Lissmac LMK 400 de handleiding

Type
de handleiding
1/73
BEDRIJFSHANDLEIDING
MINIKRAAN
LMK 400 TFE
LMK 400 TFE/DK
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Telefoon +49 (0) 7564 / 307 - 0
fax +49 (0) 7564 / 307 - 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
NL
2/73
3/73
Impressum De bedrijfshandleiding geldt voor:
LISSMAC minikraan
LMK 400 TFE
LMK 400 TFE/DK
Hoofdkantoor:
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstraße 4
D - 88410 Bad Wurzach
Tel.: +49 (0) 7564 / 307 – 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Originele bedrijfshandleiding
Versie: 06-2022
De reproductie, de verspreiding en het gebruik van deze handleiding, alsmede het openbaar maken
van de inhoud zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is ten strengste verboden.
Overtreders worden aansprakelijk gesteld voor geleden schade. Alle rechten voorbehouden in geval
van toegekende patenten, geregistreerde gebruiksmodellen of industriële modellen.
4/73
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Waarschuwingsteksten en symbolen in deze instructie
SIGNAALWOORD
Type en bron van het gevaar
Gevolgen bij niet-naleving
Maatregelen om het gevaar af te wenden.
Het signaalwoord achter het gevarensymbool duidt de graad van het gevaar aan:
Dit signaalwoord geeft een extreem gevaarlijke situatie aan. Wanneer de situatie niet wordt vermeden,
heeft dit dodelijke verwondingen tot gevolg. Het gevarensymbool kan het gevaar specificeren.
Dit signaalwoord geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan. Wanneer de situatie niet wordt vermeden,
kan dit dodelijke of zware verwondingen tot gevolg hebben. Het gevarensymbool kan het gevaar
specificeren.
Dit signaalwoord geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan. Wanneer de situatie niet wordt vermeden,
heeft dit middelzware en lichte verwondingen tot gevolg. Het gevarensymbool kan het gevaar specificeren.
Dit signaalwoord geeft een situatie aan die gevaar voor voorwerpen inhoudt. Wanneer de situatie niet
wordt vermeden, heeft dit schade aan de apparatuur tot gevolg. Het signaalwoord heeft geen
gevarensymbool.
Belangrijke informatie wordt met een »i« aangeduid.
Instructies betreffende de bediening, gericht aan de operator:
De gedefinieerde opeenvolging van de handelingsstappen maakt het makkelijker om op een juiste en
veilige manier om te gaan met de machine.
Instructies voor de operator
GEVAAR
5/73
De volgende waarschuwingen en veiligheidsinstructies worden gebruikt:
Bedrijfshandleiding in acht nemen
Gehoorbescherming dragen
Geluidsniveau (Geluidssterkte) van de machine
Gevaar door zwevende lasten
Gevaar door vallende delen
Gevaar voor hoofd stoten
Gevaar door het omvallen van zware voorwerpen
Beknellingsgevaar door zwenkende of onbedoeld rollende machine
Waarschuwing voor elektrische spanning
Bevestigingspunt voor transport met een kraan
Opnamepunt voor de heftruck
Aanraken verboden
Aandrijfmotor draaikrans
Torendraaikrans Hand of torendraaikrans Motor
Trekontlasting voor toevoerkabel
Voor het telescoperen, opstellen of afbreken van de toren,
moet de ballaststeun neergelaten en vastgezet worden.
6/73
BEDRIJFSHANDLEIDING
Voorwoord Deze bedrijfshandleiding maakt het makkelijker de machine te leren kennen en in te zetten volgens de
gebruiksmogelijkheden waar ze voor bedoeld is.
De bedrijfshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen om de machine veilig, doelmatig en economisch in
bedrijf te hebben. Uw aandacht helpt om gevaren te vermijden, reparatiekosten en uitvaltijden te vermijden
en de betrouwbaarheid en de levensduur van de machine te verhogen.
De bedrijfshandleiding dient als aanvulling op instructies die zijn gebaseerd op bestaande nationale
voorschrifen voor ongevallenpreventie en milieubescherming.
De bedrijfshandleiding moet voortdurend beschikbaar zijn op de plaats waar de machine in gebruik is.
De bedrijfshandleiding moet worden gelezen en gebruikt door iedereen die is belast met het werken met de
machine, zoals bijv.:
Bediening, inclusief bedrijfsgereed maken, bedrijfsstoringen opheffen, afvoeren van productieafval,
onderhoud, verwijdering van grondstoffen en hulpstoffen
Onderhoud (onderhoud, inspectie, reparatie ) en/ of
Transport
.
Naast de bedrijfshandleiding en de in het land van de gebruiker en op de plek van inzet geldende bindende
bepalingen ter voorkoming van ongevallen dienen ook de erkende vaktechnische voorschriften voor
veiligheid en vaktechnische werkzaamheden te worden nageleefd.
Benodigde besturingsunit Om de minikraan te kunnen bedienen, is een besturingsunit nodig. Deze besturingsunit moet afzonderlijk
aangeschaft worden. Neem contact op met de fabrikant.
Aanvullende documenten
Als aanvulling op deze bedrijfshandleiding staan er verdere documenten van de desbetreffende fabrikant
van afzonderlijke componenten van de machine ter beschikking:
Bedrijfshandleiding spanketting
Wijzigingen en voorbehoud
Wij stellen alles in het werk om deze bedrijfshandleiding accuraat en actueel te houden. Om onze
technologische voorsprong te behouden, kan het noodzakelijk zijn zonder kennisgeving wijzigingen aan het
product en zijn bediening door te voeren. Voor storingen, uitval en daardoor ontstane schade kunnen wij
niet aansprakelijk gesteld worden.
7/73
Inhoudsopgave
1. Eigenschappen & voordelen ........................................................................................... 8
1.1. Beginsel „gebruik overeenkomstig de bestemming“ ........................................................ 9
1.2. Organisatorische maatregelen ........................................................................................ 10
1.3. Keuze en kwalificatie van personeel; fundamentele plichten ......................................... 10
1.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfstoestanden .......................................................... 11
1.4.1. Transport, montage en installatie .......................................................................... 11
1.4.2. Opbouwen en in bedrijf nemen .............................................................................. 11
1.4.3. Bedrijf ..................................................................................................................... 12
1.4.4. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine ............ 12
1.5. Instructies voor bijzondere soorten gevaar ..................................................................... 13
1.5.1. Elektrische energie ................................................................................................. 13
1.6. Stof ................................................................................................................................. 13
1.7. Geluid .............................................................................................................................. 13
1.8. Transport ......................................................................................................................... 13
1.9. Verpakking en opslag ...................................................................................................... 14
1.10. Milieubescherming ....................................................................................................... 14
1.11. Afvalverwerking ............................................................................................................ 14
2. Beschrijving apparaat.................................................................................................... 15
2.1. Benaming van de machineonderdelen ............................................................................ 17
2.2. Beschermingsinrichtingen ............................................................................................... 17
2.3. Technische gegevens ...................................................................................................... 18
2.4. Geluidsniveau ................................................................................................................. 19
3. Inbedrijfstelling .............................................................................................................. 20
3.1. Aansluitingen en brandstoffen ........................................................................................ 20
3.2. Ondergrond en omgeving ................................................................................................ 20
3.3. Blokkeerremmen ............................................................................................................. 21
3.4. Ballaststeun en handgreep ............................................................................................. 22
3.5. Draaibeveiliging .............................................................................................................. 23
3.6. Telescopering van de toren ............................................................................................. 24
3.7. Rijdwerk (alleen LMK 400 TFE/DK) ................................................................................. 25
3.8. Loopkat (alleen LMK 400 TFE/DK) ................................................................................... 26
3.9. Draaimechanisme motor binnentrekken (alleen bij LMK 400 TFE/DK) ............................ 26
3.10. Opstellen van de toren .................................................................................................. 27
4. Transport ........................................................................................................................ 28
4.1. Transportstand ................................................................................................................ 28
4.2. Transportmogelijkheden .................................................................................................. 29
4.3. Verplaatsen met een bouwkraan in opgebouwde toestand ............................................ 30
5. Bedrijf ............................................................................................................................. 31
5.1. Veiligheid ........................................................................................................................ 31
5.2. Draagkracht ..................................................................................................................... 31
5.3. Radiografische afstandsbediening .................................................................................. 32
5.4. EHS bevestigen ............................................................................................................... 33
5.5. EHS-besturing ................................................................................................................. 33
5.5.1. Aanbouw van de EHS-besturing (optioneel) ........................................................... 34
6. Demontage ..................................................................................................................... 36
6.1. Demontage ...................................................................................................................... 36
6.2. Telescopering herstellen ................................................................................................. 37
7. Onderhoud ...................................................................................................................... 38
7.1. Onderhoud ....................................................................................................................... 38
7.2. Smeerpunten ................................................................................................................... 39
7.3. Aandraaimomenten van schroefverbindingen ................................................................. 39
7.4. Storingen oplossen ......................................................................................................... 40
8. Regelmatige controle (logboek) .................................................................................... 41
8.1. Controlemeting................................................................................................................ 42
8.2. Onderhoudsschema ......................................................................................................... 43
9. Garantie .......................................................................................................................... 44
10. Hydraulisch schema .................................................................................................... 45
11. Reserveonderdelen LMK 400 ....................................................................................... 46
12. Reserveonderdelen LMK 400 TFE/DK .......................................................................... 50
13.
Schakelschema ........................................................................................................... 60
8/73
1.
EIGENSCHAPPEN & VOORDELEN
Door intensieve samenwerking met gebruikers werd een op de praktijk gerichte en door de TÜV
gekeurde minikraan ontwikkeld. De professionele afwerking en het bedieningsgemak van de
LISSMAC-minikraan verhogen de veiligheid en sluiten onjuiste bediening vrijwel helemaal uit.
Basisframe, toren en arm zijn volledig vuurverzinkt geen roest- of lakschade lange
levensduur en robuust voor de zwaarste taken
Grote kogeldraaikrans, soepele draaibewegingen
Stroomtoevoer door een in de arm ingebouwde kabeldraaginrichting
Spelingsarm vastzetten van de toren
De gewichtontlasting van de kogeldraaikrans tijdens transport verhoogt de levensduur van de
draaikrans
Eenvoudig opbouwen en afbreken met een elektrische hydraulische pomp extra beveiliging
door middel van een borgcilinder met steekbout
Optioneel is voor alle uitvoeringen een radiografische afstandbediening verkrijgbaar
De elektrische draaiaandrijving van de toren is uitgerust met een zachte start/zachte stop
Transport Door schuin zetten van de arm kunnen twee minikranen op één laadvloer worden
ondergebracht.
Kan horizontaal worden verplaatst met vorkheftruck en kraan
Het kettingblok Speciale beschermkap voor het kettingblok tegen vocht
Stroomtoevoer door een in de arm ingebouwde kabeldraaginrichting
Door steekverbinding snelle demontage van het kettingblok
Zeer flexibele spiraalkabel naar het handbedieningstoestel of het bedieningsblok
9/73
1.1. Beginsel „gebruik overeenkomstig de bestemming“
De fabrikant en toeleverancier stellen zich niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door een
toepassing die foutief of niet conform de bepalingen is.
De minikraan is volgens de stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels
gebouwd. Toch kan bij toepassing ervan levensgevaar voor de gebruiker of derden resp. afbreuk aan
de machine en andere waardevolle goederen ontstaan.
Gebruik de minikraan enkel in technisch onberispelijke staat en ook overeenkomstig de bestemming,
bewust van veiligheid en gevaren. Gebruiken met inachtneming van de bedrijfshandleiding!
Met name storingen die de veiligheid kunnen benadelen moet u onmiddellijk (laten) oplossen!
Toepassing volgens de
bepalingen
De LISSMAC minikraan LMK behoort tot de apparatenklasse van handbediende lastmanipulatoren en
dient uitsluitend voor het verplaatsen van metselstenen in combinatie met een door LISSMAC
goedgekeurde steengrijper. Bij het handbediend verplaatsen is de besturing vast op de steengrijper
gemonteerd, en mag alleen door een operator bediend worden. De maximale draagkracht wordt door
de spanketting vooraf bepaald en mag met betrekking tot het oppervlak van max. 0,64 m2 tot een
windkracht van 7 Bft. (15 m/sec) niet overschreden worden.
De maximale draagkracht bij maximale overstek komt overeen met:
LMK TFE 400 met 400 kg
LMK TFE/DK 400 met 400 kg
Een ander of verdergaand gebruik geldt als niet overeenkomstig de bestemming.
Bij gebruik overeenkomstig de bestemming hoort ook het in acht nemen van de bedrijfshandleiding en
het opvolgen van de bepalingen voor inspectie en onderhoud.
Ondoelmatig gebruik Voorspelbaar misbruik / ondoelmatig gebruik:
Het gebruik van andere steengrijpers of andere hijsogen en stroppen die niet door LISSMAC
goedgekeurd zijn
Het gebruik van minikraan LMK wanneer de besturing niet vast op de steengrijper gemonteerd
is
Transport van materialen of personen
Het heffen van verankerde delen, bijv. palen uit de grond trekken
Definities met betrekking tot de machine:
Verplaatsen Het verplaatsen verwijst naar de metselsteen.
De metselsteen met een grijpwerktuig op een andere plaats neerzetten.
Bewegen Het bewegen verwijst naar de minikraan.
De minikraan zonder last aan de haak naar een ander werkgebied bewegen.
Door LISSMAC goedgekeurde steengrijpers:
VSG 510 Vario-steengrijper incl. 3 Wisselbakken
VSG 840 Vario-steengrijper incl. 3 Wisselbakken
RSG 125/250-B25 Steengrijperframe
SG 115/365 A steengrijper
SG 125/ 250 B30 Steengrijper
SG 250/ 500 B30 Steengrijper
10/73
1.2. Organisatorische maatregelen
De bedrijfshandleiding moet voortdurend toegankelijk voor iedere persoon bewaard worden op de
plaats waar de kraan gebruikt wordt.
Laat iedereen ter aanvulling op de bedrijfshandleiding letten op algemeen geldende wettelijke en
andere verbindende bepalingen voor ongevallenpreventie en milieubescherming.
Zulke plichten kunnen bijvoorbeeld ook het omgaan met gevaarlijke stoffen, het dragen van
beschermende uitrustingen of wettelijke regelingen voor het straatverkeer betreffen.
Het personeel dat is belast met handelingen aan de minikraan moet voor het begin van het werk de
handleiding, en vooral het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies” gelezen en begrepen hebben. Tijdens het
gebruik is het hiervoor te laat. Dit geldt in het bijzonder voor personeel dat slechts incidenteel, bijv. bij
het bedrijfsgereed maken of voor onderhoud, aan de minikraan werkt.
Controleer regelmatig of het personeel veilig en risicobewust werkt en de bedrijfshandleiding in acht
neemt.
Gebruik de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen.
Alle voorschriften over veiligheid en gevaar aan de minikraan in acht nemen!
Alle voorschriften over veiligheid en gevaar aan de minikraan in volledig leesbare staat houden!
Zet de minikraan onmiddellijk stop bij voor de veiligheid relevante veranderingen aan de machine of
bij verandering van zijn gedrag tijdens bedrijf en markeer deze overeenkomstig. Meld de storing op de
aangewezen plaats / bij de bevoegde persoon.
Verricht geen wijzigingen door aan- en ombouwwerkzaamheden aan de minikraan zonder schriftelijke
toestemming van de fabrikant.
Gebruik alleen gecontroleerde originele reserveonderdelen van de fabrikant.
Houd u aan voorgeschreven of in de bedrijfshandleiding aangegeven termijnen voor inspecties.
Jaarlijks is een controle door een deskundige (TÜV of fabrikant) voorgeschreven.
Voorafgaande aan de controle dient de minikraan grondig gereinigd te worden.
Aan de minikraan moeten jaarlijkse inspecties uitgevoerd worden, deze moeten schriftelijk in deze
bedrijfshandleiding bewaard worden.
Voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient de netvoedingsstekker uit het stopcontact te
worden gehaald.
1.3. Keuze en kwalificatie van personeel; fundamentele plichten
Met de zelfstandige bediening van de minikraan mogen alleen personen belast worden, die de leeftijd
van 18 jaar al bereikt hebben. Alle personen moeten over de bediening van de minikraan geïnstrueerd
zijn en door de exploitant nadrukkelijk met het bedienen van de kraan belast worden.
De operator moet persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, zoals veiligheidsschoenen,
werkhandschoenen en een bouwhelm, die allen aan de veiligheidsvoorschriften voldoen.
Het onnodig oponthoud binnen het bewegingsbereik van de minikraan is verboden. Personen die niet
met de minikraan werken, moeten buiten het werkbereik gestuurd worden. Werkbereik event.
afzetten.
11/73
De operator moet er bij alle bewegingen van de minikraan op letten dat hij zichzelf en andere
personen niet in gevaar brengt.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen van de machine mogen alleen worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde elektricien of door voldoende onderrichte personen onder leiding en toezicht van
een gekwalificeerde elektricien conform de elektrotechnische regels.
Laat op te leiden, te instrueren, in te werken of in algemene opleiding zijnd personeel alleen onder
voortdurend toezicht van een ervaren persoon aan de machine werken.
1.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfstoestanden
1.4.1. Transport, montage en installatie
De minikraan mag bij stijgende en dalende hellingen niet met de hand verzet worden. Het laden en
lossen mag alleen met een heftruck of kraan gebeuren. De blokkeerrem moet altijd actief zijn.
Bij het transport moet de arm door de draaibeveiliging gezekerd worden (zie 3.4).
De ketting van het kettingblok moet tot aan de aanslag in de kettingkast naar binnen bewogen zijn.
Het kettingblok wordt door de steekbout van de loopkat (pos. 19) gezekerd.
De steengrijper moet voor transport gedemonteerd worden.
1.4.2. Opbouwen en in bedrijf nemen
De minikraan moet op een schone ondergrond staan, die waterpas is en voldoende draagvermogen
heeft.De max. wieldruk bedraagt 14 kN.
Zichtcontrole van de volledige minikraan op beschadigingen en mankementen.
Bij het opbouwen en afbreken van de minikraan moet altijd de blokkeerrem gebruikt worden (zie 3.3).
Bij het opbouwen moet de arm door de draaibeveiliging gezekerd worden (zie 3.4).
De ballaststeun (pos. 13) moet als zekering bij het opstellen van de toren op de grond gezet worden.
Zonder aardlekschakelaar in de stroomtoevoer of in de verdeelkast is het verboden om de minikraan
op het stroomnet aan te sluiten.
De minikraan is ook zonder elektrische spanning altijd mechanisch demontabel.
De bedrijfsdruk van 210 bar van de hydraulica wordt door een overdrukklep geregeld. Om
veiligheidsredenen zijn de componenten van de hydraulische installatie daarvoor ook ontworpen.
Bij het inschuiven van de zwenkaandrijving (zie 3.9) moet de ballast door de operator met de hand
geleid worden. In ingeschoven toestand wordt de zwenkaandrijving door de motor geremd.
De arm en de ballast moeten zich binnen de actieradius vrij kunnen bewegen. In dit gebied mogen er
geen voorwerpen of personen aanwezig zijn.
Grijpwerktuigen mogen alleen bij toereikend draagvermogen gebruikt worden. Grijpwerktuigen
moeten aan de metselstenen aangepast worden.
12/73
1.4.3. Bedrijf
Werk nooit zo, dat de veiligheid in gevaar komt!
Neem dusdanige maatregelen dat de minikraan alleen in veilige en bedrijfsgerede staat wordt
gebruikt.
Controleer de minikraan minstens eenmaal per ploegendienst op uiterlijk zichtbare beschadigingen en
gebreken. Meld opgetreden veranderingen (inclusief het gedrag tijdens bedrijf) onmiddellijk op de
aangewezen plaats / bij de bevoegde persoon. Machine event. onmiddellijk stilzetten en tegen
herinschakelen beveiligen.
Zet de minikraan bij functiestoringen onmiddellijk stop en op veilig. Laat storingen onmiddellijk
verhelpen! Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door geschoolde elektriciens uitgevoerd
worden.
Bij een windkracht groter dan 7 Bft. (15 m/sec.) of bij naderend onweer moet de minikraan
onmiddellijk gedemonteerd en van het stroomnet ontkoppeld worden.
Het vervoeren van personen, werkmaterialen en andere werktuigen is verboden.
Onder zwevende lasten mogen zich geen personen ophouden.
De LISSMAC minikraan mag alleen met een goedgekeurde LISSMAC steengrijper gebruikt worden.
Het kettingblok beschikt over een mechanische koppeling. De aangehangen last wordt mechanisch
door de typespecifieke vorm van het grijpwerktuig vastgehouden.
De arm en de ballast moeten zich binnen de actieradius vrij kunnen bewegen. In dit gebied mogen er
geen voorwerpen of personen aanwezig zijn.
De LISSMAC minikraan blijft ook bij overbelasting stabiel. Het kettingblok is op de maximaal
toegestane draagkracht met inachtneming van de veiligheid ingesteld.
Ter bescherming tegen het versnellen van de last, moet de last langzaam vrij bewogen worden.
Het bewegen van de minikraan is pas toegestaan wanneer er geen gewicht aan het kettingblok hangt.
De ketting van het kettingblok moet helemaal naar binnen bewogen zijn. Het kettingblok bevindt zich
in de achterste positie en is met de steekbout van de loopkat (pos. 19) gezekerd.
1.4.4. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
Houd u aan de in deze bedrijfshandleiding voorgeschreven instel-, onderhouds- en
inspectieactiviteiten, inclusief instructies over de vervanging van onderdelen/modules. Deze
activiteiten mogen enkel door bevoegd vakkundig personeel uitgevoerd worden.
Informeer het bedieningspersoneel vóór de aanvang over bijzondere en onderhoudswerkzaamheden!
Wijs een toezichthoudende persoon aan.
Als de minikraan bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden geheel is uitgeschakeld, dan moet hij
worden beveiligd tegen onverwacht opnieuw inschakelen en als zodanig gemarkeerd worden.
Voor het reinigen van de minikraan moeten alle openingen afgedekt en dichtgetaped worden waarin,
omwille van de veiligheid en/of de werking, geen reinigingsmiddel mag doordringen. Bijzonder
kwetsbaar zijn elektromotoren, schakelaars en steekverbindingen.
Na het reinigen moeten de afdekkingen/stukken tape volledig verwijderd worden.
13/73
Schroefverbindingen die bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden zijn losgedraaid altijd vast
aantrekken.
Als demontage van veiligheidsinrichtingen bij het bedrijfsgereed maken, onderhouden en repareren
noodzakelijk is, dan moeten direct na afsluiting van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de
veiligheidsinrichtingen weer worden gemonteerd en gecontroleerd.
1.5. Instructies voor bijzondere soorten gevaar
1.5.1. Elektrische energie
Gebruik alleen originele zekeringen met voorgeschreven stroomsterkte. Schakel bij storingen in de
elektriciteitstoevoer de kraan onmiddellijk uit.
Voer alleen onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uit wanneer de minikraan van het stroomnet
gekoppeld is, de ballast vastgezet en de blokkeerrem geactiveerd is.
De elektrische uitrusting van een machine moet periodiek worden geïnspecteerd / gecontroleerd.
Gebreken, zoals losse verbindingen of beschadigde kabels, moeten onmiddellijk worden verholpen.
1.6. Stof
Houd u bij werkzaamheden in nauwe ruimtes aan eventueel geldende nationale voorschriften.
1.7. Geluid
Zie 0 geluidsniveau van de machine.
1.8. Transport
Bij het verplaatsen van de minikraan moeten hijsstroppen met voldoende draagvermogen gebruikt
worden.
Wijs voor het hijswerk een ter zake deskundige instructeur aan.
Hijs minikraan alleen vakkundig met takels conform de aanwijzingen in de handleiding (hijsogen
voor het tillen van lasten enz.)!
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende belastbaarheid.
Zet de lading secuur vast. Gebruik geschikte hijsogen!
Voor elk transport moet de minikraan van de stroomtoevoer losgekoppeld worden.
Werk bij het opnieuw in bedrijf nemen alleen conform de bedrijfshandleiding.
14/73
1.9. Verpakking en opslag
Om voldoende bescherming tijdens de levering te waarborgen, werden de machine en bijbehorende
componenten zorgvuldig verpakt. Bij ontvangst van de machine moet deze op beschadigingen
gecontroleerd worden.
In geval van beschadiging mag de machine niet in gebruik genomen worden. Ook beschadigde
kabels en steekverbindingen leveren een veiligheidsrisico op en mogen derhalve niet gebruikt
worden.
Contacteer in dit geval de firma LISSMAC Maschinenbau GmbH.
Wordt de machine na het uitpakken niet direct in gebruik genomen, dan moet deze tegen vocht en
vuil beschermd worden.
1.10. Milieubescherming
Verpakkingsmateriaal, reinigingsmiddelen, gebruikte of overgebleven hulpstoffen alsook uitgepakte
slijtdelen zoals aandrijfriemen of motoroliën moeten conform de lokaal geldende voorschriften ter
bescherming van het milieu voor recycling afgevoerd worden.
1.11. Afvalverwerking
De verpakking van het apparaat bestaat uit recycleerbare materialen. Sorteer deze naar aard in de
daarvoor bestemde containers, zodat ze voor hergebruik afgevoerd kunnen worden.
Wanneer het einde van de levensduur van het apparaat bereikt is, met name wanneer er
functiestoringen optreden, moet u het uitgediende apparaat onklaar maken, door de netstekker uit
de contactdoos te trekken en de stroomkabel door te snijden.
Verwijder het apparaat conform de in uw land geldende milieuvoorschriften. Elektrische onderdelen
mogen niet samen met huishoudelijk afval afgevoerd worden. Deponeer het uitgediende apparaat
bij een centraal inzamelpunt.
15/73
2.
BESCHRIJVING APPARAAT
De LISSMAC minikraan is een mobiel en snel opgebouwd hefhulpmiddel. Door de compacte
constructie kunnen de inzetmogelijkheden bepaald worden door de grijpwerktuigen. De minikraan
bewijst zich voor het dagelijks gebruik in de bouw door de hoogste verwerkingseigenschappen en
door zijn nauwkeurige bediening. De minikraan laat zich via de door de operator aangestuurde
handbediende bewegingen bedienen. Alle besturingen worden via het kettingblok aangesloten en
moeten vast op het grijpwerktuig bevestigd zijn. De minikraan mag maar door één persoon bediend
worden. Met de zwenkbare as kan de minikraan met de hand op een vlakke, horizontale en stevige
ondergrond opgesteld en uitgelijnd worden. De standaard uitrusting omvat:
T = telescopering Door de telescopering kan de armhoogte worden vergroot.
F = rijdwerk Door het rijdwerk kan de minikraan met behulp van een elektrisch aangedreven motor verplaatst
worden. Het rijdwerk kan ook voor het handmatig herpositioneren losgekoppeld worden.
E =
elektrohydraulische montage
en demontage
Door de elektrohydraulische montage en demontage kan de arm zonder krachtsinspanning bediend
worden. Een veiligheidsventiel in het bedieningscircuit maakt het laten zakken zonder
stroomvoorziening mogelijk.
Optionele speciale uitrusting:
D = draaiaandrijving Door het draaimechanisme wordt de draaibeweging van het zwenkframe elektrisch aangestuurd.
K = loopkat Door de loopkataandrijving wordt het kettingblok in het bewegingsbereik van de arm elektrisch
aangestuurd.
Grijpwerktuigen Het brede scala aan combinatiemogelijkheden met onze grijpwerktuigen en hun unieke
bedieningscomfort zorgen voor een perfect samenspel bij het hanteren van verschillende
steenformaten.
16/73
17/73
2.1. Benaming van de machineonderdelen
Pos. 1 Onderstel Pos. 20 Steekbout staander (onderste boring)
Pos. 2 Rijaandrijving Pos. 21 Schakelaar
Pos. 3 Ballast Pos. 22 Stekker - hydraulisch aggregaat
Pos. 4 Zwenkframe Pos. 23 Steekbout staander (bovenste boring)
Pos. 5 Hydraulisch aggregaat Pos. 24 Hendel van de draaibeveiliging
Pos. 6 Buitentoren Pos. 25 Stekker
Pos. 7 Binnentoren Pos. 26 Veiligheidsstekkerrijaandrijving
Pos. 8 Giek Pos. 27 Blokkeerremmen
Pos. 9 loopkat Pos. 28 Bout
Pos. 10 Spanketting Pos. 29 Heftrucklepelgaten
Pos. 11 Besturingskast Pos. 30 Hijsogen
Pos. 12 Cilindersteun Pos. 31 Hijsogen (kraan opgebouwd)
Pos. 13 Ballaststeun Pos. 32 Klemhendel
Pos. 14 Tuikabel Pos. 33 Meenemer
Pos. 15 Draaibeveiliging Pos. 34 Afvoerklep
Pos. 16 Harpsluiting Pos. 35 Harpsluiting
Pos. 17 Bout Pos. 36 Aanslag
Pos. 18 zwengel Pos. 37 Smeernippel - lagers
Pos. 19 Steekbout loopkat Pos. 38 Handgreep (opklapbare zwenkas)
2.2. Beschermingsinrichtingen
Pos. 12 Cilindersteun
Pos. 14 Tuikabel
Pos. 15 Draaibeveiliging
Pos. 26 Veiligheidsstekkerrijaandrijving
Pos. 27 Blokkeerremmen
18/73
2.3. Technische gegevens
LMK 400 TFE LMK 400 TFE/DK
Afmetingen LxBxH 6100 x 2100 x 5210 mm (Getelescopeerd 6710 mm)
Transportafmetingen LxBxH 6100 x 2100 x 2000 mm
Draagkracht 400 kg
Armlengte 5000 mm
Haakhoogte 4500 / 6000 mm
Gewicht zonder ballast 991 kg 1107 kg
Ballast 1070 kg
Totaal gewicht 2061 kg 2177 kg
Hefsnelheid 2,0 / 8,0 m/min.
Vermogen 2,1 kW 3,4 kW
Stroomopname 3,1 A 5 A
Bedrijfsspanning 400 V-16 A
Draairadius 1,5 m
Wieldruk max. 14 kN
Wielstand max. 2000 / 2000 mm
Toren telescopeerbaar (T) Ja
Rijaandrijving (F) Ja
Montage en
demontage
(E) elektrohydraulisch
Torendraaimechanisme (D) Nee Ja
Loopkataandrijving (K) Nee Ja
19/73
2.4. Geluidsniveau
WAARSCHUWING
Gevaar voor gehoorschade
Vanaf een geluidsniveau van 85 dB (A) is het dragen van gehoorbescherming verplicht.
Draag uw persoonlijke gehoorbescherming.
De aanduiding definieert de geluidssterkte van de geluidshinder met betrekking tot de werkplek van de
operator, en tot het geluidsniveau van de machine.
Het gemeten geluidsniveau LwA 87 dB(A)
De geluidsemissiedruk op de bedieningslocatie LpA 75 dB(A)
De waarden werden bepaald door de geluidsemissiemeting.
Meettoleranties:
2,5 dB voor het A-gewogen geluidsniveau
4 dB voor het A-gewogen niveau van de geluidsemissiedruk
De geluidsemissiedruk werd conform de normen EN ISO 3744, EN 14238 en richtlijn 2000/14/EG uitgevoerd.
20/73
3.
INBEDRIJFSTELLING
3.1. Aansluitingen en brandstoffen
Hydraulische olie Het hydraulische aggregaat wordt door de fabrikant met hydraulische olie gevuld. Gebruik alleen door de
fabrikant goedgekeurde hydraulische olie.
Elektriciteitstoevoer Om de LISSMAC minikraan in bedrijf te kunnen nemen, moet een betrouwbare stroomvoorziening met
aardlekschakelaar beschikbaar zijn. Bedrijfsspanning 400 V, zekering 16 A.
Smeerpunten De bewegende delen moeten via de smeernippels regelmatig gesmeerd worden.
De fabrikant gebruikt een goedgekeurd hittebestendig universeel vet.
