Laserliner MultiClamp-Meter Pro de handleiding

Categorie
Meten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

22
NL
Lees de bedieningshandleiding en de bijgevoegde
brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzingen‘
volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen
op. Bewaar deze documentatie goed.
!
Functie / toepassing
Meettang voor de meting in het bereik van de overspannings-
categorie CAT III tot max. 600 V. Met het meetapparaat kunnen
gelijk- en wisselstroommetingen, gelijk- en wisselspannings-
metingen, weerstandsmetingen en doorgangstests binnen
de gespeciÖ ceerde bereiken worden uitgevoerd. Bovendien
beschikt het apparaat over een PEAK-functie, een MAX/MIN-
weergave, een Hold-functie en een true RMS meting (root-
mean-square). Het apparaat is uitgerust met een
zaklamp en een verlicht display.
Veiligheidsinstructies
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de
aangegeven speciÖ caties.
Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik
(bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren
(bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het
apparaat op bekende spanningsbronnen (bijv. 230V-contact-
doos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle).
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als één of
meerdere functies uitvallen.
Bij de omgang met spanningen van meer dan 25V AC resp.
60V DC dient uiterst voorzichtig te worden gewerkt. Bij
contact met de elektrische geleiders bestaat bij deze
spanningen al levensgevaar door elektrische schokken.
Let op dat altijd de correcte aansluitingen, de correcte
positie van de draaischakelaar en het correcte bereik voor
de betreffende meting geselecteerd zijn.
Schakel vóór het meten resp. controleren van weerstand, door-
gang, dioden of capaciteit de spanning van het stroomcircuit
uit. Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn.
Gebruik uitsluitend de originele meetleidingen. Deze moeten
over dezelfde nominale spannings-, categorie- en ampère-
waarden beschikken als het meetapparaat.
Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meet-
contacten mogen tijdens de meting niet worden aangeraakt.
Gebruik het apparaat niet in omgevingen die met geleidende
deeltjes belast zijn of waarin door optredend vocht (bijv. door
condensatie) een tijdelijk geleidende atmosfeer ontstaat.
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 22 12.08.2010 15:58:26 Uhr
MultiClamp-Meter Pro
23
NL
Symbolen
Waarschuwing voor een gevarenpunt
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische span-
ning: door onbeschermde, spanningvoerende
onderdelen in de behuizing bestaat gevaar voor
elektrische schokken.
Veiligheidsklasse II: het controleapparaat be-
schikt over een versterkte of dubbele isolatie.
Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in
vaste installaties en voor toepassingen waarbij
bijzondere vereisten aan de betrouwbaarheid
en de beschikbaarheid van de bedrijfsmiddelen
worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste
installaties en apparaten voor industriële
toepassingen met constante aansluiting op
de vaste installatie.
Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten
bevochtigd is, mag niet onder spanning worden gewerkt.
Vanaf een spanning van 25V AC resp. 60V DC bestaat
gevaar voor levensgevaarlijke schokken op grond van de
vochtigheid. Reinig en droog het apparaat vóór gebruik. Let
bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder
dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het
treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt.
Voer metingen die gevaarlijk dicht bij elektrische installaties
moeten worden uitgevoerd, niet alleen uit en alléén na
instructie van een verantwoordelijke elektromonteur.
Vóór het openen van het batterijvakdeksel dient de stroom-
toevoer naar het apparaat te worden onderbroken.
Werk bij voorkeur niet alleen.
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 23 12.08.2010 15:58:26 Uhr
24
NL
Sensor (contactloze
spanningsdetector)
Meettang
Zaklamp
Zaklamp AAN / UIT
Draaischakelaar voor
de instelling van
de meetfuncties
Omschakeling ‚PEAK‘,
‚MAX/MIN‘, ‚DCA Zero‘,
‚AC/DC‘
LC-display
Ingangsbus COM
AC-warning
Drukschakelaar voor
het openen van de tang
Hold-functie /
achtergrondverlichting
AAN/UIT
Ingangsbus V Ć
Meetpunten
Meetcontacten
MAX/MIN-weergave
Hold-functie
Meetwaardeweergave
Meeteenheid Ć
Meeteenheid V
Meeteenheid A
Meetwaardeschaal
Displayweergave:
O.L.: Open line / over× ow:
Meetkring niet gesloten resp.
meetbereik overschreden
8
9
10
11
12
13
14
Negatieve meetwaarde
Gelijk- (DC) of
wisselgrootheden
Batterijlading gering
Nulstand ADC
PEAK-functie
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
1
2
3
4
5
6
7
23 4 5 6 7 81
910 11 12
1314
zwart
rood
A
B
K
L
J
I
C
DE FG H
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 24 12.08.2010 15:58:27 Uhr
MultiClamp-Meter Pro
25
NL
Het meetapparaat schakelt na 10 minuten inactiviteit
automatisch uit om de batterijen te sparen. Vooraf klinkt
een signaal.
AUTO-OFF-functie
Plaatsen van de batterijen
AC-stroommetingen
PEAK Hold-functie
1
2
3
1.
2.
1. Zet de draaischakelaar op ‚200A AC‘.
2. Omsluit een leiding met de meettang.
3. De gemeten waarde verschijnt op het LC-display .
1.
1. 2.
1. Zet de draaischakelaar op ‚200A AC‘ en druk op de toets
‚MAX/MIN‘ om de PEAK-functie te activeren.
2. Omsluit een leiding met de meettang.
3. Schakel de te meten verbruiker in. De karakteristieke
topwaarde (10 ~ 282,8 A) wordt weergegeven. Het
meetapparaat kan snelle stroompieken (<10 milli-
seconden) registreren.
correct
2.
correct verkeerd
verkeerd
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 25 12.08.2010 15:58:28 Uhr
26
NL
DC-stroommetingen
True RMS (ACA / ACV)
5
4
t
u
0
1. Zet de draaischakelaar op ‚200A DC‘ en druk gedurende
2 seconden op de toets ‚MAX/MIN‘ om de het apparaat
op nul te zetten.
2. Omsluit een leiding met de meettang.
3. De gemeten waarde verschijnt op het LC-display. Door het
indrukken van de toets ‚MAX/MIN‘ worden de MAX/MIN-
waarden berekend en weergegeven.
1. 2.
correct verkeerd
Spanningsmetingen AC/DC6
1. Sluit de rode meetpunt aan op de ingangsbus V Ć (12) en
de zwarte meetpunt op de ingangsbus COM (8).
2. Zet de draaischakelaar op ‚V AC/DC‘. Het apparaat geeft
de spanningssoort AC weer. Voor de DC-spanningsmeting
houdt u de toets MAX/MIN gedurende 2 seconden
ingedrukt.
3. Verbind de meetcontacten met het meetobject.
1.
zwart
rood
2. 3.
rood
zwart
12
3
4
Het apparaat geeft bij de meting
van wisselspanning/-stroom de echte
effectieve waarde aan, onafhankelijk
van de curvevorm.
Topwaarde
Piek-tot-piekwaarde
Effectieve waarde
Periodeduur
1
2
3
4
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 26 12.08.2010 15:58:30 Uhr
MultiClamp-Meter Pro
27
NL
rood
zwart
Bij weerstandsmetingen dienen de meetpunten vrij
van verontreinigingen, olie, soldeerlak of vergelijkbare
verontreinigingen te zijn omdat anders verkeerde
meetresultaten kunnen optreden.
!
Bij weerstandsmetingen moeten de onderdelen
spanningsvrij zijn.
!
Weerstanden kunnen alleen separaat
correct worden gemeten. Daarom
moet de verbinding tussen de onder-
delen en de rest van de schakeling
worden onderbroken.
!
Weerstandsmeting8
DCA Zero
7
1. Sluit de rode meetpunt aan op de ingangsbus V Ć (12)
en de zwarte meetpunt op de ingangsbus COM (8).
2. Zet de draaischakelaar op ‚Ć‘.
3. Verbind de meetcontacten met het meetobject.
4. De gemeten waarde verschijnt op het LC-display. Als de
gemeten waarde < 30 Ć ligt, klinkt een signaal.
2. 3.1.
zwart
rood
Bij de spanningsmeting mag de functie voor de
weerstandsmeting en de doorgangstest niet worden
ingeschakeld.
!
4. De gemeten waarde verschijnt op het LC-display. Door het
indrukken van de toets ‚MAX/MIN‘ worden de MAX/MIN-
waarden berekend en weergegeven.
Houd vóór de meting van gelijkspanningen de toets MAX/MIN
gedurende 2 seconden ingedrukt om het apparaat op nul te
zetten. De meetelektronica wordt hierdoor afgesteld.
Door het meervoudig indrukken van de toets ‚MAX/MIN‘
worden de MAX/MIN-waarden berekend en weergegeven.
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 27 12.08.2010 15:58:32 Uhr
28
NL
Hold-functie
11
MAX/MIN-functie
9
Doorgangstest
10
1. Sluit de rode meetpunt aan op de ingangsbus V Ć (12)
en de zwarte meetpunt op de ingangsbus COM (8).
2. Zet de draaischakelaar op „
”.
3. Verbind de meetcontacten met het meetobject.
Bij een positieve test klinkt een signaal. (< 30 Ć)
Druk op de ‚MAX/MIN‘-toets om de functie te activeren Op het
display verschijnt de gemeten ‚MAX‘-waarde die automatisch
geactualiseerd wordt als een nieuwe ‚MAX‘-waarde wordt
berekend.
Druk nog een keer op de toets om de ‚MIN‘-waarde op te
roepen. Deze waarde wordt geactualiseerd als een nieuwe
‚MIN‘-waarde wordt berekend.
Druk opnieuw op de ‚MAX/MIN‘-toets om de actuele waarde
af te lezen. De ‚MAX-‘ en ‚MIN‘-waarde worden verder
geactualiseerd.
Druk gedurende 2 seconden op de toets om de modus te
verlaten.
2. 3.1.
zwart
rood
Druk op de toets ‚‚HOLD‘ om de meetwaarde kort vast te
houden. De functie moet door hernieuwd indrukken van de
toets worden gedeactiveerd om verdere metingen te kunnen
uitvoeren.
zwart rood
Bij de doorgangstest moeten de onderdelen
spanningsvrij zijn.
!
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 28 12.08.2010 15:58:33 Uhr
MultiClamp-Meter Pro
29
NL
12
Spanningslokalisatie, contactloos (AC-warning)
De in het meetapparaat geïnte-
greerde, contactloze spannings-
detector lokaliseert wisselspanningen
van 100 V tot 600 V. Schakel hier-
voor het apparaat in en beweeg de
spanningsdetector langs het meet-
object (5 tot 10 mm). Zodra wissel-
spanning wordt gelokaliseerd,
brandt de weergave (9).
De contactloze spanningsdetectie vormt geen
vervanging voor een gebruikelijke spanningstest.
Het apparaat herkent een elektrisch veld en reageert
dus ook bij statische oplading.
!
De eenpolige fasetest is niet geschikt voor de controle
op spanningsvrijheid. Hiervoor is een tweepolige
fasetest vereist.
!
Spanningslokalisatie, eenpolige fasecontrole
Zaklampfunctie
Backlight
Kalibratie
13
14
15
Houd de dienovereenkomstige toets ingedrukt om de zaklamp
in te schakelen. Het licht schakelt automatisch uit, zodra de
toets weer wordt losgelaten.
Houd de HOLD-toets (11) 2 seconden lang ingedrukt om de
achtergrondverlichting in te schakelen. Druk twee keer kort op
de Hold-toets om de verlichting weer uit te schakelen.
Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontro-
leerd worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te
kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per
jaar te kalibreren.
Verwijder de zwarte meetpunt van het apparaat. Stel het
apparaat in op ‚V AC/DC‘ en verbind de rode meetpunt met de
fase- resp. de neutrale geleider. De rode weergave (9) brandt
bij de spanningvoerende fasegeleider. Bij de bepaling van de
buitengeleider door middel van de eenpolige fasetest kan de
weergavefunctie door bepaalde omstandigheden negatief
worden beïnvloed (bijv. bij isolerende veiligheidskleding of op
geïsoleerde standplaatsen).
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 29 12.08.2010 15:58:35 Uhr
30
NL
Technische veranderingen voorbehouden. 07.2010.
Technische gegevens
Functie Bereik Nauwkeurigheid
AC-stroom (50/60Hz) true RMS 200,0 AAC ± (2,5% + 8 digits)
DC-stroom 200,0 ADC ± (2,0% + 5 digits)
DC-spanning 600,0 VDC ± (1,0% + 2 digits)
AC-spanning (50/60Hz) true RMS 600,0 VAC ± (1,5% + 8 digits)
Weerstand 999,9 Ć ± (1,5% + 8 digits)
Functie Max. ingang
A AC / VDC 200A (PEAK 282,8A)
V DC, V AC 600V DC/AC
Weerstand, doorgangstest 600V DC/AC
Opening tang ca. 17 mm
Doorgangstest
Aanspreekdrempel <30Ć,
Teststroom < 0,5 mA
Meetsnelheid
10 metingen/sec. voor numerieke
weergave & 40 metingen/sec. voor
staafdiagramweergave (DCA, DCV,
weerstandsmeting)
Ingangsweerstand 1,0 MĆ (VDC, VAC)
Frequentiebereik
Wisselstroom / wisselspanning
50/400Hz (true RMS)
PEAK hold meet piekstroom <10ms
MAX/MIN-hold Meetsnelheid <500ms
Arbeidstemperatuur -10 °C … 50 °C
Opslagtemperatuur -30 °C … 60 °C
Vochtigheid
niet-condenserend
90 % (0 °C 30 °C);
75 % (30 °C 40 °C);
45 % (40 °C 50 °C)
relatieve luchtvochtigheid
Hoogte boven NAP
Bedrijf: 3.000 m
Opslag: 10.000 m
Overspanningscategorie CAT III - 600V
Voeding 2 x 1,5 type AAA/LR03 alkali
Afmeting 164 x 65 x 32 mm
Gewicht 175 g
Keuringsnormen
EN 61326; EN 61010-1;
EN 61010-2-031
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 30 12.08.2010 15:58:35 Uhr
MultiClamp-Meter Pro
31
NL
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing
zijnde normen voor het vrije goederenverkeer
binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet
volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische
en elektronische apparatuur gescheiden verzameld
en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies
onder: www.laserliner.com/info
Manual_MultiClamp-Meter_Rev.0710_NL.indd 31 12.08.2010 15:58:36 Uhr

Documenttranscriptie

! Lees de bedieningshandleiding en de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzingen‘ volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie goed. Functie / toepassing Meettang voor de meting in het bereik van de overspanningscategorie CAT III tot max. 600 V. Met het meetapparaat kunnen gelijk- en wisselstroommetingen, gelijk- en wisselspanningsmetingen, weerstandsmetingen en doorgangstests binnen de gespeciÖceerde bereiken worden uitgevoerd. Bovendien beschikt het apparaat over een PEAK-functie, een MAX/MINweergave, een Hold-functie en een true RMS meting (rootmean-square). Het apparaat is uitgerust met een zaklamp en een verlicht display. Veiligheidsinstructies • Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven speciÖcaties. • Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende spanningsbronnen (bijv. 230V-contactdoos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle). Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als één of meerdere functies uitvallen. • Bij de omgang met spanningen van meer dan 25V AC resp. 60V DC dient uiterst voorzichtig te worden gewerkt. Bij contact met de elektrische geleiders bestaat bij deze spanningen al levensgevaar door elektrische schokken. • Let op dat altijd de correcte aansluitingen, de correcte positie van de draaischakelaar en het correcte bereik voor de betreffende meting geselecteerd zijn. • Schakel vóór het meten resp. controleren van weerstand, doorgang, dioden of capaciteit de spanning van het stroomcircuit uit. Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn. • Gebruik uitsluitend de originele meetleidingen. Deze moeten over dezelfde nominale spannings-, categorie- en ampèrewaarden beschikken als het meetapparaat. • Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meetcontacten mogen tijdens de meting niet worden aangeraakt. • Gebruik het apparaat niet in omgevingen die met geleidende deeltjes belast zijn of waarin door optredend vocht (bijv. door condensatie) een tijdelijk geleidende atmosfeer ontstaat. 22 NL MultiClamp-Meter Pro • Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd is, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning van 25V AC resp. 60V DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke schokken op grond van de vochtigheid. Reinig en droog het apparaat vóór gebruik. Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt. • Voer metingen die gevaarlijk dicht bij elektrische installaties moeten worden uitgevoerd, niet alleen uit en alléén na instructie van een verantwoordelijke elektromonteur. • Vóór het openen van het batterijvakdeksel dient de stroomtoevoer naar het apparaat te worden onderbroken. • Werk bij voorkeur niet alleen. Symbolen Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning: door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken. Waarschuwing voor een gevarenpunt Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt over een versterkte of dubbele isolatie. Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten voor industriële toepassingen met constante aansluiting op de vaste installatie. NL 23 1 2 3 4 9 5 10 6 7 11 14 8 12 13 rood zwart 1 Sensor (contactloze spanningsdetector) 2 Meettang 3 Zaklamp 4 Zaklamp AAN / UIT 5 Draaischakelaar voor de instelling van de meetfuncties 6 Omschakeling ‚PEAK‘, ‚MAX/MIN‘, ‚DCA Zero‘, ‚AC/DC‘ 7 LC-display D E F G H I J K L C B A A Negatieve meetwaarde B Gelijk- (DC) of wisselgrootheden C Batterijlading gering D Nulstand ADC E PEAK-functie 24 8 Ingangsbus COM 9 AC-warning 10 Drukschakelaar voor het openen van de tang 11 Hold-functie / achtergrondverlichting AAN/UIT 12 Ingangsbus V Ć 13 Meetpunten 14 Meetcontacten NL F G H I J K L MAX/MIN-weergave Hold-functie Meetwaardeweergave Meeteenheid Ć Meeteenheid V Meeteenheid A Meetwaardeschaal Displayweergave: O.L.: Open line / over×ow: Meetkring niet gesloten resp. meetbereik overschreden MultiClamp-Meter Pro AUTO-OFF-functie Het meetapparaat schakelt na 10 minuten inactiviteit automatisch uit om de batterijen te sparen. Vooraf klinkt een signaal. 1 Plaatsen van de batterijen 1. 2. 2 AC-stroommetingen 1. 2. correct verkeerd 1. Zet de draaischakelaar op ‚200A AC‘. 2. Omsluit een leiding met de meettang. 3. De gemeten waarde verschijnt op het LC-display. 3 PEAK Hold-functie 1. 2. correct verkeerd 1. Zet de draaischakelaar op ‚200A AC‘ en druk op de toets ‚MAX/MIN‘ om de PEAK-functie te activeren. 2. Omsluit een leiding met de meettang. 3. Schakel de te meten verbruiker in. De karakteristieke topwaarde (10 ~ 282,8 A) wordt weergegeven. Het meetapparaat kan snelle stroompieken (<10 milliseconden) registreren. NL 25 4 True RMS (ACA / ACV) Het apparaat geeft bij de meting van wisselspanning/-stroom de echte effectieve waarde aan, onafhankelijk van de curvevorm. u +Û 3 1 2 0 t 1 2 3 4 4 -Û Topwaarde Piek-tot-piekwaarde Effectieve waarde Periodeduur 5 DC-stroommetingen 1. 2. correct verkeerd 1. Zet de draaischakelaar op ‚200A DC‘ en druk gedurende 2 seconden op de toets ‚MAX/MIN‘ om de het apparaat op nul te zetten. 2. Omsluit een leiding met de meettang. 3. De gemeten waarde verschijnt op het LC-display. Door het indrukken van de toets ‚MAX/MIN‘ worden de MAX/MINwaarden berekend en weergegeven. 6 Spanningsmetingen AC/DC 1. 2. 3. zwart rood rood zwart 1. Sluit de rode meetpunt aan op de ingangsbus V Ć (12) en de zwarte meetpunt op de ingangsbus COM (8). 2. Zet de draaischakelaar op ‚V AC/DC‘. Het apparaat geeft de spanningssoort AC weer. Voor de DC-spanningsmeting houdt u de toets MAX/MIN gedurende 2 seconden ingedrukt. 3. Verbind de meetcontacten met het meetobject. 26 NL MultiClamp-Meter Pro 4. De gemeten waarde verschijnt op het LC-display. Door het indrukken van de toets ‚MAX/MIN‘ worden de MAX/MINwaarden berekend en weergegeven. ! Bij de spanningsmeting mag de functie voor de weerstandsmeting en de doorgangstest niet worden ingeschakeld. 7 DCA Zero Houd vóór de meting van gelijkspanningen de toets MAX/MIN gedurende 2 seconden ingedrukt om het apparaat op nul te zetten. De meetelektronica wordt hierdoor afgesteld. Door het meervoudig indrukken van de toets ‚MAX/MIN‘ worden de MAX/MIN-waarden berekend en weergegeven. 8 Weerstandsmeting ! Weerstanden kunnen alleen separaat correct worden gemeten. Daarom moet de verbinding tussen de onderdelen en de rest van de schakeling worden onderbroken. 1. 2. 3. zwart rood rood zwart 1. Sluit de rode meetpunt aan op de ingangsbus V Ć (12) en de zwarte meetpunt op de ingangsbus COM (8). 2. Zet de draaischakelaar op ‚Ć‘. 3. Verbind de meetcontacten met het meetobject. 4. De gemeten waarde verschijnt op het LC-display. Als de gemeten waarde < 30 Ć ligt, klinkt een signaal. ! Bij weerstandsmetingen dienen de meetpunten vrij van verontreinigingen, olie, soldeerlak of vergelijkbare verontreinigingen te zijn omdat anders verkeerde meetresultaten kunnen optreden. ! Bij weerstandsmetingen moeten de onderdelen spanningsvrij zijn. NL 27 9 MAX/MIN-functie Druk op de ‚MAX/MIN‘-toets om de functie te activeren Op het display verschijnt de gemeten ‚MAX‘-waarde die automatisch geactualiseerd wordt als een nieuwe ‚MAX‘-waarde wordt berekend. Druk nog een keer op de toets om de ‚MIN‘-waarde op te roepen. Deze waarde wordt geactualiseerd als een nieuwe ‚MIN‘-waarde wordt berekend. Druk opnieuw op de ‚MAX/MIN‘-toets om de actuele waarde af te lezen. De ‚MAX-‘ en ‚MIN‘-waarde worden verder geactualiseerd. Druk gedurende 2 seconden op de toets om de modus te verlaten. 10 Doorgangstest 1. 2. 3. rood zwart rood zwart 1. Sluit de rode meetpunt aan op de ingangsbus V Ć (12) en de zwarte meetpunt op de ingangsbus COM (8). 2. Zet de draaischakelaar op „ ”. 3. Verbind de meetcontacten met het meetobject. Bij een positieve test klinkt een signaal. (< 30 Ć) ! Bij de doorgangstest moeten de onderdelen spanningsvrij zijn. 11 Hold-functie Druk op de toets ‚‚HOLD‘ om de meetwaarde kort vast te houden. De functie moet door hernieuwd indrukken van de toets worden gedeactiveerd om verdere metingen te kunnen uitvoeren. 28 NL MultiClamp-Meter Pro 12 Spanningslokalisatie, contactloos (AC-warning) De in het meetapparaat geïntegreerde, contactloze spanningsdetector lokaliseert wisselspanningen van 100 V tot 600 V. Schakel hiervoor het apparaat in en beweeg de spanningsdetector langs het meetobject (5 tot 10 mm). Zodra wisselspanning wordt gelokaliseerd, brandt de weergave (9). ! De contactloze spanningsdetectie vormt geen vervanging voor een gebruikelijke spanningstest. Het apparaat herkent een elektrisch veld en reageert dus ook bij statische oplading. Spanningslokalisatie, eenpolige fasecontrole Verwijder de zwarte meetpunt van het apparaat. Stel het apparaat in op ‚V AC/DC‘ en verbind de rode meetpunt met de fase- resp. de neutrale geleider. De rode weergave (9) brandt bij de spanningvoerende fasegeleider. Bij de bepaling van de buitengeleider door middel van de eenpolige fasetest kan de weergavefunctie door bepaalde omstandigheden negatief worden beïnvloed (bijv. bij isolerende veiligheidskleding of op geïsoleerde standplaatsen). ! De eenpolige fasetest is niet geschikt voor de controle op spanningsvrijheid. Hiervoor is een tweepolige fasetest vereist. 13 Zaklampfunctie Houd de dienovereenkomstige toets ingedrukt om de zaklamp in te schakelen. Het licht schakelt automatisch uit, zodra de toets weer wordt losgelaten. 14 Backlight Houd de HOLD-toets (11) 2 seconden lang ingedrukt om de achtergrondverlichting in te schakelen. Druk twee keer kort op de Hold-toets om de verlichting weer uit te schakelen. 15 Kalibratie Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren. NL 29 Technische gegevens Functie Bereik Nauwkeurigheid AC-stroom (50/60Hz) true RMS 200,0 AAC ± (2,5% + 8 digits) DC-stroom 200,0 ADC ± (2,0% + 5 digits) DC-spanning 600,0 VDC ± (1,0% + 2 digits) AC-spanning (50/60Hz) true RMS 600,0 VAC ± (1,5% + 8 digits) Weerstand 999,9 Ć ± (1,5% + 8 digits) Functie Max. ingang A AC / VDC 200A (PEAK 282,8A) V DC, V AC 600V DC/AC Weerstand, doorgangstest 600V DC/AC Opening tang ca. 17 mm Doorgangstest Aanspreekdrempel <30Ć, Teststroom < 0,5 mA Meetsnelheid 10 metingen/sec. voor numerieke weergave & 40 metingen/sec. voor staafdiagramweergave (DCA, DCV, weerstandsmeting) Ingangsweerstand 1,0 MĆ (VDC, VAC) Frequentiebereik Wisselstroom / wisselspanning 50/400Hz (true RMS) PEAK hold meet piekstroom <10ms MAX/MIN-hold Meetsnelheid <500ms Arbeidstemperatuur -10 °C … 50 °C Opslagtemperatuur -30 °C … 60 °C Vochtigheid niet-condenserend 90 % (0 °C … 30 °C); 75 % (30 °C … 40 °C); 45 % (40 °C … 50 °C) relatieve luchtvochtigheid Hoogte boven NAP Bedrijf: 3.000 m Opslag: 10.000 m Overspanningscategorie CAT III - 600V Voeding 2 x 1,5 type AAA/LR03 alkali Afmeting 164 x 65 x 32 mm Gewicht 175 g Keuringsnormen EN 61326; EN 61010-1; EN 61010-2-031 Technische veranderingen voorbehouden. 07.2010. 30 NL MultiClamp-Meter Pro EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: www.laserliner.com/info NL 31
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Laserliner MultiClamp-Meter Pro de handleiding

Categorie
Meten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor