Laserliner MultiMeter XP de handleiding

Categorie
Temperatuur-
Type
de handleiding
30
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en aanvullende aanwijzingen' evenals de
actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig
door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als
u het apparaat doorgeeft.
!
Functie / toepassing
Multimeter voor de meting in het bereik van de overspanningscategorie CAT III tot max. 1000 V /
CAT IV tot max. 600 V. Met dit meetapparaat kunnen gelijk- en wisselspanningsmetingen, gelijken
wisselstroommetingen, doorgangs- en diodetests, weerstandsmetingen, capaciteits-, frequentie- en
tastgraadmetingen binnen de gespeciceerde bereiken worden uitgevoerd.
Veiligheidsinstructies
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specicaties.
De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren.
Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen
de goedkeuring en de veiligheidsspecicatie te vervallen.
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen of sterke trillingen.
Bij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms resp. 60 V/DC dient u uiterst voorzichtig
te zijn. Bij contact met de elektrische geleiders bestaa.
Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd is, mag niet onder spanning worden
gewerkt. Vanaf een spanning van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke
schokken op grond van de vochtigheid.
• Reinig en droog het apparaat vóór gebruik.
Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder dienovereenkomstige weersomstandigheden
resp. na het treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt.
In overspanings-categorie III (CAT III - 1000 V) mag de spanning van 1000 V tussen het controleapparaat
en de aarding niet worden overschreden.
Symbolen
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning: door onbeschermde, spanningvoerende
onderdelen in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Waarschuwing voor een gevarenpunt
Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt over een versterkte of dubbele isolatie.
Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste installaties en voor toepassingen waarbij
bijzondere vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de bedrijfsmiddelen
worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten voor industriële toepassingen
met constante aansluiting op de vaste installatie.
Overspanningscategorie II: eenfasige verbruikers die op normale contactdozen worden
aangesloten; bijv. huishoudelijke apparaten, draagbare gereedschappen.
Overspanningscategorie IV: apparaten bedoeld voor de toepassing aan of in de buurt van
de voeding in de elektrische installatie van gebouwen en vanaf de hoofdverdeler gezien in
de richting van het net bijv. verbruiksmeter, overstroomschakelaar en stuureenheid voor
dag- en nachtstroom
NL
MultiMeter XP
31
mA
µA
10A
V
Hz
%
CAP
°C
°F
Low
Z
RANGE
MODE
REL
AC+DC
MIN
MAX
AVG
PEAK
HOLD
10A
µA
mA COM
30 sec MAX
every 15 min
CAT IV 600V
CAT III 1000V
MAX 800mA
FUSED
V Hz
%
CAP
°F°C
MultiMeter XP
mA
µA
10A
V
Hz
%
CAP
°C
°F
Low
Z
RANGE
MODE
REL
AC+DC
MIN
MAX
AVG
PEAK
HOLD
10A
µA
mA COM
30 sec MAX
every 15 min
CAT IV 600V
CAT III 1000V
MAX 800mA
FUSED
V Hz%
CAP
°F°C
MultiMeter XP
In overspanings-categorie IV (CAT IV - 600 V) mag de spanning van 600 V tussen het controleapparaat
en de aarding niet worden overschreden.
Bij de toepassing van het apparaat samen met het meettoebehoren geldt de telkens kleinste
overspanningscategorie (CAT), nominale spanning en nominale stroom.
Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het
toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende
spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle).
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading
zwak is.
De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en meetkringen moet worden onderbroken
voordat u de afdekking opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen. Schakel het apparaat niet
in als de afdekking geopend is.
Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instanties voor het veilige en deskundige
gebruik van het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven veiligheidsuitrusting
(bijv. elektricien-handschoenen).
Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meetcontacten mogen tijdens de meting
niet worden aangeraakt.
Let op dat altijd de correcte aansluitingen en de correcte positie van de draaischakelaar evenals het
correcte meetbereik voor de betreffende meting geselecteerd zijn.
Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties niet alleen uit en uitsluitend
volgens de instructies van een verantwoordelijke elektromonteur.
Schakel vóór het meten resp. controleren van dioden, weerstanden of batterijladingen de spanning
van de stroomkring uit.
Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn.
Verbind altijd eerst de zwarte meetleiding voordat u de rode op de spanning aansluit.
Bij het verwijderen gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
Gebruik uitsluitend de originele meetleidingen. Deze moeten over dezelfde nominale spannings-,
categorie- en ampère-waarden beschikken als het meetapparaat.
Veiligheidsinstructies
Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV
(verordening inzake kunstmatige optische straling)
Uittree-opening led
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van toepassing zijnde technische
veiligheidsregels in acht, onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen,
3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanning-
voerende onderdelen beveiligen en afdekken.
NL
32
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit
volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU die wordt afgedekt door de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED).
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van
personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en
door elektronische apparaten is mogelijk.
Veiligheidsinstructies
Omgang met radiografische straling
Het meettoestel is uitgerust met een radiograsche interface.
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit
en radiograsche straling volgens de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED).
Bij dezen verklaart Umarex GmbH & Co. KG dat het radiograsche installatietype MultiMeter XP voldoet
aan de wettelijke eisen en verdere bepalingen van de Europese radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED).
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar onder het volgende
internetadres: http://laserliner.com/info?an=mumexp
Meetpunten
Met beschermkap: CAT III tot max. 1000 V / CAT IV tot max. 600 V
Zonder beschermkap: CAT II tot max. 1000 V
Meetcontacten
Het apparaat werkt met leds uit de risicogroep RG0 (vrij van gevaar) overeenkomstig de geldende
normen voor fotobiologische veiligheid (EN 62471:2008-09 / IEC/TR 62471:2006-07vv) in de telkens
actuele lezing.
Stralingsvermogen: peak-golengte is 456 nm. De gemiddelde stralingsdichtheid ligt onder de
grenswaarden van de risicogroep RG0.
De toegankelijke straling van de leds is bij doelmatig gebruik en onder redelijkerwijs te voorziene
voorwaarden ongevaarlijk voor het menselijk oog en de menselijke huid.
Tijdelijke, irriterende optische uitwerkingen (bijv. verblinding, itsblindheid, nabeelden, belemmeringen
van het kleurenzien) kunnen niet helemaal worden uitgesloten, in het bijzonder bij weinig omgevingslicht.
• Kijk niet langer met opzet in de stralingsbron.
Er is geen onderhoud vereist om de grenswaarden van de risicogroep RG0 te waarborgen.
NL
MultiMeter XP
33
10
mA
µA
10A
V
Hz
%
CAP
°C
°F
Low
Z
RANGE
MODE
REL
AC+DC
MIN
MAX
AVG
PEAK
HOLD
10A
µA
mA COM
30 sec MAX
every 15 min
CAT IV 600V
CAT III 1000V
MAX 800mA
FUSED
V Hz%
CAP
°F°C
MultiMeter XP
8
9
11
12
13
14
1
2
3
4
5
6
7
15
16
Zaklamp
MIN-/MAX-/AVG-meting
PEAK-functie (spanningspiek-functie),
Zaklamp AAN / UIT
Actuele meetwaarde behouden,
Lcd-verlichting AAN/UIT
Draaischakelaar voor de instelling
van de meetfunctie
Ingangsbus rood (+)
COM-bus zwart (–)
µA / mA Ingangsbus rood (+)
10A ingangsbus rood (+)
Batterijvakje aan de achterzijde
Omschakelen van de meetfunctie,
Bluetooth AAN /UIT
Handmatige bereikskeuze
Vergelijkende meting (REL), AC+DC-functie
LC-display
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Hertz (frequentie)
Diodetest
Doorgangstest
Procent (tastgraad)
° Fahrenheit
° Celsius
Bluetooth actief
AC+DC-functie
Gelijkstroommetingen
Negatieve meetwaarde
Wisselspanningsmetingen
Batterijlading gering
Automatische bereikskeuze
Actuele meetwaarde wordt behouden
Vergelijkende meting
PEAK-functie (spanningspiek-functie)
Maximale waarde
Minimale waarde
Gemiddelde waarde
15 Meetwaardeweergave
16 Staafdiagram-weergave
Automatische uitschakeling
Low Z-spanningsmeting
milli (10
-3
) (volt, ampère)
Volt (spanning)
micro (10
-6
) (ampère, capaciteitt)
Ampere (stroomsterkte)
nano (10
-9
) (capaciteit)
Farad (capaciteit)
Mega (ohm)
Kilo (ohm)
Ohm (weerstand)
NL
34
Functie
Maximale grenswaarden
Max. ingangsspanning tussen de betreffende ingangsklemmen en de aarde:
V AC, V DC 1000 V AC RMS / 1000 V DC
Low Z
600 V AC RMS / 600 V DC
Weerstand, doorgang, diodetest, capaciteit,
frequentie, tastgraad
600 V AC RMS / 600 V DC
Temperatuur (°C/°F)
600 V AC RMS / 600 V DC
Max. ingangsstroom en zekering in het te meten stroombereik:
μA AC/DC, mA AC/DC snelle zekering 800 mA (6,3 x 32 mm) / 1000 V eff
10A AC/DC
snelle zekering 10A (10 x 38 mm) / 1000 V eff
(inschakelduur max. 30 sec. om de 15 min.)
Maximale grenswaarden
AUTO-OFF-functie
Het meetapparaat schakelt na 15 minuten inactiviteit automatisch uit om de batterijen te sparen.
Houd de Mode-toets tijdens het inschakelen ingedrukt om de functie uit te schakelen.
Plaatsen van de batterijen
Open het batterijvakje (10) en plaats de batterijen overeenkomstig de installatiesymbolen.
Let daarbij op de juiste polariteit.
1
Bevestiging van de meetpunten
Bij niet-gebruik en tijdens het transport dienen de
meetpunten steeds in de houder op de achterzijde
gepositioneerd en de beschermkappen geplaatst
te zijn om letsel door de meetpunten te vermijden.
2
NL
MultiMeter XP
35
2. 3.
1.
1. 2. 3.
Spanningsmeting AC/DC
5
V AC/DC
Omschakeling
AC, DC, Hz
en %
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
roodzwart
μA / mA / 10A Omschakeling
AC en DC
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
rood zwart
Met stromen in het bereik tot 10 A niet langer dan 30 seconden. Hierdoor kan / kunnen
het apparaat of de meetpunten beschadigd raken.
!
Stroommeting AC/DC
4
Schakel de stroomkring uit voordat u het meetapparaat aansluit.
!
3
Aansluiting van de meetpunten
De zwarte meetpunt (-) moet altijd op de 'COM-bus' worden aangesloten. De rode meetpunt (+) moet
worden aangesloten volgens de afbeelding.
Let vóór iedere meting op de correcte aansluiting van de meetpunten. Spanningsmetingen
met aangesloten stroomaansluitingen 10 A of in mA-bereik kunnen leiden tot activering van
de ingebouwde zekering en tot schade aan de meetkring.
!
Stroommeting 10 A Spannings-, weerstands-
frequentie-, tastgraadmeting,
diode, doorgangstest,
capaciteitsmeting, contact-
temperatuurmeting
Stroommeting μA en mA
NL
36
1. 2. 3.
1. 2. 3.
Ω
1. 2. 3.
3.2.1.
Indien geen meetwaarde, maar 'O.L' op het display wordt weergegeven, werd de diode in
blokkeerrichting gemeten of is de diode defect. Als 0,0 V gemeten wordt, is de diode defect
of er is een kortsluiting voorhanden.
Doorlaatrichting
zwartzwartrood rood
Frequentie- en tastgraadmeting
6
Hz / % Meetcontacten met het
meetobject verbinden
roodzwart
Omschakeling
AC, DC, Hz
en %
Weerstandsmeting
7
roodzwart
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
Omschakeling Ω,
doorgangstest
en diodetest
Diodetest
8
Diodetest
Omschakeling Ω,
doorgangstest
en diodetest
Capaciteitsmeting
9
Capaciteitsmeting Meetcontacten met het
meetobject verbinden
Bij gepoolde condensatoren
moet de pluspool met de rode
meetpunt worden verbonden.
roodzwart
NL
MultiMeter XP
37
1. 3.2.
1.
°C / °F
2. 3.
Onderdelen (7: weerstanden, 8: dioden, 9: capaciteiten) kunnen alleen apart
correct worden gemeten. Daarom moeten de onderdelen van de resterende
schakeling worden gescheiden.
!
De meetpunten moeten vrij van vuil, olie, soldeerlak of dergelijke verontreinigingen zijn omdat
anders verkeerde meetresultaten kunnen optreden.
!
De onderdelen moeten spanningsvrij zijn.
!
Doorgangstest
Omschakeling Ω,
doorgangstest
en diodetest
rood roodzwart zwart
Als doorgang wordt een meetwaarde van < 50 Ohm herkend, hetgeen door middel van een akoestisch
signaal wordt bevestigd. Indien geen meet-waarde, maar ‚O.L‘ op het display wordt weergegeven, werd het
meet-bereik overschreden of de meetkring is niet gesloten resp. onderbroken.
De onderdelen moeten spanningsvrij zijn.
!
Doorgangstest
10
Contacttemperatuurmeting
Voor de contacttemperatuurmeting sluit u de bijgeleverde temperatuursensor (K-type) op het toestel aan.
Let daarbij op de juiste polariteit.
11
Omschakeling
°C en °F
NL
38
1. 2. 3.
2.
V AC/DC
3.
1.
2 sec
AC+DC
activeren
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
roodzwart
roodzwart
Low Z-spanningsmeting
12
Low Z-spanningsmeting Omschakeling
AC en DC
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
Autorange
13
Bluetooth activeren / deactiveren
14
Bluetooth wordt geactiveerd en gedeactiveerd door het lang indrukken van toets 11.
MAX-/MIN-/AVG-functie
17
De MAX-/MIN-/AVG-functie geeft de hoogste, de laagste en de gemiddelde meetwaarde weer.
De meetwaarden worden steeds geactualiseerd wanneer een hogere of lagere meting geregistreerd
wordt. Druk kort op de MAX-/MIN-/AVG-toets om de functie te activeren. ‚MAX‘ verschijnt samen
met de hoogste weergave op het lc-display. Door kort op de toets MAX-/MIN-/AVG te drukken,
schakelt het meettoestel van MAX naar MIN en van MIN naar AVG. Houd de MAX-/MIN-/AVG-toets
ingedrukt om MAX / MIN / AVG te beëindigen en terug te keren naar het normale bedrijf.
AC+DC-functie
16
AC+DC-functie meet zowel de AC- als de DC-component voor de afleiding van het actieve RMS.
REL-functie (vergelijkende meting)
15
De vergelijkende meting meet relatief ten opzichte van een tevoren opgeslagen referentiewaarde. Op deze
wijze wordt het verschil tussen de actuele meetwaarde en de opgeslagen referentiewaarde op het display
weergegeven. Druk bij de dienovereenkomstige meetfunctie tijdens een referentiemeting op de toets 'REL'.
Op het display wordt nu de differentiewaarde tussen de actuele meting en de ingestelde referentiewaarde
weergegeven. Druk opnieuw op de toets ‚REL‘ om deze functie te deactiveren.
Bij het inschakelen van het meetapparaat wordt automatisch de Autorange-functie geactiveerd.
Deze functie zoekt in de dienovereenkomstige meetfuncties naar het optimale bereik voor de meting.
NL
MultiMeter XP
39
2. 4.3.1.
2 sec 1 sec
PEAK-functie (spanningspiek-functie)
18
De PEAK-functie registreert de hoogste positieve en hoogste negatieve piek in een AC-spanning- of
AC-stroomgolfvorm. De meetwaarden worden steeds geactualiseerd wanneer een hogere positieve
of negatieve PEAK wordt geregistreerd.
Houd de PEAK-toets kort ingedrukt om tussen Peak MAX en Peak MIN om te schakelen. Om terug
te keren naar het normale bedrijf houdt u de toets PEAK ingedrukt totdat de Peak-weergave op het
lc-display verschijnt.
PEAK activeren
'Peak MAX'
Omschakelen
naar 'Peak MIN'
'Peak MAX'
hoogste positieve piek
'Peak MIN'
hoogste negatieve piek
Functie-overzicht
19
De onder punt 15 - 18 beschreven functies staan ter beschikking in de afgebeelde meetgrootheden:
Stroommeting AC (μA)
/
/
/
Stroommeting DC (μA)
/
/
/
Stroommeting AC (mA)
/
/
/
Stroommeting DC (mA)
/
/
/
Stroommeting AC (10A)
/
/
/
Stroommeting DC (10A)
/
/
/
Spanningsmeting AC
/
/
/
Spanningsmeting DC
/
/
/
Frequentiemeting – / – / – /
Tastgraadmetingen – / – / – /
Weerstandsmeting
/
/
/
Doorgangstest – /
/
/
Diodetest – /
/
/
Capaciteitsmeting
/ – / – /
Contacttemperatuurmeting – /
/
/
Low Z-spanningsmeting – / – / – /
Zaklampfunctie
20
Druk kort op toets 3 om de zaklamp in- en uit te schakelen.
NL
40
800
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en
oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt.
Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.
Kalibratie
Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van
de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren.
Gegevensoverdracht
Het toestel beschikt over een Bluetooth
®
*-functie die de gegevensoverdracht naar mobiele eindtoestellen
met een Bluetooth
®
*-interface (bijv. smartphone, tablet) mogelijk maakt door middel van radiograsche techniek.
Voor de systeemvereisten van een Bluetooth
®
*-verbinding verwijzen wij naar http://laserliner.com/info?an=ble
Het toestel kan een Bluetooth
®
*-verbinding opbouwen met toestellen die compatibel zijn met Bluetooth 4.0.
De reikwijdte is beperkt tot max. 10 m van het eindtoestel en is in sterke mate afhankelijk van
de omgevingsvoorwaarden zoals bijv. de dikte en de samenstelling van muren, van radiograsche
storingsbronnen en van de verzendings-/ontvangsteigenschappen van het eindtoestel.
Bluetooth
®
* moet na het inschakelen altijd geactiveerd worden omdat het meetsysteem of meettoestel
gecongureerd is voor een heel gering stroomverbruik.
Via een app kan een mobiel eindtoestel een verbinding maken met het ingeschakelde meettoestel.
Hold-functie
22
Met de Hold-functie kan de actuele meetwaarde op het display worden gehouden.
Druk opnieuw op de toets ‚HOLD‘ (4) om deze functie te deactiveren.
Vervangen van de zekering
23
Bij de vervanging van de zekering onderbreekt u eerst de verbinding van de meetpunten naar alle
spanningsbronnen en vervolgens naar het apparaat. Open de behuizing en vervang de zekering
door een zekering van hetzelfde type en dezelfde specificatie (10A / 1000V resp. 800mA / 1000V).
Sluit de behuizing en draai de schroeven goed vast.
LCD-Backlight
21
Druk lang op toets (4) om de achtergrondverlichting in- en uit te schakelen. In donkere omgevingen
schakelt de achtergrondverlichting automatisch in.
NL
MultiMeter XP
41
Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 18W09)
Functie Bereik Resolutie
Nauwkeurigheid
% van de meetwaarde (rdg)
+ minst significante cijfer (digits)
AC-stroom
Bandbreedte: 50-400 Hz
600.0 μA 0.1 μA
± (1,0% rdg ± 3 digits)
6000 μA 1 μA
60.00 mA 10 μA
600.0 mA 0.1 mA
10.00 A 10 mA ± (2,0% rdg ± 8 digits)
DC-stroom
600.0 μA 0.1 μA
± (1,0% rdg ± 3 digits)
6000 μA 1 μA
60.00 mA 10 μA
600.0 mA 0.1 mA
10.00 A 10 mA ± (1,5% rdg ± 3 digits)
AC-spanning
Bandbreedte: 50-1000 Hz
6.000 V 1 mV
± (1,0% rdg ± 5 digits)60.00 V 10 mV
600.0 V 0.1 V
1000 V 1 V ± (1,2% rdg ± 5 digits)
Frequentie
Nauwkeurigheid: ± (1,0% rdg ± 5 digits)
Gevoeligheid: > 15 V RMS
Tastgraad
Nauwkeurigheid: 5% … 95% ± (1,5% rdg ± 10 digits)
Gevoeligheid: > 15 V RMS
Applicatie (app)
Voor het gebruik van de Bluetooth
®
*-functie is een applicatie vereist.
Deze kunt u al naargelang het eindtoestel in de betreffende ‚stores‘ downloaden:
Let op dat de Bluetooth
®
*-interface van het mobiele eindtoestel geactiveerd moet zijn.
!
Na de start van de applicatie en de geactiveerde Bluetooth
®
*-functie kan een mobiel eindtoestel een
verbinding maken met het meettoestel. Als de applicatie meerdere actieve meettoestellen herkent,
kiest u het passende meettoestel uit de lijst.
Bij de volgende start kan de verbinding naar dit meettoestel automatisch tot stand worden gebracht.
* Het Bluetooth
®
-woordmerk en het logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
NL
42
Functie Bereik Resolutie
Nauwkeurigheid
% van de meetwaarde (rdg)
+ minst significante cijfer (digits)
DC-spanning
600.0 mV 0.1 mV ± (0,5% rdg ± 8 digits)
6.000 V 1 mV
± (0,8% rdg ± 5 digits)60.00 V 10 mV
600.0 V 0.1 V
1000 V 1 V ± (1,0% rdg ± 3 digits)
AC+DC-spanning
Bandbreedte: 50-400 Hz
6.000 V 1 mV
± (1,5% rdg ± 20 digits)60.00 V 10 mV
600.0 V 0.1 V
1000 V 1 V ± (1,5% rdg ± 5 digits)
AC+DC-spanning (LOW Z)
Bandbreedte: 50-400 Hz
6.000V 1 mV
± (3,0% rdg ± 30 digits)60.00 V 10 mV
600.0 V 0.1 V
1000 V 1 V ± (3,0% rdg ± 5 digits)
Weerstand
600.0 Ω 0.1 Ω
± (1,5% rdg ± 5 digits)
6.000 kΩ 1 Ω
60.00 kΩ 10 Ω
600.0 kΩ 100 Ω
6.000 MΩ 1 kΩ
60.00 MΩ 10 kΩ ± (2,0% rdg ± 10 digits)
Capaciteit
60.00 nF 10 pF ± (5,0% rdg ± 35 digits)
600.0 nF 100 pF
± (3,0% rdg ± 5 digits)
6.000 µF 0.001 µF
60.00 µF 0.01 µF
600.0 µF 0.1 µF
6000 µF 1 µF ± (5,0% rdg ± 5 digits)
Frequentie
9.999 Hz 0.001 Hz
± (1,0% rdg ± 5 digits)
99.99 Hz 0.01 Hz
999.9 Hz 0.1 Hz
9.999 kHz 1 Hz
Pulsbreedte: 100 µs ... 100 ms
Frequentie: 10 Hz ... 1 kHz
Gevoeligheid: > 8 V RMS
Tastgraad
20% … 80% 0.1% ± (1,2% rdg ± 2 digits)
Pulsbreedte: 100 µs ... 100 ms
Frequentie: 10 Hz ... 1 kHz
Gevoeligheid: > 8 V RMS
Tastgraad
-20 … 760°C 0.1~1°C ± (1% rdg ± 5°C)
-4 … 1400°F 0.1~1°F ± (1% rdg ± 9°F)
NL
MultiMeter XP
43
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije
goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn
voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld
en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=mumexp
Functie Bereik Max. ingang
AC-stroom 10 A
DC-stroom 10 A
Functie Bereik Ingangsprotectie
AC-spanning 45 Hz ... 1000 Hz 1000V AC rms of 1000V DC
AC+DC-spanning 50 Hz ... 400 Hz 600V AC rms of 600V DC
LOW Z-spanning AC/DC 50 Hz ... 400 Hz 600V AC rms of 600V DC
DC-spanning 50 Hz ... 400 Hz 600V AC rms of 600V DC
Weerstand, capaciteit,
diodetest, doorgang,
temperatuur
600V AC rms of 600V DC
Alle nauwkeurigheden in de AC-bereiken zijn gespecificeerd voor 5% ... 95% van de meetwaarde
Diodetest
Teststroom / -spanning ≤ 1 mA /
Nullastspanning < 3 VDC karakteristiek
Doorgangstest Aanspreekdrempel < 30Ω, Teststroom < 1 mA
LC-display 0 … 6000
Meetsnelheid 3 metingen/sec.
Ingangsweerstand 10 MΩ (VDC, VAC, V AC+DC), 3 kOhm (VDC Low Z, VAC Low Z)
Veiligheidsklasse II, dubbele isolatie
Overspanningscategorie CAT III - 1000V, CAT IV - 600V
Verontreinigingsgraad 2
Werkomstandigheden 0 ... 40°C, 75%rH, niet-condenserend, Werkhoogte max. 2000 m
Opslagvoorwaarden -10 ... 60°C, 80%rH, niet-condenserend
Bedrijfsgegevens
radiografische module
Interface Bluetooth LE 4.x;
Frequentieband: ISM band 2400-2483.5 MHz, 40 kanalen;
zendvermogen: max. 10 mW; bandbreedte: 2 MHz
bitrate: 1 Mbit/s; modulatie: GFSK / FHSS
Stroomverzorging 4 x AAA 1,5 Volt-batterijen
Afmetingen (B x H x D) 75 x 170 x 48 mm
Gewicht (incl. batterijen) 416 g
NL

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het apparaat doorgeeft. Functie / toepassing Multimeter voor de meting in het bereik van de overspanningscategorie CAT III tot max. 1000 V / CAT IV tot max. 600 V. Met dit meetapparaat kunnen gelijk- en wisselspanningsmetingen, gelijken wisselstroommetingen, doorgangs- en diodetests, weerstandsmetingen, capaciteits-, frequentie- en tastgraadmetingen binnen de gespecificeerde bereiken worden uitgevoerd. Symbolen Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning: door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken. Waarschuwing voor een gevarenpunt Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt over een versterkte of dubbele isolatie. Overspanningscategorie II: eenfasige verbruikers die op normale contactdozen worden aangesloten; bijv. huishoudelijke apparaten, draagbare gereedschappen. Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten voor industriële toepassingen met constante aansluiting op de vaste installatie. Overspanningscategorie IV: apparaten bedoeld voor de toepassing aan of in de buurt van de voeding in de elektrische installatie van gebouwen en vanaf de hoofdverdeler gezien in de richting van het net bijv. verbruiksmeter, overstroomschakelaar en stuureenheid voor dag- en nachtstroom Veiligheidsinstructies •G  ebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. • De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. •O  mbouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en de veiligheidsspecificatie te vervallen. • S tel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen of sterke trillingen. •B  ij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms resp. 60 V/DC dient u uiterst voorzichtig te zijn. Bij contact met de elektrische geleiders bestaa. •A  ls het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd is, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke schokken op grond van de vochtigheid. • Reinig en droog het apparaat vóór gebruik. • Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt. • In overspanings-categorie III (CAT III - 1000 V) mag de spanning van 1000 V tussen het controleapparaat en de aarding niet worden overschreden. 30 NL MultiMeter XP • In overspanings-categorie IV (CAT IV - 600 V) mag de spanning van 600 V tussen het controleapparaat en de aarding niet worden overschreden. • Bij de toepassing van het apparaat samen met het meettoebehoren geldt de telkens kleinste overspanningscategorie (CAT), nominale spanning en nominale stroom. • Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle). • Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. • De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en meetkringen moet worden onderbroken voordat u de afdekking opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen. Schakel het apparaat niet in als de afdekking geopend is. • Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instanties voor het veilige en deskundige gebruik van het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven veiligheidsuitrusting (bijv. elektricien-handschoenen). • Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meetcontacten mogen tijdens de meting niet worden aangeraakt. • Let op dat altijd de correcte aansluitingen en de correcte positie van de draaischakelaar evenals het correcte meetbereik voor de betreffende meting geselecteerd zijn. • Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties niet alleen uit en uitsluitend volgens de instructies van een verantwoordelijke elektromonteur. • Schakel vóór het meten resp. controleren van dioden, weerstanden of batterijladingen de spanning van de stroomkring uit. • Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn. • Verbind altijd eerst de zwarte meetleiding voordat u de rode op de spanning aansluit. Bij het verwijderen gaat u in omgekeerde volgorde te werk. • Gebruik uitsluitend de originele meetleidingen. Deze moeten over dezelfde nominale spannings-, categorie- en ampère-waarden beschikken als het meetapparaat. Aanvullende opmerking voor het gebruik Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht, onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen, 3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanningvoerende onderdelen beveiligen en afdekken. Veiligheidsinstructies Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV (verordening inzake kunstmatige optische straling) Uittree-opening led RANGE REL AC+DC PEAK MIN MAX AVG MODE HOLD 10A mA V Hz% µA CAP °C °F Low Z NL 10A V Hz% CAP 31 • Het apparaat werkt met leds uit de risicogroep RG0 (vrij van gevaar) overeenkomstig de geldende normen voor fotobiologische veiligheid (EN 62471:2008-09 / IEC/TR 62471:2006-07vv) in de telkens actuele lezing. • Stralingsvermogen: peak-golflengte is 456 nm. De gemiddelde stralingsdichtheid ligt onder de grenswaarden van de risicogroep RG0. • De toegankelijke straling van de leds is bij doelmatig gebruik en onder redelijkerwijs te voorziene voorwaarden ongevaarlijk voor het menselijk oog en de menselijke huid. • Tijdelijke, irriterende optische uitwerkingen (bijv. verblinding, flitsblindheid, nabeelden, belemmeringen van het kleurenzien) kunnen niet helemaal worden uitgesloten, in het bijzonder bij weinig omgevingslicht. • Kijk niet langer met opzet in de stralingsbron. • Er is geen onderhoud vereist om de grenswaarden van de risicogroep RG0 te waarborgen. Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling • Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU die wordt afgedekt door de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). • Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. Veiligheidsinstructies Omgang met radiografische straling •H  et meettoestel is uitgerust met een radiografische interface. • Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit en radiografische straling volgens de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). •B  ij dezen verklaart Umarex GmbH & Co. KG dat het radiografische installatietype MultiMeter XP voldoet aan de wettelijke eisen en verdere bepalingen van de Europese radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar onder het volgende internetadres: http://laserliner.com/info?an=mumexp Meetpunten Met beschermkap: CAT III tot max. 1000 V / CAT IV tot max. 600 V Meetcontacten Zonder beschermkap: CAT II tot max. 1000 V 32 NL MultiMeter XP 1 14 13 2 12 RANGE 11 MODE PEAK MIN MAX AVG REL AC+DC HOLD V Hz% 10A mA µA °C °F 5 Low Z V 10A °C 30 sec MAX every 15 min 8 4 CAP 10 9 3 µA mA Hz% CAP °F 6 CAT IV 600V CAT III 1000V FUSED MAX 800mA COM 7 MultiMeter XP 15 16 Automatische uitschakeling Low Z-spanningsmeting milli (10-3) (volt, ampère) Volt (spanning) micro (10-6) (ampère, capaciteitt) Ampere (stroomsterkte) nano (10-9) (capaciteit) Farad (capaciteit) Mega (ohm) Kilo (ohm) Ohm (weerstand) 1 Zaklamp 2 MIN-/MAX-/AVG-meting 3 PEAK-functie (spanningspiek-functie), Zaklamp AAN / UIT 4 Actuele meetwaarde behouden, Lcd-verlichting AAN/UIT 5 Draaischakelaar voor de instelling van de meetfunctie 6 Ingangsbus rood (+) 7 COM-bus zwart (–) 8 µA / mA Ingangsbus rood (+) 9 10A ingangsbus rood (+) 10 Batterijvakje aan de achterzijde 11 Omschakelen van de meetfunctie, Bluetooth AAN /UIT 12 Handmatige bereikskeuze 13 Vergelijkende meting (REL), AC+DC-functie 14 LC-display Hertz (frequentie) Diodetest Doorgangstest Procent (tastgraad) ° Fahrenheit ° Celsius Bluetooth actief AC+DC-functie Gelijkstroommetingen Negatieve meetwaarde Wisselspanningsmetingen Batterijlading gering Automatische bereikskeuze Actuele meetwaarde wordt behouden Vergelijkende meting PEAK-functie (spanningspiek-functie) Maximale waarde Minimale waarde Gemiddelde waarde 15 Meetwaardeweergave 16 Staafdiagram-weergave NL 33 Maximale grenswaarden Functie Maximale grenswaarden Max. ingangsspanning tussen de betreffende ingangsklemmen en de aarde: V AC, V DC 1000 V AC RMS / 1000 V DC Low Z 600 V AC RMS / 600 V DC Weerstand, doorgang, diodetest, capaciteit, 600 V AC RMS / 600 V DC frequentie, tastgraad Temperatuur (°C/°F) 600 V AC RMS / 600 V DC Max. ingangsstroom en zekering in het te meten stroombereik: μA AC/DC, mA AC/DC snelle zekering 800 mA (6,3 x 32 mm) / 1000 V eff snelle zekering 10A (10 x 38 mm) / 1000 V eff 10A AC/DC (inschakelduur max. 30 sec. om de 15 min.) AUTO-OFF-functie Het meetapparaat schakelt na 15 minuten inactiviteit automatisch uit om de batterijen te sparen. Houd de Mode-toets tijdens het inschakelen ingedrukt om de functie uit te schakelen. 1 Plaatsen van de batterijen Open het batterijvakje (10) en plaats de batterijen overeenkomstig de installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit. 2 Bevestiging van de meetpunten Bij niet-gebruik en tijdens het transport dienen de meetpunten steeds in de houder op de achterzijde gepositioneerd en de beschermkappen geplaatst te zijn om letsel door de meetpunten te vermijden. 34 NL MultiMeter XP 3 Aansluiting van de meetpunten De zwarte meetpunt (-) moet altijd op de 'COM-bus' worden aangesloten. De rode meetpunt (+) moet worden aangesloten volgens de afbeelding. Stroommeting 10 A ! Spannings-, weerstandsfrequentie-, tastgraadmeting, diode, doorgangstest, capaciteitsmeting, contacttemperatuurmeting Stroommeting μA en mA Let vóór iedere meting op de correcte aansluiting van de meetpunten. Spanningsmetingen met aangesloten stroomaansluitingen 10 A of in mA-bereik kunnen leiden tot activering van de ingebouwde zekering en tot schade aan de meetkring. 4 Stroommeting AC/DC ! Schakel de stroomkring uit voordat u het meetapparaat aansluit. 1. 2. μA / mA / 10A ! 3. Omschakeling AC en DC rood zwart Meetcontacten met het meetobject verbinden Met stromen in het bereik tot 10 A niet langer dan 30 seconden. Hierdoor kan / kunnen het apparaat of de meetpunten beschadigd raken. 5 Spanningsmeting AC/DC 2. 1. V AC/DC Omschakeling AC, DC, Hz en % 3. zwart rood Meetcontacten met het meetobject verbinden NL 35 6 Frequentie- en tastgraadmeting 1. 2. 3. Omschakeling AC, DC, Hz en % Hz / % zwart rood Meetcontacten met het meetobject verbinden 7 Weerstandsmeting 1. 2. 3. Omschakeling Ω, doorgangstest en diodetest Ω zwart rood Meetcontacten met het meetobject verbinden 8 Diodetest 1. 2. 3. rood Diodetest zwart rood Omschakeling Ω, doorgangstest en diodetest zwart Doorlaatrichting Indien geen meetwaarde, maar 'O.L' op het display wordt weergegeven, werd de diode in blokkeerrichting gemeten of is de diode defect. Als 0,0 V gemeten wordt, is de diode defect of er is een kortsluiting voorhanden. 9 Capaciteitsmeting 1. 2. Capaciteitsmeting 36 NL zwart rood Meetcontacten met het meetobject verbinden 3. Bij gepoolde condensatoren moet de pluspool met de rode meetpunt worden verbonden. MultiMeter XP ! Onderdelen (7: weerstanden, 8: dioden, 9: capaciteiten) kunnen alleen apart correct worden gemeten. Daarom moeten de onderdelen van de resterende schakeling worden gescheiden. ! ! De meetpunten moeten vrij van vuil, olie, soldeerlak of dergelijke verontreinigingen zijn omdat anders verkeerde meetresultaten kunnen optreden. De onderdelen moeten spanningsvrij zijn. 10 Doorgangstest 1. 2. 3. zwart Doorgangstest rood zwart rood Omschakeling Ω, doorgangstest en diodetest Als doorgang wordt een meetwaarde van < 50 Ohm herkend, hetgeen door middel van een akoestisch signaal wordt bevestigd. Indien geen meet-waarde, maar ‚O.L‘ op het display wordt weergegeven, werd het meet-bereik overschreden of de meetkring is niet gesloten resp. onderbroken. ! De onderdelen moeten spanningsvrij zijn. 11 Contacttemperatuurmeting Voor de contacttemperatuurmeting sluit u de bijgeleverde temperatuursensor (K-type) op het toestel aan. Let daarbij op de juiste polariteit. 1. 2. °C / °F 3. Omschakeling °C en °F NL 37 12 Low Z-spanningsmeting 1. 2. Low Z-spanningsmeting 3. Omschakeling AC en DC zwart rood Meetcontacten met het meetobject verbinden 13 Autorange Bij het inschakelen van het meetapparaat wordt automatisch de Autorange-functie geactiveerd. Deze functie zoekt in de dienovereenkomstige meetfuncties naar het optimale bereik voor de meting. 14 Bluetooth activeren / deactiveren Bluetooth wordt geactiveerd en gedeactiveerd door het lang indrukken van toets 11. 15 REL-functie (vergelijkende meting) De vergelijkende meting meet relatief ten opzichte van een tevoren opgeslagen referentiewaarde. Op deze wijze wordt het verschil tussen de actuele meetwaarde en de opgeslagen referentiewaarde op het display weergegeven. Druk bij de dienovereenkomstige meetfunctie tijdens een referentiemeting op de toets 'REL'. Op het display wordt nu de differentiewaarde tussen de actuele meting en de ingestelde referentiewaarde weergegeven. Druk opnieuw op de toets ‚REL‘ om deze functie te deactiveren. 16 AC+DC-functie AC+DC-functie meet zowel de AC- als de DC-component voor de afleiding van het actieve RMS. 2. 1. 3. zwart rood 2 sec V AC/DC AC+DC activeren Meetcontacten met het meetobject verbinden 17 MAX-/MIN-/AVG-functie De MAX-/MIN-/AVG-functie geeft de hoogste, de laagste en de gemiddelde meetwaarde weer. De meetwaarden worden steeds geactualiseerd wanneer een hogere of lagere meting geregistreerd wordt. Druk kort op de MAX-/MIN-/AVG-toets om de functie te activeren. ‚MAX‘ verschijnt samen met de hoogste weergave op het lc-display. Door kort op de toets MAX-/MIN-/AVG te drukken, schakelt het meettoestel van MAX naar MIN en van MIN naar AVG. Houd de MAX-/MIN-/AVG-toets ingedrukt om MAX / MIN / AVG te beëindigen en terug te keren naar het normale bedrijf. 38 NL MultiMeter XP 18 PEAK-functie (spanningspiek-functie) De PEAK-functie registreert de hoogste positieve en hoogste negatieve piek in een AC-spanning- of AC-stroomgolfvorm. De meetwaarden worden steeds geactualiseerd wanneer een hogere positieve of negatieve PEAK wordt geregistreerd. 1. 2. 3. 4. 2 sec PEAK activeren 'Peak MAX' 1 sec 'Peak MAX' hoogste positieve piek Omschakelen naar 'Peak MIN' 'Peak MIN' hoogste negatieve piek Houd de PEAK-toets kort ingedrukt om tussen Peak MAX en Peak MIN om te schakelen. Om terug te keren naar het normale bedrijf houdt u de toets PEAK ingedrukt totdat de Peak-weergave op het lc-display verschijnt. 19 Functie-overzicht De onder punt 15 - 18 beschreven functies staan ter beschikking in de afgebeelde meetgrootheden: •/•/• •/•/• •/•/• •/•/• •/•/• •/•/• •/•/• •/•/• • Spanningsmeting DC •/– •/– •/– •/– •/– •/– •/• •/• Frequentiemeting –/– –/–/– – Stroommeting AC (μA) Stroommeting DC (μA) Stroommeting AC (mA) Stroommeting DC (mA) Stroommeting AC (10A) Stroommeting DC (10A) Spanningsmeting AC – – – – – • – Tastgraadmetingen –/– –/–/– – Weerstandsmeting •/– – Doorgangstest –/– Diodetest –/– Capaciteitsmeting •/– •/•/• •/•/• •/•/• Contacttemperatuurmeting Low Z-spanningsmeting – – –/–/– – –/– •/•/• – –/– –/–/– – 20 Zaklampfunctie Druk kort op toets 3 om de zaklamp in- en uit te schakelen. NL 39 21 LCD-Backlight Druk lang op toets (4) om de achtergrondverlichting in- en uit te schakelen. In donkere omgevingen schakelt de achtergrondverlichting automatisch in. 22 Hold-functie Met de Hold-functie kan de actuele meetwaarde op het display worden gehouden. Druk opnieuw op de toets ‚HOLD‘ (4) om deze functie te deactiveren. 23 Vervangen van de zekering Bij de vervanging van de zekering onderbreekt u eerst de verbinding van de meetpunten naar alle spanningsbronnen en vervolgens naar het apparaat. Open de behuizing en vervang de zekering door een zekering van hetzelfde type en dezelfde specificatie (10A / 1000V resp. 800mA / 1000V). Sluit de behuizing en draai de schroeven goed vast. 800 Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats. Kalibratie Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren. Gegevensoverdracht Het toestel beschikt over een Bluetooth®*-functie die de gegevensoverdracht naar mobiele eindtoestellen met een Bluetooth®*-interface (bijv. smartphone, tablet) mogelijk maakt door middel van radiografische techniek. Voor de systeemvereisten van een Bluetooth®*-verbinding verwijzen wij naar http://laserliner.com/info?an=ble Het toestel kan een Bluetooth®*-verbinding opbouwen met toestellen die compatibel zijn met Bluetooth 4.0. De reikwijdte is beperkt tot max. 10 m van het eindtoestel en is in sterke mate afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden zoals bijv. de dikte en de samenstelling van muren, van radiografische storingsbronnen en van de verzendings-/ontvangsteigenschappen van het eindtoestel. Bluetooth® * moet na het inschakelen altijd geactiveerd worden omdat het meetsysteem of meettoestel geconfigureerd is voor een heel gering stroomverbruik. Via een app kan een mobiel eindtoestel een verbinding maken met het ingeschakelde meettoestel. 40 NL MultiMeter XP Applicatie (app) Voor het gebruik van de Bluetooth®*-functie is een applicatie vereist. Deze kunt u al naargelang het eindtoestel in de betreffende ‚stores‘ downloaden: ! Let op dat de Bluetooth®*-interface van het mobiele eindtoestel geactiveerd moet zijn. Na de start van de applicatie en de geactiveerde Bluetooth®*-functie kan een mobiel eindtoestel een verbinding maken met het meettoestel. Als de applicatie meerdere actieve meettoestellen herkent, kiest u het passende meettoestel uit de lijst. Bij de volgende start kan de verbinding naar dit meettoestel automatisch tot stand worden gebracht. * Het Bluetooth®-woordmerk en het logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 18W09) Functie AC-stroom Bandbreedte: 50-400 Hz DC-stroom AC-spanning Bandbreedte: 50-1000 Hz Bereik Resolutie 600.0 μA 0.1 μA 6000 μA 1 μA 60.00 mA 10 μA 600.0 mA 0.1 mA 10.00 A 10 mA 600.0 μA 0.1 μA 6000 μA 1 μA 60.00 mA 10 μA 600.0 mA 0.1 mA 10.00 A 10 mA 6.000 V 1 mV 60.00 V 10 mV 600.0 V 0.1 V 1000 V 1V Nauwkeurigheid % van de meetwaarde (rdg) + minst significante cijfer (digits) ± (1,0% rdg ± 3 digits) ± (2,0% rdg ± 8 digits) ± (1,0% rdg ± 3 digits) ± (1,5% rdg ± 3 digits) ± (1,0% rdg ± 5 digits) ± (1,2% rdg ± 5 digits) Frequentie Nauwkeurigheid: ± (1,0% rdg ± 5 digits) Gevoeligheid: > 15 V RMS Tastgraad Nauwkeurigheid: 5% … 95% ± (1,5% rdg ± 10 digits) Gevoeligheid: > 15 V RMS NL 41 Functie DC-spanning AC+DC-spanning Bandbreedte: 50-400 Hz AC+DC-spanning (LOW Z) Bandbreedte: 50-400 Hz Weerstand Capaciteit Frequentie Bereik Resolutie Nauwkeurigheid % van de meetwaarde (rdg) + minst significante cijfer (digits) 600.0 mV 0.1 mV ± (0,5% rdg ± 8 digits) 6.000 V 1 mV 60.00 V 10 mV 600.0 V 0.1 V 1000 V 1V 6.000 V 1 mV 60.00 V 10 mV 600.0 V 0.1 V 1000 V 1V 6.000V 1 mV 60.00 V 10 mV 600.0 V 0.1 V 1000 V 1V 600.0 Ω 0.1 Ω ± (0,8% rdg ± 5 digits) ± (1,0% rdg ± 3 digits) ± (1,5% rdg ± 20 digits) ± (1,5% rdg ± 5 digits) ± (3,0% rdg ± 30 digits) ± (3,0% rdg ± 5 digits) 6.000 kΩ 1Ω 60.00 kΩ 10 Ω 600.0 kΩ 100 Ω 6.000 MΩ 1 kΩ 60.00 MΩ 10 kΩ ± (2,0% rdg ± 10 digits) 60.00 nF 10 pF ± (5,0% rdg ± 35 digits) 600.0 nF 100 pF 6.000 µF 0.001 µF 60.00 µF 600.0 µF 0.01 µF 0.1 µF 6000 µF 1 µF 9.999 Hz 0.001 Hz 99.99 Hz 0.01 Hz 999.9 Hz 0.1 Hz 9.999 kHz 1 Hz ± (1,5% rdg ± 5 digits) ± (3,0% rdg ± 5 digits) ± (5,0% rdg ± 5 digits) ± (1,0% rdg ± 5 digits) Pulsbreedte: 100 µs ... 100 ms Frequentie: 10 Hz ... 1 kHz Gevoeligheid: > 8 V RMS 20% … 80% Tastgraad Tastgraad 42 NL 0.1% ± (1,2% rdg ± 2 digits) Pulsbreedte: 100 µs ... 100 ms Frequentie: 10 Hz ... 1 kHz Gevoeligheid: > 8 V RMS -20 … 760°C 0.1~1°C ± (1% rdg ± 5°C) -4 … 1400°F 0.1~1°F ± (1% rdg ± 9°F) MultiMeter XP Functie Bereik Max. ingang AC-stroom 10 A DC-stroom 10 A Functie Bereik Ingangsprotectie AC-spanning 45 Hz ... 1000 Hz 1000V AC rms of 1000V DC AC+DC-spanning 50 Hz ... 400 Hz 600V AC rms of 600V DC LOW Z-spanning AC/DC 50 Hz ... 400 Hz 600V AC rms of 600V DC DC-spanning 50 Hz ... 400 Hz 600V AC rms of 600V DC Weerstand, capaciteit, diodetest, doorgang, 600V AC rms of 600V DC temperatuur Alle nauwkeurigheden in de AC-bereiken zijn gespecificeerd voor 5 % ... 95% van de meetwaarde Teststroom / -spanning ≤ 1 mA / Diodetest Nullastspanning < 3 VDC karakteristiek Doorgangstest Aanspreekdrempel < 30Ω, Teststroom < 1 mA LC-display 0 … 6000 Meetsnelheid 3 metingen/sec. Ingangsweerstand 10 MΩ (VDC, VAC, V AC+DC), 3 kOhm (VDC Low Z, VAC Low Z) Veiligheidsklasse II, dubbele isolatie Overspanningscategorie CAT III - 1000V, CAT IV - 600V Verontreinigingsgraad 2 Werkomstandigheden 0 ... 40°C, 75%rH, niet-condenserend, Werkhoogte max. 2000 m Opslagvoorwaarden Stroomverzorging -10 ... 60°C, 80%rH, niet-condenserend Interface Bluetooth LE 4.x; Frequentieband: ISM band 2400-2483.5 MHz, 40 kanalen; zendvermogen: max. 10 mW; bandbreedte: 2 MHz bitrate: 1 Mbit/s; modulatie: GFSK / FHSS 4 x AAA 1,5 Volt-batterijen Afmetingen (B x H x D) 75 x 170 x 48 mm Gewicht (incl. batterijen) 416 g Bedrijfsgegevens radiografische module EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info?an=mumexp NL 43
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Laserliner MultiMeter XP de handleiding

Categorie
Temperatuur-
Type
de handleiding