Laserliner ActiveMaster de handleiding

Type
de handleiding
16
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure
'Garantie- en aanvullende aanwijzingen' evenals de
actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link
aan het einde van deze handleiding volledig door.
Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar
deze documentatie en geef ze door als u het apparaat
doorgeeft.
!
Functie / toepassing
Spanning- en doorgangstester voor de automatische meting
van wissel- (AC) en gelijkspanningen (DC). Met dit apparaat
kunnen een enkelfasetest en een draaiveldtest met weergave
van de faserichting worden uitgevoerd. De weergave geschiedt
via een led-display en een akoestisch signaal.
Veiligheidsinstructies
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen
de aangegeven specicaties.
De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinder-
speelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren.
Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat
zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en
de veiligheidsspecicatie te vervallen.
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting,
extreme temperaturen of sterke trillingen.
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of
meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is.
Bij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms
resp. 60 V/DC dient u uiterst voorzichtig te zijn. Bij contact
met de elektrische geleiders bestaa. Wees vooral voorzichtig
zodra de 50 V-lichtdiode oplicht.
Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten
bevochtigdis, mag niet onder spanning worden gewerkt.
Vanaf een spanning van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat
gevaar voor levensgevaarlijke schokken op grond van de
vochtigheid.
• Reinig en droog het apparaat vóór gebruik.
Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder
dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het
treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt.
In de overspanningscategorieën III / IV (CAT III - 1000 V /
CAT IV - 600 V) mogen de spanningen van 1000 V / 600 V
tussen het testapparaat en de aarde niet worden overschreden.
Het apparaat mag voor de meting in de overspanningscategorie
CAT III - 1000 V en CAT IV - 600 V alleen worden gebruikt in
combinatie met de beschermkap.
NL
ActiveMaster
17
Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik
(bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren
(bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat
op bekende spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor
de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle).
De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en
meetkringen moet worden onderbroken voordat u de afdekking
opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen.
Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale
instanties voor het veilige en deskundige gebruik van
het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven
veiligheidsuitrusting (bijv. elektricien-handschoenen).
Het apparaat mag niet langer dan 30 seconden tegen
spanning worden aangelegd.
Het apparaat is niet bestemd voor continugebruik zonder
toezicht.
Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen.
De meetcontacten mogen tijdens de meting niet worden
aangeraakt.
Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische
installaties niet alleen uit en uitsluitend volgens de instructies
van een verantwoordelijke elektromonteur.
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd
de van toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht,
onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen
beveiligen, 3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren,
4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanningvoerende
onderdelen beveiligen en afdekken.
Veiligheidsinstructies
Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV
(verordening inzake kunstmatige optische straling)
Het apparaat werkt met leds uit de risicogroep RG0
(vrij van gevaar) overeenkomstig de geldende normen
voor fotobiologische veiligheid (EN 62471:2008-09vv /
IEC/TR 62471:2006-07vv) in de telkens actuele lezing.
De toegankelijke straling van de leds is bij doelmatig gebruik
en onder redelijkerwijs te voorziene voorwaarden ongevaarlijk
voor het menselijk oog en de menselijke huid.
Tijdelijke, irriterende optische uitwerkingen (bijv. verblinding,
flitsblindheid, nabeelden, belemmeringen van het kleurenzien)
kunnen niet helemaal worden uitgesloten, in het bijzonder
bij weinig omgevingslicht.
• Kijk niet langer met opzet in de stralingsbron.
Er is geen onderhoud vereist om de grenswaarden van de
risicogroep RG0 te waarborgen.
Uittree-opening led (zie afbeelding A)
NL
18
CAT IV:
Overspanningscategorie IV: apparaten bedoeld voor de
toepassing aan of in de buurt van de voeding in de elektrische
installatie van gebouwen en vanaf de hoofdverdeler gezien in
de richting van het net bijv. verbruiksmeter, overstroomschakelaar
en stuureenheid voor dag- en nachtstroom
CAT III:
Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste
installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere vereisten
aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de
bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste
installaties en apparaten voor industriële toepassingen met
constante aansluiting op de vaste installatie.
Plaatsen van de batterijen (zie afbeelding E)
1
Het apparaat is direct na het plaatsen van de batterijen
klaar voor gebruik. Het apparaat heeft geen aparte
aan-/uitschakelaar en is dus altijd actief. Vanaf een
meetspanning van 50 V werkt het apparaat in
noodbedrijf ook zonder batterij.
!
Open het batterijvakje en plaats de batterijen overeenkomstig
de installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit.
CAT II:
Overspanningscategorie II: eenfasige verbruikers
die op normale contactdozen worden aangesloten; bijv.
huishoudelijke apparaten, draagbare gereedschappen.
Symbolen
Afbeelding C:
Waarschuwing voor een gevarenpunt
Afbeelding D:
Veiligheidsklasse II: het controleapparaat
beschikt over een versterkte of dubbele isolatie.
Afbeelding B: Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische
spanning: door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen
in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden
voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens
de EMC-richtlijn 2014/30/EU die wordt afgedekt door
de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED).
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen,
in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen
met een pacemaker, moeten in acht worden genomen.
Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische
apparaten is mogelijk.
NL
ActiveMaster
19
Spanningstest
3
Functietest / zelftest
2
• Test de spanningtester op bekende spanningsbronnen
Verbind de meetpunten (1) en (2). De led voor de door-
gangstest (8) brandt en een signaal klinkt.
Druk daarvoor op de toets ‚AUTOTEST‘. In geval van een
succesvolle test branden alle leds (4) evenals de led voor
de doorgangstest (8) en klinkt een signaal.
De spanningtester is vanaf een spanning van 12 V
automatisch actief en geeft de gemeten spanning
aan door middel van de dienovereenkomstige led (4).
Neem het basisapparaat
(+) in de rechterhand en
de tweede testpunt (-) in
de linkerhand. Beweeg nu
de meetpunt naar de
te controleren kabel (bijv.
leiding, contactdoos, enz.).
Om te voldoen aan veiligheidsklasse CAT III 1.000 V resp.
CAT IV 600 V moeten de bijgeleverde veiligheidskappen
(14) op de meetpunten worden gestoken.
!
Meetpunt -
Meetpunt +
Zaklamp
Leds voor
spanningsweergave
Led voor eenpolige
fasetest
Spanningswaarschuwing
> 50 V
Led voor draaiveld
links / rechts
1
2
3
4
5
6
7
Led voor doorgang
Zelftest
Zaklamp aan / uit
Batterijvakje
Led voor + DC-spanning
Led voor -DC-spanning
8
9
10
11
12
13
Led voor AC-spanning
12 + 13
Beschermkappen voor
CAT III 1.000 V / CAT IV
600 V
14
Apparaatbeschrijving (zie afbeelding F)
NL
20
EU-bepalingen en afvoer (zie afbeeldingen I)
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen
voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is
een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn
voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden
verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvul-
lende instructies onder: http://laserliner.com/info/?an=AAE
Zaklamp
6
Houd de toets 10 ingedrukt om de zaklamp in te schakelen. Het
licht schakelt automatisch uit, zodra de toets weer wordt losgelaten.
Kalibratie
7
De spanningstester moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd
worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen
waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te
kalibreren.
Bepaling van de draaiveldrichting
5
rechtsdraaiend veld (zie afbeelding G): Als de led R (8) brandt,
is de waarschijnlijke fase L1 de daadwerkelijke fase 1 en de
waarschijnlijke fase 2 de daadwerkelijke fase 2.
linksdraaiend veld (zie afbeelding H): Als de led L (7) brandt,
is de waarschijnlijke fase L1 de daadwerkelijke fase 2 en de
waarschijnlijke fase 2 de daadwerkelijke fase 1.
Bij de controleproef met verwisselde testpunten
moet het tegenovergestelde symbool branden.
!
De eenpolige fasetest is niet geschikt voor de controle
op spanningsvrijheid. Hiervoor is een tweepolige
fasetest vereist.
!
Eenpolige fasetest
4
Raak met de meetpunt L2 de te controleren geleider
aan, L1 blijft tijdens de meting vrij. Als de geleider onder
wisselspanning staat, brandt de led (5).
De eenpolige fasetest is alleen mogelijk als batterijen
geplaatst zijn die in goede staat verkeren.
De eenpolige fasecontrole kan worden uitgevoerd vanaf
een wisselspanning van ca. 100 V AC.
Bij de bepaling van de buitengeleider door middel van de
eenpolige fasetest kan de weergavefunctie door bepaalde
omstandigheden negatief worden beïnvloed (bijv. bij isolerende
veiligheidskleding of op isolerende standplaatsen).
NL
ActiveMaster
21
Technische veranderingen voorbehouden. 18W48
Technische gegevens
Spanningsbereik
12, 24, 36, 50, 120, 230, 400,
690 V AC/DC
Ledresolutie ± 12, 24, 36, 50, 120, 230, 400,
690 V AC/DC
Tolerantie
-30%…0% van de aeeswaarde
Spanningsherkenning
automatisch
Polariteitsherkenning
over het complete bereik
Bereiksherkenning
automatisch
Aanspreektijd
< 0,1s led
Frequentiebereik
50/60Hz
Automatische last (RCD/FI)
ja
Interne continubelasting
ca. 2,1 W bij 600 V
Piekstroom
1s < 0,2 A / Is (5s) < 3,5 mA
Inschakelduur
ED = 30s / 10 min.
Eenpolige fasetest
Spanningsbereik
100 ... 690 V AC
Frequentiebereik
50/60 Hz
Doorgangstest
Weerstandsbereik
< 300 Ω
Controlestroom
5 μA
Overspanningsbeveiliging
690 V AC/DC
Weergave van de draaiveldrichting
Spanningsbereik (leds)
100 ... 400 V
Frequentiebereik
50/60 Hz
Meetprincipe
tweepolige en contactelektrode
Voeding
2 x 1,5 V type AAA, LR03. akali
Stroomopname
max. 30 mA / ca. 250 mW
Werkomstandigheden
-10°C … 55°C, Luchtvochtigheid
max. 85%rH, niet-condenserend,
Werkhoogte max. 2000 m boven
NAP (Nieuw Amsterdams Peil)
Opslagvoorwaarden
-10°C ... 70°C,
Luchtvochtigheid max. 80%rH
Overspanningscategorie
CAT II 1.000 V
met veiligheidskap:
CAT III - 1.000 V / CAT IV 600 V
Verontreinigingsgraad
2
Beschermingsklasse
IP64
Gewicht
220 g
Controlenormen
EN 61243-3; EN 61326
NL

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het apparaat doorgeeft. Functie / toepassing Spanning- en doorgangstester voor de automatische meting van wissel- (AC) en gelijkspanningen (DC). Met dit apparaat kunnen een enkelfasetest en een draaiveldtest met weergave van de faserichting worden uitgevoerd. De weergave geschiedt via een led-display en een akoestisch signaal. Veiligheidsinstructies •G  ebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. •D  e meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. •O  mbouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en de veiligheidsspecificatie te vervallen. • Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen of sterke trillingen. • Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. • Bij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms resp. 60 V/DC dient u uiterst voorzichtig te zijn. Bij contact met de elektrische geleiders bestaa. Wees vooral voorzichtig zodra de 50 V-lichtdiode oplicht. • Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigdis, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke schokken op grond van de vochtigheid. • Reinig en droog het apparaat vóór gebruik. • Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt. • In de overspanningscategorieën III / IV (CAT III - 1000 V / CAT IV - 600 V) mogen de spanningen van 1000 V / 600 V tussen het testapparaat en de aarde niet worden overschreden. • Het apparaat mag voor de meting in de overspanningscategorie CAT III - 1000 V en CAT IV - 600 V alleen worden gebruikt in combinatie met de beschermkap. 