Lissmac MULTICUT 400 D P de handleiding

Type
de handleiding
1/71
GEBRUIKSHANDLEIDING
VOEGSNIJMACHINE
MULTICUT 400 D
MULTICUT 400 P
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Telefoon +49 (0) 7564 / 307 - 0
Telefax +49 (0) 7564 / 307 - 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
NL
2/71
3/71
Colofon De gebruikshandleiding is geldig voor:
LISSMAC Voegsnijmachine
MULTICUT 400 D
MULTICUT 400 P
Bedrijfscentrale:
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstraße 4
D - 88410 Bad Wurzach
Tel: +49 (0) 7564 / 307 – 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Originele gebruikshandleiding
Versie: 01-2023
Bewaar de gebruikshandleiding voor later gebruik!
Doorgave en verveelvoudiging Doorgave en verveelvoudiging van deze gebruikshandleiding in elke vorm en ook het gebruik van de
inhoud zijn verboden in zoverre niet schriftelijk aangegeven.
Overtredingen leiden tot schadevergoeding. Alle rechten zijn in geval van patent en gebruiksmodel
of smaakmonsterinvoer voorbehouden.
4/71
PRINCIPIËLE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Waarschuwingsaanwijzingen en symbolen in deze handleiding
Aard en bron van de bedreiging
Gevolgen bij negeren.
Maatregels om de bedreiging af te wenden
Het signaalwoord achter het gevarensymbool duidt de bedreigingsgraad aan:
GEVAAR
Dit signaalwoord duidt een extreem gevaarlijke situatie aan. Als deze situatie niet wordt
vermeden dan zijn dodelijke letsels het gevolg. Het gevarensymbool kan de bedreiging
specificeren.
WAARSCHUWING
Dit signaalwoord duidt een potentieel gevaarlijke situatie aan. Als deze situatie niet wordt
vermeden dan kunnen dodelijke of ernstige verwondingen het gevolg zijn. Het
gevarensymbool kan de bedreiging specificeren.
VOORZICHTIG
Dit signaalwoord duidt een gevaarlijke situatie aan. Als deze situatie niet wordt vermeden
dan zijn matige en lichte verwondingen het gevolg. Het gevarensymbool kan de bedreiging
specificeren.
LET OP
Dit signaalwoord duidt een situatie aan die gevaren voor voorwerpen vormt. Als deze situatie
niet wordt vermeden dan is materiële schade het gevolg. Het signaalwoord staat zonder het
gevarensymbool.
Belangrijke informatie wordt aangeduid met een »i«.
Commando tot handelen aan de operator:
1. Gespecificeerde volgorde van de handelingsstappen.
Handelingsinstructies aan de operator
De vermelde waarschuwingen vormen geen aanspraak op universele volledigheid.
Lissmac kan niet elk gevaar voorzien.
Passende veiligheidsmaatregelen en voorzorgen moeten net zoals bij elke andere machine
inzake werkmethodiek en bediening in acht genomen worden.
5/71
De volgende waarschuwingen en veiligheidsinstructies worden gebruikt:
Bedrijfshandleiding lezen
Gehoorbescherming dragen
Veiligheidsbril dragen
Handschoenen dragen
Veiligheidshelm dragen
Stofbeschermingsmasker dragen
Geschikte werkkleding dragen
Aanslagpunten voor kraantransport
Voor werkzaamheden aan het apparaat de contactsleutel verwijderen
Snijgevaar aan roterend gereedschap
Verplaats de machine niet als er gereedschap draait
Licht ontvlambare brandstofdampen
Knelgevaar door onbedoelde beweging
Gevaar door weggeslingerde onderdelen
Gevaar door zwevende lasten
Hete oppervlakken. Aanrakingen kunnen brandwonden veroorzaken.
Verstikkingsgevaar door giftige uitlaatgassen
Gevaar door accuzuur
6/71
Explosiegevaar
Intrekgevaar door open riemaandrijving
Gevaar voor snijwonden en amputatie door roterend snijgereedschap
Geen gebruik van hogedrukreinigers
Geen gebruik door onbevoegden
Rookverbod
Gezondheidsschadelijke inhoudelijke stoffen: Fijn kwartsstof
Geen onderhoudswerkzaamheden bij draaiende motor
Instructie voor het vermijden van schade
Sjorpunt voor voertuigtransport
Geluidsvermogenniveau van de machine
Visuele controle
7/71
Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing moet het leren kennen van de machine/installatie vergemakkelijken en om
van de reglementaire toepassingsmogelijkheden te kunnen profiteren.
De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen om de machine/installatie veilig, vakkundig en
rendabel toe te passen. De inachtneming van de gebruiksaanwijzing helpt gevaren te vermijden,
reparatiekosten en uitvalstijden te voorkomen en de betrouwbaarheid en de levensduur van de
machine/installatie te verhogen.
De gebruiksaanwijzing moet worden aangevuld met instructies op grond van bestaande nationale
voorschriften inzake ongevallenpreventie en milieubescherming.
De gebruiksaanwijzing moet steeds op de plaats van toepassing van de machine/installatie
beschikbaar zijn.
De gebruiksaanwijzing moet door elke persoon die met of aan de machine werkt, gelezen en de
vermelde instructies moeten opgevolgd worden, bijv.:
bediening inclusief opbouwen, storingsoplossing tijdens het werkproces, verwijdering van
productieafval, verzorging, verwijdering van bedrijfs- en hulpstoffen
Instandhouding (onderhoud, inspectie, reparatie)
en/of
Transport
Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land van toepassing geldende bindende regels m.b.t. de
ongevallen preventie moeten ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken in
acht genomen worden.
Benodigd werktuig Opdat de voegsnijmachine kan worden gebruikt, is een werktuig in de vorm van een zaagblad nodig.
Deze werktuigen kunnen bij de fabrikant worden verkregen.
meer documenten Aanvullend aan deze gebruikshandleiding staat meer documentatie door de betreffende fabrikant van
afzonderlijke componenten ter beschikking:
Bedrijfshandleiding verbrandingsmotor
Voor de volledigheid over meer documentatie aanvaardt LISSMAC geen verantwoordelijkheid of
aansprakelijkheid t.o.v. de volledigheid ervan.
Wijzigingen onder
voorbehoud
Wij streven naar juistheid en actualiteit van deze gebruikshandleiding. Om onze technologische
voorsprong te behouden, kan het noodzakelijk zijn om het product en de bediening ervan zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor storingen, uitval
en daaruit vloeiende schade.
Doelgroep Deze gebruikshandleiding richt zich op opgeleid en geschoold personeel uit de gebieden
Constructiemechanica, Betonscheidingstechniek, Wegenbouw, Civiele techniek.
8/71
LET OPen:
9/71
Inhoudsindex
1. Eigenschappen & voordelen .......................................................................................... 10
2. Algemene veiligheidsaanwijzingen ............................................................................... 11
2.1. Principe doelgericht gebruik ............................................................................................11
2.2. Organisatorische maatregelen ........................................................................................12
2.3. Personeelsselectie en -kwalificatie; basisverplichtingen ................................................13
2.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfsfasen ....................................................................13
2.5. Instructies voor speciale risicotypes ................................................................................15
2.6. Transport .........................................................................................................................16
2.7. Verpakking en opslag ......................................................................................................17
2.8. Milieubescherming ..........................................................................................................17
2.9. Afvoer ..............................................................................................................................17
3. Beschrijving van het apparaat ....................................................................................... 18
3.1. Aanduiding van de machine onderdelen .........................................................................18
3.2. Achterkant en inwendige ruimte .....................................................................................19
3.5. Technische gegevens ......................................................................................................22
3.6. Geluidsvermogenniveau ..................................................................................................23
3.7. Hand-arm trilling .............................................................................................................23
3.8. Uitlaatgassen ..................................................................................................................24
4. Transport......................................................................................................................... 25
4.1. Transportstand ................................................................................................................25
4.2. Verplaatsen met de kraan ...............................................................................................26
4.3. Bevestiging voor transport ..............................................................................................27
5. Ingebruikneming ............................................................................................................. 28
5.1. Voltanken met brandstof .................................................................................................28
5.2. Waterafscheider MC400D ...............................................................................................29
5.3. Gereedschappen (zaagblad).............................................................................................29
5.4. Inbouw/vervanging zaagblad (gereedschap) ...................................................................30
5.5. Aandrijfriem Spanning controleren..................................................................................32
5.6. V-riemen bijspannen........................................................................................................33
5.7. V-riemen vervangen.........................................................................................................34
6. Werking ........................................................................................................................... 36
6.1. Veiligheid ........................................................................................................................36
6.2. Startvoorbereidingen .......................................................................................................38
6.3. Daalsnelheid instellen .....................................................................................................38
6.4. Stel de bedieningspositie in ............................................................................................38
6.5. Motor starten en stoppen ................................................................................................39
6.7. Toespoor instellen ...........................................................................................................40
6.8. Snijden met de voegsnijmachine .....................................................................................41
6.9. De voegsnijmachine verplaatsen .....................................................................................43
6.10. Naar vrijloop omschakelen ............................................................................................43
6.11. Voegsnijmachine neerzetten .........................................................................................44
6.12. Omschakeling van rechts- naar links snijden .................................................................45
6.13. Bladopname uitbreiden .................................................................................................46
6.18. Snijden met open geklapte beschermkap van het zaagblad ..........................................50
7. Onderhoud ...................................................................................................................... 51
7.1. Bedrijfsstoffen .................................................................................................................51
7.2. Onderhoud MC 400 D ......................................................................................................53
7.3. Onderhoud MC 400 P .......................................................................................................54
7.4. Oliepeil controleren .........................................................................................................55
7.5. Ontlucht hydrostatische aandrijving ................................................................................56
7.6. Motorolie aftappen..........................................................................................................57
7.7. Smeerpunten ...................................................................................................................58
7.8. Opslagcondities ...............................................................................................................59
7.9. Fouten oplossen ..............................................................................................................59
7.10. Onderhoudsschema .......................................................................................................60
8. Gereedschappen ............................................................................................................ 61
9. Vrijwaring ........................................................................................................................ 62
10. Schakelschema ............................................................................................................ 64
10/71
1.
EIGENSCHAPPEN & VOORDELEN
Bij de ontwikkeling van deze wendbare krachtpatsers is rekening gehouden met de praktische
vereisten. De beproefde dieselvoegsnijmachines overtuigen met hun uitstekende prijs-
kwaliteitsverhouding, robuuste technologie en hun eenvoudige bediening.
Optimale krachtoverbrenging door krachtige V-riemen
Constructie van torsiestijf metalen frame
Het compacte ontwerp en het gebalanceerde chassis maken eenvoudig rangeren op de
bouwplaats mogelijk.
Het extreem lage zwaartepunt zorgt voor een precieze zaagsnede
Zeer goede, rechte snede door verstelbare achteras
Het optillen of neerlaten van het zaagblad kan elektro-hydraulisch worden geregeld
In de hoogte verstelbare handgrepen
Voor oversnijdingen kan de kap van het zaagblad standaard voor naar boven worden geklapt
Zeer snelle conversie van links naar rechts snijden
Eenvoudige toegang voor algemene onderhoudswerkzaamheden (luchtfilter, batterij, olie- en
brandstoffilter)
Parkeerrem, bedrijfsurenteller en vrijloop zijn standaard
MC 400 D
11/71
2.
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
2.1. Principe doelgericht gebruik
De fabrikant en leverancier zijn niet aansprakelijk bij verkeerd of niet doelgericht gebruik. Elke
wijziging aan de machine die niet door de fabrikant werd uitgevoerd, is verboden. Veranderingen als
gevolg van aan- of verbouwingen aan de voegsnijmachine vereisen de schriftelijke goedkeuring van de
fabrikant.
De machine is volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheid-technische regels
gebouwd. Toch kunnen bij haar gebruik gevaren voor lijf en leven van de gebruiker of derden resp.
beïnvloeding van de machine of andere materiële waarden ontstaan.
Gebruik de machine enkel in een technisch perfecte staat voor het beoogde, toegelaten gebruiksdoel.
Werk veilig met de machine en wees u bewust van de mogelijke gevaren en neem de aanwijzingen in
de gebruiksaanwijzing in acht. Met name storingen die van invloed zijn op de veiligheid, moeten
onmiddellijk verholpen worden (laten verhelpen)!
Beoogd
gebruik
De LISSMAC-voegsnijmachine behoort tot de vloerscheiding-slijpmachines en is uitsluitend
ontworpen voor het met water snijden van voegen in beton of asfalt. Snijden vereist een gereedschap
in de vorm van een diamantzaagblad. De voegsnijmachine mag maar door een persoon worden
bediend. De bediener moet achter de handgrepen blijven zolang de machine loopt.
Ander of verder reikend gebruik wordt als niet-beoogd beschouwd.
Bij het eigenlijke gebruik horen ook inachtneming van de gebruikshandleiding en de inspectie- en
onderhoudshandleiding.
Niet doelgericht gebruik Voorzienbaar verkeerd gebruik / niet doelgericht gebruik:
Snijden zonder beschermende zaagbladkap
Snijden zonder water
Snijden van los materiaal
Snijden op sterk hellende plaatsen
Snijden van nauwe stralen
Snijden van hout, kunststof of metaal
(behalve wapening of wapening in beton)
Constructieve wijzigingen die de veiligheid of de aard van de uitvoering van de
voegsnijmachine wijzigen
12/71
2.2. Organisatorische maatregelen
De gebruiksaanwijzing moet op de plaats van inzet binnen handbereik en voor elke persoon
toegankelijk zijn.
Als aanvulling op de gebruikshandleiding dienen de algemeen geldige wettelijke en overige bindende
regels voor het voorkomen van ongevallen en voor het beschermen van het milieu in acht genomen te
worden.
Dergelijke verplichtingen kunnen ook bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of het ter beschikking
stellen/dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen of wegverkeers wettelijke regelingen
betreffen.
Het personeel dat met werkzaamheden aan de machine is belast, moet vóór het arbeidsbegin de
gebruiksaanwijzing en hier vooral het hoofdstuk Veiligheidsaanwijzingen gelezen en begrepen
hebben. Dit geldt in bijzondere mate voor slechts af en toe aan de kraan werkend personeel bijv. bij
personeel dat werkzaam is bij het de opbouw of het onderhoud.
Regelmatig veiligheids- en gevarenbewust werken van het personeel, met het in acht nemen van de
gebruiksaanwijzing, controleren.
Gebruik altijd de vereiste en voorgeschreven persoonlijke beschermingsuitrustingen.
Neem alle veiligheids- en gevareninstructies in acht op de voegsnijmachine en houd deze in volledig
leesbare toestand. Vervang beschadigde of niet meer leesbare veiligheids- en gevareninstructies.
Bij veiligheidsrelevante wijzigingen aan de machine of werking moet de machine onmiddellijk stop
gezet worden en overeenkomstig worden aangeduid. Storing moet aan de verantwoordelijke
dienst/persoon worden gemeld.
Voer geen wijzigingen d.m.v. aan- verbouwingen zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant uit.
Er moet rekening gehouden worden met de aanwijzingen van de fabrikant van het werktuig.
Gebruik enkel gecontroleerde originele reserveonderdelen van de fabrikant.
Voorgeschreven of in de gebruiksaanwijzing aangegeven inspectieperioden in acht nemen.
Voor de uitvoering van de instandhoudingsmaatregelen is adequate werkplaatsuitrusting noodzakelijk.
Machines met verbrandingsmotoren mogen niet in afgesloten ruimtes worden gebruikt.
Verzamel altijd gedetailleerde informatie over onder de grond lopende kabels in het snijgebied en
neem passende voorzorgsmaatregelen voordat u gaat snijden.
13/71
2.3. Personeelsselectie en -kwalificatie; basisverplichtingen
Operators moeten 18 jaar of ouder zijn en mentaal en fysiek in staat zijn om de voegsnijmachine te
bedienen. Alle personen moeten over de bediening geïnstrueerd zijn en uitdrukkelijk schriftelijk belast
zijn door de ondernemer met het bedienen van de voegsnijmachine.
Bepaal verantwoordelijkheden van het personeel voor de bediening, opstelling, onderhoud en
reparatie.
Controleer of alleen hiertoe belast personeel aan de machine werkt.
De operator moet persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals veiligheidsschoenen,
veiligheidshandschoenen, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen die aan de
veiligheidsbepalingen voldoen.
Personen die niet met de machine werken, moeten gesommeerd worden om het werkgebied te
verlaten. Sluit de werkzone evt. af.
Bij alle bewegingen van de voegsnijmachine moet de operator erop letten dat hij zichzelf en andere
personen niet in gevaar brengt. Op de werkplek moeten alle obstakels verwijderd worden die het
werkproces of het verplaatsen van de machine hinderen.
Werkzaamheden aan elektrische uitrustingen van de machine mogen alleen door een gediplomeerde
elektricien of door geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een gediplomeerde
elektricien overeenkomstig de elektrotechnische voorschriften worden uitgevoerd.
De exploitant moet worden aangewezen als de persoon die verantwoordelijk is voor de verkeersregels
en moet toestemming krijgen om onveilige instructies van derden te weigeren.
Personeel dat in scholing is, dat getraind of geïnstrueerd wordt of dat zich in een algemeen
opleidingstraject bevindt, mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon op de machine /
installatie zijn.
2.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfsfasen
2.4.1. Transport, montage en installatie
Transport, montage en installaties op/met de voegsnijmachine mogen alleen in de transportstand
plaatsvinden. De voegsnijmachine moet tegen wegrollen worden beveiligd.
Transport, montage en installaties op/met de voegsnijmachine mogen alleen met gedemonteerd
werktuig en uitgeschakelde motor plaatsvinden.
Het laden en lossen van de voegsnijmachine mag alleen met een kraan worden uitgevoerd, rekening
houdend met het maximale bedrijfsgewicht.
Er mag alleen transport plaatsvinden in zoverre alle onderdelen van de machine vastgedraaid zijn en
afvallen van afzonderlijke delen niet mogelijk is.
14/71
2.4.2. Ingebruikneming
Bij het inzetten van een zaagblad moeten de handen tegen scherpe kanten worden beschermd.
Let erop dat de ondergrond aan de draagkracht voldoet waarop wordt gesneden. Alle obstakels moeten
uit het snijgebied worden gehaald en er moet voor goede verlichting worden gezorgd.
Houd visuele controle over beschadigingen en defecten van de hele voegsnijmachine Speciale controle
van de beschermingsvoorzieningen.
Zorg voor watertoevoer voor de koeling van het zaagblad.
Er mag absoluut niet gerookt worden wanneer de verbrandingsmotor wordt vol getankt
Wees heel voorzichtig wanneer de brandstoftank wordt bijgevuld. Motordelen die door de werking
heet werden, vormen brandgevaar.
De brandstof mag alleen in hiervoor toegestane tanks worden opgeslagen.
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale
snelheid van de machine is, worden gebruikt.
Defecte of gescheurde werktuigen moet direct worden vervangen.
2.4.3. Werking
Elke onveilige werkwijze is verboden.
Neem maatregelen zodat de voegsnijmachine alleen in veilige en functionele toestand kan worden
ingezet.
Tenminste een maal per ploeg de voegsnijmachine op uiterlijk herkenbare beschadigingen en gebreken
controleren! Meld alle veranderingen (inclusief bedrijfsgedrag) onmiddellijk aan de verantwoordelijke
instantie/persoon! Zet de machine evt. direct stil en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen.
Bij functiestoringen moet de voegsnijmachine onmiddellijk worden gestopt en beveiligd worden! Laat
storingen onmiddellijk verhelpen. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door hiervoor opgeleid
personeel worden uitgevoerd!
Maak alleen gebruik van geschikte en gekeurde werktuigen.
Ter bescherming tegen versnelling moet de diepte-instelling van het zaagblad langzaam en stapsgewijs
in de ondergrond worden ingereden. Elk contact met het roterende werktuig moet worden voorkomen.
1,5 m veiligheidsafstand tot het zaagblad aanhouden.
Snijden zonder zaagbladkap is verboden.
De operator moet tegen roterende delen worden beschermd.
15/71
2.4.4. Verplaatsen van de voegsnijmachine
Het verplaatsen van de machine mag alleen bij stilstaand van het zaagblad worden uitgevoerd.
Voordat de bedieningspositie aan de voegsnijmachine wordt verlaten, moet de verbrandingsmotor
worden uitgeschakeld en moet het zaagblad stilstaan.
Een draaiend zaagblad vormt een hoog risico voor verwonding.
2.4.5. Speciale werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden en -
termijnen moeten worden aangehouden inclusief specificaties voor het vervangen van
onderdelen/deeluitrustingen. Deze werkzaamheden mogen alleen door bevoegd vakkundig personeel
worden uitgevoerd.
Wanneer de voegsnijmachine bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden compleet uitgeschakeld is,
moet deze tegen onverwacht opnieuw inschakelen worden beveiligd en gekenmerkt.
Voor de schoonmaak moeten alle openingen worden afgedekt en dichtgeplakt om veiligheids- en/of
functionele redenen, om indringen van schoonmaakmiddel te voorkomen. Vooral elektrische motoren,
schakelaars en stopcontacten vormen een groot risico. Na de reiniging moeten de
afdekkingen/plakmiddelen weer volledig verwijderd worden.
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten losgemaakte schroefverbindingen steeds worden
vastgedraaid!
Indien de demontage van veiligheidsinrichtingen voor het opbouwen, onderhouden en repareren
noodzakelijk is, moet direct na de afsluiting van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de
montage en de controle van de veiligheidsinrichtingen plaatsvinden.
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale
snelheid van de machine is, worden gebruikt.
2.5. Instructies voor speciale risicotypes
2.5.1. Gevaren voor de operator door de machine
Voordat de bedieningspositie aan de voegsnijmachine wordt verlaten, moet de verbrandingsmotor
worden uitgeschakeld en moet het zaagblad stilstaan.
De verbrandingsmotor van de voegsnijmachine mag zoals beoogd:
aandrijving van de voegsnijmachine en het zaagblad in gebruik genomen worden.
De afvoeropening van de uitlaatpijp moet altijd van de operator af wijzen. Uitlaatgassen niet inademen.
De uitlaatpijp wordt heet tijdens het bedrijf. Contact vermijden en beschermingsuitrusting dragen.
16/71
2.5.2. Elektrische energie
Enkel originele zekeringen met voorgeschreven stroomsterkte gebruiken. Bij gevaar moet de
voegsnijmachine meteen worden uitgeschakeld. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door
gediplomeerd vakkundig personeel worden uitgevoerd.
De elektrische uitrusting van een machine moet regelmatig geïnspecteerd/gecontroleerd worden.
Gebreken, zoals losse verbindingen of beschadigde kabels dienen onmiddellijk verholpen te worden.
Om te voorkomen dat de machine door andere personen in werking wordt gesteld, moet de machine
gemerkt worden.
2.5.3. Stof
Bij werkzaamheden in krappe ruimtes moeten eventueel de geldende nationale voorschriften in acht
worden genomen.
Om stofvorming tijdens het zagen te voorkomen, moet het zaagblad continu met water worden
besproeid. In het werkgebied niet eten, drinken of roken.
2.5.4. Geluid
zie hoofdstuk 3.5
2.5.5. Uitlaatgassen
Machines met verbrandingsmotor mogen niet in afgesloten ruimtes worden gebruikt.
2.6. Transport
Bij het verplaatsen met een kraan moeten aanslagmiddelen met voldoende draagkracht worden
gebruikt. Controleer aanslagmiddelen voorheen op beschadigingen.
Wijs vakkundige instructeurs voor het hijsproces aan.
Hijs de voegsnijmachine alleen op de correcte wijze met geschikte hijs-/hefvoorzieningen en in
overeenstemming met de gegevens uit de gebruiksaanwijzing op.
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende draagvermogen.
Beveilig de lading betrouwbaar volgens de voorschriften. Gebruik geschikte aanslagpunten.
Ook bij een kleine verwisseling van standplaats moet de zaagmotor worden uitgeschakeld of
ontkoppeld.
17/71
2.7. Verpakking en opslag
Om voldoende bescherming tijdens het versturen en transport te garanderen, werden de machine en
de componenten ervan zorgvuldig verpakt. Voor het behoud van de machine moet deze op
beschadigingen worden gecontroleerd. De verpakking van het apparaat bestaat uit recyclematerialen.
Lever deze per soort in de hiervoor voorziene verzamelbak in zodat deze weer voor hergebruik kan
worden gebruikt.
Bij beschadiging mag de machine niet in gebruik worden genomen. Ook beschadigde kabels en
stekkerverbindingen vormen een veiligheidsrisico en mogen niet worden gebruikt. Breng in dit geval
het bedrijf van de fabrikant op de hoogte.
Wordt de machine na het uitpakken niet direct in gebruik genomen, dan moet deze tegen vocht en vuil
worden beschermd.
2.8. Milieubescherming
Verpakkingsmaterialen, schoonmaakmiddelen, gebruikte of overblijvende bedrijfsstoffen evenals
uitgepakte slijtagegevoelige delen als aandrijfriemen of motorolie worden verzameld voor recycling
overeenkomstig de plaatselijke milieuvoorschriften.
2.9. Afvoer
Wanneer het einde van het gebruik van het apparaat is bereikt, vooral bij het optreden van storingen,
maakt u het gebruikte apparaat onbruikbaar.
Verwijder het apparaat volgens de geldende milieuvoorschriften die van toepassing zijn in uw land.
Elektrisch afval mag niet samen met huishoudelijke afval worden weggegooid. Breng het opgebruikte
apparaat naar een centraal verzamelpunt.
18/71
3.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
3.1. Aanduiding van de machine onderdelen
Pos. 1
Stuurstangen
Pos. 9
Aandrijfas (hydrostaat)
Pos. 2
Besturingsconsole
Pos. 10
Wateraansluiting met kogelkraan
Pos. 3
Dieseltank
Pos. 4
Luchtfilter
Pos. 5
Aanhangpunt voor de transmissie van de kraan
Pos. 6
Motor (Diesel/Benzine)
Pos. 7
Peilstok
Pos. 8
Beschermkap zaagblad (noodzakelijke
toebehoren)
2
3 4
8
1
5
7
6
9
10
11
19/71
3.2. Achterkant en inwendige ruimte
Achterkant openen
Ontgrendel de achterwand boven met een 4-kant sleutel en kantel het naar achter.
Pos. 1
Pomp en expansievat voor hydraulisch
aggregaat voor ophijsen van het zaagblad
(HV68)
Pos. 4 Expansievat hydrostatische transmissieolie
(20W50)
Pos. 2
Keuzehendel Aandrijving/Vrijloop
Pos. 5 Batterij/accu
Pos. 3
Stelbout
Het juiste hydraulische oliepeil kan alleen worden gecontroleerd als de machine volledig is neergelaten.
4
5
3
2
1
20/71
3.3. Bedieningspaneel MC400 D
LET OP
Bediening van de machine
Voordat u de voegsnijmachine start, moet u eerst vertrouwd raken met de bediening.
Het personeel dat met werkzaamheden aan de machine is belast, moet vóór het arbeidsbegin de
gebruiksaanwijzing en hier vooral het hoofdstuk Veiligheidsaanwijzingen gelezen hebben.
Pos. 1
Brandstoftank Pos. 11 Noodstop
Pos. 2
Stroomaansluiting DC 12V (max 10A) Pos. 12 Bedrijfsuren teller
Pos. 3
Vulopening koelvloeistof motor Pos. 13 Parkeerrem
Pos. 4
Zekering compartiment Pos. 14 Waarschuwingslampje oliedruk
Pos. 5
Snijdiepte-indicator Pos. 15 Gashendel om snelheid te verlagen
Pos. 6
Combi bedieningshendel toevoer en hefschaar Pos. 16 Waarschuwingslampje dynamo
Pos. 7
Boordgereedschap Pos. 17 Waarschuwingslampje watertemperatuur
Pos. 8
Extractor gereedschap Pos. 18 Klemblok voor peilstokkabel
Pos. 9
Motor toerental regelaar Pos. 19 Brandstofvuldop diesel
Pos. 10
Contactslot
De paddenstoelknop voor de noodstop is een noodstopvoorziening en mag niet als stroomonderbreker worden
gebruikt. De contactsleutel gebruiken om de machine uit te schakelen.
1 5
8
7
6
9
14
18
10
12
4 2 3
11 13
17
16
15
19
21/71
3.4. Bedieningspaneel MC400 P
LET OP
Bediening van de machine
Voordat u de voegsnijmachine start, moet u eerst vertrouwd raken met de bediening.
Het personeel dat met werkzaamheden aan de machine is belast, moet vóór het arbeidsbegin de
gebruiksaanwijzing en hier vooral het hoofdstuk Veiligheidsaanwijzingen gelezen hebben.
