoertuig
Sjorpunten
Procedure Transportpositie tot stand brengen (zie 4.1)
Bevestig de voegensnijmachine met geschikte aanslagmiddelen op de sjorpunten
26/58
5.
INGEBRUIKNEMING
5.1. Bedrijfsstoffen
Smeermiddel Het gebruikte smeervet op de voegensnijmachine heeft de aanduiding „Energrease LS2 BP“.
(Lithium-verzeept multipurpose vet NLGI klasse 2 volgens DIN 51818 / NLGI GC - LB Graad 2)
Hydraulische olie De gebruikte hydraulische vloeistof moet van HVLP-kwaliteit zijn (volgens DIN 51524-3 / ISO 6743/4) in de
ISO-viscositeitsklasse 46.
Transmissie-olie
hydrostaat De transmissie is in de fabriek gevuld met: SAE 10W-30
Water De waterdruk in de toevoerleiding mag niet hoger zijn dan 5 bar. Gebruik eventueel een reduceerklep.
V-riem Gebruik volledige sets (5St) type XPA 857.
Elektrische aansluiting Stabiele stroombron drie-fasen wisselstroom met de op het typeplaatje aangegeven bedrijfsspanning van 400
V / 32 A en de bijbehorende beveiliging met lekstroombeveiligingsinrichting (FI/RCD).
5.2. Werktuigen (zaagblad)
OPMERKING
Selectie van het werktuig
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale snelheid
van de machine is, worden gebruikt.
Defecte of gescheurde werktuigen moet direct worden vervangen.
Selectie van het
zaagblad
zie hoofdstuk 8 Werktuigen
Opslag van werktuigen De gebruikte werktuigen moeten tegen vocht worden beschermd. De bevestigde segmenten rond het
zaagblad moeten worden beschermd tegen beschadiging.
Toerentallen zaagblad Voor een optimaal snijvermogen, moet de snelheid van het zaagblad worden aangepast aan het materiaal
dat moet worden gesneden.
5.3. Stroomverbinding in orde brengen
Procedure Rol de kabel helemaal af en leg het veilig
Controleer de stekker op de leiding op beschadiging
Breng de stroomverbinding in orde
27/58
Controleer de FI/RCD in de schakelkast op functie
5.4. Parkeerrem
WAARSCHUWING
Knelgevaar als gevolg van onbeveiligde machine
Verwondingen door onbedoelde positieverandering van de machine.
Beveilig de voegensnijmachine steeds met de parkeerrem als de machine niet wordt gebruikt.
Procedure De parkeerrem wordt aan de bedieningsconsole bediend
en losgemaakt.
5.5. Watervoorziening in orde brengen
WAARSCHUWING
Eruit geslingerde delen als gevolg van breuk van het werktuig
Wordt het zaagblad voor de natte snede niet met voldoende koelwater gevoed, dan bestaat er gevaar voor
oververhitting en segmenten kunnen eruit breken. Het slijpstof wordt niet voldoende gebonden.
Garandeer steeds koeling van het zaagblad
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting
Sluit de watertoevoer met max. 5 bar op de GEKA-
koppeling aan.
Gebruik alleen schoon water om verstopping van de
spuitmonden te voorkomen.
Regel de watertoevoer en waterhoeveelheid in het
bedrijf via de handhendels aan de zijkant.
5.6.
Neerlaatsnelheid instellen
De klep moet eerst volledig worden gesloten. Vervolgens geleidelijk openen in een poging
de juiste positie te vinden voor een
geschikte daalsnelheid.
Sneller dalen
Langzamer dalen
28/58
5.7.
Stuurstangen instellen
Stel de schuifstangen voor aanvang van de werkzaamheden in op
een voor de bediener geschikte hoogte.
Maak de klemhendels los en voer de schuifstangen naar
binnen.
Draai de klemhendels in de gewenste positie vast.
5.8. Montage/vervanging zaagblad (werktuig)
WAARSCHUWING
Gevaar van snij- en inknelverwondingen
Draaiend zaagblad of flens kan kleding of lichaamsdelen grijpen en afscheuren.
Trek de stekker eruit
Voordat er aan de machine gewerkt mag worden, moeten alle delen stil staan.
Machine tegen opnieuw inschakelen beveiligen
Zaagbladen voor montage altijd controleren!
Blad voor nat snijden? (1)
Blad voor snijwerkzaamheden geschikt en toegelaten? (5)
Blad en opname hebben de juiste grootte? (2) (7)
Toegelaten snijsnelheid aangehouden? (3) (4)
Draairichting? (6)
Alle segmenten aanwezig?
Geen lipprofielen aan de segmenten?
Was het blad oververhit? (blank staal blauw geworden = niet gebruiken!)
Geen scheuren in het blad?
Controleren: Kloppen met houtblok
Blad weergalmt = OK
Blad klinkt gedempt = niet gebruiken! (uitzondering: zog. silent-bladen)
29/58
OPMERKING
Montage zaagblad
Bij de montage van het zaagblad moet op schone flensoppervlakken worden gelet.
Het zaagblad moet direct op de flens aansluiten. Pas de draairichting van het zaagblad aan de
looprichtingspijl van de zaagbladassen (Gelijkloop-snijden) aan.
Procedure Voor de montage/vervanging van het zaagblad moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
Parkeerrem activeren
Stroomvoorziening onderbreken
Zaagkap resp. flensafdekking demonteren
Maak de zeskantbout (pos. 1) los en verwijder de drukplaat (pos. 2)
Reinig alle oplegvlakken
Zet het blad op de flens (pos. 3) (Let op de draairichting - Gelijkloop-snijden!)
Zet de drukplaat erop en draai het met de zeskantbout vast
Zet de beschermkap van het zaagblad erop en bevestig het met de bout aan de houders
Breng de flensafdekking op de tegenoverliggende zijde
Zet de zaagkap erop en schroef het vast
Stel de peilstaaf op het zaagblad in
Maak de schroefverbinding van de
zaagkap los en pak de zaagkap eraf.
Maak de flensschroefverbinding los en
zet het zaagblad erin / verwijderen.
1
2
3
30/58
5.9. Ombouw van rechts- naar links snijden
WAARSCHUWING
Gevaar van snij- en inknelverwondingen
Draaiend zaagblad of flens kan kleding of lichaamsdelen grijpen en afscheuren.
Trek de stekker eruit
Voordat er aan de machine gewerkt mag worden, moeten alle delen stil staan.
Machine tegen opnieuw inschakelen beveiligen
Procedure Voor de ombouw van rechts- naar links snijden, moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
Activeer de parkeerrem en onderbreek de stroomvoorziening
Demonteer de flensafdekkingen (pos. 1 en 4)
Demonteer de zaagkap (pos. 2)
Demonteer het zaagblad en monteer het aan de tegenover liggende kant (Let op de draairichting -
Gelijkloop-snijden!)
Monteer de zaagkap (pos. 2)
Installeer de flensafdekkingen (pos. 1 en 4)
1 2 3 4 4 2 1 3
31/58
6.
BEDRIJF
6.1. Veiligheid
Algemene regels
De voegensnijmachine mag enkel door één persoon worden bediend.
Ander mensen uit het werkgebied verwijzen of een versperring oprichten.
Zolang de motor draait, mag de operator de machine niet verlaten.
Start de machine nooit wanneer het zaagblad op de grond staat.
De aandrijving wordt daarbij overbelast.
Corrigeer snijfouten niet "met geweld".
Dit beschadigt het zaagblad en de machine;
Schakel de machine nooit uit tijdens het snijden. Altijd eerst het blad uit de voeg heffen.
Bedien de machine niet in geval van vermoeidheid en uitputting of onder invloed van alcohol,
drugs of medicijnen.
Gebruik zaagbladen die alleen volgens type en maat geschikt zijn.
Gebruik NOOIT beschadigde zaagbladen.
Houd de machine schoon en gebruik ze alleen in een technisch perfecte staat.
Zorg voor een stabiele watertoevoer.
Verwijder alle obstakels uit het snijgebied.
Zorg voor goede verlichting 's nachts.
Maak enkel rechte sneden.
Let op een schone kabelvoering.
Voorkom struikelpunten, snij niet in kabels, voer de kabels niet door waterplassen.
GEVAAR
Gevaar door ondergrondse toevoerleidingen
Gevaar voor snijden in water-, elektriciteits-, gas- of telecommunicatielijnen.
Elektrische schokken, brandwonden, explosies en de onderbreking van noodoproepfaciliteiten zijn mogelijk.
Raadpleeg uw lokale autoriteiten voor gedetailleerde informatie over kabels en bedrading in het
werkgebied VOORDAT u gaat scheiden
Stel een plan voor noodgevallen op. Zorg dat het contactnummer van de openbare nutsbedrijven
beschikbaar is
Informeer de bevoegde openbare nutsbedrijven
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting
WAARSCHUWING
Snijletsel aan het zaagblad
Contact met het roterend zaagblad kan tot ernstig snijletsel of amputatie leiden.
Enkel met gesloten beschermingskap snijden.
Veiligheidsafstand aanhouden.
Nooit het draaiende zaagblad aanraken.
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
32/58
WAARSCHUWING
Risico op een val
Letsel als gevolg van een val bij onvoldoende draagkracht van de ondergrond of snijfouten.
Zorg ervoor dat het oppervlak waarop gesneden wordt, voldoende sterk is
Zorg er bij het snijden voor dat de voegensnijmachine en het personeel zich niet aan de af te
snijden zijde bevinden
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar
Motoronderdelen en werktuigen worden heet tijdens het bedrijf en kunnen verbrandingen veroorzaken.
Contact met de huid vermijden
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting
Laat de motor voor de werkzaamheden afkoelen
OPMERKING
De doorschuiving moet steeds zodanig worden gekozen dat de weergegeven
vermogensopname niet in het rode gebied ligt.
Wordt de voegensnijmachine overbelast, dan gaan de zekeringen eruit of de
interne overbelasting beveiliging gaat uit.
Het stroomverbruik mag in de snijmodus niet permanent meer dan 22 A
bedragen.
33/58
6.2. Startvoorbereidingen
OPMERKING
Snijden zonder obstakels
Schade aan objecten in het snijgebied of het zaagblad.
Alle obstakels moeten uit het snijgebied worden verwijderd
Zorg voor een goede verlichting van het werkgebied
Let op een rechte snede om kantelen van het zaagblad te voorkomen.
Voer alle stuur- en besturingsopdrachten traag, gecontroleerd en soepel uit.
Als diepe sneden nodig zijn, dan moet dit in meerdere stappen worden gedaan.
De voeg met eerst met een kleiner (en breder) zaagblad worden gesneden en vervolgens worden verdiept met
een groter (en smaller) zaagblad.
Startvoorbereiding Om de voegensnijmachine veilig en doelgericht te gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden worden
voldaan:
Controleer de voegensnijmachine op beschadigingen, losse schroefverbindingen en op volledigheid
van de aangebouwde delen
Sluit een betrouwbare watervoorziening aan.
Monteer een geschikt zaagblad.
De waterkoelsystemen werken
Voorkom dat voorwerpen of personen vlakbij het zaagblad zijn.
Stel de peilstaven in een lijn tot het zaagblad.
Hef het zaagblad op - geen contact met de bodem!
34/58
6.3. In -en uitschakelen
Bij onverwachte reacties van de machine en in geval van nood, moet direct de NOOD-stop schakelaar worden
bediend.
Om onverwacht starten te voorkomen, kan de machine alleen gestart worden als het doorschuif hefelement
zich in de neutrale stand bevindt.
Voorwaarde CEE-stekker met actieve stroomvoorziening verbonden
Doorschuifhendel in neutrale stand
Noodstop ontgrendeld
Zaagblad zonder bodemcontact
Inschakelen
1. Bedien de parkeerrem
2. Hoofdschakelaar op I/ON
Uitschakelen
1. Hef het blad van het zaagblad volledig uit de snijvoeg
Bedien de parkeerrem
2. Laat de motor 1 min afkoelen bij stationair toerental.
3. Hoofdschakelaar op 0/OFF
4. Trek de voedingsstekker eruit voordat de machine wordt verlaten.
!
! N
35/58
6.4. Fase omkering
Als de rode toets „O“ bij ontgrendelde noodstop en actieve
stroomvoorziening brandt, is er verkeerde fasevolgorde.
De machine heeft een fasevolgorderelais.
De correcte draairichting is hierdoor gegarandeerd.
Indien een aanpassing van het draaiveld noodzakelijk is, kunnen de fasen in de
stekker m.b.v. een schroevendraaier worden verwisseld.
6.5. Handmatig verplaatsen
De voegensnijmachine kan handmatig worden verplaatst.
Instellingen Breng de doorschuifhendel in de neutrale stand
Deactiveer de aandrijving „0“
Deactiveer de parkeerrem
Trek de koppeling uit
0
36/58
6.6. Rijaandrijving
OPMERKING
Beweeg steeds met aangepaste doorschuiving om beschadigingen te voorkomen.
Alle stuur- en besturingsopdrachten moeten langzaam, gecontroleerd en gelijkmatig worden uitgevoerd.
Rijaandrijving activeren De rijaandrijving wordt met de schakelaar (pos. 31) geactiveerd.
Doorschuiving besturen Met de hendel wordt de doorschuifsnelheid gestuurd.
In de neutrale positie wordt de hendel zelfstandig.
Door de kraag te trekken, wordt de hendel vrijgegeven.
Voor het vertrekken moet de parkeerrem worden
gedeactiveerd en de koppeling worden ingetrokken.
0 / Uit 1 / Aan.
Voorwaarts
Neutrale stand
Achterwaarts
37/58
6.7. Zaagblad neerlaten / heffen en instelling snijdiepte
WAARSCHUWING
Gevaar door weggeslingerde onderdelen
Het zaagblad kan worden beschadigd als het te snel wordt neergelaten. Segmenten kunnen eruit breken en
ongecontroleerd worden weg geslingerd.
Laat het zaagblad langzaam in het snijvlak zakken
Houd het veiligheidsgebied rond het snijpunt vrij.
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting
OPMERKING
Laat het blad steeds langzaam zakken om beschadigingen te voorkomen.
Let op een rechte snede om kantelen van het zaagblad te voorkomen.
Alle stuur- en besturingsopdrachten moeten langzaam, gecontroleerd en gelijkmatig worden uitgevoerd.
Als diepe sneden nodig zijn, moet dit in meerdere stappen worden gedaan.
Er moet eerst met een kleiner zaagblad worden gesneden en vervolgens worden verdiept met een groter
zaagblad.
Neerlaten en heffen Het zaagblad wordt met de knevelschakelaar (pos. 26) opgehesen of neergelaten.
Diepte-instelling Laat het zaagblad langzaam neer totdat het net contact met de bodem heeft.
Stel de diepte-indicator op de schaal “0” in.
De bereikte snijdiepte kan alleen op de schaal worden afgelezen.
Heffen Zakken
38/58
6.8. Snijden met de voegensnijmachine
Snijden 1. Zet de doorvoerhendel (pos. 25) in de neutrale startpositie.
2. Activeer de machine met de hoofdschakelaar (pos. 20)
3. Zet de parkeerrem (pos. 30) los en trek de koppeling (pos. 29) in.
4. Activeer de rijaandrijving met de schakelaar (pos. 31)
5. Ontgrendel de doorvoerhendel (pos. 25) en positioneer de voegensnijmachine.
6. Activeer de bladaandrijving met de schakelaar (pos. 22) en selecteer het toerental op de poti (pos. 32)
voor.
7. Open de kogelkraan voor de watervoorziening.
8. Laat het zaagblad met de schakelaar (pos. 26) neer tot het blad op het oppervlak krast en stel de
indicatie van de snijdiepte op nul.
9. Laat het zaagblad tot op de gewenste snijdiepte neer.
10. Leid de doorschuifbeweging langzaam met de doorschuifhendel (pos. 25) in.
11. Pas de doorschuifsnelheid aan de snijomstandigheden aan.
12. Signaleer het stroomverbruik met de ampèremeter (pos. 23).
30
31
21 22 23 24
29 28
32
26
25
20
39/58
6.9. De voegensnijmachine verplaatsen
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door draaiend zaagblad
Door het draaiende zaagblad aan te raken kan kleding worden ingetrokken en kunnen ledematen worden
afgescheurd.
Verplaatsen van de machine buiten het gebied waarin werkzaamheden worden uitgevoerd,
moeten met niet-draaiend gereedschap worden uitgevoerd.
Tijdens het omzetten mag de operator de doelgerichte positie achter de schuifstangen niet
verlaten.
WAARSCHUWING
Gevaar in het werkgebied
De lopende machine heeft een verwondingspotentieel als deze niet op een verantwoorde manier en in
overeenstemming met de specificaties wordt gebruikt.
De bediener moet tijdens het snijden achter te schuifstangen blijven.
De voegensnijmachine mag slechts door een persoon worden bediend of zet dit gebied af.
Schakel de motor bij snijonderbrekingen steeds met de hoofdschakelaar uit.
De voegensnijmachine
verplaatsen
Hef het zaagblad volledig uit de voeg.
Sluit de klep voor de watervoorziening.
Laat het zaagblad tot stilstand uitlopen!
Verplaats de voegensnijmachine en breng het in de juiste positie.
Stel het zaagblad op de snijlijn in en start de machine
40/58
6.10. Snijden met open geklapte beschermkap van het zaagblad
WAARSCHUWING
Snijletsel en eruit geslingerde delen
Ernstig letsel bij contact met roterend zaagblad of als gevolg van uitgeslingerd materiaal bij het snijden
zonder beschermkap van het zaagblad.
Houd het snijgebied van de machine vrij
Nooit het draaiende zaagblad aanraken
Veiligheidshelm, werkschoenen en veiligheidsbril dragen
Zet de motor uit en wacht tot alle delen stil staan voordat er aan de zaagkap kan worden gewerkt.
Procedure
Op de voegensni
jmachine kan de beschermkap van het zaagblad
vooraan open geklapt worden. Deze functie is vereist voor het vrij
snijden van hoeken aan een muur.
Aandrijfmotor afzetten en stilstand van alle
onderdelen afwachten
Maak de bouten (pos. 1) los en klap de beschermkap
omhoog.
Draai de bout (pos. 2) naar de bovenste positie, indien
gewenst, maak de omgeving leeg of sluit deze af
Start de aandrijfmotor en begin te snijden
Klap de peilstaaf op tijd omhoog
Na het snijproces
Motor afzetten, parkeerrem activeren en stilstand van alle onderdelen afwachten
Beschermkap onmiddellijk sluiten en met schroeven (Pos. 1) beveiligen.
2
1
41/58
6.11. Vlak met de wand snijden
Vlak met de wand Er kan een apart verkrijgbaar zaagblad op de voegensnijmachine voor het vlak met de wand zagen worden
aangebracht.
Aandrijfmotor afzetten en stilstand van alle onderdelen afwachten
Haal de beschermingskap eraf en demonteer het blad
Afstandsplaatje erop zetten
Monteer het evenwijdige blad met wand met schroef met verzonken kop op de flens (TK 92 of
120mm)
6.12. Multiblad snijden
Multiblad
Alleen met speciale flens mogelijk!
Op de voegensnijmachine kunne meerdere bladen tot het totale dikte van 15 mm worden opgespannen.
Aandrijfmotor afzetten en stilstand van alle onderdelen afwachten
Haal de beschermingskap eraf en demonteer het blad
Monteer de afstandsplaatjes en bladen in de gewenste combinatie tot een totale dikte van 15 mm
Draai het zaagblad met drukplaat aan
42/58
6.13. Voegensnijmachine neerzetten
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar door wegrollen van de machine
Er kan persoonlijk letsel of materiële schade als gevolg van onbedoelde positiewijzigingen van de machine
ontstaan.
Bij het einde van het werk moet de voegensnijmachine met een parkeerrem worden beveiligd.
Procedure
1. Zet de machine op een vlak, draagkrachtig oppervlak
2. Beveilig met de parkeerrem
3. Trek de voedingsstekker eruit
6.14. Motorkamer
Pos. 1
Elektromotor rijaandrijving
Pos. 2
Transaxle-transmissie
Pos. 3
Expansievat voor hydraulische eenheid voor optillen van het zaagblad (HV68)
Het juiste hydraulische oliepeil HV 68 kan alleen worden gecontroleerd als de machine volledig is
neergelaten.
