WALTHER PILOT TWIN Handleiding

Categorie
Verfspuit
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

62 63
Inhoudsopgave
Explosietekening 2
EG-conformiteitsverklaring 63
Onderdelenlijst 64
1 Algemeen 66
1.1 Kenmerking van de modellen 66
1.2 Doelmatig gebruik 66
1.3 Niet-doelmatig gebruik 67
2 Technische beschrijving 67
3 Veiligheidsinstructies 67
3.1 Kenmerking van de veiligheidsinstructies 67
3.2 Algemene veiligheidsinstructies 68
4 Montage 69
4.1 Toevoerleidingen aansluiten 69
5 Bediening 69
5.1 In bedrijf en buiten bedrijf stellen 69
6 Spuitbeeld veranderen 70
6.1 Gebrek van een spuitbeeld elimineren 71
7 Ombouw / reparatie 71
7.1 Materiaalsproeier en Luchtkop vervangen 71
7.2 Materiaalnaald vervangen 72
7.3 Ondichte naaldpakking vervangen 72
8 Reiniging en onderhoud 72
9 Foutopsporing en -eliminering 73
10 Verwerking 74
11 Technische gegevens 74
EG-conformiteitsverklaring
De fabrikant verklaart onder geheel eigen verantwoording dat het hierna
beschreven product aan de algemeen aanvaarde veiligheids- en gezondheidsvoor-
schriften voldoet. Bij een niet met ons besproken wijziging aan het hierna beschreven
product of bij oneigenlijk gebruik verliest deze verklaring haar geldigheid.
Fabrikant WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18 - 30
D - 42327 Wuppertal
Tel.: +49(0)202 / 787 - 0
Fax: +49(0)202 / 787 - 2217
www.walther-pilot.de e-mail: [email protected]
Typekentekening Losmiddel-Handspuitpistool
PILOT TWIN V 11 530
Doelmatig gebruik verwerking van verstuifbare stoffen
Toegepaste normen en richtlijnen
EG-richtlijnen voor machines 2006 / 42 / EC
94/9 EC (ATEX richtlijnen)
EN ISO 12100-1
EN ISO 12100-2 DIN EN 1953
EN 1127-1 DIN EN 13463-1
Specificatie overeenkomstig richtlijn 94 / 9 / EC
Categorie 2 Typenummer II 2 G c T 6
Tech.File,Ref.:
2414
Gemachtigd voor de samenstelling van de technische documentatie:
Nico Kowalski, WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Kärntner Str. 18 - 30
D- 42327 Wuppertal
NB:
Het product moet worden ingebouwd in een ander apparaat. De ingebruikname is
niet geoorloofd, totdat de conformiteit van het eindproduct met de richtlijn
2006 / 42 / EC is vastgesteld.
Wuppertal, de 1 januari 2010
Naam: Torsten Bröker
Positie: Manager Constructie en Ontwikkeling
Deze verklaring is geen garantie en kan derhalve niet worden gebruikt bij kwesties m.b.t. aanspra-
kelijkheid. Raadpleeg s.v.p. de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie.
i.V.
64 65
Onderdelenlijst
PILOT TWIN
V 11 530
Pos. Benaming Aantal Artikelnummer
1
Luchtkop compl.
1
v. spuitkopgrootte 0,2 - 0,5 mm ø V 11 530 35 032 *
v. spuitkopgrootte 0,8 - 1,0 mm ø V 11 530 35 082 *
v. spuitkopgrootte 1,2 - 1,5 mm ø V 11 530 35 122 *
2
Luchtverdeelring naar kreuze:
1
4-gats V 11 530 02 000
zonder gat V 11 530 02 100
3 Materiaalsproeier 1 V 20 336 23 xx3 *
4 Pakkingschroef 1 V 20 305 04 003
5 Naaldpacking compl. 1 V 20 305 13 000
6 Pistoollichaam compl. 1 V 11 530 01 000
7 Kleppakking 1 V 09 220 29 001
8 Klepsteel compl. 1 V 11 530 03 000
9 Materiaalnaald compl. 1 V 11 530 30 xx3 *
10 Naaldveer 1 V 10 101 19 000
11 Klepafsluitschroef 1 V 11 530 04 000
12 Klepveer 1 V 11 601 32 103
13 O - Ring 1 V 09 103 84 001
14 Naaldinstelschroef compl. 1 V 11 530 05 000
15 Hendelschachtschroef 1 V 11 530 06 000
16 Hendelschachtschroef 1 V 11 530 08 000
17 Trekker 1 V 11 530 07 000
18 Hendelschroef 2 V 10 301 09 000
19 luchtkenmerking, (blauw) 1 V 11 530 11 000
20 materiaalkenmerking, (zwart) 1 V 11 530 12 000
21 Snelschroefverbinding compl. (luchtaansluiting) 1 V 66 100 03 562
22 Snelschroefverbinding compl. (materiaalaansluiting) 1 V 66 100 03 563
* Gelieve bij bestelling van onderdelen de juiste grootte te vermelden. Wij raden
aan om alle vetgedrukte delen (slijtagedelen) op voorraad te houden.
Sproeieruitrusting naar keuze:
0,2 • 0,3 0,5 0,8 • 1,0 1,2 1,5 mm ø
Sproeiersegment
De sproeiersegmenten bestaan uit luchtkop, materi-
aalsproeier en materiaalnaald.
Artikelnummer
V 15 115 30 . . 3
Walther Pilot pistoolvet
(Kussen 8 - 10 gr.) Artikelnummer
V 00 000 00 001
66 67
1 Algemeen
1.1 Kenmerking van de modellen
Model: Handspuitpistolen PILOT TWIN
Type: Losmiddel - Spuitpistol V 11 530
Fabrikant: WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18-30
D-42327 Wuppertal
Tel.: 0202 / 787-0
Fax:
0202 / 787-2217
www.walther-pilot.de Email: [email protected]
1.2 Doelmatig gebruik
Het handspuitpistool PILOT TWIN dient uitsluitend voor de verwerking van spuitbare
middelen. Agressieve materialen mogen niet worden verspoten. Er mogen alleen
materialen worden verspoten, die het vernikkelde aluminium pistoollichaam niet aan-
tasten.
Als de materialen die u wilt spuiten hier niet zijn opgesomd, gelieve u dan te wenden
tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal.
De spuitbare materialen mogen alleen op werkstukken resp. voorwerpen worden
opgebracht.
De temperatuur van het spuitmateriaal mag 43°C in principe niet overschrijden. Tot het
doelmatig gebruik behoort ook dat alle instructies en opgaven van deze gebruiksaan-
wijzing gelezen, begrepen en in acht genomen worden.
Het apparaat vervult de explosiebeveiligingseisen van de richtlijn 94 / 9 EG
(ATEX) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, apparatuurcategorie en
temperatuurklasse. Bij de inzet van het apparaat moeten de richtlijnen van deze
gebruiksaanwijzing absoluut worden nageleefd.
De voorgeschreven inspectie- en onderhoudsintervallen moeten worden aangehou-
den. De opgaven op de borden van het apparaat resp. de opgaven in het hoofdstuk
Technische gegevens moeten absoluut nageleefd en mogen niet overschreden wor-
den. Een overbelasting van het apparaat moet zijn uitgesloten.
Het apparaat mag in explosieve omgevingen alleen worden ingezet volgens de richt-
lijnen van de verantwoordelijke inspectiedienst.
De verantwoordelijke inspectiedienst resp. de exploitant is verantwoordelijk
voor de vastlegging van het explosiegevaar (zone-indeling).
De exploitant moet controleren en garanderen dat alle technische gegevens en de
kenmerking conform ATEX overeenstemt met de noodzakelijke richtlijnen.
Bij toepassingen waarbij de uitval van het apparaat personen in gevaar zou kunnen
brengen, moeten door de exploitant adequate veiligheidsmaatregelen worden getrof-
fen.
Indien in het bedrijf opvallend gedrag wordt herkend, dan moet het apparaat onmid-
dellijk stilgelegd en met WALTHER Spritz- und Lackiersysteme overleg gepleegd
worden.
Aarding / Equipotentiaalverbinding
Het moet gegarandeerd worden dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang
voldoende geaard is (maximale weerstand 10
6
Ω).
1.3 Niet-doelmatig gebruik
Het spuitpistool mag niet anders gebruikt worden als staat beschreven in de paragraaf
1.2 Doelmatig gebruik.
Elk ander gebruik is niet-doelmatig.
Tot het niet-doelmatige gebruik behoren bijv.:
het spuiten van materialen op personen en dieren
het spuiten van vloeibare stikstof.
Het verspuiten van agressieve of bijtende mediums
2 Technische beschrijving
Het handspuitpistool PILOT TWIN is een zeer licht, handig spuitpistool, dat hoofdza-
kelijk werd ontwikkeld voor het opbrengen van dunvloeibare losmiddelen. Door het
praktische korte pistoollichaam en de toevoer van spuitlucht en spuitmateriaal door de
pistoolgreep kan het pistool bijzonder comfortabel gehanteerd worden.
Schakel de perslucht in en stel aan het reduceerventiel de gewenste verstuiverlucht-
druk in. Bij activering van de trekker (pos. 17) wordt eerst het luchtventiel geopend
(voorlucht) en dan pas de materiaalnaald teruggetrokken. Het sluiten gebeurt in omge-
keerde volgorde.
De spuitstraal wordt geregeld door de luchtverdeelring
(pos. 2) te vervangen of te verwijderen (zie 6 Spuitbeeld veranderen).
3 Veiligheidsinstructies
3.1 Kenmerking van de veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het pictogram en de urgentiegraad “Waarschuwing” kenmerken een mogelijk gevaar
voor personen.
Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen.
Opgelet
Het pictogram en de urgentiegraad Opgeletkenmerken een mogelijk gevaar voor
materiële waarden.
Mogelijke gevolgen: beschadiging van zaken.
Aanwijzing
Het pictogram en de urgentiegraad Aanwijzingkenmerken aanvullende informatie
voor het veilige en efficiënte werken met het spuitpistool.
68 69
3.2 Algemene veiligheidsinstructies
De geldende voorschriften ter preventie van ongevallen en de overige erkende
veiligheidstechnische en arbeidsgeneeskundige regels moeten worden nageleefd.
De gebruikers moeten adequaat worden geïnstrueerd in de veilige omgang met
het spuitpistool.
Gebruik het spuitpistool alleen in goed geventileerde ruimtes. In het werkbereik is
vuur, open licht en roken verboden. Bij het spuiten van licht ontvlambare materia-
len (bijv. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat verhoogd gevaar voor de
gezondheid en explosie- en brandgevaar.
Het moet gegarandeerd worden dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang
voldoende geaard is (maximale afleidweerstand 10
6
Ω).
Schakel vóór elk onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool drukloos
- verwondingsgevaar.
Houd bij het spuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor
de onder druk staande sproeier van het spuitpistool
-verwondingsgevaar.
Richt het spuitpistool niet op personen en dieren
- verwondingsgevaar.
Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmate-
riaal en reinigingsmiddelen in acht. Met name agressieve en bijtende materialen
kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken.
De partikelgeleidende afzuiglucht moet uit de buurt van het werkbereik en bedie-
ningspersoneel worden gehouden. Draag niettemin ademhalingsapparatuur en
werkkleding zoals voorgeschreven als u met het spuitpistool materialen verwerkt.
Rondzwevende partikels brengen uw gezondheid in gevaar.
Draag bij het lakken en reinigen een oogbescherming.
Draag in het werkbereik van het spuitpistool een gehoorbescherming. Het gege-
nereerde geluidsniveau van het spuitpistool bedraagt ca. 85 dB (A).
Let er altijd op dat bij inbedrijfstelling, met name na montage- en onderhoudswerk-
zaamheden, alle moeren en schroeven vast zijn aangedraaid.
Gebruik alleen originele onderdelen, aangezien WALTHER alleen voor deze een
veilige en foutloze werking kan garanderen.
Het spuitpistool moet na beëindiging van het werk drukloos worden geschakeld.
Gelieve u bij vragen over het veilige gebruik van het spuitpistool en de daarin
gebruikte materialen te wenden tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH,
D - 42327 Wuppertal.
4 Montage
4.1 Toevoerleidingen aansluiten
Waarschuwing
De luchtdruk aan het pistool mag 6 bar niet overschrijden, aangezien anders geen
veilig functionerend bedrijf van het spuitpistool gegarandeerd is.
Waarschuwing
Materiaal- en luchtslangen die met een slangmondstuk worden bevestigd, moeten
aanvullend met een slangklem beveiligd zijn.
Aanwijzing
Vóór het in bedrijf stellen moet het spuitpistool gespoeld worden, om het spuitmate-
riaal niet te verontreinigen.
5 Bediening
5.1 In bedrijf en buiten bedrijf stellen
Voordat u het spuitpistool in bedrijf kunt stellen, moet de volgende voorwaarde vervuld
zijn:
De verstuiverluchtdruk moet aan het spuitpistool beschikbaar zijn.
De materiaaldruk moet aan het spuitpistool beschikbaar zijn.
Stel het spuitpistool in bedrijf om een spuitbeeldtest te maken. Het spuitbeeld
kan worden uitgevoerd op een testwerkstuk, plaat, karton of papier.
Controleer de spuitbeeldtest enn wijzig zo nodig de instellingen op het spuitpi-
stool
1. Bevestig de persluchtslang aan de luchtaan-
sluiting (pos. 21) van het spuitpistool.
2. Bevestig de materiaaltoevoerslang of een
andere materiaaltoevoer aan de materiaal-
aansluiting (pos. 22) van het spuitpistool.
3. Doe materiaal in het materiaaldrukvat en
sluit het deksel af.
4. Stel aan de persluchtreduceerklep de
gewenste materiaaldruk in; bij materiaaltoe-
voer via pompsystemen wordt de materiaal-
druk ingesteld aan de materiaaldrukrege-
laar.
5. Open de materiaalkraan aan het drukvat.
6. Om de lucht in de materiaalslang te laten
ontsnappen haalt u de trekker (pos. 17) zo
lang over, tot er een gelijkmatige materiaal-
straal uit de sproeier komt; nu kan het pistool
weer gesloten worden.
Het pistool is nu operationeel.
Pos. 22
materiaal-
aansluiting
(zwart)
Pos. 21
luchtaanslui-
ting
(blauw)
70 71
Opgelet
De materiaaldruk mag niet hoger zijn ingesteld dan 6 bar. De luchtdruk mag 6 bar niet
overschrijden.
Waarschuwing
Het spuitpistool moet na beëindiging van het werk altijd drukloos worden geschakeld.
De onder druk staande leidingen kunnen springen en personen in de buurt verwonden
door het uitstromende materiaal.
Aanwijzing
Vóór het in bedrijf stellen moet het spuitpistool gespoeld worden, om het spuitmateri-
aal niet te verontreinigen.
6 Spuitbeeld veranderen
U kunt aan de PILOT TWIN door de volgende instellingen het spuitbeeld veranderen.
Materiaaldebiet instellen:
Het materiaaldebiet wordt bepaald door de grootte
van de spuitkop. Bovendien kan het materiaalde-
biet worden geregeld door de Naaldinstelschroef
(pos. 14) erin resp. eruit te schroeven.
Spuitstraal instellen:
De spuitstraal wordt geregeld door de luchtverdeelring (pos. 2) te vervangen of te verwijderen.
Er zijn drie mogelijkheden:
Luchtaansluiting
Verstuiverlucht regelen:
Het verstuiverluchtdebiet kan worden ingesteld
door het reduceerventiel in de installatie.
Materiaalaansluiting
1.
geen luchtverdeelring
(Spuithoek ca. 60°)
= grote brede straal
2.
luchtverdeelring zonder gat
= ronde straal
3.
luchtverdeelring 4-gats
(Spuithoek ca. 30°)
normale brede straal
6.1 Gebrek van een spuitbeeld elimineren
De volgende tabel toont u met welke instellingen u het spuitbeeld kunt beïnvloeden.
Spuitbeeldproef Afwijking Vereiste instelling
Spuitbeeld is in het mid-
den te dik
Bredere spuitstraalvorm
instellen
Spuitbeeld is aan de uit-
einden te dik
Rondere spuitstraalvorm instel-
len
Spuitbeeld is tamelijk
grofdruppelig
Verstuiverluchtdruk verhogen
Opgebrachte materiaal
is in het midden van het
spuitbeeld erg dun
Verstuiverluchtdruk verlagen
Spuitbeeld is in het mid-
den gespleten
Sproeierdiameter vergroten
Verstuiverluchtdruk verlagen
Materiaaldruk verhogen
Spuitbeeld is erg convex
Materiaaldruk verlagen
Verstuiverluchtdruk verhogen
7 Ombouw en reparatie
Als u het spuitbeeld verdergaand dan de reeds genoemde mogelijkheden wilt veran-
deren, dan moet het spuitpistool omgebouwd worden. De bij het spuitmateriaal pas-
sende luchtkop- / materiaalsproeier- / naaldcombinatie vormt een op elkaar afge-
stemde eenheid - het sproeiersegment. Vervang altijd het complete sproeierseg-
ment, opdat de gewenste spuitbeeldkwaliteit behouden blijft.
Waarschuwing
Onderbreek vóór elk ombouwen of repareren de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool - verwondingsgevaar.
Aanwijzing
Gelieve voor de uitvoering van de in wat volgt opgesomde werkstappen de explosie-
tekening aan het begin van deze gebruiksaanwijzing te gebruiken.
7.1 Materiaalsproeier en Luchtkop vervangen
1. Schroef de luchtkop (pos. 1) van het pistoollichaam (pos. 6).
2. De luchtverdeelring (pos. 2) van de materiaalspuitkop af trekken.
3. Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 9 uit het pistoollichaam.
De montage van de nieuwe materiaalspuitkop gebeurt in omgekeerde volgorde.
nagestreefd spuitresultaat
72 73
7.2 Materiaalnaald vervangen
1. De naaldinstelschroef (pos. 14) uit het pistoollichaam schroeven.
2. De ventielveer (pos. 12) en de ventielsteel (pos. 8) met de ingebouwde naald
eruit trekken.
3. Met een schroevendraaier de afsluitschroef (pos. 11) aan het uiteinde van het
ventiel eruit schroeven.
4. De naaldveer (pos. 10) en de naald (pos. 9) eruit trekken.
5. De instelmaat van de materiaalnaald voor de voorlucht bedraagt 54 mm, van
de naaldpunt tot aan de 1
ste
naaldmoer gerekend. De 2
de
naaldmoer is een con-
tramoer.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
7.3 Ondichte naaldpakking vervangen
1. Verwijder de materiaalnaald, de Materiaalsproeier en de Luchtkop zoals hierbo-
ven beschreven.
2. Schroef de pakkingschroef (pos. 4) met een speciale schroevendraaier uit het
pistoollichaam.
3. Verwijder de Naaldpacking (pos. 5). Gebruik hiervoor evt. een dunne draad,
waarvan het uiteinde tot een haak is omgebogen.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Waarschuwing
De uit de pistooladapter genomen naaldpakking mag niet opnieuw gebruikt worden,
aangezien anders een veilig functionerende afdichtende werking niet gegarandeerd
is.
Aanwijzing
Alle beweeglijke en glijdende onderdelen moeten vóór de inbouw in het pistoolli-
chaam met WALTHER PILOT pistoolvet worden ingevet.
8 Reiniging en onderhoud
Opgelet
Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddelen of in een ander reinigingsmiddel. Anders
kan niet worden gegarandeerd dat het spuitpistool perfect finctioneert. Gebruik voor
de reiniging geen harde of spitse voorwerpen. Voor schade die resulteert uit ondes-
kundige reiniging verleent WALTHER, Wuppertal, geen vrijwaring.
U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren.
1. Vul het gereinigde materiaalreservoir het gereinigde materiaaldrukvat met een
bij het gespoten materiaal passend reinigingsmiddel.
2. Stel het spuitpistool in bedrijf.
3. Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmid-
del uitspuit.
De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt
gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen
die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de vol-
gende bestanddelen niet inzitten:
Gehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v.1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride
enz.)
Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen
Geregenereerde oplosmiddeln (zgn. reinigingsverdunningen)
Ontlakkingmiddelen.
De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalvaniseerde componenten
chemische reacties en leiden tot corrosieschade.
Reinig het spuitpistool
iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging
minimaal een maal per week
afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per
week
Uitvoerige reiniging
1. Haal het pistool uit elkaar
2. Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigingsmid-
del.
3. Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met ee doek en het reini-
gingsmiddel.
4. Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm:
Naaldveer
alle glijdende delen en lagerpunten.
De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden inge-
vet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik daar-
voor WALTHER PILOT pistoolvet en een penseel. Vervolgens wordt het spuitpistool in
omgekeerde volgorde ineengezet.
9 Foutopsporing en -eliminering
Waarschuwing
Schakel vóór elk ombouwen de verstuiverlucht en de materiaaltoevoer naar het spuit-
pistool drukloos - verwondingsgevaar.
Fout Oorzaak Herstelaktie
Pistool druppelt
Materiaalnaald (Pos. 9) of -spuitkop
(Pos. 3) vervuild of beschadigd
Naaldveer (pos. 10) is niet in orde,
evt. gebroken
Naaldinstelschroef (pos. 14) te ver
naar achteren gedraaid
Onderdeel reinigen resp. ver-
vangen
vervangen
Naaldinstelschroef iets naar
binnenschroeven
Pistool blaast in
ruststand
Kleppakking (Pos. 7) lekt
Klepsteel (Pos. 8) beschadigd
vervangen
vervangen
Spuitstraal aan de
ene kant
Luchtkop (Pos. 1) vervuild vervangen en reinigen
74
10 Verwerking
De spuitmiddelen en de materialen die ontstaan bij de reiniging en het onderhoud
dienen in overeenstemming met de wetten en voorschriften deskundig en vakkundig
te worden verwijderd.
Waarschuwing
Let op de instructies van de fabrikant van het spuit- en reinigingsmiddel. De gezond-
heid van mens en dier wordt in gevaar gebracht door achteloos verwijderd materi-
aal.
11 Technische gegevens
Gewicht: 245 g
Aansluiting:
Verstuivingslucht PK 4
Materiaaltoevoer PK 4
Spuitkopuitvoering
naar keuze: 0,2 • 0,3 0,5 • 0,8 1,0 1,2 • 1,5 mm ø
Luchtkoppen: Brede straal luchtkop
Max. luchtdruk verstuiver: 6 bar
Max. bedrijfstemperatuur: 43°C
Het geluidsniveau,
gemeten op 1 m
afstand, bedraagt 72 dB (A)
Luchtverbruik:
Ingangsluchtdruk Luchtverbruik
1,0 bar 46 l / Min
2,0 bar 78 l / Min
3,0 bar 119 l / Min
4,0 bar 156 l / Min
5,0 bar 189 l / Min
6,0 bar 219 l / Min
Technische wijzigingen voorbehouden.
Das WALTHER PILOT-Programm
Hand-Spritzpistolen
Automatik-Spritzpistolen
Niederdruck-Spritzpistolen (System HVLP)
Materialdruckbehälter
Drucklose Behälter
Rührwerk-Systeme
Airless-Geräte und Flüssigkeitspumpen
Materialumlaufsysteme
Kombinierte Spritz- und Trockenboxen
Absaugsysteme mit Trockenabscheidung
Absaugsysteme mit Nassabscheidung
Trockner
Zuluft-Systeme
Atemschutzsysteme und Zubehör
The WALTHER PILOT programme
Hand-Held Spray Guns
Automatic Spray Guns
Low Pressure Spray Guns (System HVLP)
Material Pressure Tanks
Nonpressurized Tanks
Agitator Systems
Airless Equipment and Transfer Pumps
Material Circulation Systems
Combined Spraying and Drying Booths
Dry Back Overspray Extraction Systems
Wet Back Overspray Extraction Systems
Dryers
Ventilation Systems
Protective Respiratory Systems and Accessory Items
Le programme de WALTHER PILOT
Pistolets de pulvérisation manuels
Pistolets de pulvérisation automatiques
Pistolets de pulvérisation (Système HVLP)
Réservoirs sous pression
Récipients de mélange et de stockage
Appareils de pulvérisation sans air
Pompes de transfert
Murs à aspiration sèche
Murs à rideau d'eau
Cabines de poudrage
Cabines mixtes peinture-séchage
Installations de soufflage
Etuves
Très nombreux accessoires
El programa de WALTHER PILOT
Pistolas de pulverización manuales
Pistolas de pulverización automáticas
Pistolas de pulverización de baja presión (Sistema HVLP)
Depósitos de presión para material
Depósitos sin presión
Sistemas agitadores
Aparatos Airless y bombas de fluidos
Sistemas de circulación de material
Cajas combinadas de pulverizado y secado
Sistemas de aspiración con separación en seco
Sistemas de aspiración con separación húmeda
Secadoras
Sistemas de entrada de aire
Sistemas de respiración y accesorios
WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18-30 • D-42327 Wuppertal
Tel.: 0202 / 787-0 Fax: 0202 / 787-2217
www.walther-pilot.de
Het WALTHER PILOT-programma
Handspuitpistolen
Automatische spuitpistolen
Lagedrukspuitpistolen (systeem HVLP)
Materiaaldrukvaten
Drukloze vaten
Roerwerksystemen
Airless-apparaten en vloeistofpompen
Materiaalcirculatiesystemen
Gecombineerde spuit- en droogboxen
Afzuigsystemen met droge afscheiding
Afzuigsystemen met natte afscheiding
Drogers
Luchttoevoersystemen
Ademhalingssystemen en toebehoren

Documenttranscriptie

EG-conformiteitsverklaring Inhoudsopgave Explosietekening EG-conformiteitsverklaring Onderdelenlijst 2 63 64 1 Algemeen 66 2 Technische beschrijving 67 3 Veiligheidsinstructies 67 1.1 1.2 1.3 3.1 3.2 Kenmerking van de modellen Doelmatig gebruik Niet-doelmatig gebruik Kenmerking van de veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies 67 68 Montage 69 5 Bediening 69 5.1 Toevoerleidingen aansluiten 69 In bedrijf en buiten bedrijf stellen 69 6 Spuitbeeld veranderen 70 7 Ombouw / reparatie 71 8 Reiniging en onderhoud 72 9 Foutopsporing en -eliminering 73 10 Verwerking 74 11 Technische gegevens 74 6.1 7.1 7.2 7.3 Fabrikant WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Str. 18 - 30 D - 42327 Wuppertal Tel.: +49(0)202 / 787 - 0 Fax: +49(0)202 / 787 - 2217 www.walther-pilot.de • e-mail: [email protected] Typekentekening Losmiddel-Handspuitpistool 66 66 67 4 4.1 De fabrikant verklaart onder geheel eigen verantwoording dat het hierna beschreven product aan de algemeen aanvaarde veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voldoet. Bij een niet met ons besproken wijziging aan het hierna beschreven product of bij oneigenlijk gebruik verliest deze verklaring haar geldigheid. Gebrek van een spuitbeeld elimineren Materiaalsproeier en Luchtkop vervangen Materiaalnaald vervangen Ondichte naaldpakking vervangen 71 71 72 72 PILOT TWIN Doelmatig gebruik V 11 530 verwerking van verstuifbare stoffen Toegepaste normen en richtlijnen EG-richtlijnen voor machines 2006 / 42 / EC 94/9 EC (ATEX richtlijnen) EN ISO 12100-1 EN ISO 12100-2 DIN EN 1953 EN 1127-1 DIN EN 13463-1 Specificatie overeenkomstig richtlijn 94 / 9 / EC Categorie 2 Typenummer II 2 G c T 6 Tech.File,Ref.: 2414 Gemachtigd voor de samenstelling van de technische documentatie: Nico Kowalski, WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Kärntner Str. 18 - 30 D- 42327 Wuppertal NB: Het product moet worden ingebouwd in een ander apparaat. De ingebruikname is niet geoorloofd, totdat de conformiteit van het eindproduct met de richtlijn 2006 / 42 / EC is vastgesteld. Wuppertal, de 1 januari 2010 i.V. Naam: Torsten Bröker Positie: Manager Constructie en Ontwikkeling Deze verklaring is geen garantie en kan derhalve niet worden gebruikt bij kwesties m.b.t. aansprakelijkheid. Raadpleeg s.v.p. de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie. 62 63 Onderdelenlijst Sproeieruitrusting naar keuze: PILOT TWIN 0,2 • 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 mm ø V 11 530 Pos. Benaming Aantal Artikelnummer Luchtkop compl. 1 v. spuitkopgrootte 0,2 - 0,5 mm ø 1 v. spuitkopgrootte 0,8 - 1,0 mm ø v. spuitkopgrootte 1,2 - 1,5 mm ø V 11 530 35 032 * V 11 530 35 122 * 4-gats 1 zonder gat De sproeiersegmenten bestaan uit luchtkop, materiaalsproeier en materiaalnaald. V 11 530 02 000 V 11 530 02 100 3 Materiaalsproeier 1 V 20 336 23 xx3 * 4 Pakkingschroef 1 V 20 305 04 003 5 Naaldpacking compl. 1 V 20 305 13 000 6 Pistoollichaam compl. 1 V 11 530 01 000 7 Kleppakking 1 V 09 220 29 001 8 Klepsteel compl. 1 V 11 530 03 000 9 Materiaalnaald compl. 1 V 11 530 30 xx3 * 10 Naaldveer 1 V 10 101 19 000 11 Klepafsluitschroef 1 V 11 530 04 000 12 Klepveer 1 V 11 601 32 103 13 O - Ring 1 V 09 103 84 001 14 Naaldinstelschroef compl. 1 V 11 530 05 000 15 Hendelschachtschroef 1 V 11 530 06 000 16 Hendelschachtschroef 1 V 11 530 08 000 17 Trekker 1 V 11 530 07 000 18 Hendelschroef 2 V 10 301 09 000 19 luchtkenmerking, (blauw) 1 V 11 530 11 000 20 materiaalkenmerking, (zwart) 1 V 11 530 12 000 21 Snelschroefverbinding compl. (luchtaansluiting) 1 V 66 100 03 562 22 Snelschroefverbinding compl. (materiaalaansluiting) 1 V 66 100 03 563 V 15 115 30 . . 3 Walther Pilot pistoolvet Artikelnummer (Kussen 8 - 10 gr.) V 00 000 00 001 * Gelieve bij bestelling van onderdelen de juiste grootte te vermelden. Wij raden aan om alle vetgedrukte delen (slijtagedelen) op voorraad te houden. 64 Artikelnummer V 11 530 35 082 * Luchtverdeelring naar kreuze: 2 Sproeiersegment 65 1 1.1 Algemeen Kenmerking van de modellen Model: Handspuitpistolen PILOT TWIN Type: Losmiddel - Spuitpistol Fabrikant: WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Str. 18-30 D-42327 Wuppertal Tel.: 0202 / 787-0 Fax: 0202 / 787-2217 www.walther-pilot.de • Email: [email protected] 1.2 Indien in het bedrijf opvallend gedrag wordt herkend, dan moet het apparaat onmiddellijk stilgelegd en met WALTHER Spritz- und Lackiersysteme overleg gepleegd worden. V 11 530 Doelmatig gebruik Het handspuitpistool PILOT TWIN dient uitsluitend voor de verwerking van spuitbare middelen. Agressieve materialen mogen niet worden verspoten. Er mogen alleen materialen worden verspoten, die het vernikkelde aluminium pistoollichaam niet aantasten. Als de materialen die u wilt spuiten hier niet zijn opgesomd, gelieve u dan te wenden tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal. De spuitbare materialen mogen alleen op werkstukken resp. voorwerpen worden opgebracht. De temperatuur van het spuitmateriaal mag 43°C in principe niet overschrijden. Tot het doelmatig gebruik behoort ook dat alle instructies en opgaven van deze gebruiksaanwijzing gelezen, begrepen en in acht genomen worden. Het apparaat vervult de explosiebeveiligingseisen van de richtlijn 94 / 9 EG (ATEX) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, apparatuurcategorie en temperatuurklasse. Bij de inzet van het apparaat moeten de richtlijnen van deze gebruiksaanwijzing absoluut worden nageleefd. De voorgeschreven inspectie- en onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden. De opgaven op de borden van het apparaat resp. de opgaven in het hoofdstuk Technische gegevens moeten absoluut nageleefd en mogen niet overschreden worden. Een overbelasting van het apparaat moet zijn uitgesloten. Het apparaat mag in explosieve omgevingen alleen worden ingezet volgens de richtlijnen van de verantwoordelijke inspectiedienst. De verantwoordelijke inspectiedienst resp. de exploitant is verantwoordelijk voor de vastlegging van het explosiegevaar (zone-indeling). Aarding / Equipotentiaalverbinding Het moet gegarandeerd worden dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende geaard is (maximale weerstand 106 Ω). 1.3 Niet-doelmatig gebruik Het spuitpistool mag niet anders gebruikt worden als staat beschreven in de paragraaf 1.2 Doelmatig gebruik. Elk ander gebruik is niet-doelmatig. Tot het niet-doelmatige gebruik behoren bijv.: • het spuiten van materialen op personen en dieren • het spuiten van vloeibare stikstof. • Het verspuiten van agressieve of bijtende mediums 2 Technische beschrijving Het handspuitpistool PILOT TWIN is een zeer licht, handig spuitpistool, dat hoofdzakelijk werd ontwikkeld voor het opbrengen van dunvloeibare losmiddelen. Door het praktische korte pistoollichaam en de toevoer van spuitlucht en spuitmateriaal door de pistoolgreep kan het pistool bijzonder comfortabel gehanteerd worden. Schakel de perslucht in en stel aan het reduceerventiel de gewenste verstuiverluchtdruk in. Bij activering van de trekker (pos. 17) wordt eerst het luchtventiel geopend (voorlucht) en dan pas de materiaalnaald teruggetrokken. Het sluiten gebeurt in omgekeerde volgorde. De spuitstraal wordt geregeld door de luchtverdeelring (pos. 2) te vervangen of te verwijderen (zie 6 Spuitbeeld veranderen). 3 3.1 Veiligheidsinstructies Kenmerking van de veiligheidsinstructies Waarschuwing Het pictogram en de urgentiegraad “Waarschuwing” kenmerken een mogelijk gevaar voor personen. Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen. De exploitant moet controleren en garanderen dat alle technische gegevens en de kenmerking conform ATEX overeenstemt met de noodzakelijke richtlijnen. Opgelet Het pictogram en de urgentiegraad “Opgelet” kenmerken een mogelijk gevaar voor materiële waarden. Mogelijke gevolgen: beschadiging van zaken. Bij toepassingen waarbij de uitval van het apparaat personen in gevaar zou kunnen brengen, moeten door de exploitant adequate veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Aanwijzing Het pictogram en de urgentiegraad “Aanwijzing” kenmerken aanvullende informatie voor het veilige en efficiënte werken met het spuitpistool. 66 67 3.2 Algemene veiligheidsinstructies ►  e geldende voorschriften ter preventie van ongevallen en de overige erkende D veiligheidstechnische en arbeidsgeneeskundige regels moeten worden nageleefd. ►  e gebruikers moeten adequaat worden geïnstrueerd in de veilige omgang met D het spuitpistool. ►  ebruik het spuitpistool alleen in goed geventileerde ruimtes. In het werkbereik is G vuur, open licht en roken verboden. Bij het spuiten van licht ontvlambare materialen (bijv. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat verhoogd gevaar voor de gezondheid en explosie- en brandgevaar. ►  et moet gegarandeerd worden dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang H voldoende geaard is (maximale afleidweerstand 106Ω). ►  chakel vóór elk onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het S spuitpistool drukloos - verwondingsgevaar. ►  oud bij het spuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor H de onder druk staande sproeier van het spuitpistool -verwondingsgevaar. ►  icht het spuitpistool niet op personen en dieren R - verwondingsgevaar. ► Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmateriaal en reinigingsmiddelen in acht. Met name agressieve en bijtende materialen kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken. ►  e partikelgeleidende afzuiglucht moet uit de buurt van het werkbereik en bedieD ningspersoneel worden gehouden. Draag niettemin ademhalingsapparatuur en werkkleding zoals voorgeschreven als u met het spuitpistool materialen verwerkt. Rondzwevende partikels brengen uw gezondheid in gevaar. ► Draag bij het lakken en reinigen een oogbescherming. ► D  raag in het werkbereik van het spuitpistool een gehoorbescherming. Het gegenereerde geluidsniveau van het spuitpistool bedraagt ca. 85 dB (A). ► L  et er altijd op dat bij inbedrijfstelling, met name na montage- en onderhoudswerkzaamheden, alle moeren en schroeven vast zijn aangedraaid. ► G  ebruik alleen originele onderdelen, aangezien WALTHER alleen voor deze een veilige en foutloze werking kan garanderen. ► Het spuitpistool moet na beëindiging van het werk drukloos worden geschakeld. ► G  elieve u bij vragen over het veilige gebruik van het spuitpistool en de daarin gebruikte materialen te wenden tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D - 42327 Wuppertal. 68 4 4.1 Montage Toevoerleidingen aansluiten Waarschuwing De luchtdruk aan het pistool mag 6 bar niet overschrijden, aangezien anders geen veilig functionerend bedrijf van het spuitpistool gegarandeerd is. Waarschuwing Materiaal- en luchtslangen die met een slangmondstuk worden bevestigd, moeten aanvullend met een slangklem beveiligd zijn. Aanwijzing Vóór het in bedrijf stellen moet het spuitpistool gespoeld worden, om het spuitmateriaal niet te verontreinigen. 1.  evestig de persluchtslang aan de luchtaanB sluiting (pos. 21) van het spuitpistool. 2. Bevestig de materiaaltoevoerslang of een andere materiaaltoevoer aan de materiaalaansluiting (pos. 22) van het spuitpistool. 3. Doe materiaal in het materiaaldrukvat en sluit het deksel af. 4. Stel aan de persluchtreduceerklep de gewenste materiaaldruk in; bij materiaaltoevoer via pompsystemen wordt de materiaaldruk ingesteld aan de materiaaldrukregelaar. 5. Open de materiaalkraan aan het drukvat. 6. Om de lucht in de materiaalslang te laten ontsnappen haalt u de trekker (pos. 17) zo lang over, tot er een gelijkmatige materiaalstraal uit de sproeier komt; nu kan het pistool weer gesloten worden. Het pistool is nu operationeel. 5 5.1 Pos. 22 materiaalaansluiting (zwart) Pos. 21 luchtaansluiting (blauw) Bediening In bedrijf en buiten bedrijf stellen Voordat u het spuitpistool in bedrijf kunt stellen, moet de volgende voorwaarde vervuld zijn: • De verstuiverluchtdruk moet aan het spuitpistool beschikbaar zijn. • De materiaaldruk moet aan het spuitpistool beschikbaar zijn. • Stel het spuitpistool in bedrijf om een spuitbeeldtest te maken. Het spuitbeeld kan worden uitgevoerd op een testwerkstuk, plaat, karton of papier. • Controleer de spuitbeeldtest enn wijzig zo nodig de instellingen op het spuitpistool 69 Opgelet De materiaaldruk mag niet hoger zijn ingesteld dan 6 bar. De luchtdruk mag 6 bar niet overschrijden. Waarschuwing Het spuitpistool moet na beëindiging van het werk altijd drukloos worden geschakeld. De onder druk staande leidingen kunnen springen en personen in de buurt verwonden door het uitstromende materiaal. 6.1 De volgende tabel toont u met welke instellingen u het spuitbeeld kunt beïnvloeden. nagestreefd spuitresultaat Spuitbeeldproef Aanwijzing Vóór het in bedrijf stellen moet het spuitpistool gespoeld worden, om het spuitmateriaal niet te verontreinigen. 6 Spuitbeeld veranderen U kunt aan de PILOT TWIN door de volgende instellingen het spuitbeeld veranderen. Materiaaldebiet instellen: Het materiaaldebiet wordt bepaald door de grootte van de spuitkop. Bovendien kan het materiaaldebiet worden geregeld door de Naaldinstelschroef (pos. 14) erin resp. eruit te schroeven. Verstuiverlucht regelen: Het verstuiverluchtdebiet kan worden ingesteld door het reduceerventiel in de installatie. Luchtaansluiting Gebrek van een spuitbeeld elimineren 7 Afwijking Vereiste instelling Spuitbeeld is in het midden te dik • Bredere spuitstraalvorm instellen Spuitbeeld is aan de uiteinden te dik •R  ondere spuitstraalvorm instellen Spuitbeeld is tamelijk grofdruppelig • Verstuiverluchtdruk verhogen Opgebrachte materiaal is in het midden van het spuitbeeld erg dun • Verstuiverluchtdruk verlagen Spuitbeeld is in het midden gespleten • Sproeierdiameter vergroten • Verstuiverluchtdruk verlagen • Materiaaldruk verhogen Spuitbeeld is erg convex • Materiaaldruk verlagen • Verstuiverluchtdruk verhogen Ombouw en reparatie Als u het spuitbeeld verdergaand dan de reeds genoemde mogelijkheden wilt veranderen, dan moet het spuitpistool omgebouwd worden. De bij het spuitmateriaal passende luchtkop- / materiaalsproeier- / naaldcombinatie vormt een op elkaar afgestemde eenheid - het sproeiersegment. Vervang altijd het complete sproeiersegment, opdat de gewenste spuitbeeldkwaliteit behouden blijft. Materiaalaansluiting Spuitstraal instellen: De spuitstraal wordt geregeld door de luchtverdeelring (pos. 2) te vervangen of te verwijderen. Er zijn drie mogelijkheden: Waarschuwing Onderbreek vóór elk ombouwen of repareren de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool - verwondingsgevaar. Aanwijzing Gelieve voor de uitvoering van de in wat volgt opgesomde werkstappen de explosietekening aan het begin van deze gebruiksaanwijzing te gebruiken. 7.1 1. 2. 3. geen luchtverdeelring (Spuithoek ca. 60°) luchtverdeelring zonder gat luchtverdeelring 4-gats (Spuithoek ca. 30°) = grote brede straal = ronde straal normale brede straal 70 1. 2. 3. De Materiaalsproeier en Luchtkop vervangen Schroef de luchtkop (pos. 1) van het pistoollichaam (pos. 6). De luchtverdeelring (pos. 2) van de materiaalspuitkop af trekken. Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 9 uit het pistoollichaam. montage van de nieuwe materiaalspuitkop gebeurt in omgekeerde volgorde. 71 7.2 1. 2. 3. 4. 5. De 7.3 Materiaalnaald vervangen • De naaldinstelschroef (pos. 14) uit het pistoollichaam schroeven. De ventielveer (pos. 12) en de ventielsteel (pos. 8) met de ingebouwde naald eruit trekken. Met een schroevendraaier de afsluitschroef (pos. 11) aan het uiteinde van het ventiel eruit schroeven. De naaldveer (pos. 10) en de naald (pos. 9) eruit trekken. De instelmaat van de materiaalnaald voor de voorlucht bedraagt 54 mm, van de naaldpunt tot aan de 1ste naaldmoer gerekend. De 2de naaldmoer is een contramoer. montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Ondichte naaldpakking vervangen 1. Verwijder de materiaalnaald, de Materiaalsproeier en de Luchtkop zoals hierboven beschreven. 2. Schroef de pakkingschroef (pos. 4) met een speciale schroevendraaier uit het pistoollichaam. 3. Verwijder de Naaldpacking (pos. 5). Gebruik hiervoor evt. een dunne draad, waarvan het uiteinde tot een haak is omgebogen. De montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Waarschuwing De uit de pistooladapter genomen naaldpakking mag niet opnieuw gebruikt worden, aangezien anders een veilig functionerende afdichtende werking niet gegarandeerd is. Aanwijzing Alle beweeglijke en glijdende onderdelen moeten vóór de inbouw in het pistoollichaam met WALTHER PILOT pistoolvet worden ingevet. 8 Reiniging en onderhoud Opgelet Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddelen of in een ander reinigingsmiddel. Anders kan niet worden gegarandeerd dat het spuitpistool perfect finctioneert. Gebruik voor de reiniging geen harde of spitse voorwerpen. Voor schade die resulteert uit ondeskundige reiniging verleent WALTHER, Wuppertal, geen vrijwaring. U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren. 1. Vul het gereinigde materiaalreservoir het gereinigde materiaaldrukvat met een bij het gespoten materiaal passend reinigingsmiddel. 2. Stel het spuitpistool in bedrijf. 3. Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmiddel uitspuit. De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de volgende bestanddelen niet inzitten: 72  ehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v.1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride G enz.) • Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen • Geregenereerde oplosmiddeln (zgn. reinigingsverdunningen) • Ontlakkingmiddelen. De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalvaniseerde componenten chemische reacties en leiden tot corrosieschade. Reinig het spuitpistool • iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging • minimaal een maal per week • afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per week Uitvoerige reiniging 1. 2. Haal het pistool uit elkaar Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigingsmiddel. 3. Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met ee doek en het reinigingsmiddel. 4. Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm: • Naaldveer • alle glijdende delen en lagerpunten. De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden ingevet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik daarvoor WALTHER PILOT pistoolvet en een penseel. Vervolgens wordt het spuitpistool in omgekeerde volgorde ineengezet. 9 Foutopsporing en -eliminering Waarschuwing Schakel vóór elk ombouwen de verstuiverlucht en de materiaaltoevoer naar het spuitpistool drukloos - verwondingsgevaar. Fout Oorzaak Herstelaktie Materiaalnaald (Pos. 9) of -spuitkop (Pos. 3) vervuild of beschadigd Onderdeel reinigen resp. vervangen Naaldveer (pos. 10) is niet in orde, evt. gebroken vervangen Naaldinstelschroef (pos. 14) te ver naar achteren gedraaid Naaldinstelschroef iets naar Pistool blaast in ruststand Kleppakking (Pos. 7) lekt vervangen Klepsteel (Pos. 8) beschadigd vervangen Spuitstraal aan de ene kant Luchtkop (Pos. 1) vervuild vervangen en reinigen Pistool druppelt 73 binnenschroeven 10 Verwerking De spuitmiddelen en de materialen die ontstaan bij de reiniging en het onderhoud dienen in overeenstemming met de wetten en voorschriften deskundig en vakkundig te worden verwijderd. Waarschuwing Let op de instructies van de fabrikant van het spuit- en reinigingsmiddel. De gezondheid van mens en dier wordt in gevaar gebracht door achteloos verwijderd materiaal. 11 Technische gegevens Gewicht: 245 g Aansluiting: Verstuivingslucht Materiaaltoevoer PK 4 PK 4 Spuitkopuitvoering naar keuze: 0,2 • 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 mm ø Luchtkoppen: Brede straal luchtkop Max. luchtdruk verstuiver: 6 bar Max. bedrijfstemperatuur: 43°C Het geluidsniveau, gemeten op 1 m afstand, bedraagt 72 dB (A) Luchtverbruik: Ingangsluchtdruk Luchtverbruik 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 46 l / Min 78 l / Min 119 l / Min 156 l / Min 189 l / Min 219 l / Min bar bar bar bar bar bar Technische wijzigingen voorbehouden. 74 Das WALTHER PILOT-Programm • • • • • • • • • • • • • • Hand-Spritzpistolen Automatik-Spritzpistolen Niederdruck-Spritzpistolen (System HVLP) Materialdruckbehälter Drucklose Behälter Rührwerk-Systeme Airless-Geräte und Flüssigkeitspumpen Materialumlaufsysteme Kombinierte Spritz- und Trockenboxen Absaugsysteme mit Trockenabscheidung Absaugsysteme mit Nassabscheidung Trockner Zuluft-Systeme Atemschutzsysteme und Zubehör Le programme de WALTHER PILOT • • • • • • • • • • • • • • Pistolets de pulvérisation manuels Pistolets de pulvérisation automatiques Pistolets de pulvérisation (Système HVLP) Réservoirs sous pression Récipients de mélange et de stockage Appareils de pulvérisation sans air Pompes de transfert Murs à aspiration sèche Murs à rideau d'eau Cabines de poudrage Cabines mixtes peinture-séchage Installations de soufflage Etuves Très nombreux accessoires The WALTHER PILOT programme • • • • • • • • • • • • • • Hand-Held Spray Guns Automatic Spray Guns Low Pressure Spray Guns (System HVLP) Material Pressure Tanks Nonpressurized Tanks Agitator Systems Airless Equipment and Transfer Pumps Material Circulation Systems Combined Spraying and Drying Booths Dry Back Overspray Extraction Systems Wet Back Overspray Extraction Systems Dryers Ventilation Systems Protective Respiratory Systems and Accessory Items El programa de WALTHER PILOT • • • • • • • • • • • • • • Pistolas de pulverización manuales Pistolas de pulverización automáticas Pistolas de pulverización de baja presión (Sistema HVLP) Depósitos de presión para material Depósitos sin presión Sistemas agitadores Aparatos Airless y bombas de fluidos Sistemas de circulación de material Cajas combinadas de pulverizado y secado Sistemas de aspiración con separación en seco Sistemas de aspiración con separación húmeda Secadoras Sistemas de entrada de aire Sistemas de respiración y accesorios Het WALTHER PILOT-programma • • • • • • • • • • • • • • Handspuitpistolen Automatische spuitpistolen Lagedrukspuitpistolen (systeem HVLP) Materiaaldrukvaten Drukloze vaten Roerwerksystemen Airless-apparaten en vloeistofpompen Materiaalcirculatiesystemen Gecombineerde spuit- en droogboxen Afzuigsystemen met droge afscheiding Afzuigsystemen met natte afscheiding Drogers Luchttoevoersystemen Ademhalingssystemen en toebehoren WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Str. 18-30 • D-42327 Wuppertal Tel.: 0202 / 787-0 • Fax: 0202 / 787-2217 www.walther-pilot.de E-mail: [email protected]
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39

WALTHER PILOT TWIN Handleiding

Categorie
Verfspuit
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor