Laserliner ClampMeter XP de handleiding

Type
de handleiding
Veiligheidsinstructies
• Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specicaties.
•
De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren.
• Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen
de goedkeuring en de veiligheidsspecicatie te vervallen.
• Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen of sterke trillingen.
• Bij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms resp. 60 V/DC dient u uiterst voorzichtig
te zijn. Bij contact met de elektrische geleiders bestaa.
• Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd is, mag niet onder spanning worden
gewerkt. Vanaf een spanning van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke
schokken op grond van de vochtigheid.
• Reinig en droog het apparaat vóór gebruik.
•
Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder dienovereenkomstige weersomstandigheden
resp. na het treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt.
Overspanningscategorie IV: apparaten bedoeld voor de toepassing aan of in de buurt van
de voeding in de elektrische installatie van gebouwen en vanaf de hoofdverdeler gezien
in de richting van het net bijv. verbruiksmeter, overstroomschakelaar en stuureenheid voor
dag- en nachtstroom.
Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste installaties en voor toepassingen
waarbij bijzondere vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de
bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten
voor industriële toepassingen met constante aansluiting op de vaste installatie.
Overspanningscategorie II: eenfasige verbruikers die op normale contactdozen worden
aangesloten; bijv. huishoudelijke apparaten, draagbare gereedschappen.
Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt over een versterkte of dubbele isolatie.
Waarschuwing voor een gevarenpunt
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning: door onbeschermde,
spanningvoerende onderdelen in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Symbolen
Functie / toepassing
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzingen‘ evenals
de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding
volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef
ze door als u het apparaat doorgeeft.
!
Meettang voor de meting in het bereik van de overspanningscategorie CAT III tot max. 1000 V /
CAT IV tot max. 600 V Met het meetapparaat kunnen gelijk- en wisselstroommetingen, gelijk- en
wisselspannings-metingen, weerstandsmetingen en doorgangstests binnen de gespeciceerde bereiken
worden uitgevoerd. Het toestel beschikt bovendien over een PEAK-functie, een MAX-/MIN-weergave
en een Hold-functie. Het toestel is uitgerust met een zaklamp, een verlicht display en een bluetooth-
interface voor de overdracht van de meetgegevens.
28
NL
ClampMeter XP
Uittree-opening led
Veiligheidsinstructies
Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV (verordening inzake kunstmatige optische straling)
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van toepassing zijnde technische
veiligheidsregels in acht, onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen,
3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanning-
voerende onderdelen beveiligen en afdekken.
• In overspanings-categorie III (CAT III - 1000 V) mag de spanning van 1000 V tussen het controleapparaat
en de aarding niet worden overschreden.
• In overspanings-categorie IV (CAT IV - 600 V) mag de spanning van 600 V tussen het controleapparaat
en de aarding niet worden overschreden.
• Gebruik het toestel met het meettoebehoren alleen in de juiste overspanningscategorie
(zonder beschermkap CAT II - 1000 V; met beschermkap CAT III - 1000 V en CAT IV - 600 V).
• Bij de toepassing van het apparaat samen met het meettoebehoren geldt de telkens kleinste
overspanningscategorie (CAT), nominale spanning en nominale stroom.
• Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het
toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende
spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle).
• Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading
zwak is.
• De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en meetkringen moet worden onderbroken
voordat u de afdekking opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen. Schakel het apparaat niet
in als de afdekking geopend is.
• Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instanties voor het veilige en deskundige
gebruik van het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven veiligheidsuitrusting
(bijv. elektricien-handschoenen).
• Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meet contacten mogen tijdens de meting
niet worden aangeraakt.
• Let op dat altijd de correcte aansluitingen en de correcte positie van de draaischakelaar evenals het
correcte meetbereik voor de betreffende meting geselecteerd zijn.
• Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties niet alleen uit en uitsluitend
volgens de instructies van een verantwoordelijke elektromonteur.
• Schakel vóór het meten resp. controleren van dioden, weer standen of batterijladingen de spanning
van de stroomkring uit.
• Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn.
• Verbind altijd eerst de zwarte meetleiding voordat u de rode op de spanning aansluit. Bij het verwijderen
gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
• Gebruik uitsluitend de originele meetleidingen. Deze moeten over dezelfde nominale spannings-,
categorie- en ampère-waarden beschikken als het meetapparaat.
29
NL
Zonder beschermkap: CAT II tot max. 1000 V
Meetcontacten
Met beschermkap: CAT III tot max. 1000 V / CAT IV tot max. 600 V
Meetpunten
Veiligheidsinstructies
Omgang met radiografische straling
• Het meettoestel is uitgerust met een radiograsche interface.
•
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit
en radiograsche straling volgens de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED).
•
Bij dezen verklaart Umarex GmbH & Co. KG dat het radiograsche installatietype ClampMeter XP voldoet
aan de wettelijke eisen en verdere bepalingen van de Europese radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU
(RED). De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar onder het volgende
internetadres: http://laserliner.com/info?an=clmexp
• Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische
compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU die wordt afgedekt door de radio-apparatuurrichtlijn
2014/53/EU (RED).
• Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt
van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing
van en door elektronische apparaten is mogelijk.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
• Het apparaat werkt met leds uit de risicogroep RG0 (vrij van gevaar) overeenkomstig de geldende
normen voor fotobiologische veiligheid (EN 62471:2008-09 / IEC/TR 62471:2006-07vv) in de telkens
actuele lezing.
• Stralingsvermogen: peak-golengte is 456 nm. De gemiddelde stralingsdichtheid ligt onder
de grenswaarden van de risicogroep RG0.
• De toegankelijke straling van de leds is bij doelmatig gebruik en onder redelijkerwijs te voorziene
voorwaarden ongevaarlijk voor het menselijk oog en de menselijke huid.
• Tijdelijke, irriterende optische uitwerkingen (bijv. verblinding, itsblindheid, nabeelden, belemmeringen
van het kleurenzien) kunnen niet helemaal worden uitgesloten, in het bijzonder bij weinig omgevingslicht.
• Kijk niet langer met opzet in de stralingsbron.
• Er is geen onderhoud vereist om de grenswaarden van de risicogroep RG0 te waarborgen.
30
NL
ClampMeter XP
3
4
5
6
7
8
1
9
12
13
15
14
11
10
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Automatische uitschakeling
Milli (10
-3
) (volt, ampère)
Volt (spanning)
Mega (ohm)
Kilo (ohm)
Ohm (weerstand)
Doorgangstest
Diodetest
Nano (10
-9
) (capaciteit)
Micro (10
-6
) (ampère, capaciteit)
Farad (capaciteit)
Hertz (frequentie)
Procent (tastgraad)
° Fahrenheit
° Celsius
Ampère (stroomsterkte)
Bluetooth actief
Gelijkstroommetingen
Negatieve meetwaarde
Wisselspanningsmetingen
Batterijlading gering
Automatische bereikskeuze
Actuele meetwaarde wordt behouden
Hoogste positieve piek
Hoogste negatieve piek
Maximale waarde
Minimale waarde
Vergelijkende meting
Functie voor stroompieken
16 Meetwaardeweergave
17 Staafdiagram-weergave
Meettang
Zaklamp
Zaklamp AAN / UIT, Bluetooth AAN /UIT
Draaischakelaar voor de instelling van de meetfunctie
Vergelijkende meting (REL),
frequentie- en tastgraadmeting (Hz%)
MIN-/MAX-meting in de bereiken spanning,
hertz (frequentie), procent (tastgraad),
temperatuur en stroom
LC-display
Ingangsbus rood (+)
COM-bus zwart (–)
Batterijvakje aan de achterzijde
Omschakelen van de meetfunctie
Spannings-/stroompiek-functie
Actuele meetwaarde behouden, LCD-verlichting AAN/UIT
Drukschakelaar voor het openen van de tang
Sensor (contactloze spanningsdetector)
31
NL
1. 2. 3.
2
TO AVOID ELECTRICAL SHOCK,
REMOVE ALL TEST LEADS
BEFORE OPENING THE CASE
OR BATTERY DOOR. DO NOT
OPERATE WITH BATTERY
DOOR OPEN.
WARNING
!
ClampMeter XP
Rev17W46
A quality product from
GmbH & Co. KG
Donnerfeld 2, 59757 Arnsberg
Germany, Tel.: +49 2932 638-300
Fax -333, www.laserliner.com
Het symbool ' ' wordt niet weergegeven als de automatische uitschakeling gedeactiveerd is.
De automatische uitschakeling kan worden hersteld door het meettoestel uit te schakelen.
Op het lc-display
verschijnt 'APO d'
MODE-toets ingedrukt houden en tegelijkertijd
de draaischakelaar op de gewenste positie zetten
Draaischakelaar
naar 'OFF'
Bevestiging van de meetpunten
Bij niet-gebruik en tijdens het transport dienen de
meetpunten steeds in de houder op de achterzijde
gepositioneerd en de beschermkappen geplaatst
te zijn om letsel door de meetpunten te vermijden.
Plaatsen van de batterijen
Open het batterijvakje (10) en plaats de
batterijen overeenkomstig de installatiesymbolen.
Let daarbij op de juiste polariteit.
1
AUTO-OFF-functie
Het meetapparaat schakelt na 30 minuten inactiviteit automatisch uit om de batterijen te sparen.
Deactiveren van de AUTO-OFF-functie
Functie
Maximale grenswaarden
Stroom AC/DC 1000A AC/DC
Spanning AC/DC 1000V AC/DC
Frequentie, doorgang, weerstand,
diodetest, continuïteit, capaciteit
600V AC/DC
Temperatuur (°C/°F) 600V AC/DC
Maximale grenswaarden
32
NL
ClampMeter XP
1. 2. 3.
3
AC/DC
1000
AC/DC
500
5
2. 3.1.
4
6
1.
2. 3.
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
Omschakeling
Hz en %
Omschakeling
°C en °F
Na het inschakelen wordt kortstondig
de omgevingstemperatuur weergegeven
Contacttemperatuurmeting
Voor de contacttemperatuurmeting sluit u de bijgeleverde temperatuursensor (K-type) op het toestel aan.
Let daarbij op de juiste polariteit.
DC-stroommeting: de omschakeling naar de DCA-meting dient zonder te meten voorwerp te
geschieden. Plan voldoende wachttijd in voor de nulstelling (ZERO) van de weergave van het
meettoestel. Zo nodig kunnen DC-offsets met behulp van de REL-toets op nul worden gesteld.
!
Omsluit één leiding met de stroomtang
Omschakeling
AC en DC
Vóór de AC/DC-stroommeting moeten de meetpunten en de temperatuursensor (K-type)
worden verwijderd.
!
roodzwart
Frequentie- en tastgraadmeting
Frequentie- en tastgraadmeting
zwart rood
Aansluiting van de meetpunten
Stroommeting DC/AC
verkeerdcorrect
33
NL
8
3.2.
7
1.
1.
Ω
3.2.
9
1. 3.2.
De onderdelen moeten spanningsvrij zijn.
!
De meetpunten moeten vrij van vuil, olie, soldeerlak of dergelijke verontreinigingen zijn omdat
anders verkeerde meetresultaten kunnen optreden.
!
Onderdelen (7: weerstanden, 8: capaciteiten, 9: dioden) kunnen alleen apart
correct worden gemeten. Daarom moeten de onderdelen van de resterende
schakeling worden gescheiden.
!
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
Omschakeling Ω,
diodetest en
doorgangstest
Omschakeling Ω, diodetest
en doorgangstest
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
Indien geen meetwaarde, maar ‚O.L‘ op het display wordt weergegeven, werd de diode in
blokkeerrichting gemeten of is de diode defect. Als 0,0 V gemeten wordt, is de diode defect
of er is een kortsluiting voorhanden.
Doorlaatrichting
rood zwartzwartrood
Diodetest
Diodetest
roodzwart
Weerstandsmeting
Bij gepoolde condensatoren
moet de pluspool met de rode
meetpunt worden verbonden
roodzwart
Capaciteitsmeting
Capaciteitsmeting
34
NL
ClampMeter XP
1. 3.2.
2.
AC/DC
mV
AC/DC
V
3.
1.
12
De detector functioneert niet als de automatische uitschakelfunctie het meettoestel uitschakelt
of als de draaischakelaar naar de UIT-positie gedraaid is.
!
Omschakeling
AC en DC
Tijdens de Doorgangstest moeten de componenten worden gedeactiveerd.
!
Omschakeling Ω,
diodetest en
doorgangstest
Meetcontacten met het
meetobject verbinden
Als doorgang wordt een meetwaarde van < 50 Ohm herkend, hetgeen door middel van een akoestisch
signaal wordt bevestigd. Indien geen meet-waarde, maar ‚O.L‘ op het display wordt weergegeven,
werd het meet-bereik overschreden of de meetkring is niet gesloten resp. onderbroken.
rood
roodrood
zwart
zwartzwart
Doorgangstest
Doorgangstest
10
De contactloze spanningsdetectie vormt geen vervanging
voor een gebruikelijke, tweepolige spanningstest.
Het apparaat herkent een elektrisch veld en reageert
dus ook bij statische oplading.
!
De in het meetapparaat geïntegreerde, contactloze spannings-
detector lokaliseert wisselspanningen van 100 V tot 600 V.
Schakel hiervoor het apparaat in en beweeg de spanningsdetector
langs het meet-object (5 tot 10 mm). Zodra wisselspanning wordt
gelokaliseerd, brandt de weergave (15).
Spanningslokalisatie, contactloos (AC-warning)
Spanningsmetingen AC/DC
11
35
NL
13
14
15
17
2. 4.3.1.
2 sec 1 sec
16
De MAX-/MIN-functie geeft de hoogste en de laagste meetwaarde weer. De meetwaarden worden
steeds geactualiseerd wanneer een hogere of lagere meting geregistreerd wordt. Druk kort op de MAX-/
MIN-toets om de functie te activeren. 'MAX' verschijnt samen met de hoogste weergave op het lc-dis-
play. Door het kort indrukken van de MAX-/MIN-toets wordt het meettoestel van MAX naar MIN, van
MIN naar de actuele meetwaarde en van de daadwerkelijke meetwaarde naar MAX omgeschakeld. 'MIN'
verschijnt als de laagste meetwaarde en 'MAX MIN' verschijnt als de actuele meetwaarde weergegeven
wordt. Houd de MAX-/MIN-toets ingedrukt om MAX / MIN te beëindigen en terug te keren naar het
normale bedrijf.
Om de frequentie te selecteren als het meettoestel op wisselspanning of wisselstroom is ingesteld,
houdt u de toets REL / HZ / % ingedrukt totdat de weergave 'Hz' op het lc-display verschijnt. Om de
inschakelcyclus weer te geven, houdt u de REL / HZ / %-toets opnieuw ingedrukt totdat de '%'-weergave
op het lc-display verschijnt. Druk opnieuw op de toets 'REL' om deze functie te deactiveren.
HZ-functie
De vergelijkende meting meet relatief ten opzichte van een tevoren opgeslagen referentiewaarde.
Op deze wijze wordt het verschil tussen de actuele meetwaarde en de opgeslagen referentiewaarde
op het display weergegeven. Druk bij de dienovereenkomstige meetfunctie tijdens een referentiemeting
op de toets 'REL'. Op het display wordt nu de differentiewaarde tussen de actuele meting en de ingestelde
referentiewaarde weergegeven. Druk opnieuw op de toets 'REL' om deze functie te deactiveren.
REL-functie (vergelijkende meting)
De INRUSH-functie registreert en toont stootstromen die karakteristiek optreden als motoren en andere
apparaten ingeschakeld worden. Druk kort op de toets PEAK / INRUSH om de functie te activeren.
De weergave 'INRUSH' verschijnt samen met de geregistreerde inschakelstroom op het lc-display.
Druk kort op de toets PEAK / INRUSH om de terug te keren naar het normale bedrijf.
INRUSH-functie (stroompiekfunctie)
Druk kort op de toets PEAK / INRUSH om heen een weer te schakelen tussen PMAX en PMIN. Om terug
te keren naar het normale bedrijf houdt u de toets PEAK / INRUSH ingedrukt totdat de weergave 'AUTO'
op het lc-display verschijnt.
'PMIN'
hoogste negatieve piek
Omschakelen
naar 'PMIN'
'PMAX'
hoogste positieve piek
PEAK activeren
'PMAX'
De PEAK-functie registreert de hoogste positieve en hoogste negatieve piek in een AC-spanning- of
AC-stroomgolfvorm. De meetwaarden worden steeds geactualiseerd wanneer een hogere positieve
of negatieve PEAK wordt geregistreerd.
PEAK-functie (spanningspiek-functie)
MAX/MIN-functie
36
NL
ClampMeter XP
18
20
De onder punt 13 - 17 beschreven functies staan ter beschikking in de afgebeelde meetgrootheden:
Functie-overzicht
Bij het inschakelen van het meetapparaat wordt automatisch de Autorange-functie geactiveerd.
Deze functie zoekt in de dienovereenkomstige meetfuncties naar het optimale bereik voor de meting.
Autorange
Hold-functie
19
Met de Hold-functie kan de actuele meetwaarde op het display worden gehouden. Druk opnieuw
op de toets ‚HOLD‘ (10) om deze functie te deactiveren.
Stroommeting AC (1000 A)
•
/
• •
/
•
/
• •
Stroommeting DC (1000 A) – / –
•
/ – / –
•
Stroommeting AC (500 A)
•
/
• •
/
•
/
• •
Stroommeting DC (500 A) – / –
•
/ – / –
•
Contacttemperatuurmeting – / –
•
/ – / –
•
Frequentiemeting – / –
•
/ – / – –
Tastgraadmetingen – / –
•
/ – / – –
Capaciteitsmeting – / – – / – / – –
Weerstandsmeting – / –
•
/ – / – –
Diodetest – / –
•
/ – / – –
Doorgangstest – / –
•
/ – / – –
Spanningsmeting AC
•
/ –
•
/
•
/
• •
Spanningsmeting DC – / –
•
/ – / –
•
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en
oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt.
Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.
Kalibratie
Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van
de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren.
Zaklampfunctie
22
Druk kort op toets 3 om de zaklamp in- en uit te schakelen.
Backlight
21
Druk lang op toets 13 om de achtergrondverlichting in- en uit te schakelen.
37
NL
* Het Bluetooth
®
-woordmerk en het logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
Na de start van de applicatie en de geactiveerde Bluetooth
®
*-functie kan een mobiel eindtoestel een
verbinding maken met het meettoestel. Als de applicatie meerdere actieve meettoestellen herkent,
kiest u het passende meettoestel uit de lijst.
Bij de volgende start kan de verbinding naar dit meettoestel automatisch tot stand worden gebracht.
Let op dat de Bluetooth
®
*-interface van het mobiele eindtoestel geactiveerd moet zijn.
!
Voor het gebruik van de Bluetooth
®
*-functie is een applicatie vereist.
Deze kunt u al naargelang het eindtoestel in de betreffende ‚stores‘ downloaden:
Applicatie (app)
Gegevensoverdracht
Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 18W09)
Functie Bereik Resolutie
Nauwkeurigheid
% van de meetwaarde (rdg)
+ minst significante cijfer (digits)
AC-stroom
50-60 Hz
500.00 A 10 mA
± (2,5% rdg ± 5 digits)
1000.0 A 0.1 A
DC-stroom
500.00 A 10 mA
± (2,5% rdg ± 5 digits)
1000.0 A 0.1 A
AC-spanning (Autorange)
500.00 mV 0.01 mV
± (1,0% rdg ± 30 digits)
5.0000 V 0.1 mV
50.000 V 1 mV
500.00 V 10 mV
1000.0 V 0.1 V ± (3,0% rdg ± 8 digits)
Het toestel beschikt over een Bluetooth
®
*-functie die de gegevensoverdracht naar mobiele eindtoestellen
met een Bluetooth
®
*-interface (bijv. smartphone, tablet) mogelijk maakt door middel van radiograsche techniek.
Voor de systeemvereisten van een Bluetooth
®
*-verbinding verwijzen wij naar http://laserliner.com/info?an=ble
Het toestel kan een Bluetooth
®
*-verbinding opbouwen met toestellen die compatibel zijn met Bluetooth 4.0.
De reikwijdte is beperkt tot max. 10 m van het eindtoestel en is in sterke mate afhankelijk van
de omgevingsvoorwaarden zoals bijv. de dikte en de samenstelling van muren, van radiograsche
storingsbronnen en van de verzendings-/ontvangsteigenschappen van het eindtoestel.
Bluetooth
®
* moet na het inschakelen altijd geactiveerd worden omdat het meetsysteem of meettoestel
gecongureerd is voor een heel gering stroomverbruik.
Via een app kan een mobiel eindtoestel een verbinding maken met het ingeschakelde meettoestel.
38
NL
ClampMeter XP
Functie Bereik Resolutie
Nauwkeurigheid
% van de meetwaarde (rdg)
+ minst significante cijfer (digits)
AC-spanning (Autorange)
Frequentie (Autorange)
Nauwkeurigheid: ± (1,0% rdg ± 5 digits)
Frequentiebereik: 40 Hz ... 1 kHz
Gevoeligheid: > 15 V RMS
Tastgraad
Nauwkeurigheid: 5% … 95% ± (1,5% rdg ± 10 digits)
Frequentiebereik: 40 Hz ... 1 kHz
Gevoeligheid: > 15 V RMS
DC-spanning (Autorange)
500.00 mV 0.01 mV
± (1,0% rdg ± 8 digits)
5.0000 V 0.1 mV
50.000 V 1 mV
500.00 V 10 mV
1000.0 V 0.1 V ± (1,5% rdg ± 3 digits)
Weerstand (Autorange)
500.00 Ω 0.01 Ω ± (1,0% rdg ± 9 digits)
5.0000 kΩ 0.1 Ω
± (1,0% rdg ± 5 digits)50.000 kΩ 1 Ω
500.00 kΩ 10 Ω
5.0000 MΩ 100 Ω ± (2,0% rdg ± 10 digits)
50.000 MΩ 1 kΩ ± (3,0% rdg ± 10 digits)
Capaciteit (Autorange)
500.00 nF 10 pF ± (3,5% rdg ± 40 digits)
5000.0 nF 0.1 nF
± (5,0% rdg ± 10 digits)
50.000 µF 1 nF
500.00 µF 10 nF
5.000 mF 1 µF
Frequentie (Autorange)
50.000 Hz 0.001 Hz
± (0,3% rdg ± 2 digits)
500.00 Hz 0.01 Hz
5.0000 kHz 0.1 Hz
50.000 kHz 1 Hz
500.00 kHz 10 Hz
5.0000 MHz 100 Hz
10.000 MHz 1 kHZ
Pulsbreedte: 100 μs ... 100 ms
Frequentie: 50 Hz...100 kHz
Gevoeligheid: > 15 V RMS
Tastgraad
5% … 95% 0.1% ± (1,0% rdg ± 2 digits)
Pulsbreedte: 100 μs ... 100 ms
Frequentie: 50 Hz...100 kHz
Gevoeligheid: > 15 V RMS
39
NL
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije
goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn
voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld
en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=cmxp
Functie Bereik Resolutie
Nauwkeurigheid
% van de meetwaarde (rdg)
+ minst significante cijfer (digits)
Temperatuur
-148 … 1832°F 0.1°F ± (1% rdg ± 4.5°F)
-100 … 1000°C 0.1°C ± (1% rdg ± 2.5°C)
Functie Bereik Max. ingang
AC-stroom
Nauwkeurigheid gespecificeerd voor
5 % … 100 % van de meetwaarde
1000 A
DC-stroom 1000 A
Functie Bereik Ingangsprotectie
AC-spanning (Autorange)
500 mV 600 AC/DC
5V/50/500/1000 V 1000 AC/DC
Frequentie: 50 Hz ... 1000 Hz
DC-spanning
500 mV 600 AC/DC
5V/50/500/1000 V 1000 AC/DC
Weerstand (Autorange) 600 VAC RMS of 600 VDC
Capaciteit (Autorange) 600 VAC RMS of 600 VDC
Opening tang 48 mm
Diodetest
Teststroom / -spanning ≤ 0,3 mA /
nullastspanning < 2 VDC karakteristiek
Doorgangstest Aanspreekdrempel < 35Ω + 5Ω, teststroom < 0,5 mA
LC-display 0 … 50000
Meetsnelheid 3 metingen/sec.
Ingangsweerstand 1,0 MΩ (VDC, VAC)
Veiligheidsklasse II, dubbele isolatie
Overspanningscategorie CAT III - 1000V, CAT IV - 600V
Verontreinigingsgraad 2
Werkomstandigheden 5 ... 40°C, 80%rH, niet-condenserend, werkhoogte max. 2000 m
Opslagvoorwaarden -20 ... 60°C, 80%rH, niet-condenserend
Bedrijfsgegevens
radiografische module
Interface Bluetooth LE 4.x, Frequentieband: ISM band 2400-
2483.5 MHz, 40 kanalen;zendvermogen: max. 10 mW;
bandbreedte: 2 MHz, bitrate: 1 Mbit/s; modulatie: GFSK / FHSS
Stroomverzorging 1 x 6LR61 9V
Afmetingen (B x H x D) 76 x 230 x 40 mm
Gewicht (incl. batterijen) 496 g
40
NL

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzingen‘ evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het apparaat doorgeeft. Functie / toepassing Meettang voor de meting in het bereik van de overspanningscategorie CAT III tot max. 1000 V / CAT IV tot max. 600 V Met het meetapparaat kunnen gelijk- en wisselstroommetingen, gelijk- en wisselspannings-metingen, weerstandsmetingen en doorgangstests binnen de gespecificeerde bereiken worden uitgevoerd. Het toestel beschikt bovendien over een PEAK-functie, een MAX-/MIN-weergave en een Hold-functie. Het toestel is uitgerust met een zaklamp, een verlicht display en een bluetoothinterface voor de overdracht van de meetgegevens. Symbolen Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning: door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken. Waarschuwing voor een gevarenpunt Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt over een versterkte of dubbele isolatie. Overspanningscategorie II: eenfasige verbruikers die op normale contactdozen worden aangesloten; bijv. huishoudelijke apparaten, draagbare gereedschappen. Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten voor industriële toepassingen met constante aansluiting op de vaste installatie. Overspanningscategorie IV: apparaten bedoeld voor de toepassing aan of in de buurt van de voeding in de elektrische installatie van gebouwen en vanaf de hoofdverdeler gezien in de richting van het net bijv. verbruiksmeter, overstroomschakelaar en stuureenheid voor dag- en nachtstroom. Veiligheidsinstructies •G  ebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. • De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. •O  mbouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en de veiligheidsspecificatie te vervallen. • Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen of sterke trillingen. • Bij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms resp. 60 V/DC dient u uiterst voorzichtig te zijn. Bij contact met de elektrische geleiders bestaa. • Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd is, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke schokken op grond van de vochtigheid. • Reinig en droog het apparaat vóór gebruik. • Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt. 28 NL ClampMeter XP • In overspanings-categorie III (CAT III - 1000 V) mag de spanning van 1000 V tussen het controleapparaat en de aarding niet worden overschreden. • In overspanings-categorie IV (CAT IV - 600 V) mag de spanning van 600 V tussen het controleapparaat en de aarding niet worden overschreden. • Gebruik het toestel met het meettoebehoren alleen in de juiste overspanningscategorie (zonder beschermkap CAT II - 1000 V; met beschermkap CAT III - 1000 V en CAT IV - 600 V). • Bij de toepassing van het apparaat samen met het meettoebehoren geldt de telkens kleinste overspanningscategorie (CAT), nominale spanning en nominale stroom. • Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle). • Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. • De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en meetkringen moet worden onderbroken voordat u de afdekking opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen. Schakel het apparaat niet in als de afdekking geopend is. • Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instanties voor het veilige en deskundige gebruik van het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven veiligheidsuitrusting (bijv. elektricien-handschoenen). • Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meet contacten mogen tijdens de meting niet worden aangeraakt. • Let op dat altijd de correcte aansluitingen en de correcte positie van de draaischakelaar evenals het correcte meetbereik voor de betreffende meting geselecteerd zijn. • Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties niet alleen uit en uitsluitend volgens de instructies van een verantwoordelijke elektromonteur. • Schakel vóór het meten resp. controleren van dioden, weer standen of batterijladingen de spanning van de stroomkring uit. • Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn. • Verbind altijd eerst de zwarte meetleiding voordat u de rode op de spanning aansluit. Bij het verwijderen gaat u in omgekeerde volgorde te werk. • Gebruik uitsluitend de originele meetleidingen. Deze moeten over dezelfde nominale spannings-, categorie- en ampère-waarden beschikken als het meetapparaat. Aanvullende opmerking voor het gebruik Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht, onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen, 3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanningvoerende onderdelen beveiligen en afdekken. Veiligheidsinstructies Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV (verordening inzake kunstmatige optische straling) Uittree-opening led NL 29 •H  et apparaat werkt met leds uit de risicogroep RG0 (vrij van gevaar) overeenkomstig de geldende normen voor fotobiologische veiligheid (EN 62471:2008-09 / IEC/TR 62471:2006-07vv) in de telkens actuele lezing. • S tralingsvermogen: peak-golflengte is 456 nm. De gemiddelde stralingsdichtheid ligt onder de grenswaarden van de risicogroep RG0. •D  e toegankelijke straling van de leds is bij doelmatig gebruik en onder redelijkerwijs te voorziene voorwaarden ongevaarlijk voor het menselijk oog en de menselijke huid. • Tijdelijke, irriterende optische uitwerkingen (bijv. verblinding, flitsblindheid, nabeelden, belemmeringen van het kleurenzien) kunnen niet helemaal worden uitgesloten, in het bijzonder bij weinig omgevingslicht. • Kijk niet langer met opzet in de stralingsbron. • Er is geen onderhoud vereist om de grenswaarden van de risicogroep RG0 te waarborgen. Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling • Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU die wordt afgedekt door de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). • P laatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. Veiligheidsinstructies Omgang met radiografische straling •H  et meettoestel is uitgerust met een radiografische interface. • Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit en radiografische straling volgens de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). • Bij dezen verklaart Umarex GmbH & Co. KG dat het radiografische installatietype ClampMeter XP voldoet aan de wettelijke eisen en verdere bepalingen van de Europese radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar onder het volgende internetadres: http://laserliner.com/info?an=clmexp Meetpunten Met beschermkap: CAT III tot max. 1000 V / CAT IV tot max. 600 V Meetcontacten Zonder beschermkap: CAT II tot max. 1000 V 30 NL ClampMeter XP 1 1 2 3 4 5 6 2 15 3 14 4 13 12 5 11 6 10 7 9 8 16 17 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Meettang Zaklamp Zaklamp AAN / UIT, Bluetooth AAN /UIT Draaischakelaar voor de instelling van de meetfunctie Vergelijkende meting (REL), frequentie- en tastgraadmeting (Hz%) MIN-/MAX-meting in de bereiken spanning, hertz (frequentie), procent (tastgraad), temperatuur en stroom LC-display Ingangsbus rood (+) COM-bus zwart (–) Batterijvakje aan de achterzijde Omschakelen van de meetfunctie Spannings-/stroompiek-functie Actuele meetwaarde behouden, LCD-verlichting AAN/UIT Drukschakelaar voor het openen van de tang Sensor (contactloze spanningsdetector) Automatische uitschakeling Milli (10-3) (volt, ampère) Volt (spanning) Mega (ohm) Kilo (ohm) Ohm (weerstand) Doorgangstest Diodetest Nano (10-9) (capaciteit) Micro (10-6) (ampère, capaciteit) Farad (capaciteit) Hertz (frequentie) Procent (tastgraad) ° Fahrenheit ° Celsius Ampère (stroomsterkte) Bluetooth actief Gelijkstroommetingen Negatieve meetwaarde Wisselspanningsmetingen Batterijlading gering Automatische bereikskeuze Actuele meetwaarde wordt behouden Hoogste positieve piek Hoogste negatieve piek Maximale waarde Minimale waarde Vergelijkende meting Functie voor stroompieken 16 Meetwaardeweergave 17 Staafdiagram-weergave NL 31 Maximale grenswaarden Functie Stroom AC/DC Spanning AC/DC Frequentie, doorgang, weerstand, diodetest, continuïteit, capaciteit Temperatuur (°C/°F) Maximale grenswaarden 1000A AC/DC 1000V AC/DC 600V AC/DC 600V AC/DC AUTO-OFF-functie Het meetapparaat schakelt na 30 minuten inactiviteit automatisch uit om de batterijen te sparen. Deactiveren van de AUTO-OFF-functie 1. 2. Draaischakelaar naar 'OFF' 3. MODE-toets ingedrukt houden en tegelijkertijd de draaischakelaar op de gewenste positie zetten Op het lc-display verschijnt 'APO d' Het symbool ' ' wordt niet weergegeven als de automatische uitschakeling gedeactiveerd is. De automatische uitschakeling kan worden hersteld door het meettoestel uit te schakelen. 1 Plaatsen van de batterijen 2 Bevestiging van de meetpunten Open het batterijvakje (10) en plaats de batterijen overeenkomstig de installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit. Bij niet-gebruik en tijdens het transport dienen de meetpunten steeds in de houder op de achterzijde gepositioneerd en de beschermkappen geplaatst te zijn om letsel door de meetpunten te vermijden. ! WARNING TO AVOID ELECTRICAL SHOCK, REMOVE ALL TEST LEADS BEFORE OPENING THE CASE OR BATTERY DOOR. DO NOT OPERATE WITH BATTERY DOOR OPEN. Rev17W46 ClampMeter XP A quality product from GmbH & Co. KG Donnerfeld 2, 59757 Arnsberg Germany, Tel.: +49 2932 638-300 Fax -333, www.laserliner.com 32 NL ClampMeter XP 3 Stroommeting DC/AC ! Vóór de AC/DC-stroommeting moeten de meetpunten en de temperatuursensor (K-type) worden verwijderd. 1. 2. 3. correct AC/DC 1000 ! Omschakeling AC en DC AC/DC 500 verkeerd Omsluit één leiding met de stroomtang DC-stroommeting: de omschakeling naar de DCA-meting dient zonder te meten voorwerp te geschieden. Plan voldoende wachttijd in voor de nulstelling (ZERO) van de weergave van het meettoestel. Zo nodig kunnen DC-offsets met behulp van de REL-toets op nul worden gesteld. 4 Aansluiting van de meetpunten zwart rood 5 Contacttemperatuurmeting Voor de contacttemperatuurmeting sluit u de bijgeleverde temperatuursensor (K-type) op het toestel aan. Let daarbij op de juiste polariteit. 1. 2. Na het inschakelen wordt kortstondig de omgevingstemperatuur weergegeven 3. Omschakeling °C en °F 6 Frequentie- en tastgraadmeting 1. 2. Frequentie- en tastgraadmeting Omschakeling Hz en % 3. zwart rood Meetcontacten met het meetobject verbinden NL 33 7 Capaciteitsmeting 2. 1. Capaciteitsmeting zwart 3. rood Bij gepoolde condensatoren moet de pluspool met de rode meetpunt worden verbonden Meetcontacten met het meetobject verbinden 8 Weerstandsmeting 1. 2. 3. Omschakeling Ω, diodetest en doorgangstest Ω zwart rood Meetcontacten met het meetobject verbinden 9 Diodetest 1. 2. 3. rood Diodetest zwart rood Omschakeling Ω, diodetest en doorgangstest zwart Doorlaatrichting Indien geen meetwaarde, maar ‚O.L‘ op het display wordt weergegeven, werd de diode in blokkeerrichting gemeten of is de diode defect. Als 0,0 V gemeten wordt, is de diode defect of er is een kortsluiting voorhanden. ! Onderdelen (7: weerstanden, 8: capaciteiten, 9: dioden) kunnen alleen apart correct worden gemeten. Daarom moeten de onderdelen van de resterende schakeling worden gescheiden. ! ! De meetpunten moeten vrij van vuil, olie, soldeerlak of dergelijke verontreinigingen zijn omdat anders verkeerde meetresultaten kunnen optreden. 34 De onderdelen moeten spanningsvrij zijn. NL ClampMeter XP 10 Doorgangstest 1. 2. 3. zwart Doorgangstest rood zwart rood Omschakeling Ω, diodetest en doorgangstest Als doorgang wordt een meetwaarde van < 50 Ohm herkend, hetgeen door middel van een akoestisch signaal wordt bevestigd. Indien geen meet-waarde, maar ‚O.L‘ op het display wordt weergegeven, werd het meet-bereik overschreden of de meetkring is niet gesloten resp. onderbroken. ! Tijdens de Doorgangstest moeten de componenten worden gedeactiveerd. 11 Spanningsmetingen AC/DC 2. 1. AC/DC mV AC/DC V 3. Omschakeling AC en DC zwart rood Meetcontacten met het meetobject verbinden 12 Spanningslokalisatie, contactloos (AC-warning) De in het meetapparaat geïntegreerde, contactloze spanningsdetector lokaliseert wisselspanningen van 100 V tot 600 V. Schakel hiervoor het apparaat in en beweeg de spanningsdetector langs het meet-object (5 tot 10 mm). Zodra wisselspanning wordt gelokaliseerd, brandt de weergave (15). ! De contactloze spanningsdetectie vormt geen vervanging voor een gebruikelijke, tweepolige spanningstest. Het apparaat herkent een elektrisch veld en reageert dus ook bij statische oplading. ! De detector functioneert niet als de automatische uitschakelfunctie het meettoestel uitschakelt of als de draaischakelaar naar de UIT-positie gedraaid is. NL 35 13 PEAK-functie (spanningspiek-functie) De PEAK-functie registreert de hoogste positieve en hoogste negatieve piek in een AC-spanning- of AC-stroomgolfvorm. De meetwaarden worden steeds geactualiseerd wanneer een hogere positieve of negatieve PEAK wordt geregistreerd. 1. 2. 3. 2 sec PEAK activeren 'PMAX' 4. 1 sec 'PMAX' hoogste positieve piek Omschakelen naar 'PMIN' 'PMIN' hoogste negatieve piek Druk kort op de toets PEAK / INRUSH om heen een weer te schakelen tussen PMAX en PMIN. Om terug te keren naar het normale bedrijf houdt u de toets PEAK / INRUSH ingedrukt totdat de weergave 'AUTO' op het lc-display verschijnt. 14 INRUSH-functie (stroompiekfunctie) De INRUSH-functie registreert en toont stootstromen die karakteristiek optreden als motoren en andere apparaten ingeschakeld worden. Druk kort op de toets PEAK / INRUSH om de functie te activeren. De weergave 'INRUSH' verschijnt samen met de geregistreerde inschakelstroom op het lc-display. Druk kort op de toets PEAK / INRUSH om de terug te keren naar het normale bedrijf. 15 REL-functie (vergelijkende meting) De vergelijkende meting meet relatief ten opzichte van een tevoren opgeslagen referentiewaarde. Op deze wijze wordt het verschil tussen de actuele meetwaarde en de opgeslagen referentiewaarde op het display weergegeven. Druk bij de dienovereenkomstige meetfunctie tijdens een referentiemeting op de toets 'REL'. Op het display wordt nu de differentiewaarde tussen de actuele meting en de ingestelde referentiewaarde weergegeven. Druk opnieuw op de toets 'REL' om deze functie te deactiveren. 16 HZ-functie Om de frequentie te selecteren als het meettoestel op wisselspanning of wisselstroom is ingesteld, houdt u de toets REL / HZ / % ingedrukt totdat de weergave 'Hz' op het lc-display verschijnt. Om de inschakelcyclus weer te geven, houdt u de REL / HZ / %-toets opnieuw ingedrukt totdat de '%'-weergave op het lc-display verschijnt. Druk opnieuw op de toets 'REL' om deze functie te deactiveren. 17 MAX/MIN-functie De MAX-/MIN-functie geeft de hoogste en de laagste meetwaarde weer. De meetwaarden worden steeds geactualiseerd wanneer een hogere of lagere meting geregistreerd wordt. Druk kort op de MAX-/ MIN-toets om de functie te activeren. 'MAX' verschijnt samen met de hoogste weergave op het lc-display. Door het kort indrukken van de MAX-/MIN-toets wordt het meettoestel van MAX naar MIN, van MIN naar de actuele meetwaarde en van de daadwerkelijke meetwaarde naar MAX omgeschakeld. 'MIN' verschijnt als de laagste meetwaarde en 'MAX MIN' verschijnt als de actuele meetwaarde weergegeven wordt. Houd de MAX-/MIN-toets ingedrukt om MAX / MIN te beëindigen en terug te keren naar het normale bedrijf. 36 NL ClampMeter XP 18 Functie-overzicht De onder punt 13 - 17 beschreven functies staan ter beschikking in de afgebeelde meetgrootheden: Stroommeting AC (1000 A) •/• Stroommeting DC (1000 A) –/– Frequentiemeting –/– Tastgraadmetingen –/– •/•/• •/–/– •/•/• •/–/– •/–/– •/–/– •/–/– Stroommeting AC (500 A) •/• Stroommeting DC (500 A) –/– Contacttemperatuurmeting –/– • • • • • Capaciteitsmeting –/– –/–/– – Weerstandsmeting –/– –/– Doorgangstest –/– Spanningsmeting AC •/– Spanningsmeting DC –/– •/–/– •/–/– •/–/– •/•/• •/–/– – Diodetest – – – – • • 19 Hold-functie Met de Hold-functie kan de actuele meetwaarde op het display worden gehouden. Druk opnieuw op de toets ‚HOLD‘ (10) om deze functie te deactiveren. 20 Autorange Bij het inschakelen van het meetapparaat wordt automatisch de Autorange-functie geactiveerd. Deze functie zoekt in de dienovereenkomstige meetfuncties naar het optimale bereik voor de meting. 21 Backlight Druk lang op toets 13 om de achtergrondverlichting in- en uit te schakelen. 22 Zaklampfunctie Druk kort op toets 3 om de zaklamp in- en uit te schakelen. Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats. Kalibratie Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren. NL 37 Gegevensoverdracht Het toestel beschikt over een Bluetooth®*-functie die de gegevensoverdracht naar mobiele eindtoestellen met een Bluetooth®*-interface (bijv. smartphone, tablet) mogelijk maakt door middel van radiografische techniek. Voor de systeemvereisten van een Bluetooth®*-verbinding verwijzen wij naar http://laserliner.com/info?an=ble Het toestel kan een Bluetooth®*-verbinding opbouwen met toestellen die compatibel zijn met Bluetooth 4.0. De reikwijdte is beperkt tot max. 10 m van het eindtoestel en is in sterke mate afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden zoals bijv. de dikte en de samenstelling van muren, van radiografische storingsbronnen en van de verzendings-/ontvangsteigenschappen van het eindtoestel. Bluetooth® * moet na het inschakelen altijd geactiveerd worden omdat het meetsysteem of meettoestel geconfigureerd is voor een heel gering stroomverbruik. Via een app kan een mobiel eindtoestel een verbinding maken met het ingeschakelde meettoestel. Applicatie (app) Voor het gebruik van de Bluetooth®*-functie is een applicatie vereist. Deze kunt u al naargelang het eindtoestel in de betreffende ‚stores‘ downloaden: ! Let op dat de Bluetooth®*-interface van het mobiele eindtoestel geactiveerd moet zijn. Na de start van de applicatie en de geactiveerde Bluetooth®*-functie kan een mobiel eindtoestel een verbinding maken met het meettoestel. Als de applicatie meerdere actieve meettoestellen herkent, kiest u het passende meettoestel uit de lijst. Bij de volgende start kan de verbinding naar dit meettoestel automatisch tot stand worden gebracht. * Het Bluetooth®-woordmerk en het logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 18W09) Functie Bereik Resolutie AC-stroom 50-60 Hz 500.00 A 10 mA 1000.0 A 0.1 A 500.00 A 10 mA 1000.0 A 0.1 A 500.00 mV 0.01 mV 5.0000 V 0.1 mV 50.000 V 1 mV 500.00 V 10 mV 1000.0 V 0.1 V DC-stroom AC-spanning (Autorange) 38 NL Nauwkeurigheid % van de meetwaarde (rdg) + minst significante cijfer (digits) ± (2,5% rdg ± 5 digits) ± (2,5% rdg ± 5 digits) ± (1,0% rdg ± 30 digits) ± (3,0% rdg ± 8 digits) ClampMeter XP Bereik AC-spanning (Autorange) Frequentie (Autorange) Nauwkeurigheid: ± (1,0% rdg ± 5 digits) Frequentiebereik: 40 Hz ... 1 kHz Gevoeligheid: > 15 V RMS Tastgraad Nauwkeurigheid: 5% … 95% ± (1,5% rdg ± 10 digits) Frequentiebereik: 40 Hz ... 1 kHz Gevoeligheid: > 15 V RMS DC-spanning (Autorange) Weerstand (Autorange) Capaciteit (Autorange) Frequentie (Autorange) Resolutie Nauwkeurigheid % van de meetwaarde (rdg) + minst significante cijfer (digits) Functie 500.00 mV 0.01 mV 5.0000 V 0.1 mV 50.000 V 1 mV 500.00 V 10 mV 1000.0 V 0.1 V ± (1,5% rdg ± 3 digits) 500.00 Ω 0.01 Ω ± (1,0% rdg ± 9 digits) 5.0000 kΩ 0.1 Ω ± (1,0% rdg ± 8 digits) 50.000 kΩ 1Ω 500.00 kΩ 10 Ω 5.0000 MΩ 100 Ω ± (2,0% rdg ± 10 digits) 50.000 MΩ 1 kΩ ± (3,0% rdg ± 10 digits) 500.00 nF 10 pF ± (3,5% rdg ± 40 digits) 5000.0 nF 0.1 nF 50.000 µF 1 nF 500.00 µF 10 nF 5.000 mF 1 µF 50.000 Hz 0.001 Hz 500.00 Hz 0.01 Hz 5.0000 kHz 0.1 Hz 50.000 kHz 1 Hz 500.00 kHz 10 Hz 5.0000 MHz 100 Hz 10.000 MHz 1 kHZ ± (1,0% rdg ± 5 digits) ± (5,0% rdg ± 10 digits) ± (0,3% rdg ± 2 digits) Pulsbreedte: 100 μs ... 100 ms Frequentie: 50 Hz...100 kHz Gevoeligheid: > 15 V RMS 5% … 95% Tastgraad 0.1% ± (1,0% rdg ± 2 digits) Pulsbreedte: 100 μs ... 100 ms Frequentie: 50 Hz...100 kHz Gevoeligheid: > 15 V RMS NL 39 Functie Temperatuur Functie Bereik Resolutie -148 … 1832°F 0.1°F -100 … 1000°C 0.1°C Nauwkeurigheid % van de meetwaarde (rdg) + minst significante cijfer (digits) ± (1% rdg ± 4.5°F) ± (1% rdg ± 2.5°C) DC-stroom Bereik Max. ingang Nauwkeurigheid gespecificeerd voor 1000 A 5 % … 100 % van de meetwaarde 1000 A Functie Bereik Ingangsprotectie 500 mV 600 AC/DC 5V/50/500/1000 V 1000 AC/DC AC-stroom AC-spanning (Autorange) Frequentie: 50 Hz ... 1000 Hz DC-spanning 500 mV 600 AC/DC 5V/50/500/1000 V 1000 AC/DC Weerstand (Autorange) 600 VAC RMS of 600 VDC Capaciteit (Autorange) Opening tang 600 VAC RMS of 600 VDC Doorgangstest 48 mm Teststroom / -spanning ≤ 0,3 mA / nullastspanning < 2 VDC karakteristiek Aanspreekdrempel < 35Ω + 5Ω, teststroom < 0,5 mA LC-display 0 … 50000 Diodetest Meetsnelheid 3 metingen/sec. Ingangsweerstand 1,0 MΩ (VDC, VAC) Veiligheidsklasse II, dubbele isolatie Overspanningscategorie CAT III - 1000V, CAT IV - 600V Verontreinigingsgraad 2 Werkomstandigheden 5 ... 40°C, 80%rH, niet-condenserend, werkhoogte max. 2000 m Opslagvoorwaarden Stroomverzorging -20 ... 60°C, 80%rH, niet-condenserend Interface Bluetooth LE 4.x, Frequentieband: ISM band 24002483.5 MHz, 40 kanalen;zendvermogen: max. 10 mW; bandbreedte: 2 MHz, bitrate: 1 Mbit/s; modulatie: GFSK / FHSS 1 x 6LR61 9V Afmetingen (B x H x D) 76 x 230 x 40 mm Gewicht (incl. batterijen) 496 g  edrijfsgegevens B radiografische module EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info?an=cmxp 40 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Laserliner ClampMeter XP de handleiding

Type
de handleiding