Pos. 1
Brandstoftank Pos. 11 Noodstop
Pos. 2
Stroomaansluiting DC 12V (max 10A) Pos. 12 Bedrijfsuren teller
Pos. 3
Vulopening koelvloeistof motor Pos. 13 Parkeerrem
Pos. 4
Zekering compartiment Pos. 14 Waarschuwingslampje oliedruk
Pos. 5
Snijdiepte-indicator Pos. 15 Gashendel om snelheid te verlagen
Pos. 6
Combi bedieningshendel toevoer en hefschaar Pos. 16 Waarschuwingslampje alternator / motor diagnose
Pos. 7
Boordgereedschap Pos. 17 Klemblok voor peilstokkabel
Pos. 8
Extractor gereedschap Pos. 18 Brandstofvuldop diesel
Pos. 9
Motor toerental regelaar
Pos. 10
Contactslot
1 5
8
7
6
9
14
10 12
4 2 3
11 13
16
15
18
17
22/71
3.5. Technische gegevens
MULTICUT 400 D MULTICUT 400 P
max. snijdiepte 315 mm
max. diameter zaagblad 800 mm
Zaagbladopname 25,4 mm
Toerental zaagblad 1490 1/min 1600 1/min
Gewicht 458 kg 416 kg
Aandrijfmotor 3-cilinder PERKINS
EU Stage V / EPA Tier 4 final
2-cilinder KOHLER
EU Stage 5 / EPA Phase 3
Vermogen 18,4kW 26,1 kW
Brandstof Diesel (ULSD) Benzine (ROZ95)
Koeling Waterkoeling Luchtkoeling
Brandstoftank 20 liter
Afmetingen transport l/b/h 1300 / 850 / 1350 mm 1300 / 850 / 1200 mm
1300
850
1350 / 1200
23/71
3.6. Geluidsvermogenniveau
WAARSCHUWING
Gevaar voor gehoorschade
Vanaf een geluidsvermogenniveau van 85 dB (A) is het verplicht om gehoorbescherming te dragen.
Draag uw persoonlijke gehoorbescherming
De waarden geven de blootstelling aan lawaai aan die betrekking hebben op de werkplaats van de
operator en de geluidsvermogenniveaus van de voegsnijmachine.
De emissiegeluidsdruk op de operatorplek LpA 92 dB (A)
Het gewaarborgde geluidsvermogenniveau is:
MULTICUT 400 D 96 dB(A)
MULTICUT 400 P
96 dB(A)
De waarden werden door de geluidsemissiemeting bepaald.
De controle vond onder belasting met het grootste toegestane zaagblad van de voegsnijmachine plaats.
Meet toleranties:
2,5 dB voor het A-beoordeelde geluidsvermogenniveau
4 dB voor het A-beoordeelde emissie-geluidsdrukniveau.
De emissie-geluidsdrukmeting werd met in achting van de normen
EN ISO 3744, EN 13862 en richtlijn 2000/14/EG uitgevoerd.
3.7. Hand-arm trilling
WAARSCHUWING
Gevaar door trillingen
Trillingen kunnen leiden tot schade aan het bot- of gewricht en verstoring van de bloedsomloop.
Las bij werkzaamheden met de machine regelmatig pauzes in
De aangegeven waarde werd met de maximale zaagbladdiameter van 1000 mm bepaald.
De inwerking kan omgekeerd proportioneel aan het gewicht van de operator zijn.
Totale trillingswaarde:
MULTICUT 400 D a
HV
2,5 m/s2
MULTICUT 400 P a
HV
2,5 m/s2
Bij de metingen werd rekening gehouden met de volgende normen:
EN ISO 5349, VD 2057 blad 2, richtlijn 2002/42/EG.
De aangegeven waarden werden bij het snijden van beton, bij een snijdiepte van 5 cm gemeten. Deze
waarde wordt in de praktijk door de volgende omstandigheden beïnvloed:
- Kwaliteit van het zaagblad - Toestand van de machine
- Aantal zaagbladen - Staat van het aggregaat
- Gewicht van de operator - Voortstuwingssnelheid
24/71
3.8. Uitlaatgassen
WAARSCHUWING
Giftige uitlaatgassen
De uitlaatgassen van de verbrandingsmotor bevatten koolmonoxide. Het is een onzichtbaar, geurloos en
smaakloos gas dat bewusteloosheid en verstikking kan veroorzaken. Het kan zich snel ophopen in krappe
ruimtes en daar urenlang blijven, zelfs nadat de motor is uitgeschakeld.
Gebruik nooit machines met verbrandingsmotoren in gesloten of krappe ruimtes
Als u duizelig of misselijk wordt, zet u de motor onmiddellijk af en gaat u in de frisse lucht.
Raadpleeg een arts. U kunt een koolmonoxidevergiftiging opgelopen hebben.
25/71
4.
TRANSPORT
4.1. Transportstand
WAARSCHUWING
Knelgevaar als gevolg van onbeveiligde machine
Verwondingen als gevolg van een onbedoelde verandering van de positie van de machine of van vallende
onderdelen.
Voegsnijmachine alleen in transportpositie vervoeren
Voegsnijmachine via aanslagpunten beveiligen
LET OP
Transport van de machine
Bij het vervoer van de voegsnijmachine moeten grote schuine posities worden voorkomen.
Er kan brandstof lekken of motorolie in de verbrandingskamer van de motor lopen en de motor beschadigen.
Alle bewegende delen die tijdens het transport kunnen vallen of slingeren, moeten worden verwijderd.
De nok aan de voorkant van het frame kan worden gebruikt om de machine vast te zetten met een touwtakel
bij het laden via een hellingbaan.
Transportstand Aandrijfmotor afzetten
Parkeerrem activeren
Schuif de stuurstangen in het frame en borg deze
Zaagkap verwijderen
Zaagblad demonteren
Klap de peilstok naar de machine toe in en beveilig deze met de kabel
Losse onderdelen beveiligen of verwijderen
26/71
4.2. Verplaatsen met de kraan
WAARSCHUWING
Zwevende lasten
Verwondingsgevaar door vallende delen.
Blijf niet onder opgetilde machines of onderdelen staan
Gebruik alleen onbeschadigde hijswerktuigen met voldoende draagkracht en lengte
De machine mag alleen in transportstand verplaatst worden
Procedure
Machine in transportpositie brengen (zie 4.1)
Hang de voegsnijmachine met een aanslagmiddel met voldoende draagkracht in het kraanoog
Wijs vakkundige instructeurs voor het hijsproces aan
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende draagvermogen!
Hijs het voorzichtig op en let op het zwaartepunt
Houd de voegsnijmachine altijd in het oog
Ga bij hernieuwde inbedrijfstelling overeenkomstig de gebruikshandleiding te werk.
27/71
4.3. Bevestiging voor transport
WAARSCHUWING
Verwondingen door schuiven of kantelen van de machine
Door onbedoelde veranderingen in de positie van de machine kunnen mensen verpletterd worden.
Snijmachine enkel in transportpositie vervoeren.
Bevestig de machine via geschikte bevestigingspunten.
Gebruik geschikte sjormiddelen.
Let op het toegestane totaalgewicht van het transportvoertuig
Sjorpunten
Procedure Machine in transportpositie brengen (zie 4.1)
Beveilig de voegsnijmachine met geschikte aanslagmiddelen bij de gemarkeerde sjorpunten
28/71
5.
INGEBRUIKNEMING
5.1. Voltanken met brandstof
WAARSCHUWING
Licht ontvlambare brandstofdampen
Risico op brandwonden of ernstig letsel door brand of ontploffing.
Tijdens het proces is er een volledig rookverbod
Verwijder alle ontstekingsbronnen
Tank niet overvullen of brandstof morsen
LET OP
Opslag brandstof
De brandstof mag alleen in hiervoor toegestane tanks worden opgeslagen.
De reservoirs moeten overeenkomstig worden aangeduid.
Procedure Motor stoppen
Reinig het deksel op de brandstofmotor en open het daarna
Vul de juiste brandstof via een schone vulpijp of trechter erin
Niets morsen, niet overvullen.
Deksel veilig sluiten.
Het vulpeil kan via de slobgaten aan de linkerkant van het frame worden afgelezen.
DIESEL
ULSD
Benzine
ROZ 95
MC400D
MC400P
29/71
5.2. Waterafscheider MC400D
Handpomp en
waterafscheider
Met de handpomp (A) kan brandstof uit de tank naar
de brandstoftank worden getransporteerd.
Na langere stilstandstijd kan dit noodzakelijk zijn.
De waterafscheider moet regelmatig (na elke 50
bedrijfsuren) worden gecontroleerd.
Tap het water af dat eventueel in de geschikte tanks
aanwezig is en voer het volgens de voorschriften af.
Ontlucht de afscheider naar behoefte via de
bovenste schoefventielen (C).
5.3. Gereedschappen (zaagblad)
LET OP
Selectie van het gereedschap
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale snelheid
van de machine is, worden gebruikt.
Defecte of gescheurde werktuigen moet direct worden vervangen.
Selectie van het
zaagblad
zie hoofdstuk 8 Werkzeuge
Opslag van gereedschap De gebruikte gereedschappen moeten tegen vocht worden beschermd. De bevestigde segmenten rond het
zaagblad moeten worden beschermd tegen beschadiging.
Bladtoerental
Beton
Asfalt
Bladdiameter
A
B
C
30/71
5.4. Inbouw/vervanging zaagblad (gereedschap)
WAARSCHUWING
Gevaar voor snijwonden en knelverwonding door draaiende onderdelen
Draaiend zaagblad of flens kan kleding of lichaamsdelen grijpen en afscheuren.
Schakel de motor uit en verwijder de contactsleutel
Voordat u aan de machine mag werken, moeten alle onderdelen stationair zijn.
Machine tegen opnieuw inschakelen beveiligen
Zaagbladen voor montage altijd controleren!
Blad voor nat snijden? (1)
Blad voor snijwerkzaamheden geschikt en toegelaten? (5)
Blad en opname hebben de juiste grootte? (2) (7)
Toegelaten snijsnelheid aangehouden? (3) (4)
Draairichting? (6)
Alle segmenten aanwezig?
Geen achtersnede aan de segmenten?
Was het blad oververhit? (blank staal blauw geworden = niet gebruiken!)
Geen scheuren in het blad?
Controleren: Kloppen met houtblok
Blad weergalmt = OK
Blad klinkt gedempt = niet gebruiken! (uitzondering: zog. silent-bladen)
31/71
LET OP
Montage zaagblad
Bij de montage van het zaagblad moet op schone flensoppervlakken worden gelet. Het zaagblad moet
direct op de flens aansluiten. Pas de draairichting van het zaagblad aan de richtingspijl van de draairichting
van de gewenste zaagas (gelijke / tegensnit) aan.
Procedure Hef de voegsnijmachine voldoende op, activeer de rem en trek de contactsleutel eruit.
Draai de bout (Pos. 1) aan de achterkant van de beschermkap van het zaagblad los en verwijder de
beschermkap over de handgreep naar boven
Verwijder de flensbouten (Pos. 2) en ringen (Pos. 3) met het boordgereedschap en pak de drukring
(Pos. 4) eraf.
Zet het zaagblad op de flens (Pos. 5) erin
Zet de drukring erop en draai de flensbout aan
Zet de beschermkap van het zaagblad erop en draai het met de bout (Pos. 1) vast
1
5
2
3
4
32/71
5.5. Aandrijfriem Spanning controleren
WAARSCHUWING
Snij- en knelverwondingen aan roterende riem
Lichaamsdelen en kleding kunnen naar binnen worden getrokken als ze in contact komen met de
riemaandrijving.
Gevaar voor snijwonden en knelverwondingen, tot amputaties toe.
Het verwijderen of openen van de riemafdekking of in de draaiende riemaandrijving grijpen is
verboden
Deze werkzaamheden mogen alleen bij stilstaande riemschijf en uitgeschakelde aandrijfmotor
worden uitgevoerd
Controle De riemspanning kan met een duimstok bij gesloten afdekking worden gecontroleerd.
Controle door drukproef
De riem moet ong.
een riemdikte meeveren.
Effecten
foutief gespannen
aandrijfriem:
Aandrijfriem te los:
De aandrijfriemen glijden op de schijf van de V-riem, geen of slechte krachtoverbrenging, overmatige
slijtage
Aandrijfriem te sterk gespannen:
Overmatige slijtage, sterke verwarming van de schijf van de V-riem met gevolgschade
33/71
5.6. V-riemen bijspannen
Snij-asriemen
bijspannen
1. Draai de bout (Pos. 8) los.
2. Draai de spanbout (Pos. 9) met de wijzers van de
klok mee.
3. Draai de bout (Pos. 8) stevig vast.
Aandrijfriemen
bijspannen
1. Draai de bouten (Pos. 5) los
2. Draai de borgmoer los
3. Draai de spanbout (Pos. 6) met de wijzers van de
klok mee.
4. Draai de bouten (Pos. 5) stevig vast
5. Draai de borgmoer vast
Hydrostaatriemen
bijspannen
De hydrostaatriem wordt met een veer automatisch gespannen. Desgewenst kan de spanning worden
aangepast. Verwijder voor de vervanging van de hydrostaatriem ook de afdekking (Pos.11).
Maak de achterste afdekking (pos. 10) met de 4-kant sleutel los en verwijder dit.
1. Draai de borgmoer los
2.
Draai de spanbout (Pos. 12) met de wijzers van de
klok mee.
3. Draai de borgmoer vast
10
11
9
8
5 6
12
34/71
5.7. V-riemen vervangen.
WAARSCHUWING
Snij- en knelverwondingen aan roterende riem
Lichaamsdelen en kleding kunnen naar binnen worden getrokken als ze in contact komen met de
riemaandrijving.
Gevaar voor snijwonden en knelverwondingen, tot amputaties toe.
Het verwijderen of openen van de riemafdekking of in de draaiende riemaandrijving grijpen is
verboden
Deze werkzaamheden mogen alleen bij stilstaande riemschijf en uitgeschakelde aandrijfmotor
worden uitgevoerd
LET OP
De riem vervangen
Enkel riemen van hetzelfde type en dezelfde fabrikant gebruiken. We raden ten zeerste aan om altijd alleen
complete riemsets te vervangen. Gelijktijdig gebruik van oude en nieuwe riemen halveert de levensduur van
nieuwe riemen.
Snij-asriem
Aandrijfriem
Aandrijfriem hydrostaat
6 x SPZ 1202 - ISO 1318 anti-statisch
1 x SPZ 1400
1 x SPA 832
Demontage 1. Draai de schroefverbindingen (Pos. 1) los
2. Verwijder de riemafdekking (Pos. 2), snij-asbekleding (Pos. 3) en afdekking (Pos. 4)
1
4
2
3
35/71
3. Draai de borgbout (pos. 5) los en ontspan de riem met behulp van de spanbout (pos. 6)
4. Verwijder de V-riem voor aandrijving (Pos. 7)
5. Maak de bout (Pos. 8) los en draai de riemschijf met de bout (Pos. 9) naar beneden.
6. De aandrijfriemen zijn ontspannen en kunnen verwijderd worden.
7. Leg de nieuwe riem erop en monteer het in omgekeerde volgorde
8
5 6
7
9
10
36/71
6.
WERKING
6.1. Veiligheid
Algemene regels
De voegsnijmachine mag maar door een persoon worden bediend.
Ander mensen uit het werkgebied verwijzen of een versperring oprichten.
Zolang de motor draait, mag de operator de machine niet verlaten.
Start de machine nooit wanneer het zaagblad op de grond staat.
De aandrijving wordt daarbij overbelast.
Corrigeer snijfouten niet "met geweld".
Dit beschadigt het zaagblad en de machine;
Schakel de machine nooit uit tijdens het snijden. Altijd eerst het blad uit de voeg heffen.
Bedien de machine niet in geval van vermoeidheid en uitputting of onder invloed van alcohol,
drugs of medicijnen.
Gebruik zaagbladen die alleen volgens type en maat geschikt zijn.
Gebruik NOOIT beschadigde zaagbladen.
Houd de machine schoon en gebruik ze alleen in een technisch perfecte staat.
Zorg voor een stabiele watertoevoer.
Verwijder alle obstakels uit het snijgebied.
Zorg voor goede verlichting 's nachts.
Maak enkel rechte sneden.
WAARSCHUWING
Giftige uitlaatgassen
De uitlaatgassen van de verbrandingsmotor bevatten koolmonoxide. Het is een onzichtbaar, geurloos en
smaakloos gas dat bewusteloosheid en verstikking kan veroorzaken. Het kan zich snel ophopen in krappe
ruimtes en daar urenlang blijven, zelfs nadat de motor is uitgeschakeld.
Gebruik nooit machines met verbrandingsmotoren in gesloten of krappe ruimtes
Als u duizelig of misselijk wordt, zet u de motor onmiddellijk af en gaat u in de frisse lucht.
Raadpleeg een arts. U kunt een koolmonoxidevergiftiging opgelopen hebben.
WAARSCHUWING
Gevaar door ondergrondse toevoerleidingen
Gevaar voor snijden in water-, elektriciteits-, gas- of telecommunicatielijnen.
Elektrische schokken, brandwonden, explosies en de onderbreking van noodoproepfaciliteiten zijn mogelijk.
Raadpleeg uw lokale autoriteiten voor gedetailleerde informatie over kabels en bedrading in het
werkgebied VOORDAT u gaat scheiden
Stel een plan voor noodgevallen op. Zorg dat het contactnummer van de openbare nutsbedrijven
beschikbaar is
Informeer de bevoegde openbare nutsbedrijven
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting
Kijk niet in het einde van beschadigde geleiders van lichtgolven
37/71
WAARSCHUWING
Gevaar door draaiend zaagblad
Ernstige snijwonden door draaiend zaagblad of weggeslingerde delen.
Enkel met gesloten beschermingskap snijden.
Veiligheidsafstand aanhouden.
Nooit het draaiende zaagblad aanraken.
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
WAARSCHUWING
Gevaar voor inbreken of omlaag vallen
Verwondingen door in de diepte te vallen bij onvoldoende draagvermogen van de ondergrond
Zorg ervoor dat het oppervlak waarop gesneden wordt, voldoende sterk is
Zorg er bij het snijden voor dat de voegsnijmachine en het personeel zich niet aan de af te snijden
zijde bevindt
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar
Motoronderdelen worden heet tijdens gebruik en kunnen brandwonden veroorzaken
Contact met de huid vermijden
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting
Laat de motor voor de werkzaamheden afkoelen
38/71
6.2. Startvoorbereidingen
Startvoorwaarden Om de voegsnijmachine veilig en doelgericht te gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden worden
voldaan:
De voegsnijmachine werd op beschadigingen, losse schroefverbindingen en op volledigheid van de
aangebouwde delen gecontroleerd
Het oliepeil van de motor werd gecontroleerd
Er zit genoeg brandstof in de tank
De voegsnijmachine is aan een watervoorziening aangesloten
Er is een geschikt zaagblad gemonteerd
De waterkoelsystemen werken
Er zijn geen personen of voorwerpen vlakbij het zaagblad
Het werkgebied is goed verlicht
6.3. Daalsnelheid instellen
De klep moet eerst volledig worden gesloten. Vervolgens geleidelijk openen in een poging
de juiste positie te vinden voor een geschikte daalsnelheid.
Sneller dalen
Langzamer dalen
6.4. Stel de bedieningspositie in
Stel de stuurstangen voor aanvang van de werkzaamheden in op een hoogte in die voor de operator geschikt
is.
Maak de borgschroef (Pos. 1) los en trek de stang eruit.
Schuif de stuurstangen naar de gewenste positie en bevestig dit met de borgschroef.
In de tweede pal van boven kan de stang helemaal door het frame worden geschoven.
1
39/71
6.5. Motor starten en stoppen
Dieselmotor starten
1. Blad opheffen - Geen bodemcontact!
2. Gashendel op stationaire positie
3. Voortstuwingshendel in de neutrale stand
4. Zet de contactsleutel op contact
5. Gloei de motor afhankelijk van de buitentemperatuur 3-10 seconden voor (maximaal 60 sec)
6. Motor starten
Let op de waarschuwingslampjes. Alle waarschuwingslampjes moeten bij draaiende motor uitgaan
7. Laat de motor minstens 3 minuten warm lopen
Benzinemotor starten
1. Blad opheffen - Geen bodemcontact!
2. Gashendel op stationaire positie
3. Voortstuwingshendel in de neutrale stand
4. Motor starten
Let op de waarschuwingslampjes. Alle waarschuwingslampjes moeten bij draaiende motor uitgaan
5. Laat de motor minstens 3 minuten warm lopen
LET OP
Startmotor niet overbelasten
Bedien de startmotor niet langer dan 30 seconden! Wacht daarna minstens 2 minuten totdat er een
nieuwe startpoging plaatsvindt. De startmotorwikkeling, kabels en accu kunnen anders oververhit raken.
40/71
6.6. Waarschuwingslampjes
LET OP
Foutmeldingen absoluut in acht nemen
Waarschuwingslampjes duiden op een storing in het systeem. Om schade aan de machine te voorkomen
moet de weergegeven fout onmiddellijk worden verholpen!
Storing accu / dynamo
Brand bij starten en dooft wanneer motor loopt.
Weergave bij draaiende motor = dynamo defect.
Controleer de generator
Let op: De starter en de zaagbladopheffing vallen uit als de accu leeg is
Waarschuwingslampje oliepeil
Licht rood op als het contact wordt ingeschakeld. Gaat uit na een succesvol opstartproces.
Als het waarschuwingslampje rood gaat branden terwijl de motor draait, is de motoroliedruk te laag.
Motor stoppen
Controleer het oliepeil en vul zo nodig olie bij (Zie ook de gebruiksaanwijzing van de
verbrandingsmotor)
Oververhitte motor / Temperatuur koelwater te hoog
Motor schakelt automatisch uit. Waarschuwingslampje knippert.
Laat de machine afkoelen, controleer het koelwaterpeil en vul zo nodig water bij.
ATTENTIE. De motor kan pas opnieuw worden gestart als het lampje niet meer knippert.
6.7. Toespoor instellen
Het zaagblad voor diepsnijden heeft de neiging de machine naar één kant te trekken.
Dit is volkomen normaal en kan gemakkelijk worden gecorrigeerd door de toespoorverstelling om een
rechte snede te garanderen.
Procedure Draai de instelbout:
Met de wijzers van de klok mee -> Voegsnijmachine loopt naar rechts
Tegen de wijzers van de klok in -> Voegsnijmachine loopt naar links
41/71
6.8. Snijden met de voegsnijmachine
WAARSCHUWING
Vernietiging van het zaagblad bij gebrek aan koelwater
Wordt het zaagblad voor de natte snede niet met voldoende koelwater gevoed, dan bestaat er gevaar voor
oververhitting en segmenten kunnen eruit breken. Het slijpstof wordt niet voldoende gebonden.
Zorg ervoor dat de koeling van het zaagblad gegarandeerd is
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting
WAARSCHUWING
Gevaar door snel dalen van het zaagblad
Het zaagblad kan worden beschadigd als het te snel wordt neergelaten. Er kunnen segmenten uitbreken en
delen kunnen in het rond vliegen.
Laat het zaagblad langzaam in het snijvlak zakken
Houd het veiligheidsgebied rond de snijlocatie vrij
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting
Let op een rechte snede om kantelen van het zaagblad te voorkomen.
Voer alle stuur- en besturingsopdrachten traag, gecontroleerd en soepel uit.
Als diepe sneden nodig zijn, dan moet dit in meerdere stappen worden gedaan.
Er moet eerst met een kleiner (breed) zaagblad worden voorgesneden en vervolgens worden nagesneden
met een groter(smal) zaagblad.
42/71
Snijden 1. Motor draait en is warm gelopen
2. Laat de peilstok met de kabel (Pos. 18) zakken en positioneer de voegsnijmachine.
3. Zet de steleenheid van het motortoerental op het maximale toerental (Pos. 9)
4. Activeer de watervoorziening.
5. Laat het zaagblad neer met de schakelaar in de joystick (Pos. 7) totdat het blad op het oppervlak
schuurt
en stel de snijdiepte-indicatie (Pos. 6) op nul in.
6. Laat het zaagblad met de schakelaar in de joystick (Pos. 7) langzaam tot de gewenste snijdiepte
zakken. Stel de daalsnelheid evt. in met behulp van de regulatorklep (Pos. 15).
7. Ontkoppel de parkeerrem met de hendel (Pos. 13).
8. Leid de voortstuwingsbeweging langzaam met de voorstuwingshendel (Pos. 7) in.
9. Pas de voortstuwingssnelheid aan de snijomstandigheden aan.
6
13
7
9
15
18
43/71
6.9. De voegsnijmachine verplaatsen
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door draaiend zaagblad
Door het draaiende zaagblad aan te raken kan kleding worden ingetrokken en kunnen ledematen worden
afgescheurd.
Verplaatsen van de machine buiten het gebied waarin werkzaamheden worden uitgevoerd moet
met niet-draaiend gereedschap worden uitgevoerd.
Tijdens het verplaatsen mag de operator de doelgerichte positie achter de stuurstangen niet
verlaten.
WAARSCHUWING
Gevaar in het werkgebied
De draaiende machine heeft een verwondingspotentieel als deze niet op een verantwoorde manier en in
overeenstemming met de specificaties wordt gebruikt.
De operator moet tijdens het snijden achter de stuurstangen blijven.
De voegsnijmachine mag maar door een persoon worden bediend, sommeer andere personen uit
het snijgebied of sluit dit gebied af.
Bij snij-onderbrekingen moet de parkeerrem altijd worden geactiveerd.
6.10. Naar vrijloop omschakelen
De aandrijving van de hydrostaat kan worden omzeild (by-pass) Met de oranje hendel kan tussen vrijloop en
actieve aandrijving worden omgeschakeld. In de vrijloop kan de machine handmatig worden verplaatst.
Vrijloop actief Voer de hendel eerst naar rechts en druk deze daarna naar onder en laat het in de onderste linker
stand inklikken.
Aandrijving actief Laat de hendel in de bovenste rechter positie inklikken
44/71
6.11. Voegsnijmachine neerzetten
De voegsnijmachine
neerzetten
Breng de voorstuwingshendel in neutrale stand.
Hijs het zaagblad met de joystick-schakelaar uit de voeg.
Activeer de parkeerrrem.
Sluit de watervoorziening aan.
Zet het motortoerentalpunt op stationair.
Schakel de motor uit en verwijder de contactsleutel.
45/71
6.12.
Omschakeling van rechts- naar links snijden
WAARSCHUWING
Snijverwondingen en intrekgevaar aan het roterende zaagblad
Het aanraken van het draaiende mes kan resulteren in snijwonden, afscheuren van ledematen en
brandwonden.
Het verwijderen of openen van het zaagblad of in het draaiende zaagblad grijpen is verboden
Tijdens werkzaamheden aan de kap of het zaagblad van de voegsnijmachine moet de motor
worden uitgeschakeld en worden beveiligd tegen onverwacht opnieuw opstarten.
Voorbereiding Zet het zaagblad in de bovenste positie en schakel daarna de dieselmotor uit.
Koppel de waterslang af
Procedure 1. Maak de borgschroef (C) los en pak de beschermkap van het zaagblad (B) eraf.
2. Demonteer het blad
3. Monteer de flensafdekking van de beschermkap van het zaagblad (B) aan de andere kant van de
kap.
4. Maak de flensafdekking (D) los en monteer deze aan de tegenover liggende kant
5. Monteer het zaagblad en drukring aan de andere kant
6. Zet de beschermkap van het zaagblad erop en borg het met de schroef (C)
7. Draai de dwarsstang van de peilstok met wijzer tot het zaagblad in een lijn is gebracht
D
A
B C
46/71
6.13. Bladopname uitbreiden
Moeten er meerdere of bredere zaagbladen worden gebruikt, dan moet het spangebied worden uitgebreid.
Voorbereiding Verwijder de beschermkap van het zaagblad
Verwijder de flensmoer met het boordgereedschap en pak de drukring eraf.
Ombouw Pak de aftrekeenheid uit de houder op de bedieningsconsole
Schroef de aftrekeenheid (A) in het midden van de zaagbladflens en verwijder de bladopname (B)
Vet de nieuwe bladopname (B*) in en leidt dit tot aan de aanslag
Uitbreiding van het
spangebied
(Optie)
Artikel-nr. Aanduiding
618731 Bladopname met een spangebied van 15 mm
Wordt er een andere bladopname gebruikt, dan moet er een langere bout voor de bevestiging van de
zaagbladflens worden gebruikt!
B
A
B*
47/71
6.14.
Zekeringen MC 400 D
Er worden standaard vlakke voertuigzekeringen type C volgens ISO 8820-3 gebruikt (ATO, blade-type).
Vervang zekeringen altijd door hetzelfde type.
Zekering
Nominale
stroom
Werking
F1 40 A Hoofdzekering
F2 30 A Motorzekering
F3 10 A Stopcontact
F4 10 A Stopcontact
F5 10 A Stopcontact
6.15.
Zekeringen MC 400 P
Er worden standaard vlakke voertuigzekeringen type C volgens ISO 8820-3 gebruikt (ATO, blade-type).
Vervang zekeringen altijd door hetzelfde type.
Zekering
Nominale
stroom
Werking
2 F1 10 A Hoofdzekering
F2 10 A Motorzekering
F3 10 A Stopcontact
F4 10 A Stopcontact
F5 10 A Stopcontact
KOHLER Motor A 10 A Controle
B 10 A Ontsteking
C 30 A Dynamo
48/71
6.16. Batterij/accu
12V 45Ah - 420A Startstroom (vervanging altijd door hetzelfde type)
Controleer de accuspanning regelmatig en laad de accu naar behoefte bij of vervang deze.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar en aantasting
Tijdens het opladen produceert de accu explosief knalgas. Accuzuur is bijtend.
Ontstekingsbronnen uit de buurt houden.
Let op de juiste polariteit.
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Voor aanvang van laswerkzaamheden aan de machine moet u altijd de negatieve pool van de accu
loskoppelen en de besturingselektronica indien mogelijk loskoppelen.
49/71
6.17. Luchtfilter: Filterpatroon vervangen
Het luchtfilter filtert de omgevingslucht en voorkomt het binnendringen van vreemde stoffen in de
verbrandingskamer. In de loop der tijd wordt het stof in het luchtfilter afgezet en vermindert de luchtstroom.
Het vermogen neemt af en de motor kan daardoor beschadigd raken.
We raden daarom aan om het luchtfilter regelmatig te controleren en eventueel te vervangen.
Staat van het filter
MC400D Het luchtfilter heeft een service-indicatie
Als in het kijkvenster (A) ROOD wordt weergegeven,
moet het luchtfilter direct worden onderhouden.
Een druk op het deksel (B) zet de indicatie terug.
Luchtfilter vervangen
MC 400D
Klemmen losmaken en deksel 4 verwijderen
Filterpatroon 3 verwijderen en behuizing
binnenin reinigen
Nieuw filterpatroon inzetten
Bevestig het deksel weer met klemmen
Luchtfilter vervangen
MC 400P
Maak de klemmen los en verwijder deksel K
Verwijder filterpatroon I en reinig de behuizing
binnenin
Nieuw filterpatroon inzetten
Bij elke 3e primaire vervanging van de
filterpatronen moet het secundaire
filterpatroon M mee vervangen worden.
B
A
50/71
6.18. Snijden met open geklapte beschermkap van het zaagblad
WAARSCHUWING
Snijden met open geklapte beschermkap van het zaagblad
Ernstige verwondingen door draaiend zaagblad of weggeslingerde delen.
Snijgedeelte van de machine vrij houden.
Nooit het draaiende zaagblad aanraken
Veiligheidshelm, werkschoenen en veiligheidsbril dragen
Zet de motor uit en wacht tot alle delen stil staan voordat er aan de zaagkap kan worden gewerkt.
Procedure Bij de voegsnijmachine kan de beschermkap van het zaagblad vooraan open
geklapt worden. Deze functie is vereist voor het vrij snijden van hoeken aan een
muur.
Aandrijfmotor afzetten en stilstand van alle onderdelen afwachten
Zijdelingse schroeven aan de beschermkap van het zaagblad losmaken (pos.
1)
Beschermkap van het zaagblad naar boven klappen
Schroeven (pos. 2) ter bevestiging vastdraaien
Start de aandrijfmotor en begin te snijden
Na het snijproces
Motor afzetten en stilstand van alle onderdelen afwachten
Beschermkap onmiddellijk sluiten en met schroeven beveiligen.
1
2
51/71
7.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door draaiende onderdelen
Ernstige verwondingen door roterend zaagblad of riemaandrijving
Onderhoud en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd als de machine is uitgeschakeld
Onderhoud en reparaties mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd
De machine moet tegen opnieuw inschakelen door andere personen worden beveiligd.
Beschadigde of onleesbare veiligheids-/ en waarschuwingsaanwijzingen moeten direct worden
vervangen.
Reinigen
Voor de bescherming van het verfoppervlak mogen geen scherpe reinigingsmiddelen worden gebruikt.
Gebruik voor de motor en schakelelementen geen hogedrukreiniger.
Reserveonderdelen Er mogen enkel originele reserveonderdelen van de fabrikant worden gebruikt.
7.1. Bedrijfsstoffen
MC 400D
Diesel De voegsnijmachine moet met zwavelvrije DIESEL (zog. ULSD <15 PPM) volgens EN 590 volgetankt werden.
Biodiesel B20 is ook toegestaan maar leidt tot hoger onderhoud.
De specificaties en de kwaliteitseisen staan in de gebruikshandleiding van de brandstofmotor.
Motorolie voor diesel De motor wordt door de fabrikant met motorolie SAE 10W-40 gevuld. (3,4 min 4,4l max)
Alleen motorolie die door de fabrikant API CK4, ACEA E9 of EFC-3 of hoger is vrijgegeven, mag worden
gebruikt.
De specificaties en de kwaliteitseisen staan in de gebruikshandleiding van de brandstofmotor.
Antivries
Perkins
Gebruik alleen koelmiddel-antivries dat aan de eisen van ASTM D6210 voldoet en meng 1:1 met water. De
fabrikant adviseert Perkins ELC.
Perkins ELC veroorlooft 6000 bedrijfsuren (3 jaar)
ASTM D6210 veroorlooft 3000 bedrijfsuren (2 jaar)
De details zijn in de gebruikshandleiding van de brandstofmotor aangegeven.
S≤15 mg/kg
52/71
MC 400P
Benzine De voegsnijmachine moet met loodvrije en zwavelvrije benzine volgens DIN EN 228 (ROZ 95 octaan)
volgetankt worden. De motor kan ook op E10 brandstof draaien. E15, E20 en E85 zijn NIET toegestaan.
De specificaties en de kwaliteitseisen staan in de gebruikshandleiding van de brandstofmotor.
Motorolie voor benzine De motor wordt door de fabrikant met motorolie SAE 10W-40 gevuld.
Alleen motorolie die door de fabrikant voor API SJ of beter is vrijgegeven, mag worden gebruikt.
De specificaties en de kwaliteitseisen staan in de gebruikshandleiding van de brandstofmotor.
Smeermiddelen Gebruik aan de smeernippels alleen kwaliteitsvet. Het gebruikte smeervet op de voegsnijmachine heeft de
aanduiding „Energrease LS2 BP“.
(Lithium-verzeept multipurpose-vet NLGI-klasse 2 volgens DIN 51818 / NLGI GC - LB Graad 2)
Hydraulische olie
hefcilinder
De gebruikte hydraulische vloeistof moet van HVLP-kwaliteit zijn (volgens DIN 51524-3 / ISO 6743/4) in de
ISO-viscositeitsklasse 68.
Transmissie-olie
hydrostaat
De transmissie wordt door de fabrikant met motorolie SAE 20W-50 gevuld. (ca. 2l)
De specificaties en de kwaliteitseisen staan in de gebruikshandleiding van de fabrikant van de transmissie.
Water De waterdruk in de toevoerleiding mag niet hoger zijn dan 5 bar. Gebruik eventueel een reduceerklep.
Deze informatie heeft betrekking op de gebruikelijke gebruiks- en omgevingsomstandigheden.
Voor gebruik onder extreme klimatologische omstandigheden kunnen andere specificaties vereist zijn.
De informatie in de gebruiksaanwijzing van de motorfabrikant moet absoluut in acht worden genomen.
53/71
7.2. Onderhoud MC 400 D
Voor elk gebruik Voer een visuele controle op herkenbare schade en gebreken uit
Controle van de veiligheidsinrichting
Controleer het vulpeil van de motorolie
Controleer het luchtfilter van de service-indicatie
Controleer het koelwaterpeil
Controleer de spanning van de V-riem
Na elk gebruik Reinig de voegsnijmachine grondig
Smeer het snij-aslager
Elke 50h Waterafscheider controleren/leeg maken
Voorfilter brandstof controleren
Smeerpunten insmeren
Elke 250h Riemen van de dynamo en de ventilator controleren
Elke 500h Koelmiddel Additiv toevoegen
Motorolie en filter vervangen
Luchtfilterelement vervangen (naar behoefte eerder)
Alle brandstoffilters vervangen
Koelerribben reinigen (naar behoefte eerder)
Hydraulische leidingen en schroefverbindingen controleren
Elke 1000h Riemen van de dynamo en van de ventilator vervangen
Allemaal boven de 1000h Zie gebruikshandleiding motorfabrikant
De onderhoudsinformatie heeft betrekking op het normale, beoogde gebruik. Bij gebruik onder extreme klimatologische omstandigheden of
bij continu gebruik moeten de service-intervallen overeenkomstig worden aangepast.
54/71
7.3. Onderhoud MC 400 P
Voor elk gebruik Voer een visuele controle op herkenbare schade en gebreken uit
Controle van de veiligheidsinrichting
Controleer het vulpeil van de motorolie
Controleer het luchtfilter van de service-indicatie
Controleer de spanning van de V-riem
Na elk gebruik Reinig de voegsnijmachine grondig
Smeer het snij-aslager
Elke 50h Smeerpunten insmeren
Elke 100h Motorolie en filter vervangen
Koelerribben reinigen (naar behoefte eerder)
Elke 150h Controleer het luchtfilterelement (vervang indien gewenst)
EFI Brandstoffilter vervangen
Koelerribben oliekoeler reinigen (naar behoefte eerder)
Elke 200h Oliefilter vervangen
Elke 300h Luchtfilterelement vervangen, secundair luchtfilterelement controleren
Elke 250h Riemen van de dynamo en de ventilator controleren
Elke 500h Bougies vervangen
Elke 600h Secundair luchtfilterelement vervangen
De onderhoudsinformatie heeft betrekking op het normale, beoogde gebruik. Bij gebruik onder extreme klimatologische omstandigheden of
bij continu gebruik moeten de service-intervallen overeenkomstig worden aangepast.
55/71
7.4. Oliepeil controleren
Controleer het oliepeil dagelijks voor aanvang van de werkzaamheden.
MC400D
MC400P
Procedure Oliepeil met oliepeilstok (Pos. 1) controleren.
Open de klep (Pos. 2) indien gewenst en vul olie via de daaronder liggende opening erin.
Niets morsen. Niet overvullen.
2
1
1
2
56/71
7.5. Ontlucht hydrostatische aandrijving
De hydrostatische aandrijving moet ontlucht worden:
- tijdens de eerste inbedrijfstelling bij de klant
- Na lang transport
- Na langere stilstand > 1 maand
- In geval van storing in de tractieaandrijving
WAARSCHUWING
Trek- en pletgevaar
Ernstig letsel door contact met draaiende wielen en open riemaandrijvingen en Risico op verlies van
stabiliteit door onjuist opvijzelen.
Onderhoud en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
Het gebied rond de machine moet worden vrijgehouden.
Krik de machine altijd veilig op
Ontlucht
hydrostatische
aandrijving
Krik de vloersnijder veilig op.
De aandrijfwielen moeten vrij lopen.
1. Duw de hendel omlaag om de bypassklep te
openen.
2. Laat de motor draaien met ¾ gasklepstand.
3. Beweeg de joystick 5 tot 6 keer langzaam naar
voren en naar achteren. Hef de hendel op om de
bypassklep te sluiten en herhaal de procedure.
4. Controleer het oliepeil en herhaal de procedure
indien nodig.
57/71
7.6. Motorolie aftappen
LET OP
Motorolie veilig afvoeren
Vermijd milieuvervuiling en houd rekening met landspecifieke voorschriften.
Bij het aftappen van de motorolie moet er een opvangbak worden geplaatst
Voer oude motorolie vakkundig en milieubewust bij een afvoerbedrijf af.
Neem de gebruiksaanwijzing van de motorfabrikant in acht die bij elke machine wordt geleverd,
en in het bijzonder de veiligheids- en onderhoudsinstructies!
Om de motorolie te verversen, moet de bedrijfstemperatuur (olietemperatuur ong. 80 °C) hebben bereikt.
Procedure Zet de machine met het hydraulische mechanisme naar boven tot de motor horizontaal staat.
Schakel de motor van de voegsnijmachine uit.
Voer de aftapslang uit het frame (MC400D op de ondergrond)
Schroef het beschermingsdeksel (Pos. 1) van de olie-aftapslang af.
Tap oude olie in de opvangbak af en voer het volgens de voorschriften af
1
D
P
58/71
7.7. Smeerpunten
Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moet de verbrandingsmotor worden uitgeschakeld.
Machine tegen onopzettelijk opnieuw inschakelen beveiligen.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden onder de machine moet het apparaat met een kraan worden beveiligd.
1
Na elk gebruik
Overige
Elke 100h:
1
59/71
7.8. Opslagcondities
MC 400D
De machine moet schoon, droog en vorstvrij worden opgeslagen. Klem de negatieve pool van de accu af. Bij
langere stilstandstijden moet de krukas van de motor elke 6 maanden minstens 180° gedraaid worden om
de veerspanning van de ventielen opnieuw te verdelen. Bij opslag van meer dan 6 maanden moet de
motorolie worden afgetapt.
MC400P De machine moet schoon, droog en vorstvrij worden opgeslagen. Klem de negatieve pool van de accu af. Bij
stilstandstijden van meer dan 2 maanden, moet de brandstof Kohler PRO Additiv erbij worden gevoegd en
de machine moet 2-3 minuten draaien. Vervang de olie bij nog warme motor. Demonteer de bougie en voeg
een theelepel motorolie in de cilinder en laat de motor een keer doordraaien.
7.9. Fouten oplossen
Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moet de verbrandingsmotor worden uitgeschakeld.
Machine tegen onopzettelijk opnieuw inschakelen beveiligen.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
LET OP
Bij snijproblemen eerst de volgende punten controleren:
Zaagblad bot of defect?
Te weinig water om het zaagblad te koelen?
Keuze van het zaagblad juist?
Vol vermogen resp. toerental van de motor?
Fouten Mogelijke oorzaak Oplossing
Gering snijvermogen Zaagblad is bot Zaagblad vervangen
te weinig koelwater Controleer/spoel de watervoorziening
V-riemen slippen V-riemen bijspannen
Dieselmotor geeft niet het volle vermogen Controleer het luchtfilter, controleer het brandstoffilter,
zie gebruikshandleiding van de dieselmotor
Voegsnijmachine start niet Brandstoftank leeg Vul brandstof bij
Brandstoffilter vervuild Demonteer en reinig het brandstoffilter
Voortstuwingshendel in verkeerde stand Voortstuwingshendel in middenpositie plaatsen
Accu leeg Laad de accu op, controleer de generator
(P) Probleem met het benzine-
injectiesysteem
Zet het contact 3 keer aan zonder de motor te starten.
Lees de knipperende code op het
waarschuwingslampje
van de alternator af. Zie KOHLER gebruiksaanwijzing
vanaf pagina 44.
Voegsnijmachine kan niet worden
opgetild
Hydraulische tank leeg Hydraulische tank vullen
Hydraulische pomp defect Hydraulische pomp vervangen
Accu leeg
Zekering geactiveerd
Accu laden of vervangen
Controleer de zekering, vervang evt.
60/71
7.10. Onderhoudsschema
Dit hoofdstuk moet als bewijs dienen voor het reeds geleverde onderhoud en als serviceboek dienen.
Alle onderhouds- en servicewerkzaamheden moeten als bewijs worden ingevoerd.
Machine/Type: Serienummer/bouwjaar:
Datum Uitgevoerde onderhouds- en servicewerkzaamheden Datum/Handtekening
61/71
8.
GEREEDSCHAPPEN
Omtreksnelheid m/s
Toerental min-1
Diameter diamantslijpschijf in mm
Kenmerk voor asfalt
Kenmerk voor beton
Alle gereedschappen voor diamantgereedschap worden met een kleur gemarkeerd. Afhankelijk van de
toepassing en het toepassingsgebied verschillen de werktuigen. Voor de beste resultaten moeten de
parameters correct zijn. Met dit diagram kan het optimale snijvermogen worden bepaald.
De prijzen van de gereedschappen kunnen worden bepaald in het verkoopboekje van LISSMAC. Dit
verkoopboekje is te allen tijde beschikbaar bij de fabrikant.
Opslag van
gereedschap
De gebruikte gereedschappen moeten tegen vocht worden beschermd.
De bevestigde segmenten rond het zaagblad moeten worden beschermd tegen beschadiging.
62/71
9.
VRIJWARING
De garantie voor deze machine bedraagt 12 maanden. Voor de onderstaande vermelde slijtage gevoelige delen
wordt alleen garantie verleend indien de slijtage niet bedrijfsgebonden is.
Slijtagegevoelige delen die bij doelgericht gebruik van de machines bloot staan aan bedrijfsgebonden slijtage.
De slijtagetijd is niet uniform definieerbaar, deze verschilt volgens de gebruiksfrequentie. De slijtagegevoelige
delen moeten apparaat-specifiek volgens de gebruikshandleiding van de fabrikant worden onderhouden,
ingesteld en evt. worden vervangen.
Een bedrijfsgebonden slijtage beperkt zich niet tot aanspraken op gebreken.
Voortstuwings- en aandrijfelementen zoals tandheugels, tandwielen, rondsels, spindelmoeren,
spindellagers, kabels, kettingen, kettingwielen, riemen.
Pakkingen, kabels, slangen, manchetten, stekkers, koppelingen en schakelaars voor pneumatiek,
hydrauliek, water, elektriciteit, brandstof.
Geleidingselementen zoals geleidingsstroken, geleidingsbussen, geleidingsrails, rollen, lagers,
glijbeschermingssteunvlakken.
Spanelementen van snel scheidingssystemen
Spoelkoppakkingen
Glij- en walslagers die niet in het oliebad lopen
As afdichtringen en afdichtelementen
Wrijf- en overbelastingskoppelingen, reminrichtingen
Koolborstels, collectoren
Makkelijk loskomende ringen
Regelspanningsmeter en handmatige schakelelementen
Zekeringen en lampen
Hulp- en bedrijfsstoffen
Bevestigingselementen zoals deuvels, ankers en bouten
Bowden-kabels
Lamellen
Membranen
Bougies, gloeibougies
Afdichtborstels, afdichtrubber, spuitbeschermdoek
Filters van alle types
Aandrijf, omkeerrollen en bandages
Loop- en aandrijfwielen
Waterpompen
Transportrollen snijmateriaal
Boor-, scheidings- en snijwerktuigen
Rubberen afstrijker
Naaldvilt-bescherming
Energieopslag
63/71
Vertaling van de Originele EU-
conformiteitsverklaring
Deze EU-conformiteitsverklaring geldt voor de volgende machine:
LISSMAC Voegsnijmachine MULTICUT 400 D en MULTICUT 400 P
Deze verklaring heeft alleen betrekking op de machine in de toestand waarin zij in het verkeer
werd gebracht; er wordt geen rekening gehouden met delen en / uitgevoerde ingrepen die later
door de eindgebruiker werden aangebracht. In uitsluitende verantwoording wordt bevestigd dat
de machine voldoet aan de betreffende bepalingen van de richtlijnen 2006/42/EG en 2000/14/EG.
Fabrikant: LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Het bewaren van de technische documentatie gebeurt door
LISSMAC Maschinenbau GmbH, D-88410 Bad Wurzach
Gevolmachtigde documentatie: Hoofd Constructie / Technische documentatie
Beschrijving van de
machine:
De voegsnijmachine is uitsluitend ontworpen voor het snijden van voegen in beton of asfalt met
een diamantgereedschap.
MULTICUT 400 D MC 400 P
Snijdiepte max. 315 mm
max. zaagblad Ø 800 mm
Zaagbladopname 25,4 mm
Aandrijfmotor Perkins 3-cilinder Diesel Kohler 2-cilinder Benzine
Nominale toerental
type
1490 1/min 1600 1/min
Gewicht 458 kg 416 kg
Geharmoniseerde normen: EN 13862:2010-03
EN ISO 12100:2011-03
EN 60204-1; VDE 0113-1/A1:2009-10
Wettelijk gevolmachtigde: LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
88410 Bad Wurzach
Tel.: +49 (0) 7564 / 307 - 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 - 500
Mail: lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Bad Wurzach, 01-03-2021
……………………………..
Dr. Hinrich Dohrmann
(Bedrijfsleider)
64/71
10. SCHAKELSCHEMA
65/71
66/71
67/71
68/71
69/71
70/71
71/71
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71

Lissmac MULTICUT 400 D P de handleiding

Type
de handleiding