WALTHER PILOT PILOT TREND Handleiding

Categorie
Verfspuit
Type
Handleiding
6362
Inhoudsopgave
Explosietekening 2
EG-conformiteitsverklaring 63
Lijst met reserveonderdelen 64
1 Algemeen 67
1.1 Aanduiding van het model 67
1.2 Doelmatig gebruik 67
1.3 Ondoelmatig gebruik 68
2 Veiligheidsinstructies 68
2.1 Kenmerking van de veiligheidsinstructies 68
2.2 Algemene veiligheidsinstructies 68
3 Technische omschrijving 69
4 Toevoerleidingen aansluiten 70
5 In bedrijf stellen en bediening 70
6 Spuitbeeld wijzigen 71
6.1 Gebreken van een spuitbeeld verhelpen 72
7 Foutopsporing en -eliminering 72
8 Ombouw en reparatie 73
9 Reiniging 74
10 Afvalverwijdering 75
11 Technische gegevens 75
EG-conformiteitsverklaring
De fabrikant verklaart onder geheel eigen verantwoording dat het hierna beschreven
product aan de algemeen aanvaarde veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voldoet.
Bij een niet met ons besproken wijziging aan het hierna beschreven product of bij onei-
genlijk gebruik verliest deze verklaring haar geldigheid.
Fabrikant WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18 - 30
D - 42327 Wuppertal
Tel.: +49(0)202 / 787 - 0
Fax: +49(0)202 / 787 - 2217
www.walther-pilot.de • e-mail: [email protected]
Typekentekening Handspuitpistolen PILOT Trend
PILOT Trend beker met druppelaar V 10 601
PILOT Trend met Materiaalaansluiting V 10 602
PILOT Trend-MP beker met druppelaar V 10 611
PILOT Trend-MP met Materiaalaansluiting V 10 613
Doelmatig gebruik verwerking van verstuifbare stoffen
Toegepaste normen en richtlijnen
EG-richtlijnen voor machines 2006 / 42 / EC
94/9 EC (ATEX richtlijnen)
DIN EN ISO 12100-1
DIN EN ISO 12100-2 DIN EN 1953
EN 1127-1 DIN EN 13463-1
Specificatie overeenkomstig richtlijn 94 / 9 / EC
Categorie 2 Typenummer II 2 G c T 6
Tech.File,Ref.:
2413
Gemachtigd voor de samenstelling van de technische documentatie:
Nico Kowalski, WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Kärntner Str. 18 - 30
D- 42327 Wuppertal
NB:
Het product moet worden ingebouwd in een ander apparaat. De ingebruikname is niet
geoorloofd, totdat de conformiteit van het eindproduct met de richtlijn 2006 / 42 / EC is
vastgesteld.
Wuppertal, de 1 december 2014
Naam: Torsten Bröker
Positie: Manager Constructie en Ontwikkeling
Deze verklaring is geen garantie en kan derhalve niet worden gebruikt bij kwesties m.b.t. aanspra-
kelijkheid. Raadpleeg s.v.p. de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie.
ppa.
6564
Lijst met reserveonderdelen:
PILOT Trend
beker met druppelaar
PILOT Trend
Materiaalaansluiting
V 10 601 V 10 602
Pos. Benaming
Aantal
Artikelnummer
Aantal
Artikelnummer
1 Luchtkopmoer 1 V 01 101 03 000 1 V 01 101 03 000
2 luchtkop 1 V 10 600 40 . . 6* 1 V 10 600 40 . . 6*
3 Materiaalspuitkop 1 V 10 600 46 . . 3* 1 V 10 600 46 . . 3*
4 Pistoolichaam compl. 1 V 10 600 01 000 1 V 10 602 01 000
5 Naaldpakking 1 V 10 600 27 000 1 V 10 600 27 000
6 Naaldpakkingbus 1 V 10 600 12 100 1 V 10 600 12 100
7 Ronde /brede straal regeling 1 V 10 600 50 000 1 V 10 602 50 000
8 O-ring 1 V 10 600 17 100 1 V 10 600 17 100
9 Veeromkasting 1 V 10 600 07 100 1 V 10 600 07 100
10 O-ring 1 V 10 600 17 200 1 V 10 600 17 200
11 O-ring 1 V 10 600 17 500 1 V 10 600 17 500
12 Kleppakkingbus 1 V 10 600 14 100 1 V 10 600 14 100
13 Klepsteel 1 V 10 600 15 103 1 V 10 600 15 103
14 Klepkegel 1 V 10 600 08 100 1 V 10 600 08 100
15 Klepveer 1 V 10 600 18 100 1 V 10 600 18 100
16 Materiaalnaald compl. 1 V 10 600 34 . . 3* 1 V 10 602 34 . . 3*
17 Naaldveer 1 V 10 600 26 100 1 V 10 600 26 100
18 Veerbus 1 V 10 600 10 100 1 V 10 600 10 100
19 Hendelschachtschroef 1 V 10 600 20 100 1 V 10 600 20 100
20 Trekker 1 V 10 600 16 100 1 V 10 600 16 100
21 Hendelschroef 1 V 10 600 20 200 1 V 10 600 20 200
22 Luchtstroomdebiet regeling 1 V 10 600 51 000 1 V 10 600 51 000
23 Dubbele nippel 1 V 10 600 21 100 1 V 10 600 21 100
24 Slang aansluiting 1 V 00 101 02 000 2 V 00 101 02 000
25 Dopmoer 1 V 00 101 03 000 2 V 00 101 03 000
26 Beker met druppelaar 1 V 00 130 00 072
27 Dubbele nippel 1 V 00 101 01 003
Lijst met reserveonderdelen:
PILOT Trend-MP
beker met druppelaar
PILOT Trend-MP
Materiaalaansluiting
V 10 611 V 10 613
Pos. Benaming
Aantal
Artikelnummer
Aantal
Artikelnummer
1 Luchtkopmoer 1 V 01 101 03 000 1 V 01 101 03 000
2 luchtkop 1 V 10 600 41 . . 8* 1 V 10 600 41 . . 8*
3 Materiaalspuitkop 1 V 10 600 46 . . 3* 1 V 10 600 46 . . 3*
4 Pistoolichaam compl. 1 V 10 601 01 000 1 V 10 613 01 000
5 Naaldpakking 1 V 10 600 27 000 1 V 10 600 27 000
6 Naaldpakkingbus 1 V 10 600 12 100 1 V 10 600 12 100
7 Ronde /brede straal regeling 1 V 10 600 50 000 1 V 10 602 50 000
8 O-ring 1 V 10 600 17 100 1 V 10 600 17 100
9 Veeromkasting 1 V 10 600 07 100 1 V 10 600 07 100
10 O-ring 1 V 10 600 17 200 1 V 10 600 17 200
11 O-ring 1 V 10 600 17 500 1 V 10 600 17 500
12 Kleppakkingbus 1 V 10 600 14 100 1 V 10 600 14 100
13 Klepsteel 1 V 10 600 15 103 1 V 10 600 15 103
14 Klepkegel 1 V 10 600 08 100 1 V 10 600 08 100
15 Klepveer 1 V 10 600 18 100 1 V 10 600 18 100
16 Materiaalnaald compl. 1 V 10 600 34 . . 3* 1 V 10 602 34 . . 3*
17 Naaldveer 1 V 10 600 26 100 1 V 10 600 26 100
18 Veerbus 1 V 10 600 10 100 1 V 10 600 10 100
19 Hendelschachtschroef 1 V 10 600 20 100 1 V 10 600 20 100
20 Trekker 1 V 10 600 16 100 1 V 10 600 16 100
21 Hendelschroef 1 V 10 600 20 200 1 V 10 600 20 200
22 Luchtstroomdebiet regeling 1 V 10 600 51 000 1 V 10 600 51 000
23 Dubbele nippel 1 V 10 600 21 100 1 V 10 600 21 100
24 Slang aansluiting 1 V 00 101 02 000 2 V 00 101 02 000
25 Dopmoer 1 V 00 101 03 000 2 V 00 101 03 000
26 Beker met druppelaar 1 V 00 130 00 072
27 Dubbele nippel 1 V 00 101 01 003
6766
Reparatiesets
WALTHER houdt voor de handspuitpistolen PILOT Trend en -MP reparatiesets ge-
reed, die alle slijtagedelen bevatten. Deze delen zijn in de onderdelenlijsten geken-
merkt door vette druk.
Artikelnummer
PILOT TREND
beker met druppelaar
Standaardversie V 16 060 03 ..3*
PILOT TREND
Materiaalaansluiting
Standaardversie V 16 062 03 ..3*
PILOT TREND-MP
beker met druppelaar
Middeldrukversie V 16 061 04 ..3*
PILOT TREND-MP
Materiaalaansluiting
Middeldrukversie V 16 063 04 ..3*
Spuitkopuitvoering naar keuze: 0,5 0,8 1,0 1,2 1,5 1,8 2,0 2,5 mm ø
Sproeiersegment
De sproeiersegmenten bestaan uit luchtkop, materiaalspuitkop en materiaalnaald.
Artikelnummer
PILOT TREND beker met druppelaar V 15 060 03 ..3*
PILOT TREND Materiaalaansluiting V 15 062 03 ..3*
PILOT TREND-MP beker met druppelaar V 15 061 04 ..3*
PILOT TREND-MP Materiaalaansluiting V 15 063 04 ..3*
Spuitkopuitvoering naar keuze: 0,5 0,8 1,0 1,2 1,5 1,8 2,0 2,5 mm ø
* Bij bestelling van reserveonderdelen desbetreffende grootte aangeven s.v.p..
Wij adviseren alle vetgedrukte reserveonderdelen (aan slijtage onderhevige onderde-
len) in het magazijn te hebben.
1 Algemeen
1.1 Aanduiding van het model
Model: Handspuitpistool PILOT Trend
Type: PILOT Trend beker met druppelaar V 10 601
PILOT Trend Materiaalaansluiting V 10 602
PILOT Trend-MP beker met druppelaar V 10 611
PILOT Trend-MP Materiaalaansluiting V 10 613
Fabrikant: WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18-30
D-42327 Wuppertal
Tel.: +202 / 787-0
Fax: +202 / 787-2217
www.walther-pilot.de • Email: [email protected]
1.2 Doelmatig gebruik
De handspuitpistolen PILOT Trend en -MP dienen uitsluitend voor de verwerking van
spuitbare middelen, zoals b.v.:
Lakken en verven
Vetten, oliën en corrosiewerende middelen
Keramiekglazuren
Agressieve materialen kunnen niet verwerkt worden.
Als de materialen die u wilt verspuiten, hier niet genoemd staan, wend u dan tot
WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal. De spuitbare materialen
mogen uitsluitend op werkstukken resp. objecten worden opgebracht.
De temperatuur van het spuitmateriaal mag in principe niet boven 43° C komen. Het
doelmatig gebruik houdt ook in dat alle instructies en gegevens uit de huidige bedie-
ningshandleiding gelezen, begrepen en in acht genomen worden.
Het apparaat voldoet aan de eisen bescherming tegen explosie, richtlijn 94 / 9 EG
(ATEX) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, categorie apparaat en
temperatuurklasse.Bij gebruik van het apparaat is het noodzakelijk dat de in de
gebruiksaanwijzing omschreven bepalingen worden aangehouden.
De voorgeschreven inspectie- en ondehoudsintervallen moeten worden waargeno-
men. De gegevens op het typeplaatje resp. de informatie in het hoofdstuk Technische
Gegevens moeten worden aangehouden en mogen niet worden overschreden. Er
mag absoluut geen overbelasting van het apparaat ontstaan.
Het apparaat mag in toepassingsgebieden met gevaar voor explosie alleen worden
ingezet met toestemming van de verantwoordelijke overheidsinstantie.
Het is aan de verantwoordelijke overheidsinstantie resp. de exploitant de mate
van explosiegevaar vast te stellen (indeling in zones).
6968
Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische gege-
vens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voorschriften
overeenstemmen.
In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van het apparaat een gevaar voor
personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploitant passende veiligheidsmaatre-
gelen te nemen.
Als er bij gebruik onzekerheid ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de
exploitant niet naar believen functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden
stopgezet en moet met contact worden opgenomen met WALTHER Spritz- und
Lackiersysteme.
Aarding/potentiaalnormalisatie
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende
wordt geaard. (Maximale weerstand: 10
6
Ω).
1.3 Ondoelmatig gebruik
Het spuitpistool mag niet anders worden gebruikt dan omschreven staat in de
paragraaf 1.2 Doelmatig gebruik. Ledere andere toepassing is ondoelmatig. Tot
ondoelmatig gebruik horen b.v.:
het verspuiten van materialen op personen en dieren.
het verspuiten van vloeibare stikstof.
2 Veiligheidsinstructies
2.1 Kenmerking van de veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het pictogram en de urgentiegraad "Waarschuwing" kenmerken een mogelijk
gevaar voor personen.
Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen.
Opgelet
Het pictogram en de urgentiegraad "Opgelet" kenmerken een mogelijk gevaar voor
materiële waarden.
Mogelijke gevolgen: beschadiging van zaken.
Aanwijzing
Het pictogram en de urgentiegraad "Aanwijzing" kenmerken aanvullende informatie
voor het veilige en efficiënte werken met het spuitpistool.
2.2 Algemene veiligheidsinstructies
De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veiligheids-
technische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen in acht te
worden genomen.
Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het werk is
vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het verspuiten van licht ontvlam-
bare materialen (b.v. lakken, reinigingsmiddelen enz.) bestaat een verhoogd
gezondheids-, explosie- en brandrisico.
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende wordt
geaard. (Maximale weerstand: 10
6
Ω).
Maak vóór ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuit-
pistool vrij van druk – letselrisico.
Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor
de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico.
Richt het spuitpistool niet op personen en dieren – letselrisico.
Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmateriaal
en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen kunnen schade
aan de gezondheid veroorzaken.
De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied en
het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschreven
ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het spuitpi-
stool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor uw
gezondheid.
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het spuitpi-
stool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 83 dB (A).
Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhoudswerk-
zaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend voor
deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen.
Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin
gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327
Wuppertal.
3 Technische omschrijving
PILOT Trend: Spuitpistool voor conventionele verneveling.
Uitvoering: • met beker met druppelaar
• met Materiaalaansluiting
PILOT Trend-MP: Spuitpistool voor middeldruk uitvoeringen
Uitvoering: • met beker met druppelaar
• met Materiaalaansluiting
Bij een toevoerdruk van 3,0 tot 3,3 bar bedraagt de spuitdruk 1,2 tot 1,4 bar.
Het doorstroomvolume van het materiaal is afhankelijk van de diameter van de spuit-
kop en de instelling van de materiaaldruk op het drukvat of de drukregelaar van het
materiaal. Bovendien kan het materiaalvolume worden geregeld door de stelschroef
(pos. 18) naar binnen of naar buiten te draaien.
Voor andere instelmogelijkheden zie 6. “Spuitbeeld wijzigen.”
7170
4 Toevoerleidingen aansluiten
Waarschuwing
Luchtslangen die worden bevestigd met een slangdoorvoertulle, moeten extra met
een slangklem geborgd zijn.
5 In bedrijf stellen en bediening
Voordat u het spuitpistool in bedrijf stelt, moet aan de volgende voorwaard zijn
voldaan:
De materiaaldruk mag niet hoger zijn ingesteld dan 8 bar. De luchtdruk mag niet
hoger zijn dan 8 bar.
1. Stel het spuitpistool in bedrijf om een spuitbeeldtest te maken. Het spuitbeeld
kan worden uitgevoerd op een testwerkstuk, plaat, karton of papier.
2. Wijzig zo nodig de instellingen op het spuitpistool.
Luchtaansluiting
Materiaal-
aansluiting
Let bij de bediening van het spuitpistool vooral op de onderstaandfe veilig-
heidsinstructies!
Draag de voorgeschreven ademhalingsbescherming en werkkleding, als u met
het spuitpistool materialen verspuit. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar
voor uw gezondheid.
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het
spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 83 dB (A).
Tijdens het werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het
verspuiten van licht ontvlambare materialen (b.v. lakken) bestaat een verhoogd
gezondheids-, explosie- en brandrisico.
Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen
voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico.
Het spuitpistool moet na affloop van het werk altijd drukvrij worden gemaakt. De
onder druk staande leidingen kunnen springen en door het uitstromende
materiaal in de buurt staande personen verwonden.
6 Spuitbeeld wijzigen
U kunt bij de PILOT Trend het spuitbeeld wijzigen door de volgende instellingen.
Materiaaldruk regelen:
Materiaalaansluiting:
De materiaaldruk kunt u alleen regelen aan de pomp of aan het drukvat. Neem
daarbij de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant in acht.
Brede resp ronde straal instellen
De regelschroef dient voor de regeling van de
breedte van de spuitstraal. De spuitstraal wordt een
brede straal door te draaien naar links (naar buiten
schroeven), en een ronde straal door te draaien naar
rechts (naar binnen schroeven).
Materiaaldoorstroomvolume instellen
Het materiaalvolume kan worden geregeld door de
stelschroef naar binnen of naar buiten te draaien.
Door draaien naar links (naar buiten schroeven)
wordt het materiaalvolume vergroot, door draaien
naar rechts (naar binnen schroeven) verkleind.
Luchtvolume van de veratuiver istellen
Het luchtvolume van de verstuiver kan worden
geregeld door de stelknop naar binnen of naar
buiten te draaien. De luchtdruk van de versuiver
wordt ingesteld op de persluchtreduceerklep van de
compressorinstallatie. Let op de aanwijzingen en
veiligheidsinstructies van de fabrikant.
Uitvoering: Beker met druppelaar
1. Bevestig de persluchtslang op de luchtleiding
(gereinigde perslucht) en op de luchtaansluiting
van het spuitpistool.
2. Vul de beker met druppelaar met gezeefd materi-
aal. Sluit de beker met druppelaar.
3. Schakel de perasluchttoevoer in.
Het pistool is nu bedrijfsgereed.
Uitvoering: Materiaalaansluiting
1. Bevestig de drukslang aan de luchtleiding (gezui-
verde perslucht) resp. een luchtreiniger en aan de
luchtaansluiting (pos. 24) van het spuitpistool.
2. Bevestig de materiaaltoevoerslang aan het mate-
riaaldrukvat resp. de materiaaldrukregelaar van
een pompinstallatie en aan de materiaalaanslui-
ting (pos. 27) van het spuitpistool.
3. Doe materiaal in het materiaaldrukvat en sluit het
deksel af.
4. Stel aan de persluchtreduceerklep de gewenste
materiaaldruk in; bij materiaaltoevoer via pomp-
systemen wordt de materiaaldruk ingesteld met
een instelsleutel aan de materiaaldrukregelaar.
5. Open de materiaalkraan aan het drukvat.
6. Om de lucht in de materiaalslang te laten ont-
snappen haalt u de trekker zo lang over, tot er
een gelijkmatige materiaalstraal uit de sproeier
komt; nu kan het pistool weer gesloten worden.
Het pistool is nu operationeel.
Luchtaansluiting
7372
6.1 Gebreken van een spuitbeeld verhelpen
Spuitprofieltes Afwijking Benodigde instelling
Spuitbeeld is in het mid-
den te dik.
Bredere spuitstraalvorm instel-
len
Spuitbeeld is aan de
uiteinden te dik
Rondere spuitstraalvorm instel-
len
Spuitbeeld is tamelijk
grof qua druppels
• Verstuiverluchtdruk verhogen
Materiaallaag is in het
midden van het spuit-
beeld zeer dun
• Verstuiverluchtdruk verlagen
Spuitbeeld is in het mid-
den gespleten
• Spuitkopdiameter vergroten
• Verstuiverluchtdruk verlagen
• Materiaaldruk vergroten
Spuitbeeld is zeer
balachtig
• Materiaaldruk verkleinen
• Verstuiverluchtdruk vergroten
7 Foutopsporing en -eliminering
Waarschuwing
Waarschuwing Onderbreek iedere keer voordat u ombouwt, de luchttoevoer naar het
spuitpistool - gevaar voor verwondingen.
Fout Oorzaak Oplossing
Pistool druppelt
Materiaalnaald of – spuitkop vervuild
of beschadigd
Veerbus (pos. 18) te ver naar achte-
ren gedraaid
Onderdeel reinigen resp.
vervangen
Iets naar binnen schroe-
ven (naar rechts draaien)
Stootsgewijze of
flutterende spuitstraal
te weinig materiaal in het materiaalvat
Beker staat te schuin tijdens het
spuitproces
Materiaalspuitkop los of beschadigd
• Materiaal bijvullen
• rechter houden
• vastdraaien, evtl. vervan-
gen
Pistool blaast in
ruststand
Klepveer (pos. 15) of klepkegel
(pos. 14) beschadigd
• vervangen
nagestreefd spuitresultaat
8 Ombouw en reparatie
Als u het spuitbeeld op een andere manier wenst te wijzigen dan met de hier reeds
vermelde mogelijkheden, moet het spuitpistool worden omgebouwd. De bij het spuit-
materiaal passende luchtkop- / materiaalspuitkop- / naaldcombinatie vormt een op
elkaar afgestemde eenheid -het spuitkopinzetstuk. Vervang altijd het volledige
spuitkopinzetstuk, zodat de gewenste spuitkwaliteit behouden blijft.
Waarschuwing
Waarschuwing Onderbreek iedere keer voordat u ombouwt, de luchttoevoer naar het
spuitpistool - gevaar voor verwondingen.
Aanwijzing
Instructie Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de
explosietekening aan het einde van deze bedieningshandleiding.
Vervangen van materiaalspuitkop en luchtkop
1. Schroef de luchtkopmoer (pos. 1) eraf.
2. Demonteer de luchtkop (pos. 2).
3. Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 12 uit het pistoollichaam
(pos. 4).
Tijdens de montage van de materiaalnozzle, mag er geen spanning op de naald
staan. De montage van het nieuwe spuitkopinzetstuk en van de overige componen-
ten gebeurt in omgekeerde volgorde.
Materiaalnaald vervangen
1. Schroef de veerbus (pos. 18) eraf.
2. Neem de naaldveer (pos. 17) eraf.
3. Trek de materiaalnaald (pos. 16) uit het pistoollichaam (pos. 4).
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
De naaldinstelmaat bedraagt 53 mm (beker met druppelaar) en 72,5 mm
(Materiaalaansluiting) vanaf de punt van de naald tot en met de meenemerbus.
Lekkende naaldpakking vervangen
1. Verwijder de materiaalnaald zoals omschreven boven.
2. Schroef de naaldpakkingbus (pos. 6) uit het pistoollichaam.
3. Schroef de hendelschachtschroef.
4. Verwijder de naaldpakking (pos. 5).
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Aanwijzing
De uit het voorzetstuk van het pistool gehaalde naaldpakking mag nooit meer worden
gebruikt, omdat anders niet gegarandeerd is dat de pakking veilig afdicht.
Aanwijzing
Alle bewegende en glijdende componenten (behalve materiaalnaalden) moeten vóór
de montage in het pistoollichaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet.
7574
9 Reiniging
Opgelet
Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddel of een ander reinigingsmiddel. De foutloze
werking van het spuitpistool kan anders niet gegarandeerd worden. Gebruik voor de
reiniging geen harde of spitse voorwerpen. Voor schade als gevolg van ondeskun-
dige reiniging aanvaardt WALTHER, Wuppertal, geen garantie.
U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren.
1. Vul het gereinigde beker met druppelaar met een bij het gespoten materiaal
passend reinigingsmiddel.
2. Stel het spuitpistool in bedrijf.
3. Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmid-
del uitspuit.
De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt
gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen
die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de
volgende bestanddelen niet inzitten:
Gehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v. 1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride
enz.)
Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen
Geregenereerde oplosmiddelen (zgn. reinigingsverdunningen)
Ontlakkingmiddelen.
De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalvaniseerde componenten
chemische reacties en leiden tot corrosieschade.
Reinig het spuitpistool
iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging
minimaal een maal per week
afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per
week
Uitvoerige reiniging
1. Haal het pistool uit elkaar
2. Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigingsmid-
del.
3. Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met een doek en het
reinigingsmiddel.
4. Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm:
Naaldveren
alle glijdende onderdelen en lagerpunten.
De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden
ingevet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik
hiervoor een zuurvrij, niet harsend vet en een kwast. Vervolgens wordt het spuitpi-
stool in de omgekeerde volgorde weer in elkaar gezet.
10 Afvalverwijdering
De spuitmiddelen en de materialen die ontstaan bij de reiniging en het onderhoud
dienen in overeenstemming met de wetten en voorschriften deskundig en vakkundig
te worden verwijderd.
Waarschuwing
Let op de instructies van de fabrikant van het spuit- en reinigingsmiddel. De gezond-
heid van mens en dier wordt in gevaar gebracht door achteloos verwijderd materiaal.
11 Technische gegevens
PILOT Trend
Netto-gewicht:
beker met druppelaar 438 g
Materiaalaansluiting 542 g
Drukbereiken:
max. ingangsluchtdruk 8 bar
Luchtkop 6-gats-luchtkop Spuitkopuitvoering naar keuze:
0,5 • 0,8 1,0 1,2 1,5 • 1,8 2,0 2,5 mm ø
max. bedrijfstemperatuur 43 °C Nivel de ruido
(medido a una distancia
de 1 m de la pistola) 83 dB (A)
PILOT Trend-MP
Netto-gewicht
beker met druppelaar 438 g
Materiaalaansluiting 542 g
Drukbereiken:
max. ingangsluchtdruk 3,3 bar
max.spuitdruk 1,4 bar
Luchtkop 8-gats-luchtkop Spuitkopuitvoering naar keuze:
0,5 • 0,8 1,0 1,2 1,5 • 1,8 2,0 2,5 mm ø
max. bedrijfstemperatuur 43 °C
Nivel de ruido
(medido a una distancia
de 1 m de la pistola) 79 dB (A)
Luchtverbruik:
Verstuivingsluchtdruk Ronde straal
in l/min.
Chorro largo
in l/min.
1 bar 75 105
2 bar 120 170
3 bar 165 240
4 bar 215 310
5 bar 265 380
6 bar 310 450
Type MP: Bij een toevoerdruk van 3,3 bar bedraagt de luchtverbruik 270 l/min.
Technische wijzigingen voorbehouden.

Documenttranscriptie

EG-conformiteitsverklaring De fabrikant verklaart onder geheel eigen verantwoording dat het hierna beschreven product aan de algemeen aanvaarde veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voldoet. Bij een niet met ons besproken wijziging aan het hierna beschreven product of bij oneigenlijk gebruik verliest deze verklaring haar geldigheid. Inhoudsopgave Explosietekening EG-conformiteitsverklaring Lijst met reserveonderdelen 2 63 64 1 1.1 1.2 1.3 Algemeen Aanduiding van het model Doelmatig gebruik Ondoelmatig gebruik 67 67 67 68 2 2.1 2.2 Veiligheidsinstructies Kenmerking van de veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies 68 68 68 3 Technische omschrijving 69 4 Toevoerleidingen aansluiten 70 5 In bedrijf stellen en bediening 70 6 6.1 Spuitbeeld wijzigen Gebreken van een spuitbeeld verhelpen 71 72 7 Foutopsporing en -eliminering 72 8 Ombouw en reparatie 73 9 Reiniging 74 10 Afvalverwijdering 75 11 Technische gegevens 75 Fabrikant WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Str. 18 - 30 D - 42327 Wuppertal Tel.: +49(0)202 / 787 - 0 Fax: +49(0)202 / 787 - 2217 www.walther-pilot.de • e-mail: [email protected] Typekentekening Handspuitpistolen PILOT Trend PILOT Trend PILOT Trend Doelmatig gebruik beker met druppelaar met Materiaalaansluiting V 10 601 V 10 602 PILOT Trend-MP beker met druppelaar PILOT Trend-MP met Materiaalaansluiting V 10 611 V 10 613 verwerking van verstuifbare stoffen Toegepaste normen en richtlijnen EG-richtlijnen voor machines 2006 / 42 / EC 94/9 EC (ATEX richtlijnen) DIN EN ISO 12100-1 DIN EN ISO 12100-2 DIN EN 1953 EN 1127-1 DIN EN 13463-1 Specificatie overeenkomstig richtlijn 94 / 9 / EC Categorie 2 Typenummer II 2 G c T 6 Tech.File,Ref.: 2413 Gemachtigd voor de samenstelling van de technische documentatie: Nico Kowalski, WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Kärntner Str. 18 - 30 D- 42327 Wuppertal NB: Het product moet worden ingebouwd in een ander apparaat. De ingebruikname is niet geoorloofd, totdat de conformiteit van het eindproduct met de richtlijn 2006 / 42 / EC is vastgesteld. Wuppertal, de 1 december 2014 ppa. Naam: Torsten Bröker Positie: Manager Constructie en Ontwikkeling Deze verklaring is geen garantie en kan derhalve niet worden gebruikt bij kwesties m.b.t. aansprakelijkheid. Raadpleeg s.v.p. de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie. 62 63 Lijst met reserveonderdelen: Lijst met reserveonderdelen: PILOT Trend PILOT Trend PILOT Trend-MP PILOT Trend-MP V 10 601 V 10 602 V 10 611 V 10 613 beker met druppelaar Pos. Benaming 1 Materiaalaansluiting beker met druppelaar Aantal Artikelnummer Aantal Artikelnummer Pos. Benaming Luchtkopmoer 1 V 01 101 03 000 1 V 01 101 03 000 1 2 luchtkop 1 V 10 600 40 . . 6* 1 V 10 600 40 . . 6* 3 Materiaalspuitkop 1 V 10 600 46 . . 3* 1 4 Pistoolichaam compl. 1 V 10 600 01 000 5 Naaldpakking 1 V 10 600 27 000 6 Naaldpakkingbus 1 7 Ronde /brede straal regeling 8 Materiaalaansluiting Aantal Artikelnummer Aantal Artikelnummer Luchtkopmoer 1 V 01 101 03 000 1 V 01 101 03 000 2 luchtkop 1 V 10 600 41 . . 8* 1 V 10 600 41 . . 8* V 10 600 46 . . 3* 3 Materiaalspuitkop 1 V 10 600 46 . . 3* 1 V 10 600 46 . . 3* 1 V 10 602 01 000 4 Pistoolichaam compl. 1 V 10 601 01 000 1 V 10 613 01 000 1 V 10 600 27 000 5 Naaldpakking 1 V 10 600 27 000 1 V 10 600 27 000 V 10 600 12 100 1 V 10 600 12 100 6 Naaldpakkingbus 1 V 10 600 12 100 1 V 10 600 12 100 1 V 10 600 50 000 1 V 10 602 50 000 7 Ronde /brede straal regeling 1 V 10 600 50 000 1 V 10 602 50 000 O-ring 1 V 10 600 17 100 1 V 10 600 17 100 8 O-ring 1 V 10 600 17 100 1 V 10 600 17 100 9 Veeromkasting 1 V 10 600 07 100 1 V 10 600 07 100 9 Veeromkasting 1 V 10 600 07 100 1 V 10 600 07 100 10 O-ring 1 V 10 600 17 200 1 V 10 600 17 200 10 O-ring 1 V 10 600 17 200 1 V 10 600 17 200 11 O-ring 1 V 10 600 17 500 1 V 10 600 17 500 11 O-ring 1 V 10 600 17 500 1 V 10 600 17 500 12 Kleppakkingbus 1 V 10 600 14 100 1 V 10 600 14 100 12 Kleppakkingbus 1 V 10 600 14 100 1 V 10 600 14 100 13 Klepsteel 1 V 10 600 15 103 1 V 10 600 15 103 13 Klepsteel 1 V 10 600 15 103 1 V 10 600 15 103 14 Klepkegel 1 V 10 600 08 100 1 V 10 600 08 100 14 Klepkegel 1 V 10 600 08 100 1 V 10 600 08 100 15 Klepveer 1 V 10 600 18 100 1 V 10 600 18 100 15 Klepveer 1 V 10 600 18 100 1 V 10 600 18 100 16 Materiaalnaald compl. 1 V 10 600 34 . . 3* 1 V 10 602 34 . . 3* 16 Materiaalnaald compl. 1 V 10 600 34 . . 3* 1 V 10 602 34 . . 3* 17 Naaldveer 1 V 10 600 26 100 1 V 10 600 26 100 17 Naaldveer 1 V 10 600 26 100 1 V 10 600 26 100 18 Veerbus 1 V 10 600 10 100 1 V 10 600 10 100 18 Veerbus 1 V 10 600 10 100 1 V 10 600 10 100 19 Hendelschachtschroef 1 V 10 600 20 100 1 V 10 600 20 100 19 Hendelschachtschroef 1 V 10 600 20 100 1 V 10 600 20 100 20 Trekker 1 V 10 600 16 100 1 V 10 600 16 100 20 Trekker 1 V 10 600 16 100 1 V 10 600 16 100 21 Hendelschroef 1 V 10 600 20 200 1 V 10 600 20 200 21 Hendelschroef 1 V 10 600 20 200 1 V 10 600 20 200 22 Luchtstroomdebiet regeling 1 V 10 600 51 000 1 V 10 600 51 000 22 Luchtstroomdebiet regeling 1 V 10 600 51 000 1 V 10 600 51 000 23 Dubbele nippel 1 V 10 600 21 100 1 V 10 600 21 100 23 Dubbele nippel 1 V 10 600 21 100 1 V 10 600 21 100 24 Slang aansluiting 1 V 00 101 02 000 2 V 00 101 02 000 24 Slang aansluiting 1 V 00 101 02 000 2 V 00 101 02 000 25 Dopmoer 1 V 00 101 03 000 2 V 00 101 03 000 25 Dopmoer 1 V 00 101 03 000 2 V 00 101 03 000 26 Beker met druppelaar 1 V 00 130 00 072 26 Beker met druppelaar 1 V 00 130 00 072 27 Dubbele nippel 27 Dubbele nippel 1 V 00 101 01 003 1 64 V 00 101 01 003 65 Reparatiesets WALTHER houdt voor de handspuitpistolen PILOT Trend en -MP reparatiesets gereed, die alle slijtagedelen bevatten. Deze delen zijn in de onderdelenlijsten gekenmerkt door vette druk. Artikelnummer PILOT TREND beker met druppelaar Standaardversie V 16 060 03 ..3* PILOT TREND Materiaalaansluiting Standaardversie V 16 062 03 ..3* PILOT TREND-MP beker met druppelaar Middeldrukversie V 16 061 04 ..3* PILOT TREND-MP Materiaalaansluiting Middeldrukversie V 16 063 04 ..3* 1 1.1 Model: Algemeen Aanduiding van het model Handspuitpistool PILOT Trend Type: PILOT Trend beker met druppelaar V 10 601 PILOT Trend Materiaalaansluiting V 10 602 PILOT Trend-MP beker met druppelaar V 10 611 PILOT Trend-MP Materiaalaansluiting V 10 613 Fabrikant: WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Str. 18-30 D-42327 Wuppertal Tel.: +202 / 787-0 Fax: +202 / 787-2217 www.walther-pilot.de • Email: [email protected] Spuitkopuitvoering naar keuze: ▪ 0,5 ▪ 0,8 ▪ 1,0 ▪ 1,2 ▪ 1,5 ▪ 1,8 ▪ 2,0 ▪ 2,5 mm ø 1.2 Sproeiersegment De sproeiersegmenten bestaan uit luchtkop, materiaalspuitkop en materiaalnaald. Artikelnummer PILOT TREND beker met druppelaar V 15 060 03 ..3* PILOT TREND Materiaalaansluiting V 15 062 03 ..3* PILOT TREND-MP beker met druppelaar V 15 061 04 ..3* PILOT TREND-MP Materiaalaansluiting V 15 063 04 ..3* Spuitkopuitvoering naar keuze: ▪ 0,5 ▪ 0,8 ▪ 1,0 ▪ 1,2 ▪ 1,5 ▪ 1,8 ▪ 2,0 ▪ 2,5 mm ø * Bij bestelling van reserveonderdelen desbetreffende grootte aangeven s.v.p.. Wij adviseren alle vetgedrukte reserveonderdelen (aan slijtage onderhevige onderdelen) in het magazijn te hebben. Doelmatig gebruik De handspuitpistolen PILOT Trend en -MP dienen uitsluitend voor de verwerking van spuitbare middelen, zoals b.v.: • Lakken en verven • Vetten, oliën en corrosiewerende middelen • Keramiekglazuren Agressieve materialen kunnen niet verwerkt worden. Als de materialen die u wilt verspuiten, hier niet genoemd staan, wend u dan tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal. De spuitbare materialen mogen uitsluitend op werkstukken resp. objecten worden opgebracht. De temperatuur van het spuitmateriaal mag in principe niet boven 43° C komen. Het doelmatig gebruik houdt ook in dat alle instructies en gegevens uit de huidige bedieningshandleiding gelezen, begrepen en in acht genomen worden. Het apparaat voldoet aan de eisen bescherming tegen explosie, richtlijn 94 / 9 EG (ATEX) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, categorie apparaat en temperatuurklasse.Bij gebruik van het apparaat is het noodzakelijk dat de in de gebruiksaanwijzing omschreven bepalingen worden aangehouden. De voorgeschreven inspectie- en ondehoudsintervallen moeten worden waargenomen. De gegevens op het typeplaatje resp. de informatie in het hoofdstuk Technische Gegevens moeten worden aangehouden en mogen niet worden overschreden. Er mag absoluut geen overbelasting van het apparaat ontstaan. Het apparaat mag in toepassingsgebieden met gevaar voor explosie alleen worden ingezet met toestemming van de verantwoordelijke overheidsinstantie. Het is aan de verantwoordelijke overheidsinstantie resp. de exploitant de mate van explosiegevaar vast te stellen (indeling in zones). 66 67 Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische gegevens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voorschriften overeenstemmen. In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van het apparaat een gevaar voor personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploitant passende veiligheidsmaatregelen te nemen. Als er bij gebruik onzekerheid ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de exploitant niet naar believen functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden stopgezet en moet met contact worden opgenomen met WALTHER Spritz- und Lackiersysteme. Aarding/potentiaalnormalisatie Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende wordt geaard. (Maximale weerstand: 106 Ω). 1.3 Ondoelmatig gebruik Het spuitpistool mag niet anders worden gebruikt dan omschreven staat in de paragraaf 1.2 Doelmatig gebruik. Ledere andere toepassing is ondoelmatig. Tot ondoelmatig gebruik horen b.v.: • het verspuiten van materialen op personen en dieren. • het verspuiten van vloeibare stikstof. 2 2.1 Veiligheidsinstructies Kenmerking van de veiligheidsinstructies Waarschuwing Het pictogram en de urgentiegraad "Waarschuwing" kenmerken een mogelijk gevaar voor personen. Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen. Opgelet Het pictogram en de urgentiegraad "Opgelet" kenmerken een mogelijk gevaar voor materiële waarden. Mogelijke gevolgen: beschadiging van zaken. Aanwijzing Het pictogram en de urgentiegraad "Aanwijzing" kenmerken aanvullende informatie voor het veilige en efficiënte werken met het spuitpistool. 2.2 Algemene veiligheidsinstructies De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veiligheidstechnische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen in acht te worden genomen. Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het verspuiten van licht ontvlambare materialen (b.v. lakken, reinigingsmiddelen enz.) bestaat een verhoogd 68 gezondheids-, explosie- en brandrisico. Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende wordt geaard. (Maximale weerstand: 106 Ω). Maak vóór ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool vrij van druk – letselrisico. Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico. Richt het spuitpistool niet op personen en dieren – letselrisico. Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmateriaal en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken. De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied en het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschreven ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het spuitpistool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor uw gezondheid. Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 83 dB (A). Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhoudswerkzaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend voor deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen. Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327 Wuppertal. 3 Technische omschrijving PILOT Trend: Uitvoering: Spuitpistool voor conventionele verneveling. • met beker met druppelaar • met Materiaalaansluiting PILOT Trend-MP: Spuitpistool voor middeldruk uitvoeringen Uitvoering: • met beker met druppelaar • met Materiaalaansluiting Bij een toevoerdruk van 3,0 tot 3,3 bar bedraagt de spuitdruk 1,2 tot 1,4 bar. Het doorstroomvolume van het materiaal is afhankelijk van de diameter van de spuitkop en de instelling van de materiaaldruk op het drukvat of de drukregelaar van het materiaal. Bovendien kan het materiaalvolume worden geregeld door de stelschroef (pos. 18) naar binnen of naar buiten te draaien. Voor andere instelmogelijkheden zie 6. “Spuitbeeld wijzigen.” 69 4 Toevoerleidingen aansluiten Waarschuwing Luchtslangen die worden bevestigd met een slangdoorvoertulle, moeten extra met een slangklem geborgd zijn. Uitvoering: Beker met druppelaar 1. evestig de persluchtslang op de luchtleiding B (gereinigde perslucht) en op de luchtaansluiting van het spuitpistool. 2. Vul de beker met druppelaar met gezeefd materiaal. Sluit de beker met druppelaar. 3. Schakel de perasluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsgereed. Uitvoering: Materiaalaansluiting Luchtaansluiting 1.  evestig de drukslang aan de luchtleiding (gezuiB verde perslucht) resp. een luchtreiniger en aan de luchtaansluiting (pos. 24) van het spuitpistool. 2. Bevestig de materiaaltoevoerslang aan het materiaaldrukvat resp. de materiaaldrukregelaar van een pompinstallatie en aan de materiaalaansluiting (pos. 27) van het spuitpistool. 3. Doe materiaal in het materiaaldrukvat en sluit het deksel af. 4. Stel aan de persluchtreduceerklep de gewenste materiaaldruk in; bij materiaaltoevoer via pompsystemen wordt de materiaaldruk ingesteld met een instelsleutel aan de materiaaldrukregelaar. 5. Open de materiaalkraan aan het drukvat. 6. Om de lucht in de materiaalslang te laten ontsnappen haalt u de trekker zo lang over, tot er een gelijkmatige materiaalstraal uit de sproeier komt; nu kan het pistool weer gesloten worden. Het pistool is nu operationeel. 5 2. 6 Spuitbeeld wijzigen U kunt bij de PILOT Trend het spuitbeeld wijzigen door de volgende instellingen. Brede resp ronde straal instellen De regelschroef dient voor de regeling van de breedte van de spuitstraal. De spuitstraal wordt een brede straal door te draaien naar links (naar buiten schroeven), en een ronde straal door te draaien naar rechts (naar binnen schroeven). Materiaaldoorstroomvolume instellen Materiaalaansluiting Het materiaalvolume kan worden geregeld door de stelschroef naar binnen of naar buiten te draaien. Door draaien naar links (naar buiten schroeven) wordt het materiaalvolume vergroot, door draaien naar rechts (naar binnen schroeven) verkleind. Luchtvolume van de veratuiver istellen Het luchtvolume van de verstuiver kan worden geregeld door de stelknop naar binnen of naar buiten te draaien. De luchtdruk van de versuiver wordt ingesteld op de persluchtreduceerklep van de compressorinstallatie. Let op de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant. Luchtaansluiting In bedrijf stellen en bediening Voordat u het spuitpistool in bedrijf stelt, moet aan de volgende voorwaard zijn voldaan: De materiaaldruk mag niet hoger zijn ingesteld dan 8 bar. De luchtdruk mag niet hoger zijn dan 8 bar. 1. Let bij de bediening van het spuitpistool vooral op de onderstaandfe veiligheidsinstructies! • Draag de voorgeschreven ademhalingsbescherming en werkkleding, als u met het spuitpistool materialen verspuit. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor uw gezondheid. • Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 83 dB (A). • Tijdens het werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het verspuiten van licht ontvlambare materialen (b.v. lakken) bestaat een verhoogd gezondheids-, explosie- en brandrisico. • Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool – letselrisico. • Het spuitpistool moet na affloop van het werk altijd drukvrij worden gemaakt. De onder druk staande leidingen kunnen springen en door het uitstromende materiaal in de buurt staande personen verwonden. Stel het spuitpistool in bedrijf om een spuitbeeldtest te maken. Het spuitbeeld kan worden uitgevoerd op een testwerkstuk, plaat, karton of papier. Wijzig zo nodig de instellingen op het spuitpistool. 70 Materiaaldruk regelen: Materiaalaansluiting: De materiaaldruk kunt u alleen regelen aan de pomp of aan het drukvat. Neem daarbij de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant in acht. 71 6.1 8 Gebreken van een spuitbeeld verhelpen nagestreefd spuitresultaat Spuitprofieltes Afwijking Benodigde instelling Spuitbeeld is in het mid- • Bredere spuitstraalvorm instelden te dik. len  puitbeeld is aan de S uiteinden te dik •R  ondere spuitstraalvorm instellen Spuitbeeld is tamelijk grof qua druppels • Verstuiverluchtdruk verhogen Materiaallaag is in het midden van het spuitbeeld zeer dun • Verstuiverluchtdruk verlagen • Spuitkopdiameter vergroten Spuitbeeld is in het mid- • Verstuiverluchtdruk verlagen den gespleten • Materiaaldruk vergroten Spuitbeeld is zeer balachtig 7 • Materiaaldruk verkleinen • Verstuiverluchtdruk vergroten Waarschuwing Waarschuwing Onderbreek iedere keer voordat u ombouwt, de luchttoevoer naar het spuitpistool - gevaar voor verwondingen. Pistool druppelt Stootsgewijze of ­flutterende spuitstraal Pistool blaast in ­ruststand Oorzaak Oplossing Materiaalnaald of – spuitkop vervuild of beschadigd •O  nderdeel reinigen resp. vervangen Veerbus (pos. 18) te ver naar achteren gedraaid • Iets naar binnen schroeven (naar rechts draaien) te weinig materiaal in het materiaalvat • Materiaal bijvullen Beker staat te schuin tijdens het spuitproces • rechter houden Materiaalspuitkop los of beschadigd • vastdraaien, evtl. vervangen Klepveer (pos. 15) of klepkegel (pos. 14) beschadigd • vervangen 72 Als u het spuitbeeld op een andere manier wenst te wijzigen dan met de hier reeds vermelde mogelijkheden, moet het spuitpistool worden omgebouwd. De bij het spuitmateriaal passende luchtkop- / materiaalspuitkop- / naaldcombinatie vormt een op elkaar afgestemde eenheid -het spuitkopinzetstuk. Vervang altijd het volledige spuitkopinzetstuk, zodat de gewenste spuitkwaliteit behouden blijft. Waarschuwing Waarschuwing Onderbreek iedere keer voordat u ombouwt, de luchttoevoer naar het spuitpistool - gevaar voor verwondingen. Aanwijzing Instructie Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de explosietekening aan het einde van deze bedieningshandleiding. Vervangen van materiaalspuitkop en luchtkop 1. 2. 3. Schroef de luchtkopmoer (pos. 1) eraf. Demonteer de luchtkop (pos. 2). Schroef de materiaalspuitkop (pos. 3) met sleutel SW 12 uit het pistoollichaam (pos. 4). Tijdens de montage van de materiaalnozzle, mag er geen spanning op de naald staan. De montage van het nieuwe spuitkopinzetstuk en van de overige componenten gebeurt in omgekeerde volgorde. Materiaalnaald vervangen Foutopsporing en -eliminering Fout Ombouw en reparatie 1. Schroef de veerbus (pos. 18) eraf. 2. Neem de naaldveer (pos. 17) e  raf. 3. Trek de materiaalnaald (pos. 16) uit het pistoollichaam (pos. 4). De montage gebeurt in omgekeerde volgorde. De naaldinstelmaat bedraagt 53 mm (beker met druppelaar) en 72,5 mm (Materiaalaansluiting) vanaf de punt van de naald tot en met de meenemerbus. Lekkende naaldpakking vervangen 1. 2. 3. 4. De Verwijder de materiaalnaald zoals omschreven boven. Schroef de naaldpakkingbus (pos. 6) uit het pistoollichaam. Schroef de hendelschachtschroef. Verwijder de naaldpakking (pos. 5). montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Aanwijzing De uit het voorzetstuk van het pistool gehaalde naaldpakking mag nooit meer worden gebruikt, omdat anders niet gegarandeerd is dat de pakking veilig afdicht. Aanwijzing Alle bewegende en glijdende componenten (behalve materiaalnaalden) moeten vóór de montage in het pistoollichaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet. 73 9 Reiniging 10 Opgelet Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddel of een ander reinigingsmiddel. De foutloze werking van het spuitpistool kan anders niet gegarandeerd worden. Gebruik voor de reiniging geen harde of spitse voorwerpen. Voor schade als gevolg van ondeskundige reiniging aanvaardt WALTHER, Wuppertal, geen garantie. U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren. 1. 2. 3.  ul het gereinigde beker met druppelaar met een bij het gespoten materiaal V passend reinigingsmiddel. Stel het spuitpistool in bedrijf. Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmiddel uitspuit. De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de volgende bestanddelen niet inzitten: • Gehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v. 1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride enz.) • Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen • Geregenereerde oplosmiddelen (zgn. reinigingsverdunningen) • Ontlakkingmiddelen. De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalvaniseerde componenten chemische reacties en leiden tot corrosieschade. Reinig het spuitpistool • iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging • minimaal een maal per week • afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per week Uitvoerige reiniging 1. Haal het pistool uit elkaar 2. Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigingsmiddel. 3. Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met een doek en het reinigingsmiddel. 4. Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm: • Naaldveren • alle glijdende onderdelen en lagerpunten. De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden ingevet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik hiervoor een zuurvrij, niet harsend vet en een kwast. Vervolgens wordt het spuitpistool in de omgekeerde volgorde weer in elkaar gezet. 74 Afvalverwijdering De spuitmiddelen en de materialen die ontstaan bij de reiniging en het onderhoud dienen in overeenstemming met de wetten en voorschriften deskundig en vakkundig te worden verwijderd. Waarschuwing Let op de instructies van de fabrikant van het spuit- en reinigingsmiddel. De gezondheid van mens en dier wordt in gevaar gebracht door achteloos verwijderd materiaal. 11 Technische gegevens PILOT Trend Netto-gewicht: Drukbereiken: beker met druppelaar 438 g max. ingangsluchtdruk Materiaalaansluiting 542 g Luchtkop Spuitkopuitvoering naar keuze: 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,5 mm ø 6-gats-luchtkop max. bedrijfstemperatuur 8 bar Nivel de ruido (medido a una distancia de 1 m de la pistola) 83 dB (A) Netto-gewicht beker met druppelaar 438 g Materiaalaansluiting 542 g Drukbereiken: max. ingangsluchtdruk max.spuitdruk 3,3 bar 1,4 bar Luchtkop Spuitkopuitvoering naar keuze: 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,5 mm ø 43 °C PILOT Trend-MP 8-gats-luchtkop max. bedrijfstemperatuur Nivel de ruido (medido a una distancia de 1 m de la pistola) 43 °C 79 dB (A) Luchtverbruik: Verstuivingsluchtdruk Ronde straal in l/min. Chorro largo in l/min. 1 bar 75 105 2 bar 120 170 3 bar 165 240 4 bar 215 310 5 bar 265 380 6 bar 310 450 Type MP: Bij een toevoerdruk van 3,3 bar bedraagt de luchtverbruik 270 l/min. Technische wijzigingen voorbehouden. 75
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47

WALTHER PILOT PILOT TREND Handleiding

Categorie
Verfspuit
Type
Handleiding