16 NL ActiveMaster • Waarborg  vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle). •D  e verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en meetkringen moet worden onderbroken voordat u de afdekking opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen. •N  eem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instanties voor het veilige en deskundige gebruik van het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven veiligheidsuitrusting (bijv. elektricien-handschoenen). •H  et apparaat mag niet langer dan 30 seconden tegen spanning worden aangelegd. •H  et apparaat is niet bestemd voor continugebruik zonder toezicht. •G  rijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meetcontacten mogen tijdens de meting niet worden aangeraakt. •V  oer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties niet alleen uit en uitsluitend volgens de instructies van een verantwoordelijke elektromonteur. Aanvullende opmerking voor het gebruik Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht, onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen, 3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanningvoerende onderdelen beveiligen en afdekken. Veiligheidsinstructies Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV (verordening inzake kunstmatige optische straling) Uittree-opening led (zie afbeelding A) • Het apparaat werkt met leds uit de risicogroep RG0 (vrij van gevaar) overeenkomstig de geldende normen voor fotobiologische veiligheid (EN 62471:2008-09vv / IEC/TR 62471:2006-07vv) in de telkens actuele lezing. • De toegankelijke straling van de leds is bij doelmatig gebruik en onder redelijkerwijs te voorziene voorwaarden ongevaarlijk voor het menselijk oog en de menselijke huid. • Tijdelijke, irriterende optische uitwerkingen (bijv. verblinding, flitsblindheid, nabeelden, belemmeringen van het kleurenzien) kunnen niet helemaal worden uitgesloten, in het bijzonder bij weinig omgevingslicht. • Kijk niet langer met opzet in de stralingsbron. • Er is geen onderhoud vereist om de grenswaarden van de risicogroep RG0 te waarborgen. NL 17 Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling • Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU die wordt afgedekt door de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). • Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. Symbolen Afbeelding B: Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning: door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken. Afbeelding C: Waarschuwing voor een gevarenpunt Afbeelding D: Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt over een versterkte of dubbele isolatie. CAT II: Overspanningscategorie II: eenfasige verbruikers die op normale contactdozen worden aangesloten; bijv. huishoudelijke apparaten, draagbare gereedschappen. CAT III: Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten voor industriële toepassingen met constante aansluiting op de vaste installatie. CAT IV: Overspanningscategorie IV: apparaten bedoeld voor de toepassing aan of in de buurt van de voeding in de elektrische installatie van gebouwen en vanaf de hoofdverdeler gezien in de richting van het net bijv. verbruiksmeter, overstroomschakelaar en stuureenheid voor dag- en nachtstroom 1 Plaatsen van de batterijen (zie afbeelding E) Open het batterijvakje en plaats de batterijen overeenkomstig de installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit. ! 18 Het apparaat is direct na het plaatsen van de batterijen klaar voor gebruik. Het apparaat heeft geen aparte aan-/uitschakelaar en is dus altijd actief. Vanaf een meetspanning van 50 V werkt het apparaat in noodbedrijf ook zonder batterij. NL ActiveMaster Apparaatbeschrijving (zie afbeelding F) 1 Meetpunt 8 Led voor doorgang 2 Meetpunt + 9 3 Zaklamp 10 Zaklamp aan / uit 4 Leds voor spanningsweergave 11 Batterijvakje 5 Led voor eenpolige fasetest 13 Led voor -DC-spanning 6 Spanningswaarschuwing > 50 V 7 Led voor draaiveld links / rechts Zelftest 12 Led voor + DC-spanning 12 + 13 Led voor AC-spanning 14 Beschermkappen voor CAT III 1.000 V / CAT IV 600 V 2 Functietest / zelftest • Test de spanningtester op bekende spanningsbronnen • Verbind de meetpunten (1) en (2). De led voor de doorgangstest (8) brandt en een signaal klinkt. •D  ruk daarvoor op de toets ‚AUTOTEST‘. In geval van een succesvolle test branden alle leds (4) evenals de led voor de doorgangstest (8) en klinkt een signaal. 3 Spanningstest ! Om te voldoen aan veiligheidsklasse CAT III 1.000 V resp. CAT IV 600 V moeten de bijgeleverde veiligheidskappen (14) op de meetpunten worden gestoken. Neem het basisapparaat (+) in de rechterhand en de tweede testpunt (-) in de linkerhand. Beweeg nu de meetpunt naar de te controleren kabel (bijv. leiding, contactdoos, enz.). •D  e spanningtester is vanaf een spanning van 12 V automatisch actief en geeft de gemeten spanning aan door middel van de dienovereenkomstige led (4). NL 19 4 Eenpolige fasetest • Raak met de meetpunt L2 de te controleren geleider aan, L1 blijft tijdens de meting vrij. Als de geleider onder wisselspanning staat, brandt de led (5). • De eenpolige fasetest is alleen mogelijk als batterijen geplaatst zijn die in goede staat verkeren. • De eenpolige fasecontrole kan worden uitgevoerd vanaf een wisselspanning van ca. 100 V AC. • Bij de bepaling van de buitengeleider door middel van de eenpolige fasetest kan de weergavefunctie door bepaalde omstandigheden negatief worden beïnvloed (bijv. bij isolerende veiligheidskleding of op isolerende standplaatsen). ! De eenpolige fasetest is niet geschikt voor de controle op spanningsvrijheid. Hiervoor is een tweepolige fasetest vereist. 5 Bepaling van de draaiveldrichting rechtsdraaiend veld (zie afbeelding G): Als de led R (8) brandt, is de waarschijnlijke fase L1 de daadwerkelijke fase 1 en de waarschijnlijke fase 2 de daadwerkelijke fase 2. linksdraaiend veld (zie afbeelding H): Als de led L (7) brandt, is de waarschijnlijke fase L1 de daadwerkelijke fase 2 en de waarschijnlijke fase 2 de daadwerkelijke fase 1. ! Bij de controleproef met verwisselde testpunten moet het tegenovergestelde symbool branden. 6 Zaklamp Houd de toets 10 ingedrukt om de zaklamp in te schakelen. Het licht schakelt automatisch uit, zodra de toets weer wordt losgelaten. 7 Kalibratie De spanningstester moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren. EU-bepalingen en afvoer (zie afbeeldingen I) Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info/?an=AAE 20 NL ActiveMaster Technische gegevens 12, 24, 36, 50, 120, 230, 400, 690 V AC/DC Ledresolutie ± 12, 24, 36, 50, 120, 230, 400, 690 V AC/DC Tolerantie -30%…0% van de afleeswaarde Spanningsherkenning automatisch Polariteitsherkenning over het complete bereik Bereiksherkenning automatisch Aanspreektijd < 0,1s led Frequentiebereik 50/60Hz Automatische last (RCD/FI) ja Interne continubelasting ca. 2,1 W bij 600 V Piekstroom 1s < 0,2 A / Is (5s) < 3,5 mA Inschakelduur ED = 30s / 10 min. Eenpolige fasetest Spanningsbereik 100 ... 690 V AC Frequentiebereik 50/60 Hz Doorgangstest Weerstandsbereik < 300 Ω Controlestroom 5 μA Overspanningsbeveiliging 690 V AC/DC Weergave van de draaiveldrichting Spanningsbereik (leds) 100 ... 400 V Frequentiebereik 50/60 Hz Meetprincipe tweepolige en contactelektrode Voeding 2 x 1,5 V type AAA, LR03. akali Stroomopname max. 30 mA / ca. 250 mW -10°C … 55°C, Luchtvochtigheid max. 85%rH, niet-condenserend, Werkomstandigheden Werkhoogte max. 2000 m boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil) -10°C ... 70°C, Opslagvoorwaarden Luchtvochtigheid max. 80%rH Overspanningscategorie CAT II 1.000 V met veiligheidskap: CAT III - 1.000 V / CAT IV 600 V Verontreinigingsgraad 2 Beschermingsklasse IP64 Gewicht 220 g Controlenormen EN 61243-3; EN 61326 Spanningsbereik Technische veranderingen voorbehouden. 18W48 NL 21
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54

Laserliner ActiveMaster de handleiding

Type
de handleiding