WAGNER Pompe Airless HEA Control Serie CS150M Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de WAGNER Pompe Airless HEA Control Serie CS150M Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
54
Control 150 M
NL
Waarschuwing!
Nooit vingers, handen of andere lichaamsdelen in aanraking met de
spuitstraal laten komen!
Richt het spuitpistool nooit op uzelf, op andere personen of op dieren.
Het spuitpistool nooit zonder aanraakbeveiliging gebruiken.
Behandel een spuitverwonding niet als een gewone snijwond.
Bij huidletsel door coatingmateriaal direct een arts raadplegen voor een
snelle, deskundige behandeling. Informeer de arts over het gebruikte
coatingmateriaal of oplosmiddel.
Elke keer voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, moeten de
onderstaande punten, overeenkomstig de handleiding, in acht worden
genomen:
1. Apparaten met gebreken mogen niet worden gebruikt.
2.
Spuitpistool met veiligheidshendel aan de trekker borgen.
3. Zorg dragen voor een goede aarding van de netaansluiting.
4. Toelaatbare werkdruk van de hogedrukslang en het spuitpistool
controleren
5. Alle verbindingen op lekkage controleren.
De aanwijzingen m.b.t. periodieke schoonmaak- en onderhoudsbeurten
moeten streng worden aangehouden.
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat en bij iedere
werkonderbreking moeten de onderstaande regels in acht worden
genomen :
1. Spuitpistool en slang van druk ontlasten.
2.
Spuitpistool met veiligheidshendel aan de trekker borgen.
3. Apparaat uitschakelen.
Let op de veiligheid!
Attentie: gevaar voor verwondingen door injectie !
De Airless apparaten ontwikkelen ee extreem
hoge
spuitdruk.
Gevaar
1
2
3
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
55
Control 150 M
NL
Wij feliciteren u met de aankoop van uw WAGNER
Airless hogedruk-spuitapparaat.
Lees dit handboek voor het eerste gebruik van het apparaat
zorgvuldig door en neem de veiligheidsaanwijzingen in
acht. Bewaar het handboek en de veiligheidsaanwijzingen
zorgvuldig.
U beschikt over een kwaliteitsproduct, waarvan de correcte
werking afhankelijk is van zorgvuldig onderhoud en
gebruik.
Belangrijk! Na elk gebruik moet het apparaat worden
gereinigd.
Wanneer het apparaat niet wordt gereinigd, leidt dit tot
storingen! Door vervuiling veroorzaakte storingen vallen
niet onder de garantie.
Bij storingen eerst het gereinigde apparaat nogmaals
controleren, voordat het naar de klantenservice wordt
opgestuurd.
Uitleg van de gebruikte symbolene
Gevaar
Duidt een rechtstreeks dreigend gevaar
aan. Als ze niet gemeden wordt, zijn de
dood of zeer ernstig letsel het gevolg.
i
Duidt toepassingstips en andere
bijzonder nuttige aanwijzingen aan.
Draag bij de werkzaamheden een
geschikte gehoorbescherming.
Draag bij de werkzaamheden een
geschikte adembescherming.
Draag bij de werkzaamheden geschikte
veiligheidshandschoenen.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing!
Lees alle veiligheidstips en instructies.
Door het niet in acht nemen van de
veiligheidstips en de vermelde instructies
kunnen er een elektrische schok, brand en/
of ernstige verwondingen optreden. Met
het hieronder gebruikte begrip "elektrisch
gereedschap" wordt zowel elektrisch
gereedschap op netvoeding (met netkabel)
bedoeld als oplaadbaar elektrisch
gereedschap (zonder netkabel).
Gevaar
1. Veiligheid op de werkplek
a)
Houd de werkplek schoon en goed verlicht. Wanorde
en niet verlichte werkplekken kunnen tot ongevallen
leiden.
b)
Gebruik het apparaat niet in een explosiegevaarlijke
omgeving met brandbare vloeistoen, gassen of
stof. Elektrisch gereedschap wekt vonken op die stof of
dampen kunnen ontsteken.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van elektrisch gereedschap op afstand.
Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het
apparaat verliezen.
2. Elektrische veiligheid
a)
De netstekker van het apparaat moet passen
in de wandcontactdoos. De stekker mag op
geen enkele manier worden gewijzigd. Gebruik
geen stekkeradapter voor geaarde apparaten.
Ongewijzigde stekkers en passende wandcontactdozen
verminderen het risico van elektrische schokken.
b)
Voorkom contact van uw lichaam met geaarde
oppervlakken van b.v. buizen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd
risico op elektrische schokken wanneer uw lichaam is
geaard.
c) Houd het apparaat uit de regen en breng het niet
in contact met water. In een elektrisch apparaat
binnendringend water verhoogd het risico van elektrische
schokken.
d)
Gebruik de netkabel niet voor andere doeleinden,
b.v. om het apparaat aan te dragen, op te hangen of
om de stekker uit de wandcontactdoos te trekken.
Houd de kabel verwijderd van warmtebronnen,
olie, scherpe randen of bewegende delen van
apparaten. Beschadigde kabels en kabels die in de war
zijn verhogen het risico van elektrische schokken.
e)
Als u met elektrisch gereedschap buiten werkt,
gebruik dan uitsluitend verlengsnoeren die ook
voor buiten geschikt zijn. Het gebruik van voor
buitengebruik geschikte verlengkabels vermindert het
risico van elektrische schokken.
f)
Als het gebruik van het apparaat in een vochtige
omgeving niet valt te vermijden, gebruik dan
een aardlekschakelaar. Het gebruik van een
aardlekschakelaar voorkomt het risico van een elektrische
schok.
3. Veiligheid van personen
a)
Wees alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond
verstand bij het werken met elektrisch gereedschap.
Gebruik het apparaat niet wanneer u moe bent
of onder de invloed bent van drugs, alcohol of
medicijnen. Eén moment van onachtzaamheid tijdens
het gebruik van het apparaat kan leiden tot ernstig letsel.
b)
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen en
draag altijd een veiligheidsbril. Het gebruik van
persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals stofmasker,
antislip veiligheidsschoenen, veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk van type en gebruik
van het elektrisch gereedschap, vermindert het risico
van letsel.
c)
Voorkom onbedoeld starten van het gereedschap.
Verzeker u ervan dat de schakelaar in de stand
"UIT" staat, voordat u de netstekker in de
wandcontactdoos steekt. Wanneer u tijdens het
dragen van het apparaat een vinger op de schakelaar
houdt of het apparaat ingeschakeld op de netvoeding
aansluit, kan dit leiden tot ongevallen.
d)
Verwijder afstelgereedschap of moersleutels
voordat u het apparaat inschakelt. Gereedschap of
een moersleutel die zich in een draaiend deel van het
apparaat bevindt, kan leiden tot letsel.
e)
Vermijd een abnormale lichaamshouding. Zorg
voor een goede houding en bewaar op elk moment
uw evenwicht. Dan kunt u het apparaat in onverwachte
situaties beter onder controle houden.
56
Control 150 M
NL
f)
Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende
kleding of sierraden. Houd haren, kleding en
handschoenen verwijderd van bewegende delen.
Loszittende kleding, sierraden of lange haren kunnen
door bewegende delen worden gegrepen.
g)
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt
door personen (inclusief kinderen) met beperkte
fysieke, zintuiglijke of geestelijke vaardigheden,
met onvoldoende ervaring en/of met onvoldoende
kennis, tenzij zij onder toezicht staan van een
persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk
is of zij door deze persoon zijn geïnstrueerd in het
gebruik van het apparaat. Kinderen moeten onder
toezicht staan om te voorkomen dat zij spelen met het
apparaat.
h)
Pas op voor een vals gevoel van veiligheid en
neem de veiligheidsvoorschriften voor elektrisch
gereedschap in acht, ook wanneer u na veelvuldig
gebruik vertrouwd met het elektrisch gereedschap
bent. Onoplettendheid kan binnen een fractie van een
seconde tot ernstig letsel leiden.
4. Zorgvuldige omgang met en gebruik van
elektrisch gereedschap
a)
Zorg dat u het apparaat niet overbelast. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor bedoelde
elektrische gereedschap. Met het juiste elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet
meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c)
Verwijder de stekker uit de wandcontactdoos
voordat u afstellingen aan het apparaat uitvoert,
accessoires vervangt of het apparaat aan de kant
legt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt dat het
apparaat onbedoeld wordt gestart.
d) Bewaar elektrisch gereedschap, wanneer het niet
wordt gebruikt, buiten bereik van kinderen. Laat
geen personen met het apparaat werken die daar
niet mee vertrouwd zijn of die deze aanwijzingen
niet hebben gelezen. Elektrisch gereedschap is
gevaarlijk wanneer dit door onervaren personen wordt
gebruikt.
e)
Onderhoud het apparaat zorgvuldig. Controleer
dat bewegende delen correct functioneren en
niet klemmen en dat er geen onderdelen zijn
gebroken of zodanig beschadigd dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed.
Laat beschadigde onderdelen voor gebruik van
het apparaat repareren. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden elektrisch
gereedschap.
f)
Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires,
hulpmiddelen enz. in overeenstemming met
deze aanwijzingen en zoals voor dit specieke
type apparaat is voorgeschreven. Houd daarbij
rekening met de werkomstandigheden en de uit
te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrisch
gereedschap voor ander dan het bedoelde gebruik kan
leiden tot gevaarlijke situaties.
g)
Zorg ervoor dat de grepen en greepvlakken schoon
en vrij van olie en vet blijven. Gladde grepen en
greepvlakken maken een veilig gebruik en controle
over het elektrisch gereedschap in onverwachte
situaties onmogelijk.
5. Service
a)
Laat het apparaat uitsluitend repareren door
gekwaliceerd technisch personeel en uitsluitend
met originele onderdelen. Daarmee blijft de veiligheid
van het apparaat gewaarborgd.
b)
Wanneer het netsnoer van dit apparaat is
beschadigd, moet dit door de fabrikant, zijn
klantenservice of een gelijkwaardig gekwaliceerd
persoon worden vervangen om gevaren te
voorkomen.
Bescherming van de gezondheid
Gevaar
Let op! Draag adembescherming: verfnevel
en oplosmiddeldampen zijn schadelijk
voor de gezondheid. Werk uitsluitend in
ruimten met goede natuurlijke ventilatie
of gebruik geforceerde ventilatie. Het
dragen van werkkleding, veiligheidsbril,
gehoorbescherming en handschoenen
wordt aanbevolen.
Brandbare coatingmaterialen
Gevaar
De spuitpistolen mogen niet worden
gebruikt voor het verspuiten van
brandbare stoen.
Explosiebeveiliging
Gevaar
Gebruik het apparaat niet
in ruimtes die onder de
explosiebeveiligingsverordening vallen.
Explosie- en brandgevaar bij spuitwerk-
zaamheden door ontstekingsbronnen
Gevaar
Er mogen zich geen ontstekingsbronnen
in de omgeving bevinden, bijv. open
vuur, het roken van sigaretten, sigaren en
pijpen, vonken, gloeiende draden, hete
oppervlakken, enz.
Elektrostatische lading (vonk- en
vlamvorming)
Gevaar
Op grond van de stromingssnelheid
van het bedekkingsmateriaal bij het
spuiten kunnen er aan het apparaat
elektrostatische ladingen ontstaan.
Deze kunnen bij ontlading de vorming
van vonken of vlammen tot gevolg
hebben. Daarom moet het apparaat
altijd via de elektrische installatie
geaard zijn. Het apparaat moet via
een volgens de voorschriften geaarde
veiligheidscontactdoos worden
aangesloten.
57
Control 150 M
NL
Ventilatie
Om brand- en explosiegevaar alsook beschadigingen van
de gezondheid bij spuitwerkzaamheden te voorkomen,
moet voor een goede natuurlijke of kunstmatige
ventilatie gezorgd worden.
Apparaat en spuitpistool beveiligen
Beveilig de slangen, accessoires en lteronderdelen
volledig voordat u de sproeipomp gebruikt.
Onbeveiligde onderdelen stoten soms een sterke
kracht uit of veroorzaken lekken van vloeistof
onder hoge druk, met zware schade tot gevolg. Het
spuitpistool dient bij montage of demontage van de
spuitdop en bij onderbreking van de werkzaamheden
altijd te worden geborgd.
Terugstoot van het spuitpistool
Gevaar
Bij een hoge werkdruk komt bij het overhalen
van de trekker een reactiekracht van maximaal
15 N vrij. Indien u hier niet op bent voorbereid,
kan de hand worden teruggestoten of
kunt u het evenwicht verliezen. Hierdoor
kan letsel ontstaan. Een continue belasting
door deze terugstoot kan tot blijvende
gezondheidsschade leiden.
Maximale werkdruk
De maximale werkdruk voor spuitpistool,
spuitpistooltoebehoren en hogedrukslang mag niet
lager zijn dan de op het apparaat vermelde maximale
werkdruk van 110 bar (11 MPa).
Coatingmateriaal
Houd rekening met gevaren die het gevolg kunnen
zijn van het verspoten materiaal en neem tevens de
aanwijzingen op de verpakking of van de fabrikant
van het materiaal in acht. Verspuit geen materialen
waarvan u de eventuele gevaren niet kent.
Hogedrukslang (veiligheidsaanwijzing)
Gevaar
Let op, gevaar voor letsel door
injectie! Door slijtage, knikken en niet-
doelmatig gebruik kunnen lekplaatsen
in de hogedrukslang ontstaan. Door
een lekplaats kan vloeistof in de huid
geïnjecteerd worden.
Hogedrukslang vóór elk gebruik grondig controleren.
Vervang een beschadigde hogedrukslang onmiddellijk.
Probeer nooit een defecte hogedrukslang zelf te repareren!
Vermijd scherpe bochten en knikken. De kleinste buigstraal
mag ongeveer 20 cm bedragen.
Rijd niet over de hogedrukslang en bescherm deze tegen
scherpe voorwerpen en kanten.
Nooit aan de hogedrukslang trekken om het toestel te
bewegen.
Hogedrukslang niet verdraaien.
Hogedrukslang niet in oplosmiddel leggen. Buitenkant
alleen met een doordrenkte doek afvegen.
Hogedrukslang zo leggen, dat er geen struikelgevaar
bestaat.
Elektrostatische lading van spuitpistool en hogedrukslang
wordt via de hogedrukslang afgeleid. Daarom moet de
elektrische weerstand tussen de aansluitingen van de
hogedrukslang gelijk zijn aan of kleiner zijn dan 197 kΩ/m
(60 kΩ/ft.).
i
Vanwege de werking, veiligheid
en levensduur, alleen WAGNER-
originele-hogedrukslangen en
spuitmondstukken gebruiken. Overzicht
zie „Reserveonderdelenlijst”.
i
Bij oude hogedrukslangen stijgt het ri-
sico op beschadigingen.
Wagner raadt aan, de hogedrukslang na
6 jaar te vervangen.
Aansluiting van het apparaat
De aansluiting moet via een voorschriftmatig geaard
veiligheidsstopcontact plaatsvinden. De aansluiting moet
met een foutstroombeschermingsinrichting INF ≤ 30 mA
zijn uitgerust.
Apparaat opstellen
Gevaar
Bij werkzaamheden binnen:
Nabij het apparaat mogen zich geen
oplosmiddelhoudende dampen kunnen
ophopen. Het apparaat opstellen aan
de van het spuitobject afgekeerde zijde.
Minimale afstand van 5 m tussen het
apparaat en het spuitpistool aanhouden.
Bij werkzaamheden buiten:
Er mogen geen oplosmiddelhoudende
dampen naar het apparaat toe drijven.
Let op de windrichting.
Het apparaat zo opstellen, dat zich geen
oplosmiddelhoudende dampen bij het
apparaat kunnen ophopen.
Minimale afstand van 5 m tussen het
apparaat en het spuitpistool aanhouden.
Onderhoud en reparaties
Gevaar
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat
drukontlasting uitvoeren en netstekker uit
de contactdoos halen.
Reiniging van de apparatuur
Gevaar
Gevaar voor kortsluiting door
binnendringend water!
Spuit het apparaat nooit met een hogedruk-
of stoomhogedrukreiniger af.
58
Control 150 M
NL
Reiniging van de apparatuur met
oplosmiddel
Gevaar
Bij de reiniging van de apparatuur met
oplosmiddel mag in geen geval in een
reservoir met een kleine opening (spongat)
worden gespoten of gepompt. Gevaar voor
de vorming van een ontplofbaar gas/ lucht-
mengsel. Het reservoir dient geaard te zijn.
Gebruik voor het schoonmaken geen
brandbare materialen.
Aarding van het werkstuk
Het te coaten werkstuk moet geaard zijn.
i
Indien vloeistof zich onder de uitlaatklep
ophoopt, bestaat de mogelijkheid van
lekkage van de zuigerpakking.
Als het bedrijf wordt voortgezet kunnen
uitlopen van vloeistof en vervuilingen onder
het apparaat ontstaan.
Toe te passen materialen
Dispersie- en latexverven voor binnenshuis.
Lakken en houtbeschermingsmiddelen die water en/of
oplosmiddel bevatten. Lakverven, oliën, oplosmiddelen,
kunstharslakken, PVC-lakken, voorlakken, grondlakken,
en roestwerende verven.
Ongeschickte materialen
Materialen die sterk schurende bestanddelen bevatten,
gevelverf, logen en zuurhoudende coatingmaterialen.
Brandbare coatingmaterialen, materialen de aceton of
nitro-verdunning bevatten.
Toepassingsbereik
Coaten van wanden binnenshuis alsook kleine en
middelgrote objecten buitenshuis (bijv. schuttingen,
garagedeuren etc.).
Het commerciële gebruik is uitgesloten.
Technische gegevens
Spanning 230V, 50 Hz
Opgenomen vermogen 300 W
Isolatieklasse I
Maximale druk 11 MPa (110 bar)
Doorstroomhoeveelheid bij 69 bar
(0 bar)
0,9 l/min (2,0 l/min)
Maximale temperatuur
coatingmateriaal
43°C
Geluidsdrukniveau*
Onzekerheid
82 dBA
K= 4 db
Geluidsdrukvermogen*
Onzekerheid
95 dBA
K= 4 db
Trillingsniveau**
Onzekerheid
< 2,5 m/s²
K = 1,5 m/s²
Max. temperatuur coatingmateriaal 40°C
Pomp Zuigerpomp
Max. volume bovenste reservoir 5,5 l
Max. grootte mondstuk 515 HEA
Max. slanglengte 22, 5m
Leeg gewicht (pomp, slang,
spuitpistool)
4,1 kg
* Gemeten volgens EN 50580
Informatie over het trillingsniveau
Het aangegeven trillingsniveau is volgens een
genormaliseerde testprocedure gemeten en kan ter
vergelijking van elektrisch gereedschap worden gebruikt.
Het trillingsniveau dient ook voor een inleidende inschatting
van de trillingsbelasting.
Pas op! De trillingsemissiewaarde kan tijdens het feitelijke
gebruik van het elektrische gereedschap van de aangegeven
waarde afwijken, afhankelijk van de wijze waarop het
elektrische gereedschap wordt gebruikt. Het is noodzakelijk
om veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de
bedienende persoon vast te leggen, die op een schatting van
de blootstelling tijdens de feitelijke gebruiksvoorwaarden
berusten (hierbij dienen alle delen van de bedrijfscyclus in
acht genomen te worden, bijvoorbeeld tijden, waarin het
elektrische gereedschap is uitgeschakeld, en zulke, waarin
het weliswaar is ingeschakeld maar zonder belasting draait).
Het typeplaatje en de productiecode bevinden zich aan
de onderzijde van het apparaat.
59
Control 150 M
NL
Componenten
Spuitpistool met lter
Spuitkophouder
Hogedrukslang 7,5 m lang
Benodigd montagegereedschap
Twee steeksleutels
WAARSCHUWING
De netstekker pas in de wandcontactdoos steken,
wanneer het apparaat compleet is geassembleerd.
Bedieningselementen en functies
AAN/UIT-schakelaar De AAN/UIT-schakelaar schakelt het
apparaat aan en uit (O = UIT, l = AAN)
Spuitpistool Met het spuitpistool wordt de
uitstoot van vloeistof gestuurd.
Spuitslang De spuitslang verbindt het pistool
met de pomp.
Retourslang Bij het ontluchten wordt de vloeistof
door de retourslang naar de tank
teruggevoerd.
PRIME/SPRAY-
schakelaar
De PRIME/SPRAY-schakelaar voert de
vloeistof in de stand SPRAY naar de
spuitslang en in de stand PRIME naar
de retourslang.
= AAN
= UIT
AAN/UIT-schakelaar
COMPONENTEN EN MONTAGE
Montage
1
2
Zet het spuitpistool op het dunnere einde van de slang
en draai het pistool op de slang. Draai de schroefdraad
met een schroefsleutel goed vast.
Draai de schroefdraad aan het andere einde van de slang op de
slangaansluiting. Houd met een schroefsleutel de slangaansluiting
vast en draai de slang met een andere schroefsleutel vast.
Spuitslang
Motor-
behuizing
AAN/UIT-
schakelaar
PRIME/SPRAY-schakelaar
Borging
Trekker
Inlaatlter
(in het reservoir)
Retourslang
Uitlaatventiel
Spuitkopbewaarplaats
Spuitpistool
Reservoirdeksel
Topreservoir
Spuitkophouder
Spuitkop
(311 en515)
Filter
(rood)
Filter (wit)
in pistool
voorgemonteerd
Handgreep
PRIME/SPRAY-
schakelaar
PRIME-
stand
SPRAY-
stand
60
Control 150 M
NL
Verf zeven
Om te voorkomen, dat spuitkop en lter snel verstopt
raken, is het aan te raden, de verf voor het spuiten te
zeven. Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Spuitkop en pistoollter selecteren
Selecteer een geschikt pistoollter overeenkomstig de
gebruikte spuitkopmaat..
Spuitkopmaat Verf Filter
311 Voor dunvloeibare
grondstoen, b.v.: acrylverf,
grondverf, beits…
rood
515 Voor dikvloeibare grondstoen,
b.v.: emulsieverf voor
binnenschilderwerk, latexverf,
antiroestbehandeling...
wit
Pistool borgen en vrijgeven
WAARSCHUWING
Bij het bevestigen van de spuitkop of wanneer de
spuitkop niet wordt gebruikt, moet de trekker altijd
worden geborgd.
Pistool borgen
Het pistool is geborgd,
wanneer de borging op de
trekker in een hoek van 90°
(haaks) op de trekker staat (in
willekeurige richting).
Pistool vrijgeven
Om het pistool vrij te geven,
de borging op de trekker zo
verdraaien, dat deze in één
lijn staat met de trekker.
Spuitapparaat aansluiten
1) Controleren, dat de AAN/UIT - schakelaar
in de UITstand staat.
O
2) Aansluiten mag uitsluitend op een
correct geaarde wandcontactdoos.
Apparaat drukloos maken
WAARSCHUWING
BIJ ELKE uitschakeling van het apparaat moet deze eerst
drukloos worden gemaakt. Bij deze procedure wordt de
spuitslang drukloos gemaakt.
1)
Het spuitpistool borgen en
de AAN/UIT-schakelaar in de
UITstand zetten.
O
2) De PRIME/SPRAY-schakelaar
in de PRIME-stand zetten.
3) Het spuitpistool vrijgeven,
op een stuk hout of karton
richten en de trekker
indrukken.
4) Het spuitpistool borgen.
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
61
Control 150 M
NL
Pomp bedrijfsklaar maken
1)
Let erop, dat het inlaatlter
in de tank goed zit. Zonodig
vastklikken zoals afgebeeld.
2)
Druk eenmaal op de knop
op de lter. Daardoor is een
correcte werking van het
inlaatventiel gegarandeerd.
3) De PRIME/SPRAY-schakelaar
in de PRIME-stand zetten.
4) De netkabel van het
spuitapparaat insteken en
de AAN/UIT-schakelaar in de
AAN-stand zetten.
Knop
l
5) De pomp op UIT zetten.
O
Aanbevolen wordt om de volgende stappen eerst met
water uit te voeren, om te controleren, of het systeem en
alle aansluitingen dicht zijn.
6) De tank vullen met de
te gebruiken grondstof.
Daarbij niet boven de vullijn
komen (zie afbeelding).
Het deksel weer op de tank
plaatsen.
Vullijn
7) De PRIME/SPRAY-schakelaar
in de stand PRIME laten, het
apparaat nog één keer op
AAN zetten en controleren,
dat de grondstof door de
retourslang loopt.
l
i
Plaats de deksel tijdens het gebruik. De deksel
sluit niet luchtdicht. Kantel het gevulde
apparaat daarom niet.
Materiaal aanzuigen
Voer de volgende stappen uit, zonder dat het
spuitkop op het pistool bevestigd is.
1)
Het spuitpistool vrijgeven en
de PRIME/SPRAY-schakelaar
in de PRIME-stand zetten.
2) De trekker indrukken
en VASTHOUDEN, het
spuitpistool daarbij in een
afvalreservoir richten.
3) De pomp inschakelen
WAARSCHUWING
Niet met de handen in de
vloeistofstraal komen.
4)
Met ingedrukte trekker de
PRIME/SPRAY -schakelaar
op SPRAY zetten. De trekker
vasthouden, tot lucht, water
of oplosmiddel volledig uit
de spuitslang is verwijderd en
de verf ongehinderd stroomt.
l
5) De trekker loslaten, de
PRIME/SPRAY-schakelaar in
de PRIME-stand zetten en
de pomp op UIT zetten.
O
6) Het pistool nog één keer in het afvalreservoir richten
en de trekker indrukken, om er zeker van te zijn, dat de
slang volledig drukloos is.
7) Het spuitpistool borgen.
8) De spuitkopeenheid op het pistool draaien. Met de
hand vastdraaien.
Met het
vastdraaien
onder deze
beginnen,
omuiteindelijk
de gewenste
spuithoek te
bereiken.
9) Spuitkop plaatsen (de spuit wijst daarbij in
spuitrichting).
Uw toestel is nu bedrijfsklaar.
VOORBEREIDEN
62
Control 150 M
NL
Gebruik
VOORZICHTIG
Let erop, dat de verfslang niet is geknikt en niet in de
buurt van voorwerpen met scherpe kanten ligt.
1)
De pomp op AAN zetten en
de PRIME/SPRAYschakelaar in
de SPRAYstand zetten.
2) Zodra de motor uitschakelt,
het spuitpistool
vrijgeven en op een
testoppervlak spuiten,
om het spuitresultaat te
controleren.
Zodra zich in de slang
voldoende druk heeft
opgebouwd, schakelt de motor
automatisch uit. De motor
schakelt afhankelijk van de
drukvraag in en uit.
l
Goed spuitresultaat
Slecht spuitresultaat (strepen)
Wanneer het spuitresultaat schaduwen of strepen
vertoont, kan dat de volgende oorzaken hebben:
spuitkop of spuitpistoolfilter verstopt; spuitkop
versleten of verf onvoldoende verdund. Meer informatie
onder "Storingen bij spuiten verhelpen" op de volgende
pagina.
Spuittechniek
De sleutel tot hoogwaardig spuitwerk is het gelijkmatig
coaten van het complete oppervlak. Dit wordt bereikt met
een gelijkmatige spuitstraal. Neem de volgende TIPS in
acht.
TIP: De arm met gelijkmatige snelheid en met
gelijkblijvende afstand tussen spuitpistool en
te coaten oppervlak bewegen. Optimaal is een
afstand van 25 tot 30 cm tussen spuitpistool
en te coaten oppervlak.
De spuitbeweging met gelijkmatige snelheid uitvoeren.
Gelijkmatige coating
Ca.
25 tot 30 cm
TIP: Het spuitpistool in een rechte hoek ten
opzichte van het te coaten oppervlak houden,
voor een gelijkmatig spuitresultaat.
Ca.
25 tot 30 cm
Goed
Fout
TIP:
Het spuitpistool in een rechte hoek ten opzichte
van het te coaten oppervlak houden. De
spuitbeweging met de arm uitvoeren, niet met
de pols.
Sterke
bedekking
Pols bij het spuiten niet draaien.
Lichte
bedekking
Lichte
bedekking
TIP: De trekker aan het begin van een spuitbaan
indrukken en pas aan het einde van de baan
weer loslaten. De trekker niet in het midden
van de baan indrukken. Dat zou leiden tot een
ongelijkmatig, vlekkerig spuitresultaat.
Juist gebruik van het spuitpistool
Ca.
25 tot 30 cm
De spuitafstand
constant houden
Begin
spuitbaan
Einde
spuitbaan
Trekker
indrukken
Trekker
loslaten
Gelijkmatig
vasthouden
OVERIGE TIPS
De spuitbanen ongeveer 30% laten overlappen. Dat
geeft een gelijkmatige coating.
Wanneer het spuiten wordt beëindigd, de procedure
APPARAAT DRUKLOOS MAKEN uitvoeren en de
netstekker verwijderen.
Tijdens het spuiten het deksel op de tank laten zitten.
Zo kan er geen vuil in de grondstof vallen.
WANNEER DE WERKZAAMHEDEN MEER DAN EEN
UUR WORDEN ONDERBROKEN, DE PROCEDURE
VOOR KORTSTONDIGE OPSLAG UITVOEREN, ZOALS
BESCHREVEN IN DE PARAGRAAF OPSLAG IN DIT
HANDBOEK (pagina 66).
SPUITEN
63
Control 150 M
NL
Hieronder worden enkele kleine problemen vermeld,
die bij het spuiten kunnen optreden. Door het optreden
van deze problemen, wordt de grondstofstroom en
daarmee het spuitresultaat beïnvloed of komt er geen
grondstof meer uit het pistool.
Om deze problemen te verhelpen de op deze pagina
vermelde aanwijzingen opvolgen.
Verstopping in de spuitkop verwijderen
WAARSCHUWING
In geen geval proberen om de verstopping van de
spuitkop met uw vingers te verwijderen.
VOORZICHTIG
Voor het reinigen geen speld of andere scherpe
voorwerpen gebruiken. De hardmetalen kop kan
daardoor worden beschadigd.
Wanneer het spuitresultaat ongelijkmatig is of er bij het
indrukken van het pistool geen straal vrijkomt, de volgende
stappen uitvoeren:
1) De pomp uitschakelen, de trekker loslaten en het pistool
borgen.
O
2) De omschakelbare kop 180° verdraaien, zodat de pijl
naar de achterzijde van het pistool wijst.
Wanneer de spuitkop onder
druk staat, kan het moeilijk
zijn om deze te verdraaien.
De PRIME/SPRAY-schakelaar
in de PRIME-stand zetten en
de trekker van het pistool
indrukken. Zo wordt de
druk afgelaten en kan de
kop makkelijker worden
verdraaid.
3) De PRIME/SPRAY-schakelaar
in de SPRAY-stand zetten.
4) Het spuitpistool vrijgeven, het pistool op een stuk hout
of karton richten en de trekker indrukken. Door de druk
in de spuitslang kan de oorzaak van de verstopping
eruit worden geblazen. Zodra de spuitkop vrij is, komt
er onder hoge druk verf uit.
Wanneer er nog steeds geen verf uit de spuitkop komt, de
in de volgende kolom vermelde stappen uitvoeren.
5) De trekker loslaten en het
pistool borgen.
6) De spuitkop zo verdraaien,
dat de pijl weer naar voren
wijst (SRAY-stand).
7) Het pistool vrijgeven en het spuitproces voortzetten.
Verstopping in het spuitpistoollter
verwijderen
Het lter moet bij elk gebruik van het spuitapparaat
worden gereinigd. Bij het verwerken van dikvloeibare
verf moet het lter zonodig vaker worden gereinigd.
1) De procedure Apparaat drukloos maken (pagina 60)
uitvoeren.
2)
De trekkergeleiding van de lterbehuizing losmaken,
door de geleiding naar voren van de lterbehuizing te
trekken. De behuizing losdraaien.
Gat
Bovenzijde
lter
(verjongd)
Behuizing
Filter
Spuit-
afscherming
3)
Het filter uit de behuizing van het spuitpistool
verwijderen en met een geschikte reinigingsoplossing
reinigen (warm sop).
Bij het reinigen van het lter letten op afzettingen in de
gebruikte grondstof. Zie Verf zeven, (pagina 60).
4) Het lter op gaten controleren (zie afbeelding
hierboven). Wanneer er gaten aanwezig zijn, het lter
vervaangen.
VOORZICHTIG
HET FILTER NOOIT MET EEN SCHERP VOORWERP
BEWERKEN!
5) Het gereinigde lter met de verjongde zijde eerst in
de behuizing van het pistool schuiven.
De verjongde zijde van het lter moet op de juiste
wijze in het pistool worden geschoven. Anders kan het
gebeuren, dat de spuitkop verstopt raakt of dat er geen
grondstof meer uit het pistool komt.
6) De behuizing weer vastdraaien en de trekkergeleiding
weer op de behuizing vastdrukken.
Verstopping in het inlaatlter verwijderen
1) De procedure Apparaat drukloos maken (pagina 60)
uitvoeren.
2)
De tank volledig leegmaken (zie Tank leegmaken,
pagina 64).
3)
Het inlaatlter uit de tank
verwijderen. Om het lter
los te maken, zonodig
een schroevendraaier
gebruiken.
4)
Het inlaatfilter met een
geschikte reinigingsoplossing
reinigen (warm sop).
5) Het lter terugplaatsen.
Inlaat-
lter
Wanneer u, na het uitvoeren van de op deze pagina
vermelde stappen, nog steeds problemen hebt met
het spuiten, vindt u meer informatie op de pagina
STORINGEN VERHELPEN (pagina 68)
STORINGEN BIJ SPUITEN VERHELPEN
64
Control 150 M
NL
Belangrijke aanwijzingen
voor reiniging!
DEZE AANWIJZINGEN EN
WAARSCHUWINGEN VOOR REINIGING
VAN HET SPUITAPPARAAT LEZEN!
Een grondige reiniging en smering
van het spuitapparaat vormt de
belangrijkste voorwaarde voor een
correcte werking van het apparaat na
opslag.
Het spuittoestel en de componenten
reinigen met een geschikt
reinigingsmiddel (bijv. warm
zeepwater bij in water oplosbare
spuitmaterialen).
Na de reiniging van het spuitapparaat
de reinigingsoplossing op de juiste
wijze afvoeren.
Tank leegmaken
O
1)
Alle stappen van de procedure "Apparaat
drukloos maken" (pagina 60) uitvoeren.
2) Het deksel van de tank verwijderen.
3)
Houd het apparaat vast bij de twee
handgrepen links en rechts.
4)
Het spuitapparaat optillen en zo
houden, dat de vloeistof via één van
de voorste hoeken van de tank in het
oorspronkelijke reservoir terug kan
lopen.
WAARSCHUWING
Wanneer het apparaat is gevuld met
spuitmateriaal, kan het zeer zwaar zijn.
Het apparaat met de armen tillen en niet
met de rug, om letsel te voorkomen.
VOORZICHTIG
Let erop, dat vloeren en meubels zijn
afgedekt, om schade aan eigendommen
te voorkomen.
Tank spoelen
1) De tank met de geschikte
reinigingsoplossing zorgvuldig
uitspoelen.
Let erop, dat er geen
reinigingsoplossing in de
motorbehuizing druppelt.
2)
Het inlaatlter uit de bodem van de
tank verwijderen en reinigen. Om
het lter los te maken, zonodig een
schroevendraaier gebruiken.
Inlaat-
lter
3)
Het filter terugplaatsen en de
reinigingsoplossing op de juiste wijze
afvoeren.
Spuitapparaat spoelen
1) De tank met NIEUWE
reinigingsoplossing vullen.
2) De PRIME/SPRAY-schakelaar in de
PRIME-stand zetten en de pomp op
AAN zetten.
l
3) De reinigingsoplossing van de pomp
gedurende 2 tot 3 minuten door de
retourslang laten circuleren.
4) De pomp op UIT zetten.
O
5)
De reinigingsoplossing op de juiste
wijze afvoeren en verdergaan bij
Spuitpistoolcomponenten reinigen
op de volgende pagina.
Verfslang leegmaken
Door het uitvoeren van deze
stappen kan het in de spuitslang
achtergebleven verfrestant opnieuw
worden gebruikt.
1)
Het pistool borgen, de
spuitkopeenheid verwijderen en de
PRIME/SPRAY-schakelaar op PRIME
zetten.
2) De tank met de geschikte
reinigingsoplossing vullen.
3) Het spuitpistool tegen de rand van
het verfreservoir houden, de trekker
indrukken en vasthouden.
4) Met ingedrukte trekker de pomp
op AAN zetten en de PRIME/SPRAY-
schakelaar op SPRAY zetten.
l
De pomp laten lopen, tot alle verf
uit de slang is verwijderd en er
reinigingsoplossing uit het pistool
komt.
5) De trekker loslaten en de PRIME/
SPRAYschakelaar op PRIME zetten.
6) Het spuitpistool tegen de rand van
een ander reservoir houden en de
trekker indrukken en vasthouden.
7) De PRIME/SPRAY-schakelaar in de
SPRAY-stand zetten en de trekker
indrukken, tot vloeistof, die uit het
pistool komt, helder is.
De reinigingsoplossing in de tank
moet zonodig worden bijgevuld.
8) De PRIME/SPRAY-schakelaar in de
PRIME-stand zetten en de trekker
van het pistool nog één keer
indrukken, om deze drukloos te
maken.
REINIGING
65
Control 150 M
NL
Spuitpistoolcomponenten reinigen
1) De procedure Apparaat drukloos maken (pagina 60)
uitvoeren.
2) Het spuitpistool met behulp
van de steeksleutel van de
verfslang verwijderen.
3) Het lter uit het spuitpistool
halen (zie Verstopping
in het spuitpistoollter
verwijderen, pagina 63).
4) Spuitkop uit de
spuitkophouder vewijderen.
Behuizing
Filter
5)
Spuitkop en lter met een zachte borstel en de geschikte
reinigingsoplossing schoonmaken. Niet vergeten de
onderlegring en het klemstuk in het achterste deel van
de spuitkopeenheid te verwijderen en te reinigen.
Onderleg-
ring
Houder
6)
Enkele druppels olie in de behuizing van het pistool
druppelen (zie de met de pijl aangegeven plaats
hieronder).
7) Het spuitpistool weer
assembleren:
Pistoollter met nieuw einde
eerst plaatsen en afsluiting
met veer vastschroeven.
Spuitkop, klemstuk en
onderlegring monteren,
spuitkophouder plaatsen.
Behuizing
Filter
8)
De verfslang weer op het spuitpistool draaien. Met
steeksleutel vastdraaien.
BELANGRIJK!
Het is aan te raden om, na het reinigen van de pomp,
ter voorbereiding op het opslaan, de pomp opnieuw te
spoelen met warm sop. De aanwijzingen onder Pomp
spoelen herhalen.
Inlaatventiel reinigen
Wanneer het apparaat problemen heeft met het
aanzuigen, moet zonodig het inlaatventiel worden
gereinigd of vervangen. Dit probleem kan zijn
veroorzaakt door ondeskundige reiniging en/of
opslag.
1) Het inlaatlter uit de bodem
van de tank verwijderen.
Inlaat-
lter
2) Inlaatventiel-behuizing (1)
met inbussleutel (8 mm)
losdraaien en verwijderen.
3) Verwijder de klepzitting (2),
de kogel (3), de veer (4) en
de O-ring (5) met geschikt
gereedschap (bijvoorbeeld
een spitse tang, pincet).
Tip: Het apparaat kan ook
ondersteboven worden gezet
met de deksel erop; tik op de
onderkant van het apparaat
om de onderdelen los te
maken.
4)
Controleer alle onderdelen
en het klepgedeelte (6) in het
reservoir en reinig ze grondig.
Vervang beschadigde
onderdelen.
5)
O-ring op de inlaatventiel-
behuizing (1) goed smeren.
6)
Plaats alle onderdelen zoals
getoond op de afbeelding
terug. De conische zijde van
de inlaatventiel-zitting (2)
moet naar beneden wijzen.
7)
Inlaatventiel-behuizing (1)
met inbussleutel (8 mm) weer
goed vastdraaien.
1
2
5
3
4
6
2
REINIGING/ ONDERHOUD
66
Control 150 M
NL
Uitlaatventiel vervangen
Het vervangen van het uitlaatventiel kan nodig zijn,
wanneer het spuitresultaat ook na het uitvoeren van
alle in dit handboek onder "Storingen bij spuiten
verhelpen" vermelde stappen niet naar tevredenheid
is.
1) Verwijder de hogedrukslang
met twee schroefsleutels
van het uitlaatventiel.
2) Draai de schroef
(inbussleutel 2,5 mm) aan
de onderkant van het
uitlaatventiel los, maar
verwijder deze niet.
3) Verwijder het uitlaatventiel
met een schroefsleutel van
het basisapparaat.
4) Controleer het uitlaatventiel
en reinig dit grondig (met
name de kogelzitting aan
de achterkant). Indien nodig
vervangen.
5) Het inwendige van de
uitlaatventielbehuizing
controleren. Verfresten
verwijderen.
6) Plaats het nieuwe of
gereinigde uitlaatventiel
weer terug (met een
steeksleutel in de
uitlaatventielbehuizing
vastdraaien).
7) Draai de schroef weer vast.
WAARSCHUWING
Draai de schroef stevig vast om de aarding van de
slang en het spuitpistool te garanderen.
ONDERHOUD / OPSLAG
Kortstondige opslag (maximaal 8 uur)
Buiten bedrijf stellen
1) Alle stappen van de procedure APPARAAT DRUKLOOS
MAKEN (pagina 60) uitvoeren.
O
2)
Langzaam een half kopje water op de verf gieten, om
uitdroging daarvan te voorkomen. Het deksel weer op
de tank plaatsen.
3)
De spuitpistooleenheid in een vochtige doek wikkelen en
in een plastic zak steken. De zak luchtdicht afsluiten.
4) De netkabel van het spuitapparaat verwijderen.
5)
Voor kortstondige opslag het spuitapparaat op een
veilige plaats en uit de zon plaatsen.
Inbedrijfstelling
1) Het pistool uit de plastic zak
halen en het water door de
verf roeren.
2) Controleren, dat de PRIME/
SPRAY-schakelaar in de
PRIME-stand staat.
3) De netkabel van het
spuitapparaat insteken
en de schakelaar op AAN
zetten.
4) De PRIME/SPRAY-schakelaar
in de SPRAY-stand zetten.
5) Het spuitapparaat op een
geschikt oppervlak testen
en met het spuitwerk
beginnen.
l
67
Control 150 M
NL
Spuitapparaat voorbereiden voor langdurige
opslag
1)
Alle op paginas 64 en 65 vermelde stappen van de
Reiniging moeten zijn uitgevoerd.
2) Het inlaatlter verwijderen. Om het lter los te maken,
zonodig een schroevendraaier gebruiken.
Inlaat-
lter
3)
Circa 60 ml dunvloeibare machineolie in het inlaatventiel
gieten.
HOUSEHOLD
OIL
4)
De slang van het uitlaatventiel verwijderen, een doek
over het uitlaatventiel leggen en de schakelaar op AAN
zetten. Het apparaat vijf seconden laten lopen.
l
5) De pomp op UIT zetten.
O
6)
Plaats de inlaatlter terug en druk op de knop op de lter.
Knop
7)
Het complete apparaat, de slang en het pistool met
een vochtige doek schoonvegen, om verfresten te
verwijderen.
8)
De hogedrukslang weer op het uitlaatventiel en het
deksel weer op de tank plaatsen.
OPSLAG
Opslag / Conservering van spuitpistool
1)
De trekkergeleiding van de lterbehuizing losmaken,
door de geleiding naar voren van de lterbehuizing te
trekken.
2) De behuizing losdraaien.
3)
Draai het spuitpistool om en doe er een paar druppeltjes
olie in.
HOUSEHOLD
OIL
4) Zet het spuitpistool weer in elkaar.
68
Control 150 M
NL
WAARSCHUWING
Voor onderhoudswerkzaamheden het apparaat altijd drukloos maken (zie APPARAAT DRUKLOOS MAKEN,
pagina 60).
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING
A. Het spuitapparaat start
niet.
1) De netstekker is niet goed ingestoken.
2) De AAN/UIT-schakelaar staat op UIT.
3) Het spuitapparaat schakelt uit, terwijl er
nog druk is.
4) De wandcontactdoos levert geen stroom.
5)
De verlengkabel is beschadigd of heeft een
te kleine aderdiameter.
6) De motor is defect.
1) Netkabel insteken.
2) De AAN/UIT-schakelaar op AAN zetten.
3)
De motor schakelt tijdens het spuiten afhankelijk van de
drukvraag IN en UIT. Dit is normaal. Ga verder met het
spuitwerk.
4) De netvoeding zorgvuldig controleren.
5) De verlengkabel vervangen.
6)
Het spuitapparaat naar een door Wagner geautoriseerde
klantenservice brengen.
B. Het spuitapparaat start,
maar zuigt geen verf
aan, wanneer de PRIME/
SPRAYschakelaar in de
PRIMEstand wordt gezet.
1)
Het apparaat is niet ontlucht of heeft een
lek.
2) De tank is leeg.
3) Het apparaat staat niet op de grond.
4) Het inlaatlter is verstopt.
5) Het in- of uitlaatventiel klemt.
6)
Het inlaatventiel is versleten of beschadigd.
7) Het PRIME/SPRAY-ventiel is verstopt.
1) Probeer het apparaat opnieuw te ontluchten.
2) De tank bijvullen.
3) Het apparaat op de grond zetten.
4) Het inlaatlter reinigen.
5)
In- en uitlaatventiel reinigen en versleten onderdelen
vervangen. Het inlaatventiel is mogelijk door oude verfresten
verstopt. Om het lter los te maken op de lip van het
inlaatlter drukken.
6) Het inlaatventiel terugplaatsen.
7)
Het spuitapparaat naar een door Wagner geautoriseerde
klantenservice brengen.
C. Het spuitapparaat zuigt
verf aan, maar zodra de
trekker van het pistool
wordt ingedrukt, valt de
druk weg.
1) De spuitkop is versleten.
2) Het inlaatlter is verstopt.
3)
Het pistool- of spuitkoplter is verstopt.
4) De verf is te dikvloeibaarof te grof.
5)
De uitlaatventieleenheid is vervuild of
versleten.
6) De intlaatventieleenheid is beschadigd of
versleten.
1) De spuitkop vervangen door een nieuwe.
2) Het inlaatlter reinigen.
3)
Reinigen of vervangen door een geschikt lter. Reservelters
moeten altijd op voorraad worden gehouden.
4) Verf verdunnen of zeven.
5) Uitlaatventieleenheid reinigen of vervangen.
6) Het inlaatventiel terugplaatsen.
D. Het PRIME/SPRAY-ventiel
staat op SPRAY en er
stroomt grondstof door de
retourslang.
1)
Het PRIME/SPRAY-ventiel is vervuild of
versleten.
1)
Het spuitapparaat naar een door Wagner geautoriseerde
klantenservice brengen.
E. Het spuitpistool lekt. 1)
De inwendige delen van het pistool zijn
versleten of vervuild.
1)
Het spuitapparaat naar een door Wagner geautoriseerde
klantenservice brengen.
F. De spuitkophouder lekt. 1)
De spuitkop is niet juist geassembleerd.
2) Een pakking is versleten.
1)
De spuitkophouder controleren en zonodig op de juiste wijze
assembleren.
2) De pakking vervangen.
G. Het spuitpistool spuit
niet.
1) De spuitkop of het pistoollter is verstopt.
2)
De spuitkop staat in de CLEAN-stand
(reiniging).
3)
De PRIME/SPRAY-schakelaar is niet in de
SPRAY-stand gezet.
1)
Het spuitkop- of pistoollter reinigen. Zie Verstopping in
de spuitkop verwijderen.
2) De spuitkop in de SPRAY-stand zetten.
3) De PRIME/SPRAY-schakelaar in de SPRAY-stand zetten.
H. Het spuitresultaat
vertoont schaduwen of
strepen.
1) Pistool, spuitkop of inlaatlter is verstopt.
2) De spuitkop is versleten.
3) De verf is te dik.
4) Drukverlies.
1) De lters reinigen en de verf zeven.
2) De spuitkop vervangen.
3) De verf verdunnen.
4) Zie Oorzaken en Oplossingen onder probleem C.
Storingen verhelpen
69
Control 150 M
NL
SPUITPISTOOL
SPUITAPPARAAT
Reserveonderdelenlijst / Accessoires
i
Bij gebruik van een ander spuitkop moet ook het passende lter gebruikt worden.
Spuitkop 311
Filter rood
Spuitkop 515
Filter wit
Nr. Ond.nr. Beschrijving Aantal
1 0517 200 Spuitafscherming 1
2* 0517 311 Spuitkop 311 (voor
dunvloeibare materialen)
1
3* 0517 515 Spuitkop 515 (voor
dikvloeibare materialen)
1
4* 0517 900 Houder en onderlegring 1
5* 2399 788 Complete pistoolset
(incl. pos. 1,7,8,9)
1
6 0418 711 Filter rood 2
7* 0418 713 Filter wit 2
8* 2337 235 Pakking 1
9 2337 245 Filterbehuizing 1
* Slijtdelen: vallen niet onder de garantie
8
9
4
1
2/3
6/7
5
1
2
3
4
5
Nr. Ond.nr. Beschrijving Aantal
1 2399 762 Reservoirdeksel 1
2 2399 767 Uitlaatventiel 1
3* 2399 777 Inlaatlter 1
4* 2399 783 Inlaatventiel 1
5 2398 073 Spuitslang, 7,5 m 1
* Slijtdelen: vallen niet onder de garantie
Accessoires (niet bij levering inbegrepen)
Nr. Ond.nr. Beschrijving Aantal
1 0517 700 Pistool verlenglans (30 cm) 1
2 2397 787 Draaikoppeling voor
spuitpistool
1
3 2319 722 Olie (118ml) 1
Reduziert die Abnutzung der
Kolbenstangen und Pumpendichtungen
Reduces wear on cylinders rods
and pump packings
Réduit I‘usure des cylindres, des
tiges et des bourrages de pompe
Verminderd slijttage aan de
cilinders, pomp en dichtingen
Disminuye el desgaste de los cilindro,
pistón y empaquetaduras de la bomba
Diminui o desgaste do cilindro, do
Zmniejsza zużycie cylindrów
i uszczelnień pompy
D
GB
F
PL
NL
E
P
1
3
2
70
Control 150 M
NL
3+1 jaar garantie
De garantie bedraagt 3 jaar, gerekend vanaf de dag van verkoop (kassabon).De garantie wordt met nog eens 12 maanden verlengd,
als het apparaat binnen 4 weken na de aankoop op internet op www.wagner-group.com/3plus1 geregistreerd wordt. Een registratie
is alleen mogelijk, als de koper toestemming verleent voor het opslaan van de gegevens die hij daar moet invoeren. De garantie
omvat en is beperkt tot het gratis verhelpen van eventuele gebreken, die aantoonbaar te wijten zijn aan het gebruik van niet
onberispelijk materiaal bij de fabricage of montagefouten of tot het kosteloos vervangen van de defecte onderdelen. De garantie
geldt niet in geval van beschadigingen te wijten aan ondeskundig gebruik of ondeskundige inbedrijfname. Degarantie vervalt
bij zelfstandig uitgevoerde montages of reparaties, die niet in onze bedieningshandleiding zijn vermeld. De aan normale slijtage
onderhevige onderdelen zijn eveneens uitgesloten van garantie. Industriële toepassingen zijn van aansprakelijkheid uitgesloten. Wij
behouden ons het recht op garantieclaim uitdrukkelijk voor. De garantie vervalt indien het apparaat door andere personen dan het
Wagner-personeel wordt geopend. Transportschade, onderhoudswerkzaam heden evenals schade en storingen door ondeskundige
onderhoudswerkzaamheden zijn uitgesloten van garantie. De garantie geldt alleen als het aankoopbewijs en de volledig ingevulde
garantiekaart kunnen worden voorgelegd. Tenzij de Wet anders oordeelt, zijn garantieclaims uitgesloten voor alle persoonlijke
ongelukken, materiële schade of verdere schade voortvloeiend uit een schadegeval, in het bijzonder indien het apparaat voor een
andere toepassing dan in de bedieningshandleiding beschreven werd gebruikt, niet volgens onze bedieningshandleiding in bedrijf
werd genomen of onderhouden, of indien reparaties zelfstandig door niet deskundigen werden uitgevoerd. Wij behouden ons
alle reparaties en reparaties in onze werkplaats voor, die buiten het aangegeven bestek van deze handleiding vallen.
Indien het een garantie of reparatie betreft, richt u zich tot de desbetreende dealer.
Aanwijzing voor afvalverwerking
Het toestel met toebehoren en verpakking moet milieuvriendelijk gerecycled worden. Deponeer het apparaat niet bij het
huisvuil. Bescherm het milieu en lever het apparaat in bij een lokaal inzamelpunt of informeer bij de winkel. Verfresten en
oplosmiddelen mogen niet in de riolering, het afvoersysteem of het huisvuil worden gestort. Deze dienen als speciaal afval
apart te worden afgevoerd. Neem daarvoor de aanwijzingen op de productverpakkingen in acht.
Belangrijke aanwijzing m.b.t. productaansprakelijkheid!
Op grond van een EU-verordening is de fabrikant alleen volledig aansprakelijk voor zijn product bij productfouten, als alle onderdelen
van de fabrikant komen of door de fabrikant zijn vrijgegeven en als de toestellen vakkundig gemonteerd en gebruikt worden. Bij het
gebruik van vreemde toebehoren en reserveonderdelen kan de aansprakelijkheid geheel of gedeeltelijk vervallen, als het gebruik
van de vreemde toebehoren of vreemde reserveonderdelen tot een productfout leidt.
EU-conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normen:
2006/42/EG, 2014/30/EU, 2011/65/EU, 2012/19/EU
En normatieve dokumenten:
EN 12100, EN 1953, EN 62841-1, EN 55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3, EN 62233
De EU-conformiteitsverklaring wordt met het product meegeleverd.
Indien nodig kan de verklaring met bestelnummer 2396006 worden nabesteld.
Irrtümer und Änderungen vorbehalten.
Not responsible for errors and changes.
Sous réserves d’erreurs et de modifications.
Fouten en wijzigingen voorbehouden.
J. WAGNER GMBH
Otto-Lilienthal-Str. 18
88677 Markdorf
T +49 0180 - 55 92 46 37
F +49 075 44 -5 05 11 69
WAGNER SPRAYTECH (UK) LTD
Innovation Centre
Silverstone Park
Silverstone
Northants NN12 8GX
T + 44 (0) 1327 368410
WAGNER FRANCE S.A.R.L.
12 Avenue des Tropiques
Z.A. de Courtaboeuf
91978 Les Ulis Cedex
T +33 0825 011 111
F +33 (0) 1 69 81 72 57
MAKIMPORT
HERRAMIENTAS, S.L.
C/ Méjico nº 6
Pol. El Descubrimiento
28806 Alcalá de Henares (Madrid)
T 902 199 021 / 91 879 72 00
F 91 883 19 59
ORKLA HOUSE CARE DANMARK A/S
Stationsvej 13
3550 Slangerup
Danmark
T +45 47 33 74 00
F +45 47 33 74 01
WAGNER SPRAYTECH
AUSTRALIA PTY. LTD.,
14 -16 Kevlar Close
Braeside, VIC 3195
T +61 3 95 87 - 20 00
F +61 3 95 80 - 91 20
J. WAGNER AG
Industriestraße 22
9450 Altstätten
T +41 71 - 7 57 22 11
F +41 71 - 7 57 23 23
HONDIMPEX KFT.
Kossuth L. u. 48-50
8060 Mór
T +36 (-22) - 407 321
F +36 (- 22) - 407 852
E-CORECO SK S.R.O.
Kráľovská ulica 8/7133
927 01 Šaľa
T +42 1948882850
F +42 1313700077
PUT WAGNER SERVICE
ul. E. Imieli 27
41-605 Swietochlowice
T +48/32/346 37 00
F +48/32/346 37 13
D
F
DK
S
CH
AUS
H
PL
GB
E
SK
P
ORKLA HOUSE CARE AB
Box 133
564 23 Bankeryd
Sweden
T +46(0)36 37 63 00
ROMIB S.R.L.
str. Poligonului nr. 5 - 7
100070 Ploiesti ,judet Prahova
T +40-344801240
F +40-344801239
ROM
ORKLA HOUSE CARE NORGE AS
Nedre Skøyen vei 26,
PO Box 423, Skøyen
0213 Oslo
T +47 22 54 40 19
NOR
E-CORECO S.R.O.
Na Roudné 102
301 00 Plzeň
T +42 734 792 823
F +42 227 077 364
CZ
Part. No. 2397514
08/2018_RS
© Copyright by J.Wagner GmbH
EL-ME-HO
Horvatinčićev put 2
HR-10436 Rakov Potok
T +385 (-1)65 86 - 028
F +385 (-1)65 86 - 028
HR
OOO МЕФФЕРТ ПОЛИЛЮКС
142407 Россия, Московская обл,
Ногинский р-н, территория
«Ногинск-Технопарк» д.14
T +7 495 221 6666
F +7 495 99 55 88 2
RUS
ROMIB S.R.L.
str. Poligonului nr. 5 - 7
100070 Ploiesti ,judet Prahova
T +40-344801240
F +40-344801239
ROM
TEHOMIX OY
Telekatu 10
20360 TURKU
T +385 (0) 2 2755 999
F +385 (0) 2 2755 995
SF
FHC SRL
Via Stazione 94,
26013 Crema (CR)
T 0373 204839
F 0373 204845
I
DELOS S.A.
Gonetsa area
Markopoulo Mesogaias 190 03
Attiki, Greece
P.O. BOX 293
T 22990 41056
F 22990 41059
GR
1/88