3.2. Ondergrond en omgeving
GEVAAR
De ondergrond moet aan de maximaal toegestane vereisten betreffende het totaalgewicht voldoen. De
minikraan mag alleen in bedrijf genomen worden als hij stevig staat.
De minikraan moet op een horizontale, schone en draagkrachtige ondergrond gezet worden.
Alle wielen moeten de grond raken. De max. wieldruk bedraagt 14 kN.
Bij een drukgevoelige of onvoldoende draagkrachtige ondergrond mag de minikraan niet
opgebouwd of gebruikt worden.
De minikraan mag niet met een last aan de haak verreden worden.
WAARSCHUWING
Gevaar door roterende machinedelen
De arm en de ballast moeten zich binnen de actieradius vrij kunnen bewegen.
In dit gebied mogen er geen voorwerpen of personen aanwezig zijn.
Op de plaats van gebruik moeten alle hindernissen uit de weg geruimd worden, die het
arbeidsproces of het verplaatsen van de machine bemoeilijken.
21/73
3.3.
Blokkeerremmen
WAARSCHUWING
Onbedoelde positiewijziging van de machine
Verwondingen door onbedoelde positiewijziging van de machine.
Om de minikran tegen onbedoeld wegrollen te beveiligen, moet de blokkeerrem aangetrokken
worden.
Het openen of sluiten van de blokkeerrem gebeurt door:
Omzetten van de hendel (pos. 1)
(Optische controle: de hendel moet in gesloten toestand naar BINNEN wijzen)
1
22/73
3.4.
Ballaststeun en handgreep
GEVAAR
Zware verwondingen door kantelen van de minikraan
De ballaststeun moet bij elke montage en demontage voor de stabiliteit naar beneden gelaten worden.
Om de minikraan tegen wegrollen te beveiligen, moet de blokkeerrem aangetrokken worden
De draaibeveiliging moet onder de ballast vastgezet zijn
Handgreep vastzetten Handgreep (pos. 2) binnen in het rijdwerk (pos. 1) klappen
Ballaststeun Drukkoppeling van de steunpijp met het boordgereedschap losmaken
Steunpijp op de grond zetten
Drukkoppeling stevig aandraaien
1
2
23/73
3.5.
Draaibeveiliging
WAARSCHUWING
Gevaar door roterende machinedelen
Verwondingen door roterende delen van de machine.
Zodat de minikraan niet onbedoeld kan verdraaien, moet de draaibeveiliging onder de ballast
vastgezet zijn.
Draaibeveiliging
vastzetten
Ballast met de draaibeveiliging (pos. 1) positioneren
Hendel (pos. 2) omzetten (de hendel wijst naar de draaikrans) en met de veergrendel (pos. 3) zekeren
Draaibeveiliging
losmaken
Hendel (pos. 2) omzetten
Mogelijke standen
1
2
3
Centrale stand (parallel)
Mogelijke schuine stand voor het
transport van twee kranen
24/73
3.6. Telescopering van de toren
GEVAAR
Zware verwondingen door kantelen van de minikraan
De ballaststeun moet bij elke montage en demontage voor de stabiliteit naar beneden gelaten worden.
Om de minikraan tegen wegrollen te beveiligen, moet de blokkeerrem aangetrokken worden
De draaibeveiliging moet onder de ballast vastgezet zijn
AANWIJZING
De minikraan kan alleen met een ingeklapte mast getelescopeerd worden!
Voorwaarden Laat de ballaststeun neer en zet deze vast (zie hoofdstuk 3.4)
Klap de handgreep naar binnen in het rijdwerk (zie hoofdstuk 3.4)
Zet de draaibeveiliging onder de ballast vast (zie hoofdstuk 3.5)
Ombouw Borgveer uittrekken en de bout (pos. 2) verwijderen
Haal de tuikabels uit de harpschakel (pos. 4)
Bevestig de tuikabelverlenging (pos. 3) aan de harpschakel
(pos. 4)
Beweeg de binnentoren met de zwengel (pos. 1) naar buiten
Bout (pos. 2) insteken en met de borgveer zekeren
4
2
1
3
1
2
25/73
3.7. Rijdwerk (alleen LMK 400 TFE/DK)
GEVAAR
Zware verwondingen door schommelende last aan de minikraan
Het rijdwerk van de minikraan mag alleen aangestuurd worden wanneer er geen last aan het kettingblok
hangt.
Het verrijden in opgebouwde toestand en met aanhangende lading is verboden!
Zet de lading neer en verplaats dan de minikraan
WAARSCHUWING
Gevaar door roterende machinedelen
Verwondingen door roterende delen van de machine.
Zodat de minikraan niet onbedoeld kan verdraaien, moet de draaibeveiliging onder de ballast
vastgezet zijn
Om de minikran tegen onbedoeld wegrollen te beveiligen, moet de blokkeerrem aangetrokken
worden.
Om de minikraan met de hand te verplaatsen, moet het rijdwerk opgetrokken worden.
1
Rijden met aandrijving
(tandwiel in ingrijping)
Met de hand bewegen
(tandwiel opgetrokken)
26/73
3.8. Loopkat (alleen LMK 400 TFE/DK)
Loopkat
In- en uithangen
Klemhendel (pos. 1) losmaken
Trek de meenemer terug.
Loopkat inhangen
Klemhendel (pos. 1) spannen
3.9. Draaimechanisme motor binnentrekken (alleen bij LMK 400 TFE/DK)
De motor moet in de binnen liggende tandkrans getrokken worden.
Draai de arm een beetje, tot de motor naar binnen getrokken kan worden.
Draaimechanisme uitgetrokken Draaimechanisme naar
binnen getrokken
Volgorde Draaibeveiliging met de hendel losmaken
Til de zwenkmotor op en plaats deze met bouten (detail A) tussen de rubberen buffers
1
Detail A
27/73
3.10. Opstellen van de toren
WAARSCHUWING
Ongeïnstrueerd personeel
Verwonding door onjuiste bediening
Werkzaamheden aan / met de minikraan mogen alleen door gekwalificeerd personeel uitgevoerd
worden
Veiligheidsvoorschriften in acht nemen
Alle overige personen buiten het werkbereik sturen. Werkbereik event. afzetten
Voorwaarden De blokkeerrem moet actief zijn (zie hoofdstuk 3.3)
Laat de ballaststeun neer en zet deze vast (zie hoofdstuk 3.4)
Klap de handgreep naar binnen in het rijdwerk (zie hoofdstuk 3.4)
Zet de draaibeveiliging onder de ballast vast (zie hoofdstuk 3.5)
Detail A Detail B
Volgorde Besturing (pos. 8) bij het kettingblok (pos. 7) insteken
Steekbout (pos. 6) van de loopkat in het onderste gat steken en het kettingblok (pos. 7) in de voorste
positie brengen (loopkat inhangen zie hoofdstuk 3.8)
Laat de ballaststeun neer en zet deze vast (zie hoofdstuk 3.4)
Zet de draaibeveiliging onder de ballast vast (zie hoofdstuk 3.5)
Klap de handgreep naar binnen in het rijdwerk (zie hoofdstuk 3.4)
Steekbout (pos. 5) bij de steunpijp verwijderen
Toevoerkabel (400 V, 16 A) aansluiten op de stekker van het hydraulische aggregaat (pos. 4)
Schakelaar op het hydraulische aggregaat (pos. 3) indrukken („Omhoog-knop“) tot de toren verticaal
staat (Steunpijp (pos. 1) beweegt tegen de aanslag)
Beweegt de toren niet bij het indrukken van de „Omhoog“-knop, dan moeten in de stekker (pos. 4) de fasen
omgedraaid worden.
De steekbout (pos. 5) in het gat steken en met de borgveer (pos. 2) zekeren
Ballaststeun naar boven zetten en vastzetten (zie hoofdstuk 3.4)
B
A
8
6
7
4
5
3
2 1
28/73
4.
TRANSPORT
4.1. Transportstand
WAARSCHUWING
Zwevende lasten
Gevaar voor verwonding door vallende delen
Onder zwevende lasten mogen zich geen personen ophouden.
Gebruik alleen hefmiddelen en laadvoorzieningen met voldoende draagkracht en lengte.
AANWIJZING
De minikraan mag alleen in de transportstand getransporteerd worden.
Voor het veilig neerzetten van de minikraan moet deze ook in de transportstand gezet worden.
Voorwaarden De blokkeerrem moet actief zijn (zie hoofdstuk 3.3)
Hendel van de draaibeveiliging is vastgezet en gezekerd (zie hoofdstuk 3.5)
Klap de handgreep naar binnen in het rijdwerk (zie hoofdstuk 3.4)
De staander is met steekbouten beveiligd
De loopkat is met de steekbout in de uiterste punt van de arm vastgezet
De ketting is tot aan de aanslag in het kettingblok naar binnen gebracht
Het grijpwerktuig en de besturing zijn van de kraanhaak verwijderd
Transportmogelijkheden
Mogelijke schuine stand voor het
transport van twee kranen
29/73
4.2. Transportmogelijkheden
WAARSCHUWING
Zwevende lasten
Gevaar voor verwonding door vallende delen
Onder zwevende lasten mogen zich geen personen ophouden.
Laat geen last onbeheerd aan de minikraan hangen.
Gebruik alleen hefmiddelen en laadvoorzieningen met voldoende draagkracht en lengte.
Transport met vorkheftruck via de lepelgaten (pos. 1)
Met een bouwkraan aan de hijsogen verplaatsen (pos. 2)
De minikraan kan met de opklapbare handgreep aan de zwenkas (pos. 3) getrokken worden
(Let op uw hoofd, gevaar voor stoten aan de loopkat.)
1
3
2
1
30/73
4.3. Verplaatsen met een bouwkraan in opgebouwde toestand
AANWIJZING
Alleen modellen MET loopkataandrijving (typeaanduiding DK) mogen in opgebouwde toestand per kraan
verplaatst worden.
Bij handbediende modellen kan de loopkat niet vastgezet worden in de opgebouwde toestand. Daardoor kan
deze bij het hefproces ongecontroleerd rijden en schommelen en met het hefwerktuig of de
afstandsbediening personen verwonden of het apparaat beschadigen.
WAARSCHUWING
Zwevende lasten
Gevaar voor verwonding door schommelende en vallende delen
Blijf niet onder de geheven machine of opgetilde delen staan
Gebruik alleen hefmiddelen en laadvoorzieningen met voldoende draagkracht en lengte.
Volgorde In de opgebouwde toestand kan de minikraan met een bouwkraan verplaatst worden.
(Wij adviseren dit alleen voor model DK waarbij de loopkat door de aandrijving is vastgezet)
Blokkeerrem activeren en hendel inklappen
Draaikransbeveiliging activeren
EHS bedieningselement en grijper demonteren
De ketting is tot aan de aanslag in het kettingblok bewogen
Loopkat helemaal naar vooraan bewegen
EHS bedieningselement in het bakje aan de toren (pos. 2) opbergen
Trek de stekker van de machine uit
Ophangen aan de hijsogen (pos. 1) en optillen
1
2
31/73
5.
BEDRIJF
AANWIJZING
Niet verplaatsen met last aan de haak.
Niet optillen zonder geactiveerde blokkeerrem.
Lasten niet scheef trekken of optillen.
Niet over de aansluitkabels rijden.
Afstand houden tot bovenleidingen.
Bij naderend onweer de kraan demonteren en de stekker uittrekken.
5.1. Veiligheid
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwondingen door zwevende last
Verwonding door vallende delen
Onder zwevende lasten mogen zich geen personen ophouden.
Laat geen last onbeheerd aan de minikraan hangen
De minikraan moet zich binnen de actieradius vrij kunnen bewegen.
Gebruik voor het tillen van metselstenen uitsluitend geschikte en gecontroleerde stenentangen
AANWIJZING
Door de draaibeveiliging (zie hoofdstuk 3.5) los te maken, kan de minikraan 360° draaien
5.2. Draagkracht
GEVAAR
Gevaar door omvallen van de minikraan
Door het draagvermogen te verhogen, is de stabiliteit van de minikraan niet meer gewaarborgd.
Het veranderen of aanpassen van het draagvermogen aan het kettingblok is verboden
Het draagvermogen wordt via het kettingblok ingesteld. Om de stabiliteit in elke positie te waarborgen,
werd de minikraan met een testgewicht ingesteld.
De maximale draagkracht bij maximale overstek komt overeen met:
LMK 400 met 400 kg
32/73
5.3. Radiografische afstandsbediening
Pos. 1 Arm draaien Pos. 7 Rijdwerk vooruit
Pos. 2 Arm draaien Pos. 8 Rijdwerk achteruit
Pos. 3 Last laten zakken Pos. 9 Besturing aan (koppelen)
Pos. 4 Last optillen Pos. 10 Besturing uit
Pos. 5 Loopkat vooruit Pos. 11 Bediening rijdwerk vooruit/achteruit
(ingedrukt houden)
Pos. 6 Loopkat achteruit
Aanbouw Sluit de ontvanger van de besturing op de minikraan bij de schakelkast aan
Besturing koppelen De besturing wordt door te drukken op (pos. 40 Besturing aan) door een activatiecode geactiveerd:
1x kort drukken binnen 5 sec., 1x lang indrukken
5 sec. wachten (klikgeluid in de schakelkast)
1x kort drukken -> de claxon klinkt kort, de besturing is nu bedrijfsgereed.
5
1
2
3
4
6
1 2
4
6
8
9
11
7
8
10
7
3
5
33/73
5.4. EHS bevestigen
Omwille van het beoogde gebruik moet de besturing aan de steengrijper bevestigd worden!
De besturingskabel moet vrij liggen.
Voorbeeld voor een LISSMAC steengrijper met aangebouwde zender + besturing
5.5. EHS-besturing
Omwille van het beoogde gebruik moet de besturing aan de steengrijper bevestigd worden!
Pos. 1 Noodstop
Pos. 2 Rijdwerk vooruit
Pos. 3 Rijdwerk achteruit
Pos. 4 Last laten zakken
Pos. 5 Last optillen
1
2
3
4
5
34/73
5.5.1. Aanbouw van de EHS-besturing (optioneel)
Alleen optioneel voor LMK TFE / DK
Pos. 1 Aan / Uit hoofdschakelaar
Pos. 2 Aansluiting draaimotor
Pos. 3 Aansluiting energieketen
Pos. 4 Aansluiting netsnoer
Pos. 5 Aansluiting ontvanger radiografische afstandsbediening
Om de EHS-besturing te kunnen gebruiken, moet de
besturingskast overbrugd worden.
Daarvoor moeten de stekkers van pos. 3 en pos. 4 op
elkaar aangesloten worden.
5
1
5
3
2
4
35/73
De handbesturing moet met behulp van de adapter (42p op 10p) op de behuizing van het kettingblok
(linkse aansluiting) onder de beschermkap aangesloten worden.
Voor modellen zonder draaikransaandrijving is geen adapter nodig.
36/73
6.
DEMONTAGE
6.1. Demontage
GEVAAR
Zware verwondingen door kantelen van de minikraan
De ballaststeun moet bij elke montage en demontage voor de stabiliteit naar beneden gelaten worden.
Om de minikraan tegen wegrollen te beveiligen, moet de blokkeerrem aangetrokken worden
De draaibeveiliging moet onder de ballast vastgezet zijn
Voorwaarden De blokkeerrem moet actief zijn (zie hoofdstuk 3.3)
Laat de ballaststeun neer en zet deze vast (zie hoofdstuk 3.4)
Klap de handgreep naar binnen in het rijdwerk (zie hoofdstuk 3.4)
Zet de draaibeveiliging onder de ballast vast (zie hoofdstuk 3.5)
Het neerlaten van de minikraan gebeurt middels het hydraulische aggregaat, de kraan ook zonder
elektrische aansluiting neergelaten worden. Het kettingblok moet dan echter in de eindpositie staan.
Detail A Detail B
Kettingblok assembleren Grijpwerktuig van de kraanhaak laten afhangen en de ketting volledig in het kettingblok (pos. 7) naar
binnen bewegen
Kettingblok (pos. 7) aan het uiteinde van de arm plaatsen
Steekbout (pos. 6) uit het bovenste gat in de loopkat verwijderen
Kettingblok (pos. 7) met de steekbout in het gat van de arm zekeren
Arm naar beneden laten
zakken
Verwijder de steekbout (pos. 5)
Arm met de afvoerklep (pos. 3) aftappen
Steekbout (pos. 2) in het gat steken en zekeren
B
A
8
6
7
4
5
3
2 1
37/73
6.2. Telescopering herstellen
GEVAAR
Zware verwondingen door kantelen van de minikraan
De ballaststeun moet bij elke montage en demontage voor de stabiliteit naar beneden gelaten worden.
Om de minikraan tegen wegrollen te beveiligen, moet de blokkeerrem aangetrokken worden
De draaibeveiliging moet onder de ballast vastgezet zijn
De toren van de minikraan kan alleen met een ingeklapte arm getelescopeerd worden!
Voorwaarden Laat de ballaststeun neer en zet deze vast (zie hoofdstuk 3.4)
Klap de handgreep naar binnen in het rijdwerk (zie hoofdstuk 3.4)
Zet de draaibeveiliging onder de ballast vast (zie hoofdstuk 3.5)
Ombouw Borgveer uittrekken en de bout (pos. 2) verwijderen
Binnentoren met de zwengel (pos. 1) naar binnen bewegen
Bout (pos. 2) insteken en met de borgveer zekeren
Tuikabel (pos. 3) uit de harpschakel halen
Tuikabel aan de harpschakel (pos. 4) bevestigen
Het uiteinde van de tuikabel (pos. 3) in de houder steken
4
2
1
3
38/73
7.
ONDERHOUD
7.1. Onderhoud
GEVAAR
Hoogspanning
Dood of verwonding door elektrische schok
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel uitgevoerd
worden.
Voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient de netvoedingsstekker uit het
stopcontact te worden gehaald.
Er moeten maatregelen getroffen worden, zodat een onbedoeld herinschakelen door iemand
anders niet mogelijk is.
Reinigen Ter bescherming van het gelakte oppervlak mogen er geen scherpe reinigingsmiddelen gebruikt worden.
Hydraulische olie Het hydraulische aggregaat wordt door de fabrikant met hydraulische olie „AGIP Arnica hydraulische olie
VG-46“ gevuld. De inhoud komt overeen met 2,5 liter. Vooral de veiligheids- en onderhoudsvoorschriften
moeten in acht genomen worden!
Bied oude hydraulische olie op deskundige, milieubewuste wijze bij uw afvalverwerker aan.
Smering Gebruik alleen kwaliteitsvet met de gewenste kenmerken aan de smeernippels. Het bij de
voegenzaagmachine gebruikte smeervet wordt „Energrease LS2 BP“ genoemd.
Voor elk
gebruik
Dagelijks Wekelijks Maandelijks Jaarlijks
Zichtcontrole op herkenbare schade en
gebreken aan het apparaat
Tuikabel, harpschakel en kabelspanner
op de vorming van scheurtjes
controleren
Reiniging van de minikraan
Stroomkabel op beschadigingen
controleren
Zichtcontrole van de hydraulische
installatie
Peil van de hydraulische olie
controleren
Hydrauliekolie verversen
Regelmatige controles door een
deskundige
Controlemeting van de draaikrans
uitvoeren
Smeerpunten smeren Zie hoofdstuk 7.2
39/73
Spanketting Zie in de bedrijfshandleiding van het kettingblok
Schroeven Alle schroeven na 20 bedrijfsuren opnieuw aandraaien, zie hoofdstuk 7.3
7.2. Smeerpunten
De smeerpunten moeten volgens de aangegeven intervallen gesmeerd worden.
De fabrikant gebruikt smeervet „Energrease LS2 BP“.
Wekelijks Maandelijks Jaarlijks
Smeernippels smeren
Draaikrans
Loopkat
Tandwielen van het rijdwerk
Inspuiten met kettingspray
Verbinding tussen binnentoren en arm
Verbinding tussen het zwenkframe en
de buitentoren
Smeervet aanbrengen
Tandwielen van rijaandrijving
7.3. Aandraaimomenten van schroefverbindingen
Afmeting Max. Aandraaimoment in nm Max. Aandraaimoment in nm Max. Aandraaimoment in nm
Sterkteklasse: 8.8 10.9 12.9
M4
3,3
4,8
5,6
M5
6,5
9,5
11,2
M6
11,3
16,5
19,3
M8
27,3
40,1
46,9
M10 54 79 93
M12
93
137
160
M14
148
218
255
M16
230
338
395
M18
329
469
549
M20 464 661 773
M22
634
904
1057
M24
798
1136
1329
M27
1176
1674
1959
M30
1597
2274
2662
M33 2161 3078 3601
M36
2778
3957
4631
M39
3597
5123
5994
40/73
7.4. Storingen oplossen
Voor alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient de netvoedingsstekker uit het stopcontact te
worden gehaald.
Er moeten maatregelen getroffen worden, zodat een onbedoeld herinschakelen door iemand anders niet
mogelijk is.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd vakkundig personeel
uitgevoerd worden.
Fout Oorzaak Oplossing
Arm kan niet verticaal gezet worden Te weinig hydrauliekolie in de tank Olie bijvullen
Arm gaat schokkend omhoog Lucht in het hydraulische systeem
Ontluchting door de fabrikant of door
geschoold personeel!
Bij het indrukken van de "Omhoog“-knop
beweegt de toren niet, hoewel het aggregaat
werkt
Pomp werkt in onjuiste draairichting In de stekker moeten de fasen
omgedraaid worden.
Minikraan kan niet afgebroken worden Steekbout niet verwijderd Steekbout verwijderen
Draaikrans loopt zwaar Geen smering Smeervet inspuiten
Rijaandrijving werkt niet Aandrijfmotor niet vastgezet Motor vastzetten
Rem staat niet open Rem ontkoppelen
Motor loopt niet Mag alleen door een electricien
uitgevoerd worden!
Een opgetilde last loopt vanzelf naar de
giekpunt
Giek fout ingesteld Uiteinde van de arm met de
kabelspanner achter de ballast
omhoog zetten
41/73
8.
REGELMATIGE CONTROLE (LOGBOEK)
De minikraan moet na de eerste inbedrijfname met tussenpozen van hooguit één jaar door een deskundige
(fabrikant of TÜV) gecontroleerd worden.
Deze controlesticker bevindt zich bij het typeplaatje op het frame van de minikraan en geeft de volgende
termijn voor de controle door een deskundige aan. (Opmerking: Nationale wetgeving kan andere stickers
aanvragen)
Maand van de controle
In het
jaar
Bij de controle van de kraan moeten in acht worden genomen:
de beginselen voor de herhaalde controle van kranen door een expert resp. deskundige conform de
bedrijfsvereniging betreffende de voorschriften voor kranen DGUV Vorschrift 52
de DIN bladeren
de VDI-richtlijnen
de VDE-bepalingen
de EG-machinerichtlijn
de EN-norm 14238
en / of de bijbehorende nationale normen en toepasselijke richtlijnen op de plaats van gebruik
De volledigheid van de controle (aanwezigheid van alle bladeren) moet door elke expert en deskundige
gecontroleerd worden. Deze controle moet tekens op adekwate wijze voltooid worden.
Er mogen geen aangegeven bladeren verwijderd worden.
Leveringsdatum:
……………………………………………………………………………….
volgende controle
Gecontroleerd
conform BGV
42/73
8.1. Controlemeting
Alle kraantypen moeten bovendien elke vier jaar alsmede in het 14e en 15e bedrijfsjaar en daarna jaarlijks
door een expert (beroepsvereniging, TÜV of gecertificeerde SGS-instantie) worden gecontroleerd. Ten minste
elke 12 maanden moet een controlemeting worden uitgevoerd. Bij sterk toenemende slijtagewaarden moeten
de tijdsintervallen tussen de metingen worden verkort.
Volgorde Breng de giek in de positie zoals weergegeven in de tekening en maak de draaivergrendeling los.
De spanketting moet onbelast zijn en zich aan de punt van de giek bevinden (alleen de haak).
Meetwaarde M0 onbelast aflezen aan het meetpunt.
Maximaal toegestane last (400 kg) aan de spanketting hangen en Mmax aflezen.
Het verschil tussen beide meetwaarden in de formule invoeren en de kantelspeling K berekenen.
Verschil tussen kantelspeling en basismeting controleren!
KControle ≤ KBasis +1,4 mm
De max. toegestane toename van de kantelspeling
K bij maximale belasting
ten opzichte van de basismeting bedraagt +1,4 mm.
Als deze waarde wordt overschreden, moet de draaikrans worden vervangen!
K =
Mmax - M0
x 272
955
Basismeting Controlemeting Controlemeting Controlemeting Controlemeting
Datum
Mmax met 400kg mm mm mm mm mm
M0 onbelast mm mm mm mm mm
Verschil Mmax - M0 mm mm mm mm mm
Kantelspeling K mm mm mm mm mm
Zodra de tabel vol is, moet deze worden uitgebreid!
M
955
530
315
315
M
r = 272
272
955
K M
!
43/73
8.2. Onderhoudsschema
Deze paragraaf dient als logboek voor reeds uitgevoerde reparaties en als onderhoudsboek.
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten hier in opgetekend worden.
Machine/type: Serienummer/bouwjaar:
Datum Uitgevoerde onderhouds- of reparatiewerkzaamheden Datum/paraaf
44/73
9.
GARANTIE
De garantieduur voor deze machine is 12 maanden. Op de hieronder opgesomde slijtdelen wordt alleen garantie
verleend, als de slijtage niet door normaal gebruik is veroorzaakt.
Slijtdelen zijn onderdelen, die bij gebruik van de machine volgens voorschrift, aan door het gebruik
onvermijdelijke slijtage onderhevig zijn. De slijtagesnelheid kan niet eenduidig gedefinieerd worden, ze varieert
met de intensiteit van gebruik. De slijtdelen moeten machinespecifiek in overeenstemming met de handleiding
van de fabrikant worden onderhouden, afgesteld en evt. vervangen.
Een door het gebruik onvermijdelijke slijtage is geen aanleiding tot reclamaties wegens gebreken.
Aanvoer- en aandrijfelementen zoals tandheugels, tandwielen, rondsels, spindels, spindelmoeren,
spindellagers, kabels, kettingen, kettingwielen, band
Pakkingen, kabels, slangen, manchetten, stekkers, koppelingen en schakelaars voor hydrauliek,
elektriciteit
Geleidingselementen zoals geleidingslijsten, geleidingsbussen, geleidingsrails, rollen, lagers
Spanelementen van snelspansystemen
Glij- en wentellagers, die niet in oliebad lopen
Asafdichtringen en afdichtelementen
Frictie- en overbelastingskoppelingen, reminrichtingen
Koolborstels, collectoren
Losringen
Regelpotentiometers en handmatige schakelelementen
Zekeringen en lampen
Hulpstoffen en grondstoffen
Alle soorten filters
Aandrijfrollen, omkeerrollen en banden
Loop- en aandrijfwielen
45/73
10.
HYDRAULISCH SCHEMA
LMK = 0,7 mm
LMK P = 240 bar
P = 0,37 kW
n = 1450 min-1
46/73
11.
RESERVEONDERDELEN LMK 400
Pos. Artikelnum
mer Beschrijving Specificatie Aant
al
Advies
reserveonder
deel
LMK 400
TFE
LMK 400
TFE/DK
01
690464
Hendel
1
X
X
02
690465
Fuseebesturing
1
X
X
03
300179
Sluitring staal
DIN 125 A 17,0 V
-
X
X
04
622909
Dwarsstang
1
X
X
05
680232
Stuurpen links
1
X
X
06 680233 Stuurpen rechts 1 X X
07
220020
Wiel-zwaar, volstalen velg
3
X
X
X
08
301077
Schijf-staal
-
X
X
09
300578
Vergrendelschijf
16,0 Verz.
-
X
X
10
300408
Zeskantschroef
DIN 933 16
-
X
X
11
220021
Wiel-zwaar, volstalen velg
1
X
X
X
12
300041
Smeernippel
DIN 71412 10 x 1
-
X
X
13
201580
Cilinder-kunststof bus
-
X
X
14
622911
Deksel
-
X
X
15
690452
Onderstel
1
X
X
16
300835
Borgmoer
BIW V-vorm 16
-
X
X
18
300081
Sluitring staal
DIN 125 A 21,0 V
-
X
X
19
622027
Schroefdraadblok
-
X
X
20
300225
Spanstift
DIN 7344 6x30 SPI
-
X
X
21
300555
Zeskantmoer
DIN 439 20x1
-
X
X
22 622583 Borgpen 1 X X
23
211416
LISSMAC-handgreep
PVC Nr. 83/20
1
X
X
24
691077
Hendel v. arretering LMK
1
X
X
25
300473
Cilinderschroef met inbus
DIN 912 6x35
-
X
X
26
201552
Drukveer
VD 215
1
X
X
27
622610
Bout
1
X
X
28
211416
LISSMAC handgreep PVC
Nr. 83/20
1
X
X
29
690466
Rem LMK
1
X
X
30
201452
Remplaat
1
X
X
31
680759
Trekontlasting LMK
1
X
X
32
400289
Doorvoerhuls DA
X
X
33
680770
Verdelerkast COMPL.
1
X
36
400401
Leiding
1,2 m
1
X
37
400613
Leiding
1,7 m
1
X
38
691035
Sperstang
2
X
X
40 300407 Zeskantschroef DIN 933 16x45 - X X
41
280002
Draaikrans LMK
1
X
X
X
42
300094
Draadstang
DIN 916 6x6 V
-
X
X
43
622073
Asbeschermingsbus
1
X
X
44
622101
Sleepringhouder
1
X
X
45
201863
Sleepring
1
X
X
46
400497
Leiding
14,6 m
1
X
X
47+48
460606
Kabelwartel Skintop
1
X
X
49
201408
Buisklem m. ruuberprofiel
1
X
X
50
690450
Zwenkframe LMK
1
X
X
51
622751
Afstandsplaat Bucher-aggregaat
1
X
X
52
680256
HD-aggregaat met schakelaar
1
X
X
53.1
201170
Inschroefverbinding
GE 10 LR 1/4
1
X
X
53.2
201345
Inschroefverbinding
XGE 10 LR 1/4
1
X
X
54
201347
Hydraulische slang
DN 8/1 x 530
1
X
X
55 202814 Hydraulische cilinder P 60-600 mm 1 X X
56
691140
Binnenbuis compl.
1
X
X
57
360015
Cilinderschroef met inbus
DIN 912 16x30
-
X
X
58-60+100
680237
Insteekbare met kettingsteun LMK
1
X
X
X
47/73
Pos. Artikelnum
mer Beschrijving Specificatie Aant
al
Advies
reserveonder
deel
LMK 400
TFE
LMK 400
TFE/DK
61
691139
Buitenleiding compl.
1
X
X
61.1
Deksel
1
X
X
62
360017
Cilinderschroef met inbus
DIN 912 16x50
-
X
X
63
622596
Cilinderbout
1
X
X
64 301080 Schijf staal v. bout DIN 1441 37 - X X
65
300339
Borgpen
DIN 94 6,3 x 50 Verz.
-
X
X
66
300408
Zeskantschroef
DIN 933 16x30
-
X
X
67
301077
Schijf-Staal v. houtverb. DIN
DIN 440 17,5
-
X
X
69
680959
Ballaststeun COMPL
1
X
X
69.1 691982 Houder - ballaststeun 1 X X
69.2
206256
Steun
1
X
X
69.3
616844
Engelse sleutel
SW 19
1
X
X
71
622005
Spanbout voor tuikabel LMK
1
X
X
72
300081
Sluitring staal
DIN 125 A 21
-
X
X
73 300474 Borgpen DIN 94 5,0 x 32 Verz. - X X
75
201407
Kunststofkap zeskant
M 30
4
X
X
76
300801
Kroonmoer.
DIN 935 30 x 1,5
4
X
X
77
300504
Spanstift
DIN 7344 6 x 40 SPI
-
X
X
78
300162
Sluitring staal
DIN 125 A 31,0 V
-
X
X
79
622002
Draadbout - toren LMK
1
X
X
80
400521
Beschermende slang v. kabel
5,3 m
1
402235
402235
81
204020
Cilinderbus
GLYPG40445
2
X
X
82
690454
Toren buitendeel
1
X
X
83
300423
Draadstang
DIN 914 20 x 80 V
-
X
X
84
300555
Zeskantmoer
DIN 439 20 x 1,5
-
X
X
85
300223
Schijf staal v. spangereedschap
DI
-
X
X
86
300420
Borgpen
DIN 94 4,0 x 32 Verz.
-
X
X
87
300179
Sluitring staal
DIN 125 A 17
-
X
X
88
622044
Steekas
1
X
X
89.1-2
202764
Prismarol 3-delig LMK compl.
1
X
X
90
201386
Houder tuikabel / m. slang
1
X
X
91 622046 Aanslag 1 X X
92
622953
Tussenplaat
1
X
X
93
622349
Basisplaat
3
X
X
94
300361
Spanstift
ISO 8748 6x16 Spiraal
-
X
X
95+96
623271
Schijf
-
X
X
97
201391
Rubberveer
1
X
X
X
98
691028
zwengel
1
X
X
99
211416
LISSMAC handgreep PVC
Nr. 83/20
1
X
X
100
220006
Borgveer
5,0x110 mm Verz.
1
X
X
101
200324
Ketting C
Schakel 0,208 m
1
X
X
103
691026
Steekbout
1
X
X
104
202754
Geleidelijst van PA
2
X
X
105
690456
Toren binnendeel
1
X
X
106
216135
Buisklem
1
X
X
107
622001
Bout - arm LMK
1
X
X
109
201350
Rubbermetaalbuffer cilindrisch
2
X
X
110
201350
Rubbermetaalbuffer cilindrisch
2
X
X
111
622900
Plaat voor E-ketting
1
X
X
112
622899
Plaat voor E-ketting
1
X
X
113
622670
Schroefdraadplaat energieketting
1
X
X
114
200999
Energieketting verbindingshoek
2
X
X
115
201341
Kabelrups
Type 10.1.048.0
1
X
X
116
622129
Hoeksteun LMK Ga. verz.
1
X
X
117
622103
Zijdeel zo. veer. LMK
2
X
X
118
300835
Borgmoer
BIW V-vorm 16
-
X
X
119
622078
Inschroefbout
2
X
X
120
300117
Borgring
DIN 472 D = 47
-
X
X
121
280050
Kogellager
6204 2RS
2
X
X
X
48/73
Pos. Artikelnum
mer Beschrijving Specificatie Aant
al
Advies
reserveonder
deel
LMK 400
TFE
LMK 400
TFE/DK
122
622076
Looprol LMK
2
X
X
123
300120
Borgring
DIN 471 D = 20
-
X
X
124
300151
Kroonmoer.
DIN 935 20,0 Verz.
2
X
X
126
300081
Sluitring staal
DIN 125 A 21,0 V
-
X
X
127
622077
Afstandsas
1
X
X
128
205026
Borgveer
3,0 x 70 mm Verz.
1
X
X
129
691059
Steekbout v. loopk. LMK
1
X
X
X
130
202653
Sleutelring
D = 30 mm
1
X
X
X
131
200324
Ketting C
Schakel 0,312 m
1
X
X
X
132
204982
Afdekkap kettingblok ABM
1
X
X
133
404825
Elektro-kettingblok voor LMK 400
400 kg
1
X
X
133
404826
Elektro-kettingblok voor LMK 400
DK
400 kg
1
X
X
134
400541
Buscontactblok
10Pol
1
X
X
135
400542
Tulebehuizing
10-pol
1
X
X
136
400263
Kabelwartel polyamide
1
X
X
137 821120 Handbedieningstoestel voor
bediening met één hand
EHS-4/K6 - X X
137
821118
Handbedieningstoestel voor
bediening met één hand
EHS-4/S6
-
X
X
138
401006
Reductiemotor met rechte
tandwielen
400 V 0,37 K
1
X
X
139
300023
Inlegspie
DIN 6885 A 6x6x40
1
X
X
140
201339
Rondsel (incl. plasm.)
1
X
X
X
141
300809
Draadstang
DIN 916 5 x 5
-
X
X
142.1 690476 Beschermplaat rijdwerk onder 1 X X
142.2
690468
Beschermplaat rijdwerk boven
1
X
X
144
622362
Motorkap
1
X
X
145
622951
Motoradapter
4
X
X
146
691157
Motorplaat
1
X
X
147 622063 Steekas 1 X X
148
680238
Steekbout compl. LMK
1
X
X
149
691644
Bedieningselement LMK
1
X
X
150
202620
Ballast type 1070 kg beton
voor LMK 400 TFE +
LMK 400 TFE/DK
1
X
X
151
201968
Bevestigingskabel 5470mm D=16
mm
1
X
X
X
152 690830 Giek 1 X X
152.1
623267
Deksel LMK/TFE
1
X
153
201022
Karabijnhaak
70 x 7 mm verzinkt
1
X
X
154
622337
Afdekplaat (hydraulica)
1
X
X
155
623313
Wielas
2
X
X
181
1011508
Schakelkast COMPL.
X
33.1
401341
Aansluitkast
33.2 400401 Leiding 1,2 m
33.3
Leiding
33.4
400135
Rubberen slangleiding
1,1 m
34
403060
Contramoer
M16 x 1,5
35
403057
Kabelwartel
M16 x 1,5
68 403058 Kabelwartel M20 x 1,5
68.1
403061
Contramoer
M20 x 1,5
49/73
50/73
12.
RESERVEONDERDELEN LMK 400 TFE/DK
Pos. Artikelnu
mmer Beschrijving Specificatie Aant
al
Advies
reserveonderd
eel
LMK 400
TFE/DK
01
690452
Onderstel
1
X
02
622584
Borgschroef
1
X
03
300555
Zeskantmoer
DIN 439 20x1,5 Verz.
1
X
04
622027
Schroefdraadblok
1
X
05
400702
Schakelaar
1
X
06
400400
Leiding
1,2 m
1
X
07
691035
Sperstang
1
X
09
622306
Tussenplaat
1
X
10
622304
Afstandspijp
2
X
11
622305
Afstandsplaat
2
X
12
201857
Tandwiel
1
X
13
280002
draaikrans
1
X
X
1005600
Draaikrans gelakt
1
X
14
300094
Draadstang
DIN 916 6x6 Verz.
1
X
15
622073
Asbeschermingsbus
1
X
16
622101
Sleepringhouder
1
X
17
201863
Sleepring
1
X
18
400497
Leiding
3,0 m
1
X
19+20
460606
Kabelwartel
1
X
21
201408
Buisklem
1
X
22.1
460556
Kabeldoorvoer
1
X
22.2
460557
Kabeldoorvoer
1
X
23
460606
Kabelwartel
1
X
24
401059
Tulebehuizing
1
X
25
1011368
Inbouwbehuizing
1
X
26
1011455
Buscontactblok
1
X
27
400666
Inbouwbehuizing
1
X
28
690450
Zwenkframe
1
X
29
1062229
Reductiemotor met rechte
tandwielen
1
X
29.1
1079483
Snelheidsstarter
geprogrammeerd
1
X
30
300019
Inlegspie
DIN 6885 A 8x7x50
1
X
31
622989
Houder handgreep
1
X
32
211416
LISSMAC-handgreep
2
X
33
622256
Handgreep
1
X
34 691652 Draaimomentsteun 1 X
35
622746
Plaatbekleding
1
X
36
202747
Rondsel
1
X
X
37
360077
Draadstang
DIN 916 6x10 Vez.
1
X
38
300877
Borgring
DIN 472 D = 95
4
X
39 260517 Kogellager 6012 2RS 1 X X
40
691651
Lagerung
1
X
41
300606
Smeernippel
DIN 71412 6x1H1
1
X
42
280257
Rubbermetaalbuffer
2
X
43
460606
Kabelwartel
1
X
44 400497 Leiding 1,0 m 1 X
45
460605
Kabelwartel
1
X
46
400443
Tulebehuizing
1
X
47
400415
Stiftinzetstuk
1
X
48
400414
Buscontactblok
1
X
50
402100
Inbouwbehuizing
1
X
51
360212
Zeskantschroef
DIN 933 10x16 Verz.
-
X
52 300277
300240
300264
300202
Zeskantschroef
Borgmoer
Zeskantmoer, laag
Schnorr borgplaatje
DIN 933 10x40 Verz.
DIN 980 M10
DIN 936 M10
M10
2
2
2
2
X
51/73
Pos. Artikelnu
mmer Beschrijving Specificatie Aant
al
Advies
reserveonderd
eel
LMK 400
TFE/DK
300146 Moer DIN 934 M10 2
53
1005630
Afdekplaat
1
X
54
300842
Zeskantmoer
4
X
55
300842
Zeskantmoer
4
X
56 613273 Afstandspijp 4 X
58
1005631
Houder
1
X
59
300127
Borgschroef
SK 10x40 Verbus
-
X
60
300263
Sluitring staal
DIN 7349 10,5 Verz.
-
X
61
300146
Zeskantmoer
DIN 934 10,0
-
X
62.1+.2+.3 1010719 Behuizing 1 X
63.1 + .2
400695
Hoofdschakelaar
1
X
64
1011351
Inbouwbehuizing
1
X
65
402133
Buscontactblok
1
X
66
402132
Stiftinzetstuk
1
X
67 402222 Tulebehuizing 1 X
68
460607
Kabelwartel
1
X
69
1011489
Koppelingshuis
1
X
71
1011353
Buscontactblok
1
X
72
690456
Toren
1
X
73.1+.2
216135
Buisklem
1
X
74
300473
Cilinderbout
DIN 912 6x35 Verz.
1
X
76.1.+2.
260300
Aansluitkast
1
X
77
400439
Contramoer
1
X
78
460606
Kabelwartel
2
X
79
460607
Kabelwartel
2
X
81
400676
Afdichtingsbout
1
X
82.1+2.
402213
Wormoverbrenging
1
X
83
622658
Riemschijf
1
X
X
84
360074
Draadstang
DIN 916 5x10 Verz.
1
X
85
623257
Motorbeschermplaat
1
X
86
622666
Aanslagvork
1
X
87
300248
Sluitring staal
1
X
88
300438
Cilinderbout
1
X
89
204491
Draadkabel
1
X
X
89-97
680251
Draadkabel compl.
1
X
90
203497
Trekveer
1
X
91+92+97
301074
Kabelspanner
1
X
93
300273
Zeskantmoer
DIN 934 8,0 Verz.
2
X
94
301075
Schroefdraadspindel
1
X
95
622940
Lagerhuls
1
X
96
300266
Zeskantmoer
DIN 936 8,0 Verz.
1
X
103
300239
Zeskantschroef
DIN 933 10x50
-
X
104
300264
Zeskantmoer
DIN 936 10,0 Verz.
-
X
105
300806
Borgring
DIN 472 D = 30
-
X
106
280026
Kogellager
6200 2RS
2
X
X
107
622657
Keerschijf
1
X
X
108
300177
Sluitring staal
DIN 125 A 10,5 Verz.
-
X
109
622664
Rollenbeschermplaat
1
X
110
300240
Borgmoer
BIW V-vorm 10,0 verz.
-
X
111
622899
Plaat energieketting
1
X
112
622900
Plaat energieketting
1
X
113
201350
Rubberen stootbuffer
1
X
114
622670
Schroefdraadplaat
1
X
116
622670
Schroefdraadplaat
1
X
118
622129
Hoeksteun
1
X
119
201406
Buisklem
1
X
120
300438
Cilinderbout
DIN 912 6x16 Verz.
-
X
121
300046
Borgschroef
SK 8x16 Verbus verz.
-
X
123
622103
Zijdeel
2
X
124
300273
Zeskantmoer
DIN 934 8,0 Verz.
-
X
52/73
Pos. Artikelnu
mmer Beschrijving Specificatie Aant
al
Advies
reserveonderd
eel
LMK 400
TFE/DK
125
300273
Zeskantmoer
DIN 934 8,0 Verz.
-
X
126
300411
Cilinderbout
DIN 912 8x30 Verz..
-
X
127
691059
Steekbout
1
X
X
128
200324
Ketting
1
X
X
129
300151
Kroonmoer.
2
X
130
300360
Borgpen
2
X
131
300081
Sluitring staal
-
X
132
622077
Afstandsas
1
X
133
300835
Borgmoer
BIW V-vorm 16,0 verz.
2
X
134
622078
Inschroefbout
2
X
135
300117
Borgring
DIN472 D = 47x1,75
2
X
136
280050
Kogellager
6204 2RS
2
X
X
137
622076
Looprol
2
X
138
300120
Borgring
DIN 471 D = 20 Verz.
2
X
139
204982
Afdekkap
1
X
140
680900
Spanketting
1
X
141
201022
Karabijnhaak
70x7 Verzinkt
1
X
150
690830
Giek
1
X
154
300046
Borgschroef
SK 8x16 Verbus verz.
2
X
155
622663
Aanslaghoek
1
X
156
300275
Zeskantmoer
DIN 934 6,0 Verz.
1
X
157
280084
Rubbermetaalbuffer
1
X
158
300834
Borgmoer
BIW V-vorm 8,0 verz.
1
X
159
300125
Sluitring staal
1
X
160
622662
Steunplaat
1
X
161
300367
Cilinderbout
1
X
162
690394
Vorkplaat
1
X
163
262362
Klemhendel
1
X
164
300371
Cilinderbout
DIN 912 10x25 Verz.
1
X
165
300177
Sluitring staal
DIN 125 A 10,5 Verz.
-
X
166
300240
Borgmoer
BIW V-vorm 10,0 verz.
-
X
167
201350
Rubbermetaalbuffer cilindrisch
2
168
1035646
Radiografische afstandsbediening
ontvanger en zender
LISSMAC ECO / FSE
312
-
1059370 Radiografische afstandsbediening
ontvanger
LISSMAC ECO / FSE
312
- X
1059371
Radiografische afstandbediening
zender
LISSMAC ECO / FSE
312
-
X
169
119781
Zenderhouder COMPL.
-
X
173
400401
Leiding
1,2 m
1
X
174 691644 Bedieningselement LMK 1 X
174
1011784
Verloopstekker
voor EHS-4/S6
-
X
175
680238
Steekbout compl. LMK
1
X
176
622063
Steekas
1
X
177
691157
Motorplaat
1
X
178 622951 Motoradapter 4 X
179
622362
Motorkap
1
X
180
300023
Inlegspie
DIN 6885 A 6x6x40
1
X
181
300809
Draadstang
DIN 916 5 x 5
-
X
182
690468
Beschermplaat rijdwerk boven
LMK
1
X
183
690476
Beschermplaat rijdwerk onder
LMK
1
X
184
201339
Rondsel (incl. plasm.)
1
X
X
185 401006 Overbrenging met rechte
tandwielen-motor 400 V 0,37
1 X
186
300408
Zeskantschroef
DIN 933 16
-
X
187 300578 Vergrendelschijf 16,0 Verz. - X
188
301077
Schijf-Staal v. houtverb.
DIN
-
X
189
220021
Wiel-zwaar, stalen velg
1
X
X
174
1011784
Adapter
1
X
53/73
54/73
Pos. Artikelnum
mer Beschrijving Specificatie Aantal
Advies
reserveonderd
eel
LMK 400
TFE/DK
200
1011508
Voedingsleiding COMPL.
X
2
1011353
Buscontactblok
3
1011352
Sokkelhuis
4 400059 CE-stekker 400 V
79
400135
Rubberen slangleiding
201
1011509
Leiding / tractiemotor
COMPL.
X
170
1011355
Stiftinzetstuk 10-polig
171
1011494
Tulebehuizing
172
460606
Kabelwartel
173
400401
Leiding
202
1011512
Energieketting COMPL.
X
142
1011458
Buscontactblok
143
1011493
Tulebehuizing
144
460607
Kabelwartel
80
Leiding
203
1011511
Leiding + stekker
loopkatmotor
X
57
400497
Leiding
76
1011355
Stiftinzetstuk
77
1011494
Tulebehuizing
78
460606
Kabelwartel
Om onjuiste leveringen te vermijden, moet u bij het bestellen van reserveonderdelen de volledige
typeaanduiding, het bouwjaar en het machinenummer aangeven!
Technische wijzigingen voorbehouden!
Wij wijzen u er nadrukkelijk op, dat niet door ons geleverde onderdelen ook niet door ons gecontroleerd
en goedgekeurd zijn. Door dergelijke producten te monteren en te gebruiken, kunnen de eigenschappen
van uw apparaat eventueel ten nadele veranderen en daardoor de veiligheid negatief beïnvloeden. Voor
schade, die door het gebruik van niet-originele onderdelen en accessoires ontstaat, aanvaarden wij geen
aansprakelijkheid!
55/73
56/73
57/73
58/73
EHS4-S6
Pos. Art.-Nr. Deutsch Nederlands
1
201797
Klebeschild
Zelfklevend etiket
2
691099
Gehäuse
Huisvesting
4
360212
Sechskantschraube
Schroef met zeskantkop
3
301219
Scheibe PA 10.5
Wasmachine PA 10.5
5
622256
Handgriff
Handvat
6 211416 Handgriff Gummi Rubber handvat
7
622497
Deckel
Dekking
8
300438
Innensechskantschraube M6x16
Zeskantbout M6x16
9
300289
Scheibe 6,4 vz
Wasmachine 6.4 vz
10.1
300317
Sechskantmutter M5
Zeskantmoer M5
10.2
300275
Sechskantmutter M6
Zeskantmoer M6
11.1
300427
Federring 5,0
veerring 5.0
11.2
402309
Erdungsscheibe M5
Aardingsring M5
12
401108
Kabelverbinder M4
Kabelconnector M4
12.1
400148
PE Leitung
PE-kabel
12.2
402043
Kabelverbinder M5
Kabelconnector M5
14 301902 Blechschraube 4,8 x 13 Plaatmetaalschroef 4.8 x 13
15
400637
Schutzkappe schwarz
Beschermkap zwart
16
400638
Schutzkappe weiß
Beschermkap wit
17
400632
Schild „ab“
Label "omlaag
18
400630
Schild „auf“
Schild "omhoog
19
400634
Schild „links“
Teken "links
20
400633
Schild „rechts“
Teken "rechts
21
400636
Kontaktelement „2 stufig“
Contact element "2 stappen
21.1
400635
Kontaktelement „1 stufig“
Contact element "1 stap
22.1 + 22.2 400684 Not-Aus Taster Noodstopknop
23.1 + 23.2
400685
Kontaktelement
Contact element
24 - 26
622269
Gehäuse
Huisvesting
27
400264
Kabelverschraubung
Kabelwartel
28
400686
Spiralleitung
Spiraalkabel
29
360070
Innensechskantschraube M6x40
Zeskantbout M6x40
31.1 + 31.2
200897
Rohrschelle
Pijpklem
31
202811
Rohrschelle
Pijpklem
32
400382
Kabelverschraubung M20
Wartel M20
33
463587
Tüllengehäuse M20
Doorvoerbehuizing M20
34 400540 Stifteinsatz Pin inzetstuk
40 680883 Zugentlastung kpl. Trekontlasting cpl.
Technische Änderungen vorbehalten! Onder voorbehoud van technische
wijzigingen!
59/73
Originele EG-conformiteitsverklaring
Deze EC-conformiteitsverklaring geldt voor de volgende machine:
LISSMAC minikraan LMK 400 TFE en LMK 400 TFE/DK.
Deze verklaring is enkel van toepassing op de machine in de toestand, waarin ze in de handel
gebracht werd; achteraf door de eindgebruiker aangebrachte delen en/of achteraf uitgevoerde
ingrepen worden buiten beschouwing gelaten. Hierbij wordt bevestigd, dat de machine voldoet
aan de geldende bepalingen van richtlijn 2006/42/EG.
Fabrikant: LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Bewaren van de technische documenten door
LISSMAC Maschinenbau GmbH, Lanzstrasse 4, D-88410 Bad Wurzach.
Beschrijving van de
machine
De LISSMAC minikraan LMK behoort tot de apparatenklasse van handbediende
lastmanipulatoren en dient uitsluitend voor het verplaatsen van metselstenen in combinatie met
een door LISSMAC goedgekeurde steengrijper. Bij het handbediend verplaatsen is de besturing
vast op de steengrijper gemonteerd, en mag alleen door een operator bediend worden.
LMK 400 TFE LMK 400 TFE/DK
Draagkracht 400 kg
Armlengte 5000 mm
Bedrijfsspanning 400 V-16A
Vermogen 2,1 kW 3,4 kW
Stroomopname 3,1 A 5 A
Wieldruk max. 14 kN
Ballast 1070 kg
Totaal gewicht 2061 kg 2177 kg
Geharmoniseerde
normen:
EN 14238:2004+A1:2009
EN ISO 12100 Herziening 1:2013-08
EN 60204-1; VDE 0113-1:2007-06
Wettelijk
gevolmachtigde:
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
88410 Bad Wurzach
Tel.: +49 (0) 7564 / 307 - 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 - 500
E-mail: lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Bad Wurzach, 1-2-2016
.......................................................
p.p. Benjamin Mayer
(Directeur Ontwikkeling Construction Technology)
60/73
13. SCHAKELSCHEMA
61/73
62
/73
63/73
64
/73
65/73
66
/73
67/73
68
/73
69/73
70
/73
71/73
72
/73
73/73
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73

Lissmac LMK 400 de handleiding

Type
de handleiding