VOLTCRAFT VC-335 Operating Instructions Manual

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Operating Instructions Manual
77
INHOUDSOPGAVE
Pagina
1. Inleiding ..............................................................................................................................78
2. Bedoeld gebruik ..................................................................................................................79
3. Leveringsomvang ...............................................................................................................80
4. Verklaring van de symbolen ...............................................................................................80
a) Symbolen die voorkomen in de gebruiksaanwijzing .....................................................80
b) Symbolen op het product .............................................................................................81
5. Veiligheidsinstructies ..........................................................................................................82
6. Batterijtips ...........................................................................................................................84
7. Bedieningselementen / symbolen .......................................................................................85
a) Digitale multimetertang .................................................................................................85
b) Symbolen op het LCD-beeldscherm.............................................................................86
8. Batterijen plaatsen / vervangen ..........................................................................................87
a) Batterijen plaatsen ........................................................................................................87
b) Batterijen vervangen ....................................................................................................87
9. Algemene functies ..............................................................................................................88
a) Automatische uitschakeling ..........................................................................................88
b) Verlichting .....................................................................................................................88
10. Meetprocedure ...................................................................................................................89
a) Aan-/uitzetten / meetfunctie kiezen ..............................................................................90
b) HOLD-functie ................................................................................................................90
c) Stroommeting "A" .........................................................................................................90
d) Spanningsmeting "V" ....................................................................................................92
e) Weerstandsmeting ........................................................................................................93
f) Doorgangstest ...............................................................................................................93
g) Diodentest ....................................................................................................................94
h) Capaciteitsmeting .........................................................................................................94
i) Contactloze spanningsdetectie "NCV"...........................................................................95
j) Temperatuurmeting ........................................................................................................96
11. Onderhoud en verzorging ...................................................................................................96
a) Onderhoud ...................................................................................................................96
b) Schoonmaken ..............................................................................................................97
12. Verwijdering ........................................................................................................................97
a) Product .........................................................................................................................97
b) Batterijen ......................................................................................................................97
13. Technische Gegevens ........................................................................................................98
78
1. INLEIDING
Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van een Voltcraft
®
-product. Hiermee heeft u een
uitstekend apparaat in huis gehaald.
Voltcraft
®
- deze naam staat op het gebied van meettechniek, laadtechniek en voedingsspanning
voor onovertroffen kwaliteitsproducten die worden gekenmerkt door gespecialiseerde
vakkundigheid, buitengewone prestaties en permanente innovaties.
Voor ambitieuze elektronica-hobbyisten tot en met professionele gebruikers ligt voor de meest
ingewikkelde taken met een product uit het Voltcraft
®
-assortiment altijd de perfecte oplossing
binnen handbereik. Bovendien bieden wij u de geavanceerde techniek en betrouwbare kwaliteit
van onze Voltcraft
®
-producten tegen een nagenoeg niet te evenaren verhouding van prijs en
prestaties. Daarom scheppen wij de basis voor een duurzame, goede en tevens succesvolle
samenwerking.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe Voltcraft
®
-product!
Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de
betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
79
2. BEDOELD GEBRUIK
Digitale tangmultimeter voor het meten en aangeven van elektrische grootheden op het
gebied van meetcategorieën CAT II tot max. 600 V en CAT III tot max. 300 V ten opzichte van
aardpotentiaal, conform EN 61010-1 en alle lagere categorieën.
Gelijkspannings- en wisselspanningsmetingen tot max. 600 V
Gelijkstroom- en wisselstroommetingen tot max. 200 A
Weerstandsmetingentot20MΩ
Continuïteitstest(≤10Ωakoestisch)
Diodentest
Capaciteitsmetingen tot 20 mF
ContactlozeAC-spanningsdetectie(NCV)≥100-600V/ACenafstand≤8mm
De spanning in de stroommeetkring mag in cat. II niet groter zijn dan 600 V en moet in cat. III
onder de 300 V blijven.
Gebruik het apparaat uitsluitend met het aangegeven batterijtype.
Het product mag niet gebruikt worden in geopende toestand, met geopend batterijvak
of met ontbrekende batterijvakdeksel. Metingen in vochtige ruimten en bij ongunstige
omgevingsomstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omgevingsomstandigheden zijn:
Vocht of hoge luchtvochtigheid, stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, onweer of
onweersomstandigheden, sterke elektrostatische velden, enz.
Gebruik om te meten alleen meetleidingen die afgestemd zijn op de specicaties van het
meetapparaat.
In verband met veiligheid en normering (CE) is het niet toegestaan aanpassingen en/of
wijzigingen aan dit product aan te brengen. Indien het product voor andere doeleinden wordt
gebruikt dan welke hiervoor beschreven zijn, kan het worden beschadigd. Daarnaast brengt
onjuist gebruik gevaren met zich mee zoals kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz. Lees
de gebruiksaanwijzing goed door en bewaar deze goed. Geef het product alleen samen met de
gebruiksaanwijzing door aan derden.
Het product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese richtlijnen.
80
3. LEVERINGSOMVANG
Digitale multimetertang
2 x Veiligheidsmeetleidingen met
afneembare CAT III-afdekkingen
Temperatuursonde met kabel
2 AAA-batterijen
Tas
Gebruiksaanwijzing
Geactualiseerde gebruiksinstructies:
1. Open www.conrad.com/downloads in een browser of scan de
afgebeelde QR-code.
2. Kies het documententype en de taal en vul het
productnummer in het zoekveld in. Nadat u de zoekopdracht
heeft uitgevoerd, kunt u de weergegeven documenten
downloaden.
4. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
a) Symbolen die voorkomen in de gebruiksaanwijzing
Dit symbool wordt gebruikt als er gevaar voor uw gezondheid bestaat bijv. door
elektrische schokken.
Het symbool met het uitroepteken duidt op grote gevaren bij het hanteren, het
gebruik of de bediening van het product.
Het "pijl"-symbool wijst op speciale tips en gebruiksaanwijzingen.
81
b) Symbolen op het product
Symbool Betekenis
Dit product is vervaardigd conform de CE-normen en voldoet aan alle
vereiste Europese richtlijnen.
Het apparaat is vervaardigd conform beschermingsklasse 2 (dubbele
of versterkte isolatie, beschermende isolatie)
Een bliksemschicht in een vierkant geeft aan dat het apparaat gebruikt
kan worden om stroommetingen uit te voeren aan ongeïsoleerde,
gevaarlijke stroomgeleiders en waarschuwt voor mogelijke gevaren.
Gebruik uw persoonlijke beschermingsuitrusting.
CAT II
Meetcategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische
apparaten die met behulp van een netstekker direct zijn aangesloten
op het elektrische net. Tot deze categorie behoren ook alle
lagere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en
stuurspanningen).
CAT III
Meetcategorie III voor metingen aan installaties in gebouwen (bijv.
stopcontacten of groepen). Deze categorie omvat ook alle lagere
categorieën (bijvoorbeeld CAT II voor metingen aan elektrische
apparaten). Het uitvoeren van metingen in CAT III is alleen toegestaan
met behulp van meetsondes met een maximale blootgestelde
contactlengte van 4 mm of meetsondes met afdekkappen.
Aardpotentiaal
Symbool voor capaciteitsmeetbereik
Polariteitsaanduiding (positieve/negatieve aansluiting) voor gelijk-
stroommetingen. De symbolen geven de stroomrichting weer om te
kunnen meten met de juiste polariteit.
Positiemarkeringen voor de stroomgeleider voor juiste
stroommetingen.
82
5. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees de gebruiksaanwijzing goed door en let vooral op de veiligheidsinstructies.
Indien u de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening
in deze gebruiksaanwijzing niet opvolgt, kunnen wij niet aansprakelijk worden
gesteld voor de daardoor ontstane schade aan apparatuur of personen.
Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de garantie.
Het product mag alleen bediend worden door personen die vertrouwd zijn
met de vereiste voorschriften voor metingen en de mogelijke gevaren die met
meten gepaard gaan. Het gebruik van persoonlijke beschermingsuitrusting
wordt aanbevolen.
a) Personen / product
Het product is geen speelgoed. Houd het uit de buurt van kinderen en huisdieren.
Laat het verpakkingsmateriaal niet zo maar liggen omdat dit voor kinderen
gevaarlijk speelgoed kan worden.
Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke
schokken, hoge luchtvochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en
oplosmiddelen.
Stel het product niet bloot aan welke mechanische belasting dan ook.
Als het niet langer mogelijk is het product veilig te gebruiken, stel het dan buiten
bedrijf en zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilig gebruik
kan niet langer worden gegarandeerd als het product:
- zichtbaar is beschadigd,
- niet meer naar behoren werkt,
- gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is bewaard of
- onderhevig is geweest aan ernstige, met vervoer samenhangende belasting.
Behandel het product voorzichtig. Het product kan door schokken, botsingen of
zelfs een val van een geringe hoogte beschadigd worden.
Houd in commerciële instellingen de hand aan de
ongevallenpreventievoorschriften van de betreffende Vereniging voor
Commerciële Beroepsverenigingen voor elektrische installaties en materieel.
In scholen en opleidingsinstellingen, hobby- en doe-het-zelf-werkplaatsen moet
werken met meetapparatuur gebeuren onder toezicht van daartoe opgeleid
personeel.
83
Het product is alleen geschikt voor gebruik in een droge omgeving. Het product
mag niet vochtig of nat worden. Pak om beschadigingen te voorkomen het
product nooit vast met natte handen.
Stel het meetapparaat voor iedere meting in op de gewenste eenheid. Een
foutieve meting kan het product vernielen!
De spanning tussen de aansluitpunten mag niet groter zijn dan de maximaal
toegestane meetspanning.
Voor iedere verandering van het meetbereik/de meetfunctie moet het contact van
de meetsondes met het meetobject verbroken worden.
Wees bijzonder voorzichtig als u werkt met spanningen >25 V wisselstroom
(AC) resp. >35 V gelijkstroom (DC)! Zelfs bij dergelijke spanningen kunt u
een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen bij contact met de elektrische
leidingen.
Controleer voor iedere meting het meetapparaat resp. de meetleidingen
op beschadigingen. Voer nooit een meting uit als de isolatie of het product
anderszins beschadigd is.
Zorg er om elektrische schokken te vermijden voor dat u tijdens het meten de
aansluitingen / de te meten meetpunten niet direct of indirect aanraakt.
Tijdens het meten mag u de meetsondes niet voorbij de voelbare
handgreepmarkeringen vastpakken. Ook mag u het meetapparaat dan niet
aanraken.
Gebruik het product niet in de directe nabijheid van:
- Sterke magnetische of elektromagnetische velden
- Zendmasten of HF-generatoren.
Let er bij iedere meting op dat door de stroomtangsensor geen voorwerpen zoals
bijv. kabels plat worden gedrukt.
Zorg er bij het aansluiten van de meetleidingen altijd voor dat de polariteit juist is.
(Rood = pluspool, zwart = minpool).
Houd bij iedere meting de hand aan de beschrijving van de afbeeldingen in ieder
hoofdstuk. Een foutieve meting kan het product vernielen!
Verwijder voor het aansluiten van de meetleidingen de stofbeschermingsdoppen
van de aansluitbussen. Plaats de doppen na iedere meting terug om te
voorkomen dat de aansluitingen vuil worden.
Houd rekening met alle veiligheidsinstructies die in elk hoofdstuk van deze
gebruiksaanwijzing worden vermeld.
84
b) Verder
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of
het aansluiten van het product.
Laat onderhoud, aanpassingen en reparaties alleen uitvoeren door een vakman
of in een daartoe bevoegde werkplaats.
Als u nog vragen hebt die niet in deze gebruiksaanwijzing zijn beantwoord, neem
dan contact op met onze technische dienst of andere vaklieden.
6. BATTERIJTIPS
Zorg ervoor dat de batterijen met de juiste polariteit in het product worden gelegd.
Verwijder batterijen uit het apparaat als u dat voor langere tijd niet denkt te gebruikt om
beschadiging door lekken te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij
contact met de huid verwondingen opleveren door brandend zuur. Bij het werken met
beschadigde batterijen moet u daarom veiligheidshandschoenen dragen.
Bewaar batterijen buiten bereik van kinderen. Laat batterijen niet rondslingeren omdat ze
door kinderen of huisdieren ingeslikt kunnen worden.
Vervang alle batterijen op hetzelfde moment. Door elkaar gebruiken van oude en nieuwe
batterijen kan leiden tot lekkende batterijen en tot beschadiging van het apparaat.
Batterijen mogen niet uit elkaar gehaald, kortgesloten of verbrand worden. Probeer nooit
niet-oplaadbarebatterijenopteladen.Kansopontplofngen!
85
7. BEDIENINGSELEMENTEN / SYMBOLEN
a) Digitale multimetertang
200A
NCV
A
A
ºFºC
HzV
OFF
HOLD/
ZERO
SELECT
200A AC/DC Mini Clamp Meter
V ºC
Hz
VC-335
CAT II
600V
CAT III
300V
8
9
5
6
7
4
2
1
3
10
11
Nr. Omschrijving
1 Stroomtang
2 NCV-signaalaanduiding
3 Draaischakelaar om de
gewenste meetfunctie te kiezen
4 Toets SELECT
5 LCD-beeldscherm
6 Batterijvak (achterkant)
7 COM-meetbus
8 V-meetbus (VΩ°C
Hz )
9 Toets ZERO
10
Toets HOLD/
11 Hendel om tang te openen
Beeldscherm
NCV ZERO
A
B
M
C
D
G
F E
H
I
J
K
L
86
b) Symbolen op het LCD-beeldscherm
Nr. Symbool Verklaring
A Capaciteit batterij
B Automatische uitschakeling is actief
C -- Aanduiding meetwaarden / minteken
NL ZERO Nulinstelling
E Automatische meetbereikkeuze is actief
F NCV Contactloze herkenning wisselspanning
G HOLD-functie is actief
H Symbool voor akoestische continuïteitscontrole
I Symbool voor diodentest
J DC Gelijkspanning/-stroom
K AC Wisselspanning/-stroom
L TRMS Meting echt kwadratisch gemiddelde
M Ω
kΩ,MΩ
Hz
V
mV
A
mA,μA
nF
μF
mF
C
F
Ohm (eenheid van elektrische weerstand)
Kilo-ohm (exp.3), mega-ohm (exp.6)
Hertz (eenheid van elektrische frequentie)
Volt (Eenheid van elektrische spanning)
Millivolt (exp.–3)
Ampère (eenheid voor elektrische stroom),
Milliampère (exp.–3), Microampère (exp.–6)
Nanofarad (exp–9; eenheid van elektrische capaciteit)
Microfarad (exp.–6)
Millifarad (exp.-3)
Celsius (temperatuureenheid)
Fahrenheit (temperatuureenheid)
87
8. BATTERIJEN PLAATSEN / VERVANGEN
a) Batterijen plaatsen
Bij aevering bevat het product normaalgesproken geen batterijen. Volg de hierna
beschreven stappen om het product in gebruik te nemen.
Gebruik van accu's wordt in verband met hun lagere spanning afgeraden.
1. Zet de draaischakelaar (3) op stand OFF. Zorg dat de digitale tangmultimeter geen contact
maakt met welk meetobject dan ook.
2. Leg het product op zijn kop op een zacht oppervlak om te voorkomen dat er krassen
kunnen ontstaan.
3. Draai met een geschikte kruiskopschroevendraaier de sluitschroef van het
batterijvakdeksel (6) zover los dat u het deksel kunt verwijderen. De schroef blijft in het
batterijvakdeksel zitten.
4. Verwijder de verbruikte batterijen en gooi die op milieuvriendelijke wijze weg. Raadpleeg
hiervoor hoofdstuk "12. Verwijdering".
5. Leg twee nieuwe AAA-batterijen, rekening houdend met de erop aangegeven
polariteitsaanduidingen, in de batterijsleuven (Afb. 1).
6. Plaats het batterijvakdeksel terug (houd rekening met het lipje) en draai de schroef vast.
Gebruik niet teveel kracht bij het vastdraaien van de schroef.
AAA 1.5 V
AAA 1.5 V
Afb. 1
b) Batterijen vervangen
De batterijen moeten vervangen worden als
- op het LCD-beeldscherm (5) het symbool < > (A) oplicht.
- de achtergrondverlichting nog slechts zwak of helemaal niet meer brandt.
Vervang de batterijen zo snel mogelijk zoals in alinea "a) Batterijen plaatsen" beschreven is.
Brandt bij het aanzetten alleen het symbool < >, vervang de batterijen dan onmiddellijk.
88
9. ALGEMENE FUNCTIES
a) Automatische uitschakeling
Het product schakelt zichzelf na 15 minuten automatisch uit als geen toets of
draaischakelaar meer gebruikt is. Dit spaart batterijen en verlengt de gebruiksduur.
Een minuut voordat de digitale tangmultimeter zichzelf uitzet, hoort u 5 pieptonen. Kort
voordat het product zichzelf echt uitzet, hoort u een langere pieptoon.
Als de automatische uitschakeling geactiveerd is, ziet u het symbool < > (B) op het
beeldscherm.
Om het product weer aan te zetten nadat het zichzelf heeft uitgeschakeld, drukt u op
willekeurig welke toets. U kunt ook de draaischakelaar in stand OFF zetten en dan opnieuw
de gewenste meetfunctie kiezen.
U kunt de automatische uitschakelfunctie uitzetten. Ga daarvoor als volgt te werk:
- Zet de digitale tangmultimeter uit.
- Houd toets SELECT (4) ingedrukt en zet de draaischakelaar (3) van stand OFF op een
meetfunctie. U hoort 5 pieptonen en het symbool < > is niet langer zichtbaar op het
beeldscherm.
Als de automatische uitschakeling gedeactiveerd is, hoort u om de 15 minuten
5 pieptonen.
De volgende keer dat het apparaat aan- en uitgezet wordt, wordt de automatische
uitschakeling weer geactiveerd.
b) Verlichting
VooreenbetereaeesbaarheidvanhetLCD-schermheeftdedigitaletangmultimeter
achtergrondverlichting.
Zet de achtergrondverlichting aan door toets HOLD/ (10) voor ca. 2 seconden ingedrukt
te houden. De verlichting schakelt zichzelf na 15 seconden automatisch uit.
Als de achtergrondverlichting voordat de 15 seconden zijn verstreken uit mocht gaan, houd
dan toets HOLD/ ca. 2 seconden lang ingedrukt.
89
10. MEETPROCEDURE
Overschrijd nooit de maximaal toegestane invoerwaarden. Raak geen
schakelingen of delen daarvan aan als daarop hogere spanningen kunnen
staan dan ofwel 30 V/ACrms of 42 V/AC (piek) dan wel 60 V/DC. Levensgevaar!
De max. toegestane spanning in de stroommeetkring ten opzichte van
aardpotentiaal mag in cat. II niet groter zijn dan 600 V en moet in cat. III onder
de 300 V blijven.
Controleer voor het meten altijd alle verbonden meetkabels op beschadigingen
(bijv. scheuren, barsten of kneuzingen). Gebruik de meetsnoeren niet langer in
geval van waarneembare schade! Levensgevaar!
Grijp tijdens het meten niet voorbij de voelbare handgreepmarkeringen op de
meetsondes.
Verbind nooit meer dan de twee meetkabels, die voor het meten nodig
zijn, met het apparaat. Ontkoppel wanneer u stroommetingen uitvoert uit
veiligheidsoverwegingen alle meetkabels die u niet nodig heeft, van het
apparaat .
Het meten van stroomkringen >30 V/AC en >60 V/DC mag alleen worden
uitgevoerd door vakmensen en personen die vertrouwd zijn met de geldende
meetvoorschriften en alle daaruit voortvloeiende mogelijke gevaren.
Houd voor uw eigen veiligheid rekening met alle relevante veiligheidsinstructies,
voorschriften en veiligheidsmaatregelen.
De meetwaarden worden op het LCD-scherm (5) van de digitale tangmultimeter weergegeven.
Het beeld van de meetwaarde van de digitale tangmultimeter bestaat uit 2000 counts
(count = kleinste beeldeenheid). De polariteit wordt voor negatieve waarden automatisch met
het teken (-) weergegeven.
Zodra < OL > (voor "Overload" = overbelasting) op het LCD-scherm verschijnt, heeft u
het meetbereik overschreden.
Er bevinden zich beschermende transportkappen in de meegeleverde schuine stekkers
van de meetsnoeren. Verwijder deze voordat u de stekkers in de meetbussen steekt.
90
a) Aan-/uitzetten / meetfunctie kiezen
Het product is uitgezet als de draaischakelaar (3) in stand
OFF staat (Afb. 2). Schakel het product na de meting uit.
Kies de aparte meetfuncties met behulp van de
draaischakelaar uit. De automatische bereikskeuze is bij een
aantal meetfuncties actief. In zo'n geval wordt het passende
meetbereik altijd automatisch ingesteld. Op het LCD-scherm
verschijnt (E).
Belangrijk! Zorg er voor iedere meting voor dat u de
juiste meetfunctie hebt ingesteld. De keuze van de juiste meetfunctie moet geschieden
voordat u contact maakt met het te meten object.
b) HOLD-functie
De HOLD-functie houdt de op dat moment weergegeven meetwaarde vast die op het LCD-
scherm staat zodat deze in alle rust kan worden afgelezen of geprotocolleerd.
Om de HOLD-functie in te schakelen drukt u op toets HOLD/ (10); een signaaltoon
bevestigt dat u gedrukt hebt en het wordt (G) op het beeldscherm getoond.
Om de HOLD-functie uit te zetten drukt u opnieuw de toets HOLD/ of wisselt u van
meetfunctie.
c) Stroommeting "A"
De multimeter is voorzien van een opvouwbare stroomtang (1) voor contactloze stroommetingen.
De sensoren in de tang detecteren het magnetisch veld rond de geleiders waar een stroom
doorheen loopt.
Zorg ervoor dat de stroomdraad altijd middendoor de stroomtang loopt (hulpmarkeringen
met pijl volgen) en de tang altijd gesloten is.
Klem met de stroomtang altijd slechts één kabel per keer.
Meten van wisselstroom (A )
1. Zet het product met de draaischakelaar (3) aan en kies de meetfunctie
A
. Op het LCD-
scherm verschijnt < AC > en < A >.
2. De aanduiding wordt als de tang gesloten is automatisch op nul gezet.
Afb. 2
ºFºC
Hz
V
91
3. Druk op de tangopeningshendel (11) om de stroomtang te openen. Omvat de te meten
individuele stroomgeleider vast en sluit de tang weer. Plaats de stroomgeleider midden
tussen beide pijlmarkeringen op de tang.
4. De gemeten stroom wordt weergegeven op het LCD-scherm. Valt de meetwaarde buiten
het meetbereik (200 A) dan hoort u pieptonen.
5. Verwijder na het einde van de meting de digitale tangmultimeter van het meetobject en
schakel het product uit.
Meten van gelijkstroom (A )
Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie
A
. Op het LCD-
scherm verschijnt < DC > en < A >.
Door de hoge gevoeligheid en het omringend magnetisch
veld (i.e. het magnetisch veld van de Aarde, etc.) wordt in het
gelijkstroom-meetbereik, zelfs als de tang gesloten is, altijd
een lage stroomsterkte op het beeldscherm aangegeven. Zet
direct voor iedere meting of wanneer van stroomkabel wordt
gewisseld, de weergave handmatig op nul.
Voer een nulkalibratie uit zonder de geleider en met de tang
gesloten. Druk daartoe kort op toets ZERO (9). Een pieptoon
en de aanduiding < ZERO > (D) op het LCD-beeldscherm
bevestigen de nulkalibratie. Iedere keer als u op toets ZERO
drukt, wordt een nieuwe nulkalibratie uitgevoerd. Om deze functie te deactiveren moet
u toets ZERO ca. 2 seconden lang ingedrukt houden. Het symbool < ZERO > dooft. Het
apparaat bevindt zich dan weer in de normale meetmodus zonder nulkalibratie.
Besteed voor een gelijkstroommeting aandacht aan de juiste polariteit van de tang. De
polariteitssymbolen / ziet u aan de voor- en achterkant van de stroomtang. Bij een
correcte aansluiting moet de kabel van de stroombron (+) van voren door de stroomtang
naar het elektrische verbruiksapparaat lopen (Afb. 3).
Druk op de tangopeningshendel (11) om de stroomtang te openen. Omvat de te meten
individuele stroomgeleider vast en sluit de tang weer. Plaats de stroomgeleider in het
midden van de twee driehoekige positiesymbolen op de tang.
De gemeten waarde wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Zodra bij het meten van gelijkstroom een minteken "-" voor de gemeten waarde
verschijnt, loopt de stroom in tegengestelde richting (of is de stroomtang omgedraaid).
Verwijder na het einde van de meting de digitale tangmultimeter van het meetobject en
schakel het product uit.
200A
NCV
A
A
ºFºC
HzV
OFF
HOLD/
ZERO
SELECT
200A AC/DC Mini Clamp Meter
V ºC
Hz
VC-335
CAT II
600V
CAT III
300V
Verbruiker
Stroombron
Afb. 3
92
d) Spanningsmeting "V"
Meten van wisselspanning "AC" (Hz V )
1. Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de
meetfunctie Hz V
. Op het LCD-scherm verschijnt < AC >
en < V >.
2. Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte
meetleiding in de COM-meetbus (7) (Afb. 4).
3. Verbind dan de meetsondes met het meetobject (generator,
netspanning).
4. De gemeten waarde wordt weergegeven op het LCD-
scherm.
In het spanningsbereik "V DC/AC" wordt gewerkt met een
ingangsweerstandvan≥10MOhm.
5. Verwijder na het einde van de meting de digitale
tangmultimeter van het meetobject en schakel het product
uit.
Meten van gelijkspanning "DC" (Hz V )
Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Hz
V
.
Druk even
op toets
SELECT (4) om over te schakelen naar het DC-meetbereik.
Op het LCD-scherm
verschijnt < DC > en < mV >.
Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COM-
meetbus (7).
Verbind dan de meetsondes met het meetobject (batterij, stroomkring, etc.). De rode
meetsonde is de positieve pool, de zwarte sonde is de negatieve pool.
Op het beeldscherm verschijnt de actuele meetwaarde samen met de polariteit.
Als in een gelijkspanningsmeting een minteken “-“ voor de meting staat, is de gemeten
spanning negatief (of zijn de meetkabels verwisseld).
In het spanningsbereik "V DC/AC" wordt gewerkt met een ingangsweerstand van
≥10MOhm.
Verwijder na het einde van de meting de digitale tangmultimeter van het meetobject en
schakel het product uit.
200A
NCV
A
A
ºFºC
HzV
OFF
HOLD/
ZERO
SELECT
200A AC/DC Mini Clamp Meter
V ºC
Hz
VC-335
CAT II
600V
CAT III
300V
Afb. 4
93
e) Weerstandsmeting
Vergewis uzelf ervan dat alle te meten stroomkringonderdelen, schakelingen
en bouwelementen zowel als alle andere meetobjecten absoluut spanningsloos
en ontladen zijn.
Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie
.
Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COM-
meetbus (7).
Controleer de meetkabels op continuïteit door de meetsondes met elkaar te verbinden. Het
apparaat dient een weerstandswaarde van circa 0 – 1,5 ohm aan te geven (eigenweerstand
van de meetkabels).
Verbind dan de meetsondes met het meetobject. De gemeten waarde wordt, vooropgesteld
dat het te meten object niet een een zeer hoge weerstand heeft of onderbroken is, op
het LCD-beeldscherm weergegeven. Wacht tot de waarde op het beeldscherm zich heeft
gestabiliseerd. In geval van een weerstand >1 MOhm kan dit enkele seconden duren.
Verwijder na het einde van de meting de meetleidingen van het meetobject en schakel de
digitale tangmultimeter uit.
Zorg er bij het uitvoeren van weerstandsmetingen voor dat de meetpunten waarmee u
met de meetsondes contact maakt, vrij zijn van vuil, olie, soldeerlak en dergelijke. Dit zou
kunnen leiden tot onjuiste meetresultaten.
f) Doorgangstest
Vergewis uzelf ervan dat alle te meten stroomkringonderdelen, schakelingen
en bouwelementen zowel als alle andere meetobjecten absoluut spanningsloos
en ontladen zijn.
Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Ω. Druk de
toets SELECT (4) om van meetfunctie te veranderen. Op het LCD-scherm verschijnt het
symbool voor de doorgangstest (H). Door nogmaals op de toets te drukken schakelt u
door naar de volgende meetfunctie, etc.
Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COM-
meetbus (7).
Alseendoorgangswaardevan≥150Ohmwordtherkend,hoortueenpieptoon.Bij
onbelemmerdedoorgangwordteenmeetwaardevanongeveer≤10Ohmherkendenklinkt
een continue pieptoon.
Zodra < OL > (voor Overload = overbelasting) op het LCD-scherm verschijnt, bent u buiten
het meetbereik gekomen of is het meetcircuit onderbroken.
94
Verwijder na het einde van de meting de meetleidingen van het meetobject en schakel de
digitale tangmultimeter uit.
g) Diodentest
Vergewis uzelf ervan dat alle te meten stroomkringonderdelen, schakelingen
en bouwelementen zowel als alle andere meetobjecten absoluut spanningsloos
en ontladen zijn.
Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Ω. Druk op
toets SELECT (4) tot op het LCD-scherm het symbool voor de diodentest (K) verschijnt.
Door nogmaals op de toets te drukken schakelt u door naar de volgende meetfunctie, etc.
Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COM-
meetbus (7).
Controleer de meetkabels op continuïteit door de meetsondes met elkaar te verbinden. Het
apparaat dient een waarde van circa 0,000 V te registreren.
Verbind dan de meetsondes met het meetobject (diode).
Op het LCD-scherm wordt de voorwaartse spanning in volt (V) getoond. Is < OL > te zien
dan wordt de diode in de sperrichting (UR) gemeten of is de diode defect (onderbreking).
Voer ter controle een tegenpolige meting uit.
Verwijder na het einde van de meting de meetleidingen van het meetobject en schakel de
digitale tangmultimeter uit.
h) Capaciteitsmeting
Vergewis uzelf ervan dat alle te meten stroomkringonderdelen, schakelingen
en bouwelementen zowel als alle andere meetobjecten absoluut spanningsloos
en ontladen zijn.
Houd bij elektrolytische condensatoren absoluut rekening met de juiste
polariteit.
Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Ω. Druk op
toets SELECT (4) tot op het LCD-scherm < n > en < F > te zien is. Door nogmaals op de
toets te drukken schakelt u door naar de volgende meetfunctie, etc.
Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COM-
meetbus (7).
Door de grote gevoeligheid van de meetingang kan bij "open" meetleidingen op het LCD-
scherm een geringe waarde worden aangegeven.
95
Verbind vervolgens beide meetsondes (rood = positieve pool / zwart = negatieve pool) met
het meetobject (condensator). Het display geeft na een korte periode de capaciteit weer.
Wacht tot de waarde op het beeldscherm zich heeft gestabiliseerd.
Hetisaantebevelenbijcapaciteitsmetingen≤1µFeennulkalibratieuittevoeren.Druk
daartoe kort op toets ZERO (9). Een pieptoon en de aanduiding < ZERO > op het LCD-
beeldscherm bevestigen de nulkalibratie. Iedere keer als u op toets ZERO drukt, wordt een
nieuwe nulkalibratie uitgevoerd. Om deze functie te deactiveren moet u toets ZERO ca.
2 seconden lang ingedrukt houden. Het symbool < ZERO > dooft. Het apparaat bevindt zich
dan weer in de normale meetmodus zonder nulkalibratie.
Zodra < OL > (voor Overload = overbelasting) op het LCD-scherm verschijnt, bent u buiten
het meetbereik gekomen of is het meetcircuit onderbroken.
Verwijder na het einde van de meting de meetleidingen van het meetobject en schakel de
digitale tangmultimeter uit.
i) Contactloze spanningsdetectie "NCV"
De spanningsdetector dient alleen voor snelle tests en vervangt in geen geval
een contactspanningsmeting. Deze methode is niet toegestaan voor het
vaststellen van spanningsloosheid zodat bepaald werk uitgevoerd kan
worden.
De NCV-functie (Non-Contact-Voltage-Detection = contactloze spanningsdetectie) wordt
gebruikt om contactloos te bepalen of er wisselspanning op geleiders staat. De NCV-sensor is
aangebracht aan de punt van de tang.
Test de NCV-functie eerst op een bekende AC-spanningsbron om foutieve metingen te
vermijden. Verkeerde metingen kunnen een risico op elektrische schokken opleveren.
Ga daarvoor als volgt te werk:
Zet de draaischakelaar (3) op stand NCV.
Breng de NCV-sensor zo dicht mogelijk in de buurt van een geleider. De afstand mag
hooguit 8 mm zijn.
- Bijwisselspanning≤100V/AClicht<EF > op op het LCD-scherm.
- Bij wisselspanning >100 V/AC verschijnt een signaalsterkte groter dan 4 streepjes
"――――".OokzijnerpieptonentehorenendeNCV-signaalaanduiding(2)knippert.
Door de grote gevoeligheid van de NCV-sensor kan de NCV-signaalaanduiding ook bij
statische ladingen gaan branden. Dit is normaal en wijst niet op een storing.
96
j) Temperatuurmeting
De draadtemperatuursensor is alleen bestemd voor het meten van
temperaturen. Vermijd koste wat het kost contact van de temperatuursensor
met onderdelen waar spanning op staat of stroom doorheen loopt. Kans op
kortsluiting!
Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie °F°C . Druk op toets
SELECT (4) tot op het LCD-scherm < C > (Celsius) of < F > (Fahrenheit) te zien is.
Steek de gele stekker met de markering TEMP + in de V-meetbus (8) en die met de
markering COM – in de COM-meetbus (7).
De meegeleverde draadtemperatuursensor is alleen geschikt voor temperaturen tot max.
230 °C / 446 °F.
Verbreek na het einde van de meting het contact van de temperatuursensor met het
meetobject en schakel het product uit.
11. ONDERHOUD EN VERZORGING
Ontkoppel de aangesloten kabels van het meetapparaat en van alle
meetobjecten voordat reiniging en onderhoud worden uitgevoerd.
Zet de digitale tangmultimeter uit.
a) Onderhoud
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de
meetleidingen bijv. op beschadigingen van de behuizing resp. kneuzingen, etc.
Het openen van afdekkingen op het product of het verwijderen van onderdelen
– tenzij dit met de hand mogelijk is – kan componenten onder spanning
blootleggen.
De digitale tangmultimeter is, met uitzondering van het vervangen van de batterijen,
onderhoudsvrij.
In het product bevinden zich geen onderdelen die door u onderhouden moeten worden,
open het dus nooit (met uitzondering van de in deze gebruiksaanwijzing beschreven
procedure voor het plaatsen/vervangen van de batterijen).
Laat onderhoud of reparaties alleen door een vakman of een erkende reparatiewerkplaats
uitvoeren.
97
b) Schoonmaken
Maak het apparaat niet schoon met schuurmiddelen, benzine, alcohol en gelijksoortige
middelen. Daardoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast.
Gebruik voor het schoonmaken ook geen werktuigen met scherpe kanten,
schroevendraaiers of metalen borstels.
Maak de digitale tangmultimeter en de meetleidingen altijd schoon met een schoon, pluisvrij,
antistatisch en enigszins vochtig doekje. Laat het apparaat volledig drogen voordat u het
voor de volgende meting gaat gebruiken.
12. VERWIJDERING
a) Product
Elektronische apparaten bevatten waardevolle stoffen en horen niet bij het huisvuil.
Gooi het product aan het einde van zijn gebruiksduur weg volgens de geldende
wettelijke bepalingen.
Verwijder evt. geplaatste batterijen en gooi deze afzonderlijk van het product weg.
b) Batterijen
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen in
te leveren; weggooien met het huisvuil is niet toegestaan.
Batterijen die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand
symbool. Deze mogen niet met het huisvuil worden afgevoerd. Aanduidingen voor de
zware metalen, waar het hier om gaat, zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood (de
aanduiding staat op de batterijen bijv. onder het links afgebeelde vuilnisbaksymbool).
Ukuntverbruiktebatterijengratisafgevenbijdeverzamelpuntenvanuwgemeente,onzelialen
of overal waar batterijen worden verkocht.
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu.
98
13. TECHNISCHE GEGEVENS
Stroomvoorziening ................................2 x AAA-batterij
Stromverbruik .......................................max. 11 mA
Meetcategorie .......................................CAT II 600 V, CAT III 300 V
Uitschakelfunctie ..................................na 15 minuten
Bekopening stroomtang ........................max. 17 mm
LCD-beeldscherm .................................max. 2000 counts (pixels)
Gebruikstemperatuur ............................0 tot +40 °C
Luchtvochtigheid bij gebruik ................. <75 % rel. luchtvochtigheid (0 tot +30 °C),
<50 % rel. luchtvochtigheid (+30 tot +40 °C)
Opslagtemperatuur ...............................-10 tot +50 °C
Luchtvochtigheid tijdens opslag: ........... <75 % rel. luchtvochtigheid (-10 tot +30 °C),
<50 % rel. luchtvochtigheid (+30 tot +50 °C)
Gebruikshoogte ....................................max. 2000 m
Afmetingen (B x H x D) .........................ca. 60 x 175 x 34 mm
Gewicht .................................................ca. 152 g (zonder batterijen)
Meettolerantie
Opgavevandenauwkeurigheidin±(%deaezing+weergavefoutincounts=aantalvande
kleinste getallen). De nauwkeurigheid geldt bij een temperatuur van +23 °C (± 5 °C) en bij een
rel.luchtvochtigheidvan≤75%,nietcondenserend.
Wisselstroom
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
20,00 A 0,01 A ± (2,5 % + 8)
200,0 A 0,1 A ± (2,5 % + 8)
Overbelastingsbeveiliging: 200 A; Frequentiebereik: 50 - 60 Hz; TrueRMS
Amplitudefactor (Crest Factor = CF): CF 1,0 - 2,0: + 3 % afwijking
CF 2,0 - 2,5: + 5 % afwijking
CF 2,5 - 3,0: + 7 % afwijking
99
Gelijkstroom
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
20,00 A 0,01 A ± (2 % + 3)
200,0 A 0,1 A ± (2 % + 3)
Overbelastingsbeveiliging: 200 A
Gelijkstroomnauwkeurigheid: Na gedane gelijkstroomnulstelling (ZERO)
Wisselspanning
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
2,000 V 0,001 V ± (1,0 % + 3)
20,00 V 0,01 V
200,0 V 0,1 V ± (1,0 % + 3)
600 V 1 V ± (1,2 % + 3)
Frequentiebereik:45-400Hz;Overbelastingsbeveiliging:600V;Impedantie:10MΩ
Amplitudefactor (Crest Factor = CF): CF 1,0 - 2,0: + 3 % afwijking
CF 2,0 - 2,5: + 5 % afwijking
CF 2,5 - 3,0: + 7 % afwijking
Gelijkspanning
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
200,0 mV 0,1 mV ± (1 % + 8)
2,000 V 0,001 V
± (0,7 % + 3)
20,00 V 0,01 V
200,0 V 0,1 V
600 V 1 V
Overbelastingsbeveiliging:600V;Impedantie:10MΩ
100
Weerstand
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
200,0Ω 0,1Ω
± (1,0 % + 2)
2,000kΩ 0,001kΩ
20,00kΩ 0,01kΩ
200,0kΩ 0,1kΩ
2,000MΩ 0,001MΩ ± (1,2 % + 3)
20,00MΩ 0,01MΩ ± (1,5 % + 5)
Overbelastingsbeveiliging: 600 V
Capaciteit
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
2,000 nF 0,001 nF ± (4 % + 10)
20,00 nF 0,01 nF
± (4 % + 5)
200,0 nF 0,1 nF
2,000µF 0,001µF
20,00µF 0,01µF
200,0µF 0,1µF
2,000 mF 0,001 mF ± 10 %
20,00 mF 0,01 mF ± 10 %
Overbelastingsbeveiliging: 600 V
Temperatuur
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
-40 tot 0 °C
1 °C
± 3
>0 tot +100 °C ± (1,0 % + 3)
>100 tot +1000 °C ± (2,0 % + 3)
-40 tot +32 °F
1 °F
± 5
>32 tot +212 °F ± (1,5 % + 5)
>212 tot +1832 °F ± (2,5 % + 5)
Impressum
Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
AlleRechteeinschließlichÜbersetzungvorbehalten.ReproduktionenjederArt,z.B. Fotokopie,Mikroverlmung,oderdie
Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers.
Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung.
© Copyright 2016 by Conrad Electronic SE.
Legal Notice
This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Allrightsincludingtranslationreserved.Reproductionbyanymethod,e.g.photocopy,microlming,orthecaptureinelectronic
data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication
represent the technical status at the time of printing.
© Copyright 2016 by Conrad Electronic SE.
Information légales
Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Tousdroitsréservés,ycomprisdetraduction.Toutereproduction,quellequ‘ellesoit(p.ex.photocopie,microlm,saisiedans
des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même
par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse.
© Copyright 2016 par Conrad Electronic SE.
Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie,
microverlmingofderegistratieinelektronischegegevensverwerkingsapparatuur,vereisendeschriftelijketoestemmingvan
de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2016 by Conrad Electronic SE. V2_0616_02–HK

Documenttranscriptie

INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Pagina Inleiding...............................................................................................................................78 Bedoeld gebruik...................................................................................................................79 Leveringsomvang................................................................................................................80 Verklaring van de symbolen................................................................................................80 a) .Symbolen die voorkomen in de gebruiksaanwijzing......................................................80 b) .Symbolen op het product..............................................................................................81 Veiligheidsinstructies...........................................................................................................82 Batterijtips............................................................................................................................84 Bedieningselementen / symbolen........................................................................................85 a) .Digitale multimetertang..................................................................................................85 b) .Symbolen op het LCD-beeldscherm.............................................................................86 Batterijen plaatsen / vervangen...........................................................................................87 a) .Batterijen plaatsen.........................................................................................................87 b) .Batterijen vervangen.....................................................................................................87 Algemene functies...............................................................................................................88 a) .Automatische uitschakeling...........................................................................................88 b) .Verlichting......................................................................................................................88 Meetprocedure....................................................................................................................89 a) .Aan-/uitzetten / meetfunctie kiezen...............................................................................90 b) .HOLD-functie.................................................................................................................90 c) .Stroommeting "A"..........................................................................................................90 d) .Spanningsmeting "V".....................................................................................................92 e) .Weerstandsmeting.........................................................................................................93 f) .Doorgangstest................................................................................................................93 g) .Diodentest.....................................................................................................................94 h) .Capaciteitsmeting..........................................................................................................94 i) .Contactloze spanningsdetectie "NCV"...........................................................................95 j) .Temperatuurmeting.........................................................................................................96 Onderhoud en verzorging....................................................................................................96 a) .Onderhoud....................................................................................................................96 b) .Schoonmaken...............................................................................................................97 Verwijdering.........................................................................................................................97 a) .Product..........................................................................................................................97 b) .Batterijen.......................................................................................................................97 Technische Gegevens.........................................................................................................98 77 1. INLEIDING Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van een Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in huis gehaald. Voltcraft® - deze naam staat op het gebied van meettechniek, laadtechniek en voedingsspanning voor onovertroffen kwaliteitsproducten die worden gekenmerkt door gespecialiseerde vakkundigheid, buitengewone prestaties en permanente innovaties. Voor ambitieuze elektronica-hobbyisten tot en met professionele gebruikers ligt voor de meest ingewikkelde taken met een product uit het Voltcraft®-assortiment altijd de perfecte oplossing binnen handbereik. Bovendien bieden wij u de geavanceerde techniek en betrouwbare kwaliteit van onze Voltcraft®-producten tegen een nagenoeg niet te evenaren verhouding van prijs en prestaties. Daarom scheppen wij de basis voor een duurzame, goede en tevens succesvolle samenwerking. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden. Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 78 2. BEDOELD GEBRUIK Digitale tangmultimeter voor het meten en aangeven van elektrische grootheden op het gebied van meetcategorieën CAT II tot max. 600 V en CAT III tot max. 300 V ten opzichte van aardpotentiaal, conform EN 61010-1 en alle lagere categorieën. • Gelijkspannings- en wisselspanningsmetingen tot max. 600 V • Gelijkstroom- en wisselstroommetingen tot max. 200 A • Weerstandsmetingen tot 20 MΩ • Continuïteitstest ( ≤10 Ω akoestisch) • Diodentest • Capaciteitsmetingen tot 20 mF • Contactloze AC-spanningsdetectie (NCV) ≥100 - 600 V/AC en afstand ≤8 mm De spanning in de stroommeetkring mag in cat. II niet groter zijn dan 600 V en moet in cat. III onder de 300 V blijven. Gebruik het apparaat uitsluitend met het aangegeven batterijtype. Het product mag niet gebruikt worden in geopende toestand, met geopend batterijvak of met ontbrekende batterijvakdeksel. Metingen in vochtige ruimten en bij ongunstige omgevingsomstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omgevingsomstandigheden zijn: Vocht of hoge luchtvochtigheid, stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, onweer of onweersomstandigheden, sterke elektrostatische velden, enz. Gebruik om te meten alleen meetleidingen die afgestemd zijn op de specificaties van het meetapparaat. In verband met veiligheid en normering (CE) is het niet toegestaan aanpassingen en/of wijzigingen aan dit product aan te brengen. Indien het product voor andere doeleinden wordt gebruikt dan welke hiervoor beschreven zijn, kan het worden beschadigd. Daarnaast brengt onjuist gebruik gevaren met zich mee zoals kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz. Lees de gebruiksaanwijzing goed door en bewaar deze goed. Geef het product alleen samen met de gebruiksaanwijzing door aan derden. Het product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese richtlijnen. 79 3. LEVERINGSOMVANG • Digitale multimetertang • 2 AAA-batterijen • 2 x Veiligheidsmeetleidingen met afneembare CAT III-afdekkingen • Tas • Temperatuursonde met kabel • Gebruiksaanwijzing Geactualiseerde gebruiksinstructies: 1. Open www.conrad.com/downloads in een browser of scan de afgebeelde QR-code. 2. Kies het documententype en de taal en vul het productnummer in het zoekveld in. Nadat u de zoekopdracht heeft uitgevoerd, kunt u de weergegeven documenten downloaden. 4. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN a) Symbolen die voorkomen in de gebruiksaanwijzing Dit symbool wordt gebruikt als er gevaar voor uw gezondheid bestaat bijv. door elektrische schokken. Het symbool met het uitroepteken duidt op grote gevaren bij het hanteren, het gebruik of de bediening van het product. Het "pijl"-symbool wijst op speciale tips en gebruiksaanwijzingen. 80 b) Symbolen op het product Symbool Betekenis Dit product is vervaardigd conform de CE-normen en voldoet aan alle vereiste Europese richtlijnen. Het apparaat is vervaardigd conform beschermingsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie, beschermende isolatie) Een bliksemschicht in een vierkant geeft aan dat het apparaat gebruikt kan worden om stroommetingen uit te voeren aan ongeïsoleerde, gevaarlijke stroomgeleiders en waarschuwt voor mogelijke gevaren. Gebruik uw persoonlijke beschermingsuitrusting. CAT II Meetcategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die met behulp van een netstekker direct zijn aangesloten op het elektrische net. Tot deze categorie behoren ook alle lagere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen). CAT III Meetcategorie III voor metingen aan installaties in gebouwen (bijv. stopcontacten of groepen). Deze categorie omvat ook alle lagere categorieën (bijvoorbeeld CAT II voor metingen aan elektrische apparaten). Het uitvoeren van metingen in CAT III is alleen toegestaan met behulp van meetsondes met een maximale blootgestelde contactlengte van 4 mm of meetsondes met afdekkappen. Aardpotentiaal Symbool voor capaciteitsmeetbereik Polariteitsaanduiding (positieve/negatieve aansluiting) voor gelijkstroommetingen. De symbolen geven de stroomrichting weer om te kunnen meten met de juiste polariteit. Positiemarkeringen stroommetingen. voor de stroomgeleider voor juiste 81 5. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Lees de gebruiksaanwijzing goed door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien u de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet opvolgt, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade aan apparatuur of personen. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de garantie. Het product mag alleen bediend worden door personen die vertrouwd zijn met de vereiste voorschriften voor metingen en de mogelijke gevaren die met meten gepaard gaan. Het gebruik van persoonlijke beschermingsuitrusting wordt aanbevolen. a) Personen / product • Het product is geen speelgoed. Houd het uit de buurt van kinderen en huisdieren. • Laat het verpakkingsmateriaal niet zo maar liggen omdat dit voor kinderen gevaarlijk speelgoed kan worden. • Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, hoge luchtvochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen. • Stel het product niet bloot aan welke mechanische belasting dan ook. • Als het niet langer mogelijk is het product veilig te gebruiken, stel het dan buiten bedrijf en zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilig gebruik kan niet langer worden gegarandeerd als het product: -- zichtbaar is beschadigd, -- niet meer naar behoren werkt, -- gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is bewaard of -- onderhevig is geweest aan ernstige, met vervoer samenhangende belasting. • Behandel het product voorzichtig. Het product kan door schokken, botsingen of zelfs een val van een geringe hoogte beschadigd worden. • Houd in commerciële instellingen de hand aan de ongevallenpreventievoorschriften van de betreffende Vereniging voor Commerciële Beroepsverenigingen voor elektrische installaties en materieel. • In scholen en opleidingsinstellingen, hobby- en doe-het-zelf-werkplaatsen moet werken met meetapparatuur gebeuren onder toezicht van daartoe opgeleid personeel. 82 • Het product is alleen geschikt voor gebruik in een droge omgeving. Het product mag niet vochtig of nat worden. Pak om beschadigingen te voorkomen het product nooit vast met natte handen. • Stel het meetapparaat voor iedere meting in op de gewenste eenheid. Een foutieve meting kan het product vernielen! • De spanning tussen de aansluitpunten mag niet groter zijn dan de maximaal toegestane meetspanning. • Voor iedere verandering van het meetbereik/de meetfunctie moet het contact van de meetsondes met het meetobject verbroken worden. • Wees bijzonder voorzichtig als u werkt met spanningen >25 V wisselstroom (AC) resp. >35 V gelijkstroom (DC)! Zelfs bij dergelijke spanningen kunt u een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen bij contact met de elektrische leidingen. • Controleer voor iedere meting het meetapparaat resp. de meetleidingen op beschadigingen. Voer nooit een meting uit als de isolatie of het product anderszins beschadigd is. • Zorg er om elektrische schokken te vermijden voor dat u tijdens het meten de aansluitingen / de te meten meetpunten niet direct of indirect aanraakt. • Tijdens het meten mag u de meetsondes niet voorbij de voelbare handgreepmarkeringen vastpakken. Ook mag u het meetapparaat dan niet aanraken. • Gebruik het product niet in de directe nabijheid van: -- Sterke magnetische of elektromagnetische velden -- Zendmasten of HF-generatoren. • Let er bij iedere meting op dat door de stroomtangsensor geen voorwerpen zoals bijv. kabels plat worden gedrukt. • Zorg er bij het aansluiten van de meetleidingen altijd voor dat de polariteit juist is. (Rood = pluspool, zwart = minpool). • Houd bij iedere meting de hand aan de beschrijving van de afbeeldingen in ieder hoofdstuk. Een foutieve meting kan het product vernielen! • Verwijder voor het aansluiten van de meetleidingen de stofbeschermingsdoppen van de aansluitbussen. Plaats de doppen na iedere meting terug om te voorkomen dat de aansluitingen vuil worden. • Houd rekening met alle veiligheidsinstructies die in elk hoofdstuk van deze gebruiksaanwijzing worden vermeld. 83 b) Verder • Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van het product. • Laat onderhoud, aanpassingen en reparaties alleen uitvoeren door een vakman of in een daartoe bevoegde werkplaats. • Als u nog vragen hebt die niet in deze gebruiksaanwijzing zijn beantwoord, neem dan contact op met onze technische dienst of andere vaklieden. 6. BATTERIJTIPS • Zorg ervoor dat de batterijen met de juiste polariteit in het product worden gelegd. • Verwijder batterijen uit het apparaat als u dat voor langere tijd niet denkt te gebruikt om beschadiging door lekken te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid verwondingen opleveren door brandend zuur. Bij het werken met beschadigde batterijen moet u daarom veiligheidshandschoenen dragen. • Bewaar batterijen buiten bereik van kinderen. Laat batterijen niet rondslingeren omdat ze door kinderen of huisdieren ingeslikt kunnen worden. • Vervang alle batterijen op hetzelfde moment. Door elkaar gebruiken van oude en nieuwe batterijen kan leiden tot lekkende batterijen en tot beschadiging van het apparaat. • Batterijen mogen niet uit elkaar gehaald, kortgesloten of verbrand worden. Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen op te laden. Kans op ontploffingen! 84 7. BEDIENINGSELEMENTEN / SYMBOLEN a) Digitale multimetertang Nr. Omschrijving 2 NCV-signaalaanduiding 3 Draaischakelaar om de gewenste meetfunctie te kiezen 4 Toets SELECT 5 LCD-beeldscherm 6 Batterijvak (achterkant) 7 COM-meetbus 8 V-meetbus ( V Ω °C Hz ) 200A 2 VC-335 11 Hendel om tang te openen HzV OFF 9 4 200A AC/DC Mini Clamp Meter Toets HOLD/ 3 ºFºC ZERO Toets ZERO 10 A A HOLD/ 9 11 NCV SELECT Stroomtang 10 1 CAT II 600V CAT III 300V 1 V 5 6 ºC Hz 8 7 Beeldscherm M A L K J B I H G C NCV F ZERO E D 85 b) Symbolen op het LCD-beeldscherm Nr. Symbool Capaciteit batterij B Automatische uitschakeling is actief C -- NL ZERO E F Aanduiding meetwaarden / minteken Nulinstelling Automatische meetbereikkeuze is actief NCV Contactloze herkenning wisselspanning G HOLD-functie is actief H Symbool voor akoestische continuïteitscontrole I Symbool voor diodentest J DC Gelijkspanning/-stroom K AC Wisselspanning/-stroom L TRMS M Ω kΩ, MΩ Meting echt kwadratisch gemiddelde Ohm (eenheid van elektrische weerstand) Kilo-ohm (exp.3), mega-ohm (exp.6) Hz Hertz (eenheid van elektrische frequentie) V Volt (Eenheid van elektrische spanning) mV 86 Verklaring A Millivolt (exp.–3) A Ampère (eenheid voor elektrische stroom), mA, μA Milliampère (exp.–3), Microampère (exp.–6) nF Nanofarad (exp–9; eenheid van elektrische capaciteit) μF Microfarad (exp.–6) mF Millifarad (exp.-3) C Celsius (temperatuureenheid) F Fahrenheit (temperatuureenheid) 8. BATTERIJEN PLAATSEN / VERVANGEN a) Batterijen plaatsen Bij aflevering bevat het product normaalgesproken geen batterijen. Volg de hierna beschreven stappen om het product in gebruik te nemen. Gebruik van accu's wordt in verband met hun lagere spanning afgeraden. 1. Zet de draaischakelaar (3) op stand OFF. Zorg dat de digitale tangmultimeter geen contact maakt met welk meetobject dan ook. 2. Leg het product op zijn kop op een zacht oppervlak om te voorkomen dat er krassen kunnen ontstaan. 3. Draai met een geschikte kruiskopschroevendraaier de sluitschroef van het batterijvakdeksel (6) zover los dat u het deksel kunt verwijderen. De schroef blijft in het batterijvakdeksel zitten. 4. Verwijder de verbruikte batterijen en gooi die op milieuvriendelijke wijze weg. Raadpleeg hiervoor hoofdstuk "12. Verwijdering". 5. Leg twee nieuwe AAA-batterijen, rekening houdend met de erop aangegeven polariteitsaanduidingen, in de batterijsleuven (Afb. 1). 6. Plaats het batterijvakdeksel terug (houd rekening met het lipje) en draai de schroef vast. Gebruik niet teveel kracht bij het vastdraaien van de schroef. Afb. 1 AAA 1.5 V AAA 1.5 V b) Batterijen vervangen • De batterijen moeten vervangen worden als -- op het LCD-beeldscherm (5) het symbool < > (A) oplicht. -- de achtergrondverlichting nog slechts zwak of helemaal niet meer brandt. • Vervang de batterijen zo snel mogelijk zoals in alinea "a) Batterijen plaatsen" beschreven is. • Brandt bij het aanzetten alleen het symbool < >, vervang de batterijen dan onmiddellijk. 87 9. ALGEMENE FUNCTIES a) Automatische uitschakeling • Het product schakelt zichzelf na 15 minuten automatisch uit als geen toets of draaischakelaar meer gebruikt is. Dit spaart batterijen en verlengt de gebruiksduur. Een minuut voordat de digitale tangmultimeter zichzelf uitzet, hoort u 5 pieptonen. Kort voordat het product zichzelf echt uitzet, hoort u een langere pieptoon. • Als de automatische uitschakeling geactiveerd is, ziet u het symbool < beeldscherm. > (B) op het • Om het product weer aan te zetten nadat het zichzelf heeft uitgeschakeld, drukt u op willekeurig welke toets. U kunt ook de draaischakelaar in stand OFF zetten en dan opnieuw de gewenste meetfunctie kiezen. • U kunt de automatische uitschakelfunctie uitzetten. Ga daarvoor als volgt te werk: -- Zet de digitale tangmultimeter uit. -- Houd toets SELECT (4) ingedrukt en zet de draaischakelaar (3) van stand OFF op een meetfunctie. U hoort 5 pieptonen en het symbool < > is niet langer zichtbaar op het beeldscherm. Als de automatische uitschakeling gedeactiveerd is, hoort u om de 15 minuten 5 pieptonen. • De volgende keer dat het apparaat aan- en uitgezet wordt, wordt de automatische uitschakeling weer geactiveerd. b) Verlichting • Voor een betere afleesbaarheid van het LCD-scherm heeft de digitale tangmultimeter achtergrondverlichting. • Zet de achtergrondverlichting aan door toets HOLD/ (10) voor ca. 2 seconden ingedrukt te houden. De verlichting schakelt zichzelf na 15 seconden automatisch uit. • Als de achtergrondverlichting voordat de 15 seconden zijn verstreken uit mocht gaan, houd dan toets HOLD/ ca. 2 seconden lang ingedrukt. 88 10. MEETPROCEDURE Overschrijd nooit de maximaal toegestane invoerwaarden. Raak geen schakelingen of delen daarvan aan als daarop hogere spanningen kunnen staan dan ofwel 30 V/ACrms of 42 V/AC (piek) dan wel 60 V/DC. Levensgevaar! De max. toegestane spanning in de stroommeetkring ten opzichte van aardpotentiaal mag in cat. II niet groter zijn dan 600 V en moet in cat. III onder de 300 V blijven. Controleer voor het meten altijd alle verbonden meetkabels op beschadigingen (bijv. scheuren, barsten of kneuzingen). Gebruik de meetsnoeren niet langer in geval van waarneembare schade! Levensgevaar! Grijp tijdens het meten niet voorbij de voelbare handgreepmarkeringen op de meetsondes. Verbind nooit meer dan de twee meetkabels, die voor het meten nodig zijn, met het apparaat. Ontkoppel wanneer u stroommetingen uitvoert uit veiligheidsoverwegingen alle meetkabels die u niet nodig heeft, van het apparaat . Het meten van stroomkringen >30 V/AC en >60 V/DC mag alleen worden uitgevoerd door vakmensen en personen die vertrouwd zijn met de geldende meetvoorschriften en alle daaruit voortvloeiende mogelijke gevaren. Houd voor uw eigen veiligheid rekening met alle relevante veiligheidsinstructies, voorschriften en veiligheidsmaatregelen. De meetwaarden worden op het LCD-scherm (5) van de digitale tangmultimeter weergegeven. Het beeld van de meetwaarde van de digitale tangmultimeter bestaat uit 2000 counts (count = kleinste beeldeenheid). De polariteit wordt voor negatieve waarden automatisch met het teken (-) weergegeven. Zodra < OL > (voor "Overload" = overbelasting) op het LCD-scherm verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden. Er bevinden zich beschermende transportkappen in de meegeleverde schuine stekkers van de meetsnoeren. Verwijder deze voordat u de stekkers in de meetbussen steekt. 89 a) Aan-/uitzetten / meetfunctie kiezen • Het product is uitgezet als de draaischakelaar (3) in stand OFF staat (Afb. 2). Schakel het product na de meting uit. • Kies de aparte meetfuncties met behulp van de draaischakelaar uit. De automatische bereikskeuze is bij een aantal meetfuncties actief. In zo'n geval wordt het passende meetbereik altijd automatisch ingesteld. Op het LCD-scherm verschijnt (E). ºFºC HzV Afb. 2 Belangrijk! Zorg er voor iedere meting voor dat u de juiste meetfunctie hebt ingesteld. De keuze van de juiste meetfunctie moet geschieden voordat u contact maakt met het te meten object. b) HOLD-functie • De HOLD-functie houdt de op dat moment weergegeven meetwaarde vast die op het LCDscherm staat zodat deze in alle rust kan worden afgelezen of geprotocolleerd. • Om de HOLD-functie in te schakelen drukt u op toets HOLD/ (10); een signaaltoon bevestigt dat u gedrukt hebt en het wordt (G) op het beeldscherm getoond. • Om de HOLD-functie uit te zetten drukt u opnieuw de toets HOLD/ meetfunctie. of wisselt u van c) Stroommeting "A" De multimeter is voorzien van een opvouwbare stroomtang (1) voor contactloze stroommetingen. De sensoren in de tang detecteren het magnetisch veld rond de geleiders waar een stroom doorheen loopt. Zorg ervoor dat de stroomdraad altijd middendoor de stroomtang loopt (hulpmarkeringen met pijl volgen) en de tang altijd gesloten is. Klem met de stroomtang altijd slechts één kabel per keer. Meten van wisselstroom (A ) 1. Zet het product met de draaischakelaar (3) aan en kies de meetfunctie A scherm verschijnt < AC > en < A >. 2. De aanduiding wordt als de tang gesloten is automatisch op nul gezet. 90 . Op het LCD- 3. Druk op de tangopeningshendel (11) om de stroomtang te openen. Omvat de te meten individuele stroomgeleider vast en sluit de tang weer. Plaats de stroomgeleider midden tussen beide pijlmarkeringen op de tang. 4. De gemeten stroom wordt weergegeven op het LCD-scherm. Valt de meetwaarde buiten het meetbereik (200 A) dan hoort u pieptonen. 5. Verwijder na het einde van de meting de digitale tangmultimeter van het meetobject en schakel het product uit. Meten van gelijkstroom (A ) • Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie A scherm verschijnt < DC > en < A >. • Door de hoge gevoeligheid en het omringend magnetisch veld (i.e. het magnetisch veld van de Aarde, etc.) wordt in het gelijkstroom-meetbereik, zelfs als de tang gesloten is, altijd een lage stroomsterkte op het beeldscherm aangegeven. Zet direct voor iedere meting of wanneer van stroomkabel wordt gewisseld, de weergave handmatig op nul. . Op het LCD- Verbruiker Stroombron CAT II 600V CAT III 300V 200A • Voer een nulkalibratie uit zonder de geleider en met de tang gesloten. Druk daartoe kort op toets ZERO (9). Een pieptoon Afb. 3 en de aanduiding < ZERO > (D) op het LCD-beeldscherm bevestigen de nulkalibratie. Iedere keer als u op toets ZERO drukt, wordt een nieuwe nulkalibratie uitgevoerd. Om deze functie te deactiveren moet u toets ZERO ca. 2 seconden lang ingedrukt houden. Het symbool < ZERO > dooft. Het apparaat bevindt zich dan weer in de normale meetmodus zonder nulkalibratie. VC-335 A NCV A ºFºC HzV SELECT ZERO HOLD/ 200A AC/DC Mini Clamp Meter V OFF ºC Hz • Besteed voor een gelijkstroommeting aandacht aan de juiste polariteit van de tang. De polariteitssymbolen / ziet u aan de voor- en achterkant van de stroomtang. Bij een correcte aansluiting moet de kabel van de stroombron (+) van voren door de stroomtang naar het elektrische verbruiksapparaat lopen (Afb. 3). • Druk op de tangopeningshendel (11) om de stroomtang te openen. Omvat de te meten individuele stroomgeleider vast en sluit de tang weer. Plaats de stroomgeleider in het midden van de twee driehoekige positiesymbolen op de tang. • De gemeten waarde wordt weergegeven op het LCD-scherm. Zodra bij het meten van gelijkstroom een minteken "-" voor de gemeten waarde verschijnt, loopt de stroom in tegengestelde richting (of is de stroomtang omgedraaid). • Verwijder na het einde van de meting de digitale tangmultimeter van het meetobject en schakel het product uit. 91 d) Spanningsmeting "V" Meten van wisselspanning "AC" (Hz V ) 1. Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Hz V . Op het LCD-scherm verschijnt < AC > en < V >. Afb. 4 2. Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COM-meetbus (7) (Afb. 4). A ºFºC HzV OFF SELECT 200A AC/DC Mini Clamp Meter V In het spanningsbereik "V DC/AC" wordt gewerkt met een ingangsweerstand van ≥10 MOhm. A NCV ZERO 4. De gemeten waarde wordt weergegeven op het LCDscherm. 200A VC-335 HOLD/ 3. Verbind dan de meetsondes met het meetobject (generator, netspanning). CAT II 600V CAT III 300V ºC Hz 5. Verwijder na het einde van de meting de digitale tangmultimeter van het meetobject en schakel het product uit. Meten van gelijkspanning "DC" (Hz V ) • Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Hz V . Druk even op toets SELECT (4) om over te schakelen naar het DC-meetbereik. Op het LCD-scherm verschijnt < DC > en < mV >. • Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COMmeetbus (7). • Verbind dan de meetsondes met het meetobject (batterij, stroomkring, etc.). De rode meetsonde is de positieve pool, de zwarte sonde is de negatieve pool. • Op het beeldscherm verschijnt de actuele meetwaarde samen met de polariteit. Als in een gelijkspanningsmeting een minteken “-“ voor de meting staat, is de gemeten spanning negatief (of zijn de meetkabels verwisseld). In het spanningsbereik "V DC/AC" wordt gewerkt met een ingangsweerstand van ≥10 MOhm. • Verwijder na het einde van de meting de digitale tangmultimeter van het meetobject en schakel het product uit. 92 e) Weerstandsmeting Vergewis uzelf ervan dat alle te meten stroomkringonderdelen, schakelingen en bouwelementen zowel als alle andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. • Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Ω. • Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COMmeetbus (7). • Controleer de meetkabels op continuïteit door de meetsondes met elkaar te verbinden. Het apparaat dient een weerstandswaarde van circa 0 – 1,5 ohm aan te geven (eigenweerstand van de meetkabels). • Verbind dan de meetsondes met het meetobject. De gemeten waarde wordt, vooropgesteld dat het te meten object niet een een zeer hoge weerstand heeft of onderbroken is, op het LCD-beeldscherm weergegeven. Wacht tot de waarde op het beeldscherm zich heeft gestabiliseerd. In geval van een weerstand >1 MOhm kan dit enkele seconden duren. • Verwijder na het einde van de meting de meetleidingen van het meetobject en schakel de digitale tangmultimeter uit. Zorg er bij het uitvoeren van weerstandsmetingen voor dat de meetpunten waarmee u met de meetsondes contact maakt, vrij zijn van vuil, olie, soldeerlak en dergelijke. Dit zou kunnen leiden tot onjuiste meetresultaten. f) Doorgangstest Vergewis uzelf ervan dat alle te meten stroomkringonderdelen, schakelingen en bouwelementen zowel als alle andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. • Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Ω . Druk de toets SELECT (4) om van meetfunctie te veranderen. Op het LCD-scherm verschijnt het symbool voor de doorgangstest (H). Door nogmaals op de toets te drukken schakelt u door naar de volgende meetfunctie, etc. • Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COMmeetbus (7). • Als een doorgangswaarde van ≥150 Ohm wordt herkend, hoort u een pieptoon. Bij onbelemmerde doorgang wordt een meetwaarde van ongeveer ≤10 Ohm herkend en klinkt een continue pieptoon. • Zodra < OL > (voor Overload = overbelasting) op het LCD-scherm verschijnt, bent u buiten het meetbereik gekomen of is het meetcircuit onderbroken. 93 • Verwijder na het einde van de meting de meetleidingen van het meetobject en schakel de digitale tangmultimeter uit. g) Diodentest Vergewis uzelf ervan dat alle te meten stroomkringonderdelen, schakelingen en bouwelementen zowel als alle andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. • Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Ω . Druk op toets SELECT (4) tot op het LCD-scherm het symbool voor de diodentest (K) verschijnt. Door nogmaals op de toets te drukken schakelt u door naar de volgende meetfunctie, etc. • Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COMmeetbus (7). • Controleer de meetkabels op continuïteit door de meetsondes met elkaar te verbinden. Het apparaat dient een waarde van circa 0,000 V te registreren. • Verbind dan de meetsondes met het meetobject (diode). • Op het LCD-scherm wordt de voorwaartse spanning in volt (V) getoond. Is < OL > te zien dan wordt de diode in de sperrichting (UR) gemeten of is de diode defect (onderbreking). Voer ter controle een tegenpolige meting uit. • Verwijder na het einde van de meting de meetleidingen van het meetobject en schakel de digitale tangmultimeter uit. h) Capaciteitsmeting Vergewis uzelf ervan dat alle te meten stroomkringonderdelen, schakelingen en bouwelementen zowel als alle andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. Houd bij elektrolytische condensatoren absoluut rekening met de juiste polariteit. • Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie Ω . Druk op toets SELECT (4) tot op het LCD-scherm < n > en < F > te zien is. Door nogmaals op de toets te drukken schakelt u door naar de volgende meetfunctie, etc. • Steek de rode meetleiding in de V-meetbus (8) en de zwarte meetleiding in de COMmeetbus (7). Door de grote gevoeligheid van de meetingang kan bij "open" meetleidingen op het LCDscherm een geringe waarde worden aangegeven. 94 • Verbind vervolgens beide meetsondes (rood = positieve pool / zwart = negatieve pool) met het meetobject (condensator). Het display geeft na een korte periode de capaciteit weer. Wacht tot de waarde op het beeldscherm zich heeft gestabiliseerd. • Het is aan te bevelen bij capaciteitsmetingen ≤ 1µF een nulkalibratie uit te voeren. Druk daartoe kort op toets ZERO (9). Een pieptoon en de aanduiding < ZERO > op het LCDbeeldscherm bevestigen de nulkalibratie. Iedere keer als u op toets ZERO drukt, wordt een nieuwe nulkalibratie uitgevoerd. Om deze functie te deactiveren moet u toets ZERO ca. 2 seconden lang ingedrukt houden. Het symbool < ZERO > dooft. Het apparaat bevindt zich dan weer in de normale meetmodus zonder nulkalibratie. • Zodra < OL > (voor Overload = overbelasting) op het LCD-scherm verschijnt, bent u buiten het meetbereik gekomen of is het meetcircuit onderbroken. • Verwijder na het einde van de meting de meetleidingen van het meetobject en schakel de digitale tangmultimeter uit. i) Contactloze spanningsdetectie "NCV" De spanningsdetector dient alleen voor snelle tests en vervangt in geen geval een contactspanningsmeting. Deze methode is niet toegestaan voor het vaststellen van spanningsloosheid zodat bepaald werk uitgevoerd kan worden. De NCV-functie (Non-Contact-Voltage-Detection = contactloze spanningsdetectie) wordt gebruikt om contactloos te bepalen of er wisselspanning op geleiders staat. De NCV-sensor is aangebracht aan de punt van de tang. Test de NCV-functie eerst op een bekende AC-spanningsbron om foutieve metingen te vermijden. Verkeerde metingen kunnen een risico op elektrische schokken opleveren. Ga daarvoor als volgt te werk: • Zet de draaischakelaar (3) op stand NCV. • Breng de NCV-sensor zo dicht mogelijk in de buurt van een geleider. De afstand mag hooguit 8 mm zijn. -- Bij wisselspanning ≤100 V/AC licht < EF > op op het LCD-scherm. -- Bij wisselspanning >100 V/AC verschijnt een signaalsterkte groter dan 4 streepjes "――――". Ook zijn er pieptonen te horen en de NCV-signaalaanduiding (2) knippert. Door de grote gevoeligheid van de NCV-sensor kan de NCV-signaalaanduiding ook bij statische ladingen gaan branden. Dit is normaal en wijst niet op een storing. 95 j) Temperatuurmeting De draadtemperatuursensor is alleen bestemd voor het meten van temperaturen. Vermijd koste wat het kost contact van de temperatuursensor met onderdelen waar spanning op staat of stroom doorheen loopt. Kans op kortsluiting! • Zet het product met de draaischakelaar aan en kies de meetfunctie °F°C . Druk op toets SELECT (4) tot op het LCD-scherm < C > (Celsius) of < F > (Fahrenheit) te zien is. • Steek de gele stekker met de markering TEMP + in de V-meetbus (8) en die met de markering COM – in de COM-meetbus (7). De meegeleverde draadtemperatuursensor is alleen geschikt voor temperaturen tot max. 230 °C / 446 °F. • Verbreek na het einde van de meting het contact van de temperatuursensor met het meetobject en schakel het product uit. 11. ONDERHOUD EN VERZORGING Ontkoppel de aangesloten kabels van het meetapparaat en van alle meetobjecten voordat reiniging en onderhoud worden uitgevoerd. Zet de digitale tangmultimeter uit. a) Onderhoud Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetleidingen bijv. op beschadigingen van de behuizing resp. kneuzingen, etc. Het openen van afdekkingen op het product of het verwijderen van onderdelen – tenzij dit met de hand mogelijk is – kan componenten onder spanning blootleggen. • De digitale tangmultimeter is, met uitzondering van het vervangen van de batterijen, onderhoudsvrij. • In het product bevinden zich geen onderdelen die door u onderhouden moeten worden, open het dus nooit (met uitzondering van de in deze gebruiksaanwijzing beschreven procedure voor het plaatsen/vervangen van de batterijen). • Laat onderhoud of reparaties alleen door een vakman of een erkende reparatiewerkplaats uitvoeren. 96 b) Schoonmaken • Maak het apparaat niet schoon met schuurmiddelen, benzine, alcohol en gelijksoortige middelen. Daardoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. • Gebruik voor het schoonmaken ook geen werktuigen met scherpe kanten, schroevendraaiers of metalen borstels. • Maak de digitale tangmultimeter en de meetleidingen altijd schoon met een schoon, pluisvrij, antistatisch en enigszins vochtig doekje. Laat het apparaat volledig drogen voordat u het voor de volgende meting gaat gebruiken. 12. VERWIJDERING a) Product Elektronische apparaten bevatten waardevolle stoffen en horen niet bij het huisvuil. Gooi het product aan het einde van zijn gebruiksduur weg volgens de geldende wettelijke bepalingen. Verwijder evt. geplaatste batterijen en gooi deze afzonderlijk van het product weg. b) Batterijen U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen in te leveren; weggooien met het huisvuil is niet toegestaan. Batterijen die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand symbool. Deze mogen niet met het huisvuil worden afgevoerd. Aanduidingen voor de zware metalen, waar het hier om gaat, zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood (de aanduiding staat op de batterijen bijv. onder het links afgebeelde vuilnisbaksymbool). U kunt verbruikte batterijen gratis afgeven bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze filialen of overal waar batterijen worden verkocht. Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu. 97 13. TECHNISCHE GEGEVENS Stroomvoorziening.................................2 x AAA-batterij Stromverbruik........................................max. 11 mA Meetcategorie........................................CAT II 600 V, CAT III 300 V Uitschakelfunctie...................................na 15 minuten Bekopening stroomtang.........................max. 17 mm LCD-beeldscherm..................................max. 2000 counts (pixels) Gebruikstemperatuur.............................0 tot +40 °C Luchtvochtigheid bij gebruik..................<75 % rel. luchtvochtigheid (0 tot +30 °C), <50 % rel. luchtvochtigheid (+30 tot +40 °C) Opslagtemperatuur................................-10 tot +50 °C Luchtvochtigheid tijdens opslag:............<75 % rel. luchtvochtigheid (-10 tot +30 °C), <50 % rel. luchtvochtigheid (+30 tot +50 °C) Gebruikshoogte.....................................max. 2000 m Afmetingen (B x H x D)..........................ca. 60 x 175 x 34 mm Gewicht..................................................ca. 152 g (zonder batterijen) Meettolerantie Opgave van de nauwkeurigheid in ± (% de aflezing + weergavefout in counts = aantal van de kleinste getallen). De nauwkeurigheid geldt bij een temperatuur van +23 °C (± 5 °C) en bij een rel. luchtvochtigheid van ≤75%, niet condenserend. Wisselstroom Bereik Resolutie Nauwkeurigheid 20,00 A 0,01 A ± (2,5 % + 8) 200,0 A 0,1 A ± (2,5 % + 8) Overbelastingsbeveiliging: 200 A; Frequentiebereik: 50 - 60 Hz; TrueRMS Amplitudefactor (Crest Factor = CF): CF 1,0 - 2,0: + 3 % afwijking CF 2,0 - 2,5: + 5 % afwijking CF 2,5 - 3,0: + 7 % afwijking 98 Gelijkstroom Bereik Resolutie Nauwkeurigheid 20,00 A 0,01 A ± (2 % + 3) 200,0 A 0,1 A ± (2 % + 3) Overbelastingsbeveiliging: 200 A Gelijkstroomnauwkeurigheid: Na gedane gelijkstroomnulstelling (ZERO) Wisselspanning Bereik Resolutie Nauwkeurigheid 2,000 V 0,001 V ± (1,0 % + 3) 20,00 V 0,01 V 200,0 V 0,1 V ± (1,0 % + 3) 600 V 1V ± (1,2 % + 3) Frequentiebereik: 45 - 400 Hz; Overbelastingsbeveiliging: 600 V; Impedantie: 10 MΩ Amplitudefactor (Crest Factor = CF): CF 1,0 - 2,0: + 3 % afwijking CF 2,0 - 2,5: + 5 % afwijking CF 2,5 - 3,0: + 7 % afwijking Gelijkspanning Bereik Resolutie Nauwkeurigheid 200,0 mV 0,1 mV ± (1 % + 8) 2,000 V 0,001 V 20,00 V 0,01 V 200,0 V 0,1 V 600 V 1V ± (0,7 % + 3) Overbelastingsbeveiliging: 600 V; Impedantie: 10 MΩ 99 Weerstand Bereik Resolutie 200,0 Ω 0,1 Ω Nauwkeurigheid 2,000 kΩ 0,001 kΩ 20,00 kΩ 0,01 kΩ 200,0 kΩ 0,1 kΩ 2,000 MΩ 0,001 MΩ ± (1,2 % + 3) 20,00 MΩ 0,01 MΩ ± (1,5 % + 5) ± (1,0 % + 2) Overbelastingsbeveiliging: 600 V Capaciteit Bereik Resolutie Nauwkeurigheid 2,000 nF 0,001 nF ± (4 % + 10) 20,00 nF 0,01 nF 200,0 nF 0,1 nF 2,000 µF 0,001 µF 20,00 µF 0,01 µF 200,0 µF 0,1 µF 2,000 mF 0,001 mF ± 10 % 20,00 mF 0,01 mF ± 10 % ± (4 % + 5) Overbelastingsbeveiliging: 600 V Temperatuur Bereik Resolutie -40 tot 0 °C >0 tot +100 °C ±3 1 °C >100 tot +1000 °C >212 tot +1832 °F 100 ± (1,0 % + 3) ± (2,0 % + 3) -40 tot +32 °F >32 tot +212 °F Nauwkeurigheid ±5 1 °F ± (1,5 % + 5) ± (2,5 % + 5) Impressum Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. © Copyright 2016 by Conrad Electronic SE. Legal Notice This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication represent the technical status at the time of printing. © Copyright 2016 by Conrad Electronic SE. Information légales Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. © Copyright 2016 par Conrad Electronic SE. Colofon Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2016 by Conrad Electronic SE. V2_0616_02–HK
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

VOLTCRAFT VC-335 Operating Instructions Manual

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Operating Instructions Manual

in andere talen