MultiMeter-Pocket

Laserliner MultiMeter-Pocket de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Laserliner MultiMeter-Pocket de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
18
NL
Veiligheidsinstructies
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven
RODBHÖB@SHDR
De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed.
Buiten het bereik van kinderen bewaren.
Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat
zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en de
UDHKHFGDHCRRODBHÖB@SHDSDUDQU@KKDM
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme
temperaturen of sterke trillingen.
Bij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms resp.
60 V/DC dient u uiterst voorzichtig te zijn. Bij contact met de
elektrische geleiders bestaa.
Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd
is, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning
van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke
schokken op grond van de vochtigheid.
• Reinig en droog het apparaat vóór gebruik.
Functie / toepassing
Multimeter voor de meting in het bereik van de overspannings-
categorie CAT III tot max. 1.000 V. Met het meetapparaat kunnen
gelijk- en wisselspanningsmetingen, gelijk- en wisselstroommetingen,
CNNQF@MFRDMCHNCDSDRSRAHMMDMCDFDRODBHÖBDDQCDADQDHJDM
worden uitgevoerd. Bovendien is het meetapparaat uitgerust met
een spanningsdetector en een geïntegreerde led-zaklamp.
Symbolen
Afbeelding A:
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning:
door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen in de behuizing
bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Afbeelding B: Waarschuwing voor een gevarenpunt
Afbeelding C: Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt
over een versterkte of dubbele isolatie.
Afbeelding D: Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste
installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere vereisten aan
de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de bedrijfsmiddelen
worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten
voor industriële toepassingen met constante aansluiting
op de vaste installatie.
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en
aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie en
aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze hand-
leiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen
op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het
apparaat doorgeeft.
!
MultiMeter-Pocket
19
NL
Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder
dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen
van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt.
In overspanings-categorie III (CAT III - 1000 V) mag de spanning
van 1000 V tussen het controleapparaat en de aarding niet worden
overschreden.
Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik
(bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren
(bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat
op bekende spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de
AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle).
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere
functies uitvallen of de batterijlading zwak is.
De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en meet-
kringen moet worden onderbroken voordat u de afdekking opent
om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen.
Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale
instanties voor het veilige en deskundige gebruik van het toestel
in acht en draag eventueel voorgeschreven veiligheidsuitrusting
(bijv. elektricien-handschoenen).
Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meet-
contacten mogen tijdens de meting niet worden aangeraakt.
Let op dat altijd de correcte aansluitingen en de correcte positie van
de draaischakelaar evenals het correcte meetbereik voor de betref-
fende meting geselecteerd zijn.
Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische
installaties niet alleen uit en uitsluitend volgens de instructies
van een verantwoordelijke elektromonteur.
Schakel vóór het meten resp. controleren van dioden, weerstanden
of batterijladingen de spanning van de stroomkring uit.
• Let op dat alle hoogspannings condensators ontladen zijn.
Verbind altijd eerst de zwarte meetleiding voordat u de rode op
de spanning aansluit. Bij het verwijderen gaat u in omgekeerde
volgorde te werk.
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van
toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht, onder andere:
1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen,
3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten,
5. Aangrenzende, spanningvoerende onderdelen beveiligen
en afdekken.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden
voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn
2014/30/EU.
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen,
op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker,
moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing
van en door elektronische apparaten is mogelijk.
20
NL
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische interferentie
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden
voor de veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit volgens
de laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU en de elektromagnetische
compatibiliteit conform EMC-richtlijn 2014/30/EU.
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen,
op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker,
moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing
van en door elektronische apparaten is mogelijk.
Open het batterijvakje en plaats de batterijen overeenkomstig de
installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit.
Apparaatbeschrijving (zie afbeelding E)
Bevestiging van de meetpunten (zie afbeelding G)
2
Bij niet-gebruik en tijdens het transporteren dienen de meetpunten
steeds in de houder op de achterzijde te worden geplaatst om letsel
door de meetpunten te vermijden.
1 Draaischakelaar voor de
instelling van de meetfunctie
2 Zaklamp AAN / UIT
3 Omschakelen van de
meetfunctie
4 LC-display
5 Sensor (contactloze
spanningsdetector)
6 Weergave (contactloze
spanningsdetector)
7 Houder voor meetpunten
8 Actuele meetwaarde behouden
9 Meetcontacten:
rood ‚+‘ zwart ‚-‘
10 Meetpunten
A Meetwaardeweergave
(3 1/2 cijfers, 1.999 digits)
B Negatieve meetwaarden
C Gelijk- (DC) of
wisselgrootheden (AC)
D Automatische bereikskeuze
E Diodetest
F Doorgangstest
G Actuele meetwaarde
wordt gehouden
H Batterijlading gering
I Meeteenheden: mV, V, A,
mA, Ohm, kOhm, MOhm
Displayweergave:
.+.ODMKHMDNUDQ×NV
Meetkring niet gesloten resp.
meetbereik overschreden
Plaatsen van de batterijen (zie afbeelding F)
1
AUTO-OFF-functie
Het meetapparaat schakelt na 15 minuten inactiviteit automatisch
uit om de batterijen te sparen.
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het
gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de
batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet
gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.
MultiMeter-Pocket
21
NL
Spanningsmeting DC/AC
3
Zet de draaischakelaar op ‚V‘ en druk op
de toets ‚Mode‘ om de spanningssoort
(AC, DC) in te stellen.
Verbind vervolgens de meetcontacten
met het meetobject. De berekende meet-
waarde en de polariteit worden op het
display weergegeven.
roodzwart
Weerstandsmeting
4
Bij weerstandsmetingen dienen de meetpunten vrij van veront-
reinigingen, olie, soldeerlak of vergelijkbare verontreinigingen
te zijn omdat anders verkeerde meetresultaten kunnen optreden.
!
9DSCDCQ@@HRBG@JDK@@QNO^ąhUNNQCD
weerstandsmeting. Verbind vervolgens
de meetcontacten met het meetobject.
De berekende meetwaarde wordt op het
display weergegeven. Indien geen meet-
waarde, maar ‚O.L‘ op het display wordt
weergegeven, werd het meetbereik over-
schreden of de meetkring is niet gesloten
resp. onderbroken. Weerstanden kunnen
alleen separaat correct worden gemeten,
daarom moeten beide onderdelen even-
tueel van de resterende schakeling
worden gescheiden.
rood
zwart
Doorgangstest
5
22
NL
Diodetest
6
Stroommeting DC/AC
7
Blokkeerrichting Doorlaatrichting
9DSCDCQ@@HRBG@JDK@@QNO^ąhDMCQTJ
een keer op de toets ‚Mode‘ om de
functie ‚Diodetest‘ te activeren. Verbind
vervolgens de meetcontacten met de
diode. De berekende meetwaarde wordt
op het display weergegeven. Indien geen
meetwaarde, maar ‚O.L‘ op het display
wordt weergegeven, werd de diode in
blokkeerrichting gemeten of is de diode
defect.
Doorlaatrichting
rood zwart
rood zwart
9DSCDCQ@@HRBG@JDK@@QNOCDONRHSHD^ąh
en druk twee keer op de toets ‚Mode‘ om
de functie ‚Doorgangstest‘ te activeren.
Verbind vervolgens de meetcontacten met
het meetobject. Als doorgang wordt een
meetwaarde van < 150 Ohm herkend,
hetgeen door middel van een akoestisch
signaal wordt bevestigd. Indien geen
meetwaarde, maar ‚O.L‘ op het display
wordt weergegeven, werd het meet-
bereik overschreden of de meetkring
is niet gesloten resp. onderbroken.
roodzwart
Zet voor de stroommeting in
het bereik van 0 tot 200 mA
de draaischakelaar op ‚mA‘
en druk op de toets ‚Mode‘
om de spanningssoort
(AC, DC) in te stellen. Zet
voor de stroommeting in het
bereik van 0 tot 2.000 A
de draaischakelaar op
A‘ en druk op de toets
‚Mode‘ om de spannings-
soort (AC, DC) in te stellen.
MultiMeter-Pocket
23
NL
Schakel de stroomkring uit voordat u het meetapparaat aansluit.
Verbind vervolgens de meetcontacten met het meetobject. De
berekende meetwaarde en de polariteit worden op het display
weergegeven. Schakel de stroomkring opnieuw uit voordat u het
meetapparaat verwijdert.
In het bereik A/mA mogen geen stromen boven 200 mA
worden gemeten! In dit geval wordt de automatische
zekering in het apparaat geactiveerd.
!
De contactloze spanningsdetectie vormt geen vervanging
voor een gebruikelijke spanningstest. Het apparaat herkent
een elektrisch veld en reageert dus ook bij statische oplading.
!
De eenpolige fasetest is niet geschikt voor de controle op
spanningsvrijheid. Hiervoor is een tweepolige fasetest vereist.
!
Spanningslokalisatie, contactloos (AC-warning)
8
Afbeelding H: De in het meetapparaat geïntegreerde spannings-
detector lokaliseert wisselspanningen van 100 V tot 600 V. Ook
bij een uitgeschakeld apparaat kunnen spanningvoerende leidingen
of kabelonderbrekingen worden opgespoord. Beweeg de spannings-
detector langs het meetobject (5 tot 10 mm). Zodra wisselspanning
wordt gelokaliseerd, brandt de weergave.
Zaklampfunctie
9
Houd de dienovereenkomstige toets ingedrukt om de zaklamp in te
schakelen. Het licht schakelt automatisch uit, zodra de toets weer
wordt losgelaten.
Automatische zekering
10
Het meetapparaat is in alle bereiken uitgerust met een elektronische,
automatisch terugzettende zekering en kan onder normale bedrijfs-
omstandigheden verkeerde schakelingen opvangen. Als de elek-
tronische zekering geactiveerd wordt, schakelt u de stroomkring
spanningsvrij en het meetapparaat uit. Verhelp de verkeerde schake-
ling. Na het hernieuwd inschakelen functioneert het apparaat weer
normaal verder.
11
Kalibratie
Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd
worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waar-
borgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren.
Spanningslokalisatie, eenpolige fasecontrole
Verbind de rode meetpunt met de fase- resp. de neutrale geleider.
De rode led brandt dan alleen bij de spanningvoerende fasegeleider.
Deze functie werkt ook in uitgeschakelde toestand. Bij de bepaling
van de buitengeleider door middel van de eenpolige fasetest kan de
weergavefunctie door bepaalde omstandigheden negatief worden
beïnvloed (bijv. bij isolerende veiligheidskleding of op geïsoleerde
standplaatsen).
24
NL
Technische veranderingen voorbehouden. 18W39
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet
volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische
en elektronische apparatuur gescheiden verzameld
en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=ADX
Technische gegevens
Functie Bereik Nauwkeurigheid
DC-spanning
200 mV ± (0,5% rdg + 3 digits)
2.000 V, 20.00 V, 200.0 V
600 V
± (1,2% rdg + 3 digits)
AC-spanning
40 - 400 Hz
2.000 V, 20.00 V ± (1,0% rdg + 8 digits)
200.0 V, 600 V ± (2,3% rdg + 10 digits)
DC-stroom
200.0 A, 2.000 A
± (2,0% rdg + 8 digits)
20.00 mA, 200.0 mA
AC-stroom
200.0 A, 2.000 A
± (2,5% rdg + 10 digits)
20.00 mA, 200.0 mA
Weerstand
ą ± (0,8% rdg + 5 digits)
JąJąJą ± (1,2% rdg + 5 digits)
,ą ± (5,0% rdg + 5 digits)
,ą ± (10,0% rdg + 5 digits)
Max. ingangsspanning 600 V AC/DC
Diodetest
Teststroom max. 1 mA , nullastspanning
van 1,5 V karakteristiek
Doorgangstest JNDRSHRBGRHFM@@K@KRCDVDDQRS@MCąADCQ@@FS
Ingangsweerstand ,ą5#"5 "
Polariteit Voortekens voor negatieve polariteit
LC-display tot 1999 (3 1/2 cijfers)
Zekering mA, A-bereik: 0,2 A/500 V
Overspanning CATIII - 1.000 V
Verontreinigingsgraad 2
Beschermingsklasse IP 64
Werkomstandigheden
-10°C ... 55°C,Luchtvochtigheid max. 80 % rH,
niet-condenserend, Werkhoogte max. 2000 m
Opslagvoorwaarden -10°C ... 60°C, Luchtvochtigheid max. 80 % rH
Spanningsvoorziening 2 x 1,5 V AAA (NEDA24A / IEC LR 03)
Afmetingen: 120 x 55 x 40 mm
Gewicht 145 g
Controlenormen EN 61326, EN 61010-1, EN 61010-2-031
1/46