1
3
2
43/58
6.15. Zekeringen
OPMERKING
Zekeringen altijd door hetzelfde type vervangen
T2 A 250V fijne zekering 5 x 20mm
Zekering
Nominale
stroom
Activeringsgedrag
Functie
F1 2 A T (traag) Besturingscircuit 24V DC
6.16. Frequentie-omvormer
LED-indicaties De frequentieomvormer heeft 2 LED's voor de indicatie van bedrijfstoestanden en storingen.
In de gebruikshandleiding van het apparaat staan meer knippercodes.
Rood Groen Toestand
Stand-by
Bedrijf
Waarschuwing
Fouten
Instellingen De spanningsmeter op het apparaat is gedeactiveerd.
De toerentalbesturing vindt uitsluitend via de besturingsconsole
plaats.
F1
44/58
7.
INSTANDHOUDING
7.1. Onderhoud
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door draaiende onderdelen
Ernstige verwondingen bij contact met roterend zaagblad of riemaandrijving.
Onderhoud en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd als de machine is uitgeschakeld
Onderhoud en reparaties mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd
De machine moet tegen opnieuw inschakelen door andere personen worden beveiligd.
Reinigen
Voor de bescherming van het verfoppervlak mogen geen scherpe reinigingsmiddelen worden gebruikt.
Voor de motor en schakelelementen mag geen hogedrukreiniger worden gebruikt!
Reserveonderdelen Er mogen enkel originele reserveonderdelen van de fabrikant worden gebruikt.
Sticker Controleer de machine regelmatig op beschadigde of losgekomen veiligheidsaanwijzingen.
Onleesbare of beschadigde gevaren- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat moeten direct worden
vernieuwd.
Materiaal Zie: 5.1Bedrijfsstoffen
vóór elk
gebruik
dagelijks wekelijks maandelijks
Voer een visuele controle op herkenbare schade en gebreken uit
Reinig de voegensnijmachine grondig (na elk gebruik)
Smeer het snij-aslager
Smeerpunten insmeren iedere 40 bedrijfsuren
Controle van de veiligheidsinrichting
Aandrijfriemen naspannen (eerste keer na 2 bedrijfsuren)
Hydraulische olie aandrijving hydrostaat Eerste keer na 50, daarna om de 200 bedrijfsuren
Schroefverbindingen Draai alle schroefverbindingen na 20 bedrijfsuren bij
De onderhoudsinformatie heeft betrekking op het normale, beoogde gebruik. Bij gebruik onder extreme klimatologische omstandigheden of
bij continu gebruik moeten de service-intervallen overeenkomstig worden aangepast.
45/58
7.2. Smeerpunten
Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moet de motor worden uitgeschakeld.
Machine tegen onopzettelijk opnieuw inschakelen beveiligen.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Beveilig de machine met kraan.
dagelijks
46/58
7.3. Controleer de aandrijfriem van de zaag as spanning
WAARSCHUWING
Snij- en knelverwondingen.
Lichaamsdelen en kleding kunnen naar binnen worden getrokken als ze in contact komen met de
riemaandrijving.
Gevaar voor snijwonden en knelverwondingen, tot amputaties toe.
Het verwijderen of openen van de riemafdekking of in de draaiende riemaandrijving grijpen is
verboden
Deze werkzaamheden mogen alleen bij stilstaande riemschijf en onderbroken stroomvoorziening
worden uitgevoerd
Controle De aandrijfriemen kunnen gecontroleerd worden door er met de duim op te drukken.
Verwijderen van de afdekking (pos. 1)
Controle door drukcontrole met de vinger.
De riem moet ong. een riemdikte meeveren.
Effecten
foutief gespannen
aandrijfriem:
Aandrijfriem te los:
De aandrijfriemen glijden op de schijf van de V-riem, geen of slechte krachtoverbrenging, overmatige
slijtage
Aandrijfriem te sterk gespannen:
Overmatige slijtage, sterke verwarming van de schijf van de V-riem met gevolgschade
Riemspanning instellen
Maak de contramoer op de motorslede los.
Pas de spanning van de V-riem gelijkmatig met
de stelschroeven aan.
Motor en snij-as moeten altijd parallel staan!
1
47/58
7.4. Aandrijfriem van de zaag-as vervangen
Procedure:
Stroomvoorziening
onderbreken.
Demonteer de flensafdekking en
flens.
Maak de 5
bevestigingsschroeven
los en demonteer de
riemafdekking.
Maak de spanbouten op de
motorslede afwisselend
gelijkmatig los en ontspan de
riem.
Pak de riem eraf en monteer de
nieuwe set.
Het in elkaar bouwen gebeurt dan
in omgekeerde volgorde.
OPMERKING
Vervanging V-riem
Enkel riemen van hetzelfde type en dezelfde fabrikant gebruiken. We raden zeer aan om altijd alleen complete
riemsets te vervangen. Gelijktijdig gebruik van oude en nieuwe riemen halveert de levensduur van nieuwe riemen.
48/58
7.5. Controleer de aandrijfriem van de rij-eenheid-spanning
WAARSCHUWING
Snij- en knelverwondingen.
Lichaamsdelen en kleding kunnen naar binnen worden getrokken als ze in contact komen met de
riemaandrijving.
Gevaar voor snijwonden en knelverwondingen, tot amputaties toe.
Het verwijderen of openen van de riemafdekking of in de draaiende riemaandrijving grijpen is
verboden
Deze werkzaamheden mogen alleen bij stilstaande riemschijf en onderbroken stroomvoorziening
worden uitgevoerd
Spanning corrigeren Maak de bouten op de motorslede los (pos. 1).
Pas de spanning van de V-riem met de stelbout (pos. 2) aan.
Draai de bouten op de motorslede vast.
Controle De aandrijfriemen kunnen gecontroleerd worden door er met de duim op te drukken.
Verwijderen van de onderhoudsklep
Controle door drukcontrole met de vinger.
De riem moet ong. een riemdikte meeveren.
1
2
49/58
7.6. Foutenopsporing
Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moet de motor worden uitgeschakeld.
Machine tegen onopzettelijk opnieuw inschakelen beveiligen.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
OPMERKING
Bij snijproblemen eerst de volgende punten controleren:
Zaagblad bot of defect?
Te weinig water om het zaagblad te koelen?
Keuze van het zaagblad juist?
Vol vermogen resp. toerental van de motor?
Fouten Mogelijke oorzaak Oplossing
Gering snijvermogen Zaagblad is bot Zaagblad vervangen
te weinig koelwater Spoel met watertoevoer met druk van max. 5 bar
V-riemen slippen V-riem wordt gecontroleerd, bijspannen
Motor geeft niet het volle vermogen Controleer de stroomvoorziening
Voegensnijmachine start niet Geen stroom Controleer de stroomvoorziening
Beveiliging / RCD is geactiveerd Beveiliging / RCD controleren
Schuifhendel in verkeerde stand Schuifhendel in middenpositie plaatsen
Overmatige trillingen
Werktuig bot of beschadigd Werktuig vervangen
Motorlagering in onbalans / verkeerde stand Controleer positie van motor
50/58
7.7. Onderhoudsschema
Dit hoofdstuk moet als bewijs dienen voor het reeds geleverde onderhoud en als serviceboek dienen.
Alle onderhouds- en servicewerkzaamheden moeten als bewijs worden ingevoerd.
Machine/Type: Serienummer/bouwjaar:
Datum Uitgevoerde onderhouds- en servicewerkzaamheden Datum/Handtekening
51/58
8.
WERKTUIGEN
Omtreksnelheid m/s
Toerental min-1
Diamantslijpschijfdiameter mm
Kenmerk voor asfalt
Kenmerk voor beton
Alle werktuigen voor diamantwerktuigen worden met een kleur gemarkeerd. Afhankelijk van de toepassing
en het toepassingsgebied verschillen de werktuigen. Voor de beste resultaten moeten de parameters
correct zijn. Met dit diagram kan de optimale snijprestatie worden bepaald.
De prijzen van de gereedschappen kunnen worden bepaald in het verkoopboekje van LISSMAC. Dit
verkoopboekje is te allen tijde beschikbaar bij de fabrikant.
Opslag van werktuigen De gebruikte werktuigen moeten tegen vocht worden beschermd.
De bevestigde segmenten rond het zaagblad moeten worden beschermd tegen beschadiging.
52/58
9.
GARANTIE
De garantie voor deze machine bedraagt 12 maanden. Voor de onderstaande vermelde slijtage gevoelige delen
wordt alleen garantie verleend indien de slijtage niet bedrijfsgebonden is.
Slijtagegevoelige delen die bij doelgericht gebruik van de machines bloot staan aan bedrijfsgebonden slijtage.
De slijtagetijd is niet uniform definieerbaar, deze verschilt volgens de gebruiksintensiteit. De slijtagegevoelige
delen moeten apparaat-specifiek volgens de gebruikshandleiding van de fabrikant worden onderhouden,
ingesteld en evt. worden vervangen.
Een bedrijfsgebonden slijtage beperkt zich niet tot aanspraken op gebreken.
Doorschuif, en aandrijfelementen zoals tandheugels, tandwielen, rondsels, spindelmoeren,
spindellagers, kabels, kettingen, kettingwielen, banden.
Pakkingen, kabels, slangen, manchetten, stekkers, koppelingen en schakelaars voor pneumatiek,
hydrauliek, water, elektriciteit, brandstof.
Geleidingselementen zoals geleidingsstroken, geleidingsbussen, geleidingsrails, rollen, lagers,
glijbeschermingssteunvlakken.
Spanelementen van snel scheidingssystemen
Glij- en walslagers die niet in het oliebad lopen
As afdichtringen en afdichtelementen
Wrijf- en overlastkoppelingen, reminrichtingen
Koolborstels, collectoren
Licht loskomende ringen
Regelspanningsmeter en handmatige schakelelementen
Zekeringen en lampen
Hulp- en bedrijfsstoffen
Bevestigingselementen zoals deuvels, ankers en bouten
Bowden-kabels
Lamellen
Membranen
Afdichtborstels, afdichtrubber, spuitbeschermingsdoek
Filters van alle types
Aandrijf-, omkeerrollen en bandages
Loop- en aandrijfwielen
Waterpompen
Boor-, scheidings- en snijwerktuigen
Rubberen afstrijker
Naaldvilt-bescherming
Energieopslag
53/58
Vertaling van de Originele EG-conformiteitsverklaring
Deze EG-conformiteitsverklaring geldt voor de volgende machine:
LISSMAC voegensnijmachine COMPACTCUT 601 E.
Deze verklaring heeft alleen betrekking op de machine in de toestand waarin zij in het verkeer
werd gebracht; er wordt geen rekening gehouden met delen en / uitgevoerde ingrepen die later
door de eindgebruiker werden aangebracht. Bevestigd wordt dat de machine voldoet aan de
betreffende bepalingen van de richtlijn 2006/42/EG, 2014/30/EU en 2000/14/EG.
Fabrikant: LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Het bewaren van de technische documentatie gebeurt door
LISSMAC Maschinenbau GmbH, D-88410 Bad Wurzach
Gevolmachtigde documentatie: Hoofd Constructie / Technische documentatie
Beschrijving van de
machine:
De voegensnijmachine is uitsluitend voor het natte snijden van voegen in beton of asfalt met
een werktuig dat van een diamantsnijelement is voorzien, bepaald.
COMPACTCUT 601 E
Snijdiepte max. 420 mm
max. diameter zaagblad 1000 mm
Zaagbladopname 25,4 mm
Netaansluiting 400 V / 32 A
Geïnstalleerd vermogen 22 kW
Nom. toerental Traploos 950 - 1750 1/min
Gewicht 388 kg
Geharmoniseerde normen: EN 13862:2021
EN ISO 12100:2011-03
EN 60204-1:2018
Wettelijk gevolmachtigde: LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
88410 Bad Wurzach
Tel.: +49 (0) 7564 / 307 - 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 - 500
Mail: lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Bad Wurzach 17.06.2022
……………………………..
Dr. Hinrich Dohrmann
(Directeur)
54/58
10. SCHAKELSCHEMA
55/58
56/58
57/58
58/58
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58

Lissmac COMPACTCUT 601 E de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding