Lissmac MULTICUT 550 / 600 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
1/107
BEDRIJFSHANDLEIDING
VOEGNSNIJMACHINE
MULTICUT 550 GH
MULTICUT 600 G / SG
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Telefon +49 (0) 7564 / 307 - 0
Telefax +49 (0) 7564 / 307 - 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
NL
2/107
3/107
Colofon De bebrijfshandleiding is geldig voor:
LISSMAC Voegsnijmachine
ï‚Ÿ MULTICUT 550 G / GH
ï‚Ÿ MULTICUT 600 G / SG
Bedrijfscentrale
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstraße 4
D - 88410 Bad Wurzach
Tel: +49 (0) 7564 / 307 – 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 – 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Originele bedrijfshandleiding
Versie: 03-2021
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor later gebruik!
Doorgave en verveelvoudiging Doorgave en verveelvoudiging van deze bedrijfshandleiding in elke vorm en ook het gebruik van de
inhoud zijn verboden in zoverre niet schriftelijk aangegeven.
Overtredingen leiden tot schadevergoeding. Alle rechten zijn bij patent, gebruiksmonster- of
smaakmonsterinvoer voorbehouden.
4/107
PRINCIPIËLE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Waarschuwingsinstructies en symbolen in deze handleiding
Aard en bron van de bedreiging
Gevolgen bij negeren.
 Maatregels om de bedreiging af te wenden
Het signaalwoord achter het gevarensymbool duidt de graad van de bedreiging aan:
GEVAAR
Dit signaalwoord duidt een extreem gevaarlijke situatie aan. Indien geen acht wordt geslagen
op deze situatie, is dodelijk letsel het gevolg. Het gevarensymbool kan de bedreiging
specificeren.
WAARSCHUWING
Dit signaalwoord duidt een potentieel gevaarlijke situatie aan. Indien geen acht wordt
geslagen op deze situatie, kan dodelijk of ernstig letsel het gevolg zijn. Het gevarensymbool
kan de bedreiging specificeren.
VOORZICHTIG
Dit signaalwoord duidt een gevaarlijke situatie aan. Indien geen acht wordt geslagen op deze
situatie, zijn middelmatig en licht letsel het gevolg. Het gevarensymbool kan de bedreiging
specificeren.
VERWIJZING
Dit signaalwoord duidt een situatie aan die gevaren voor voorwerpen vormt. Indien geen acht
wordt geslagen op deze situatie, is materiële schade het gevolg. Het signaalwoord staat
zonder gevarensymbool.
Belangrijke informatie wordt met een »i« aangeduid.
Commando tot handelen aan de operator:
De bepaalde volgorde van de handelingsstappen maakt een fatsoenlijke en veilige omgang
met de machine mogelijk.
ï‚Ÿ Handelingsinstructies aan de bediener
De vermelde waarschuwingen vormen geen aanspraak op universele volledigheid.
Lissmac kan niet elk gevaar voorzien.
Passende veiligheidsmaateregelen en voorzorgen moeten net zoals bij elke andere machine
inzake werkmethodiek en bediening in acht genomen worden.
5/107
De volgende waarschuwingen en veiligheidsinstructies worden gebruikt:
Bedrijfshandleiding lezen
Gehoorbescherming dragen
Veiligheidsbril dragen
Handschoenen dragen
Veiligheidshelm dragen
Stofbeschermingsmasker dragen
Geschikte werkkleding dragen en stoffige kleding wassen
/
Aanslagpunten voor kraantransport
Voor werkzaamheden aan het apparaat de contactsleutel verwijderen
Parkeerrem enkel bij stilstand inschakelen
Snijgevaar aan draaiend gereedschap
Stilstand van alle onderdelen afwachten.
De machine niet verplaatsen als er gereedschap draait
Zwaar ontvlambare brandstofdampen
Knelgevaar door onbedoelde beweging
Gevaar door weggeslingerde onderdelen
Gevaar door zwevende lasten
6/107
Hete oppervlakken. Aanrakingen kunnen brandwonden veroorzaken.
Verstikkingsgevaar door giftige uitlaatgassen
Gevaar door accuzuur
Explosiegevaar
Intrekgevaar door open riemaandrijving
Gevaar voor snijwonden en amputatie door draaiend snijgereedschap
Knelgevaar van de handen
Waarschuwing voor stroomstoten door beschadigde elektriciteitsleidingen.
Geen gebruik van hogedrukreinigers
Geen gebruik door onbevoegden
Rookverbod
Gezondheidsschadelijke inhoudsstoffen: Kwartsstof
Geen onderhoudswerkzaamheden bij draaiende motor
Instructie voor het vermijden van schade
Sjorpunt voor voertuigtransport
Apparaat enkel rechtop opslaan en transporteren
Geluidsvermogensniveau van de machine
Visuele controle
7/107
BEDRIJFSHANDLEIDING
Voorwoord Deze gebruiksaanwijzing moet het leren kennen van de machine/installatie vergemakkelijken en om
van de reglementaire toepassingsmogelijkheden te kunnen profiteren.
De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen om de machine/installatie veilig, vakkundig en
rendabel toe te passen. De inachtneming van de gebruiksaanwijzing helpt gevaren te vermijden,
reparatiekosten en uitvalstijden te voorkomen en de betrouwbaarheid en de levensduur van de
machine/installatie te verhogen.
De gebruiksaanwijzing moet worden aangevuld met instructies op grond van bestaande nationale
voorschriften inzake ongevallenpreventie en milieubescherming.
De gebruiksaanwijzing moet steeds op de plaats van toepassing van de machine/installatie
beschikbaar zijn.
De gebruiksaanwijzing moet door elke persoon die met of aan de machine werkt, gelezen en de
vermelde instructies moeten opgevolgd worden, bijv.:
ï‚Ÿ bediening incl. voorbereiding, storingsopheffing tijdens het werkverloop, afvoer van
productieafval, verzorging, afvoer van bedrijfs- en hulpstoffen
ï‚Ÿ in stand houding (onderhoud, inspectie, reparatie) en/of
ï‚Ÿ transport
Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land van toepassing geldende bindende regels m.b.t. de
ongevallen preventie moeten ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken in
acht genomen worden.
Benodigd werktuig Opdat de voegsnijmachine kan worden gebruikt, is een werktuig in de vorm van een zaagblad nodig.
Deze werktuigen kunnen bij de fabrikant worden verkregen.
meer documenten Aanvullend aan deze bedrijfshandleiding staat meer documentatie door de betreffende fabrikant van
afzonderlijke componenten ter beschikking:
ï‚Ÿ Bedrijfshandleiding verbrandingsmotor
Voor de aansprakelijkheid en volledigheid over meer documentatie aanvaardt6 LISSMAC geen
verantwoordelijkheid.
Wijzigingen onder
voorbehoud
Wij doen moeite voor de juistheid en actualiteit van deze bedrijfshandleiding. Om onze technologische
voorsprong te behouden kan het noodzakelijk zijn om zonder vooraankondiging, wijzigingen van het
product en van zijn bediening uit te voeren. Wij zijn niet aansprakelijk voor storingen, uitvallen en
hierdoor ontstane schade.
Doelgroep Deze handleiding is bedoeld voor opgeleid en geïnstrueerd personeel uit de vakgebieden
constructietechniek, betonsnijtechniek, wegenbouw, bouwkunde en civiele techniek.
8/107
Aantekeningen:
9/107
1. Eigenschappen & voordelen .......................................................................................... 11
2. Algemene veiligheidsaanwijzingen ............................................................................... 12
2.1. Principe doelgericht gebruik ............................................................................................12
2.2. Organisatorische maatregelen ........................................................................................13
2.3. Selectie van het personeel en -kwalificatie; principiële verplichtingen ..........................14
2.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfsfasen ....................................................................14
2.5. Instructies voor speciale risicotypes ................................................................................16
2.6. Transport .........................................................................................................................17
2.7. Verpakking en opslag ......................................................................................................18
2.8. Milieubescherming ..........................................................................................................18
2.9. Afvoer ..............................................................................................................................18
3. Beschrijving van het apparaat ....................................................................................... 19
3.1. Aanduiding van de machine onderdelen .........................................................................19
3.2. Technische gegevens+ ....................................................................................................20
3.3. Geluidsvermogen .............................................................................................................21
3.4. Uitlaatgassen ..................................................................................................................21
3.5. Hand-arm vibratie ............................................................................................................22
4. Ingebruikneming ............................................................................................................. 23
4.1. Bedrijfsstoffen .................................................................................................................23
4.2. Gereedschappen (zaagblad).............................................................................................24
4.3. Waterpomp......................................................................................................................25
4.4. Voltanken met brandstof .................................................................................................26
4.5. Inbouw/vervanging zaagblad (gereedschap) ...................................................................27
4.6. Aandrijfriem Spanning controleren..................................................................................29
4.7. V-riem vervangen / aanspannen ......................................................................................30
5. Transport......................................................................................................................... 33
5.1. Transportstand ................................................................................................................33
5.2. Verplaatsen met de kraan ...............................................................................................34
5.3. Bevestiging voor transport ..............................................................................................35
6. Bedieningspaneel op de voegsnijmachine ................................................................... 36
6.1. Multifunctionele display ..................................................................................................37
7. Werking ........................................................................................................................... 39
7.1. Veiligheid ........................................................................................................................39
7.2. Parkeerrem ......................................................................................................................41
7.3. Startvoorbereidingen .......................................................................................................42
7.4. Bijkomende gewichten (optioneel) ..................................................................................42
7.5. Daalsnelheid instellen .....................................................................................................43
7.6. Schuifstangen instellen ...................................................................................................43
7.7. Schakelen schakeltransmissie .........................................................................................44
7.8. Omschakelen van tegenloop- naar gelijkloopsnijden ......................................................45
7.9. Starten en stoppen van de motor ....................................................................................46
7.10. Toespoor instellen .........................................................................................................47
7.11. Snijdiepteaanslag instellen ...........................................................................................47
7.12. Snijden met de voegsnijmachine ...................................................................................48
7.13. De voegsnijmachine verplaatsen ...................................................................................50
7.14. Voegsnijmachine neerzetten .........................................................................................51
7.15. Omschakeling van rechts- naar linkssnijden ..................................................................52
7.16. Motorruimte ..................................................................................................................53
7.17. Hydraulische eenheid (optie SGH) .................................................................................54
7.21. Koelwater aftappen .......................................................................................................57
7.22. Reiniging waterpompset ...............................................................................................57
7.23. Oliepeil motor controleren .............................................................................................58
7.24. Snijden met opengeklapte beschermkap van het zaagblad ...........................................59
8. Instandhouding ............................................................................................................... 60
8.1. Onderhoud .......................................................................................................................60
8.2. Aandrijfketting aanspannen ............................................................................................61
8.3. Motorolie aftappen..........................................................................................................62
8.4. Smeerpunten ...................................................................................................................63
8.5. Oliewissel hydrostaat ......................................................................................................64
8.6. Fouten zoektabel .............................................................................................................67
8.7. Draaikoppels van schroefverbindingen ............................................................................68
10/107
8.8. Onderhoudsschema .........................................................................................................69
9. Werktuigen ..................................................................................................................... 70
10. Garantie......................................................................................................................... 71
11. Schakelschema ............................................................................................................ 73
12. APPENDIX A: FOUTCODE LIJST HATZ ........................................................................ 77
11/107
1.
EIGENSCHAPPEN & VOORDELEN
Bij de ontwikkeling van deze wendbare krachtpatsers is rekening gehouden met de praktische
vereisten. De beproefde dieselvoegsnijmachines overtuigen met hun uitstekende prijs-
kwaliteitsverhouding, robuuste technologie en hun eenvoudige bediening.
ï‚Ÿ Optimale krachtoverbrenging door krachtige V-riemen
ï‚Ÿ Constructie van torsiestijf metalen frame
ï‚Ÿ Het compacte ontwerp en het gebalanceerde chassis maken eenvoudig rangeren op de
bouwplaats mogelijk.
ï‚Ÿ Het extreem lage zwaartepunt zorgt voor een precieze zaagsnede
ï‚Ÿ Zeer goede, rechte snede door verstelbare achteras
ï‚Ÿ Het optillen of neerlaten van het zaagblad kan elektro-hydraulisch worden geregeld
ï‚Ÿ In de hoogte verstelbare handgrepen
ï‚Ÿ Voor oversnijdingen kan de kap van het zaagblad standaard naar boven worden geklapt
ï‚Ÿ Zeer snelle conversie van links naar rechts snijden
ï‚Ÿ Eenvoudige toegang voor algemene onderhoudswerkzaamheden (luchtfilter, batterij, olie- en
brandstoffilter)
ï‚Ÿ Parkeerrem, bedrijfsurenteller en vrijloop zijn standaard
Optie SG
(schakelmechanisme
met 3 versnellingen)
Optie GH
(schakelmechanisme met 2 versnellingen en
hydraulica)
Optie G
(schakelmechanisme
met 2 versnellingen)
12/107
2.
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
2.1. Principe doelgericht gebruik
De fabrikant en leverancier zijn niet aansprakelijk bij verkeerd of niet doelgericht gebruik. Elke
wijziging aan de machine die niet door de fabrikant werd uitgevoerd, is verboden. Veranderingen als
gevolg van aan- of verbouwingen aan de voegsnijmachine vereisen de schriftelijke goedkeuring van de
fabrikant.
De machine is volgens de actuele stand van de techniek en de erkende veiligheid-technische regels
gebouwd. Toch kan er bij het gebruik van de machine/installatie gevaar voor leven en goed van de
gebruiker of derden of schade aan de machine en andere voorwerpen ontstaan.
Gebruik de machine enkel in een technisch perfecte staat voor het beoogde, toegelaten gebruiksdoel.
Werk veilig met de machine en wees u bewust van de mogelijke gevaren en neem de aanwijzingen in
de gebruiksaanwijzing in acht. Met name storingen die van invloed zijn op de veiligheid, moeten
onmiddellijk verholpen worden (laten verhelpen)!
Beoogd
gebruik
De LISSMAC-voegsnijmachine behoort tot de vloerslijpmachines en is uitsluitend ontworpen voor het
met water snijden van voegen in beton of asfalt. Snijden vereist een gereedschap in de vorm van een
diamantzaagblad. De voegsnijmachine mag enkel door één persoon worden bediend. De bediener
moet achter de handgrepen blijven zolang de machine loopt.
Ander of verder reikend gebruik wordt als niet-beoogd beschouwd.
Bij het eigenlijke gebruik horen ook inachtneming van de gebruikershandleiding en de inspectie- en
onderhoudshandleiding.
Onbeoogd gebruik Voorzienbaar verkeerd gebruik / onbeoogd gebruik:
ï‚Ÿ Snijden zonder zaagbladkap
ï‚Ÿ Snijden zonder water
ï‚Ÿ Snijden op sterk hellende plaatsen
ï‚Ÿ Snijden van nauwe stralen
ï‚Ÿ Snijden van hout, kunststof of metaal
(behalve wapening of wapening in beton)
ï‚Ÿ Constructieve wijzigingen die de veiligheid of de aard van de uitvoering van de
voegsnijmachine wijzigen
13/107
2.2. Organisatorische maatregelen
De bedrijfshandleiding moet op de werkplek binnen handbereik en voor elke persoon toegankelijk zijn.
Als aanvulling op de gebruikshandleiding dienen de algemeen geldige wettelijke en overige bindende
regels voor het voorkomen van ongevallen en voor het beschermen van het milieu in acht genomen te
worden.
Dergelijke verplichtingen kunnen ook bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of het ter beschikking
stellen/dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen of wegverkeerswettelijke regelingen
betreffen.
Het personeel dat met werkzaamheden aan de machine is belast, moet vóór het arbeidsbegin de
gebruiksaanwijzing en hier vooral het hoofdstuk Veiligheidsaanwijzingen gelezen en begrepen
hebben. Dit geldt in bijzondere mate voor slechts af en toe aan de kraan werkend personeel bijv. bij
personeel dat werkzaam is bij het de opbouw of het onderhoud.
Regelmatig veiligheids- en gevarenbewust werken van het personeel, met het in acht nemen van de
gebruiksaanwijzing, controleren.
Gebruik altijd de vereiste en voorgeschreven persoonlijke beschermingsuitrustingen.
Neem alle veiligheids- en gevareninstructies in acht op de voegsnijmachine en houd deze in volledig
leesbare toestand. Vervang beschadigde of niet meer leesbare veiligheids- en gevareninstructies.
Bij veiligheidsrelevante wijzigingen aan de machine of werking moet de machine onmiddellijk stop
gezet worden en overeenkomstig worden aangeduid. Storing moet aan de verantwoordelijke
dienst/persoon worden gemeld.
Voer geen wijzigingen d.m.v. aan- verbouwingen zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant uit.
Er moet rekening gehouden worden met de aanwijzingen van de fabrikant van het werktuig.
Gebruik enkel gecontroleerde originele reserveonderdelen van de fabrikant.
Leef voorgeschreven of in de gebruiksaanwijzing vermelde termijnen voor inspecties na.
Voor de uitvoering van instandhouding maatregelen is een aan het werk aangepaste uitrusting van de
werkplaats absoluut noodzakelijk.
Machines met verbrandingsmotoren mogen niet in afgesloten ruimtes worden gebruikt.
Verzamel altijd gedetailleerde informatie over onder de grond lopende kabels in het snijgebied en
neem passende voorzorgsmaatregelen voordat u gaat snijden.
14/107
2.3. Selectie van het personeel en -kwalificatie; principiële verplichtingen
Bedieners moeten 18 jaar of ouder zijn en mentaal en fysiek in staat zijn om de voegsnijmachine te
bedienen. Alle personen moeten over de bediening geïnstrueerd zijn en uitdrukkelijk schriftelijk belast
zijn door de ondernemer met het bedienen van de voegsnijmachine.
Bevoegdheden van het personeel voor de bediening, opbouwen, onderhoud en reparaties dienen
vastgelegd te worden.
Controleer of alleen hiertoe belast personeel aan de machine werkt.
De operator moet persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals veiligheidsschoenen,
veiligheidshandschoenen, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen die aan de
veiligheidsbepalingen voldoen.
Personen die niet met de machine werken, moeten gesommeerd worden om het werkgebied te
verlaten. Sluit de werkzone evt. af.
Bij alle bewegingen van de voegsnijmachine moet de operator erop letten dat hij zichzelf en andere
personen niet in gevaar brengt. Op de werkplek moeten alle obstakels verwijderd worden die hert
werkproces of het omzetten van de machine hinderen.
Werkzaamheden aan elektrische uitrustingen van de machine mogen alleen door een gediplomeerde
elektricien of door geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een gediplomeerde
elektricien overeenkomstig de elektrotechnische voorschriften worden uitgevoerd.
De exploitant moet worden aangewezen als de persoon die verantwoordelijk is voor de verkeersregels
en moet toestemming krijgen om onveilige instructies van derden te weigeren.
Personeel dat in scholing is, dat getraind of geïnstrueerd wordt of dat zich in een algemeen
opleidingstraject bevindt, mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon op de machine /
installatie zijn.
2.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfsfasen
2.4.1. Transport, montage en installatie
Transport, montage en installaties op/met de voegsnijmachine mogen alleen in de transportstand
plaatsvinden. De voegsnijmachine moet tegen wegrollen worden beveiligd.
Transport, montage en installaties op/met de voegsnijmachine mogen alleen met gedemonteerd
werktuig en uitgeschakelde motor plaatsvinden.
Het laden en lossen van de voegsnijmachine mag alleen met een kraan worden uitgevoerd, rekening
houdend met het maximale bedrijfsgewicht.
Er mag alleen transport plaatsvinden in zoverre alle onderdelen van de machine vastgedraaid zijn en
afvallen van afzonderlijke delen niet mogelijk is.
15/107
2.4.2. Ingebruikneming
Bij het inzetten van een zaagblad moeten de handen tegen scherpe kanten worden beschermd.
Let erop dat de ondergrond aan de draagkracht voldoet waarop wordt gesneden. Alle obstakels moeten
uit het snijgebied worden gehaald en er moet voor goede verlichting worden gezorgd.
Houd visuele controle over beschadigingen en defecten van de hele voegsnijmachine Speciale controle
van de veiligheidsinrichtingen.
Zorg voor watertoevoer voor de koeling van het zaagblad.
Er mag absoluut niet gerookt worden wanneer de verbrandingsmotor wordt vol getankt
Wees heel voorzichtig wanneer de brandstoftank wordt bijgevuld. Motordelen die door de werking
heet werden, vorm brandgevaar.
De brandstof mag alleen in hiervoor toegestane tanks worden opgeslagen.
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale
snelheid van de machine is, worden gebruikt.
Defecte of gescheurde werktuigen moet direct worden vervangen.
2.4.3. Werking
Elke onveilige werkwijze is verboden.
Neem maatregelen zodat de voegsnijmachine alleen in veilige en functionele toestand kan worden
ingezet.
Tenminste een maal per ploeg de voegsnijmachine op uiterlijk herkenbare beschadigingen en gebreken
controleren! Veranderingen die zijn ontstaan (inclusief het werkingsgedrag) moeten onmiddellijk aan
de verantwoordelijke plaats/persoon worden gemeld! Zet de machine evt. direct stil en beveilig deze
tegen opnieuw inschakelen.
Bij functiestoringen moet de voegsnijmachine onmiddellijk worden gestopt en stil gezet. Laat storingen
onmiddellijk verhelpen. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door hiervoor opgeleid personeel
worden uitgevoerd!
Maak alleen gebruik van geschikte en gekeurde werktuigen.
Ter bescherming tegen versnelling moet de diepte-instelling van het zaagblad langzaam en stapsgewijs
in de ondergrond worden ingereden. Elk contact met het roterende werktuig moet worden voorkomen.
1,5 m veiligheidsafstand tot het zaagblad aanhouden.
Snijden zonder zaagbladkap is verboden.
De operator moet tegen roterende delen worden beschermd.
16/107
2.4.4. De voegsnijmachine verplaatsen
Het verplaatsen van de machine mag alleen bij stilstaand van het zaagblad worden uitgevoerd.
Voordat de bedieningspositie aan de voegsnijmachine wordt verlaten, moet de verbrandingsmotor
worden uitgeschakeld en moet het zaagblad stilstaan.
Een draaiend zaagblad vormt een hoog risico voor verwonding.
2.4.5. Speciale werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectieactiviteiten en -
termijnen moeten worden aangehouden inclusief specificaties voor het vervangen van
onderdelen/deeluitrustingen. Deze werkzaamheden mogen alleen door bevoegd vakkundig personeel
worden uitgevoerd.
Wanneer de voegsnijmachine bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden compleet uitgeschakeld is,
moet deze tegen onverwacht opnieuw inschakelen worden beveiligd en gekenmerkt.
Vóór het reinigen moeten alle openingen worden afgedekt en afgeplakt worden waarin uit veiligheids-
en/of functionele redenen geen reinigingsmiddelen mogen indringen. Vooral elektrische motoren,
schakelaars en stopcontacten vormen een groot risico. Na de reiniging moeten de
afdekkingen/plakmiddelen weer volledig verwijderd worden.
Bij onderhoudswerkzaamheden losgemaakte schroefverbindingen altijd vastdraaien.
Indien de demontage van veiligheidsinrichtingen voor het gereedmaken, onderhouden en repareren
noodzakelijk is, moet direct na de afsluiting van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de
montage en de controle van de veiligheidsinrichtingen plaatsvinden.
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale
snelheid van de machine is, worden gebruikt.
2.5. Instructies voor speciale risicotypes
2.5.1. Gevaren voor de operator door de machine
Voordat de bedieningspositie aan de voegsnijmachine wordt verlaten, moet de verbrandingsmotor
worden uitgeschakeld en moet het zaagblad stilstaan.
De verbrandingsmotor van de voegsnijmachine mag zoals beoogd:
aandrijving van de voegsnijmachine en het zaagblad in gebruik genomen worden.
De afvoeropening van de uitlaatpijp moet altijd van de bediener worden wegwijzen. Uitlaatgassen niet
inademen.
De uitlaatpijp wordt heet tijdens het bedrijf. Contact vermijden en beschermingsuitrusting dragen.
17/107
2.5.2. Elektrische energie
Enkel originele zekeringen met voorgeschreven stroomsterkte gebruiken. Bij gevaar moet de
voegsnijmachine meteen worden uitgeschakeld. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door
gediplomeerd vakkundig personeel worden uitgevoerd.
De elektrische uitrusting van een machine moet regelmatig geïnspecteerd/gecontroleerd worden.
Gebreken, zoals losse verbindingen of beschadigde kabels dienen onmiddellijk verholpen te worden.
Om te voorkomen dat de machine door andere personen in werking wordt gesteld, moet de machine
gemerkt worden.
2.5.3. Stof
Bij werkzaamheden in krappe ruimtes moeten eventueel de geldende nationale voorschriften in acht
worden genomen.
Om stofvorming tijdens het zagen te voorkomen, moet het zaagblad continu met water worden
besproeid. In het werkgebied niet eten, drinken of roken.
2.5.4. Geluid
zie hoofdstuk 3.3
2.5.5. Uitlaatgassen
Machines met verbrandingsmotor mogen niet in afgesloten ruimtes worden gebruikt.
2.6. Transport
Bij het omzetten met een kraan moeten aanslagmiddelen met voldoende draagkracht worden gebruikt.
Controleer aanslagmiddelen voorheen op beschadigingen
Wijs vakkundige instructeurs voor het hijsproces aan.
Hijs de voegsnijmachine alleen op de correcte wijze met geschikte hijs-/hefvoorzieningen en in
overeenstemming met de gegevens uit de gebruiksaanwijzing op.
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende draagvermogen.
Beveilig de lading betrouwbaar volgens de voorschriften. Gebruik geschikte aanslagpunten.
Ook bij een kleine verwisseling van standplaats moet de zaagaandrijving worden uitgeschakeld of
ontkoppeld.
18/107
2.7. Verpakking en opslag
Om voldoende bescherming tijdens het versturen en transport te garanderen, werden de machine en
de componenten ervan zorgvuldig verpakt. Voor het behoud van de machine moet deze op
beschadigingen worden gecontroleerd. De verpakking van het apparaat bestaat uit recycle materialen.
Lever deze per soort in de hiervoor voorziene verzamelbak in zodat deze weer voor hergebruik kan
worden gebruikt.
Bij beschadiging mag de machine niet in gebruik worden genomen. Ook beschadigde kabels en
stekkerverbindingen vormen een veiligheidsrisico en mogen niet worden gebruikt. Stel in dit geval de
firma van de fabrikant op de hoogte.
Wordt de machine na het uitpakken niet direct in gebruik genomen, dan moet deze tegen vocht en vuil
worden beschermd.
2.8. Milieubescherming
Verpakkingsmateriaal, reinigingsmiddelen, verbruikte of overblijvende bedrijfsmaterialen alsook
uitgepakte slijtagegevoelige delen zoals aandrijfriemen of motorolie moeten volgens de voorschriften
voor milieubescherming die op de werkplek gelden bij de recycling worden gedaan.
2.9. Afvoer
Wanneer het gebruikseinde van het apparaat is bereikt, vooral wanneer storingen in het functioneren
ontstaan, moet u het opgebruikte apparaat onbruikbaar maken.
Voer het apparaat af volgens de milieuvoorschriften die in uw land van toepassing zijn. Elektrisch
afval mag niet samen met huisafval worden afgevoerd. Geef uw opgebruikte apparaat bij een centrale
verzamelplaats af.
19/107
3.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
3.1. Aanduiding van de machine onderdelen
Pos. 1
Stuurstangen
Pos. 7
Peilstok
Pos. 2
Noodstoptoets
Pos. 8
Beschermkap van het zaagblad
Pos. 3
Luchtfilter
Pos. 9
Chassis
Pos. 4
Aanhangpunt voor de kraan
Pos. 10
Aandrijfas (hydrostaat)
Pos. 5
Dieselmotor
Pos. 11
Waterpomp met kogelkraan
Pos. 6
Handgeschakelde transmissie met eco-versnelling
(*SG-optie)
2 3 4 5
7
9
10
11
1
6*
8
20/107
3.2. Technische gegevens+
MULTICUT 550 GH MULTICUT 600 G / SG
max. snijdiepte 415 mm 515 mm
max. Ø zaagblad 1000 mm 1200 mm
Zaagbladopname 35 mm (6x M12 –TK 120 mm) 25,4 of 35 mm (6x M12 –TK 120 mm)
Zaagbladflens Ø 150 mm
Nominaal toerental 1e versnelling 970 1/min (1550 1/min) 970 1/min (1550 1/min) 950 1/min
Nominaal toerental 2e versnelling 1550 1/min (2500 1/min) 1550 1/min (2500 1/min) 1620 1/min
Nominaal toerental 3e versnelling - - 2450 1/min
Aandrijfmotor HATZ 4-cilinders
turbodiesel / EU97/68 IIIA
HATZ 4-cilinders
turbodiesel / EU97/68 IIIB & EPA Tier IV
Vermogen (kW/PS) 34 kW / 46,2 PS 55 kW / 74,8 PS
Brandstof Diesel
Inhoud van de tank 32 liter
Rijaandrijving voorwaarts Hydrostaat traploos 0-50 m/min
Rijaandrijving achterwaarts Hydrostaat traploos 0-25 m/min
Zaagbladoptilling Elektro-hydraulisch
Zaagbladaandrijving V-riemaandrijving
Bedrijfsgewicht 950 kg 930 kg 1070 kg
Lengte / breedte / hoogte 1995 / 1030 / 1720
Optie GH
(schakelmechanisme met 2 versnellingen en
hydraulica)
Optie G
(schakelmechanisme met 2 versnellingen via
riemwissel)
Optie SG
(schakelmechanisme met 3 versnellingen)
21/107
3.3. Geluidsvermogen
WAARSCHUWING
Gevaar voor gehoorschade
Vanaf een geluidsvermogen van 85 dB (A) is het verplicht om gehoorbescherming te dragen.
 Draag uw persoonlijke gehoorbescherming
De waarden geven de blootstelling aan lawaai aan die betrekking heeft op de werkplaats van de bediener en
de geluidsvermogensniveaus van de voegsnijmachine.
Het gemeten geluidsvermogensniveau LWA 93,5 dB (A)
De emissiegeluidsdruk op de werkplek LpA 91,4 dB (A)
Het gegarandeerde geluidsvermogensniveau is:
Multicut 550/600 G / SG / SGH
96 dB(A)
De waarden werden door de geluidsemissie meting bepaald.
De controle vond onder belasting met het grootste toegestane zaagblad van de voegsnijmachine plaats.
Meet toleranties:
2,5 dB voor het A-beoordeelde geluidsvermogenniveau
4 dB voor het A-beoordeelde emissie-geluidsdrukniveau.
De emissie-geluidsdruk werd met in achting van de normen
EN ISO 3744, EN 13862 en richtlijn 2000/14/EG uitgevoerd.
3.4. Uitlaatgassen
GEVAAR
Giftige uitlaatgassen
De uitlaatgassen van de verbrandingsmotor bevatten koolmonoxide. Het is een onzichtbaar, geurloos en
smaakloos gas dat bewusteloosheid en verstikking kan veroorzaken. Het kan zich snel ophopen in krappe
ruimtes en daar urenlang blijven, zelfs nadat de motor is uitgeschakeld.
 Gebruik nooit machines met verbrandingsmotoren in gesloten of krappe ruimtes
 Als u duizelig of misselijk wordt, zet u de motor onmiddellijk af en gaat u in de frisse lucht.
Raadpleeg een arts. U kunt een kooloxidevergiftiging opgelopen hebben.
22/107
3.5. Hand-arm vibratie
WAARSCHUWING
Gevaar door vibratie!
Trillingen kunnen leiden tot bot- of gewrichtsbeschadiging en stoornissen van de bloedsomloop.
 Las bij werkzaamheden met de machine regelmatig pauzes in
De aangegeven waarde werd met de maximale zaagbladdiameter van 1000 mm bepaald.
De inwerking kan omgekeerd proportioneel aan het gewicht van de operator zijn.
Totale trillingswaarde:
Multicut 550/600 G / SG / SGH a
HV
onder 2,5 m/s
2
Bij de metingen werd rekening gehouden met de volgende normen:
EN ISO 5349, VD 2057 blad 2, richtlijn 2002/42/EG.
23/107
4.
INGEBRUIKNEMING
4.1. Bedrijfsstoffen
Diesel Alleen dieselbrandstoffen met laag zwavelgehalte volgens EN 590 / ASTM D 975-09a 1-D S15 of 2-D S15
met een zwavelgehalte <15 mg / kg gebruiken ( zogenaamde ULSD).
Bij gebruik van andere brandstoffen veranderen de emissieniveaus en vervalt de garantie.
Motorolie Enkel door HATZ toegelaten motorolie van de kwaliteitsklasse ACEA E6. SAE 10W-40 gebruiken.
Het gebruik van een lagere kwaliteit halveert de onderhoudsintervallen en de garantie kan vervallen.
Voer oude motorolie vakkundig en milieubewust bij een afvoerbedrijf af. Neem de bedrijfshandleiding van
de motorfabrikant in acht die als bijlage bij elke machine bijgevoegd is.
Vooral de veiligheids- en onderhoudsvoorschriften moeten in acht worden genomen!
Antivries Gebruik enkel door HATZ toegelaten antivriesmiddel. Vrijgaveklasse H50 gebruiken. Het gebruik van een
lagere kwaliteit halveert de onderhoudsintervallen en de garantie kan vervallen.
Smeermiddel Kwaliteitsvet aan de smeerpunten gebruiken. De fabrikant heeft „Energrease LS2 BP“ gebruikt.
(Lithiumverzadigd multipurpose vet NLGI klasse 2 volgens DIN 51818 / NLGI GC - LB Graad 2)
Hydraulische olie De gebruikte hydraulische vloeistof moet van HVLP-kwaliteit zijn (volgens DIN 51524-3 / ISO 6743/4)
in de ISO-viscositeitsklasse 68).
Transmissieolie De gebruikte transmissieolie moet:
Option G: SAE 90 Agip Blasia SX 220
Option SG: Total SYN FE 75W-90
Water De waterdruk in de toevoerleiding mag niet hoger zijn dan 5 bar. Gebruik indien nodig een drukregelaar.
Deze informatie heeft betrekking op de gebruikelijke gebruiks- en omgevingsomstandigheden.
Voor gebruik onder extreme klimatologische omstandigheden kunnen andere specificaties vereist zijn.
De informatie in de gebruiksaanwijzing van de motorfabrikant moet absoluut in acht worden genomen.
S≤15 mg/kg
24/107
4.2. Gereedschappen (zaagblad)
OPMERKING
Selectie van het werktuig
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale snelheid
van de machine is, worden gebruikt.
Defecte of gescheurde werktuigen moet direct worden vervangen.
Selectie van het zaagblad zie hoofdstuk 9 Werktuigen
Opslag van werktuigen De gebruikte werktuigen moeten tegen vocht worden beschermd. De diamantsegmenten moeten tegen
beschadigingen worden beschermd.
Toerentallen zaagblad Voor optimale snijprestaties moet de snelheid van het zaagblad worden aangepast aan het materiaal dat
moet worden gesneden. Het toerental van het zaagblad wordt geregeld via het toerental van de
dieselmotor en kan worden afgelezen op het multifunctionele display.
Bladtoerental
Beton
Asfalt
Bladdiameter
25/107
4.3. Waterpomp
Gebruik De verwijderbare waterpomp is opgehangen aan de machine en voorziet
het zaagblad van water.
De wateraansluiting verloopt via GEKA-koppelingen.
De stroomvoorziening via 12V-stekker.
De pomp heeft een zeefinzetstuk met transparant deksel voor dagelijkse
visuele inspectie en reiniging.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar
De pomp mag alleen worden gebruikt om water te transporteren. Er bestaat explosiegevaar als er brandstof
wordt getransporteerd.
 Enkel water transporteren
Aansluiting De waterpomp wordt op het bedieningspaneel naast
de gemarkeerde tuimelschakelaar gemonteerd en
hiermee aangestuurd.
Waterpomp
Tuimelschakela
ar
26/107
4.4. Voltanken met brandstof
WAARSCHUWING
Zwaar ontvlambare brandstofdampen
Risico op brandwonden of ernstig letsel door brand of ontploffing.
 Tijdens het proces is er een volledig rookverbod
 Verwijder alle ontstekingsbronnen
 Tank niet overvullen of brandstof morsen
OPMERKING
Opslag brandstof
De brandstof mag alleen in hiervoor toegestane tanks worden opgeslagen.
De reservoirs moeten overeenkomstig worden aangeduid.
Volgorde • Motor stoppen
• Reinig het deksel op de brandstofmotor en open het
• Brandstof met schone vulbuis of trechter bijvullen
• Niets morsen, niet overvullen.
• Deksel veilig sluiten
DIESEL
zwavel-
arm
27/107
4.5. Inbouw/vervanging zaagblad (gereedschap)
WAARSCHUWING
Gevaar voor snijwonden en knelverwonding door draaiende onderdelen
Draaiend zaagblad of flens kan kleding of lichaamsdelen grijpen en afscheuren.
 Schakel de motor uit en verwijder de contactsleutel
 Voordat u aan de machine mag werken, moeten alle onderdelen stationair zijn.
 Machine tegen opnieuw inschakelen beveiligen
Zaagbladen voor montage altijd controleren!
 Blad voor nat snijden? (1)
 Blad voor snijwerkzaamheden geschikt en toegelaten? (5)
 Blad en opname hebben de juiste grootte? (2) (7)
 Toegelaten snijsnelheid aangehouden? (3) (4)
 Draairichting? (6)
 Alle segmenten aanwezig?
 Geen lipprofielen aan de segmenten?
 Was het blad oververhit? (blank staal blauw geworden = niet gebruiken!)
 Geen scheuren in het blad?
Controleren: Kloppen met houtblok
Blad weergalmt = OK
Blad klinkt gedempt = niet gebruiken! (uitzondering: zog. silent-bladen)
28/107
Volgorde ï‚Ÿ Draai de schroef (pos. 1) aan de achterkant van de beschermkap van het zaagblad los (pos. 2)
ï‚Ÿ Verwijder de beschermkap over de handgreep naar boven
ï‚Ÿ Verwijder de flensschroeven (pos. 3) met het boordwerktuig en pak de drukschijf (pos.4) eraf.
OPMERKING
Montage zaagblad
Bij de montage van het zaagblad moet op schone flensoppervlakken worden gelet. Het zaagblad moet direct
op de flens aansluiten. Pas de draairichting van het zaagblad aan de richtingpijl van de draairichting van de
gewenste zaagas (gelijke / tegensnit) aan.
Volgorde ï‚Ÿ Zaagblad op de flens plaatsen
ï‚Ÿ Monteer de drukring (pos. 4) en draai de flensbouten (pos. 3) gelijkmatig kruisgewijs aan
resp
ï‚Ÿ draai de kroonmoer (pos. 5) vast en beveilig ze met een overslagpen
ï‚Ÿ Plaats de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) en zet vast met de schroef (pos. 2)
3
1
2
5
29/107
4.6. Aandrijfriem Spanning controleren
WAARSCHUWING
Snij- en knelverwondingen aan draaiende onderdelen
Lichaamsdelen en kleding kunnen naar binnen worden getrokken als ze in contact komen met de
riemaandrijving.
Gevaar voor snijwonden en knelverwondingen, tot amputaties toe.
 Het verwijderen of openen van de riemafdekking of in de draaiende riemaandrijving grijpen is
verboden
 Deze werkzaamheden mogen alleen bij stilstaande riemschijf en uitgeschakelde aandrijfmotor
worden uitgevoerd
SG
G
Controle De aandrijfriemen kunnen gecontroleerd worden door er met de duim op te drukken.
• De afdekking verwijderen
• Controle door drukcontrole met de vinger.
De riem moet ong. een riemdikte meeveren.
Effecten
foutief gespannen
aandrijfriem:
ï‚Ÿ Aandrijfriem te los:
aandrijfriemen schuiven op de V-riemschijf. Geen of slechte krachtoverbrenging, overmatige slijtage.
ï‚Ÿ Aandrijfriem te sterk gespannen:
Overmatige slijtage, sterke verwarming van de schijf van de V-riem met gevolgschade.
30/107
4.7. V-riem vervangen / aanspannen
WAARSCHUWING
Snij- en knelverwondingen aan draaiende onderdelen
Lichaamsdelen en kleding kunnen naar binnen worden getrokken als ze in contact komen met de
riemaandrijving.
Gevaar voor snijwonden en knelverwondingen, tot amputaties toe.
 Het verwijderen of openen van de riemafdekking of in de draaiende riemaandrijving grijpen is
verboden
 Deze werkzaamheden mogen alleen bij stilstaande riemschijf en uitgeschakelde aandrijfmotor
worden uitgevoerd
SG
Toegelaten riem 14 St. XPA 1732 antistatisch
Montage en demontage
of aanspannen van de
aandrijfriem
ï‚Ÿ Draai de bouten (pos. 1) los en verwijder het deksel van de aandrijfriem
ï‚Ÿ Draai de borgbout (pos. 2) los en maak de riem aan beide zijden gelijkmatig los met behulp van de
klemschroef (pos. 3)
ï‚Ÿ Controleer de riemschijf op slijtage en beschadigingen, verwijder de aandrijfriem en installeer nieuwe
riemen
ï‚Ÿ Trek de riem gelijkmatig aan beide kanten vast tot de gekleurde markering (pos. 4)
Ook bij het aanspannen beide zijden altijd evenwijdig met hetzelfde aantal tanden verschuiven!
ï‚Ÿ Borgmoeren (pos. 2) opnieuw vastdraaien
OPMERKING
De riem vervangen
Enkel riemen van hetzelfde type en dezelfde fabrikant gebruiken. We raden ten zeerste aan om altijd alleen
complete riemsets te vervangen. Gelijktijdig gebruik van oude en nieuwe riemen halveert de levensduur van
nieuwe riemen.
1
3
2
4
31/107
G
Montage en demontage
of aanspannen van de
aandrijfriem
ï‚Ÿ Schroef de zeskantbouten los en verwijder het spatscherm (pos. 1)
ï‚Ÿ Ontkoppel de aansluiting van de watertoevoer
ï‚Ÿ Draai de schroeven (pos. 2) los (links en rechts)
ï‚Ÿ V-riem gelijkmatig ontspannen via schroef pos. 3 (links en rechts)
ï‚Ÿ Verwijder de moeren (pos. 4) en klap de klemmen (pos. 5) omlaag
ï‚Ÿ Klap beide houders (pos. 6) naar boven
ï‚Ÿ Plaats de zaagbladas in de houders (pos 6)
ï‚Ÿ Verwijder de V-riem (pos. 7)
De montage van de zaagbladas verloopt in de omgekeerde volgorde.
1
1
2
3
7
8
4
6
32/107
Ombouwset
Toegelaten riem XPA 1060 / 1000 / 1120 antistatisch
Bezetting G
33/107
5.
TRANSPORT
5.1. Transportstand
WAARSCHUWING
Blauwe plekken door onbeveiligde machine
Verwondingen als gevolg van een onbedoelde verandering van de positie van de machine of van vallende
onderdelen.
 Voegsnijmachine enkel in transportpositie vervoeren
 Voegfsnijmachine via aanslagpunten beveiligen
OPMERKING
Transport van de machine
Bij het vervoer van de voegsnijmachine moeten grote schuine posities worden voorkomen.
Er kan brandstof lekken of motorolie in de verbrandingskamer van de motor lopen en de motor beschadigen.
Overschrijd de maximale hellingshoek van 30 ° in alle richtingen niet. Alleen rechtop vervoeren.
Alle bewegende delen die tijdens het transport kunnen vallen of slingeren, moeten worden verwijderd.
Transportpositie • Aandrijfmotor afzetten
• Parkeerrem activeren
• Zaagkap verwijderen
• Zaagblad demonteren
• Peilstok naar de machine klappen en touw beveiligen
• Stuurstangen verwijderen zoals weergegeven aan frame bevestigen
• Losse onderdelen beveiligen of verwijderen
34/107
5.2. Verplaatsen met de kraan
WAARSCHUWING
Zwevende lasten
Verwondingsgevaar door vallende delen.
 Blijf niet onder opgetilde machines of onderdelen staan
 Gebruik alleen onbeschadigde hijswerktuigen met voldoende draagvermogen en lengte
 De machine mag alleen in transportstand verplaatst worden
Volgorde
• Machine in transportpositie brengen (zie 5.1)
• Hang de voegsnijmachine met een aanslagmiddel met voldoende draagkracht in het kraanoog
• Wijs vakkundige instructeurs voor het hefproces aan
• Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende draagvermogen!
• Hijs het voorzichtig op en let op het zwaartepunt
• Houd de voegsnijmachine altijd in het oog
• Ga bij hernieuwde inbedrijfstelling overeenkomstig de gebruikshandleiding te werk.
35/107
5.3. Bevestiging voor transport
WAARSCHUWING
Verwondingen door schuiven of kantelen van de machine
Onbedoelde veranderingen in de positie van de machine kunnen mensen verpletteren.
 Snijmachine enkel in transportpositie vervoeren.
 Bevestig de machine via geschikte bevestigingspunten.
 Gebruik geschikte sjormiddelen.
 Let op het toegestane totaalgewicht van het transportvoertuig
Sjorpunten
Volgorde • Transportpositie tot stand brengen (zie 5.1)
• Bevestig de voegsnijmachine met geschikte aanslagmiddelen op de sjorpunten
36/107
6.
BEDIENINGSPANEEL OP DE VOEGSNIJMACHINE
OPMERKING
Bediening machine
Voordat u de voegsnijmachine start, moet u eerst vertrouwd raken met de bediening.
 Het personeel dat met werkzaamheden aan de machine is belast, moet vóór het arbeidsbegin de
gebruiksaanwijzing en hier vooral het hoofdstuk Veiligheidsaanwijzingen gelezen hebben.
Pos. 1
Bevestigingshouder Pos. 9 Contactslot
Pos. 2
Koelwatertank Pos. 10 Instelhendel rijrichting (voorwaarts/achterwaarts)
Pos. 3
Waterpomp aan/uit Pos. 11 Instelhendel zaagbladoptilling
Pos. 4
Contactdoos voor waterpomp (12V, max. 15A) Pos. 12 Parkeerrem aan/uit
Pos. 5
Stroomaansluiting DC 12V (max 10A) Pos. 13 Koppeling voor tractieaandrijving
Pos. 6
Instelhendel motortoerental Pos. 14 Multifunctionele display
Pos. 7
Weerstand voor daalsnelheid Pos. 15 Noodstop
Pos. 8
Snijdiepteweergave Pos. 16 Tankdeksel
Pos. 17 Klemblok voor peilstokkoord
De paddestoelknop voor de noodstop is een noodstopvoorziening en mag niet als stroomonderbreker worden
gebruikt. De contactsleutel gebruiken om de machine uit te schakelen.
1 2 3 4 6
5
7
8
10
13 12 14
11
9
15
16
17
37/107
6.1. Multifunctionele display
OPMERKING
Oplichten van de indicatielampjes
Als een functionele controle moeten de zes waarschuwingslichten rond het multifunctionele display oplichten
als het contact actief is. De laadindicator van de accu en het waarschuwingslampje
motoroliedruk gaan branden totdat de motor draait.
Controlelampjes
Pos. 1
Onderhoudsinterval
Pos. 2
Storing
Pos. 3
Voorverwarmen
Pos. 4
Tankreserve bereikt
Pos. 5
Laadindicator van de accu
Pos. 6
Motoroliedruk
LCD-display
Pos. 7
Actueel zaagbladtoerental
Pos. 8
Actueel motortoerental
Pos. 9
Motorolietemperatuur
-
Koelmiddeltemperatuur
(wisselende weergave)
Pos. 10
-
Bedrijfsuren van de machine
1
3
4
5
6
2 7
8
9
10
38/107
6.2. Waarschuwingslampjes
OPMERKING
Foutmeldingen absoluut in acht nemen
Waarschuwingslampjes duiden op een storing in het systeem. Om schade aan de machine te voorkomen
moet de weergegeven fout onmiddellijk worden verholpen.
Waarschuwingslampje oliepeil
Licht rood op als het contact wordt ingeschakeld. Gaat uit na een succesvol opstartproces.
Als het waarschuwingslampje gaat branden terwijl de motor draait, is de motoroliedruk te laag.
ï‚Ÿ Motor stoppen
ï‚Ÿ Controleer het oliepeil en vul zo nodig olie bij
(Zie ook de gebruiksaanwijzing van de verbrandingsmotor)
Motorstoring
Als het waarschuwingslampje op het bedieningspaneel oplicht terwijl de motor loopt, is er een storing in de
motor.
ï‚Ÿ Motor stoppen
ï‚Ÿ Controleer het oliepeil, controleer het luchtfilter, controleer het koelmiddelpeil
(Zie ook de gebruiksaanwijzing van de verbrandingsmotor)
Storing accu / dynamo
Licht op wanneer het contact actief is en dooft wanneer de motor loopt.
Weergave bij draaiende motor = dynamo defect.
ï‚Ÿ Dynamo controleren
Opgelet: De starter en de zaagbladoptilling vallen uit als de accu leeg is
Tankwaarschuwingslampje
Tankreserve bereikt
ï‚Ÿ Diesel bijtanken
Weergave onderhoudsinterval
ï‚Ÿ Machine tijdig aan onderhoud onderwerpen.
39/107
7.
WERKING
7.1. Veiligheid
Algemene regels
• De voegsnijmachine mag enkel door één persoon worden bediend.
Ander mensen uit het werkgebied verwijzen of een versperring oprichten.
• De bediener mag de machine niet verlaten terwijl de motor loopt.
• Start de machine nooit wanneer het zaagblad op de grond staat.
De aandrijving wordt daarbij overbelast.
• Corrigeer snijfouten niet "met geweld".
Dit beschadigt het zaagblad en de machine;
• Schakel de machine nooit uit tijdens het snijden. Altijd eerst het blad uit de voeg heffen.
• Bedien de machine niet in geval van vermoeidheid en uitputting of onder invloed van alcohol,
drugs of medicijnen.
• Gebruik alleen zaagbladen die geschikt zijn volgens type en maat.
• Gebruik NOOIT beschadigde zagbladen.
• Houd de machine schoon en gebruik ze alleen in een technisch perfecte staat.
• Zorg voor een stabiele watertoevoer.
• Verwijder alle obstakels uit het snijgebied.
• Zorg voor goede verlichting 's nachts.
• Maak enkel rechte sneden.
GEVAAR
Giftige uitlaatgassen
De uitlaatgassen van de verbrandingsmotor bevatten koolmonoxide. Het is een onzichtbaar, geurloos en
smaakloos gas dat bewusteloosheid en verstikking kan veroorzaken. Het kan zich snel ophopen in krappe
ruimtes en daar urenlang blijven, zelfs nadat de motor is uitgeschakeld.
 Gebruik nooit machines met verbrandingsmotoren in gesloten of krappe ruimtes
 Als u duizelig of misselijk wordt, zet u de motor onmiddellijk af en gaat u in de frisse lucht.
Raadpleeg een arts. U kunt een kooloxidevergiftiging opgelopen hebben.
GEVAAR
Gevaar door ondergrondse toevoerleidingen
Gevaar voor snijden in water-, elektriciteits-, gas- of telecommunicatielijnen.
Elektrische schokken, brandwonden, explosies en de onderbreking van noodoproepfaciliteiten zijn mogelijk.
 Raadpleeg uw lokale autoriteiten voor gedetailleerde informatie over kabels en bedrading in het
werkgebied VOORDAT u gaat scheiden
 Stel een plan voor noodgevallen op. Zorg dat het contactnummer van de openbare nutsbedrijven
beschikbaar is
 Informeer de bevoegde openbare nutsbedrijven
 Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting
40/107
WAARSCHUWING
Gevaar door draaiend zaagblad
Ernstige snijwonden door draaiend zaagblad of weggeslingerde delen.
 Enkel met gesloten beschermingskap snijden.
 Veiligheidsafstand aanhouden.
 Nooit het draaiende zaagblad aanraken.
 Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting.
WAARSCHUWING
Draagkracht van de ondergrond
Verwondingen door in de diepte te vallen bij onvoldoende draagvermogen van de ondergrond
 Zorg ervoor dat het oppervlak waarop gesneden wordt, voldoende sterk is.
 Zorg er bij het snijden voor dat de voegsnijmachine en het personeel zich niet aan de af te snijden
zijde bevinden.
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar
Motoronderdelen zoals geluidsdemper en uitlaatpijp worden heet tijdens gebruik en kunnen brandwonden
veroorzaken.
 Huidcontact vermijden.
 Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting.
 Laat de motor voor de werkzaamheden afkoelen.
Bij optie GH
WAARSCHUWING
Injectie van olie uit hydraulische leidingen onder hoge druk
Een klein lek in de hogedrukleidingen kan olie onder de huid injecteren en gangreen en amputaties
veroorzaken.
 Houd beschermende slangen in goede staat
 Controleer de leiding niet op lekken met naakte handen, maar gebruik een stuk karton
 Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting
 Zelfs bij vermoeden van een hogedrukletsel ONMIDDELLIJK naar de dichtstbijzijnde spoeddienst!
41/107
7.2. Parkeerrem
WAARSCHUWING
Onbedoelde positiewijziging van de machine
Verwondingen door onbedoeld wegrollen van de machine.
 Om te voorkomen dat de voegsnijmachine wegrolt, moet de parkeerrem worden gebruikt zodra de
machine niet in gebruik is.
OPMERKING
De parkeerrem wordt uitsluitend gebruikt om de machine tegen onbedoeld
wegrollen te beveiligen.
Hij mag ALLEEN worden geactiveerd bij stilstand aangezien hij aansluitend
werkt.
Activering bij beweging vernietigt de parkeerrem!
Volgorde
De parkeerrem wordt met de instelhendel bediend (pos. 1).
ï‚Ÿ De machine moet stilstaan!
ï‚Ÿ Beweeg de hendel volledig naar onder om te openen of omhoog om te sluiten
Parkeerrem geactiveerd
Parkeerrem gedeactiveerd
1
42/107
7.3. Startvoorbereidingen
OPMERKING
Snijden zonder obstakels
Schade aan objecten in het snijgebied of het zaagblad.
 Alle obstakels moeten uit het snijgebied worden verwijderd
 Zorg voor een goede verlichting van het werkgebied
Het snijproces kan worden gemarkeerd met een markeringsspray om het snijproces te oriënteren.
Startvoorbereiding Om de voegsnijmachine veilig en doelgericht te gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden worden
voldaan:
• Controleer de voegsnijmachine op beschadigingen, losse schroefverbindingen en op volledigheid
van de aangebouwde delen
• Controle van het peil van de motorolie
• De brandstoftank is voldoende met brandstof gevuld
• Er is een betrouwbare watertoevoer ingesteld
• Een geschikt zaagblad is correct gemonteerd
• Het waterkoelsysteem moet functioneel zijn
• De schuifstangen zijn correct afgesteld en vastgezet
• Het snijgebied is vrij
• Parkeerrem is geactiveerd
• Zaagblad moet opgetild zijn - geen contact met de vloer!
• De invoerhendel moet in de neutrale middenstand staan om te starten
7.4.
Bijkomende gewichten (optioneel)
Functie
Gewichtsplaten verhogen de contactdruk en worden aanbevolen voor
grotere bladdiameters. De bevestiging kan naar wens worden
uitgevoerd aan de voor
-
of achterzijde. Aan de voorkant voorkomt het
extra gewicht dat het zaagblad omhoog gaat, aan de ac
hterzijde
verhoogt het de tractie van de aandrijfwielen. Afhankelijk van de
toepassing moet de bediener de juiste balans vinden.
Bevestiging ï‚Ÿ Universele rail op frame schroeven.
ï‚Ÿ Haak de gewichtsplaten in en borg met borgpennen, wiggen en veerstekker.
43/107
7.5.
Daalsnelheid instellen
De klep moet eerst volledig worden gesloten. Vervolgens geleidelijk openen in een poging
de juiste positie te vinden voor een geschikte daalsnelheid.
Sneller dalen
Langzamer dalen
7.6.
Schuifstangen instellen
Stel
de schuifstangen voor aanvang van de werkzaamheden in op een voor de
bediener geschikte hoogte.
ï‚Ÿ Ringschroeven losmaken en de schuifstangen inschuiven.
ï‚Ÿ De hendel in de gewenste positie vasttrekken en schuifstang met
ringschroef bevestigen.
44/107
7.7. Schakelen schakeltransmissie
OPMERKING
Enkel bij stilstand schakelen
Door de 3 versnellingen kunt u de optimale gereedschapssnelheid instellen op basis van de bladgrootte en
het snijmateriaal.
 Zware schade aan de transmissie door foute bediening.
 Enkel schakelen als de dieselmotor is uitgeschakeld.
 Stilstand van alle onderdelen afwachten.
De versnellingen moeten voelbaar in de juiste positie vergrendelen.
Keuze van de versnelling 950 1/min 2450 1/min 1620 1/min
45/107
7.8. Omschakelen van tegenloop- naar gelijkloopsnijden
OPMERKING
De looprichting enkel bij stilstand omschakelen
Door het omschakelen kan, afhankelijk van de behoefte, in tegen- of gelijkloop gesneden worden.
 Zware schade aan de transmissie door foute bediening.
 Enkel schakelen als de dieselmotor is uitgeschakeld.
 Stilstand van alle onderdelen afwachten
Volgorde
ï‚Ÿ Motor via het contactslot uitschakelen
ï‚Ÿ Stilstand van alle onderdelen afwachten.
ï‚Ÿ Hendel in de gewenste positie brengen
Linker positie = tegenloop
Middenpositie = neutraal
Rechter positie = gelijkloop
G
SG
46/107
7.9. Starten en stoppen van de motor
Starten
1. Stel de contactsleutel in op
het contactslot
2. Wacht tot het
multifunctionele display
omhoog is gegaan en de "0"
op het toerentaldisplay van
de versnellingsbak en het
motortoerental verschijnt.
(3-4 seconden)
3. Pas dan start de motor.
OPMERKING
Foutmelding bij het starten zonder het opstartproces te voltooien
Als wordt geprobeerd de motor te starten zonder het multifunctionele apparaat te starten, verschijnt de
volgende permanente foutmelding:
SPN 986 FMI 9
 De foutmelding kan niet worden bevestigd. Het verschijnt permanent afwisselend met het
reguliere display en moet indien nodig door een servicemedewerker worden gereset.
Stop
1. Zet de contactsleutel op "0".
2. Wacht tot het
multifunctionele display
volledig is uitgeschakeld en
het display is uitgeschakeld.
3. Alleen dan kan de
stroomtoevoer worden
onderbroken.
Schakel de machine NIET uit via de noodstop!
OPMERKING
Schakel de machine NIET uit via de noodstop!
Als de noodstop als stopknop wordt gebruikt, kan de besturing niet correct worden uitgeschakeld.
De volgende permanente foutmelding kan optreden na 5 keer activeren:
SPN 2634 FMI 11
 De foutmelding kan niet worden bevestigd. Het verschijnt permanent afwisselend met het
reguliere display en moet indien nodig door een servicemedewerker worden gereset.
47/107
7.10. Toespoor instellen
Het zaagblad voor diepsnijden heeft de neiging de machine naar één kant te trekken.
Dit is volkomen normaal en kan gemakkelijk worden gecorrigeerd door de toespoorverstelling om een rechte
snede te garanderen.
Volgorde Stelbout (pos. 1) draaien:
ï‚Ÿ In wijzerzin -> voegsnijmachine loopt naar links
ï‚Ÿ In tegenwijzerzin -> voegsnijmachine loopt naar rechts
7.11. Snijdiepteaanslag instellen
Het zaagblad heeft een traploos instelbare diepteaanslag om de snijdiepte te beperken.
Deze instelling wordt aanbevolen voor meerdere sneden op dezelfde snijdiepte
Volgorde ï‚Ÿ Zeskantschroef in wijzerzin = snijdiepte verkleinen
ï‚Ÿ Zeskantschroef in tegenwijzerzin = snijdiepte verhogen
1
48/107
7.12. Snijden met de voegsnijmachine
WAARSCHUWING
Vernietiging van het zaagblad bij gebrek aan koelwater
Als het zaagblad voor natsnijden niet van voldoende koelwater is voorzien , kunnen er onderdelen
uitbreken en bestaat er gevaar voor oververhitting. Het slijpstof wordt niet voldoende gebonden.
 Zorg ervoor dat de koeling van het zaagblad gegarandeerd is
 Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting
WAARSCHUWING
Gevaar door abrupt dalen van het zaagblad
Het zaagblad kan worden beschadigd als het abrupt wordt neergelaten. Er kunnen segmenten uitbreken.
 Zaagblad langzaam neerlaten
 Veiligheidsgebied rond de snijplaats vrij houden
 Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting
Let op een rechte snede om kantelen van het zaagblad te voorkomen.
Voer alle stuur- en stuuropdrachten traag, gecontroleerd en soepel uit.
Als diepe sneden nodig zijn, moet dit in meerdere stappen worden gedaan.
Er moet eerst met een kleiner zaagblad worden gesneden en vervolgens worden verdiept met een groter
zaagblad.
49/107
Snijden 1. Start de dieselmotor met de sleutel in het contactslot (pos. 1)
2. Stel de snelheid van het zaagblad in met de gashendel (pos. 4) van de dieselmotor.
Snelheid, zie weergave (punt 10)
3. Activeer de pomp voor de watertoevoer (pos. 2).
4. Laat het zaagblad met de schakelaar (pos. 7) zakken tot het zaagblad het oppervlak bekrast.
en stel de weergave van de snijdiepte (pos. 3) in op nul.
5. Laat het zaagblad langzaam zakken tot de gewenste zaagdiepte met behulp
van de schakelaar (pos. 7)
6. Stel de daalsnelheid in via het gaspedaal (pos. 5).
7. Parkeervergrendeling ontgrendelen met hendel (pos. 9)
8. Schakel het voer in met een hendel (pos. 8).
9. Beweeg de voederhendel (pos. 6) geleidelijk naar voren om de voederbeweging op gang te brengen.
10. de voedingssnelheid aanpassen aan de snijomstandigheden.
11. de snijparameters in het multifunctionele display controleren (pos. 10).
1
4
7
3
5
6
2
9
8
10
50/107
7.13. De voegsnijmachine verplaatsen
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door draaiend zaagblad
Door het draaiende zaagblad aan te raken kan kleding worden ingetrokken en kunnen ledematen worden
afgescheurd.
 Verplaatsen van de machine buiten het gebied waarin werkzaamheden worden uitgevoerd,
moeten met niet-draaiend gereedschap worden uitgevoerd.
 Bij het verplaatsen op de omgeving letten en met aangepaste snelheid rijden.
WAARSCHUWING
Gevaar in het werkgebied
De lopende machine heeft een verwondingspotentieel als deze niet op een verantwoorde manier en in
overeenstemming met de specificaties wordt gebruikt.
 De bediener moet tijdens het snijden achter te schuifstangen blijven.
 De voegsnijmachine mag enkel door één persoon worden bediend, verwijs andere personen uit
het snijgebied of versper dit gebied.
De voegsnijmachine
verplaatsen
ï‚Ÿ Schakel de voeding uit (pos. 8).
ï‚Ÿ Hef het zaagblad met behulp van de hendel (pos. 7) tot het zaagblad voldoende vrije ruimte heeft tot
het oppervlak.
ï‚Ÿ Deactiveer de pomp voor de watervoorziening (Pos. 2).
ï‚Ÿ Zet de gashendel (pos. 4) op stationair.
ï‚Ÿ Schakel de motor uit en laat het zaagblad tot stilstand komen.
ï‚Ÿ Stel de versnellingsbak voor de bladaandrijving in op stationair (N).
ï‚Ÿ Startmotor (Pos. 1)
ï‚Ÿ Laat het parkeerslot los (pos. 9) en schakel de voeding in (pos. 8).
ï‚Ÿ Verplaats de vloermes via de tractieaandrijving (Pos. 6) en breng deze in de gewenste positie.
4
7
6
2
8
1
9
51/107
7.14. Voegsnijmachine neerzetten
WAARSCHUWING
Verwondingen door wegrollen van de machine
Door onbedoelde veranderingen in de positie van de machine kunnen mensen verpletterd worden.
 Activeer de parkeerrem voor u de machine verlaat
De voegsnijmachine
neerzetten
ï‚Ÿ Til het zaagblad via de hendel (pos. 7) op totdat het zaagblad voldoende vrije ruimte heeft ten opzichte
van het oppervlak.
ï‚Ÿ Deactiveer de pomp voor de watervoorziening (pos. 2) en sluit de kogelkraan van de toevoerleiding
ï‚Ÿ Gashendel (pos. 4) op stationair draaien instellen.
ï‚Ÿ Parkeerrem (pos. 9) bij stilstand bedienen
ï‚Ÿ Zaagblad tot stilstand laten uitlopen
ï‚Ÿ Motor uitschakelen en contactsleutel (pos. 1) uittrekken.
OPMERKING
Opslag van de schakeltransmissie met drie versnellingen (SG°
Tijdens langdurige opslag of stilstand van de machine verliezen interne onderdelen van de transmissie de
vereiste smeerfilm.
Start de machine minstens eenmaal om de 6 maanden tijdens langdurige opslag of stilstand of draai ze met
de hand om de smering van alle onderdelen te garanderen.
1
4
7
2
9
8
52/107
7.15.
Omschakeling van rechts- naar linkssnijden
WAARSCHUWING
Snijverwondingen en intrekgevaar aan het draaiende zaagblad
Het aanraken van het draaiende mes kan resulteren in snijwonden, afscheuren van ledematen en
brandwonden.
 Het verwijderen of openen van het zaagblad of in het draaiende zaagblad grijpen is verboden
 Tijdens werkzaamheden aan de kap of het zaagblad van de voegsnijmachine moet de motor
worden uitgeschakeld en worden beveiligd tegen onverwacht opnieuw opstarten.
Volgorde ï‚Ÿ Zaagblad in de bovenste positie schuiven en contactsleutel uittrekken.
ï‚Ÿ Waterslang (pos. 1) bovenaan afkoppelen.
ï‚Ÿ Beschermkap van het zaagblad, zaagblad en flens verwijderen (zie 4.5).
ï‚Ÿ Draai de zeskantbout (pos. 3) los en verwijder de flensafdekking (pos. 4)
ï‚Ÿ Schroef de flensafdekking met askoeling (pos. 5) los en monteer aan de andere kant
ï‚Ÿ Let op de correcte positie van de O-ring!
ï‚Ÿ Vervang de waterleidingen bij de GEKA-schroefverbindingen (pos. 1)
ï‚Ÿ Waterpomp aan de andere kant hangen
ï‚Ÿ Waterslangen opnieuw aansluiten
ï‚Ÿ Zaagblad en drukschijf (pos. 6) monteren
ï‚Ÿ Beschermkap van het zaagblad plaatsen en met schroef (pos. 7) bevestigen!
ï‚Ÿ Dwarsstang van de peilstok (pos. 8) draaien en aansluitend op het zaagblad instellen
1
3
4
5
6 7
8
53/107
7.16. Motorruimte
Pos. 1
Expansievat hydrostatische transmissieolie (20W50)
Pos. 2
Bewaking van de neutrale positie (schuifhendel machinestart)
Pos. 3
Expansievat voor hydraulische eenheid voor optiling van het zaagblad (HV68)
Het juiste hydraulische oliepeil HV 68 kan alleen worden gecontroleerd als de machine volledig is
neergelaten.
Pos. 4
Starteraccu
Pos. 5
Rijaandrijving
Pos. 6
Dieseltank
6
1
3
4
2
5
54/107
7.17. Hydraulische eenheid (optie SGH)
Met de hydraulische eenheid kunnen extra eenheden worden gebruikt als afzuigapparaat.
OPMERKING
Oververhitting van de hydraulische olie
Als er geen verbruiker is aangesloten op de hydraulische koppelingen, moet de kraan op
O ingesteld worden. Anders kan de hydraulische olie oververhit geraken.
Peil van de hydraulische olie dagelijks via het kijkglas controleren. Eventueel HV 68
bijvullen.
Pos. 1
Hydraulische snelkoppelingen voor extra toepassingen (afzuiging)
Pos. 2
Kraan aan/uit hydraulische koppeling
Pos. 3
Oliekoeler
Pos. 4
Tank hydraulische olie
Pos. 5
Kijkglas hydraulisch oliepeil
1
2
3
4
5
55/107
7.18.
Zekeringen MC 550 / 600
Er worden standaard vlakke voertuigzekeringen type C volgens ISO 8820-3 gebruikt (ATO, blade-type).
Zekeringen altijd door hetzelfde type vervangen
Opslag
Nominale
stroom
Functie
Houder
1 F1 35 A Hoofdzekering
F1 15 A Contactdoos waterpomp
F2 10 A Contactdoos
F3 10 A Contactdoos
F4 10 A Contactdoos
F5 15 A Oliekoeler (optie GH)
F6 - Reserve
F 30 A Motorbesturing
E 10 A Brandstofpomp
D 15 A Stroomtoevoer
C 40 A Bougies
B 1 A Ingang T15/50-
besturingsapparaat
A 15 A Voeding besturingsapparaat
1 F1
F - A
F1 F2 F3 F4 F5 F6
56/107
7.19. Accu
12V 62Ah - 540A startstroom (vervanging altijd door hetzelfde type)
Als de accuspanning op een bepaald moment onder 6V daalt, wordt de besturing gedeactiveerd.
Accuspanning regelmatig controleren. Zwakke accu’s opladen of oude accu’s vervangen.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door accuzuur
Tijdens het opladen produceert de accu knalgas. Accuzuur is bijtend.
 Ontstekingsbronnen uit de buurt houden.
 Let op de juiste polariteit.
 Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting.
 Voor aanvang van laswerkzaamheden aan de machine moet u altijd de negatieve pool van de
batterij loskoppelen en de besturingselektronica indien mogelijk loskoppelen.
7.20. Luchtfilterpatronen vervangen
Het luchtfilter filtert de omgevingslucht en voorkomt het binnendringen van vreemde stoffen in de
verbrandingskamer. In de loop der tijd wordt het stof in het luchtfilter afgezet en vermindert de luchtstroom.
Het vermogen neemt af en de motor kan daardoor beschadigd raken.
We raden daarom aan om het luchtfilter regelmatig te controleren en eventueel te vervangen.
Luchtfilter vervangen ï‚Ÿ Klemmen A losmaken en deksel B verwijderen
ï‚Ÿ Filterpatroon C verwijderen en behuizing binnenin reinigen
ï‚Ÿ Veiligheidsfilter D voorzichtig aftrekken, uitkloppen en samen met elk 3e filterpatroon vervangen
ï‚Ÿ Filter vervangen en opnieuw monteren
A
B
D C
57/107
7.21. Koelwater aftappen
OPMERKING
Bij vorstgevaar water aftappen
Bij vorstgevaar moet het koelwater via de waterkraan uit de transmissie worden afgetapt.
Volgorde
ï‚Ÿ Motor via het contactslot uitschakelen.
ï‚Ÿ Stilstand van alle onderdelen afwachten.
ï‚Ÿ Kogelkraan openen en water aftappen
7.22. Reiniging waterpompset
Zeef dagelijks voor aanvang van de werkzaamheden controleren.
Volgorde 1. Deksel (pos. 1) afschroeven en zeef (pos. 2) verwijderen
2. Zeef reinigen (water en zachter borstel)
Pas op! Weefsel niet indrukken.
3. Zeef plaatsen en kap opnieuw opschroeven
Let op de juiste positie!
2
SG G
1
58/107
7.23. Oliepeil motor controleren
Oliepeil dagelijks voor aanvang van de werkzaamheden controleren.
Volgorde ï‚Ÿ Oliepeil met oliepeilstok (pos. 1) controleren.
ï‚Ÿ Indien nodig via nippel (pos. 2) bijvullen.
Niets morsen. Niet overvullen.
1 2
59/107
7.24. Snijden met opengeklapte beschermkap van het zaagblad
WAARSCHUWING
Snijden met opengeklapte beschermkap van het zaagblad
Ernstige verwondingen door draaiend zaagblad of weggeslingerde delen.
 Snijgedeelte van de machine vrij houden.
 Nooit het draaiende zaagblad aanraken
 Veiligheidshelm, werkschoenen en veiligheidsbril dragen
 Motor afzetten en stilstand van alle onderdelen afwachten voor u aan de zaagkap werkt.
Volgorde Bij de voegsnijmachine kan de beschermkap van het zaagblad vooraan
opengeklapt worden. Deze functie is vereist voor het vrij snijden van hoeken
aan een muur.
• Aandrijfmotor afzetten en stilstand van alle onderdelen afwachten
• Zijdelingse schroeven aan de beschermkap van het zaagblad losmaken (pos.
1)
• Beschermkap van het zaagblad naar boven klappen
• Schroeven (pos. 2) ter bevestiging vastdraaien
Na het snijproces
• Motor afzetten
• Stilstand van alle onderdelen afwachten
• Beschermkap onmiddellijk sluiten en met schroeven beveiligen
1
2
60/107
8.
INSTANDHOUDING
8.1. Onderhoud
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door draaiende onderdelen
Ernstige verwondingen door draaiend zaagblad of riemaandrijving
 Onderhoud en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd als de machine is uitgeschakeld
 Onderhoud en reparaties mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd
 De machine moet tegen opnieuw inschakelen door andere personen worden beveiligd.
Reinigen
Voor de bescherming van het verfoppervlak mogen geen scherpe reinigingsmiddelen worden gebruikt.
Voor de motor en schakelelementen geen hogedrukreiniger gebruiken.
Reserveonderdelen Er mogen enkel originele reserveonderdelen van de fabrikant worden gebruikt.
Materiaal Zie: 4.1Bedrijfsstoffen
vóór elk
gebruik
dagelijks wekelijks maandelijks
Voer een visuele controle op herkenbare schade en gebreken uit ï‚Ÿ
Reinig de voegsnijmachine grondig (na elk gebruik) ï‚Ÿ
Peil motorolie en transmissie controleren ï‚Ÿ
Motorolie en transmissieolie en bijbehorende filters vervangen Om de 6 maanden of 250 bedrijfsuren
Luchtfilter controleren ï‚Ÿ
Luchtfilter vervangen Om de 6 maanden, indien nodig vroeger
Hydraulische olie en filter Eerste keer na 100, daarna om de 500 bedrijfsuren
Smeerpunten insmeren ï‚Ÿ
Controle van de veiligheidsinrichting ï‚Ÿ
Hydraulische leidingen en schroefverbindingen controleren ï‚Ÿ
Aandrijfriemen aanspannen (eerste keer na 2 bedrijfsuren) ï‚Ÿ
Schroefverbindingen Draai alle schroefverbindingen na 20 bedrijfsuren aan
(zie 8.7 Draaikoppels van schroefverbindingen)
De onderhoudsinformatie heeft betrekking op het normale, beoogde gebruik. Bij gebruik onder extreme klimatologische omstandigheden of
bij continu gebruik moeten de onderhoudsintervallen overeenkomstig worden aangepast.
61/107
8.2. Aandrijfketting aanspannen
OPMERKING
Spanning van de aandrijfkettingen
De juiste spanning is cruciaal voor de functie en levensduur van de aandrijving.
 Overmatige kettingspanning kan schade aan de aandrijfeenheid veroorzaken.
 De speling aan de losse kant mag maximaal 10 mm zijn.
Volgorde ï‚Ÿ Verwijder het beschermende rooster aan de achterkant.
ï‚Ÿ Pas de kettingspanning aan met een binnenzeskantschroef.
ï‚Ÿ Controleer de kettingspanning opnieuw na een korte testloop.
62/107
8.3. Motorolie aftappen
OPMERKING
Motorolie veilig afvoeren
Vermijd milieuvervuiling en houd rekening met landspecifieke voorschriften.
 Bij het aftappen van de motorolie moet er een opvangvat worden geplaatst
 Voer oude motorolie vakkundig en milieubewust bij een afvoerbedrijf af.
 Neem de gebruiksaanwijzing van de motorfabrikant in acht die bij elke machine wordt geleverd,
en in het bijzonder de veiligheids- en onderhoudsinstructies!
Om de motorolie te verversen moet de bedrijfstemperatuur (smeerolietemperatuur ong. 80 °C) van de motor
zijn bereikt.
Volgorde ï‚Ÿ Schuif de machine helemaal omhoog via het hydraulische systeem, plaats de olieopvangbak eronder
ï‚Ÿ Schakel de dieselmotor van de voegsnijmachine uit (er wordt aangeraden de machine met een kraan
te beveiligen)
ï‚Ÿ Schroef de beschermdop (pos. 1) van het olieaftapventiel
(geïntegreerde terugslagklep, olie ontsnapt niet totdat de afvoerslang is vastgeschroefd)
ï‚Ÿ Olieaftapslang opschroeven, gebruikte olie in opvangbak aftappen
Wisselintervallen
motorolie
Neem de bedieningsinstructies van de motorfabrikant in acht, vooral de veiligheids- en
onderhoudsinstructies in verband met de specificatie voor de kwaliteit van de smeerolie.
Afwijkend van de originele bedieningsinstructies van HATZ moet de motorolie elke 250 bedrijfsuren of 1
keer jaarlijks
(wat het eerst het geval is) worden vervangen.
1
63/107
8.4. Smeerpunten
Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moet de verbrandingsmotor worden uitgeschakeld.
Machine tegen onopzettelijk opnieuw inschakelen beveiligen.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Machine met kraan beveiligen als eronder wordt gewerkt.
64/107
8.5. Oliewissel hydrostaat
Interval Eerste keer na 80, daarna om de 400 bedrijfsuren.
Benodigd materiaal Olie: 20W50 ong. 2,3 l Oliefilter: #1054655
Voorbereiding ï‚Ÿ Parkeer de voegsnijmachine op een vlakke ondergrond en activeer
de parkeervergrendeling.
ï‚Ÿ Hef de snijas op tot het frame iets naar achteren is gekanteld.
ï‚Ÿ Verwijder het achterdekselrooster.
ï‚Ÿ Reinig het gebied rond het oliefilter en het expansievat.
1
2
3
C
B
A
65/107
Sequentie-
olieverversing 1. Maak het deksel van het expansievat los. (Pos. 1)
2. Schroef de adapterstrip (A) los.
3. Schroef de houder voor de steun (B) los.
4. Schroef de borgplaat (C) los.
5. Plaats de opvangbak eronder.
6. Open de olieaftapplug en laat de olie aflopen.
7. Schroef het oliefilter los. (Punt 3)
8. Olie en schroef de afdichting van het nieuwe oliefilter in.
9. Draai het filter met de hand ¾ vast.
10. Schroef de olieaftapplug weer in en vul de olie bij tot het expansievat halfvol is.
 De versnellingsbak moet achteraf altijd ontlucht worden.
Volgorde ontluchting ï‚Ÿ Voegsnijmachine veilig op bokken plaatsen en wegrollen voorkomen.
Aandrijfwielen moeten vrij kunnen draaien.
ï‚Ÿ Bypass-ventiel openen (= ontkoppelen)
ï‚Ÿ Motor starten
ï‚Ÿ Parkeerrem ontgrendelen
ï‚Ÿ Verplaats de 6-8 x schuifkeuzehendel langzaam om en om naar 100% vooruit en 100% achteruit
(de wielen draaien niet)
ï‚Ÿ Motor stoppen
ï‚Ÿ Bypass-ventiel sluiten (= aankoppelen)
ï‚Ÿ Motor starten en gashendel op ong. 70%
66/107
ï‚Ÿ Verplaats de 6-8 x schuifhendel langzaam om en om naar 100% vooruit en 100% achteruit
(de wielen draaien niet)
ï‚Ÿ Motor stoppen
ï‚Ÿ Controleer het vulpeil in het expansievat en vul het aan tot de helft.
Voer een testloop uit en controleer opnieuw het peil in het expansievat.
OPMERKING
Herhaal de ontluchting indien nodig
Het ontluchtingsproces moet mogelijk opnieuw worden uitgevoerd als er schuifproblemen of luid geluid in
de transmissie optreden.
67/107
8.6. Fouten zoektabel
Voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moet de verbrandingsmotor worden uitgeschakeld.
Machine tegen onopzettelijk opnieuw inschakelen beveiligen.
Onderhouds- en servicewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
OPMERKING
Bij snijproblemen eerst de volgende punten controleren:
ï‚Ÿ Zaagblad bot of defect?
ï‚Ÿ Te weinig water om het zaagblad te koelen?
ï‚Ÿ Keuze van het zaagblad juist?
ï‚Ÿ Vol vermogen resp. toerental van de motor?
Fout Mogelijke oorzaak Oplossing
Gering snijvermogen Zaagblad is bot Zaagblad vervangen
Te weinig koelwater Waterzeef reinigen of
watertoevoer met max. 5 bar druk spoelen
V-riemen slippen V-riemen aanspannen
Dieselmotor geeft niet het volle vermogen zie bedrijfshandleiding van de dieselmotor
Voegsnijmachine start niet Brandstoftank leeg Vul brandstof bij
Brandstoffilter vervuild Demonteer en reinig het brandstoffilter
Schuifhendel in verkeerde stand Schuifhendel in middenpositie plaatsen
Accu ontladen Accu opladen
Voegsnijmachine kan niet worden
opgetild
Hydraulische pomp defect Hydraulische pomp vervangen
Hydraulische tank leeg Hydraulische tank vullen
Accu ontladen Accu opladen
68/107
8.7. Draaikoppels van schroefverbindingen
Sterkteklasse: 8.8 10.9 12.9
Afmeting max. aandraaikoppel in Nm max. aandraaikoppel in Nm max. aandraaikoppel in Nm
M4 3,3 4,8 5,6
M5 6,5 9,5 11,2
M6 11,3 16,5 19,3
M8 27,3 40,1 46,9
M10 54 79 93
M12 93 137 160
M14 148 218 255
M16 230 338 395
M18 329 469 549
M20 464 661 773
M22 634 904 1057
M24 798 1136 1329
M27 1176 1674 1959
M30 1597 2274 2662
69/107
8.8. Onderhoudsschema
Dit hoofdstuk moet als bewijs dienen voor het reeds geleverde onderhoud en als serviceboek dienen.
Alle onderhouds- en servicewerkzaamheden moeten als bewijs worden ingevoerd.
Machine/Type: Serienummer/bouwjaar:
Datum Uitgevoerde onderhouds- en servicewerkzaamheden Datum/Handtekening
70/107
9.
WERKTUIGEN
Omvangssnelheid m/s
Toerental min-1
Diamantslijpschijfdiameter mm
Kenmerk voor asfalt
Kenmerk voor beton
Alle gereedschappen voor diamantwerktuigen worden met een kleur gemarkeerd. Afhankelijk van de
toepassing en het toepassingsgebied verschillen de werktuigen. Voor de beste resultaten moeten de
parameters correct zijn. Met dit diagram kan de optimale snijprestatie worden bepaald.
De prijzen van de gereedschappen kunnen worden bepaald in het verkoophandboek van LISSMAC. Dit
verkoopboekje is te allen tijde beschikbaar bij de fabrikant.
Opslag van werktuigen De gebruikte werktuigen moeten tegen vocht worden beschermd.
De bevestigde segmenten rond het zaagblad moeten worden beschermd tegen beschadiging.
71/107
10.
GARANTIE
De garantie voor deze machine bedraagt 12 maanden. Voor de onderstaande vermelde slijtage gevoelige delen
wordt alleen garantie verleend indien de slijtage niet bedrijfsgebonden is.
Slijtagegevoelige delen die bij doelgericht gebruik van de machines bloot staan aan bedrijfsgebonden slijtage.
De slijtagetijd is niet uniform definieerbaar, deze verschilt volgens de gebruiksintensiteit. De slijtagegevoelige
delen moeten apparaat-specifiek volgens de bedrijfshandleiding van de fabrikant worden onderhouden,
ingesteld en evt. worden vervangen.
Een bedrijfsgebonden slijtage beperkt zich niet tot aanspraken op gebreken.
ï‚Ÿ Doorschuif, en aandrijfelementen zoals tandheugels, tandwielen, rondsels, spindelmoeren, spindellagers,
kabels, kettingen, kettingwielen, banden.
ï‚Ÿ Pakkingen, kabels, slangen, manchetten, stekkers, koppelingen en schakelaars voor pneumatiek,
hydrauliek, water, elektriciteit, brandstof.
ï‚Ÿ Geleidingselementen zoals geleidingsstroken, geleidingsbussen, geleidingsrails, rollen, lagers,
glijbeschermingssteunvlakken.
ï‚Ÿ Spanelementen van snel scheidingssystemen
ï‚Ÿ Spoelkoppakkingen
ï‚Ÿ Glij- en walslagers die niet in het oliebad lopen
ï‚Ÿ As afdichtringen en afdichtelementen
ï‚Ÿ Wrijf- en overlastkoppelingen, reminrichtingen
ï‚Ÿ Koolborstels, collectoren
ï‚Ÿ Licht loskomende ringen
ï‚Ÿ Regelspanningsmeter en handmatige schakelelementen
ï‚Ÿ Zekeringen en lampen
ï‚Ÿ Hulp- en bedrijfsstoffen
ï‚Ÿ Bevestigingselementen zoals deuvels, ankers en bouten
ï‚Ÿ Bowden-kabels
ï‚Ÿ Lamellen
ï‚Ÿ Membranen
ï‚Ÿ Bougies, gloeibougies
ï‚Ÿ Afdichtborstels, afdichtrubber, spuitbeschermdoek
ï‚Ÿ Filters van alle types
ï‚Ÿ Aandrijf, omkeerrollen en bandages
ï‚Ÿ Loop- en aandrijfwielen
ï‚Ÿ Waterpompen
ï‚Ÿ Boor-, scheidings- en snijwerktuigen
ï‚Ÿ Rubberen afstrijker
ï‚Ÿ Naaldvilt bescherming
ï‚Ÿ Energieopslag
72/107
Originele EG-conformiteitsverklaring
Deze EG-conformiteitsverklaring geldt voor de volgende machine:
LISSMAC voegsnijmachine MULTICUT 550 GH en MULTICUT 600 G/SG.
Deze verklaring heeft alleen betrekking op de machine in de toestand waarin zij in het verkeer
werd gebracht; er wordt geen rekening gehouden met delen en / uitgevoerde ingrepen die later
door de eindgebruiker werden aangebracht. Bevestigd wordt dat de machine voldoet aan de
betreffende bepalingen van de richtlijn 2006/42/EG en 2000/14/EG.
Producent: LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Het bewaren van de technische documentatie gebeurt door
LISSMAC Maschinenbau GmbH, D-88410 Bad Wurzach
Beschrijving van de
machine:
De voegsnijmachine is uitsluitend ontworpen voor het snijden van voegen in beton of asfalt met
een diamantgereedschap.
MULTICUT 550 GH MULTICUT 600 G/SG
Snijdiepte max. 415 mm 515 mm
max. zaagblad 1000 mm 1200 mm
Zaagbladopname 35 mm (6x M12-TK 120
mm)
25,4 of 35 mm
(6x M12-TK 120 mm)
Aandrijfmotor Hatz 4-cilinder
Turbodiesel / EU97/68
IIIA
Hatz 4-cilinder
Turbodiesel / EU97/68
IIIB & EPA Tier IV final
Vermogen (kW/PS) 36,4 kW / 49,5 PS 55 kW / 74,8 PS
Nominale toerentallen type G*
(et conversieset)
970 / 1550 1/min
(1550 / 2500 1/min)
Nominale toerentallen type SG n.a. 950 / 1620 / 2450 1/min
Gewicht 915 kg / 950 kg 930 kg / 1070 kg
Gegarandeerd
geluidsvermogensniveau:
96 dB
Geharmoniseerde normen: EN 13862:2010-03
EN ISO 12100:2011-03
EN 60204-1; VDE 0113-1/A1:2009-10
Wettelijk gevolmachtigde: LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
88410 Bad Wurzach
Tel.: +49 (0) 7564 / 307 - 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 - 500
Mail: lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Bad Wurzach den 01.03.2021
……………………………..
Dr. Hinrich Dohrmann
(Directeur)
73/107
11. SCHAKELSCHEMA
74/107
75/107
76/107
77/107
12. APPENDIX A: FOUTCODE LIJST HATZ
78/107
79/107
80/107
81/107
82/107
83/107
84/107
85/107
86/107
87/107
88/107
89/107
90/107
91/107
92/107
93/107
94/107
95/107
96/107
97/107
98/107
99/107
100/107
101/107
102/107
103/107
104/107
105/107
106/107
107/107
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107

Lissmac MULTICUT 550 / 600 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding