WALTHER PILOT PILOT XIII Handleiding

Categorie
Verfspuit
Type
Handleiding
54
Ersatzteilliste Fließdruckbecher für PILOT XIII-HVLP
V 00 138 00 000
Pos. Ersatzteil-Nr. Bezeichnung
Nr.
1 V 00 137 01 040 Becher
2 V 00 138 02 000 Deckel
3 V 09 002 04 000 Deckeldichtung
4 V 00 138 03 000 Rückschlagplatte
5 V 00 138 04 000 Verschraubung
6 V 00 138 05 000 Kupplung
7 V 00 138 06 000 Stecknippel
8 V 00 138 07 000 L-Verschraubung
9 V 66 100 06 204 Luftschlauch
Ersatzteilliste Hängedruckbecher für
PILOT XIII-HVLP V 11 352 60 000
Pos. Ersatzteil-Nr. Bezeichnung
Nr.
1 V 11 352 55 100 Deckelnippel
2 V 00 142 07 000 Überwurfmutter G 3/8
3 V 11 001 80 510 Sicherheitsventil kompl.
4 V 11 352 56 000 Hutmutter
5 V 66 100 03 562 Schnellverschraubung
6 V 66 100 02 223 Dichtung
7 V 09 101 14 000 Dichtung
8 V 11 352 72 000 Deckel
9 V 09 103 52 000 O-Ring
10 V 00 112 03 005 Sechskantmutter
11 V 00 101 03 000 Überwurfmutter G 1/4
12 V 00 120 03 100 Steigrohr
13 V 11 352 71 000 Hängedruckbecher
Spare Parts List for Gravity Feed Cup
PILOT XIII-HVLP V 11 352 60 000
Item
No. Reference No. Description
1 V 11 352 55 100 Lid nipple
2 V 00 142 07 000 Sleeve nut G 3/8
3 V 11 001 80 510 safety valve compl.
4 V 11 352 56 000 Cap nut
5 V 66 100 03 562 Quick connection
6 V 66 100 02 223 Seal
7 V 09 101 14 000 Seal
8 V 11 352 72 000 Lid
9 V 09 103 52 000 O-ring
10 V 00 112 03 005 Hexagon nut
11 V 00 101 03 000 Sleeve nut G 1/4
12 V 00 120 03 100 Suction pipe
13 V 11 352 71 000 Gravity Feed Cup
Spare Parts List for Gravity Feed Cup
PILOT XIII-HVLP V 00 138 00 000
Item
No. Reference No. Description
1 V 00 137 01 040 Cup
2 V 00 138 02 000 Lid
3 V 09 002 04 000 Lid Seal
4 V 00 138 03 000 Recoil Plate
5 V 00 138 04 000 Joint
6 V 00 138 05 000 Coupling
7 V 00 138 06 000 Adapter Nipple
8 V 00 138 07 000 L-Joint
9 V 66 100 06 204 Air Hose
Liste des pièces de rechange godet gravité
pression pour PILOT XIII-HVLP V 00 138 00 000
Pos. Numéro Description
1 V 00 137 01 040 Godet
2 V 00 138 02 000 Couvercle
3 V 09 002 04 000 Joint de couvercle
4 V 00 138 03 000 Plaque de retour
5 V 00 138 04 000 Vis de raccord
6 V 00 138 05 000 Raccord
7 V 00 138 06 000 Nipple de fixation
8 V 00 138 07 000 Coude de raccord
9 V 66 100 06 204 Flexible d'air
Liste des pièces de rechange godet
pression pour PILOT XIII-HVLP V 11 352 60 000
Pos. Numéro Description
1 V 11 352 55 100 Nipple de couvercle
2 V 00 142 07 000 Ecrou-chapeau G 3/8
3 V 11 001 80 510 valve de sécurité compl.
4 V 11 352 56 000 Ecrou à capuchon
5 V 66 100 03 562 Raccord rapide
6 V 66 100 02 223 Joint
7 V 09 101 14 000 Joint
8 V 11 352 72 000 Couvercle
9 V 09 103 52 000 O-ring
10 V 00 112 03 005 Ecrou hexagonal
11 V 00 101 03 000 Ecrou-chapeau
12 V 00 120 03 100 Conduit de refoulement
13 V 11 352 71 000 rechange godet pression
Reservedelen voor de stromingsbeker
voor PILOT XIII-HVLP V 00 138 00 000
Pos. Artikelnr. Benaming
1 V 00 137 01 040 Beker
2 V 00 138 02 000 Deksel
3 V 09 002 04 000 Dekseldichting
4 V 00 138 03 000 Terugslagplaat
5 V 00 138 04 000 Schroefverbinding
6 V 00 138 05 000 Koppeling
7 V 00 138 06 000 Insteeknippel
8 V 00 138 07 000 L-koppeling
9 V 66 100 06 204 Luchtslang
Reservedelen voor de hangdrukbeker voor
PILOT XIII-HVLP V 11 352 60 000
Pos. Artikelnr. Benaming
1 V 11 352 55 100 Dekselnippel
2 V 00 142 07 000 DopmoerG 3/8
3 V 11 001 80 510 veiligheidsklep
4 V 11 352 56 000 Kapmoer
5 V 66 100 03 562 Schroef-snelverbinding
6 V 66 100 02 223 Dichting
7 V 09 101 14 000 Dichting
8 V 11 352 72 000 Deksel
9 V 09 103 52 000 O-ring
10 V 00 112 03 005 Zeskantmoer
11 V 00 101 03 000 Dopmoer G 1/4
12 V 00 120 03 100 Stijgbuisl
13 V 11 352 71 000 Hangdrukbeker
5756
Inhoud
Explosietekening 2
EG-conformiteitsverklaring 57
Reservedelenlijst 58
1 Algemeen 59
1.1 Aanduiding van het model 59
1.2 Doelmatig gebruik 59
1.3 Ondoelmatig gebruik 60
2 Technische beschrijving 60
3 Veiligheidsinstructies 61
3.1 Aanduiding van de veiligheidsinstructies 61
3.2 Algemene veiligheidsinstructies 61
4 Montage 62
4.1 Toevoerleidingen aansluiten 62
5 Bediening 64
5.1 Veiligheidsinstructies 64
5.2 Ingebruikname en buitengebruikstelling 64
5.3 Het spuitprofiel testen 65
5.4 Het spuitprofiel veranderen 65
5.5 Ombouwen van het spuitpistool 66
5.6 Problemen met het spuitprofiel verhelpen 67
6 Reiniging en onderhoud 67
6.1 Veiligheidsinstructies 67
6.2 Basisreiniging 67
6.3 Routinematige reiniging 68
7 Reparatie 69
7.1 Lekkende naaldpakking vervangen 69
7.2 Vervanging van nozzle en naald 69
8 Storingen opsporen en verhelpen 70
9 Wat te doen met afval 70
10 Technische gegevens 71
EG/EU-conformiteitsverklaring
De fabrikant verklaart onder geheel eigen verantwoording dat het hierna beschreven product aan
de algemeen aanvaarde veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voldoet. Bij een niet met ons
besproken wijziging aan het hierna beschreven product of bij oneigenlijk gebruik verliest deze
verklaring haar geldigheid.
Fabrikant WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18 - 30
D - 42327 Wuppertal
Tel.: +49(0)202 / 787 - 0
Fax: +49(0)202 / 787 - 2217
www.walther-pilot.de • e-mail: [email protected]
Typekentekening Handspuitpistool PILOT XIII / XIII-D / XIII-HD
PILOT XIII stromingsbeker V 11 301 03
PILOT XIII materiaalaansluiting V 11 302 03
PILOT XIII zuigbeker V 11 303 73
PILOT XIII-D materiaalaansluiting V 11 372 51
PILOT XIII-HD materiaalaansluiting V 11 342 43
Handspuitpistool PILOT XIII-HVLP
PILOT XIII-HVLP stromingsdrukbeker V 11 336 03
PILOT XIII-HVLP materiaalaansluiting V 11 332 03
PILOT XIII-HVLP hangdrukbeker V 11 338 03
Doelmatig gebruik verwerking van verstuifbare stoffen
Toegepaste normen en richtlijnen
EG-richtlijnen voor machines 2006/42/EC
2014/34/EU (ATEX richtlijnen)
DIN EN ISO 12100
DIN EN 1953 DIN EN 13463-1
DIN EN 1127-1 DIN EN 13463-5
Specificatie overeenkomstig richtlijn 2014/34/EU
Categorie 2 Typenummer
II 2 G c T 6
Tech.File,Ref.:
2412
Gemachtigd voor de samenstelling van de technische documentatie:
Nico Kowalski, WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Kärntner Str. 18 - 30
D- 42327 Wuppertal
NB:
Het product moet worden ingebouwd in een ander apparaat. De ingebruikname is niet geoor-
loofd, totdat de conformiteit van het eindproduct met de richtlijn 2006/42/EC is vastgesteld.
Wuppertal, de 25 april 2017
Naam: Torsten Bröker
Positie: Manager Constructie en Ontwikkeling
Deze verklaring is geen garantie en kan derhalve niet worden gebruikt bij kwesties m.b.t. aansprakelijkheid.
Raadpleeg s.v.p. de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie.
ppa.
5958
Reservedelenlijst PILOT XIII
Pos. N-reservedelen Benaming
1 V 01 101 03 000 Luchtkopmoer
2 naar keuze Luchtkop
V 01 101 02 . . 6*
3 naar keuze Materiaalspuitkop
V 01 101 07 . . 3*
4 V 11 301 02 000 Luchtverdelingsring
5 naar keuze Pistool-voorzetstuk
a V 11 331 02 000 voor uitvoering
stromingsbeker
b V 20 660 02 000 voor uitvoeringen
materiaalaansluiting /
zuigbeker
6 V 09 001 72 000 Naalddichting compl.
7 V 20 660 05 000 Tegenbus
8 V 20 660 06 000 Drukveer
9 V 20 660 07 000 Stopbus
10 V 09 001 67 000 Dichting
11 V 11 301 18 005 Sluitschroef
12 V 11 335 03 000 Stopschroef
13 V 11 351 02 000 Afstandsstuk
14 V 11 301 01 000 Pistoollichaam
15 V 20 660 20 000 Breedstraalregeling compl.
16 V 09 102 03 000 O-ring
17 V 11 306 02 000 Leibus
18 naar keuze Materiaalnaald
V 11 306 21 . . .*
19 V 10 306 06 000 Meenemer
20 V 10 306 08 000 Contraschroef
21 V 11 306 03 000 Veerbus
22 V 11 306 04 000 Contramoer
23 V 10 306 04 000 Naaldveer
24 V 00 101 01 000 Dubbele nippel
25 V 09 002 07 000 Usit-ring
26 V 20 660 04 003 Zeskantmoer
27 V 11 301 17 000 Trekhendel
28 V 10 301 09 000 Hendelschroef
29 V 11 301 08 000 Hendelschachtschroef
30 V 11 304 04 000 Klepveer
31 V 11 304 02 000 Klepkegel
32 V 11 304 01 000 Klepschacht
33 V 11 304 05 000 Klepstopbus
34 V 09 102 08 000 O-ring
35 V 09 001 68 000 Dichting
36 V 11 304 03 000 Klephuis
* Gelieve bij de bestelling van reservedelen
steeds de juiste maat te vermelden. Wij advise-
ren, alle vetgedrukte delen (slijtende delen) in
voorraad te houden.
Afwijkende onderdelen van PILOT XIII
Reservedelenlijst PILOT XIII-HVLP
Pos. N-reservedelen Benaming
2 naar keuze Luchtkop
V 01 101 86 086 voor mondstukdiameter
0,3 - 2,0 mm ø
V 01 101 86 256 voor mondstukdiameter
2,5 + 3,0 mm ø
3 naar keuze Materiaalspuitkop
V 01 101 85 . . 3*
14 V 11 335 01 000 Pistoollichaam
18 naar keuze Materiaalnaald
V 11 306 21 033 voor mondstukdiameter
0,3 mm ø
V 11 306 21 053 voor mondstukdiameter
0,5 mm ø
V 11 306 21 083 voor mondstukdiameter
0,8 - 1,5 mm ø
V 11 306 21 123 voor mondstukdiameter
1,8 - 2,0 mm ø
V 11 306 21 253 voor mondstukdiameter
2,5 - 3,0 mm ø
Reservedelenlijst PILOT XIII-D
2 naar keuze Luchtkop
V 20 730 03 . . 2* voor mondstukdiameter
6,0 • 7,0 • 8,0 mm ø
3 naar keuze Materiaalspuitkop
V 20 730 06 . . 2* 6,0 • 7,0 • 8,0 mm ø
4 Luchtverdelingsring verwalt
5 V 20 730 02 003 Pistool-voorzetstuk XIII-D
15 V 09 001 06 000 Dichtung
V 11 501 03 000 Stopbus
18 V 11 370 01 000 Materiaalnaald
19 V 11 370 03 005 Meenemer
20 V 11 370 04 001 Contraschroef
Reservedelenlijst PILOT XIII-HD (50 bar)
2 naar keuze Luchtkop
V 01 101 04 . . 6* 2,0 • 2,5 • 3,0 • 3,5 mm ø
voor mondstukdiameter
1,0 • 1,5 • 2,0 • 2,5 mm ø
3 naar keuze Materiaalspuitkop
V 01 101 37 . . 3* 1,0 • 1,5 • 2,0 • 2,5 mm ø
14 V 11 340 01 000 Pistoollichaam
17 V 11 340 06 000 Leibus
21 V 11 340 05 000 Veerbus
22 V 20 206 09 000 Contramoer
23 V 11 340 07 000 Naaldveer
37 V 11 680 24 100 Veilingheidshendel compl.
39 V 11 340 04 000 Veerbord
1 Algemeen
1.1 Aanduiding van de modellen
Modellen: Handspuitpistolen PILOT XIII / PILOT XIII-HVLP PILOT XIII-D /
PILOT XIII-HD
Types: PILOT XIII stromingsbeker V 11 301 03
PILOT XIII materiaalaansluiting V 11 302 03
PILOT XIII zuigbeker V 11 303 73
PILOT XIII-HVLP stromingsdrukbeker V 11 336 03
PILOT XIII-HVLP materiaalaansluiting V 11 332 03
PILOT XIII-HVLP hangdrukbeker V 11 338 03
PILOT XIII-D materiaalaansluiting V 11 372 51
PILOT XIII-HD materiaalaansluiting V 11 342 43
Producent: WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärnter Str. 18-30
D-42327 Wuppertal
Tel.: +49 202 / 787-0
Fax: +49 202 / 787-2217 • www.walther-pilot.de
1.2 Doelmatig gebruik
De handbediende spuitpistolen PILOT XIII, PILOT XIII-HVLP, PILOT XIII-D en PILOT
XIII-HD zijn uitsluitend bedoeld voor de verwerking van verstuifbare stoffen.
Aangezien alle materiaalgeleidende delen uit edelstaal zijn vervaardigd, kunnen ook
waterhoudende en agressieve stoffen worden verstoven, waaronder:
verven en lakken;
vetten, oliën en anticorrosiemiddelen;
ceramische glazuren;
zuurhoudende stoffen en
beitsen.
Als de stoffen die u wilt verspuiten niet in deze lijst voorkomen, neem dan contact op
met WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH in Wuppertal.
De verstuifbare stoffen mogen alleen op werkstukken of voorwerpen worden aange-
bracht.
De temperatuur van de te verstuiven stof mag in principe niet hoger liggen dan
42 °C.
Doelmatig gebruik betekent ook, dat alle instructies en aanwijzingen van deze hand-
leiding gelezen, begrepen en nageleefd worden.
Het apparaat voldoet aan de eisen bescherming tegen explosie, richtlijn 2014/34/EU
(ATEX) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, categorie apparaat en
temperatuurklasse.
Bij gebruik van het apparaat is het noodzakelijk dat de in de gebruiksaanwijzing
omschreven bepalingen worden aangehouden.
De voorgeschreven inspectie- en ondehoudsintervallen moeten worden waargeno-
men. De gegevens op het typeplaatje resp. de informatie in het hoofdstuk Technische
6160
Gegevens moeten worden aangehouden en mogen niet worden overschreden. Er
mag absoluut geen overbelasting van het apparaat ontstaan.Het apparaat mag in
toepassingsgebieden met gevaar voor explosie alleen worden ingezet met toestem-
ming van de verantwoordelijke overheidsinstantie.
Het is aan de verantwoordelijke overheidsinstantie resp. de exploitant de mate
van explosiegevaar vast te stellen (indeling in zones).
Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische gege-
vens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voorschriften
overeenstemmen.
In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van het apparaat een gevaar voor
personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploitant passende veiligheidsmaatre-
gelen te nemen.
Als er bij gebruik onzekerheid ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de
exploitant niet naar believen functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden
stopgezet en moet met contact worden opgenomen met WALTHER Spritz-und
Lackiersysteme GmbH.
Aarding/potentiaalnormalisatie
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende
wordt geaard. (Maximale weerstand: 10
6
Ω).
1.3 Ondoelmatig gebruik
Het spuitpistool mag niet op een andere wijze worden gebruikt dan beschreven
onder 1.2 Doelmatig gebruik. Elk ander gebruik is ondoelmatig.
Ondoelmatig gebruik is bijvoorbeeld:
het verstuiven van stoffen op mensen en dieren
het verstuiven van vloeibare stikstof.
2 Technische beschrijving
Model PILOT XIII / PILOT XIII-D: Conventionele luchtverstuiving.
Model PILOT XIII-HD: Hogedruk-spuittechniek.
Model PILOT XIII-HVLP: Lagedruk-spuittechniek. Bij een inlaatdruk van
4 bar bedraagt de spuitdruk 0,7 bar.
Bij bediening van de trekhendel wordt als eerste de luchtklep (pos. 31) van het
mondstuk geopend (voorlucht) en pas daarna de materiaalnaald (pos. 18) terugge-
trokken. Het sluiten geschiedt in omgekeerde volgorde.
De doorzet van het materiaal is afhankelijk van de mondstukdiameter en de afstelling
van de materiaaldruk aan het drukvat of de materiaaldrukregelaar. Bovendien is bij
het spuitpistool PILOT XIII-HVLP een stromingsdrukbeker of een hangdrukbeker
aangebracht. Zodra het materiaal in de beker onder druk wordt gezet, wordt de
materiaalstroom al naar gelang de inlaatdruk gewaarborgd.
Bovendien kan de doorzet worden geregeld, door de veerbus (pos. 21) erin of eruit
te schroeven.
De stelschroef (pos. 15) is bedoeld voor de regeling van de spuitstraalbreedte. Door
het draaien naar links (uitdraaien) ontstaat een brede spuitstraal, door het draaien
naar rechts (inschroeven) een ronde spuitstraal.
Uitvoeringen:
PILOT XIII: stromingsbeker, zuigbeker, materiaalaansluiting voor
materiaaldrukvaten en pompsystemen.
PILOT XIII-D: materiaal aansluiting voor materiaaldrukvaten en
pompsystemen.
PILOT XIII-HVLP: stromingsdrukbeker, hangdrukbeker, materiaalaansluiting voor
materiaaldrukvaten en pompsystemen.
PILOT XIII-HD: materiaal aansluiting voor materiaaldrukvaten en
pompsystemen.
3 Veiligheidsinstructies
3.1 Aanduiding van de veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het symbool en het woord "Waarschuwing" wijzen op een mogelijk gevaar voor
personen. Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen.
Attentie
Het symbool en het woord "Attentie" wijzen op een mogelijk gevaar voor zaken.
Mogelijke gevolgen: beschadiging van voorwerpen.
Aanwijzing
Het symbool en het woord "Aanwijzing" geven aanvullende informatie voor het
veilig en efficiënt gebruik van het spuitpistool.
3.2 Algemene veiligheidsinstructies
De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veilig
heidstechnische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen
in acht te worden genomen.
Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het
werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het verspuiten van
licht ontvlambare materialen (b.v. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat
een verhoogd gezondheids-, explosie- en brandrisico.
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende
wordt geaard. (Maximale weerstand: 10
6
Ω).
Maak vóór ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool vrij van druk- letselrisico.
Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen
voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico.
Richt het spuitpistool niet op personen en dieren – letselrisico.
Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitma-
teriaal en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen
6362
kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken.
De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied
en het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschre-
ven ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het
spuitpistool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar
voor uw gezondheid.
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het
spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 85 dB (A).
Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhouds
werkzaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend
voor deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen.
Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin
gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327
Wuppertal.
4 Montage
4.1 Toevoerleidingen aansluiten
Aanwijzing
Voor de doorvoering van de onderstaand beschreven arbeidsstappen dient u de
explosietekening vooraan in deze handleiding te gebruiken.
Waarschuwing
De luchtdruk aan het pistool mag niet meer dan 8 bar bedragen, omdat anders geen
veilige werking van het spuitpistool kan worden gegarandeerd.
Waarschuwing
Materiaal- en luchtslangen die met een slangtule worden bevestigd, moeten extra
beveiligd worden door middel van een slangklem.
PILOT XIII: Uitvoering met stromingsbeker
1. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2. U vult de stromingsbeker met gezeefd materiaal.
3. U sluit de stromingsbeker.
4. U schakelt de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar.
PILOT XIII: Uitvoering met zuigbeker
1. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een-
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2. U vult de zuigbeker met gezeefd materiaal.
3. U sluit de zuigbeker en schroeft deze op het pistool-voorzetstuk (pos. 5 b).
4. U schakelt de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar.
PILOT XIII-HVLP: Uitvoering met stromingsdrukbeker
1. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2. U vult de stromingsdrukbeker met gezeefd materiaal.
3. U sluit de stromingsdrukbeker en schroeft op het pistool-voorzestuk (pos. 5 a).
4. U bevestigt - indien nodig - de luchtslang van de stromingsdrukbeker met behulp
van de L-koppeling (sleutel 8) aan het pistool.
5. U schakelt de persluchttoevoer in.
Het pistool is nu bedrijfsklaar.
PILOT XIII-HVLP: Uitvoering met hangdrukbeker
1. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2. U vult de hangdrukbeker met gezeefd materiaal.
3. U sluit de hangdrukbeker en schroeft deze op het pistool-voorzestuk (pos. 5 b).
4. U bevestigt - indien nodig - de luchtslang van de hangdrukbeker met behulp van
de L-koppeling (sleutel 13) aan het pistool.
5. U schakelt de persluchttoevoer in.
Het pistool is nu bedrijfsklaar.
PILOT XIII / PILOT XIII-HVLP / PILOT XIII-D / PILOT XIII-HD
Uitvoering: materiaalaansluiting voor materiaaldrukvaten of pompsyste-
men
1. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een
luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24).
2. U schakelt de perslucht in en stelt aan de regelklep de gewenste verstuiverlucht-
druk in.
3. U bevestigt de materiaal-toevoerslang aan het materiaaldrukvat of de mate-
riaaldrukregelaar van een pompinstallatie en aan de materiaalaansluiting van
het spuitpistool (pos. 5 b).
4. U vult materiaal in het materiaaldrukvat en sluit het deksel.
5. Aan de regelklep voor de persluchtdruk stelt u de gewenste materiaaldruk in; bij
materiaaltoevoer via pompsystemen wordt de materiaaldruk geregeld via een
stelsleutel aan de materiaaldrukregelaar.
6. U opent de materiaalkraan aan het drukvat.
7. U bedient de trekhendel (pos. 27) om de lucht die zich nog in de materiaals lang
bevindt, te verwijderen. U houdt deze hendel vast totdat een gelijkmatige mate-
riaalstraal uit het mondstuk komt. Nu kan het pistool weer worden gesloten.
Het pistool is bedrijfsklaar.
6564
5 Bediening
5.1 Veiligheidsinstructies
Let bij de bediening van het spuitpistool in het bijzonder op de volgende veiligheids-
instructies!
Draag adembescherming en werkkleding die aan de voorschriften beantwoor-
den, als u met het spuitpistool materialen verstuift. Zwevende deeltjes zijn een
gevaar voor uw gezondheid.
Draag bij het werken met het spuitpistool een oorbescherming. Het geluidsni-
veau van het spuitpistool bereikt ca. 85 db (A) (PILOT XIII) of ca. 83 dB (A)
(PILOT XIII-HVLP).
Vuur, open licht en roken is verboden in de werkruimte. Bij het verstuiven van
licht ontvlambare stoffen (zoals lakken, lijmen) is er verhoogd risico op brand en
ontploffing.
5.2 Ingebruikname en buitengebruikstelling
Vóórdat u het spuitpistool kunt inschakelen, dient aan de volgende voorwaarden te
zijn voldaan:
De verstuiverluchtdruk moet aan het spuitpistool voorhanden zijn.
De materiaaldruk moet aan het spuitpistool voorhanden zijn (niet van toepassing
bij stromingsdrukbekers en hangdrukbekers).
Aansluitschema voor materiaaldrukvaten
Attentie
De materiaaldruk mag niet hoger zijn afgesteld dan 8 bar (uitgenomen PILOT XIII-
HD). De luchtdruk mag niet meer dan 8 bar bedragen, omdat anders geen veilige en
storingsvrije werking van het spuitpistool kan worden gewaarborgd. De mate-
riaaldruk in de beker mag maximaal 3 bar bedragen.
Waarschuwing
Na werkeinde dient het spuitpistool altijd drukloos te worden geschakeld. De onder
druk staande leidingen kunnen barsten en personen in de nabijheid kunnen letsel
oplopen door uitstromend materiaal .
5.3 Het spuitprofiel testen
Het spuitprofiel moet altijd worden getest als:
het spuitpistool voor het eerst in gebruik wordt genomen;
ander verstuifmateriaal wordt gebruikt;
het spuitpistool voor onderhouds- of herstellingswerkzaamheden werd gedemon-
teerd.
Het spuitprofiel kan worden getest op een testwerkstuk, een metalen plaat, karton of
papier.
Waarschuwing
Houd bij het verstuiven van materiaal geen handen of andere lichaamsdelen voor de
onder druk staande nozzle van het spuitpistool - gevaar voor letsels.
Waarschuwing
Let er bij de ingebruikname van het spuitpistool op, dat er zich geen enkele persoon
in het verstuifbereik van het pistool bevindt - gevaar voor letsels.
1. Neem het pistool in gebruik om het spuitprofiel te testen (zie 5.2 Ingebruikname
en buitengebruikstelling).
2. Controleer het resultaat van de test en pas indien nodig de instellingen van het
spuitpistool aan (zie 5.4 Het spuitprofiel veranderen).
5.4 Het spuitprofiel veranderen
Door middel van de volgende instellingen van de PILOT XIII, de PILOT XIII-D, de
PILOT XIII-HVLP of PILOT XIII-HD kunt u het spuitbeeld wijzigen.
Brede of ronde straal instellen
De stelschroef (pos. 15) is bedoeld voor de regeling van de spuitstraalbreedte. Door
het draaien naar links (uitdraaien) ontstaat een brede spuitstraal, door het draaien
naar rechts (inschroeven) een ronde spuitstraal.
Materiaaldoorzet instellen
De materiaaldoorzet kan worden geregeld, door het in- of uitdraaien van de stel-
schroef (pos. 21). De doorzet wordt door het draaien naar links (uitdraaien) ver-
hoogd, door het draaien naar rechts (indraaien) verminderd..
6766
Materiaaldruk instellen (uitvoering voor materiaalaansluiting)
De materiaaldruk kan alleen aan de pomp of het drukvat worden geregeld. Daarbij
dient u de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant in acht te nemen.
Verstuiverlucht regelen
De verstuiverluchtdruk wordt geregeld aan de drukregelklep van de compressorin-
stallatie. Daarbij dient u de aanwijzingen en de veiligheidsinstructies van de fabrikant
in acht te nemen.
5.5 Ombouwen van het spuitpistool
Wanneer u het spuitbeeld nog anders wilt wijzigen dan hierboven beschreven, moet
daarvoor het spuitpistool worden aangepast (zie 5.5 Ombouwen van het spuitpistool)
Daartoe biedt WALTHER een veelvoud aan luchtkop-, mondstuk- en naaldcombina-
ties.
De bij het spuitmateriaal passende luchtkop-, mondstuk- en naaldcombinatie vormen
een op elkaar afgestemde eenheid - de spuitinzet. Om de gewenste spuitbeeldkwa-
liteit te bereiken, moet u altijd de complete spuitinzet vervangen.
Waarschuwing
Vóór iedere aanpassing moeten zowel lucht- als materiaaltoevoer naar het spuitpi-
stool worden onderbroken - gevaar voor letsel.
Aanwijzing
Voor de doorvoering van de onderstaand beschreven arbeidsstappen dient u de
explosietekening (vouwblad) vooraan in deze handleiding te gebruiken.
Materiaalspuitkop en luchtkop vervangen
1. U verwijdert de dopmoer (pos. 1).
2. U verwijdert de luchtkop (pos. 2).
3. U schroeft het materiaalmondstuk (pos. 3) met sleutel SW 12 uit het pistool.
De montage geschiedt in omgekeerde volgorde.
Materiaalnaald vervangen
1. U verwijdert de stelschroef (pos. 21).
2. U neemt de veer (pos. 23) eruit.
3. U trekt de materiaalnaald (pos. 18) uit het pistool.
De montage geschiedt in omgekeerde volgorde. De stelmaat van de materiaalnaald
bedraagt 82 mm, gerekend vanaf de naaldpunt tot aan de meeneembus (pos. 19).
Alleen voor model XIII-D:
Na verdwijning van materiaalspuitkop en luchtkop schroef de materiaalnaald uit het
meenemer.
5.6 Problemen met het spuitprofiel verhelpen
Uit de volgende tabel kunt u afleiden met welke instellingen u het spuitprofiel kunt
beïnvloeden.
Spuitbeeldproef Afwijking Vereiste instelling
Spuitbeeld is in het mid-
den te dik
Bredere spuitstraalvorm
instellen
Spuitbeeld is aan de uit-
einden te dik
Rondere spuitstraalvorm
instellen
Spuitbeeld is tamelijk
grofdruppelig
Verstuiverluchtdruk verhogen
Opgebrachte materiaal is
in het midden van het
spuitbeeld erg dun
Verstuiverluchtdruk verlagen
Spuitbeeld is in het mid-
den gespleten
Sproeierdiameter vergroten
Verstuiverluchtdruk verlagen
Materiaaldruk verhogen
Spuitbeeld is erg convex
Materiaaldruk verlagen
Verstuiverluchtdruk verhogen
6 Onderhoud
6.1 Veiligheidsinstructies
Onderbreek voordat u met het onderhoud begint, altijd eerst de lucht- en materiaal-
toevoer naar het spuitpistool - gevaar voor letsels.
Vuur, open licht en roken is verboden in de werkruimte. Bij het verstuiven van licht
ontvlambare stoffen (zoals reinigingsmiddelen) is er verhoogd risico op brand en
ontploffing.
Respecteer de veiligheidsinstructies van de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Vooral agressieve en bijtende reinigingsmiddelen kunnen schade aan de gezond-
heid veroorzaken.
6.2 Basisreiniging
Om de levensduur en de werking van het spuitpistool lang te vrijwaren, moet het
pistool regelmatig worden gereinigd en gesmeerd.
Attentie
Leg het spuitpistool niet in een oplosmiddel of een ander reinigingsmiddel. Een
onberispelijke werking van het pistool kan anders niet worden gegarandeerd.
Attentie
Gebruik voor het reinigen van het spuitpistool geen harde of puntige voorwerpen. Dit
zou delicate onderdelen kunnen beschadigen en het spuitresultaat verslechteren.
nagestreefd spuitresultaat
6968
Gebruik voor het reinigen van het spuitpistool alleen die reinigingsmiddelen, die door
de fabrikant van het spuitmateriaal zijn opgesomd en geen van de volgende
bestanddelen bevatten:
gehalogeneerde koolwaterstoffen (zoals 1,1,1-trichloorethaan, methyleenchloride,
enz.);
zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen;
gerecycleerde oplosmiddelen (verdunde middelen);
ontlakkingsmiddelen.
De hierboven opgesomde bestanddelen veroorzaken bij gegalvaniseerde onderde-
len chemische reacties en schade als gevolg van corrosie.
Voor schade die het gevolg is van een dergelijke behandeling geeft WALTHER
Spritz-und Lackiersysteme GmbH geen garantie.
Reinig het spuitpistool
voor elke verandering van verf of materiaal;
wekelijks minstens eenmaal;
wekelijks verschillende malen in functie van het materiaal en de graad van
verontreiniging.
Op die manier beschikt u altijd over een goed werkend spuitpistool.
1. Haal het spuitpistool uit elkaar, zie 5.5 Ombouwen van het spuitpistool.
2. Reinig de luchtkop en de materiaalnozzle met een kwast en het reinigingsmiddel.
3. Reinig alle andere onderdelen en het pistoolhuis met een doek en het reinigings-
middel.
4. Voorzie de volgende onderdelen van een dunne vetfilm:
de materiaalnaald
de naaldveer
alle glijdende onderdelen en lagerpunten
de bewegende interne delen moeten minstens één keer per week worden
ingevet.
de veren moeten altijd van een lichte vetfilm voorzien zijn.
Gebruik daarvoor een zuur- en harsvrij vet en een kwast.
Vervolgens steekt u het spuitpistool in omgekeerde volgorde opnieuw in elkaar.
6.3 Eenvoudige reiniging
Bij materiaalwissels of na werkeinde kunt u het spuitpistool ook reinigen zonder het
in zijn geheel te moeten demonteren.
Bij de eenvoudige reiniging gaat u als volgt te werk:
1. U vult de gereinigde stromingsbeker / zuigbeker / stromingsdrukbeker / hangdruk-
beker of het gereinigde materiaaldrukvat met een voor het spuitmateriaal geschikt
reinigingsmiddel.
2. U schakelt het spuitpistool in, (zie 5.2 Ingebruikname en buitengebruikstelling).
3. U schakelt het spuitpistool pas uit, wanneer het alleen nog puur reinigingsmiddel
spuit.
De complete spuitinstallatie moet nu tot aan de volgende toepassing drukloos worden
geschakeld.
7 Reparatie
Waarschuwing
Vóór iedere aanpassing of reparatie moet de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool worden onderbroken.
Aanwijzing
Voor de doorvoering van de onderstaand beschreven arbeidsstappen dient u de
explosietekening (vouwblad) vooraan in deze handleiding te gebruiken.
7.1 Ondichte naaldpakking vervangen
1. U verwijdert de materiaalnaald zoals beschreven onder 5.5 Spuitpistool aanpas-
sen.
2. U schroeft de stopbus (pos. 9) uit het pistool.
3. U verwijdert de naaldpakking (pos. 6) (Gebruik hiervoor evtl. een dunne draad
waarvan het uiteinde omgebogen is tot een haak).
De montage geschiedt in omgekeerde volgorde
Aanwijzing
Alle bewegende en glijdende delen moeten voor de montage in het pistool worden
voorzien van een zuurvrije, niet harsende vetlaag.
7.2 Materiaalmondstuk of -naald vervangen
Demonteert het spuitpistool zoals beschreven onder 5.5. "Spuitpistool aanpassen"
Aanwijzing
Alle beweeglijke en glijdende onderdelen moeten vóór de inbouw in het pistoolli-
chaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet.
Reparatiesets:
WALTHER biedt voor het hand-spuitpistool PILOT XIII een reparatieset aan, die alle
slijtende delen bevat. In de stuklijst zijn de slijtende delen vet gedrukt.
Art.nr. van de reparatieset: V 16 013 03 . . 3
WALTHER biedt voor het hand-spuitpistool PILOT XIII-HVLP een reparatieset aan,
die alle slijtende delen bevat. In de stuklijst zijn de slijtende delen vet gedrukt.
Art.nr. van de reparatieset: V 16 014 03 . . 3
7170
8 Opspeuren en verhelpen van storingen
Waarschuwing
Vóór iedere reparatie moeten de stuur- en verstuiverlucht evenals de materiaaltoevo-
er naar het spuitpistool drukloos worden geschakeld - gevaar voor letsel.
Storing Oorzaak Maatregelen
Pistool druppelt
materiaalnaald of -mondstuk verstopt
materiaalnaald of -mondstuk bescha-
digd
vreemd voorwerp in materiaalmond-
stuk
stopbus (pos. 9) te vast aangetrokken
naaldveer (pos. 23) niet in orde, evt.
gebroken
stelschroef (pos. 21) te ver naar ach-
ter gedraaid
materiaalnaald of -mondstuk
demonteren en reinigen
materiaalnaald of -mondstuk
vervangen
mondstuk demonteren en reinigen
iets losdraaien
materiaalnaald demonteren en
veer vervangen
stelschroef iets indraaien (naar
rechts)
Onregelmatige o
trillende spuitstraal
te weinig materiaal in het materiaalre-
servoir
hangdruk- of stromingsdruk-beker te
schuin gehouden
het materiaalmondstuk (pos. 3) zit
los of is beschadigd
materiaal bijvullen (zie handlei
ding van de installatiefabrikant)
meer rechtop houdenn
aantrekken, evt. luchtverdelings-
ring (pos. 4) vervangen
Luchtlekkage aan de
pistoolkop, in ruststand
ontwijkt lucht uit het pistool
klepkegel (pos. 31) lekt
klepschacht (pos. 32) loopt zwaar
demonteren en vervangen
demonteren en vervangen
Materiaallekkage aan de
stopbus schroef (pos. 9)
stopbus te los
naaldpakking (pos. 6) versleten
aantrekken
naaldpakking vervangen
Spuitstraal eenzijdig
hoornboringen aan het luchtkop ver-
stopt
demonteren en reinigen
9 Wat te doen met afval
De materialen die bij de reiniging en het onderhoud worden gebruikt, moeten
conform de wetten en de voorschriften in functie van de substantie en vakkundig
worden verwijderd.
Waarschuwing
Hou in het bijzonder rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van de spuit- en
reinigingsmiddelen. Substanties, die niet op correcte wijze worden afgevoerd,
brengen de gezondheid van mens en dier in gevaar.
10 Technische gegevens
PILOT XIII / PILOT XIII-HVLP / PILOT XIII-D / PILOT XIII-HD
Netto gewicht: 725 g
Aansluitingen:
Spuitlucht G 1/4“
Materiaaltoevoer G 1/4“ stromingsbeker
G 1/4“ stromingsdrukbeker
G 3/8“ materiaalaansluiting
G 3/8“ hangdrukbeker
G 3/8“ zuigbeker
Mondstukuitvoering naar keuze: 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,3 • 1,5 • 1,8 •
2,0 • 2,5 • 3,0 • 3,5 mm ø
Mondstukuitvoering PILOT XIII-D: 6,0 • 7,0 • 8,0 mm ø
Mondstukuitvoering PILOT XIII-HD: 1,0 • 1,5 • 2,0 • 2,5 mm ø
Luchtkop:
Standaard luchtkop PILOT XIII: 6 Gaten Luchtkop voor
PILOT XIII-HVLP: Lagedruk-kop
PILOT XIII-D: Ronde straal kop
PILOT XIII-HD Draai straal luchtkop
Drukbereik:
max. verstuiverdruk
PILOT XIII / PILOT XIII-D: 8 bar
PILOT XIII-HVLP: 0,7 bar
(bij een inlaatdruk van 4 bar)
Max. materiaaldruk 8 bar
Max. materiaaldruk PILOT XIII-HD 50 bar
Max. bedrijfstemperatuur van
het spuitpistool: 42 °C
Geluidsemissie
(gemeten op 1 m afstand van het
spuitpistool): 85 dB (A)
Technische wijzigingen voorbehouden.
Walther Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Straße 18 -30
.
D-42327 Wuppertal
T +49 202 787-0
.
F +49 202 787-2217
info@walther-pilot.de
.
www.walther-pilot.de
Das WALTHER PILOT-Programm
Hand-Spritzpistolen
Automatik-Spritzpistolen
Niederdruck-Spritzpistolen (System HVLP)
Zweikomponenten-Spritzpistolen
Materialdruckbehälter
Drucklose Behälter
Rührwerk-Systeme
Airless-Geräte und Flüssigkeitspumpen
Materialumlaufsysteme
Kombinierte Spritz- und Trockenboxen
Absaugsysteme mit Trockenabscheidung
Absaugsysteme mit Nassabscheidung
Trockner
Zuluft-Systeme
Atemschutzsysteme und Zubehör
The WALTHER PILOT programme
Hand-Held Spray Guns
Automatic Spray Guns
Low Pressure Spray Guns (System HVLP)
Two-Component Spray Guns
Material Pressure Tanks
Nonpressurized Tanks
Agitator Systems
Airless Equipment and Transfer Pumps
Material Circulation Systems
Combined Spraying and Drying Booths
Dry Back Overspray Extraction Systems
Wet Back Overspray Extraction Systems
Dryers
Ventilation Systems
Protective Respiratory Systems and
Accessory Items
Le programme de WALTHER PILOT
Pistolets de pulvérisation manuels
Pistolets de pulvérisation automatiques
Pistolets de pulvérisation (Système HVLP)
Pistolets de pulvérisation à deux composants
Réservoirs sous pression
Récipients de mélange et de stockage
Appareils de pulvérisation sans air
Pompes de transfert
Murs à aspiration sèche
Murs à rideau d'eau
Cabines mixtes peinture-séchage
Installations de soufflage
Etuves
Très nombreux accessoires
Het WALTHER PILOT Programma
Handbediende spuitpistolen
Automatische spuitpistolen
Lagedruk-spuitpistolen (systeem HVLP)
Tweecomponenten-spuitpistolen
Materiaalreservoirs
Drukloze reservoirs
Roersystemen
Airless-toestellen en vloeistofpompen
Materiaalrondpompsystemen
Gecombineerde spuit- en droogboxen
Afzuigsystemen met droogafscheiding
Afzuigsystemen met natafscheiding
Drogers
Luchttoevoersystemen
Adembeschermingssystemen en toebehoren
Technische Änderungen und Irrtümer vorbehalten. © WALTHER PILOT 04/2017

Documenttranscriptie

Spare Parts List for Gravity Feed Cup PILOT XIII-HVLP V 00 138 00 000 Spare Parts List for Gravity Feed Cup PILOT XIII-HVLP V 11 352 60 000 Item No. Reference No. Item No. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 V V V V V V V V V 00 00 09 00 00 00 00 00 66 Ersatzteilliste Hängedruckbecher für PILOT XIII-HVLP V 11 352 60 000 Pos. Ersatzteil-Nr. Nr. 1 V 00 137 01 040 2 V 00 138 02 000 3 V 09 002 04 000 4 V 00 138 03 000 5 V 00 138 04 000 6 V 00 138 05 000 7 V 00 138 06 000 8 V 00 138 07 000 9 V 66 100 06 204 Pos. Ersatzteil-Nr. Nr. 1 V 11 352 55 100 2 V 00 142 07 000 3 V 11 001 80 510 4 V 11 352 56 000 5 V 66 100 03 562 6 V 66 100 02 223 7 V 09 101 14 000 8 V 11 352 72 000 9 V 09 103 52 000 10 V 00 112 03 005 11 V 00 101 03 000 12 V 00 120 03 100 13 V 11 352 71 000 Bezeichnung Becher Deckel Deckeldichtung Rückschlagplatte Verschraubung Kupplung Stecknippel L-Verschraubung Luftschlauch 4 01 02 04 03 04 05 06 07 06 040 000 000 000 000 000 000 000 204 Cup Lid Lid Seal Recoil Plate Joint Coupling Adapter Nipple L-Joint Air Hose Reference No. 1 V 2 V 3 V 4 V 5 V 6 V 7 V 8 V 9 V 10 V 11 V 12 V 13 V 11 352 55 100 00 142 07 000 11 001 80 510 11 352 56 000 66 100 03 562 66 100 02 223 09 101 14 000 11 352 72 000 09 103 52 000 00 112 03 005 00 101 03 000 00 120 03 100 11 352 71 000 Description Lid nipple Sleeve nut G 3/8 safety valve compl. Cap nut Quick connection Seal Seal Lid O-ring Hexagon nut Sleeve nut G 1/4 Suction pipe Gravity Feed Cup Liste des pièces de rechange godet gravité pression pour PILOT XIII-HVLP V 00 138 00 000 Liste des pièces de rechange godet pression pour PILOT XIII-HVLP V 11 352 60 000 Pos. Numéro Description Pos. Godet Couvercle Joint de couvercle Plaque de retour Vis de raccord Raccord Nipple de fixation Coude de raccord Flexible d'air 1 V 2 V 3 V 4 V 5 V 6 V 7 V 8 V 9 V 10 V 11 V 12 V 13 V 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Ersatzteilliste Fließdruckbecher für PILOT XIII-HVLP V 00 138 00 000 137 138 002 138 138 138 138 138 100 Description V V V V V V V V V 00 00 09 00 00 00 00 00 66 137 138 002 138 138 138 138 138 100 01 02 04 03 04 05 06 07 06 040 000 000 000 000 000 000 000 204 Numéro 11 352 55 100 00 142 07 000 11 001 80 510 11 352 56 000 66 100 03 562 66 100 02 223 09 101 14 000 11 352 72 000 09 103 52 000 00 112 03 005 00 101 03 000 00 120 03 100 11 352 71 000 Description Nipple de couvercle Ecrou-chapeau G 3/8 valve de sécurité compl. Ecrou à capuchon Raccord rapide Joint Joint Couvercle O-ring Ecrou hexagonal Ecrou-chapeau Conduit de refoulement rechange godet pression Bezeichnung Deckelnippel Überwurfmutter G 3/8 Sicherheitsventil kompl. Hutmutter Schnellverschraubung Dichtung Dichtung Deckel O-Ring Sechskantmutter Überwurfmutter G 1/4 Steigrohr Hängedruckbecher Reservedelen voor de stromingsbeker voor PILOT XIII-HVLP V 00 138 00 000 Reservedelen voor de hangdrukbeker voor PILOT XIII-HVLP V 11 352 60 000 Pos. Artikelnr. Benaming Pos. Beker Deksel Dekseldichting Terugslagplaat Schroefverbinding Koppeling Insteeknippel L-koppeling Luchtslang 1 V 2 V 3 V 4 V 5 V 6 V 7 V 8 V 9 V 10 V 11 V 12 V 13 V 1 2 3 4 5 6 7 8 9 V V V V V V V V V 00 00 09 00 00 00 00 00 66 137 138 002 138 138 138 138 138 100 01 02 04 03 04 05 06 07 06 040 000 000 000 000 000 000 000 204 5 Artikelnr. 11 352 55 100 00 142 07 000 11 001 80 510 11 352 56 000 66 100 03 562 66 100 02 223 09 101 14 000 11 352 72 000 09 103 52 000 00 112 03 005 00 101 03 000 00 120 03 100 11 352 71 000 Benaming Dekselnippel DopmoerG 3/8 veiligheidsklep Kapmoer Schroef-snelverbinding Dichting Dichting Deksel O-ring Zeskantmoer Dopmoer G 1/4 Stijgbuisl Hangdrukbeker EG/EU-conformiteitsverklaring Inhoud Explosietekening EG-conformiteitsverklaring Reservedelenlijst 2 57 58 1 1.1 1.2 1.3 Algemeen Aanduiding van het model Doelmatig gebruik Ondoelmatig gebruik 59 59 59 60 2 Technische beschrijving 60 3 3.1 3.2 Veiligheidsinstructies Aanduiding van de veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies 61 61 61 4 4.1 Montage Toevoerleidingen aansluiten 62 62 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 Bediening Veiligheidsinstructies Ingebruikname en buitengebruikstelling Het spuitprofiel testen Het spuitprofiel veranderen Ombouwen van het spuitpistool Problemen met het spuitprofiel verhelpen 64 64 64 65 65 66 67 6 6.1 6.2 6.3 Reiniging en onderhoud Veiligheidsinstructies Basisreiniging Routinematige reiniging 67 67 67 68 7 7.1 7.2 Reparatie Lekkende naaldpakking vervangen Vervanging van nozzle en naald 69 69 69 8 Storingen opsporen en verhelpen 70 9 Wat te doen met afval 70 10 Technische gegevens 71 56 De fabrikant verklaart onder geheel eigen verantwoording dat het hierna beschreven product aan de algemeen aanvaarde veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voldoet. Bij een niet met ons besproken wijziging aan het hierna beschreven product of bij oneigenlijk gebruik verliest deze verklaring haar geldigheid. Fabrikant WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Str. 18 - 30 D - 42327 Wuppertal Tel.: +49(0)202 / 787 - 0 Fax: +49(0)202 / 787 - 2217 www.walther-pilot.de • e-mail: [email protected] Typekentekening Handspuitpistool PILOT XIII PILOT XIII PILOT XIII PILOT XIII-D PILOT XIII-HD Handspuitpistool PILOT XIII-HVLP PILOT XIII-HVLP PILOT XIII-HVLP Doelmatig gebruik PILOT XIII / XIII-D / XIII-HD stromingsbeker materiaalaansluiting zuigbeker materiaalaansluiting materiaalaansluiting PILOT XIII-HVLP stromingsdrukbeker materiaalaansluiting hangdrukbeker V V V V V 11 11 11 11 11 301 302 303 372 342 03 03 73 51 43 V 11 336 03 V 11 332 03 V 11 338 03 verwerking van verstuifbare stoffen Toegepaste normen en richtlijnen EG-richtlijnen voor machines 2006/42/EC 2014/34/EU (ATEX richtlijnen) DIN EN ISO 12100 DIN EN 1953 DIN EN 1127-1 DIN EN 13463-1 DIN EN 13463-5 Specificatie overeenkomstig richtlijn 2014/34/EU Categorie 2 II 2 G c T 6 Typenummer Tech.File,Ref.: 2412 Gemachtigd voor de samenstelling van de technische documentatie: Nico Kowalski, WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Kärntner Str. 18 - 30 D- 42327 Wuppertal NB: Het product moet worden ingebouwd in een ander apparaat. De ingebruikname is niet geoorloofd, totdat de conformiteit van het eindproduct met de richtlijn 2006/42/EC is vastgesteld. Wuppertal, de 25 april 2017 ppa. Naam: Torsten Bröker Positie: Manager Constructie en Ontwikkeling Deze verklaring is geen garantie en kan derhalve niet worden gebruikt bij kwesties m.b.t. aansprakelijkheid. Raadpleeg s.v.p. de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie. 57 Reservedelenlijst PILOT XIII Afwijkende onderdelen van PILOT XIII Reservedelenlijst PILOT XIII-HVLP Pos. N-reservedelen Benaming Pos. N-reservedelen 1 2 V 01 101 03 000 Luchtkopmoer naar keuze Luchtkop V 01 101 02 . . 6* 3 naar keuze Materiaalspuitkop V 01 101 07 . . 3* 4 V 11 301 02 000 Luchtverdelingsring 5 naar keuze Pistool-voorzetstuk a V 11 331 02 000 voor uitvoering stromingsbeker b V 20 660 02 000 voor uitvoeringen materiaalaansluiting / zuigbeker 6 V 09 001 72 000 Naalddichting compl. 7 V 20 660 05 000 Tegenbus 8 V 20 660 06 000 Drukveer 9 V 20 660 07 000 Stopbus 10 V 09 001 67 000 Dichting 11 V 11 301 18 005 Sluitschroef 12 V 11 335 03 000 Stopschroef 13 V 11 351 02 000 Afstandsstuk 14 V 11 301 01 000 Pistoollichaam 15 V 20 660 20 000 Breedstraalregeling compl. 16 V 09 102 03 000 O-ring 17 V 11 306 02 000 Leibus 18 naar keuze Materiaalnaald V 11 306 21 . . .* 19 V 10 306 06 000 Meenemer 20 V 10 306 08 000 Contraschroef 21 V 11 306 03 000 Veerbus 22 V 11 306 04 000 Contramoer 23 V 10 306 04 000 Naaldveer 24 V 00 101 01 000 Dubbele nippel 25 V 09 002 07 000 Usit-ring 26 V 20 660 04 003 Zeskantmoer 27 V 11 301 17 000 Trekhendel 28 V 10 301 09 000 Hendelschroef 29 V 11 301 08 000 Hendelschachtschroef 30 V 11 304 04 000 Klepveer 31 V 11 304 02 000 Klepkegel 32 V 11 304 01 000 Klepschacht 33 V 11 304 05 000 Klepstopbus 34 V 09 102 08 000 O-ring 35 V 09 001 68 000 Dichting 36 V 11 304 03 000 Klephuis 2 naar keuze V 01 101 86 086 V 01 101 86 256 3 naar keuze V 01 101 85 . . 3* 14 V 11 335 01 000 18 naar keuze V 11 306 21 033 V 11 306 21 053 V 11 306 21 083 V 11 306 21 123 V 11 306 21 253 Benaming Luchtkop 0,3 - 2,0 mm ø voor mondstukdiameter 2,5 + 3,0 mm ø Materiaalspuitkop PILOT XIII PILOT XIII PILOT XIII PILOT XIII-HVLP PILOT XIII-HVLP PILOT XIII-HVLP PILOT XIII-D PILOT XIII-HD 0,3 mm ø voor mondstukdiameter 0,5 mm ø 0,8 - 1,5 mm ø voor mondstukdiameter 1,8 - 2,0 mm ø voor mondstukdiameter 2,5 - 3,0 mm ø naar keuze Luchtkop V 20 730 03 . . 2* voor mondstukdiameter 6,0 • 7,0 • 8,0 mm ø 3 naar keuze Materiaalspuitkop V 20 730 06 . . 2* 6,0 • 7,0 • 8,0 mm ø 4 Luchtverdelingsring verwalt 5 V 20 730 02 003 Pistool-voorzetstuk XIII-D 15 V 09 001 06 000 Dichtung V 11 501 03 000 Stopbus 18 V 11 370 01 000 Materiaalnaald 19 V 11 370 03 005 Meenemer 20 V 11 370 04 001 Contraschroef Reservedelenlijst PILOT XIII-HD (50 bar) 58 Types: voor mondstukdiameter 2 naar keuze V 01 101 04 . . 6* 3 naar keuze V 01 101 37 . . 3* 14 V 11 340 01 000 17 V 11 340 06 000 21 V 11 340 05 000 22 V 20 206 09 000 23 V 11 340 07 000 * Gelieve bij de bestelling van reservedelen 37 V 11 680 24 100 steeds de juiste maat te vermelden. Wij advise39 V 11 340 04 000 ren, alle vetgedrukte delen (slijtende delen) in voorraad te houden. Handspuitpistolen PILOT XIII / PILOT XIII-HVLP PILOT XIII-D / PILOT XIII-HD Pistoollichaam Materiaalnaald voor mondstukdiameter Luchtkop 2,0 • 2,5 • 3,0 • 3,5 mm ø voor mondstukdiameter 1,0 • 1,5 • 2,0 • 2,5 mm ø Materiaalspuitkop 1,0 • 1,5 • 2,0 • 2,5 mm ø Pistoollichaam Leibus Veerbus Contramoer Naaldveer Veilingheidshendel compl. Veerbord Algemeen Aanduiding van de modellen Modellen: voor mondstukdiameter Reservedelenlijst PILOT XIII-D 2 1 1.1 stromingsbeker materiaalaansluiting zuigbeker stromingsdrukbeker materiaalaansluiting hangdrukbeker materiaalaansluiting materiaalaansluiting V V V V V V V V 11 11 11 11 11 11 11 11 301 302 303 336 332 338 372 342 03 03 73 03 03 03 51 43 Producent: WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärnter Str. 18-30 D-42327 Wuppertal Tel.: +49 202 / 787-0 Fax: +49 202 / 787-2217 • www.walther-pilot.de 1.2 Doelmatig gebruik De handbediende spuitpistolen PILOT XIII, PILOT XIII-HVLP, PILOT XIII-D en PILOT XIII-HD zijn uitsluitend bedoeld voor de verwerking van verstuifbare stoffen. Aangezien alle materiaalgeleidende delen uit edelstaal zijn vervaardigd, kunnen ook waterhoudende en agressieve stoffen worden verstoven, waaronder: • verven en lakken; • vetten, oliën en anticorrosiemiddelen; • ceramische glazuren; • zuurhoudende stoffen en • beitsen. Als de stoffen die u wilt verspuiten niet in deze lijst voorkomen, neem dan contact op met WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH in Wuppertal. De verstuifbare stoffen mogen alleen op werkstukken of voorwerpen worden aangebracht. De temperatuur van de te verstuiven stof mag in principe niet hoger liggen dan 42 °C. Doelmatig gebruik betekent ook, dat alle instructies en aanwijzingen van deze handleiding gelezen, begrepen en nageleefd worden. Het apparaat voldoet aan de eisen bescherming tegen explosie, richtlijn 2014/34/EU (ATEX) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, categorie apparaat en temperatuurklasse. Bij gebruik van het apparaat is het noodzakelijk dat de in de gebruiksaanwijzing omschreven bepalingen worden aangehouden. De voorgeschreven inspectie- en ondehoudsintervallen moeten worden waargenomen. De gegevens op het typeplaatje resp. de informatie in het hoofdstuk Technische 59 Gegevens moeten worden aangehouden en mogen niet worden overschreden. Er mag absoluut geen overbelasting van het apparaat ontstaan.Het apparaat mag in toepassingsgebieden met gevaar voor explosie alleen worden ingezet met toestemming van de verantwoordelijke overheidsinstantie. De stelschroef (pos. 15) is bedoeld voor de regeling van de spuitstraalbreedte. Door het draaien naar links (uitdraaien) ontstaat een brede spuitstraal, door het draaien naar rechts (inschroeven) een ronde spuitstraal. Het is aan de verantwoordelijke overheidsinstantie resp. de exploitant de mate van explosiegevaar vast te stellen (indeling in zones). Uitvoeringen: PILOT XIII: Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische gegevens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voorschriften overeenstemmen. In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van het apparaat een gevaar voor personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploitant passende veiligheidsmaatregelen te nemen. Als er bij gebruik onzekerheid ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de exploitant niet naar believen functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden stopgezet en moet met contact worden opgenomen met WALTHER Spritz-und Lackiersysteme GmbH. 3 3.1 Aarding/potentiaalnormalisatie Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende wordt geaard. (Maximale weerstand: 106 Ω). 1.3 Ondoelmatig gebruik Het spuitpistool mag niet op een andere wijze worden gebruikt dan beschreven onder 1.2 Doelmatig gebruik. Elk ander gebruik is ondoelmatig. Ondoelmatig gebruik is bijvoorbeeld: • het verstuiven van stoffen op mensen en dieren • het verstuiven van vloeibare stikstof. 2 Technische beschrijving Model PILOT XIII / PILOT XIII-D: Conventionele luchtverstuiving. Model PILOT XIII-HD: Hogedruk-spuittechniek. Model PILOT XIII-HVLP: Lagedruk-spuittechniek. Bij een inlaatdruk van 4 bar bedraagt de spuitdruk 0,7 bar. Bij bediening van de trekhendel wordt als eerste de luchtklep (pos. 31) van het mondstuk geopend (voorlucht) en pas daarna de materiaalnaald (pos. 18) teruggetrokken. Het sluiten geschiedt in omgekeerde volgorde. De doorzet van het materiaal is afhankelijk van de mondstukdiameter en de afstelling van de materiaaldruk aan het drukvat of de materiaaldrukregelaar. Bovendien is bij het spuitpistool PILOT XIII-HVLP een stromingsdrukbeker of een hangdrukbeker aangebracht. Zodra het materiaal in de beker onder druk wordt gezet, wordt de materiaalstroom al naar gelang de inlaatdruk gewaarborgd. Bovendien kan de doorzet worden geregeld, door de veerbus (pos. 21) erin of eruit te schroeven. 60 stromingsbeker, zuigbeker, materiaalaansluiting voor materiaaldrukvaten en pompsystemen. PILOT XIII-D: materiaal aansluiting voor materiaaldrukvaten en pompsystemen. PILOT XIII-HVLP: stromingsdrukbeker, hangdrukbeker, materiaalaansluiting voor materiaaldrukvaten en pompsystemen. PILOT XIII-HD: materiaal aansluiting voor materiaaldrukvaten en pompsystemen. Veiligheidsinstructies Aanduiding van de veiligheidsinstructies Waarschuwing Het symbool en het woord "Waarschuwing" wijzen op een mogelijk gevaar voor personen. Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen. Attentie Het symbool en het woord "Attentie" wijzen op een mogelijk gevaar voor zaken. Mogelijke gevolgen: beschadiging van voorwerpen. Aanwijzing Het symbool en het woord "Aanwijzing" geven aanvullende informatie voor het veilig en efficiënt gebruik van het spuitpistool. 3.2 • • • • • • • Algemene veiligheidsinstructies De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veilig heidstechnische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen in acht te worden genomen. Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het verspuiten van licht ontvlambare materialen (b.v. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat een verhoogd gezondheids-, explosie- en brandrisico. Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende wordt geaard. (Maximale weerstand: 106 Ω). Maak vóór ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool vrij van druk- letselrisico. Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico. Richt het spuitpistool niet op personen en dieren – letselrisico. Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmateriaal en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen 61 • • • • kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken. De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied en het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschreven ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het spuitpistool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor uw gezondheid. Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 85 dB (A). Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhouds werkzaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend voor deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen. Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327 Wuppertal. 4 4.1 Montage Toevoerleidingen aansluiten Aanwijzing Voor de doorvoering van de onderstaand beschreven arbeidsstappen dient u de explosietekening vooraan in deze handleiding te gebruiken. Waarschuwing De luchtdruk aan het pistool mag niet meer dan 8 bar bedragen, omdat anders geen veilige werking van het spuitpistool kan worden gegarandeerd. Waarschuwing Materiaal- en luchtslangen die met een slangtule worden bevestigd, moeten extra beveiligd worden door middel van een slangklem. PILOT XIII: Uitvoering met stromingsbeker 1. 2. 3. 4. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24). U vult de stromingsbeker met gezeefd materiaal. U sluit de stromingsbeker. U schakelt de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar. PILOT XIII: Uitvoering met zuigbeker 1. 2. 3. 4. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of eenluchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24). U vult de zuigbeker met gezeefd materiaal. U sluit de zuigbeker en schroeft deze op het pistool-voorzetstuk (pos. 5 b). U schakelt de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar. 62 PILOT XIII-HVLP: Uitvoering met stromingsdrukbeker 1. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24). 2. U vult de stromingsdrukbeker met gezeefd materiaal. 3. U sluit de stromingsdrukbeker en schroeft op het pistool-voorzestuk (pos. 5 a). 4. U bevestigt - indien nodig - de luchtslang van de stromingsdrukbeker met behulp van de L-koppeling (sleutel 8) aan het pistool. 5. U schakelt de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar. PILOT XIII-HVLP: Uitvoering met hangdrukbeker 1. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24). 2. U vult de hangdrukbeker met gezeefd materiaal. 3. U sluit de hangdrukbeker en schroeft deze op het pistool-voorzestuk (pos. 5 b). 4. U bevestigt - indien nodig - de luchtslang van de hangdrukbeker met behulp van de L-koppeling (sleutel 13) aan het pistool. 5. U schakelt de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar. PILOT XIII / PILOT XIII-HVLP / PILOT XIII-D / PILOT XIII-HD Uitvoering: materiaalaansluiting voor materiaaldrukvaten of pompsystemen 1. U bevestigt de persluchtslang aan de luchtleiding (gereinigde perslucht) of een luchtreiniger en aan de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 24). 2. U schakelt de perslucht in en stelt aan de regelklep de gewenste verstuiverluchtdruk in. 3. U bevestigt de materiaal-toevoerslang aan het materiaaldrukvat of de materiaaldrukregelaar van een pompinstallatie en aan de materiaalaansluiting van het spuitpistool (pos. 5 b). 4. U vult materiaal in het materiaaldrukvat en sluit het deksel. 5. Aan de regelklep voor de persluchtdruk stelt u de gewenste materiaaldruk in; bij materiaaltoevoer via pompsystemen wordt de materiaaldruk geregeld via een stelsleutel aan de materiaaldrukregelaar. 6. U opent de materiaalkraan aan het drukvat. 7. U bedient de trekhendel (pos. 27) om de lucht die zich nog in de materiaals lang bevindt, te verwijderen. U houdt deze hendel vast totdat een gelijkmatige materiaalstraal uit het mondstuk komt. Nu kan het pistool weer worden gesloten. Het pistool is bedrijfsklaar. 63 Aansluitschema voor materiaaldrukvaten Attentie De materiaaldruk mag niet hoger zijn afgesteld dan 8 bar (uitgenomen PILOT XIIIHD). De luchtdruk mag niet meer dan 8 bar bedragen, omdat anders geen veilige en storingsvrije werking van het spuitpistool kan worden gewaarborgd. De materiaaldruk in de beker mag maximaal 3 bar bedragen. Waarschuwing Na werkeinde dient het spuitpistool altijd drukloos te worden geschakeld. De onder druk staande leidingen kunnen barsten en personen in de nabijheid kunnen letsel oplopen door uitstromend materiaal . 5.3 Het spuitprofiel testen Het • • • spuitprofiel moet altijd worden getest als: het spuitpistool voor het eerst in gebruik wordt genomen; ander verstuifmateriaal wordt gebruikt; het spuitpistool voor onderhouds- of herstellingswerkzaamheden werd gedemonteerd. Het spuitprofiel kan worden getest op een testwerkstuk, een metalen plaat, karton of papier. 5 5.1 Bediening Veiligheidsinstructies Waarschuwing Houd bij het verstuiven van materiaal geen handen of andere lichaamsdelen voor de onder druk staande nozzle van het spuitpistool - gevaar voor letsels. Let bij de bediening van het spuitpistool in het bijzonder op de volgende veiligheidsinstructies! • Draag adembescherming en werkkleding die aan de voorschriften beantwoorden, als u met het spuitpistool materialen verstuift. Zwevende deeltjes zijn een gevaar voor uw gezondheid. • Draag bij het werken met het spuitpistool een oorbescherming. Het geluidsniveau van het spuitpistool bereikt ca. 85 db (A) (PILOT XIII) of ca. 83 dB (A) (PILOT XIII-HVLP). • Vuur, open licht en roken is verboden in de werkruimte. Bij het verstuiven van licht ontvlambare stoffen (zoals lakken, lijmen) is er verhoogd risico op brand en ontploffing. 5.2 Ingebruikname en buitengebruikstelling Vóórdat u het spuitpistool kunt inschakelen, dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: • De verstuiverluchtdruk moet aan het spuitpistool voorhanden zijn. • De materiaaldruk moet aan het spuitpistool voorhanden zijn (niet van toepassing bij stromingsdrukbekers en hangdrukbekers). Waarschuwing Let er bij de ingebruikname van het spuitpistool op, dat er zich geen enkele persoon in het verstuifbereik van het pistool bevindt - gevaar voor letsels. 1. 2. 5.4 Neem het pistool in gebruik om het spuitprofiel te testen (zie 5.2 Ingebruikname en buitengebruikstelling). Controleer het resultaat van de test en pas indien nodig de instellingen van het spuitpistool aan (zie 5.4 Het spuitprofiel veranderen). Het spuitprofiel veranderen Door middel van de volgende instellingen van de PILOT XIII, de PILOT XIII-D, de PILOT XIII-HVLP of PILOT XIII-HD kunt u het spuitbeeld wijzigen. Brede of ronde straal instellen De stelschroef (pos. 15) is bedoeld voor de regeling van de spuitstraalbreedte. Door het draaien naar links (uitdraaien) ontstaat een brede spuitstraal, door het draaien naar rechts (inschroeven) een ronde spuitstraal. Materiaaldoorzet instellen De materiaaldoorzet kan worden geregeld, door het in- of uitdraaien van de stelschroef (pos. 21). De doorzet wordt door het draaien naar links (uitdraaien) verhoogd, door het draaien naar rechts (indraaien) verminderd.. 64 65 Materiaaldruk instellen (uitvoering voor materiaalaansluiting) De materiaaldruk kan alleen aan de pomp of het drukvat worden geregeld. Daarbij dient u de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant in acht te nemen. Verstuiverlucht regelen 5.6 Uit de volgende tabel kunt u afleiden met welke instellingen u het spuitprofiel kunt beïnvloeden. nagestreefd spuitresultaat De verstuiverluchtdruk wordt geregeld aan de drukregelklep van de compressorinstallatie. Daarbij dient u de aanwijzingen en de veiligheidsinstructies van de fabrikant in acht te nemen. 5.5 Spuitbeeldproef Ombouwen van het spuitpistool Wanneer u het spuitbeeld nog anders wilt wijzigen dan hierboven beschreven, moet daarvoor het spuitpistool worden aangepast (zie 5.5 Ombouwen van het spuitpistool) Daartoe biedt WALTHER een veelvoud aan luchtkop-, mondstuk- en naaldcombinaties. De bij het spuitmateriaal passende luchtkop-, mondstuk- en naaldcombinatie vormen een op elkaar afgestemde eenheid - de spuitinzet. Om de gewenste spuitbeeldkwaliteit te bereiken, moet u altijd de complete spuitinzet vervangen. Waarschuwing Vóór iedere aanpassing moeten zowel lucht- als materiaaltoevoer naar het spuitpistool worden onderbroken - gevaar voor letsel. Aanwijzing Voor de doorvoering van de onderstaand beschreven arbeidsstappen dient u de explosietekening (vouwblad) vooraan in deze handleiding te gebruiken. Materiaalspuitkop en luchtkop vervangen 1. 2. 3. De U verwijdert de dopmoer (pos. 1). U verwijdert de luchtkop (pos. 2). U schroeft het materiaalmondstuk (pos. 3) met sleutel SW 12 uit het pistool. montage geschiedt in omgekeerde volgorde. 6 6.1 • • • Materiaalnaald vervangen 1. U verwijdert de stelschroef (pos. 21). 2. U neemt de veer (pos. 23) eruit. 3. U trekt de materiaalnaald (pos. 18) uit het pistool. De montage geschiedt in omgekeerde volgorde. De stelmaat van de materiaalnaald bedraagt 82 mm, gerekend vanaf de naaldpunt tot aan de meeneembus (pos. 19). Alleen voor model XIII-D: Na verdwijning van materiaalspuitkop en luchtkop schroef de materiaalnaald uit het meenemer. 66 Problemen met het spuitprofiel verhelpen 6.2 Afwijking Vereiste instelling Spuitbeeld is in het midden te dik • Bredere spuitstraalvorm instellen Spuitbeeld is aan de uiteinden te dik • R  ondere spuitstraalvorm instellen Spuitbeeld is tamelijk grofdruppelig • Verstuiverluchtdruk verhogen Opgebrachte materiaal is in het midden van het spuitbeeld erg dun • Verstuiverluchtdruk verlagen Spuitbeeld is in het midden gespleten • Sproeierdiameter vergroten • Verstuiverluchtdruk verlagen • Materiaaldruk verhogen Spuitbeeld is erg convex • Materiaaldruk verlagen • Verstuiverluchtdruk verhogen Onderhoud Veiligheidsinstructies Onderbreek voordat u met het onderhoud begint, altijd eerst de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool - gevaar voor letsels. Vuur, open licht en roken is verboden in de werkruimte. Bij het verstuiven van licht ontvlambare stoffen (zoals reinigingsmiddelen) is er verhoogd risico op brand en ontploffing. Respecteer de veiligheidsinstructies van de fabrikant van het reinigingsmiddel. Vooral agressieve en bijtende reinigingsmiddelen kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken. Basisreiniging Om de levensduur en de werking van het spuitpistool lang te vrijwaren, moet het pistool regelmatig worden gereinigd en gesmeerd. Attentie Leg het spuitpistool niet in een oplosmiddel of een ander reinigingsmiddel. Een onberispelijke werking van het pistool kan anders niet worden gegarandeerd. Attentie Gebruik voor het reinigen van het spuitpistool geen harde of puntige voorwerpen. Dit zou delicate onderdelen kunnen beschadigen en het spuitresultaat verslechteren. 67 Gebruik voor het reinigen van het spuitpistool alleen die reinigingsmiddelen, die door de fabrikant van het spuitmateriaal zijn opgesomd en geen van de volgende bestanddelen bevatten: • gehalogeneerde koolwaterstoffen (zoals 1,1,1-trichloorethaan, methyleenchloride, enz.); • zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen; • gerecycleerde oplosmiddelen (verdunde middelen); • ontlakkingsmiddelen. De hierboven opgesomde bestanddelen veroorzaken bij gegalvaniseerde onderdelen chemische reacties en schade als gevolg van corrosie. Voor schade die het gevolg is van een dergelijke behandeling geeft WALTHER Spritz-und Lackiersysteme GmbH geen garantie. 7 Reparatie Waarschuwing Vóór iedere aanpassing of reparatie moet de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool worden onderbroken. Aanwijzing Voor de doorvoering van de onderstaand beschreven arbeidsstappen dient u de explosietekening (vouwblad) vooraan in deze handleiding te gebruiken. 7.1 Ondichte naaldpakking vervangen Reinig het spuitpistool • voor elke verandering van verf of materiaal; • wekelijks minstens eenmaal; • wekelijks verschillende malen in functie van het materiaal en de graad van verontreiniging. Op die manier beschikt u altijd over een goed werkend spuitpistool. 1. 1. 2. 3. Haal het spuitpistool uit elkaar, zie 5.5 Ombouwen van het spuitpistool. Reinig de luchtkop en de materiaalnozzle met een kwast en het reinigingsmiddel. Reinig alle andere onderdelen en het pistoolhuis met een doek en het reinigingsmiddel. 4. Voorzie de volgende onderdelen van een dunne vetfilm: • de materiaalnaald • de naaldveer • alle glijdende onderdelen en lagerpunten • de bewegende interne delen moeten minstens één keer per week worden ingevet. • de veren moeten altijd van een lichte vetfilm voorzien zijn. Gebruik daarvoor een zuur- en harsvrij vet en een kwast. Vervolgens steekt u het spuitpistool in omgekeerde volgorde opnieuw in elkaar. Aanwijzing Alle bewegende en glijdende delen moeten voor de montage in het pistool worden voorzien van een zuurvrije, niet harsende vetlaag. 6.3 WALTHER biedt voor het hand-spuitpistool PILOT XIII een reparatieset aan, die alle slijtende delen bevat. In de stuklijst zijn de slijtende delen vet gedrukt. Eenvoudige reiniging Bij materiaalwissels of na werkeinde kunt u het spuitpistool ook reinigen zonder het in zijn geheel te moeten demonteren. Bij de eenvoudige reiniging gaat u als volgt te werk: 1. U vult de gereinigde stromingsbeker / zuigbeker / stromingsdrukbeker / hangdrukbeker of het gereinigde materiaaldrukvat met een voor het spuitmateriaal geschikt reinigingsmiddel. 2. U schakelt het spuitpistool in, (zie 5.2 Ingebruikname en buitengebruikstelling). 3. U schakelt het spuitpistool pas uit, wanneer het alleen nog puur reinigingsmiddel spuit. De complete spuitinstallatie moet nu tot aan de volgende toepassing drukloos worden geschakeld. 68 U verwijdert de materiaalnaald zoals beschreven onder 5.5 Spuitpistool aanpassen. 2. U schroeft de stopbus (pos. 9) uit het pistool. 3. U verwijdert de naaldpakking (pos. 6) (Gebruik hiervoor evtl. een dunne draad waarvan het uiteinde omgebogen is tot een haak). De montage geschiedt in omgekeerde volgorde 7.2 Materiaalmondstuk of -naald vervangen Demonteert het spuitpistool zoals beschreven onder 5.5. "Spuitpistool aanpassen" Aanwijzing Alle beweeglijke en glijdende onderdelen moeten vóór de inbouw in het pistoollichaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet. Reparatiesets: Art.nr. van de reparatieset: V 16 013 03 . . 3 WALTHER biedt voor het hand-spuitpistool PILOT XIII-HVLP een reparatieset aan, die alle slijtende delen bevat. In de stuklijst zijn de slijtende delen vet gedrukt. Art.nr. van de reparatieset: V 16 014 03 . . 3 69 8 Opspeuren en verhelpen van storingen 10 Waarschuwing Vóór iedere reparatie moeten de stuur- en verstuiverlucht evenals de materiaaltoevoer naar het spuitpistool drukloos worden geschakeld - gevaar voor letsel. Storing Pistool druppelt Oorzaak Maatregelen materiaalnaald of -mondstuk verstopt materiaalnaald of -mondstuk demonteren en reinigen materiaalnaald of -mondstuk beschadigd materiaalnaald of -mondstuk vervangen vreemd voorwerp in materiaalmondstuk mondstuk demonteren en reinigen stopbus (pos. 9) te vast aangetrokken iets losdraaien naaldveer (pos. 23) niet in orde, evt. gebroken materiaalnaald demonteren en veer vervangen stelschroef (pos. 21) te ver naar achter gedraaid Technische gegevens PILOT XIII / PILOT XIII-HVLP / PILOT XIII-D / PILOT XIII-HD Netto gewicht: 725 g Aansluitingen: Spuitlucht Materiaaltoevoer G G G G G G 1/4“ 1/4“ 1/4“ 3/8“ 3/8“ 3/8“ stromingsbeker stromingsdrukbeker materiaalaansluiting hangdrukbeker zuigbeker Mondstukuitvoering naar keuze: 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,3 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,5 • 3,0 • 3,5 mm ø stelschroef iets indraaien (naar rechts) Mondstukuitvoering PILOT XIII-D: 6,0 • 7,0 • 8,0 mm ø te weinig materiaal in het materiaalreservoir materiaal bijvullen (zie handlei ding van de installatiefabrikant) Mondstukuitvoering PILOT XIII-HD: 1,0 • 1,5 • 2,0 • 2,5 mm ø hangdruk- of stromingsdruk-beker te schuin gehouden meer rechtop houdenn het materiaalmondstuk (pos. 3) zit los of is beschadigd aantrekken, evt. luchtverdelingsring (pos. 4) vervangen Luchtlekkage aan de pistoolkop, in ruststand ontwijkt lucht uit het pistool klepkegel (pos. 31) lekt demonteren en vervangen klepschacht (pos. 32) loopt zwaar demonteren en vervangen Luchtkop: Standaard luchtkop PILOT XIII: 6 Gaten Luchtkop voor PILOT XIII-HVLP: Lagedruk-kop PILOT XIII-D: Ronde straal kop PILOT XIII-HD Draai straal luchtkop Materiaallekkage aan de stopbus schroef (pos. 9) stopbus te los aantrekken naaldpakking (pos. 6) versleten naaldpakking vervangen hoornboringen aan het luchtkop verstopt demonteren en reinigen Onregelmatige o trillende spuitstraal Spuitstraal eenzijdig 9 Wat te doen met afval De materialen die bij de reiniging en het onderhoud worden gebruikt, moeten conform de wetten en de voorschriften in functie van de substantie en vakkundig worden verwijderd. Waarschuwing Hou in het bijzonder rekening met de aanwijzingen van de fabrikant van de spuit- en reinigingsmiddelen. Substanties, die niet op correcte wijze worden afgevoerd, brengen de gezondheid van mens en dier in gevaar. Drukbereik: max. verstuiverdruk PILOT XIII / PILOT XIII-D: PILOT XIII-HVLP: 8 bar 0,7 bar (bij een inlaatdruk van 4 bar) Max. materiaaldruk 8 bar Max. materiaaldruk PILOT XIII-HD 50 bar Max. bedrijfstemperatuur van het spuitpistool: 42 °C Geluidsemissie (gemeten op 1 m afstand van het spuitpistool): 85 dB (A) Technische wijzigingen voorbehouden. 70 71 Das WALTHER PILOT-Programm The WALTHER PILOT programme • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Hand-Held Spray Guns Automatic Spray Guns Low Pressure Spray Guns (System HVLP) Two-Component Spray Guns Material Pressure Tanks Nonpressurized Tanks Agitator Systems Airless Equipment and Transfer Pumps Material Circulation Systems Combined Spraying and Drying Booths Dry Back Overspray Extraction Systems Wet Back Overspray Extraction Systems Dryers Ventilation Systems Protective Respiratory Systems and Accessory Items Le programme de WALTHER PILOT Het WALTHER PILOT Programma • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Pistolets de pulvérisation manuels Pistolets de pulvérisation automatiques Pistolets de pulvérisation (Système HVLP) Pistolets de pulvérisation à deux composants Réservoirs sous pression Récipients de mélange et de stockage Appareils de pulvérisation sans air Pompes de transfert Murs à aspiration sèche Murs à rideau d'eau Cabines mixtes peinture-séchage Installations de soufflage Etuves Très nombreux accessoires Handbediende spuitpistolen Automatische spuitpistolen Lagedruk-spuitpistolen (systeem HVLP) Tweecomponenten-spuitpistolen Materiaalreservoirs Drukloze reservoirs Roersystemen Airless-toestellen en vloeistofpompen Materiaalrondpompsystemen Gecombineerde spuit- en droogboxen Afzuigsystemen met droogafscheiding Afzuigsystemen met natafscheiding Drogers Luchttoevoersystemen Adembeschermingssystemen en toebehoren Walther Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Straße 18 -30 . D-42327 Wuppertal T +49 202 787-0 . F +49 202 787-2217 [email protected] . www.walther-pilot.de Technische Änderungen und Irrtümer vorbehalten. © WALTHER PILOT 04/2017 Hand-Spritzpistolen Automatik-Spritzpistolen Niederdruck-Spritzpistolen (System HVLP) Zweikomponenten-Spritzpistolen Materialdruckbehälter Drucklose Behälter Rührwerk-Systeme Airless-Geräte und Flüssigkeitspumpen Materialumlaufsysteme Kombinierte Spritz- und Trockenboxen Absaugsysteme mit Trockenabscheidung Absaugsysteme mit Nassabscheidung Trockner Zuluft-Systeme Atemschutzsysteme und Zubehör
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37

WALTHER PILOT PILOT XIII Handleiding

Categorie
Verfspuit
Type
Handleiding