MQ Multiquip SP2-CE-SERIES Handleiding

Type
Handleiding
STREET PRO 2
bETOn-/aSfalTzaag
aangEdREvEn dOOR bEnzinE
Diamond Back
mOdEllEn
SP2 CE13h20
SP2 SCE13h20
SP2 SCE20h20
Revisie #6 (09/08/06)
DEZE HANDLEIDING MOET TE ALLEN TIJDE BIJ HET APPARAAT WORDEN BEWAARD.
OPGELET!
De SP2 CE‑zaag bedieningsinformatie die deze
handleiding bevat, kan worden gebruikt voor de STOW
Cutter 3 zaag. Beide zaagmodellen hebben identieke
bedieningsprocedures en verschillen uitsluitend in kleur.
Ga naar onze website op:
www.multiquip.com voor de meest
recente revisie van deze publicatie
gEbRUiKShandlEiding
PAGINA 2 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — WAARSCHUWINGEN VOOR BLOOTSTELLING AAN BRANDSTOF EN CHEM. MIDDELEN
WAARSCHUWING
De uitlaat van de benzinemotor en enkele
behorende bestanddelen en stof dat
ontstaat zandstralen, zagen, slijpen,
boren en overige constructie-activiteiten
bevatten chemicaliën die bekend staan
als veroorzaker van kanker, afwijkingen
geboortes en overige voortplantings-
gebonden afwijkingen.
Enkele voorbeelden van deze chemicaliën
zijn:
Lood van op lood gebaseerde verven.
Kristallijn silica van bakstenen.
Cement en overige metselproducten.
Arseen en chroom van chemisch
behandeld hout.
Uw risico op blootstelling hieraan, is afhan-
kelijk van hoe vaak u dit soort werkzaam-
heden uitvoert. Om blootstelling aan deze
chemicaliën te beperken: ALTIJD in een
goed geventileerde ruimte werken en met
goedgekeurde veilige apparatuur, zoals
stofmaskers die specifiek zijn ontworpen
om microscopische deeltjes te filteren.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 3
MQ SP2 CE-ZAAG — WAARSCHUWINGEN VOOR SILICOSE/LUCHTWEGEN
WAARSCHUWING VOOR SILICOSE
Slijpen/snijden/boren van metselwerk, beton, metaal en
overige materialen met silica in samenstelling kan stof
of nevel afgeven die kristallijn silica bevat. Silica is een
basiscomponent van zand, kwarts, baksteen, graniet en
een groot aantal overige mineralen en stenen. Herhaalde
en/of substantiële inhalatie van vrijgekomen kristallijn
silica kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken aan de
luchtwegen, waaronder silicose. Daarnaast hebben
Californië en enkele overige overheidsinstanties respirabel
kristallijn silica beoordeeld als een substantie die kanker
kan veroorzaken. het snijden van dergelijke materialen
dient u altijd bovenstaande voorzorgsmaatregelen inzake
de luchtwegen in acht te nemen.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
RISICO'S VOOR DE LUCHTWEGEN
Slijpen/snijden/boren van metselwerk, beton, metaal
en overige materialen kan stof, nevel en dampen
genereren die chemicaliën bevatten die bekend staan als
veroorzakers van ernstig of dodelijk letsel door ziekte, zoals
aandoeningen aan de luchtwegen, kanker, afwijkingen
de geboorte of overige voortplantingsgebonden
afwijkingen. Als u niet bekend bent met de risico's die
samenhangen met een bepaald proces en/of materiaal
dat moet worden gesneden of met de samenstelling
van het te gebruiken gereedschap, dient u het
materiaalgegevensblad te bekijken en/of uw werkgever,
de producent van het materiaal of de leverancier,
overheidsinstanties, zoals OSHA en NIOSH en overige
bronnen van gevaarlijke materialen te raadplegen.
Californië en enkele overige overheidsinstanties hebben
bijv. lijsten gepubliceerd van substanties waarvan bekend
is dat ze kanker, voortplantingsvergiftiging of overige
schadelijke effecten kunnen veroorzaken.
Stof, nevel en dampen zoveel mogelijk de bron beperken.
Maak hiertoe gebruik van goede werkpraktijken en volg
de aanbevelingen van de producenten of leveranciers,
OSHA/NIOSH en beroeps- en handelsverenigingen op.
Voor stofonderdrukking moet water worden gebruikt als
natsnijden uitvoerbaar is. Als de risico's op inademing van
stof, nevel en dampen niet kunnen worden voorkomen,
moeten de operator en enige omstanders altijd een
respirator dragen die goedgekeurd is door NIOSH/MSHA
voor de te gebruiken materialen.
PAGINA 4 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — INHOUDSOPGAVE
mQ SP2 CE STREET
PRO-SERiE zaag
Waarschuwingen voor blootstelling
aan brandstof en chemische middelen ...........................2
Waarschuwingen voor silicose/luchtwegen ..................... 3
Inhoudsopgave ................................................................ 4
Zaag specificaties ............................................................ 5
Motor specificaties ........................................................... 6
Afmetingen ...................................................................... 7
Waarschuwingssymbolen veiligheidsinstructies ...........8‑9
Voorschriften voor veilige bediening .........................10‑12
Algemene informatie ...................................................... 13
Belangrijke componenten .............................................. 14
13 PK Motorcomponenten ............................................. 15
20 PK Motorcomponenten ............................................. 16
Inspectie ..................................................................17‑19
Inspectie van blad .......................................................... 20
Inspectie blad plaatsing ............................................21‑22
Inspectie beveiligingen, afdekkingen en V‑riemen ......... 23
Inspectie V‑riemen en watertank ................................... 24
Inspectie afstellingen ..................................................... 25
Handmatig opstartprocedure (13 PK Honda motor) .....26‑28
Elektrisch starten (20 PK Honda motor) ...................29‑30
Bediening ..................................................................31‑34
Procedures uitschakelen ...............................................35
Onderhoud ................................................................36‑41
13 PK Motor bekabelingsdiagram .................................42
20 PK Motor bekabelingsdiagram .................................43
Probleemoplossing (motor) ......................................44‑45
Probleemoplossing (blad) .............................................. 46
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 5
MQ SP2 CE-ZAAG — SPECIFICATIES
* Nominaal gewicht: gewicht zonder blad, alle vloeistoftanken leeg, enige optionele onderdelen
verwijderd.
** Maximaal bedieningsgewicht: incl. blad, alle vloeistoftanken vol, enige noodzakelijke componenten
geïnstalleerd.
*** Trilling hand/arm (bij handgreep) resulteert bij het snijden van gehard beton met de SP2 CE‑zaag
op een diepte van 38,1 mm (1‑1/2 in.) met een 508 mm (20 in.) blad bij VOL GAS.
Tabel 1. Specificaties
SP2 (duw) SP2 (zelfrijdend)
Zaag
SP213H20A SP2S20H20A
Bladcapaciteit
508 mm (50,80 cm)
Snijdiepte
191 mm (19,05 cm)
Arbor-diameter
25,4 mm (2,54 cm)
Voorwielen
125 mm dia. x 50 mm breed (5 in. x 2 in.)
Achterwielen
203 mm dia. x 50 mm breed (20,32 cm x 2 in.)
Nominaal gewicht*
141 kg (310 lbs) 173 kg (380 lbs)
Maximaal bedieningsgewicht**
kg (lbs)
170 kg (373 lbs) 201 kg (443 lbs)
Geluidsdruk bij positie van
bestuurder
96 dB 88,8 dB
Hand/Arm trilling
(bij handgreep)***
9,81 ms
‑2
5,61 ms
‑2
Motor
Honda 13 PK
GX390K1QWT2
Benzinemotor
Honda 20 PK
GX690TXF2
Benzinemotor
PAGINA 6 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — MOTORSPECIFICATIES
TABEL 2. MOTORSPECIFICATIES
Motormodel
Honda GX390K1QWT2 Honda GX620TXF2
Motortype
Luchtgekoelde 4‑takt, enkele cilinder,
OHV Horizontale asmotor
Luchtgekoelde 4‑takt OHV 90°
V‑twin; horizontale as
Boring x slag
88 mm x 64 mm (3,5 in. x 2,5 in.) 77 x 66 mm (3,0 x 2,6 in)
Verplaatsing
389 cc (23,7 cu. in.) 614 cc (37,4 cu. in.)
Maximaal uitgangsvermogen
13 PK / 3.600 tpm 20 PK / 3.600 tpm
Maximale koppel
2,7 kg‑m (2.500 tpm)
19,5 ft‑lbs (2.500 tpm)
4,50 kgf‑m (2.500 tpm)
990,60 cm‑lbs (2.500 tpm)
Stationair
1.400 + 150 tpm 1.400 + 150 tpm
Maximum onbelast TPM
3.600 + 100 tpm 3.600 + 100 tpm
Specifiek brandstofverbruik
3,785 liter/u. (1 gal./u.) 5,82 liter/u. (1,54 gal./u.)
Capaciteit brandstoftank
6.5 liter (1,72 gallon) 8,32 liter (2,20 gallon)
Oliecapaciteit carter
1,1 liter (2,32 pint) 1,50 liter (3,18 pint)
Systeem opstarten
Terugslag start Elektrische start
Elektrodenafstand van bougie
0,70 ‑ 0,78 mm (0,028 ‑ 0,031 in.) 0,70 ‑ 0,78 mm (0,028 ‑ 0,031 in.)
Luchtreiniger
Cycloontype Dual Element
Droog gewicht
31 kg (68,4 lbs) 42 kg (92,6 lbs)
Afmetingen (H x B x D)
380 x 450 x 443 mm
(15,0 x 17,7 x 17,4 in.)
388 x 457 x 452 mm
(15,3 x 18 x 45,21 cm.)
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 7
MQ SP2 CE-ZAAG — AFMETINGEN
Afbeelding 1. SP2 CE-afmetingen
TABEL 3. AFMETINGEN
REFEREN-
TIEBRIEF
OMSCHRIJVING
AFMETINGEN
IN. (MM)
A Max. hoogte (handgrepen volledig omlaag gebracht & voorste regelwiel geheven) 914 mm (91,44 cm)
B Max. hoogte handgreep (volledig geheven) 1.016 mm (101,60 cm)
C Max. lengte (handgrepen & voorste regelwiel volledig geheven) 1.092 mm (109,22 cm)
D Max. lengte (handgrepen volledig omhoog gebracht & voorste regelwiel neergelaten) 1.727 mm (172,72 cm)
E Max. breedte handgreep 610 mm (60,96 cm)
F Max. breedte 622 mm (62,23 cm)
G Basis achterwiel 406 mm (40,64 cm)
H Basis voorwiel 356 mm (35,56 cm)
Verpakkingsafmetingen (H x B x D): 1194 x 762 x 1118 mm (47 x 30 x 44 in.)
PAGINA 8 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — WAARSCHUWINGSSYMBOLEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
De gebruikshandleiding is opge
steld om instructies voor de veilige
en efficiënte bediening van de MQ
SP2 CE‑Serie beton‑/asfaltzagen te
leveren. Voor onderhoudsinformatie
van de motor, dient u de instructies
van de fabrikant van de motor te
raadplegen voor gegevens betref
fende een veilige bediening.
Voordat een van de MQ-Serie Slab zagen in gebruik wordt
genomen, dient u te garanderen dat de gebruiker alle in-
structies in deze handlelding heeft gelezen, begrepen en in
acht neemt.
Benzine is uiterst ontvlamblaar en de dampen
kunnen een explosie veroorzaken als deze
worden ontstoken.Start de motor NIET nabij
gemorste brandstof of brandbare vloeistoffen.
Vul de brandstoftank NIET bij als de motor
draait of heet is. Vul de tank NIET te vol:
gemorste brandstof kan ontsteken als deze
in contact komt met hete motoronderdelen of
vonken van het ontstekingssysteem. Bewaar
brandstof in goedgekeurde containers, in goed‑
geventileerde omgevingen en uit de buurt van
vonken en vlammen. Gebruik NOOIT brandstof
als reinigingsmiddel.
LET OP:
De veiligheidsvoorschriften moeten te allen tijde in acht worden
genomen tijdens het bedienen van deze apparatuur. Het nalaten
om de veiligheids‑ en bedieningsinstructies te lezen, te begrijpen
en in acht te nemen, kan leiden tot letsel bij uzelf of anderen.
De drie (3) veiligheidsinstructies die hieronder worden weergege
ven, stellen u op de hoogte van eventuele risico's waardoor u of
anderen letsel kunnen oplopen. De veiligheidsinstructies adres‑
seren met name de mate van blootstelling aan de gebruiker en
worden voorafgegaan door een van de drie woorden: GEVAAR,
WAARSCHUWING, of LET OP.
Naar mogelijke risico's die gekoppeld zijn aan de bediening van de
MQ SP2‑Serie Slab zaag worden gerefereerd met ''Gevaarsym‑
bolen'' die in deze handleiding kunnen worden weergegeven en in
combinatie met ''Veiligheidsinstructie waarschuwingssymbolen''
Motorcomponenten kunnen extreme hitte
genereren. Om bandwonden te voorkomen,
mag u deze gedeeltes NIET aanraken als
de motor draait of direct na gebruik. Gebruik
NOOIT de motor als de warmteschilden of
warmteafdekkingen zijn verwijderd.
Bedien het apparaat NOOIT als de afdekkin
gen of schilden zijn verwijderd. Houd vingers,
handen, haar en kleding uit de buurt van
alle beweegbare onderdelen om letsels te
vermijden.
De uitlaatgassen van de motor bestaan uit
giftige koolmonoxide. Dit gas is kleur en
geurloos en kan dodelijk zijn als het wordt
ingeademd. Bedien deze apparatuur NOOIT
in een afgesloten ruimte of gesloten omgeving
waar geen of nagenoeg geen frisse lucht wordt
aangevoerd.
LET OP
U KUNT een letsel OPLOPEN als u deze instructies
NIET in acht neemt.
WAARSCHUWING
U KUNT een DODELIJK of ERNSTIG LETSEL oplopen
als u deze instructies NIET in acht neemt.
GEVAAR
U ZULT een DODELIJK of ERNSTIG LETSEL KUNNEN
OPLOPEN als u deze instructies NIET in acht neemt.
WAARSCHUWINGSSYMBOLEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
VOOR UW VEILIGHEID EN DE VEILIGHEID VAN ANDEREN!
GEVAARSYMBOLEN
Dodelijke uitlaatgassen
Explosieve brandstof
Brandwondengevaar
Roterende onderdelen
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 9
MQ SP2 CE-ZAAG — WAARSCHUWINGSSYMBOLEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Bedien de zaag NOOIT zonder dat de bladbe‑
veiligingen en afdekkingen zijn geplaatst. Neem
de veiligheidsrichtlijnen of overige geldende
lokale voorschriften in acht.
Zet de motor ALTIJD met de AAN/UIT
schakelaar in de UIT‑positie als de zaag niet
in gebruik is.
Breng NOOIT wijzigingen aan in de fabrieksin
stellingen met de motorregelaar. Hierdoor kan
persoonlijk letsel of schade aan de motor of
apparatuur optreden als het snelheidsbereik
boven de toegestane maximumsnelheid komt.
Draag ALTIJD goedgekeurde respiratorbescher
ming.
Draag ALTIJD goedgekeurde oog‑ en ge‑
hoorbescherming.
Overige belangrijke berichten die in deze handleiding worden
verstrekt, helpen schade aan uw betonzaag, overige eigendom‑
men of de omgeving te voorkomen.
Onvoorzien starten
Te hoge snelheden
Roterend blad Berichten betreffende schade aan apparaat
Risico's voor zicht en gehoor
Risico's voor de luchtwegen
LET OP
Deze beton‑/asfaltzaag, overige eigendom of de
omgeving kan schade oplopen als u de instructies niet
in acht neemt.
WAARSCHUWING
Om letsel en schade aan apparatuur te vermijden, dient
u ALTIJD de inhoud van de gebruikshandleiding te lezen
en te begrijpen voordat u het apparaat gaat bedienen.
WAARSCHUWING
Om letsel te
vermijden, MOET u de
gebruikshandleiding
lezen en begrijpen
voordat u deze machine
gaat gebruiken.
Deze machine mag
uitsluitend worden
bediend door
gekwalificeerd personeel.
Vraag, indien nodig,
om training.
P/N35137
PAGINA 10 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
De volgende veiligheidsrichtlijnen moeten altijd in acht worden
genomen bij het bedienen van de SP 2.
VEILIGHEID
Bedien de zaag NIET en voer geen on
derhoud uit als u deze handleiding niet
hebt gelezen. De handleiding moet voor de
gebruiker beschikbaar en toegankelijk zijn.
Dit apparaat mag niet worden bediend door personen die de
wettelijke minimumleeftijd nog niet hebben bereikt.
Gebruik deze machine NOOIT voor enig ander doeleinde
dan in deze handleiding is omschreven.
Bedien de zaag NOOIT zonder de juiste veiligheidskleding,
barstbestendige brillen, laarzen met stalen neuzen en overige
veiligheidsapparaten die voor de werkzaamheden vereist zijn.
Bedien de zaag NOOIT in een explo‑
siegevoelige omgeving waar dampen
aanwezig zijn of nabij brandbare
materialen. Een explosie of brand kan
resulteren in ernstig lichamelijk letsel
of zelfs dodelijk letsel.
Raak NOOIT het hete uitlaatspruitstuk,
de geluidsdemper of cilinder aan. Laat
deze onderdelen eerst afkoelen voordat
u onderhoud aan de zaag gaat uitvoe‑
ren.
De motor van deze zaag vereist een adequate aanvoer van
koele lucht. Bedien de zaag NOOIT in een afgesloten of
kleine ruimte waar de aanvoer van
frisse lucht beperkt is. Als de lucht‑
aanvoer beperkt is, zal dit ernstige
schade kunnen veroorzaken aan
de zaagmotor en kan dit leiden tot
persoonlijke letsels. Vergeet niet dat
de zaagmotor DODELIJKE kool‑
monoxidegas uitstoot.
Hoge temperaturen Laat de motor afkoelen voordat u
brandstof bijvult of onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoe‑
ren. Aanraking met hete! componenten kan ernstige brand‑
wonden veroorzaken.
Vul de brandstof ALTIJD bij in een goed‑geventileerde ruimte,
buiten het bereik van vonken en open vuur.
Gebruik ALTIJD uiterste zorgvuldigheid bij het werken met
ontvlambare vloeistoffen. Als brandstof moet worden bijge‑
vuld, STOPT u de motor en laat u deze eerst afkoelen.
MQ SP2 CE SAW — VOORSCHRIFTEN VOOR VEILIGE BEDIENING
VOORSCHRIFTEN VOOR VEILIGE BEDIENING
Vervang het naambordje, de bedienings‑ en veiligheidsmar‑
keringen als deze moeilijk leesbaar worden.
Controleer ALTIJD de zaag op losse hardware zoals moeren
en bouten voordat u begint.
Gebruik NOOIT accessoires of bijlagen die niet voor dit ap‑
paraat worden aanbevolen door Multiquip. Dit kan leiden tot
schade aan apparatuur en/of verwonding van de gebruiker.
De producent accepteert geen verantwoordelijkheid voor
enig ongeval door wijzigingen aan het apparaat. Onbevoegde
wijzigingen aan het apparaat zullen alle aanspraak op garantie
doen vervallen. Enige wijzigingen die kunnen leiden tot een
wijziging in de originele kenmerken van de machine mogen
uitsluitend worden aangebracht door de producent die zal
bevestigen dat de machine voldoet aan de desbetreffende
veiligheidsvoorschriften.
NOOIT roken in de nabijheid van de
machine. Door de brandstofdampen of
als brandstof wordt gemorst op een hete!
motor kan brand of explosie ontstaan.
Het vullen tot de vulpoort is gevaarlijk omdat hierdoor brandstof
kan worden gemorst.
Gebruik NOOIT brandstof als reinigingsmiddel.
Bedien dit apparaat NOOIT als u zich vermoeid
voelt of ziek bent of als u medicijnen slikt.
Bedien de zaag NOOIT als u onder invloed bent
van drugs of alcohol.
WAARSCHUWING
Nalatigheid om instructies in deze handleiding op te volgen,
kan leiden een ernstig of zelfs dodelijk letsel! Deze ap
paratuur mag uitsluitend worden bediend door opgeleid en
gekwalificeerd personeel! Deze apparatuur is uitsluitend voor
industrieel gebruik.
GELUIDSDEMPER
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 11
MQ SP2 CE SAW — VOORSCHRIFTEN VOOR VEILIGE BEDIENING
Algemene veiligheid
Zorg dat u ALTIJD de procedures in de gebruikershandleiding
leest, begrijpt en in acht neemt voordat u het apparaat gaat
bedienen.
Let op dat u ALTIJD bekend bent met de juiste veiligheids‑
instructies en bedieningstechnieken voordat deze de zaag
gebruikt.
Laat de machine NOOIT zonder toezicht terwijl deze
draait.
Gebruik de remmen als u weggaat of als u op een helling
bezig bent.
Handhaaf deze apparatuur te allen tijde in een veilige bedie‑
ningsomgeving.
Stop de motor ALTIJD voordat u onderhoud aan de motor
uitvoert of brandstof en olie bijvult.
Gebruik de motor NOOIT zonder luchtfilter. Er kan ernstige
schade optreden.
Voer ALTIJD op regelmatige basis onderhoud uit aan het
luchtfilter teneinde een slecht functioneren van de carburateur
te voorkomen.
VERMIJD het dragen van sieraden of losse kleding die in de
bediening of bewegende onderdelen kunnen vastgrijpen. Dit
kan ernstig letsel veroorzaken.
Blijf ALTIJD uit de buurt van roterende of bewegende on-
derdelen als de zaag in gebruik is.
Bewaar ALTIJD de apparatuur op juiste wijze als deze niet
in gebruik is. Apparatuur moet altijd worden bewaard in een
schone, droge omgeving buiten het bereik van kinderen.
Zorg dat de werkomgeving ALTIJD netjes en schoon is.
Reinig ALTIJD het snijgedeelte van enig stof, ruim gereed‑
schap op, enz. zodat dit geen enkel risico kan vormen als de
zaag wordt gebruikt.
Uitsluitend de gebruiker mag in de werkomgeving aanwezig
zijn als de zaag in gebruik is.
Neem altijd alle geldende verplichte voorschriften in acht die
relevant zijn betreffende de milieubescherming, met name
brandstofopslag, het gebruik van gevaarlijke stoffen en het
dragen van veiligheidskleding en apparatuur. Instrueer, indien
nodig, de gebruiker of als de gebruiker om deze informatie en
training vraagt.
Veiligheid diamantblad
Gebruik de juiste staalgecentreerde diamantbladen die zijn
vervaardigd voor gebruik bij betonzagen. Zie voor nadere
bladinformatie de pagina's 17 t/m 19.
Controleer de bladflensen op schade en overmatige slijtage.
Controleer of het blad schoon is voordat het wordt geïnstal‑
leerd. Het blad moet goed in de as worden bevestigd en tegen
de binnenste/buitenste bladflensen.
Controleer of het blad is gemarkeerd met een bedieningssnel
heid die groter is dan de assnelheid van de zaag.
Zorg dat de bladbeveiligingen ALTIJD zijn aangebracht. Bloot
stelling van het diamantblad mag niet meer dan 180 graden
bedragen.
Contoleer of het diamantblad niet in aanraking komt met de
grond of het oppervlak tijdens transport. Laat het diamantblad
NIET vallen op de grond of het oppervlak.
De motorregelaar is ingesteld op het regelen van maximale
motorsnelheid bij geen belasting. U mag geen wijzigingen
aanbrengen in de motorregelaar om de snelheid te verhogen.
Door de motorsnelheid te vergroten, kan de nominale max.
assnelheid worden overschreden, waardoor een onveilige
situatie kan ontstaan.
Controleer of het blad in de juiste richting is bevestigd. (zie
afbeelding 12, pagina 13)
Neem de aanbevelingen van de fabrikant van het blad in acht
inzake bediening, opslag en veilig gebruik van de bladen.
WAARSCHUWING
Snijd uitsluitend materiaal waarvoor het diamantblad is
gespecificeerd. Lees de specificaties van het diamantblad
om te controleren of het juiste gereedschap bij het te snijden
materiaal wordt gebruikt. De zaag is vervaardigd voor NAT
SNIJDEN. Controleer of een blad voor NAT SNIJDEN wordt
gebruikt en dat het watertoevoersysteem naar het blad goed
functioneert en wordt gebruikt.
WAARSCHUWING
Controleer ALTIJD of het werkgedeelte
schoon is voordat de motor wordt ge
start.
WAARSCHUWING
Inspecteer voor elk gebruik ALTIJD
de diamantbladen. Het blad mag geen
scheuren, vuil of defecten in de staal‑
gecentreerde kern en/of rand vertonen.
Gecentreerde (arbor) opening mag
geen schade vertonen en moet zuiver
zijn. Alle beschadigde bladen moeten
worden weggegooid.
PAGINA 12 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
Veiligheid in onderhoud
Smeer NOOIT de componenten en probeer geen onderhoud
uit te voeren aan een draaiende machine.
Laat de machine ALTIJD gedurende een bepaalde tijd afkoe‑
len voordat u onderhoud gaat uitvoeren.
Zorg dat de machine in de juiste staat blijft.
Verhelp direct schade aan de machine en vervang ALTIJD de
gebroken onderdelen.
Gooi gevaarlijk afval conform de voorschriften weg. Voorbeel‑
den van mogelijk gevaarlijk afval zijn verbruikte motorolie,
brandstof en brandstoffilters.
Gebruik GEEN voedsel‑ of kunststofcontainers om gevaarlijk
afval weg te gooien.
Veiligheid zaagtransport
Gebruik NIET de handgrepen en/of het voorste regelwiel als
hijspunt.
Gebruik ALTIJD hellingen die geschikt zijn voor het gewicht
van de zaag en de gebruiker om de zaag te laden en te los‑
sen.
Als de zaag moet worden getild, gebruikt u de hijsbaal en een
kraan of vorkheftruck met een nominaal hefvermogen voor de
zaag. Probeer de zaag nooit zelf te tillen.
Bij het transporteren van de zaag, plaatst u de zaag direct op
het truckbed van de sleepwagen of op de trailer en bevestigt
u deze goed.
Probeer NOOIT om de zaag zonder een aanhangwagen achter
een voertuig te slepen.
Gebruik NOOIT op hellingen of extreem oneffen oppervlakken.
Kantel NOOIT de motor in extreme hoeken aangezien hierdoor
olie in de cilinderkop kan terechtkomen waardoor de motor
moeilijker kan worden gestart.
Transporteer de zaag NOOIT met een gemonteerd blad.
MQ SP2 CE SAW — VOORSCHRIFTEN VOOR VEILIGE BEDIENING
Noodgeval
Controleer ALTIJD waar zich de
dichtstbijzijnde brandblusser
bevindt.
Controleer ALTIJD waar zich de dichtst‑
bijzijnde eerste hulpkit bevindt.
In noodgevallen dient u ALTIJD te weten waar zich de
dichtstbijgelegen telefoon bevindt of zorg voor een telefoon
op de locatie van de werkzaamheden. Zorg bovendien dat
u de telefoonnummers van de dichtstbijzijnde ambulance,
dokter, en brandweer kent. Deze informatie is van onschat
bare waarde bij noodgevallen en kan ervoor zorgen dat een
ernstige situatie uitmondt in een tragisch ongeval.
WAARSCHUWING
Alle verplaatsingen van de machine
buiten het snijgedeelte moeten wor‑
den uitgevoerd als het gereedschap
niet draait.
EERSTE
HULP KIT
AMBULANCE
BRANDWEER
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 13
Krachtcentrales
De SP2 CE‑zaag wordt in de industrie geclassificeerd als een
zaag met een "laag tot gemiddeld" vermogen. Deze classificatie is
met name praktisch bij het selecteren van het juiste diamantblad
voor een applicatie.
Er zijn twee brandstofmotoren die worden gebruikt met de
SP2 CE‑serie zagen: Een 13 PK Honda GX390K1QWT2
luchtgekoelde, 4‑takt, enkele cilinder, OVH nominaal bij 3600
TPM en een 20 PK Honda GX620TXF2 luchtgekoelde, 4‑slag
OVH 90° V‑twin nominaal bij 3600 TPM. De rotatie van het blad
wordt met een V‑riem aangedreven. Dit wordt bewerkstelligd door
het aansluiten van de uitvoeras van de motor op een bovenste
aandrijfrol. De onderste aandrijfrol (blad) wordt vervolgens aan‑
gesloten op de bovenste aandrijfrol (motor) door drie V‑riemen.
Als de motoras draait , zal het blad ook draaien.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de motor voor
specifieke instructies betreffende de bediening van de motor en
onderhoudspraktijken.
Alle MQ Whiteman SP2 CE-serie zagen zijn ontworpen,
vervaardigd en geproduceerd met strikte inachtneming van
richtlijnen B7.1 en B7.5 van het American National Standards
Institute, Inc. (ANSI).
Watersysteem
Alle SP2 CE‑serie zagen leveren een gehard waterleidingsysteem
dat het watervolume evenredig verspreidt met een optimale
stroomratio aan beide zijden van het blad om deze te koelen
tijdens het snijden. Het basiswatersysteem is voorzien van een
klep waarop een standaard tuinslang kan worden aangesloten.
Het water wordt uitgevoerd (middels een slang) op het zaagblad.
Een leveringssysteem met watertank is optioneel.
Kenmerken
Stopschakelaar motor gemakkelijk geplaatst op de stang
Uiterst robuust boxframe garandeert rechte snedes terwijl
scheeftrekken en bladtrillingen worden vermeden
Robuuste rollagerwielen voor een lange levensduur
Comfortabele handgrepen
Eenvoudige aandrijving voor handmatig heffen/neerlaten van
het blad tot de gewenste snijhoogte
Gescharnierde voorste hefbladbeveiliging ontworpen voor het
eenvoudig vervangen van het blad
Zaagpositiegeleider helpt garanderen van rechte snedes
Watersysteem levert optimale stroming en optimaal water‑
volume voor beide zijdes van het blad
Handmatig bediende wielklemmen helpen ongewenste on‑
juiste plaatsing van de zaag voorkomen
Beoogd gebruik
Bedien de SP2 CE‑zaag, gereedschappen en componenten
overeenkomstig de instructies van de fabrikant. Gebruik van enig
ander gereedschap voor de bediening wordt beschouwd als tegen
strijdig met het beoogd gebruik. Het risico van dergelijk gebruik
ligt geheel bij de gebruiker. De producent kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade als gevolg van onjuist gebruik.
Deze zaag mag niet worden gebruikt voor droog snijden.
Algemene informatie
De MQ Whiteman SP2 CE serie duwzagen zijn ontworpen voor
nat snijden van beton of asfalt met gebruik van Diamond Bla‑
des™. Deze zagen zijn vervaardigd voor algemene en industriële
vlakke zaagapplicaties. Het versterkte stalen boxframe geeft extra
versteviging die noodzakelijk is om de bladtrillingen tijdens het snij
den te beperken. Door het minimaliseren van bladtrillingen wordt
de prestatie van het blad verbeterd en daardoor de levensduur
van het blad verlengd.
Voor‑ en achterassen voor zwaar gebruik, stevige oversized wielen
en industriële onderwagenassemblage waarborgen nauwkeurige
tracering en betrouwbaar gebruik.
Daarnaast levert de algemene ratio kracht‑tot‑gewicht van het
frame‑ontwerp en de chassisassemblage een optimale gewichts
verspreiding om het blad zuiver door de snede te laten gaan.
Een robuuste aslagerassemblage garandeert minimale agitatie
en asresonantie waardoor de meest voordelige staat voor een
diamantblad wordt verkregen tijdens de bedrijfssnelheden.
De SP2 CE‑serie zaag wordt geleverd met een 20‑inch bladbe‑
veiliging en kan worden gebruikt met Diamond Blades™ met
12‑20‑inch doorsnede.
Een kabel, handmatige omhoog/omlaag assemblage zorgt
ervoor dat het blad eenvoudig omhoog en omlaag kan worden
gebracht en kan worden vergrendeld om een constante snijdiepte
te verkrijgen. Alle SP2 CE serie zagen zijn uitgerust met een in‑
trekbare snijgeleider, oversized rollagerwielen, industriële aslagers
en een stevig stalen frame.
Bedieningspaneel
Met een ergonomisch ontworpen bedieningsconsole kan de
gebruiker eenvoudig de instelbare handgrepen begrijpen en/
of bedienen, Krukashandgreep omhoog/omlaag en versnel-
lingshendel activeren/deactiveren (alleen zelfrijdende model‑
len). Daarnaast, voor zelfrijdende modellen, levert de console
bovendien bedieningsknoppen voor vooruit/achteruit.
MQ SP2 CE-ZAAG — ALGEMENE INFORMATIE
PAGINA 14 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — BELANGRIJKE COMPONENTEN
Afbeelding 3 geeft de locatie van de verschillende operationele
bedieningseigenschappen van de MQ SP2 CE‑zaag weer. Ei‑
genschappen zijn afhankelijk van het specifiek geselecteerde
zaagmodel. De functie van elke consolecomponent of indicator
wordt hieronder uitgelegd:
1. Handgrepen Gebruikt om te sturen en om de SP2 CE‑zaag
te duwen tijdens de snijwerkzaamheden. De handgreep kan
omlaag worden geklapt tijdens transport.
2. Versnellingshendel activeren/deactiveren Bedient de
snelheden voor zelfrijdende werkzaamheden met vooruit
en achteruit. Levert positief neutraal voor het starten van
de motor. Plaats de versnellingshendel geactiveerd/gede‑
activeerd ALTIJD in de geactiveerde positie voordat u de
versnellingshendel instelt (alleen zelfrijdende modellen).
3. Krukashandgreep omhoog/omlaag Oriënteert de zaag
fysiek (omhoog of omlaag) afhankelijk van de aandrijfrichting
(rechtsom of linksom). Door de hendel rechtsom te draaien,
brengt u de zaag omlaag als u de zaag linksom draait, brengt
u de zaag omhoog.
4. Versnellingshendel activeren/deactiveren Voorwaartse
vergrendelingspositie activeert de transmissie. Achter
waartse vergrendelingspositie deactiveert de transmissie
vanaf de achteras en maakt "vrijsturen" (alleen zelfsturende
modellen) mogelijk.
5. Watertank Een watertank met een capaciteit van 18,95
liter (5 gallon) levert water voor het zaagblad tijdens kortdu‑
rende snijapplicaties of als een continu stromende waterbron
niet beschikbaar is.
6. Water AAN/UIT klep AAN positie opent de klep en zorgt
voor de watertoevoer vanuit de bron door de waterslang van
de zaag. UIT positie sluit de klep en stopt de watertoevoer.
Afbeelding 3. SP2 CE-zaag Belangrijke componenten
7. Hydraulische aandrijftransmissie - Zorgt voor de voor‑
waartse en achterwaartse beweging van de zaag met ge‑
bruik van de versnellingshendel vooruit/achteruit (alleen
zelfrijdende modellen).
8. Zaagbladbeveiliging – Beveiligt het zaagblad tijdens snij‑
werkzaamheden en maakt het mogelijk om waterslangen
aan te sluiten op de beveiliging voor natsnijden.
9. Riemafdekking Bedekt de aandrijfasriem, motoraandrijfrol
en de hydraulische transmissieriem (alleen op zelfrijdende
modellen).
10. Aandrijfasrolbeveiliging – Bedekt de aandrijfasrol.
11. Achterwielen Hiermee kan de zaag over de grond rollen.
Op zelfrijdende modellen worden de achterwielen gedraaid
door de spievertandingen die op het hydraulisch transmis‑
siesysteem zijn bevestigd.
12. Regelwiel arm Voorste regelwiel helpt bij rechthouden.
Omhoog klappen bij opslag en omlaag klappen bij ge
bruik.
13. Hijsbaalkit Hiermee kan de MQ SP2 CE‑zaag eenvoudig
worden getild en getransporteerd.
14. Stopschakelaar motor UIT Schakel in een richting om
de motor te stoppen.
15. Wielklem Breng de handgreep omlaag waarbij contact
wordt gemaakt met het wiel om een ongewenste rolbeweging
te vermijden. Breng de handgreep omhoog om te ontgren‑
delen.
16. Gashendel (alleen zelfrijdende modellen) Gebruikt om
de TPM‑snelheid van de motor af te stellen (LANGZAAM
of SNEL).
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 15
MQ SP2 CE-ZAAG — 13 PK HONDA MOTORCOMPONENTEN
Afbeelding 4. Motorbedieningen en
componenten (Honda GX390K1QWT2)
INITIEEL ONDERHOUD
De motor (afbeelding 4) moet worden gecontroleerd op juiste smering en gevuld met brandstof voor bediening. Raadpleeg de hand‑
leiding van de fabrikant van de motor voor instructies & details over de bediening en het onderhoud.
1. Vuldop brandstof Verwijder deze dop om ongelode
benzine aan de brandstoftank toe te voegen. Let op dat de
dop stevig wordt bevestigd. DOE NIET te veel brandstof in
de tank.
2. Gashendel Gebruikt om de toerentalsnelheid van de motor
af te stellen (hendel naar voren LANGZAAM, hendel naar
achteren (naar de gebruiker) SNEL).
3. Terugslag starter (trekkabel) Handmatige startmethode.
Trek de startgreep aan totdat u weerstand voelt, trek vervol‑
gens snel en soepel.
4. Hendel brandstofklep OPEN om de brandstof toe te
voeren, SLUITEN om de brandstoftoevoer te stoppen.
5. Chokeknop Voor bij het starten van een koude motor
of in koude weersomstandigheden. De choke verrijkt het
brandstofmengsel.
7. Bougie Geeft een vonk aan het ontstekingssysteem.
Reinig de bougie één keer per maand.
8. Geluidsdemper Wordt gebruikt om geluid en uitstoot te be
perken. Motorcomponenten kunnen extreme hitte genereren.
Om bandwonden te voorkomen, mag u deze gedeeltes NIET
aanraken als de motor draait of direct na gebruik. Bedien de
motor NOOIT als de geluidsdemper is verwijderd.
9. Brandstoftank Bevat ongelode benzine. Voor nadere
informatie dient u de gebruikershandleiding van de motor
te raadplegen.
WAARSCHUWING
Motorcomponenten kunnen extreme hitte
genereren. Om bandwonden te voorkomen,
mag u deze gedeeltes NIET aanraken als
de motor draait of direct na gebruik. Bedien
de motor NOOIT als de geluidsdemper is
verwijderd.
WAARSCHUWING
Toevoegen van brandstof aan de tank mag
uitsluitend worden uitgevoerd als de motor
is gestopt en de mogelijkheid heeft gehad
om af te koelen. Mocht er brandstof worden
gemorst, mag u de motor NIET proberen te
starten totdat de brandstofresten volledig
zijn opgeveegd en het gedeelte rondom de
motor droog is.
OPGELET!
Door de motor te gebruiken zonder een luchtfilter, met een
beschadigde luchtfilter of een filter dat moet worden vervan‑
gen, zal er vuil in de motor kunnen komen, waardoor de motor
sneller kan slijten
PAGINA 16 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — 20 PK HONDA MOTORCOMPONENTEN
Afbeelding 5. Motorbedieningen en
componenten (Honda GX620TXF2)
1. Motor AAN/UIT-schakelaar AAN‑positie: de motor kan
worden gestart, UIT‑positie: de motor stopt.
2. Brandstoftank Bevat ongelode benzine. Voor nadere
informatie dient u de gebruikershandleiding van de motor
te raadplegen.
3. Gashendel Bedient het gaspedaal, verhoogt of verlaagt
de TPM van de motor.
4. Chokeknop Voor het starten van een koude motor of in
koude weersomstandigheden. De choke verrijkt het brand‑
stofmengsel.
5. Oliesensorschakelaar Deze schakelaar bewaakt het
oliepeil in de carter. Als het oliepeil laag is, zal de motor
worden afgezet.
6. Oliefilter – Spin‑on type, oliefilters voor vervuiling.
7. Bougie Geeft een vonk aan het ontstekingssysteem. Reinig
de bougie één keer per maand.
8. Brandstoffilter – Filtert het brandstof op vervuiling.
9. Olievuldop Verwijder de dop om olie bij te vullen of te
verversen met het aanbevolen type zoals aangegeven in
tabel 4. Let op dat de dop weer goed wordt teruggeplaatst.
DOE NIET te veel brandstof in de tank.
12. Oliepeilstok – Verwijder de peilstok om de olie in de carter
te controleren.
13. Starter Start de motor als de ontstekingssleutel in de
AAN‑positie wordt gedraaid.
14. Olieaftapplug Verwijder de aftapplug om de olie uit de
carter af te tappen.
10. Luchtfilter – Voorkomt dat vuil en overig stof in het brand‑
stofsysteem terechtkomt. Koppel de luchtfilterafdekking los
om toegang tot het filterelement te verkrijgen.
11. Geluidsdemper Wordt gebruikt om geluid en uitstoot te
beperken. Raak NOOIT de geluidsdemper aan als deze
heet is! Er kunnen ernstige brandwonden ontstaan. Bedien
de motor NOOIT als de geluidsdemper is verwijderd.
INITIEEL ONDERHOUD
De motor (afbeelding 5) moet worden gecontroleerd op juiste smering en gevuld met brandstof voor bediening. Raadpleeg de hand‑
leiding van de fabrikant van de motor voor instructies & details over de bediening en het onderhoud.
WAARSCHUWING
Motorcomponenten kunnen extreme hitte
genereren. Om bandwonden te voorkomen,
mag u deze gedeeltes NIET aanraken als
de motor draait of direct na gebruik. Bedien
de motor NOOIT als de geluidsdemper is
verwijderd.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 17
MQ SP2 CE-ZAAG — INSPECTIE
3. Plaats de peilstok zonder hem op de vulopening te schroeven
en verwijder hem weer. Controleer het olieniveau dat op de
peilstok wordt weergegeven.
4. Als het oliepeil laag is (afbeelding 6 en 7) vult u deze tot de
rand van de vulopening bij met het aanbevolen olietype (tabel
4). Maximale oliecapaciteit voor de Honda GX390 motor is
1,1 liter (2,32 pint) en voor de Honda GX620 motor 1,50 liter
(3,18 pint).
Afbeelding 6A. Motoroliepeilstok (verwijderen)
Afbeelding 7. Motoroliepeilstok (oliepeil)
Honda 13 PK motor weergegeven.
Honda GX390 motor weergegeven.
Honda GX620 motor weergegeven.
VOORBEREIDING/VOOR-INSPECTIE
1. Lees en begrijp deze handleiding zorg‑
vuldig, met name de veiligheidsinstructies
en de handleiding van de fabrikant van de
motor die bij de zaag is geleverd.
2. Kies het juiste blad voor elke applicatie. Raadpleeg de
gedeeltes ''Bladen'' en ''Blad vervangen'' op pagina 17 t/m
19 voor nadere informatie.
3. Controleer het blad op slijtage of schade.
Wees voorzichtig met alle bladen
en vervang ALTIJD een beschadigd
blad.
4. Reinig de zaag, verwijder vuil en stof,
met name de luchtinlaat van de motor‑
koeling, carburateur en luchtreiniger.
5. Controleer het luchtfilter op vuil en stof. Vervang het luchtfilter
als het vuil is.
6. Controleer de carburateur op extern vuil en stof. Reinig met
droge perslucht.
7. Controleer of de bouten en moeren goed zijn bevestigd.
8. Controleer of de juiste watertoevoer beschikbaar is, goed is
bevestigd en wordt gebruikt (aangesloten via een tuinslang
of met een watertank toevoersysteem).
Controle motorolie
1. Om het oliepeil van de motor te controleren, plaatst u de zaag
op een veilige ondergrond waarbij de motor is uitgeschakeld.
Het frameplatform moet vlak liggen om de motorolie nauw‑
keurig te kunnen controleren.
2. Verwijder de peilstok uit de vulopening van de motorolie
(afbeelding 6) en veeg deze schoon.
Afbeelding 6. Motoroliepeilstok (verwijderen)
PEILSTOK
BOVENMARKERING
ONDERMARKERING
Tabel 4. Olietype
Seizoen Temperatuur Olietype
Zomer 25°C of hoger SAE 10W30
Lente/Herfst 25°C~10°C SAE 10W30/20
Winter 0°C of lager SAE 10W10
OPGELET!
Raadpleeg de handleiding van de motorfabrikant voor speci‑
fieke onderhoudsinstructies.
VULDOP
BOVENSTE
LIMIET
ONDERSTE
LIMIET
PEILSTOK
PAGINA 18 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — INSPECTIE
Hydrostatische transmissie (alleen zelfrijdende modellen) -
Een EATON® model 7 hydrostatische transmissie (afbeelding 8)
levert het vermogen voor het voortstuwingssysteem van de zaag.
De transmissie drijft een tandwiel aan die direct is aangesloten
op de spline‑aandrijving van de achterwielen. De onbelaste
snelheden vooruit/achteruit zijn gemiddeld 24,4 m/min (80 ft/
min).
Afbeelding 8. Hydrostatische transmissie
De transmissie is in de fabriek gevuld met goedgekeurde hydrauli
sche vloeistof met een viscositeitswaarde van SAE 20W‑20. Indien
aanvullend onderhoud is vereist, worden de volgende hydraulische
vloeistoffen aanbevolen:
General Motors Dextron B
Ford MM2C‑33F
Ford M2C‑41A
International harvester Hy‑Tran Fluids
Afbeelding 9. Reservoir voor transmissie
Benzinecontrole
1. Verwijder de dop van de benzine aan de bovenzijde van de
brandstoftank.
2. Voer een visuele inspectie uit om te zien of het brandstofpeil
laag is. Als de brandstof laag is, vult u deze bij met ongelode
benzine.
3. Bij het tanken, dient u een zeef voor filtratie te gebruiken.
Vul de benzine NIET tot aan de rand vol. Veeg enige gemorste
brandstof weg.
WAARSCHUWING
Motorbrandstoffen zijn uiterst ontvlambaar
en kunnen gevaarlijk zijn als hier onjuist
mee wordt omgegaan. NIET roken tijdens
het tanken. Tank de zaag NIET bij als de
motor heet is of nog steeds draait.
HYDROSTATISCHE
TRANSMISSIEPOMP
POMPAANDRIJFROL
ACHTERSTE AS
TANDWIEL
AANDRIJFKETTING
OLIEPEIL KOUD
OLIEPEIL HEET
LET OP
Vul het vloeistofreservoir NIET vol tot aan de rand (Afbeelding
9). Let op de niveaumarkeringen op het reservoir. Het is van
belang om de bestaande oliestaat (A) koud of (B) heet te
controleren voordat u de zaag gebruikt. Door de transmis‑
sie tot de rand te vullen met hydraulische vloeistof kan het
zijn dat de afdichtingen scheuren waardoor mechanische
schade kan optreden.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 19
Bij het onderhouden van de accu dient u het volgende uit te
voeren:
U dient gezichtsbescherming en rubberen handschoenen
te dragen bij het werken en onderhouden met de accu‑
elektrolyt.
Koppel de accupolen los en verwijder de accu uit de zaag
als enig onderhoud is vereist.
Vul de accu NIET te vol.
MQ SP2 CE-ZAAG — INSPECTIE
Accu (alleen zelfrijdende modellen)
Zelfrijdende modellen gebruiken een enkele 12‑volt DC‑accu.
(afbeelding 10). Deze wordt gebruiksklaar verzonden.
Afbeelding 10. Accu
WAARSCHUWING
Elektrolyt is een zuur waarmee zorgvuldig
moet worden omgegaan. Onderhoudsin
structies van de fabrikant van elektrolyt
moeten ALTIJD in acht worden genomen
om veiligheid te waarborgen. Ernstig let
sel kan optreden als onzorgvuldig met de
veiligheidsinstructies wordt omgegaan en
deze niet in acht worden genomen.
Het overvullen van de accu kan ervoor
zorgen dat de elektrolyt zal overstromen
waardoor corrosie kan ontstaan op de
nabijgelegen componenten. Zorg dat enige
gemorste elektrolyt (accuzuur) direct wordt
afgespoeld.
Bij het aansluiten van de pluskabel (+) op de pluspool van
de accu (+), mag de sleutel GEEN contact maken en mag
geen enkel metalen onderdeel contact maken met de minpool
(‑) van de accu. Hierdoor kan kortsluiting of een explosie
ontstaan.
WAARSCHUWING
Draag een veiligheidsbril of gezichtsbescher-
ming, veiligheidskleding en rubberen hand-
schoenen bij werkzaamheden met de accu.
OPGELET!
Gebruik uitsluitend gedistilleerd water in de accu. Leidingwater
kan de gebruiksduur van de accu beperken.
PAGINA 20 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — INSPECTIE -BLAD
Afbeelding 11. Diamantblad
1. Opening aandrijfpen Een opening in de kern van het
diamantblad dat voorkomt dat het blad tijdens gebruik weg‑
slipt tussen de binnenste en buitenste bladflensen (kragen).
Controleer de diameter van de opening om te garanderen
dat er geen vervorming is en dat een stevige bevestiging
bestaat tussen de opening en de aandrijfpen.
2. Ontspanningsgaten (plofgaten) Controleer de stalen
kern op scheuren die kunnen zijn ontstaan vanuit de sleuven
en/of plofgaten. Scheuren geven een defect van extreme
vermoeidheid weer en als het zagen wordt voortgezet zal
een ernstig defect optreden.
3. Rand van de stalen kern Controleer de diameterrand op
verkleuring (blauwe oxidatie) die een oververhitting aangeeft
door onvoldoende koeling met water/lucht. Oververhitting
van bladen kan leiden tot verlies van kernspanning en/of
de mogelijkheid op bladdefecten vergroten. Controleer of
de stalen kernbreedte gelijk is met de rand van het blad
en niet wijkt naar een "ondersnede"‑staat die ontstaat door
uiterst schurend materiaal of onjuiste ondersnede kernbe‑
veiliging.
4. Pijlrichting Controleer of het blad op de juiste wijze is
geplaatst op de as om te kunnen zagen. Raadpleeg de
pijlrichting op het blad en plaats deze dusdanig dat de
draairichting "omlaag snijdt" als de as draait.
5. Diamantsegment of -rand Controleer of er geen scheu‑
ren, vuil of ontbrekende gedeeltes zijn in het diamentseg‑
ment/in de rand. Gebruik GEEN blad waarvan een segment
of een gedeelte van de rand ontbreekt. Beschadigde en/
of ontbrekende segmenten/randen kunnen schade aan uw
zaag veroorzaken en de gebruiker of andere personen kun‑
nen hierdoor verwonding oplopen in de bedrijfsomgeving.
6. Specificaties Controleer of de bladspecificaties, grootte
en diameter overeenkomen met de zaaghandeling. Natte
bladen maken gebruik van water als koelmiddel. Het gebruik
van een diamantblad dat niet geschikt is voor de taak kan
leiden tot slechte prestatie en/of schade aan het blad.
7. Arbor-opening Het is essentieel dat de arbor‑openingdi‑
ameter goed overeenkomt met het blad en dat deze geen
vervormingen vertoont. De juiste bladflensen (kragen)
moeten worden gebruikt. De binnenzijde van de flensen
moeten schoon en vrij van vuil zijn. Een arbor die niet rond
is, zal schade veroorzaken aan het blad en de zaag.
8. MAX TPM De TPM‑referentie is de maximale veilige
bedrijfssnelheid voor het geselecteerde blad. Overschrijd
NOOIT de maximale TPM van het diamantblad. Overschrij‑
ding van de max. TPM is gevaarlijk en kan slechte prestatie
leveren en kan het blad beschadigen. Alle bladen moeten
zijn ontworpen en voldoen aan de maximale TPM‑as.
SPECIFIEK TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAP
Deze zaag zal gereedschap (bladen) als volgt gebruiken:
Gesegmenteerde stalen kern of doorlopende diaman‑
trand snijwiel.
Enig ander type gereedschap mag niet worden gebruikt. Zie tabel
4 voor specifiek bladgebruik voor materiaal.
WAARSCHUWING
Nalatigheid om het diamantblad grondig te inspecteren
(afbeelding 11) voor operationele veiligheid kan leiden tot
schade aan het blad of de zaag en kan verwonding veroorza‑
ken bij de gebruiker of anderen in de gebruiksomgeving. Alle
beschadigde bladen moeten worden weggegooid.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 21
MQ SP2 CE-ZAAG — BLADPLAATSING
BLAD VERVANGENDiamantbladen
Door het diamant bladTYPE en -GRAAD te selecteren, definieert
u hoe het blad zowel in snijsnelheid als levensduur van het blad
zal presteren.
Keuze van het juiste diamantblad is gebaseerd op:
Het te snijden materiaal
Het type zaag dat wordt gebruikt
Vermogen van de zaag
Hardheidkenmerken van het materiaal
Prestatieverwachtingen
Factoren voor zaagzuinigheid:
Bladtype
Snijdiepte
Zaagsnelheid
Kenmerken van het te snijden materiaal
Bladsnelheid
De prestatie van een diamantblad hangt direct samen met de
specifieke perifere (rand) snelheden.
De volgende asrotatiesnelheden zijn in de fabriek ingesteld teneinde
optimale bladprestatie te garanderen.
SP2 CE ‑ 508 mm (20 inch) Capaciteit ‑ 2800 TPM.
Zet de motor AAN/UIT‑schakelaar op de
UIT‑positie.
Hef de zaag naar een hoge positie door de
hendel omhoog/omlaag linksom te duwen.
Gebruik de bladmoersleutel & bladasvergrendelingssleutel
aan de voorzijde van de console om het diamantblad te instal‑
leren.
Raadpleeg afbeelding 12 (Diamantblad plaatsing) bij het
verwijderen of installeren van het diamantblad.
Tabel 5. LIJST MET MATERIALEN EN BLADKEUZE
Materiaal Blad
Uitgehard beton Uitgehard betonblad
Groen beton Groen betonblad
Asfalt Asfaltblad
Asfalt over beton Asfalt‑/betonblad
Blok, baksteen, metselwerk, vuurvaste stoffen Metselwerk blad
Tegel, keramiek, steen Tegelblad
WAARSCHUWING
Door zaagbladen te gebruiken bij rota
tiesnelheden die hoger zijn dan gespecifi‑
ceerd door de producent, kan schade aan
het blad ontstaan en kunnen de gebruiker
en overige personen in de gebruiksomge‑
ving letsel oplopen.
WAARSCHUWING
Nalatigheid om het diamantblad grondig te
inspecteren op operationele veiligheid kan
leiden tot schade aan het blad of de zaag
en kan letsel veroorzaken bij de gebruiker
of anderen in de gebruiksomgeving.
OPGELET!
De volgende stappen moeten worden uitgevoerd voordat het
diamantblad op de bladas kan worden geplaatst.
PAGINA 22 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — INSPECTIE – BLADPLAATSING
1. Bladbeveiliging Til de voorste helft van de bladbeveiliging
op om de bladasmoer en buitenste flens bloot te leggen.
2. BladmoersleutelVerwijder de bladmoersleutel (2) uit de
gereedschapshouder en schroef de bladasmoer (rechter‑
zijde) los. Deze moer draait u rechtsom los en linksom
draait u deze vast.
3. Bladmoer Verwijder de bladmoer (3). Voor montage mag u
de bladmoer NIET te strak tegen de buitenste flens draaien
(4). Bladmoer ca. 62‑69 N/m./45‑50 ft‑ lbs. vastdraaien.
4. Buitenste bladflens (kraag)Controleer of de flenszijde
schoon, vrij van vuil en goed geplaatst is tegen het diamant
blad (7). Controleer of de aandrijfpen (5) goed tegen de
penopening van het blad (6) is geplaatst en in de binnenste
flens (8) valt.
Afbeelding 12. Plaatsing diamantblad
5. Bladpen – Voor de juiste bladuitlijning, plaatst u deze pen
in de penopening van het blad op het blad.
6. Opening bladpen – Lijn deze opening uit met de aandrijf‑
penopening op de binnenste flenskraag.
7. Diamantblad Controleer of het juiste blad voor de taak
is geselecteerd. Zorg dat de pijl op het blad, rechtsom
is geplaatst voor het snijden van de rechterzijde, en
linksom is geplaatst voor het snijden van de linkerzijde.
De arbor‑opening van het blad moet overeenkomen met de
1 inch‑arbor van de bladas.
8. Binnenste flenskraag Deze flens is bevestigd op de
bladas en is voorzien van een aandrijfpenopening. De bin‑
nenzijde van de flens moet vrij zijn van vuil en een strakke
bevestiging op het oppervlak van het blad vertonen.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 23
Controle beveiligingen en afdekkingen
Afbeelding 13. Bladbeveiliging
CONTROLEER de volgende items op de bladbeveiliging:
Controleer of de capaciteit van de bladbeveiliging overeen‑
komt met de doorsnede van uw diamantblad.
Controleer of de beveiliging stevig is geplaatst tegen de
bajonetsluiting van het zaagframe.
Controleer of de spanningsveer aan de voorzijde van de
beveiliging goed is bevestigd op het achterste gedeelte van
de beveiliging en dat er geen openingen zijn.
Controleer of de waterslangen passen aan de zijkanten van
de bladbeveiliging. Til de bladbeveiliging NOOIT op tijdens
het snijden.
Controleer of de waterbuizen schoon en open zijn. Test de
watertoevoer op druk en stroming (aan beide zijden van het
blad) voordat u gaat zagen.
CONTROLEER de volgende items op de bladflensafdekking:
Controleer voor gebruik of de flensafdekking stevig is ge‑
plaatst tegen de bajonetsluiting van het zaagframe.
Deze flensafdekking moet worden aangebracht bij het snijden
van de rechter‑ of linkerzijde van de zaag.
Afbeelding 14. Bladflensafdekking
V-riemen en afdekkingen
V-riemen uitlijning en spanning
Deze slab saw is uitgerust met 3 eersteklas V‑riemen (3 voor 13 PK
modellen, 4 V‑riemen voor 20 PK modellen) die zijn uitgelijnd
en op spanning gebracht door fabriekspersoneel. Alle V‑riemen
MOETEN zijn geïnstalleerd voor juist gebruik van de zaag. Nala‑
tigheid om de zaag met minder dan het vereiste aantal riemen te
gebruiken, kan de zaag of apparatuur beschadigen.
Gebruik de volgende procedure om de uitlijning van de V‑riemen
te controleren:
MQ SP2 CE-ZAAG — INSPECTIE BEVEILIGINGEN, AFDEKKINGEN & RIEMEN
Afbeelding 15. V-riem afdekking
Afbeelding 16. V-riem parallelisme
1. Verwijder de bouten die de V‑riemaf‑
dekking bevestigen (afbeelding 15)
op het zaagframe.
2. Controleer uniforme parallellisme
(afbeelding 16) van de V‑riemen
en aandrijfrol (borstels). Gebruik
een liniaal of winkelhaak tegen
beide aandrijfrollen en pas beide
aandrijfrollen aan totdat deze gelijk
zijn uitgelijnd.
WAARSCHUWING
Bedien de zaag NOOIT zonder dat de blad
beveiligingen en afdekkingen (afbeelding
13 en 14) zijn geplaatst. Gebruik de zaag
NIET als de voorzijde van de bladbeveiliging
omhoog is geklapt. De bladbeveiliging mag
niet meer dan 180 graden zijn blootgesteld
tijdens gebruik.
LET OP
Probeer NOOIT de V‑riem te controleren
terwijl de motor draait omdat hierdoor ern‑
stig letsel kan optreden. Zorg dat vingers,
handen, haar en kleding uit de buurt blijven
van alle bewegende onderdelen.
V-RIEMAFDEKKING
VERWIJDER ALLE BOUTEN
PAGINA 24 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
3. Controleer de spanning van de V‑riem (afbeelding 17) middels
een spanningsmeter (2,7 ‑ 4,1 kg/6,0 ‑ 9,0 lbs.) ten opzichte
van de binnenzijde van de riem, op een middelpunt van de
twee aandrijfrollen of door de middelste riem op een mid‑
delpunt te deflecteren 10 mm (3/8 in.) ‑ 13 mm (1/2 in.).
Afbeelding 17. V-riem spanning
MQ SP2 CE-ZAAG — INSPECTIE - RIEMEN & WATERTANK
Watertank
De SP2 CE‑zaag is uitgerust met een verwijderbare geïntegreerde
watertank van 19 liter (5 gallon) bovenin het console die kan wor‑
den aangesloten op de koperen slangfitting aan de achterzijde
van de bedieningsconsole (afbeeldling 18).
Voordat u de watertank gebruikt, dient u te controleren of deze
is gevuld op capaciteit en is aangesloten op de slangfitting om
het snijden te kunnen smeren. Er kan ook een externe waterbron
worden aangesloten op de SP2 CE voor uitgebreide natte
snijwerkzaamheden.
Afbeelding 18. Geïntegreerde slangverbinding
op de watertank
4. Span de V‑riemen NIET te strak of te los. Er kan ernstige
schade optreden aan de zaag en de motorkrukas als de
riemen te strak worden gespannen. Een vermindering van
het vermogen op het blad en slechte prestatie zullen het
gevolg zijn van riemen die te los worden gespannen (los op
de aandrijfrollen).
5. Als de V‑riemen versleten of te los zijn, dient u deze te
vervangen door de volgende V‑riem onderdeelnummers in
tabel 6.
Tabel 6. V-riemen en aandrijfrollen
Motorgrootte Zaagtype Bladgrootte
V-riem P/N
(aantal)
Motoraandrijfrol
P/N
Bladasaandrijfrol
P/N
13 PK Motor
Duwen
508 mm
(50,80 cm)
16052 (3)
23665‑001 25172‑003
Zelfrijdend 23703‑003 25172‑003
20 PK Motor Zelfrijdend
508 mm
(50,80 cm)
15897 (4) 28833‑002 23280‑001
JUISTE V-RIEM SPANNING 10 MM (3/8 IN.)
TOT 13 MM (1/2 IN.) ALS IN HET MIDDEN
WORDT INGEDRUKT,
ZOALS WEERGEGEVEN
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 25
De handgrepen afstellen
MQ SP2 CE-ZAAG — INSPECTIE AFSTELLINGEN
1. Draai de hoogte‑afstelbouten (afbeelding 19) op de hand‑
grepen los totdat de handgrepen vrij kunnen draaien.
De SP2 CE heeft in de hoogte afstelbare handgrepen. Voor het
gebruik van de zaag, past u de hoogte van de handgrepen aan
in een comfortabele werkpositie:
Afbeelding 19. Afstelbouten handgreep
2. Verplaats de handgrepen (afbeelding 20) omhoog of omlaag
op de gewenste voorkeurshoogte van de gebruiker.
3. Draai de hoogte‑afstelbouten weer vast om de handgrepen
op de juiste plaats te behouden.
Afbeelding 20. Hoogte-afstelling handgreep
De hoogte van het blad afstellen
De SP2 CE‑zaag gebruikt een handmatige krukashandgreep
omhoog/omlaag op het console die rechtsom kan worden
gedraaid om deze omlaag te brengen en linksom om omhoog
te brengen (afbeelding 21).
De hoogte van het blad afstellen:
1. Trek omhoog via de omhoog/omlaag krukasknop.
2. Draai de krukashandgreep rechtsom om het blad omlaag
te brengen. Draai de krukashandgreep linksom om het blad
omhoog te brengen (afbeelding 21). De hendel stopt met
draaien als het blad volledig is geheven of neergelaten.
Als u het snijden voorbereidt, bepaalt de bladgrootte de snijdiepte.
Zie tabel 7 om de juiste bladgrootte voor uw vereiste snijdiepte
te bepalen.
Afbeelding 21. Hoogte-afstelling van het blad
De snijdiepte bepalen
LET OP
Stop de motor NOOIT als deze bij hoge snelheden snijdt,
behalve als het een noodgeval betreft. Dit kan schade
veroorzaken aan uw SP2 CE‑zaag.
LET OP
Om de bediening van de SP2 CE‑zaag niet te verliezen, dient
u ervoor te zorgen dat de afstelbouten goed zijn aangedraaid
voordat de zaag wordt gebruikt om te voorkomen dat de
bouten losraken tijdens het snijden.
HOOGTE-AFSTELBOUT
OPGELET!
Als de zaag tijdens het snijden wordt verplaatst, moet het blad
volledig omhoog zijn gebracht om zo de grond niet te raken.
Tabel 7. BLADKEUZE
Diameter diamantblad Snijdiepte
304,8 mm (30,48 cm) 92,1 mm (3‑5/8 in.)
355,6 mm (35,56 cm) 117,48 mm (4‑5/8 in.)
406,4 mm (40,64 cm) 142,88 mm (5‑5/8 in.)
457,2 mm (18 in.) 168,28 mm (6‑5/8 in.)
508 mm (50,80 cm) 193,68 mm (7‑5/8 in.)
BLAD HEFFEN
BLAD NEERLATEN
PAGINA 26 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — HANDMATIG STARTEN (13 PK HONDA MOTOR)
De volgende opstartprocedure heeft betrekking op een HONDA
13 PK motor (handmatig starten).
Afbeelding 22. Wielklem
1. Controleer of de wielklemmen in VERGRENDELDE positie
staan. (Afbeelding 22).
Afbeelding 23. Stopschakelaars motor (handgreep)
2. Controleer of de motor stopschakelaar op de handgreep
en de motor AAN/UIT-schakelaar op de motor beide in
UIT‑positie staan om onvoorzien starten te vermijden. (Af‑
beeldingen 23 en 24)
HANDMATIG STARTEN (13 PK HONDA MOTOR)
ONTGRENDELDVERGRENDELD
LET OP
Controleer of de werkomgeving vrij is van gereedschap, vuil
en onbevoegde personen.
LET OP
Zorg dat de wielklem is toegepast (hendel OMLAAG) totdat
deze volledig gereed is voor de snijbewerking.
LET OP
Probeer de zaag NIET te gebruiken als u
deze handleiding nog niet hebt gelezen en
volledig hebt begrepen. De gebruiksstap‑
pen van de motor kunnen variëren. Zie de
gebruikershandleiding die de producent
van de motor heeft bijgevoegd.
WAARSCHUWING
Plaats NOOIT uw handen of voeten binnen
de riembeveiliging of bladbeveiliging zolang
de motor draait. Schakel de motor ALTIJD
uit voordat u enig onderhoud aan de zaag
gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
Als de motor draait, draait het snijblad
ALTIJD. Houd uw handen en voeten
uit de buurt van het draaiende blad.
Hef de zaag tot volledige hoogte bij het
manoeuvreren van de zaag binnen de
snijomgeving.
Alle verplaatsingen van de machine
buiten het snijgedeelte moeten worden
uitgevoerd als het gereedschap niet
draait.
OPGELET!
Na het uitschakelen van de elektrische startmodellen,
controleert u of de motor startschakelaar is ingesteld op
de UIT‑positie om het ontladen van de accu en onvoorzien
starten te vermijden.
OPGELET!
De stopschakelaar motor op de handgreep (afbeelding 23)
wordt gebruikt als noodstop van de motor en als primaire
stopschakelaar. Hiermee kan de gebruiker de zaag veilig
uitschakelen, uit de buurt van bewegende onderdelen.
UIT
AAN
UIT
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 27
9. Draai de gashendel (afbeelding 28) halverwege tussen
SNEL en LANGZAAM om te starten. Al het zagen wordt
uitgevoerd bij vol gas. De motorregelsnelheid is in de fabriek
ingesteld om optimale bladgebruikssnelheden te waarbor‑
gen.
MQ SP2 CE-ZAAG — HANDMATIG STARTEN (13 PK HONDA MOTOR)
Afbeelding 26. Chokehendel (open positie)
7. Bij het gebruik van de SP2 CE in koude weersomstandig-
heden, slaat u deze stap over en gaat u verder met stap 8.
Zet de chokehendel (afbeelding 26) in OPEN positie. Ga
verder naar stap 9.
8. Bij het gebruik van de SP2 CE in koude weersomstandig-
heden, zet u de chokehendel (afbeelding 27) in GESLOTEN
positie.
Afbeelding 27. Chokehendel (gesloten positie)
Afbeelding 25. Hendel brandstofklep
6. Zet de Motor AAN/UIT-schakelaars (afbeeldingen 23 en 24)
in AAN‑positie.
3. Controleer of het diamantblad juist is bevestigd en boven het
oppervlak is geklapt dat u gaat zagen.
4. Controleer of de watertank is gevuld tot volle capaciteit
(19 liter/5 gallon). Sluit de watertankslang op de koperen fitting
van het watersysteem aan de achterzijde van de console
(afbeelding 18) en controleer of voldoende water naar het
diamantblad stroomt voor gebruik. Als u wilt snijden, draait
u het water aan.
5. Zet de hendel brandstofklep (afbeelding 25) in de AAN‑po‑
sitie.
Afbeelding 24. Motor AAN/UIT-schakelaar (motor)
UIT
AAN
BRANDSTOFHENDEL
OPGELET!
De GESLOTEN positie van de chokehendel verrijkt het
brandstofmengsel voor het starten van een KOUDE motor.
De OPEN positie levert het juiste brandstofmengsel voor
normaal gebruik na het starten en het opnieuw starten van
een warme motor.
UIT
AAN
AAN/UIT-
SCHAKELAAR
MOTOR
CHOKEHENDEL
GESLOTEN
CHOKEHENDEL
OPEN
LET OP
De motorregelaar is ingesteld in de fabriek. Door de regel‑
snelheid te wijzigen kan schade aan het blad en/of de zaag
ontstaan.
PAGINA 28 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
10. Grijp de starthandgreep (afbeelding 29) en trek deze lang‑
zaam uit. De weerstand wordt het lastigst op een bepaald
punt, overeenkomstig het compressiepunt. Trek de startgreep
snel en soepel aan om te starten.
11. Als de motor is gestart, draait u de chokehendel (afbeelding
22) naar de GESLOTEN positie. Als de motor niet start
herhaalt u stap 7 t/m 10.
12. Voordat de zaag in gebruik wordt genomen, laat u de motor
gedurende enkele minuten draaien. Controleer op benzinelek
ken en geluiden die samenhangen met een losse beveiliging
en/of afdekkingen.
13. Al het zagen wordt uitgevoerd bij vol gas. Uw motorregelaar is
ingesteld in de fabriek teneinde optimale snelheidsinstelling
te kunnen waarborgen.
Afbeelding 29. Startgreep
Afbeelding 28. Gashendel
MQ SP2 CE-ZAAG — HANDMATIG STARTEN (13 PK HONDA MOTOR)
STARTGREEP
LET OP
Trek de startkabel NIET helemaal aan tot het einde.
Laat de startkabel NIET los na het trekken. Laat deze zo
snel mogelijk weer opwikkelen.
REGULATEURSHENDEL
SNEL
LANGZAAM
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 29
MQ SP2 CE-ZAAG — ELEKTRISCH STARTEN (20 PK HONDA MOTOR)
De volgende opstartprocedure heeft betrekking op een HONDA
20 PK motor (elektrisch starten).
Afbeelding 30. Wielklem
1. Controleer of de wielklemmen in VERGRENDELDE positie
staan. (Afbeelding 30).
Afbeelding 31. Stopschakelaars motor (handgreep)
ELEKTRISCH STARTEN (20 PK HONDA MOTOR)
LET OP
Controleer of de werkomgeving vrij is van gereedschap, vuil
en onbevoegde personen.
LET OP
De motorregelaar is ingesteld in de fabriek. Door de
regelsnelheid te wijzigen kan schade aan het blad en/of de
zaag ontstaan of de gebruiker loopt risico op letsel.
LET OP
Zorg dat de wielklem is toegepast (hendel OMLAAG) totdat
deze volledig gereed is voor de snijbewerking.
LET OP
Probeer de zaag NIET te gebruiken als u
deze handleiding nog niet hebt gelezen en
volledig hebt begrepen. De gebruiksstap‑
pen van de motor kunnen variëren. Zie de
gebruikershandleiding die de producent
van de motor heeft bijgevoegd.
WAARSCHUWING
Plaats NOOIT uw handen of voeten binnen
de riembeveiliging of bladbeveiliging zolang
de motor draait. Schakel de motor ALTIJD
uit voordat u enig onderhoud aan de zaag
gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
Als de motor draait, draait het snijblad
ALTIJD. Houd uw handen en voeten
uit de buurt van het draaiende blad.
Hef de zaag tot volledige hoogte
bij het manoeuvreren van de zaag
binnen de snijomgeving.
Alle verplaatsingen van de machine
buiten het snijgedeelte moeten worden
uitgevoerd als het gereedschap niet
draait.
2. Controleer of de motor stopschakelaar op de handgreep
en de motor AAN/UIT-schakelaar op de motor beide in
UIT‑positie staan om onvoorzien starten te vermijden. (Af‑
beeldingen 31 en 32)
ONTGRENDELDVERGRENDELD
OPGELET!
Na het uitschakelen van de elektrische startmodellen, con‑
troleert u of de motor startschakelaar (afbeelding 32) is
ingesteld op de UIT‑positie om het ontladen van de accu en
onvoorzien starten te vermijden.
OPGELET!
De stopschakelaar motor op de handgreep (afbeelding 31)
wordt gebruikt als noodstop van de motor en als primaire
stopschakelaar. Hiermee kan de gebruiker de zaag veilig
uitschakelen, uit de buurt van bewegende onderdelen.
UIT
AAN
UIT
PAGINA 30 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
3. Controleer of het diamantblad juist is bevestigd en boven het
oppervlak is geklapt dat u gaat zagen.
4. Bij het gebruik van de SP2 CE‑zaag in koude weersomstan-
digheden, slaat u deze stap over en gaat u verder met stap
5. Zet de chokehendel (afbeelding 33) in OPEN positie. Ga
verder met stap 6.
5. Bij gebruik van de SP2 CE in koude weersomstandighe-
den, zet u de chokehendel (afbeelding 34) in GESLOTEN
positie.
Afbeelding 33. Chokehendel (open positie)
Afbeelding 34. Chokehendel (gesloten positie)
6. Draai de gashendel (afbeelding 35) halverwege tussen SNEL
en LANGZAAM om te starten.
Afbeelding 35. Gashendel (snelle positie)
7. Draai de motor stopschakelaar (afbeelding 36) in START
positie om de starter te activeren.
Afbeelding 36. Ontstekingsschakelaar (startpositie)
MQ SP2 CE-ZAAG — ELEKTRISCH STARTEN (20 PK HONDA MOTOR)
Afbeelding 32. Motor startschakelaar (UIT-positie)
8. Als de motor is gestart, draait u de chokehendel (afbeelding 34)
naar de GESLOTEN positie. Als de motor niet start herhaalt
u stap 4 t/m 7.
9. Voordat de zaag in gebruik kan worden genomen, zet u de
gashendel in de SNELLE positie en laat u de motor gedu‑
rende enkele minuten draaien. Controleer op benzinelekken
en geluiden die samenhangen met een losse beveiliging en/
of afdekkingen.
10. Al het snijden wordt uitgevoerd bij VOL GAS. Uw motorregelaar
is ingesteld in de fabriek teneinde optimale snelheidsinstelling
te kunnen waarborgen.
OPEN
GESLOTEN
OF
SNEL
SNEL
OPGELET!
De GESLOTEN positie van de chokehendel verrijkt het
brandstofmengsel voor het starten van een KOUDE motor.
De OPEN positie levert het juiste brandstofmengsel voor
normaal gebruik na het starten en het opnieuw starten van
een warme motor.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 31
Verplaatsen tijdens het snijden (duwen)
Duwmodellen van de SP2 CE‑zaag moeten handmatig worden
verplaatst door de gebruiker tijdens de snijwerkzaamheden. Con‑
troleer of de handgrepen goed op de console zijn bevestigd en
duw hiertegen met een beheersde hoeveelheid kracht teneinde
controle over de machine te verliezen.
MQ SP2 CE-ZAAG — BEDIENING
3. Om te beginnen met zagen, gebruikt u de krukashandgreep
omhoog/omlaag op de console om het roterende blad omlaag
te brengen om te snijden op de vooraf ingestelde diepte.
4. Als het blad de volledige snijdiepte heeft bereikt, loopt u lang‑
zaam achter de zaag op een snelheid waarmee de motor kan
functioneren zonder het optimale toerental te verliezen.
BEDIENING
1. Start de motor zoals omschreven in het vorige gedeelte.
Draai de gasklep naar vol gas. Controleer of het watertoe‑
voersysteem in gebruik is. Draai de klep om het water te laten
stromen.
2. Laat de wielklemmen los door de hendels OMHOOG te trek‑
ken (afbeelding 37).
Afbeelding 37. Wielklem
Noodstopprocedure
Als de motor moet worden gestopt in een noodsituatie:
Schakel de motor stopschakelaar op de handgrepen (afbeelding
31) in ENIGE RICHTING in "UIT"‑positie.
OPGELET!
Markeer duidelijk de snijlijn en zaag altijd in een RECHTE
LIJN.
OPGELET!
De stopschakelaar motor op de handgreep (afbeelding 31)
wordt gebruikt als noodstop van de motor en als primaire
stopschakelaar. Hiermee kan de gebruiker de zaag veilig
uitschakelen, uit de buurt van bewegende onderdelen.
LET OP
Als de zaag niet in gebruik is of wordt verplaatst of vervoerd,
dient u de wielklemremmen toe te passen om ongewenste
verplaatsing te vermijden.
LET OP
Motorcomponenten en het blad kunnen
ZEER HEET! worden tijdens gebruik. Laat
de motor en het blad ALTIJD afkoelen voor
gebruik of het uitvoeren van onderhoud.
LET OP
Controleer of de snijomgeving vrij is van gereedschap, vuil
en onbevoegde personen.
LET OP
Probeer NIET sneller te snijden dan het blad kan. Door te
snel te snijden zal het blad uit de snede omhoog komen.
Onjuiste snijsnelheid kan de levensduur van de motor en
bladen verkorten.
WAARSCHUWING
Zorg ALTIJD dat er geen roterende of bewegende onder‑
delen aanwezig zijn als u dit apparaat gebruikt.
WAARSCHUWING
Snij met de zaag ALTIJD met VOL GAS. Als u probeert om te
snijden met de zaag zonder vol gas te gebruiken, kan het blad
vastlopen of abrupt stoppen in de plaat waardoor ernstige verwon
ding kan optreden bij de gebruiker of anderen in de omgeving.
ONTGRENDELDVERGRENDELD
PAGINA 32 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
Zaag uitlijnen
1. De SP2 CE‑zaag maakt gebruik van een voorste regelwiel
(afbeelding 42) die in de fabriek nauwkeurig is uitgelijnd met
het diamantblad. Raadpleeg de onderstaande afbeelding,
het nauwkeurig snijden kan worden bewerkstelligd door het
voorste regelwiel als referentie op de snijlijn te gebruiken. Een
nauwkeurige zaagrichting kan worden verkregen door enige
druk uit te oefenen op de handgrepen.
Afbeelding 42. Zaag regelwiel
2. Om het regelwiel opnieuw te oriënteren, draait u de schroef
die de regelwiel op de as bevestigt los, past u deze naar wens
aan en vervolgens draait u de schroef weer vast.
MQ SP2 CE-ZAAG — BEDIENING
Afbeelding 39. Versnellingshendel activeren/deactiveren
(positie ''activeren'')
3. Zet de versnellingshendel in de VOORUIT-positie om de
voorwaartse snelheid tijdens het snijden te verhogen (afbeel‑
ding 40). Plaats de versnellingshendel helemaal naar voren
om de zaag op maximale snelheid te verplaatsen.
2. Hef de versnellingshendel activeren/deactiveren, op de
console (afbeelding 39). Als u de hendel omlaag laat wordt
de transmissie gedeactiveerd waardoor handmatig duwen
tijdens het snijden of verplaatsing in het werkgebied mogelijk
wordt.
Afbeelding 38. Versnellingshendel activeren/deactiveren
(positie ''neutraal'')
Afbeelding 40. Versnellingshendel activeren/deactiveren
(positie ''vooruit'')
4. Als achterwaartse verplaatsing vereist is, zet u de versnel-
lingshendel in de ACHTERUIT‑positie (afbeelding 41). Door
de versnellingshendel helemaal in achterwaartse positie te
verplaatsen, kunt u de zaag achteruit verplaatsen bij maximale
snelheid achteruit.
Afbeelding 41. Versnellingshendel activeren/deactiveren
(positie ''achteruit'')
5. Als het einde van de snede is bereikt, gebruikt u de krukas
omhoog/omlaag op de console om het blad uit de snede te
heffen.
6. Als het snijden is voltooid, schakelt u de motor UIT met gebruik
van de STOPSCHAKELAAR MOTOR op de handgrepen en
wacht u totdat het blad stopt met draaien.
7. Zet de motor AAN/UIT‑schakelaar op de UIT‑positie.
8. Zet de waterklep in de UIT‑positie (indien vereist).
9. Duw de wielklemhendels omlaag om remdruk toe te passen
op de wielen (afbeelding 37).
Verplaatsen tijdens het snijden (zelfrijdend)
Zelfrijdende modellen van de SP2 CE‑zaag beschikken over een
hydrostatische transmissie die de zaag mechanisch aandrijven
tijdens de snijwerkzaamheden. De machine voorbereiden op
zelfrijdend snijden:
1. Plaats de versnellingshendel in de NEUTRALE positie.
VOORSTE REGELWIEL
ACTIVEREN
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 33
MQ SP2 CE-ZAAG — BEDIENING
Snijden
6. Breng het diamantblad langzaam omlaag op de snijlijn door
de hendel omhoog/omlaag RECHTSOM TE DRAAIEN
(afbeelding 37). Als de hendel niet meer kan worden gedraaid,
zal het blad op volledig nominale diepte staan.
Afbeelding 43. Geïntegreerde AAN/UIT-klep op de watertank
Afbeelding 44. Watersysteem AAN/UIT-klep
7. Voor zelfrijdende modellen, volgt u stap 1 t/m 4 van het
gedeelte "verplaatsen tijdens snijden (zelfrijdend)".
Voor duwmodellen, gebruikt u de instructies "verplaatsen
tijdens snijden (duwen)".
8. Het draaiende blad zorgt ervoor dat de zaag iets in een
bepaalde richting kan trekken. Om een rechte zaaglijn te
garanderen, duwt u tegen de desbetreffende zijde van de
handgreep als u langzaam de zaag naar voren duwt.
Tijdens het snijden, bepaalt u de vereiste snijdiepte en gebruikt u
een overeenkomstige bladgrootte. Diep zagen is schadelijk voor
de levensduur van het blad.
De voorkeursmethode van zagen is om stapsgewijs te snijden in
stappen van 51 mm (2 in.). Stapsgewijs snijden levert de optimale
mogelijkheid voor het blad om snel te snijden en de levensduur
blijft behouden. Raadpleeg pagina 26.
Watersysteem
1. Sluit de slang van de waterbron (geïntegreerde watertank of
externe waterbron) aan op de slangfitting (afbeelding 3) van
de zaag. De brondruk moet ca 30‑40 psi bedragen.
2. Controleer of de vinyl waterbuizen juist in de openingen van
de bladbeveiliging zijn geplaatst en schoon zijn.
3. Zet de waterbron aan (afbeelding 43).
4. Open de watersysteemklep aan de linkerzijde van de console
door de hendel in de AAN‑positie te zetten (afbeelding 44)
en controleer of het water gelijkmatig aan beide zijden van
het diamantblad stroomt.
5. Lijn de zaag langs de snijlijn uit met gebruik van het voorste
regelwiel.
UIT
AAN
GEVAAR
Bedien de machine NIET zonder aange
brachte bladbeveiliging of V‑riembeveili
gingen. Als het blad draait, mag u GEEN
handen, voeten of overige ledematen in
de buurt van het blad houden, teneinde
ERNSTIGE of DODELIJKE LETSELS
te voorkomen.
WAARSCHUWING
De gebruiker MOET over
eenkomstige beveiligings
apparatu ur en kleding
dragen tijdens het zagen.
Nalatigheid kan leiden tot
ERNSTIGE LETSELS.
UIT
AAN
LET OP
Zaag ALTIJD in een rechte lijn. Er kan ERNSTIGE SCHADE
aan het blad of de zaag optreden als de zaag wordt gedraaid
of wordt geforceerd om ronde vormen te snijden.
LET OP
Forceer het blad NIET in de snede. Hierdoor kan uw blad
en/of uw machine beschadigen.
WAARSCHUWING
Als de watertoevoer op uw blad wordt onderbroken,
STOPT u direct het snijden teneinde schade aan uw blad
en/of zaag te voorkomen.
Als de motor blijft stilstaan om ENIGE reden tijdens het snijden,
heft u het blad uit de snede voordat u opnieuw start.
PAGINA 34 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — BEDIENING
Een snede voltooien
1. Hef het blad uit de snede door de hendel omhoog/omlaag
LINKSOM TE DRAAIEN (afbeelding 37). Hef het blad hoog
genoeg uit de snede om het oppervlak vrij te maken en om
de zaag te kunnen manoeuvreren.
2. Zet de motor uit conform de "PROCEDURES VOOR UIT-
SCHAKELEN" in het volgende gedeelte.
Opnieuw starten na interventie
Als het snijden wordt onderbroken omdat de motor stopt of wordt
uitgeschakeld terwijl het blad nog steeds snijdt:
a. Zet de stopschakelaar op de handgreep in de "UIT"‑po
sitie.
b. Hef het blad boven de snede.
c. Start de motor zoals omschreven in de gedeeltes
"Starten" op pagina 27 of pagina 30.
Als het snijden wordt onderbroken omdat het blad is vastgelopen
in de snede:
a. Zet de motor uitschakelaars op "UIT".
b. Verwijder de bladbeveiliging.
c. Verwijder bladbevestigingsbout en de buitenste flens.
d. Manoeuvreer de zaag weg van het vastgelopen blad.
e. Maak een parallelle snede naast het blad om deze vrij
te maken, indien nodig.
f. Zodra het blad weer vrij is, controleert u het blad op
schade; gooi het blad weg als dat is beschadigd.
g Zorg dat een onbeschadigd, bruikbaar blad is geïnstal‑
leerd op de zaag voordat u verder gaat snijden met de
zaag.
LET OP
De enige acceptabele methode voor het vrijmaken van
een vastgelopen blad is om de zaag te verwijderen van het
vastgelopen of geknakte blad. Probeer het blad NIET vrij
te maken met gebruik van het omhoog/omlaag‑systeem of
door de zaag op te tillen door de baal te heffen enz.
WAARSCHUWING
Motorcomponenten kunnen EXTREME hitte
genereren.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 35
MQ SP2 CE-ZAAG — PROCEDURES VOOR UITSCHAKELEN
De motor stoppen (zelfrijdende modellen)
De motor stoppen onder normale omstandigheden:
1. Deactiveer de aandrijving door de versnellingshendel acti-
veren/deactiveren (afbeelding 49) in de NEUTRALE positie
te zetten..
Afbeelding 45. Gashendel
Afbeelding 47. Motor AAN/UIT-schakelaar (motor)
Afbeelding 48. Hendel brandstofklep (UIT-positie)
Afbeelding 50. Gashendel (langzame positie)
Afbeelding 51. Ontstekingsschakelaar (UIT-positie)
Afbeelding 46. Stopschakelaars motor (handgrepen)
2. Schakel de motor stopschakelaar op de handgrepen (af‑
beelding 46) in "UIT"‑positie. Door de motor uit te schakelen
met deze schakelaar bevestigt u dat de motor goed functio‑
neert.
4. Zet de hendel brandstofklep (afbeelding 48) in de UIT‑positie.
3. Zet de motor AAN/UIT-schakelaar (afbeelding 47) op de
"UIT"‑positie.
De motor stoppen (duwmodel)
De motor stoppen onder normale omstandigheden:
1. Zet de motor gashendel (afbeelding 45) in de LANGZAME
positie en luister of de motorsnelheid afneemt. Laat de motor
2 tot 3 minuten draaien om goed af te koelen.
Afbeelding 49. Versnellingshendel activeren/deactiveren
3. Schakel de motor stopschakelaar op de handgrepen (af‑
beelding 46) in "UIT"‑positie. Door de motor uit te schakelen
met deze schakelaar bevestigt u dat de motor goed functio‑
neert.
4. Zet de motor AAN/UIT-schakelaar (afbeelding 47 of afbeel‑
ding 51) op de "UIT"‑positie. De ontstekingsschakelaar op de
elektrische startmodellen moet zijn uitgeschakeld, teneinde
ongewenste accu‑ontlading te voorkomen.
2. Zet de motor gashendel (afbeelding 45 of afbeelding 50)
in de LANGZAME positie en luister of de motorsnelheid
afneemt. Laat de motor 2 tot 3 minuten draaien om goed af
te koelen.
5. Zet de hendel brandstofklep (afbeelding 48) in de UIT‑posi‑
tie.
UIT
AAN
UIT
REGULATEURSHENDEL
SNEL
LANGZAAM
AAN/UIT-
SCHAKELAAR
MOTOR
UIT
AAN
UIT
BRANDSTOFHENDEL
OF
LANGZAAM/STOPPEN
LANGZAAM
PAGINA 36 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — ONDERHOUD
Algemeen motoronderhoud
Motorcontrole:
Controleer dagelijks op enig olie en/of brandstoflekken, beves
tiging van de moeren en bouten en algehele properheid.
Motorolie:
Dagelijks controleren. Controleer met het blad verwijderd en
het zaagframe op een vlak oppervlak. Houd de olie schoon
en op het juiste verversingsniveau (afbeelding 7). VUL NIET
TEVEEL BIJ! SAE 10W‑30 van SG wordt aanbevolen voor
algemeen gebruik.
Motorolie verversen:
Ververs de motorolie in de eerste maand of na 20 bedrijfsu‑
ren. Vervolgens elke 3 maanden of 50 BEDRIJFSUREN.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de motor voor nadere
informatie.
Onderhoud
Algemene properheid
Reinig de machine dagelijks. Verwijder alle stof en modder die is
afgezet. Als de zaag met stoom is gereinigd, dient u te controleren
of de smering is uitgevoerd NA de stoomreiniging.
Raadpleeg de handleiding van de motor die
bij uw machine is geleverd voor het juiste on‑
derhoudsinterval van de motor en de gids voor
probleemoplossingen bij problemen.
VERWIJDEREN of INSTALLEREN van
de bladen
AFSTELLEN van de voorste of achter-
ste regelwielen
SMEREN van de componenten
VERWIJDEREN van de motorbevestigingsbouten
INSPECTEREN, AFSTELLEN OF VERVANGEN van de
aandrijfriem, as, aslagers of ENIG motoronderdeel
VERWIJDEREN van het blad of riembeveiligingen
Verwijderen en installatie van het zaagblad
Raadpleeg het gedeelte "zaagblad verwijderen" in deze handleiding.
Luchtfilter van de motor:
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de motor voor nadere
informatie.
WAARSCHUWING
Algemeen onderhoud is essentieel voor de prestatie en
levensduur van uw zaag. De extreme omgevingen van
zaaghandelingen vereisen routine in reinigen, smeren,
riemspanning en inspectie op slijtage en schade.
De volgende procedures die gericht zijn
op onderhoud kunnen ernstig schade aan
de zaag of defecten vermijden. Voor het
uitvoeren van een onderhoud of inspectie,
parkeert u de zaag ALTIJD op een vlak
oppervlak met een verwijderd blad en zet
u de console Motor AAN/UIT‑schakelaar
& Motor AAN/UIT‑schakelaar op UIT”.
Voor sommige onderhoudswerkzaam
heden is het nodig dat de motor draait.
Controleer of de onderhoudsruimte goed
geventileerd is. Uitlaatgassen bevatten
giftige koolmonoxide die bewusteloos
heid kan veroorzaken en kan leiden tot
de DOOD.
LET OP
Laat de motor ALTIJD afkoelen voordat u
enig onderhoud gaat uitvoeren. Probeer
NOOIT enig onderhoud uit te voeren aan
een hete! motor.
WAARSCHUWING
Controleer ALTIJD dat beide MOTOR
AAN/UIT‑schakelaars (op de handgreep
en op de motor) in de "UIT" positie staan
en dat de as VOLLEDIG IS GESTOPT
MET DRAAIEN voordat u een van de
volgende handelingen gaat uitvoeren:
OPGELET!
Gooi de verbruikte olie conform de voorschriften weg. Giet
GEEN verbruikte olie op de grond, in een afvoer of bij het vuil.
Verbruikte olie kan over het algemeen worden meegenomen
naar een plaatselijk afvalverwerkingsstation of onderhouds‑
station voor reclamatie. Neem alle vereiste lokale milieuvoor‑
schriften en bepalingen in acht betreffende het weggooien van
gevaarlijk afval zoals verbruikte olie en oliefilters.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 37
Onderhoud:
Het transmissiereservoir wordt in de fabriek gevuld. Als
onderhoud is vereist, gebruikt u SAE20W‑20, API klasse
(SE,CC,CD) of beter, General Motors Dexron B, Ford M2C‑
33F, M2C‑41A of International Harvester Hy‑Tran fluids. Voor
extreem heet weer, tapt u de olie af en vult u met een olie
met een viscositeit van SAE30W‑30 of SAE40W‑40.
Kettingaandrijving:
Controleer elke 50 uur. Maak regelmatig de ketting schoon
en smeer deze met kettingolie.
De kettingaandrijving kan uitrekken waardoor een afstelling
van de spanning vereist kan zijn. De spanning van de ket‑
tingaandrijving afstellen:
1. Maak de (3) transmissiebevestigingsschroeven los.
2. Draai de transmissie in de “U” sleuven van de transmis-
siebevestiging totdat de juiste spanning is bereikt.
MQ SP2 CE-ZAAG — ONDERHOUD
Afbeelding 52. Transmissie reservoir
Spietandwielen:
Controleer elke 25 uur en reinig indien noodzakelijk. Als de
spietandwielen NIET de achterwielen activeren met vol‑
doende druk, kan het zijn dat de achterwielen wegslippen.
De Spietandwielassemblage afstellen:
1. Zet de versnellingshendel activeren/deactiveren in DE-
ACTIVEREN positie (afbeelding 53).
Afbeelding 53. Transmissiehendel activeren/deactiveren
(Deactiveren positie)
Motortank en zeef:
Jaarlijks of elke 300 uur reinigen.
Brandstofleiding:
Elke twee jaar of indien nodig vervangen.
Bougie:
Elke 6 maanden of 100 uur reinigen of afstellen. Jaarlijks of
elke 300 uur vervangen.
Smeren van de lagers
Er zijn vier smeerpunten voor de SP2 CE‑zaag. [Gebruik uitslui‑
tend Premium Extreme Pressure Grease, overeenkomstig NLG1
graad #2 consistentie.]
Achterwielen (1):
Smeer dagelijks
Bladaslagers (2):
Smeer dagelijks
Afstelbuis omhoog/omlaag (1):
Smeer dagelijks
Algemeen transmissieonderhoud (alleen zelfrijdende modellen)
Alle SP2 CE‑zaagmodellen maken gebruik van het spietand
wielontwerp, gekoppeld aan een EATON model 7 hydrostatische
transmissie die voorwaartse/achterwaartse aandrijving levert.
Het eenvoudige ontwerp van het systeem zorgt ervoor dat het
onderhoud tot een minimum blijft.
Transmissie reservoircup:
Controleer elke 8 bedrijfsuren. Als de transmissie koud (A)
is, controleert u het oliepeil op de markeringsindicator (zie
afbeelding 52).
DEACTIVEREN
OPGELET!
Overmatige spanning op de kettingaandrijving zal de levens‑
duur van de ketting beperken.
LET OP
Gebruik NIET meerdere viscositeitsoliën! VUL NIET TE
VEEL BIJ.
OLIEPEIL KOUD
OLIEPEIL HEET
PAGINA 38 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — ONDERHOUD
Afbeelding 54. V-riem afstellen/spanning
8. Draai de (4) 38 mm (1‑1/2 in.) HHC schroeven weer vast.
9. Plaats alle beveiligingen en afdekkingen.
V-riem uitlijning afstellen/vervangen aandrijfrollen
De V‑riemen en de respectievelijke aandrijfrollen zijn professio‑
neel uitgelijnd in de fabriek. Als de aandrijfrollen moeten worden
verwijderd/vervangen of moeten worden afgesteld, gaat u verder
met de volgende instructies.
1. Selecteer het juiste formaat aandrijfrol zowel op buitenste
diameter en arbor‑grootte. Gebruik goedgekeurde on-
derdelen om de componentcompatibiliteit te kunnen
waarborgen.
2. Een wijziging in de aandrijfroldiameters kan een specifiek
formaat V‑riemen vereisen. Neem contact op met de Mul-
tiquip Service Department om de V-riem compatibiliteit
te kunnen waarborgen.
3. Voltooi de stappen voor het vervangen van de V
aandrijfriem(en) (1 t/m 4)
3. Verwijder de V‑riemen rondom de aandrijfrol(len).
4. Verwijder de stelschroeven die de aandrijfrollen bevestigen op
de respectievelijke assen (PTO‑as) voor de motoraandrijfrol
of de (bladas) voor de bladasaandrijfrol.
5. Verwijder/vervang de aandrijfrol door deze van de as te
schuiven.
6. Plaats de nieuwe aandrijfrol op de as en zorg dat deze exact
is uitgelijnd met gebruik van een liniaal (zie afbeeldingen 55
en 56).
7. Plaats de stelschroeven terug en draai deze aan met gebruik
van een druppel LOCTITE Threadlocker 266.
8. Zorg voor de juiste vervanging van de V‑riem(en) rondom de
bladasaandrijfrol en motoraandrijfrol.
9. Raadpleeg stappen 6‑9 van de "Vervanging V-aandrij-
friem(en)".
JUISTE V-RIEM SPANNING 10 MM (3/8 IN.)
TOT 13 MM (1/2 IN.) ALS IN HET MIDDEN
WORDT INGEDRUKT,
ZOALS WEERGEGEVEN
2. Draai de afstelschroef van de scharnier los en maak de
scharnierstaaf een beetje langer.
3. Zet de versnellingshendel activeren/deactiveren in ACTI-
VEREN positie om het juiste spietandwielcontact te kunnen
waarnemen.
4. Draai de afstelmoeren weer vast.
V-aandrijfriem controle
De V‑riemen van de SP2 CE‑zaag zijn in de fabriek ingesteld
met gebruik van precisienormen. Door de zaag te gebruiken met
minder dan het aangegeven aantal V‑riemen (zie tabel 6) of riemen
die wegslippen of te strak zijn gespannen zullen de prestatie
van de zaag aanzienlijk vermindeen en kunnen schade aan het
blad veroorzaken.
V-aandrijfriem(en) vervanging en spanning afstellen
1. Verwijder de riembeveiliging, en maak vervolgens de span‑
ning van de V‑riemen losser.
2. Draai de (4) 38 mm (1‑1/2 in.) HHC schroeven los.
3. Draai de motorbevestigingshouderbout los van het frame
om de motorbasisplaat te kunnen draaien.
4. Draai de motorbasisplaat om enige speling in de V‑aandrijf‑
riemen te verkrijgen.
5. Verwijder/vervang de desbetreffende V‑riemen (zie tabel 6).
6. Draai de motor terug op de juiste plek en bevestig de motor‑
bevestigingshouderbout.
7. Zorg de de V‑riem juist op spanning worden gebracht (zie
afbeelding 54).
WAARSCHUWING
CLUTCH
PULLEY
VIBRATOR
PULLEY
KOPPELINGSAANDRIJFROL
TRILAANDRIJFROL
Probeer NOOIT de V‑riem te con‑
troleren terwijl de motor draait. Er
kan ernstig letsel optreden als uw
handen tussen de V‑riem en de
koppeling bekneld raken. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 39
Vervangen bladaslagers
Hoewel de stappen voor deze handeling hieronder worden ve‑
meld, adviseren wij dat deze procedure wordt uitgevoerd door
een geautoriseerd servicecentrum.
De SP2 CE‑zaag wordt ondersteund door “zelfborgende ver
grendelingsbout (met stelschroef)" zelfuitlijnende bladaslagers
(afbeelding 57 en 58). Deze lagers voor zwaar gebruik ondersteu
nen de 1‑1/4 bladas en hebben smeernippels voor het eenvoudig
uitvoeren van onderhoud.
1. Vervang zowel linker‑ als rechterlagers. Vervang nooit een
zijde wel en de andere zijde niet.
2. Volg de stappen 1 t/m 4 van de "V‑aandrijfriem(en) vervangen
en afstellen spanning".
3. Verwijder de V‑aandrijfriemen.
Afbeelding 57. Bladaslagers (rechterzijde)
Raadpleeg afbeelding 57 & afbeelding 58 voor stappen 4‑9
4. Verwijder de blad zeskantige moeren (afbeelding 57 & 58,
item 1) en de buitenste/binnenste bladflensen (afbeelding
57, item 2 & 3)
5. Draai de stelschroeven (afbeelding 58, item 4) los en schuif
de aandrijfrol (afbeelding 58, item 5) van de bladas. Draai
de stelschroef van de lagers los, verwijder de lagerbout
(afbeelding 58, item 6) en schuif de bladaslager (afbeelding
58, item 8) van de bladas.
6. Draai de stelschroeven (afbeelding 57, item 5) los, verwijder
de lagerbout (afbeelding 57, item 4) en schuif de bladaslager
(afbeelding 57, item 6) van de bladas.
7. Plaats de bladaslagers terug en monteer de bladasassem
blage.
8. Span de V‑aandrijfriemen opnieuw zoals weergegeven in het
gedeelte "V‑aandrijfriem(en) vervangen en spanning afstel‑
len".
10. Plaats alle beveiligingen en afdekkingen.
Afbeelding 58. Lagers aandrijfrol (linkerzijde)
MQ SP2 CE-ZAAG — ONDERHOUD
Afbeelding 56. V-riem uitlijnen
Afbeelding 55. Uitlijning aandrijfrol
Motor
PAGINA 40 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — ONDERHOUD
Onderhoud van de accu
Onjuist gebruik van de accu zal de levensduur van de accu ver‑
korten en onderhoudskosten doen stijgen. Neem het volgende in
acht bij het werken met de accu:
Let op dat de accu elektrolyt niet in aanraking komt met uw
lichaam of kleding.
Draag altijd oogbescherming en rubberen handschoenen,
omdat de accu zwavelzuur bevat waardoor brandwonden
kunnen ontstaan en kleding kan worden aangetast.
Controleer regelmatig de accupolen op goede staat.
Gebruik een staalborstel of schuurpapier om de accupolen
te reinigen.
Controleer altijd de accu op scheuren of overige schade.
Als er een wit patroon in de accu verschijnt of er verzameld
zich een soort pasta op de bodem, dient u de accu te
vervangen.
Als de zaag gedurende een langere periode niet in gebruik
is, bewaart u deze op een koele droge plek en controleert u
de acculading maandelijks om de prestatie van de accu te
handhaven.
Controleer de accu regelmatig en controleer of elk elektrolytpeil
aan de onderzijde van de ventilatie‑openingen zichtbaar is
(afbeelding 59). Indien nodig voegt u uitsluitend gedistilleerd
water toe in een goed‑geventileerde omgeving.
Afbeelding 59. Accu elektrolytpeil
TE HOOGTE LAAG NORMAAL
VENTILATIE-OPENING
ACCU-ELEKTROLYTPEIL
WAARSCHUWING
Draag een veiligheidsbril of gezichtsbescher-
ming, veiligheidskleding en rubberen hand-
schoenen bij werkzaamheden met de accu.
WAARSCHUWING
Elektrolyt is een zuur waarmee zorgvuldig
moet worden omgegaan. Onderhoudsin‑
structies van de fabrikant van elektrolyt
moeten ALTIJD in acht worden genomen
om veiligheid te waarborgen. Ernstig let‑
sel kan optreden als onzorgvuldig met de
veiligheidsinstructies wordt omgegaan en
deze niet in acht worden genomen.
Het overvullen van de accu kan ervoor
zorgen dat de elektrolyt zal overstromen
waardoor corrosie kan ontstaan op de
nabijgelegen componenten. Zorg dat enige
gemorste elektrolyt (accuzuur) direct wordt
afgespoeld.
Bij het aansluiten van de pluskabel (+) op de pluspool van
de accu (+), mag de sleutel GEEN contact maken en mag
geen enkel metalen onderdeel contact maken met de min‑
pool (‑) van de accu. Hierdoor kan kortsluiting of een explosie
ontstaan.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 41
MQ SP2 CE-ZAAG — ONDERHOUD
Deïnstallatie zaag/componenten
Deïnstallatie is een gecontroleerd proces dat wordt gebruikt om
een stuk apparatuur dat verbruikt is veilig te kunnen verwijderen.
Als de apparatuur verkeert in een onacceptabele en niet‑
repareerbaar veiligheidsrisico door slijtage of schade of niet langer
kostenbesparend kan worden onderhouden (na de vastgestelde
levensduur) moet deze worden gedeïnstalleerd (vernietigd en
gedemonteerd). De volgende procedure moet hiertoe worden
uitgevoerd:
1. Tap alle vloeistoffen volledig af. Dit kan olie, benzine, hydrau‑
liekolie en antivries zijn. Gooi dit conform de plaatselijke en
overheidsvoorschriften weg. Giet dit nooit op de grond of in
de afvoer of het riool.
2. Verwijder de accu en breng deze naar een afvalfaciliteit voor
loodreclamatie. Gebruik veiligheidsvoorschriften bij het werken
met accu's die zwavelzuur bevatten.
3. Het restant kan naar een afvalverwerkingsstation of metaalre‑
clamatiefaciliteit voor nadere demontage worden gebracht.
PAGINA 42 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — 13 PK MOTOR BEKABELINGSDIAGRAM (TERUGSLAG START)
Afbeelding 60. 13 PK Honda motor bekabelingsdiagram
OLIEWAARSCHUWINGSUNIT
GETRANSISTORISEERDE
ONTSTEKINGSUNIT
BOUGIE
OLIEPEIL
SCHAKELAAR
J
Bl
Bl/R
G
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
MOTOR UIT
CONTACTSLOT
Bl ZWART
J GEEL
G GROEN
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 43
Afbeelding 61. 20 PK Honda motor bekabelingsdiagram
MQ SP2 CE-ZAAG — 20 PK MOTOR BEKABELINGSDIAGRAM (ELEKTR. START)
COMBINATIESCHAKELAAR
CONTINUÏTEIT
KLEURCODE
BLK ZWART
WHT WIT
ROOD ROOD
YEL GEEL
GRN GROEN
GR GRIJS
NU BLAUW
ONTSTE-
KINGSSPOEL
(RECHTS)
ONTSTE-
KINGSSPOEL
(LINKS)
GELIJKRICHTER
COMBINATIESCHAKELAAR
BEDIENINGSBOX
STARTMOTOR
BRANDSTOF-
SOLENOÏDE
OPLAADSPOEL
3 AMPS
OLIEPEIL
SCHAKELAAR
OLIEWAAR-
SCHUWINGS-
UNIT
PLUS
MIN
ACCU
HOOFDZEKERING
BEDIENINGSBOX
ACC. IGELOST
CHASSIS
GND.
BLK 16 AWG
BLK 16 AWG
BLK/RED 16 AWG
BLK/RED (PICK-UP SPOEL)
WHT 16 AWG
WHT 16 AWG
BLK/RED
BLK 16 AWG
(+12 VDC) WHT 12 AWG
BLK/WHT 16 AWG
BLK/YEL
BLK/YEL
GR
GR
BU/BLK
BU/BLK
YELYEL
GROEN
GROEN
GRN
GR GR
CHASSIS
GND.
NEUTRALE
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
F1
25 AMP.
GR 16 AWG
GR 16 AWG
CHASSIS
GND.
CHASSIS
GND.
CHASSIS
GND.
CHASSIS
GND.
CHASSIS
GND.
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
MOTOR UIT
BOUGIE
(RECHTS)
BOUGIE
(LINKS)
EENHEID EENHEID
MOTORSTOPDIODES
IG E ACC LO ST
UIT
O O
AAN
O O
ST
O O O
PAGINA 44 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — PROBLEEMOPLOSSING (MOTOR)
Nagenoeg alle uitval kan worden voorkomen door juiste handelingen en onderhoudscontroles, maar bij een eventuele uitval verzoeken
wij u actie te ondernemen door de diagnose‑informatie, gebaseerd op de probleemoplossingen van de motor (tabel 8) hieronder en
de vervolgpagina's te raadplegen. Als het probleem niet kan worden vastgesteld, dient u het apparaat zo te laten en ons kantoor of
service‑afdeling te raadplegen.
TABEL 8. PROBLEEMOPLOSSING MOTOR
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Lastig om te starten "brandstof is
beschikbaar, maar geen VONK bij
bougie".
Bougie overbrugging?
Controleer opening, isolatie of vervang de
bougie.
Koolstofafzetting op bougie? Reinig of vervang de bougie.
Kortsluiting door onvoldoende bougie‑isolatie?
Controleer de bougie‑isolatie, vervang deze
indien versleten.
Onjuiste bougie‑opening? Stel de juiste opening in.
Lastig om te starten "brandstof is
beschikbaar, en VONK is aanwezig bij
bougie".
AAN/UIT‑schakelaar kortgesloten van het
console of de motor?
Controleer de schakelaarbedrading, vervang
de schakelaar.
Ontstekingsspoel defect? Vervang de ontstekingsspoel.
Onjuiste bougie‑opening, contacten vuil?
Stel de juiste bougie‑opening in en reinig de
contacten.
Condensatorisolatie versleten of kortgesloten? Vervang de condensator.
Bougiekabel gebroken of kortgesloten? Vervang de defecte bougiekabel.
Lastig om te starten, "brandstof is
beschikbaar, vonk is aanwezig en
compressie is normaal".
Verkeerde brandstof?
Spoel het brandstofsysteem en vervang
deze door de juiste brandstof.
Water of stof in het brandstofsysteem? Spoel het brandstofsysteem door.
Luchtreiniger vuil? Vervang de luchtreiniger.
Lastig om te starten, "brandstof is
beschikbaar, vonk is aanwezig en
compressie is laag".
Aanzuiging/uitlaatgasklep stuk of steekt uit? Plaats de kleppen opnieuw.
Zuigerring en/of cilinder versleten? Vervang de zuigerringen en/of zuiger.
Cilinderkop en/of bougie niet goed bevestigd? Draai de cilinderkopbouten en bougie vast.
Koppakking en/of bougiekoppakking
beschadigd?
Vervang de koppakking en/of
bougiekoppakking.
Er zit geen brandstof in de
carburateur.
Geen brandstof in de brandstoftank? Vul bij met de juiste brandstof.
Brandstofkraan kan niet goed worden geopend?
Breng smeermiddel aan om de brandstofkraan
los te draaien, vervang deze eventueel.
Brandstoffilter verstopt? Vervang het brandstoffilter.
Ontluchtingsopening in de brandstofdop verstopt? Reinig of vervang de brandstofdop.
Lucht in brandstofleiding? Laat de brandstofleiding doorstromen.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 45
MQ SP2 CE-ZAAG — PROBLEEMOPLOSSING (MOTOR)
OPGELET!
Bepaalde werkzaamheden waarnaar in dit gedeelte over
probleemoplossing wordt verwezen, zoals het opnieuw beves
tigen van kleppen of het plaatsen van zuigerringen, kunnen
speciaal gereedschap verlangen en moet worden uitgevoerd
door geïnstrueerd en bekwaam personeel.
TABEL 8. PROBLEEMOPLOSSING MOTOR (VERVOLG)
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
"Weinig vermogen" compressie is in
orde en loopt goed.
Luchtreiniger niet schoon? Vervang de luchtreiniger.
Onjuist brandstofpeil in carburateur?
Controleer de vlotterafstellling, monteer de
carburateur opnieuw.
Defecte bougie? Reinig of vervang de bougie.
"Weinig vermogen" compressie is in
orde maar loopt niet goed.
Water in brandstofsysteem?
Spoel het brandstofsysteem en vervang de
brandstof door de juiste brandstof.
Vuile bougie? Reinig of vervang de bougie.
Ontstekingsspoel defect? Vervang de ontstekingsspoel.
Motor raakt oververhit.
Bougie warmtewaarde onjuist? Vervang door het juiste type bougie.
Juiste brandstof? Vul bij met de juiste brandstof.
Koelribben vuil? Reinig de koelribben
Rotatiesnelheid schommelt.
Regelaar juist afgesteld? Pas de regelaar aan.
Veer van de regelaar defect? Vervang de veer van de regelaar.
Brandstofstroom beperkt?
Controleer het gehele brandstofsysteem op
lekkage of verstoppingen.
Terugslagstarter functioneert slecht.
Terugslagmechanisme verstopt door stof en vuil?
Maak deze terugslagassemblage schoon
met water en zeep.
Spiraalveer los? Vervang de spiraalveer.
PAGINA 46 — MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06)
MQ SP2 CE-ZAAG — PROBLEEMOPLOSSING (BLAD)
Nagenoeg alle uitval kan worden voorkomen door juiste handelingen en onderhoudscontroles, maar bij een eventuele uitval verzoeken
wij u actie te ondernemen door de diagnose‑informatie, gebaseerd op de probleemoplossingen van het blad (tabel 9) hieronder en
de vervolgpagina's te raadplegen. Als het probleem niet kan worden vastgesteld, dient u het apparaat zo te laten en ons kantoor of
service‑afdeling te raadplegen.
TABEL 9. BLAD PROBLEEMOPLOSSING
SYMPTOOM MOGELIJK PROBLEEM OPLOSSING
Blad gaat langzaam of stopt met
snijden.
Blad te hard voor het te snijden
materiaal?
Raadpleeg de dealer of Multiquip voor het juiste blad.
Probeer zeer zacht materiaal (zandsteen, silica baksteen,
sintelblok) te snijden om het blad te "herstellen".
Koppel van de motor verminderd
vanwege een losse V‑riem?
Span de V‑riemen aan of vervang deze.
Onvoldoende vermogen van de motor? Controleer de gasinstelling. Controleer het motorvermogen.
Onjuiste rotatierichting?
Controleer of het blad juist is geplaatst en of de rotatiepijlen
naar de positie "ondersnijden" wijzen.
Blad slipt weg op de bladas?
Controleer of het blad en de flenspin juist zijn geïnstalleerd
op de bladas.
Blad snijdt niet recht en/of
zuiver.
Blad wordt gebruikt op een onjuist
uitgelijnde zaag?
Controleer de bladaslagers en de uitlijningintegriteit.
Blad is overmatig hard voor het te
snijden materiaal?
Controleer de specificatie van het blad met het te snijden
materiaal. Raadpleeg de dealer of Multiquip voor informatie.
Blad dat wordt gebruikt heeft een
onjuist TPM?
Controleer of de surface feet per minute‑snelheid (SFPM)
van het blad ca. 6.000 is.
Blad onjuist bevestigd op de arbor‑
fittingen en flensen?
Controleer of het blad goed is bevestigd op de bladas.
Overmatige druk toegepast op blad
tijdens het snijden?
Forceer het blad niet tijdens het snijden. Pas een langzaam
en constant tempo toe tijdens het zagen.
Blad verkleurt, vertoont
scheuren en/of slijt overmatig.
Blad te hard voor het te snijden
materiaal?
Raadpleeg de dealer of Multiquip voor het juiste blad.
Probeer zeer zacht materiaal (zandsteen, silica baksteen,
sintelblok) te snijden om het blad te "herstellen".
Blad onjuist bevestigd op de
arbor‑fittingen en flensen?
Controleer of het blad goed is bevestigd op de bladas.
Controleer of de bladflensen schoon zijn en vrij van vuil zijn.
Blad krijgt niet voldoende koelwater?
Controleer of er een goede waterstroom & ‑volume voor
bladen wordt aangeleverd.
Arbor‑opening ongelijkmatig? Controleer of het blad goed is bevestigd op de bladas.
Onjuist blad gekozen voor het te
snijden materiaal?
Controleer de specificatie van het blad met het te snijden
materiaal. Raadpleeg de dealer of Multiquip voor informatie.
Overmatige druk toegepast op blad
tijdens het snijden?
Forceer het blad niet tijdens het snijden. Pas een langzaam
en constant tempo toe tijdens het zagen.
MQ SP2 CE-ZAAG — GEBRUIKSHANDLEIDING & ONDERDELEN — REV. #6 (09/08/06) — PAGINA 47
OPMERKINGENPAGINA
Uw plaatselijke dealer is:
gEbRUiKShandlEiding
© COPYRIGHT 2012, MULTIQUIP INC.
Multiquip Inc, het MQ logo zijn geregistreerde handelsmerken van Multiquip Inc. en mogen niet worden gebruikt, verveelvoudigd of gewijzigd zonder schriftelijke toestemming. Alle
overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren en worden gebruikt met toestemming.
Deze handleiding MOET te allen tijde bij het apparaat worden bewaard. Deze handleiding wordt beschouwd als een permanent onderdeel van het apparaat en moet worden verstrekt
als het apparaat wordt doorverkocht.
De informatie en specificaties die in deze publicatie zijn opgenomen, waren ten tijde van goedkeuring voor afdrukken van kracht. Illustraties, omschrijvingen, referenties en technische
gegevens die in deze handleiding worden vermeld, zijn uitsluitend als richtlijn bestemd en mogen niet als bindend worden beschouwd. Multiquip Inc. behoudt zich het recht voor om te
allen tijde specificaties, het ontwerp of de gepubliceerde informatie te wijzigen of te verwijderen uit deze publicatie zonder kennisgeving en zonder enige verplichtingen.
HOE KUNT U HULP KRIJGEN
ZORG DAT U HET MODEL EN SERIE‑
NUMMER BIJ DE HAND HEBT ALS U CONTACT OPNEEMT
VERENIGDE STATEN
Multiquip Corporate Office MQ Parts Department
18910 Wilmington Ave.
Carson, CA 90746
Contact: mq@multiquip.com
Tel. (800) 421‑1244
Fax (800) 537‑3927
800‑427‑1244
310‑537‑3700
Fax: 800‑672‑7877
Fax: 310‑637‑3284
Service Department Warranty Department
800‑421‑1244
310‑537‑3700
Fax: 310‑537‑4259 800‑421‑1244
310‑537‑3700
Fax: 310‑943‑2249
Technische ondersteuning
800‑478‑1244 Fax: 310‑943‑2238
MExICO VERENIGD KONINKRIJK
MQ Cipsa Multiquip (UK) Limited Hoofdkantoor
Carr. Fed. Mexico‑Puebla KM 126.5
Momoxpan, Cholula, Puebla 72760 Mexico
Tel: (52) 222‑225‑9900
Fax: (52) 222‑285‑0420
Unit 2, Northpoint Industrial Estate, Global Lane,
Dukinfield, Cheshire SK16 4UJ
Contact: sales@multiquip.co.uk
Tel: 0161 339 2223
Fax: 0161 339 3226
CANADA
Multiquip
4110 Industriel Boul.
Laval, Quebec, Canada H7L 6V3
Contact: jmar[email protected]
Tel: (450) 625‑2244
Tel: (877) 963‑4411
Fax: (450) 625‑8664
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

MQ Multiquip SP2-CE-SERIES Handleiding

Type
Handleiding