Beta 1760PA/AC-DC Handleiding

Categorie
Multimeters
Type
Handleiding
122
NL
AC/DC TRUE RMS-STROOMTANG
MOD. 1760 PA/AC-DC
INHOUD:
Meetlimieten .......................................................................................................................... 131
Informatie m.b.t. de veiligheid van gebruik .......................................................................... 131
Prestaties ................................................................................................................................ 134
Hoe ziet het instrument er uit ................................................................................................ 135
Technische specicaties......................................................................................................... 136
Meten van gelijkstroom ......................................................................................................... 140
Meten van reële rms-wisselstroom ........................................................................................ 141
Meten van gelijkspanning ..................................................................................................... 142
Meten van reële rms-wisselspanning .................................................................................... 143
Meten van elektrische weerstand in Ω .................................................................................. 144
Meten van vermogen van condensators ................................................................................ 145
Meten van de frequentie ........................................................................................................ 146
Meten van de temperatuur ..................................................................................................... 147
Test diodes ............................................................................................................................. 148
Test van continuïteit .............................................................................................................. 149
Functie Data Hold (geheugen) .............................................................................................. 150
Functie Peak Hold ................................................................................................................. 150
Achterverlichting van de display ........................................................................................... 151
Vanzelf uitgaan ...................................................................................................................... 151
Vervanging van de batterij ..................................................................................................... 152
123
NL
Hartelijk dank dat u een product van Beta aangeschaft heeft.
Om ons product het best te gebruiken raden we u aan aandachtig deze handleiding te lezen
MEETLIMIETEN
Ampère DC: 0.01A tot 1000A
Ampère AC: 0.01A tot 1000A
Gelijkspanning: 0.1mV tot 600V
Wisselspanning: 0.1mV tot 600V
Weerstand: 0.1Ω tot 40MΩ
Vermogen: 0.001nF tot 40μF
Frequentie: 0.001kHz tot 4kHz
Temperatuur: -40°C tot 1000°C -40°F tot 1832°F
INFORMATIE M.B.T. DE VEILIGHEID VAN GEBRUIK
Deze handleiding bevat belangrijke informatie m.b.t. de veiligheid die nauwkeurig in acht geno-
men moet worden door de bediener. Een eventueel gebruik van het instrument dat afwijkt van
wat in deze handleiding aangegeven wordt zou een ernstig gevaar van elektrische schok kunnen
vormen voor de bediener.
Dit instrument is ontworpen en gefabriceerd in overeenstemming met de veiligheidsnormen IEC
61010-1 en EN 61010-1 die toegepast worden op de elektronische meetinstrumenten.
124
NL
Voordat u het instrument gebruikt, aandachtig en geheel deze gebruiksaanwijzing
lezen.
De gebruiksaanwijzing bewaren voor eventuele raadpleging in de toekomst.
Ervoor altijd voor zorgen dat het instrument gebruikt wordt binnen zijn operatieve
limieten en in overeenstemming met de in deze gebruiksaanwijzing geschreven
procedures.
Alle waarschuwingen nauwkeurig in acht nemen m.b.t. het gebruik van het instrument
op een veilige manier.
het niet in acht nemen van de procedures die gegeven worden in de gebruiksaanwijzing
zou een ernstig gevaar kunnen vormen voor de gebruiker.
De symbolen die gegeven worden op het instrument nodigen de bediener uit tot het
raadplegen van de speciale sectie van de handleiding, om de eventuele operatieve
risico’s te leren kennen die er zouden kunnen bestaan bij het treffen van een bepaalde
maatregel. De symbolen zijn als volgt:
DANGER – Geeft een gevaarlijke situatie aan voor de bediener.
WARNING – Geeft een gevaarlijke situatie aan voor de bediener.
CAUTION – Geeft een minder gevaarlijke situatie aan.
125
NL
Het instrument niet gebruiken om stroommetingen uit te voeren op circuits waar spanningen
bestaan die hoger zijn dan de maximale limiet van het instrument.
Nooit de maximale meetlimiet overschrijden voor elk meetbereik.
Tijdens de meetfase zeer goed opletten geen onderdelen aan te raken die blootgesteld zijn aan
verbindingen die onder stroom staan.
Geen metingen uitvoeren in ruimtes waar gassen of roken zijn die vlam kunnen vatten of kunnen
ontploffen.
Geen metingen uitvoeren als het instrument vochtig of nat is.
De batterijruimte niet openen tijdens de meetfase.
DANGER
WARNING
Voordat u een meting uitvoert, het instrument en de kabeltjes van de meetpuntjes nakijken om
er zeker van te zijn dat ze in goede staat zijn.
Als het instrument of de puntjes breuken mochten vertonen, het instrument niet gebruiken, maar
u richten tot een geautoriseerd assistentiecentrum voor de reparatie.
De keuzeschakelaar van de functies niet draaien tijdens de meetfase.
Het instrument niet modiceren of proberen te repareren, in geval nodig u tot een geautoriseerd
assistentiecentrum richten.
Voordat u de batterijruimten opent er zeker van zijn dat het instrument uitstaat en losgekoppeld
is van alle meetpunten.
De batterij alleen vervangen als het instrument vochtig of nat is
126
NL
Voordat u een meting uitvoert ervoor zorgen dat de keuzeschakelaar van de functies ingesteld
staat op het geschikte bereik.
Nagaan dat de pluggen van de puntjes correct in de contacten van het instrument zitten.
Na gebruik het instrument altijd uitzetten. Als het instrument lange tijd niet gebruik wordt, de
batterijen eruit halen.
Het instrument niet blootstellen aan direct zonlicht of aan vochtigheidsbronnen.
Voor de schoonmaak van het instrument, absoluut het gebruik van alcohol of andere oplosmid-
delen vermijden, alleen een zachte en enigszins vochtige doek gebruiken.
CAUTION
PRESTATIES
Meting van spanningen en stromen AC RMS.
LCD-display met 4000 count met grasche staaf en achterverlichting.
Breed meetbereik van 0.01A AC/DC tot 1000A AC/DC.
Meting van spanningen AC en DC tot 600V.
Meting van waarden van vermogen tot 40mF.
Meting van de temperatuur van –40°C tot +1000°C.
Ontworpen in volledige overeenstemming met de standaardveiligheidsnormen IEC 61010 CAT
III 600V/CAT II 1000V. Pollution degree 2.
Vanzelf uitgaan functie na ongeveer 20 minuten van niet-gebruik.
Continuïteittest met signalering via buzzer.
127
NL
Frequentiemeting tot 4KHz.
Meting van de piekwaarde van de meting zowel in de minimumwaarde als in de maximumwaarde
onder spanning en stroom.
Functie data hold voor het behoud van de waarde van de meting op de display.
Tang
Keuzeschakelaar functies
Nulafstelling Amps DC
Knop achterverlichting
Display
Terminal voor de meting in Volt,
ohm, vermogen,
frequentie en temperatuur
Knop opening tang
Knop Data Hold
MODE-knop
Knop blokkering me-
ting in Volt en Ampère
COM-terminal
HOE ZIET HET INSTRUMENT
ERUIT
128
NL
Tangafmetingen Opening circa 30mm
Test diodes Typische teststroom van 3mA.
Spanning op open circuit 1,5V DC.
Continuïteitstest Drempel < 35Ω, teststroom < 1mA
Aanduiding batterij leeg Op de display verschijnt het symbool van de batterij
Aanwijzing buiten bereik Op de display verschijnt de aanduiding “OL”
Meetratio nominaal 2 keer per seconde
Impedantie 10MΩ (VDC en VAC)
Display 4000 count LCD
Breedte van spanningsbereik AC 50/60Hz (VAC)
Operatieve temperatuur Van –10°C tot 50°C (14°F tot 122°F)
Opslagtemperatuur Van –30°C tot 60°C (-22°F tot 140°F)
Relatieve vochtigheid Tot 85% RH
Overspanning Categorie III 600V
Batterij Een element van 9V IEC 6F22
Vanzelf uitgaan Circa 20 minuten
Afmetingen 229x 80x49
Gewicht 303g
TECHNISCHE SPECIFICATIES
129
NL
Gelijkstroom
Bereik Meetbereik Resolutie Precisie
40 A 0 - 40.00A 0.01 A ±(2.8%+10digits)
400 A 0 - 400.0A 0.1 A ±(2.8%+8digits)
1000 A 0 - 1000A 1 A ±(2.8%+8digits)
Wisselstroom
Bereik Meetbereik Resolutie Precisie
40 A 0 - 40.00A 0.01 A ±(2.8%+10digits)
400 A 0 - 400.0A 0.1 A ±(2.8%+8digits)
1000 A 0 - 1000A 1 A ±(2.8%+8digits)
Gelijkspanning
Bereik Meetbereik Resolutie Precisie
400mV 0 - 400.0mV 0.1 mV ±(0.8% + 2digits)
4V 0 - 4.000V 0.001 V
±(1,5% + 2 digits)40V 0 - 40.00V 0.01 V
400V 0 - 400.0V 0.1 V
600V 0 - 600V 1 V ± (2.0% + 2digits)
132
NL
METEN VAN GELIJKSTROOM
WARNING:
voordat u een stroommeting uitvoert, nagaan dat de punten losgekoppeld zin van het
instrument.
De keuzeschakelaar van de functies instellen op het vermogen 1000 A, 400 A of 40 A, nagaand
dat de maximale stroom die omgeven wordt om gemeten te worden niet die vermogenswaarde
overschrijdt. Het instrument zal automatisch het
bereik gelijkstroom selecteren.
Eenmaal op de knop [DC ZERO] drukken, op de
display zal het symbool Δ verschijnen om aan te
geven dat het bereik geannuleerd is.
Op de knop opening stroomtang drukken en deze
om de kabel sluiten waar u wenst de stroommeting
uit t voeren.
De stroomwaarde op de display aezen.
Aantekening: Tijdens de meetfase, de tang geslo-
ten houden. Indien u hoge stroom opmeet, kan de
stroomtang een licht gezoemgeluid maken.
1
2
3
4
133
NL
METEN VAN REËLE RMS-WISSELSTROOM
WARNING:
voordat u een stroommeting uitvoert, nagaan dat de punten losgekoppeld zin van het instru-
ment.
De keuzeschakelaar van de functies instellen op het vermogen 1000 A, 400 A of 40 A, nagaand
dat de maximale stroom die omgeven wordt om gemeten te worden niet die vermogenswaarde
overschrijdt. Het instrument zal automatisch het
bereik gelijkstroom selecteren.
Op de knop [MODE] drukken om het meetbereik
wisselstroom te selecteren. Het instrument gaat au-
tomatisch naar het meetbereik van gelijkstroom.
Op de knop opening stroomtang drukken en deze
om de kabel sluiten waar u wenst de stroommeting
uit t voeren.
De stroomwaarde op de display aezen.
Aantekening: Tijdens de meetfase, de tang gesloten hou-
den. Indien u hoge stroom opmeet, kan de stroomtang
een licht gezoemgeluid maken.
Het instrument gaat automatisch naar de automatische
meetpositie “Auto Range”.
1
2
3
4
134
NL
Door op de knop [PEAK] te drukken zult u de piekwaarde en de minimumwaarde kunnen registreren.
Raadpleeg pag. 150 voor verdere details.
METEN VAN GELIJKSPANNING
Breng de keuzeschakelaar van de functies naar de positie [V Hz]. Het instrument zal auto-
matisch op het gelijkspanningsbereik springen.
Verbind de rode punt aan de terminal [V TEMP
HZ] van het instrument en de zwarte punt aan de
terminal [COM].
Verbind de twee punten aan de positieve en nega-
tieve pool van de gelijkspanningsbron waarvan u
de spanning wenst te meten.
Als er op de display een meting verschijnt met een
negatief teken, Is de rode punt verbonden aan de
negatieve pool van de bron van gelijkspanning-
svoeding.
1
2
3
4
Voorbeeld van het meten van een gelijkspanning
135
NL
METEN VAN REËLE RMS-WISSELSPANNING
Breng de keuzeschakelaar van de functies naar de positie [V Hz].
Druk op de knop [MODE] om het bereik AC Volt te selecteren. Het instrument zal automatisch
op het bereik DC Volts springen.
Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt
aan de terminal [COM].
Verbind de twee punten aan de AC-bron waarvan u de spanning wenst te meten en de waarde
wenst af te lezen op de display van het instrument.
Aantekening:
Het instrument zal ingesteld zijn op het bereik “Auto
Range”.
Door op de knop [PEAK] te drukken zal het mogelijk zijn de
waarde op te slaan van de maximale en minimale piek i het
bereik AC Volts. Raadpleeg pag. 150 van deze handleiding
voor verdere informatie m.b.t. de Hold-functie.
1
2
3
4
Meten van een wisselspanning
136
NL
METEN VAN ELEKTRISCHE WEERSTAND IN Ω
Breng de keuzeschakelaar naar de positie [ ]. Het instrument zal op het bereik springen
voor het meten van de weerstand.
Verbind de rode punt aan de terminal [V TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt
aan de terminal [COM].
Verbind de twee punten aan de terminals van de weerstand waarvan u de waarde wenste te achte-
rhalen uitgedrukt in Ω.
Aantekening: Het instrument zal automatisch op het bereik “Auto Range” springen.
WARNING:
Voordat u een meting uitvoert, het circuit waar de weerstand
aan verbonden is van stroom ontdoen.
1
2
3
Meten van elektrische weerstand
137
NL
METEN VAN VERMOGEN VAN CONDENSATORS
De keuzeschakelaar van de functies op de positie [CAP] zetten.
Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt
aan de terminal [COM].
Verbind de twee punten aan de terminals van de condensator waarvan u het vermogen wenst te
achteralen en de waarde wenst af te lezen op de display van het instrument.
Aantekening:
Op deze meetstand is het bereik alleen automatisch.
LET OP: om schade aan het instrument te voorkomen,
raden we aan altijd eerst de condensator te legen, door de
terminals ervan even in kortsluiting te brengen, voordat u
de meting uitvoert. De condensator loskoppelen van het
circuit waaraan deze verbonden is.
1
2
3
Meten van het vermogen van een condensator
138
NL
METEN VAN DE FREQUENTIE
Breng de keuzeschakelaar van de functies naar de positie [V Hz]. Het instrument springt
automatisch op het meetbereik van de frequentie.
Druk 3 seconden lang op de knop [MODE] en selecteer het frequentiebereik. Het instrument
zal automatisch op Volts DC springen.
Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt
aan de terminal [COM].
Verbind de twee punten aan de terminals van de
componenten of aan het punt waar u de frequentie
wenste te meten en de waarde van de frequentie
wenst af te lezen op de display.
Aantekening:
In de frequentie-meetstand, werkt het instrument
alleen in het automatische bereik
1
2
3
4
Meting van de frequentiewaarde
139
NL
METEN VAN DE TEMPERATUUR
Breng de keuzeschakelaar naar de positie [Temp]. Het instrument springt automatisch op het
meetbereik van de temperatuur.
Verbind aan het instrument de adapter voor het meten van de temperatuur aan de terminal
[V TEMP HZ] en [COM] erop lettend het teken + dat op de staat op de terminal [V
TEMP HZ] te positioneren.
Verbind een temperatuursonde van het type K aan de adapter en ga verder over tot het meten
van de temperatuur.
Op de display zal direct de waarde °C verschijnen van de
gemeten temperatuur.
Om de meeteenheid van de temperatuur te veranderen van
°C naar °F, op de knop [MODE] drukken.
Aantekening:
Het instrument werkt in de stand van automatisch bereik.
1
2
3
4
5
Meten van de temperatuur
140
NL
TEST DIODES
Breng de keuzeschakelaar naar de positie [ ]. Het instrument zal op het bereik springen
voor het meten van de weerstand.
Druk op de knop [MODE] om de functie te selecteren van de test diodes. Het instrument zal
op het bereik springen van het meten van weerstanden.
Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt
aan de terminal [COM].
Verbind de twee punten aan de terminals van de diode die u wilt testen.
Aantekening:
De functie test diodes kan nuttig blijken voor de controle
van de diodes, transistors en SCR.
Tijdens de testfase geeft het instrument een teststroom uit
die via de semi-conductor reist, om de val van de spanning
te kunnen meten op het verbindingstuk.
De directe stroom van en diode die correct werkt moet tussen
de 0.4V en de 0.9V liggen. Een aezing van een waarde
die hoger ligt duidt erop dat de semi-conductor defectief is.
Een aezing opent op nul geeft aan dat de semiconductor
in kortsluiting is.
Door de punten van het instrument aan de koppen van de se-
miconductor om te draaien, kunt u de omgekeerde spanning
meten. Als er op de display de aanduiding “OL” verschijnt,
werkt de semiconductor correct, terwijl de semiconductor
defectief is als u een andere aezing krijgt.
1
2
3
4
141
NL
TEST VAN CONTINUÏTEIT
Breng de keuzeschakelaar van de functies naar de positie [ ]. Het instrument zal op
het bereik springen voor het meten van de weerstand.
Druk op de knop [MODE] om de functie te selecteren van de test continuïteit. Het instrument
zal op het bereik van het meten van weerstanden springen.
Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt
aan de terminal [COM].
Kortsluiting veroorzaken tussen de twee punten en nagaan dat het instrument een akoestiek
signaal uitgeeft en er op de een waarde gelijk aan nul verschijnt.
Verbind de punten aan het circuit die u wenst te testen.
Het instrument een akoestiek signaal uit zal geven en
er op de display de waarde verschijnt van de gemeten
weerstand, als de totale weerstand van het circuit dat
getest wordt een ohm-waarde vertoont die niet hoger
is dan 35Ω.
Aantekening:
Deze functie niet gebruiken op circuits onder spanning,
aangezien dit het instrument zou kunnen beschadi-
gen.
Voordat u de test uitvoert, de component loskoppelen
of het circuit van stroom ontdoen.
1
2
3
4
5
142
NL
FUNCTIE DATA HOLD
Deze functie biedt de mogelijkheid de waarde van de meting te blokkeren om zo een precieze
aezing te verkrijgen ook in omstandigheden van ongemakkelijk meten.
Druk een keer op de knop [HOLD]. Wanneer de HOLD-functie actief is, zal het instrument een
akoestiek signaal uitgeven en zal er op de display het opschrift “HOLD” verschijnen.
Om de HOLD-functie te deactiveren, dient u opnieuw op de knop [HOLD] te drukken, het instru-
ment zal en signaal uitgeven en vervolgens zal deze terugkeren naar de normale meetstand.
PEAK HOLD
Deze functie biedt de mogelijkheid de maximale en minimale waarde op te slaan in de spanning-
en stroombereiken.
Druk een keer op de knop [
PEAK]. Op deze manier zal de maximale waarde van de meting
opgeslagen worden en zal er op de display de aanduiding “P MAX” verschijnen.
Druk opnieuw op de knop [
PEAK]. Op deze manier zal de minimumwaarde van de meting
opgeslagen worden en zal de aanduiding “P MIN” op de display verschijnen.
Om de “PEAK”-functie te deactiveren, dient u op de knop [
PEAK] te drukken gedurende 3
seconden, het instrument zal een akoestisch signaal uitgeven, daarna zal een nieuwe meting
uitgevoerd kunnen worden.
1
2
1
2
3
143
NL
ACHTERVERLICHTING VAN DE DISPLAY
De functie achterverlichting van de display biedt de mogelijkheid precieze lezingen uit te voeren
van de display ook in omstandigheden van gering licht.
Om de achterverlichting te activeren, dient u 3 seconden lang op de knop [
] te drukken.
Om deze functie te deactiveren, dient u opnieuw 3 seconden op de knop [ ] te drukken.
Aantekening:
Het gebruik van de achterverlichting-functie reduceert de laadduur van de batterij binnenin het
instrument.
VANZELF UITGAAN
Dankzij deze functie kunt u de geladenheid besparen van de batterij binnenin het instrument. Na
ongeveer 20 minuten van niet gebruiken
Zal de stroomtang namelijk automatisch vanzelf uitgaan.
Om het instrument weer aan te zetten, dient u op een knop te drukken of aan de keuzeschakelaar
van de functies te draaien.
Om schade te voorkomen aan het instrument, nagaan dat de punten los zijn van elk eventueel
meetpunt.
1
2
144
NL
VERVANGING VAN DE BATTERIJ
Wanneer er op de display het symbool verschijnt, dient u over te gaan tot de vervanging
van de batterij binnenin het instrument.
Voor de vervanging van de batterij, dient u als volgt te werk te gaan:
De punten loskoppelen van elk eventueel meetpunt.
De keuzeschakelaar van de functies op de positie OFF zetten om het instrument uit te zetten.
De blokkeerschroef van het deksel van de batterijruimte losdraaien.
De lege batterij verwijderen door deze door een andere te vervangen van hetzelfde formaat
IEC 6F 22 9V
Het deksel van de batterijruimte er weer op doen en de schroef er weer opdraaien.
1
2
3
4
5
145
NL
ONDERHOUD & REINIGING:
Reparaties en onderhoud worden niet in deze handleiding besproken en mogen alleen door
hiervoor bevoegd personeel worden uitgevoerd.
Wrijf de behuizing regelmatig af met een droge doek. Gebruik op dit instrument geen schuur-
middelen of oplosmiddelen.
Tijdens het onderhoud mag u alleen aangegeven reserveonderdelen gebruiken.
Verklaring van EC conformiteit
Product 1760 PA/AC-DC is conform met richtlijn 2004/108/EC van de Europese Commissie met
betrekking tot ECM elektromagnetische compatibiliteit.

Documenttranscriptie

AC/DC TRUE RMS-STROOMTANG MOD. 1760 PA/AC-DC INHOUD: NL • Meetlimieten........................................................................................................................... 131 • Informatie m.b.t. de veiligheid van gebruik........................................................................... 131 • Prestaties................................................................................................................................. 134 • Hoe ziet het instrument er uit................................................................................................. 135 • Technische specificaties......................................................................................................... 136 • Meten van gelijkstroom.......................................................................................................... 140 • Meten van reële rms-wisselstroom......................................................................................... 141 • Meten van gelijkspanning...................................................................................................... 142 • Meten van reële rms-wisselspanning..................................................................................... 143 • Meten van elektrische weerstand in Ω................................................................................... 144 • Meten van vermogen van condensators................................................................................. 145 • Meten van de frequentie......................................................................................................... 146 • Meten van de temperatuur...................................................................................................... 147 • Test diodes.............................................................................................................................. 148 • Test van continuïteit............................................................................................................... 149 • Functie Data Hold (geheugen)............................................................................................... 150 • Functie Peak Hold.................................................................................................................. 150 • Achterverlichting van de display............................................................................................ 151 • Vanzelf uitgaan....................................................................................................................... 151 • Vervanging van de batterij...................................................................................................... 152 122 Hartelijk dank dat u een product van Beta aangeschaft heeft. Om ons product het best te gebruiken raden we u aan aandachtig deze handleiding te lezen 0.01A tot 1000A 0.01A tot 1000A 0.1mV tot 600V 0.1mV tot 600V 0.1Ω tot 40MΩ 0.001nF tot 40μF 0.001kHz tot 4kHz -40°C tot 1000°C -40°F tot 1832°F NL MEETLIMIETEN Ampère DC: Ampère AC: Gelijkspanning: Wisselspanning: Weerstand: Vermogen: Frequentie: Temperatuur: INFORMATIE M.B.T. DE VEILIGHEID VAN GEBRUIK Deze handleiding bevat belangrijke informatie m.b.t. de veiligheid die nauwkeurig in acht genomen moet worden door de bediener. Een eventueel gebruik van het instrument dat afwijkt van wat in deze handleiding aangegeven wordt zou een ernstig gevaar van elektrische schok kunnen vormen voor de bediener. Dit instrument is ontworpen en gefabriceerd in overeenstemming met de veiligheidsnormen IEC 61010-1 en EN 61010-1 die toegepast worden op de elektronische meetinstrumenten. 123 • Voordat u het instrument gebruikt, aandachtig en geheel deze gebruiksaanwijzing lezen. • De gebruiksaanwijzing bewaren voor eventuele raadpleging in de toekomst. • Ervoor altijd voor zorgen dat het instrument gebruikt wordt binnen zijn operatieve limieten en in overeenstemming met de in deze gebruiksaanwijzing geschreven procedures. • Alle waarschuwingen nauwkeurig in acht nemen m.b.t. het gebruik van het instrument op een veilige manier. • het niet in acht nemen van de procedures die gegeven worden in de gebruiksaanwijzing zou een ernstig gevaar kunnen vormen voor de gebruiker. • De symbolen die gegeven worden op het instrument nodigen de bediener uit tot het raadplegen van de speciale sectie van de handleiding, om de eventuele operatieve risico’s te leren kennen die er zouden kunnen bestaan bij het treffen van een bepaalde maatregel. De symbolen zijn als volgt: NL DANGER – Geeft een gevaarlijke situatie aan voor de bediener. WARNING – Geeft een gevaarlijke situatie aan voor de bediener. CAUTION – Geeft een minder gevaarlijke situatie aan. 124 DANGER • Het instrument niet gebruiken om stroommetingen uit te voeren op circuits waar spanningen bestaan die hoger zijn dan de maximale limiet van het instrument. • Nooit de maximale meetlimiet overschrijden voor elk meetbereik. • Tijdens de meetfase zeer goed opletten geen onderdelen aan te raken die blootgesteld zijn aan verbindingen die onder stroom staan. • Geen metingen uitvoeren in ruimtes waar gassen of roken zijn die vlam kunnen vatten of kunnen ontploffen. • Geen metingen uitvoeren als het instrument vochtig of nat is. • De batterijruimte niet openen tijdens de meetfase. • Voordat u een meting uitvoert, het instrument en de kabeltjes van de meetpuntjes nakijken om er zeker van te zijn dat ze in goede staat zijn. • Als het instrument of de puntjes breuken mochten vertonen, het instrument niet gebruiken, maar u richten tot een geautoriseerd assistentiecentrum voor de reparatie. • De keuzeschakelaar van de functies niet draaien tijdens de meetfase. • Het instrument niet modificeren of proberen te repareren, in geval nodig u tot een geautoriseerd assistentiecentrum richten. • Voordat u de batterijruimten opent er zeker van zijn dat het instrument uitstaat en losgekoppeld is van alle meetpunten. • De batterij alleen vervangen als het instrument vochtig of nat is 125 NL WARNING CAUTION • Voordat u een meting uitvoert ervoor zorgen dat de keuzeschakelaar van de functies ingesteld staat op het geschikte bereik. • Nagaan dat de pluggen van de puntjes correct in de contacten van het instrument zitten. • Na gebruik het instrument altijd uitzetten. Als het instrument lange tijd niet gebruik wordt, de batterijen eruit halen. • Het instrument niet blootstellen aan direct zonlicht of aan vochtigheidsbronnen. • Voor de schoonmaak van het instrument, absoluut het gebruik van alcohol of andere oplosmiddelen vermijden, alleen een zachte en enigszins vochtige doek gebruiken. NL PRESTATIES • Meting van spanningen en stromen AC RMS. • LCD-display met 4000 count met grafische staaf en achterverlichting. • Breed meetbereik van 0.01A AC/DC tot 1000A AC/DC. • Meting van spanningen AC en DC tot 600V. • Meting van waarden van vermogen tot 40mF. • Meting van de temperatuur van –40°C tot +1000°C. • Ontworpen in volledige overeenstemming met de standaardveiligheidsnormen IEC 61010 CAT III 600V/CAT II 1000V. Pollution degree 2. • Vanzelf uitgaan functie na ongeveer 20 minuten van niet-gebruik. • Continuïteittest met signalering via buzzer. 126 • Frequentiemeting tot 4KHz. • Meting van de piekwaarde van de meting zowel in de minimumwaarde als in de maximumwaarde onder spanning en stroom. • Functie data hold voor het behoud van de waarde van de meting op de display. HOE ZIET HET INSTRUMENT ERUIT Tang Knop opening tang Knop Data Hold Nulafstelling Amps DC MODE-knop Knop achterverlichting Knop blokkering meting in Volt en Ampère Display Terminal voor de meting in Volt, ohm, vermogen, frequentie en temperatuur COM-terminal 127 NL Keuzeschakelaar functies TECHNISCHE SPECIFICATIES NL Tangafmetingen Test diodes Continuïteitstest Aanduiding batterij leeg Aanwijzing buiten bereik Meetratio nominaal Impedantie Display Breedte van spanningsbereik Operatieve temperatuur Opslagtemperatuur Relatieve vochtigheid Overspanning Batterij Vanzelf uitgaan Afmetingen Gewicht Opening circa 30mm Typische teststroom van 3mA. Spanning op open circuit 1,5V DC. Drempel < 35Ω, teststroom < 1mA Op de display verschijnt het symbool van de batterij Op de display verschijnt de aanduiding “OL” 2 keer per seconde 10MΩ (VDC en VAC) 4000 count LCD AC 50/60Hz (VAC) Van –10°C tot 50°C (14°F tot 122°F) Van –30°C tot 60°C (-22°F tot 140°F) Tot 85% RH Categorie III 600V Een element van 9V IEC 6F22 Circa 20 minuten 229x 80x49 303g 128 Gelijkstroom Bereik 40 A 400 A 1000 A Meetbereik 0 - 40.00A 0 - 400.0A 0 - 1000A Resolutie 0.01 A 0.1 A 1A Precisie ±(2.8%+10digits) ±(2.8%+8digits) ±(2.8%+8digits) Meetbereik 0 - 40.00A 0 - 400.0A 0 - 1000A Resolutie 0.01 A 0.1 A 1A Precisie ±(2.8%+10digits) ±(2.8%+8digits) ±(2.8%+8digits) Meetbereik 0 - 400.0mV 0 - 4.000V 0 - 40.00V 0 - 400.0V 0 - 600V Resolutie 0.1 mV 0.001 V 0.01 V 0.1 V 1V Precisie ±(0.8% + 2digits) Bereik 40 A 400 A 1000 A Gelijkspanning Bereik 400mV 4V 40V 400V 600V 129 ±(1,5% + 2 digits) ± (2.0% + 2digits) NL Wisselstroom METEN VAN GELIJKSTROOM WARNING: voordat u een stroommeting uitvoert, nagaan dat de punten losgekoppeld zin van het instrument. NL 1 De keuzeschakelaar van de functies instellen op het vermogen 1000 A, 400 A of 40 A, nagaand dat de maximale stroom die omgeven wordt om gemeten te worden niet die vermogenswaarde overschrijdt. Het instrument zal automatisch het bereik gelijkstroom selecteren. 2 Eenmaal op de knop [DC ZERO] drukken, op de display zal het symbool Δ verschijnen om aan te geven dat het bereik geannuleerd is. 3 Op de knop opening stroomtang drukken en deze om de kabel sluiten waar u wenst de stroommeting uit t voeren. 4 De stroomwaarde op de display aflezen. Aantekening: Tijdens de meetfase, de tang gesloten houden. Indien u hoge stroom opmeet, kan de stroomtang een licht gezoemgeluid maken. 132 METEN VAN REËLE RMS-WISSELSTROOM 1 De keuzeschakelaar van de functies instellen op het vermogen 1000 A, 400 A of 40 A, nagaand dat de maximale stroom die omgeven wordt om gemeten te worden niet die vermogenswaarde overschrijdt. Het instrument zal automatisch het bereik gelijkstroom selecteren. 2 Op de knop [MODE] drukken om het meetbereik wisselstroom te selecteren. Het instrument gaat automatisch naar het meetbereik van gelijkstroom. 3 Op de knop opening stroomtang drukken en deze om de kabel sluiten waar u wenst de stroommeting uit t voeren. 4 De stroomwaarde op de display aflezen. Aantekening: Tijdens de meetfase, de tang gesloten houden. Indien u hoge stroom opmeet, kan de stroomtang een licht gezoemgeluid maken. Het instrument gaat automatisch naar de automatische meetpositie “Auto Range”. 133 NL WARNING: voordat u een stroommeting uitvoert, nagaan dat de punten losgekoppeld zin van het instrument. Door op de knop [PEAK] te drukken zult u de piekwaarde en de minimumwaarde kunnen registreren. Raadpleeg pag. 150 voor verdere details. NL METEN VAN GELIJKSPANNING 1 Breng de keuzeschakelaar van de functies naar de positie [V matisch op het gelijkspanningsbereik springen. 2 Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt aan de terminal [COM]. 3 Verbind de twee punten aan de positieve en negatieve pool van de gelijkspanningsbron waarvan u de spanning wenst te meten. 4 Als er op de display een meting verschijnt met een negatief teken, Is de rode punt verbonden aan de negatieve pool van de bron van gelijkspanningsvoeding. Voorbeeld van het meten van een gelijkspanning 134 Hz]. Het instrument zal auto- Aantekening: • Het instrument zal ingesteld zijn op het bereik “Auto Range”. • Door op de knop [PEAK] te drukken zal het mogelijk zijn de waarde op te slaan van de maximale en minimale piek i het bereik AC Volts. Raadpleeg pag. 150 van deze handleiding voor verdere informatie m.b.t. de Hold-functie. Meten van een wisselspanning 135 NL METEN VAN REËLE RMS-WISSELSPANNING 1 Breng de keuzeschakelaar van de functies naar de positie [V Hz]. 2 Druk op de knop [MODE] om het bereik AC Volt te selecteren. Het instrument zal automatisch op het bereik DC Volts springen. 3 Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt aan de terminal [COM]. 4 Verbind de twee punten aan de AC-bron waarvan u de spanning wenst te meten en de waarde wenst af te lezen op de display van het instrument. METEN VAN ELEKTRISCHE WEERSTAND IN Ω 1 Breng de keuzeschakelaar naar de positie [ Ω ]. Het instrument zal op het bereik springen voor het meten van de weerstand. 2 Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt aan de terminal [COM]. 3 Verbind de twee punten aan de terminals van de weerstand waarvan u de waarde wenste te achterhalen uitgedrukt in Ω. Aantekening: Het instrument zal automatisch op het bereik “Auto Range” springen. WARNING: Voordat u een meting uitvoert, het circuit waar de weerstand aan verbonden is van stroom ontdoen. NL Meten van elektrische weerstand 136 METEN VAN VERMOGEN VAN CONDENSATORS 1 De keuzeschakelaar van de functies op de positie [CAP] zetten. 2 Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt aan de terminal [COM]. 3 Verbind de twee punten aan de terminals van de condensator waarvan u het vermogen wenst te achteralen en de waarde wenst af te lezen op de display van het instrument. NL Aantekening: • Op deze meetstand is het bereik alleen automatisch. • LET OP: om schade aan het instrument te voorkomen, raden we aan altijd eerst de condensator te legen, door de terminals ervan even in kortsluiting te brengen, voordat u de meting uitvoert. De condensator loskoppelen van het circuit waaraan deze verbonden is. Meten van het vermogen van een condensator 137 METEN VAN DE FREQUENTIE 1 Breng de keuzeschakelaar van de functies naar de positie [V Hz]. Het instrument springt automatisch op het meetbereik van de frequentie. 2 Druk 3 seconden lang op de knop [MODE] en selecteer het frequentiebereik. Het instrument zal automatisch op Volts DC springen. 3 Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt aan de terminal [COM]. 4 Verbind de twee punten aan de terminals van de componenten of aan het punt waar u de frequentie wenste te meten en de waarde van de frequentie wenst af te lezen op de display. NL Aantekening: In de frequentie-meetstand, werkt het instrument alleen in het automatische bereik Meting van de frequentiewaarde 138 Aantekening: Het instrument werkt in de stand van automatisch bereik. Meten van de temperatuur 139 NL METEN VAN DE TEMPERATUUR 1 Breng de keuzeschakelaar naar de positie [Temp]. Het instrument springt automatisch op het meetbereik van de temperatuur. 2 Verbind aan het instrument de adapter voor het meten van de temperatuur aan de terminal [V Ω TEMP HZ] en [COM] erop lettend het teken + dat op de staat op de terminal [V Ω TEMP HZ] te positioneren. 3 Verbind een temperatuursonde van het type K aan de adapter en ga verder over tot het meten van de temperatuur. 4 Op de display zal direct de waarde °C verschijnen van de gemeten temperatuur. 5 Om de meeteenheid van de temperatuur te veranderen van °C naar °F, op de knop [MODE] drukken. TEST DIODES 1 Breng de keuzeschakelaar naar de positie [ Ω ]. Het instrument zal op het bereik springen voor het meten van de weerstand. 2 Druk op de knop [MODE] om de functie te selecteren van de test diodes. Het instrument zal op het bereik springen van het meten van weerstanden. 3 Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt aan de terminal [COM]. 