DCM268N
00 (28/11/2008) 10 Velleman
®
• Lees de waarde en de polariteit van het rode meetsnoer van de display [9] af.
• Voor metingen van de AC-spanning, druk op de PEAK-toets [6] om de maximale of de
minimale waarde op de display weer te geven (zie ‘Peakholdfunctie’).
METEN VAN AC- (TRUE RMS) EN DC-STROOM
• Zorg ervoor dat er geen enkel meetsnoer aan ingangsbussen [10][11] is aangesloten.
• Plaats de functieschakelaar [3] op het gewenste bereik (
, of ). Indien u het
bereik niet kent, start de meting op het hoogste bereik en kies het gepaste bereik aan de
hand van de eerste meetresultaten.
• Kies tussen AC- en DC-stroom met de MODE-toets [5].
• Voor metingen van DC-stroom, druk op de DCA-nultoets [7] om de uitlezing te wissen
(op de display verschijnt
).
• Open de kaken [1] met de trekker [2] en sluit een enkele geleider volledig tussen de
kaken. Laat de trekker [2] los. Het meten van meerdere geleiders tegelijkertijd geeft een
verkeerde uitlezing weer. Houd de kaken gesloten tijdens het meten.
• Lees de waarde van het rode meetsnoer van de display [9] af.
• Tijdens het meten van een hoge stroom kan de stroomtang zoemen. Dit is normaal en
beïnvloedt de meting niet.
METEN VAN WEERSTAND, DOORVERBINDING EN DIODE
• Koppel het rode meetsnoer aan de V··CAP·TEMP·Hz-ingangsbus [11] en het zwarte
meetsnoer aan de COM-ingangsbus [10].
• Plaats de functieschakelaar [3] op
.
• Zorg dat het circuit niet onder stroom staat.
• Voor de weerstandstest, druk op de MODE-toets [5] tot op de display verschijnt.
Koppel de meetsnoeren aan de weerstand en lees de waarde van de display [9] af.
Ontkoppel een zijde van het te meten circuit om storingen te vermijden.
• Voor de doorverbindingstest, druk op de MODE-toets [5] tot
op de display verschijnt.
Koppel de meetsnoeren aan het circuit en lees de waarde van de display [9] af. Bij een
weerstand < 35 piept de multimeter.
Opmerking
: teststroom:< 1 mA.
• Voor de diode-, transistor- en halfgeleidertest, druk op de MODE-toets [5] tot
op de
display verschijnt. Een goede diode heeft een directe spanning tussen 0,4 ~ 0,9 V. Bij een
omgekeerde aansluiting en bij een open diode verschijnt ‘OL’, bij een kortsluiting in de
diode verschijnt een waarde van ‘± 0 mV’.
Opmerking
: directe DC-stroom: 0,3 mA typisch, spanning open circuit: 1,5 VDC.
METEN VAN CAPACITEIT
• Koppel het rode meetsnoer aan de V··CAP·TEMP·Hz-ingangsbus [11] en het zwarte
meetsnoer aan de COM-ingangsbus [10].
• Plaats de functieschakelaar [3] op
.
• Zorg dat het circuit niet onder stroom staat door eerst alle condensatoren te ontladen.
• Koppel de sondes aan de te meten condensator en lees de waarde van de display [9] af.
METEN VAN FREQUENTIE
• Koppel het rode meetsnoer aan de V··CAP·TEMP·Hz-ingangsbus [11] en het zwarte
meetsnoer aan de COM-ingangsbus [10].
• Plaats de functieschakelaar [3] op
.
• Houd de MODE-toets [5] gedurende 3 seconden ingedrukt tot het frequentiebereik op de
display verschijnt.
• Koppel de sondes aan het te meten circuit en lees de waarde van de display [8] af.
METEN VAN DE TEMPERATUUR
• Plaats de functieschakelaar [3] op
. Selecteer °C of °F met de MODE-toets [5]. Uw
keuze wordt op de display [9] weergegeven.
• Koppel de positieve zijde van de temperatuursonde aan de V··CAP·TEMP·Hz-ingangsbus
[11] en de negatieve zijde aan de COM-ingangsbus [10].