4 Verbind de twee punten aan de terminals van de diode die u wilt testen. NL Aantekening: • De functie test diodes kan nuttig blijken voor de controle van de diodes, transistors en SCR. • Tijdens de testfase geeft het instrument een teststroom uit die via de semi-conductor reist, om de val van de spanning te kunnen meten op het verbindingstuk. • De directe stroom van en diode die correct werkt moet tussen de 0.4V en de 0.9V liggen. Een aflezing van een waarde die hoger ligt duidt erop dat de semi-conductor defectief is. Een aflezing opent op nul geeft aan dat de semiconductor in kortsluiting is. • Door de punten van het instrument aan de koppen van de semiconductor om te draaien, kunt u de omgekeerde spanning meten. Als er op de display de aanduiding “OL” verschijnt, werkt de semiconductor correct, terwijl de semiconductor defectief is als u een andere aflezing krijgt. 140 Aantekening: • Deze functie niet gebruiken op circuits onder spanning, aangezien dit het instrument zou kunnen beschadigen. • Voordat u de test uitvoert, de component loskoppelen of het circuit van stroom ontdoen. 141 NL TEST VAN CONTINUÏTEIT 1 Breng de keuzeschakelaar van de functies naar de positie [ Ω ]. Het instrument zal op het bereik springen voor het meten van de weerstand. 2 Druk op de knop [MODE] om de functie te selecteren van de test continuïteit. Het instrument zal op het bereik van het meten van weerstanden springen. 3 Verbind de rode punt aan de terminal [V Ω TEMP HZ] van het instrument en de zwarte punt aan de terminal [COM]. 4 Kortsluiting veroorzaken tussen de twee punten en nagaan dat het instrument een akoestiek signaal uitgeeft en er op de een waarde gelijk aan nul verschijnt. 5 Verbind de punten aan het circuit die u wenst te testen. Het instrument een akoestiek signaal uit zal geven en er op de display de waarde verschijnt van de gemeten weerstand, als de totale weerstand van het circuit dat getest wordt een ohm-waarde vertoont die niet hoger is dan 35Ω. FUNCTIE DATA HOLD Deze functie biedt de mogelijkheid de waarde van de meting te blokkeren om zo een precieze aflezing te verkrijgen ook in omstandigheden van ongemakkelijk meten. 1 Druk een keer op de knop [HOLD]. Wanneer de HOLD-functie actief is, zal het instrument een akoestiek signaal uitgeven en zal er op de display het opschrift “HOLD” verschijnen. 2 Om de HOLD-functie te deactiveren, dient u opnieuw op de knop [HOLD] te drukken, het instrument zal en signaal uitgeven en vervolgens zal deze terugkeren naar de normale meetstand. PEAK HOLD Deze functie biedt de mogelijkheid de maximale en minimale waarde op te slaan in de spanningen stroombereiken. NL 1 Druk een keer op de knop [PEAK]. Op deze manier zal de maximale waarde van de meting opgeslagen worden en zal er op de display de aanduiding “P MAX” verschijnen. 2 Druk opnieuw op de knop [PEAK]. Op deze manier zal de minimumwaarde van de meting opgeslagen worden en zal de aanduiding “P MIN” op de display verschijnen. 3 Om de “PEAK”-functie te deactiveren, dient u op de knop [PEAK] te drukken gedurende 3 seconden, het instrument zal een akoestisch signaal uitgeven, daarna zal een nieuwe meting uitgevoerd kunnen worden. 142 ACHTERVERLICHTING VAN DE DISPLAY De functie achterverlichting van de display biedt de mogelijkheid precieze lezingen uit te voeren van de display ook in omstandigheden van gering licht. 1 Om de achterverlichting te activeren, dient u 3 seconden lang op de knop [ 2 Om deze functie te deactiveren, dient u opnieuw 3 seconden op de knop [ ] te drukken. ] te drukken. VANZELF UITGAAN Dankzij deze functie kunt u de geladenheid besparen van de batterij binnenin het instrument. Na ongeveer 20 minuten van niet gebruiken Zal de stroomtang namelijk automatisch vanzelf uitgaan. Om het instrument weer aan te zetten, dient u op een knop te drukken of aan de keuzeschakelaar van de functies te draaien. Om schade te voorkomen aan het instrument, nagaan dat de punten los zijn van elk eventueel meetpunt. 143 NL Aantekening: Het gebruik van de achterverlichting-functie reduceert de laadduur van de batterij binnenin het instrument. VERVANGING VAN DE BATTERIJ Wanneer er op de display het symbool “ ” verschijnt, dient u over te gaan tot de vervanging van de batterij binnenin het instrument. Voor de vervanging van de batterij, dient u als volgt te werk te gaan: 1 2 3 4 De punten loskoppelen van elk eventueel meetpunt. De keuzeschakelaar van de functies op de positie OFF zetten om het instrument uit te zetten. De blokkeerschroef van het deksel van de batterijruimte losdraaien. De lege batterij verwijderen door deze door een andere te vervangen van hetzelfde formaat IEC 6F 22 9V 5 Het deksel van de batterijruimte er weer op doen en de schroef er weer opdraaien. NL 144 ONDERHOUD & REINIGING: NL • Reparaties en onderhoud worden niet in deze handleiding besproken en mogen alleen door hiervoor bevoegd personeel worden uitgevoerd. • Wrijf de behuizing regelmatig af met een droge doek. Gebruik op dit instrument geen schuurmiddelen of oplosmiddelen. • Tijdens het onderhoud mag u alleen aangegeven reserveonderdelen gebruiken. Verklaring van EC conformiteit Product 1760 PA/AC-DC is conform met richtlijn 2004/108/EC van de Europese Commissie met betrekking tot ECM elektromagnetische compatibiliteit. 145
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172

Beta 1760PA/AC-DC Handleiding

Categorie
Multimeters
Type
Handleiding