WALTHER PILOT PILOT MINI und PILOT MINI K Handleiding

Type
Handleiding
7170
Inhoudsopgave
Explosietekening 2
EG-conformiteitsverklaring 71
Reserveonderdelen 72
1 Algemeen 76
1.1 Aanduiding van de modellen 76
1.2 Doelmatig gebruik 76
1.3 Ondoelmatig gebruik 77
2 Technische beschrijving 77
3 Veiligheidsinstructies 78
3.1 Kenmerking van de veiligheidsinstructies 78
3.2 Algemene veiligheidsinstructies 78
4 Toevoerleidingen aansluiten 79
5 Inbedrijfstelling / Bediening 80
6 Ombouw / reparatie 81
7 Reiniging 82
8 Opsporen en opheffen van storingen 83
8.1 Gebreken van een spuitbeeld verhelpen 84
9 Afvalverwijdering 84
10 Technische gegevens 85
EG-conformiteitsverklaring
De fabrikant verklaart onder geheel eigen verantwoording dat het hierna beschreven product aan
de algemeen aanvaarde veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voldoet. Bij een niet met ons
besproken wijziging aan het hierna beschreven product of bij oneigenlijk gebruik verliest deze
verklaring haar geldigheid.
Fabrikant WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18 - 30
D - 42327 Wuppertal
Tel.: +49(0)202 / 787 - 0
Fax: +49(0)202 / 787 - 2217
www.walther-pilot.de • e-mail: [email protected]
Typekentekening Handspuitpistolen PILOT Mini / -MP / -K
PILOT Mini Beker met druppelaar V 10 151 02
PILOT Mini Materiaalaansluiting V 10 152 02
PILOT Mini-MP Beker met druppelaar V 10 141 02
PILOT Mini-MP Materiaalaansluiting V 10 142 02
PILOT Mini-K Beker met druppelaar V 10 151 32
PILOT Mini-K Materiaalaansluiting V 10 152 34
Doelmatig gebruik verwerking van verstuifbare stoffen
Toegepaste normen en richtlijnen
EG-richtlijnen voor machines 2006 / 42 / EC
94/9 EC (ATEX richtlijnen)
DIN EN ISO 12100-1
DIN EN ISO 12100-2 DIN EN 1953
EN 1127-1 DIN EN 13463-1
Specificatie overeenkomstig richtlijn 94 / 9 / EC
Categorie 2 Typenummer
II 2 G c T 6
Tech.File,Ref.:
2401
Gemachtigd voor de samenstelling van de technische documentatie:
Nico Kowalski, WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Kärntner Str. 18 - 30
D- 42327 Wuppertal
NB:
Het product moet worden ingebouwd in een ander apparaat. De ingebruikname is niet geoor-
loofd, totdat de conformiteit van het eindproduct met de richtlijn 2006 / 42 / EC is vastgesteld.
Wuppertal, de 1 januari 2010
Naam: Torsten Bröker
Positie: Manager Constructie en Ontwikkeling
Deze verklaring is geen garantie en kan derhalve niet worden gebruikt bij kwesties m.b.t. aansprakelijkheid.
Raadpleeg s.v.p. de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie.
i.V.
7372
Reserveonderdelen PILOT Mini
PILOT Mini
Beker met druppelaar
PILOT Mini
Materiaalaansluit
V 10 151 02 . . 3 V 10 152 02 . . 3
Pos. Benaming Stk. Reservedelsnr. Stk. Reservedelsnr
1
Luchtkop
6-gats
1
8-gats
1
spuitkopgrootte 0,3 bis 1,5 mm ø
V 10 151 30 036* V 10 151 30 039*
spuitkopgrootte 1,8 bis 2,2 mm ø V 10 151 30 186* V 10 151 30 189*
2 Materiaalspuitkop 1 V 10 151 41 . . 3* 1 V 10 151 41 . . 3*
3 Naaldpakking compl. 1 V 10 151 00 500 1 V 10 151 00 500
3.1 Naaldpakkingbus 1 V 10 151 06 103 1 V 10 151 06 103
3.2 Naaldpakking 1 V 09 002 21 000 1 V 09 002 21 000
3.3 Drukgedeelte 1 V 10 151 37 000 1 V 10 151 37 000
4 Pistoollichaam compl. 1 V 10 151 01 000 1 V 10 152 01 000
5 Klepdichting 1 V 10 151 13 000 1 V 10 151 13 000
6 Klepsteel 1 V 10 151 14 203 1 V 10 151 14 203
7 Klepkegel 1 V 10 151 14 000 1 V 10 151 14 000
8 Klepveer 1 V 10 151 17 000 1 V 10 151 17 000
9 Schijf 1 V 10 151 18 000 1 V 10 151 18 000
10 O-ring 1 V 09 102 33 009 1 V 09 102 33 009
11 O-ring 1 V 09 103 22 001 1 V 09 103 22 001
12 Veerbus 1 V 10 151 16 005 1 V 10 151 16 005
13 Materiaalnaald (0.3 - 2.2 mm ø) 1 V 10 151 71 . . 3* 1 V 10 152 71 . . 3*
14 Naaldveer 1 V 10 151 53 000 1 V 10 151 53 000
15 Stelschroef 1 V 10 151 19 005 1 V 10 151 19 005
16 O-ring 1 V 09 102 67 000 1 V 09 102 67 000
17 Luchtvolumeregeling 1 V 10 151 25 000 1 V 10 151 25 000
18 Brede- / Rondestraalregeling 1 V 10 151 20 000 1 V 10 151 20 000
19 Pistoolgreep 1 V 10 151 04 000 1 V 10 151 04 000
20 Luchtpijpmoer 1 V 00 101 08 000 1 V 00 101 08 000
21 Borgschijf 1 V 00 101 05 000 1 V 00 101 05 000
22 Verloopstuk 2 V 11 601 23 000 2 V 11 601 23 000
23 Hendelschachtschroef 1 V 10 151 11 005 1 V 10 151 11 005
24 Meeneembout 1 V 10 151 12 005 1 V 10 151 12 005
25 Hendelschroef 1 V 10 301 09 000 1 V 10 301 09 000
26 Trekkerhendel 1 V 10 151 10 000 1 V 10 151 10 000
27 Beker met druppelaar compl. 1 V 00 130 00 200
28 Materiaalaansluitnippel 1 V 10 152 16 003
Reserveonderdelen PILOT Mini
PILOT Mini-MP
Beker met druppelaar
PILOT Mini-MP
Materiaalaansluit
V 10 141 02 . . 3 V 10 142 02 . . 3
Pos. Benaming Stk. Reservedelsnr. Stk. Reservedelsnr
1
Luchtkop
Middeldruk
1
Middeldruk
1
spuitkopgrootte 0,3 bis 1,5 mm ø
V 10 141 30 038* V 10 141 30 038*
spuitkopgrootte 1,8 bis 2,2 mm ø V 10 141 30 188* V 10 141 30 188*
2 Materiaalspuitkop 1 V 10 151 41 . . 3* 1 V 10 151 41 . . 3*
3 Naaldpakking compl. 1 V 10 151 00 500 1 V 10 151 00 500
3.1 Naaldpakkingbus 1 V 10 151 06 103 1 V 10 151 06 103
3.2 Naaldpakking 1 V 09 002 21 000 1 V 09 002 21 000
3.3 Drukgedeelte 1 V 10 151 37 000 1 V 10 151 37 000
4 Pistoollichaam compl. 1 V 10 141 01 000 1 V 10 142 01 000
5 Klepdichting 1 V 10 151 13 000 1 V 10 151 13 000
6 Klepsteel 1 V 10 151 14 203 1 V 10 151 14 203
7 Klepkegel 1 V 10 151 14 000 1 V 10 151 14 000
8 Klepveer 1 V 10 151 17 000 1 V 10 151 17 000
9 Schijf 1 V 10 151 18 000 1 V 10 151 18 000
10 O-ring 1 V 09 102 33 009 1 V 09 102 33 009
11 O-ring 1 V 09 103 22 001 1 V 09 103 22 001
12 Veerbus 1 V 10 151 16 005 1 V 10 151 16 005
13 Materiaalnaald (0.3 - 2.2 mm ø) 1 V 10 151 71 . . 3* 1 V 10 152 71 . . 3*
14 Naaldveer 1 V 10 151 53 000 1 V 10 151 53 000
15 Stelschroef 1 V 10 151 19 005 1 V 10 151 19 005
16 O-ring 1 V 09 102 67 000 1 V 09 102 67 000
17 Luchtvolumeregeling 1 V 10 151 25 000 1 V 10 151 25 000
18 Brede- / Rondestraalregeling 1 V 10 151 20 000 1 V 10 151 20 000
19 Pistoolgreep 1 V 10 151 04 000 1 V 10 151 04 000
20 Luchtpijpmoer 1 V 00 101 08 000 1 V 00 101 08 000
21 Borgschijf 1 V 00 101 05 000 1 V 00 101 05 000
22 Verloopstuk 2 V 11 601 23 000 2 V 11 601 23 000
23 Hendelschachtschroef 1 V 10 151 11 005 1 V 10 151 11 005
24 Meeneembout 1 V 10 151 12 005 1 V 10 151 12 005
25 Hendelschroef 1 V 10 301 09 000 1 V 10 301 09 000
26 Trekkerhendel 1 V 10 151 10 000 1 V 10 151 10 000
27 Beker met druppelaar compl. 1 V 00 130 00 200
28 Materiaalaansluitnippel 1 V 10 152 16 003
7574
Reparatiesets
WALTHER houdt voor de handspuitpistolen PILOT Mini / -MP en -K reparatiesets
gereed die alle aan slijtage onderhevige onderdelen bevatten. Deze onderdelen staan
in de lijst met reserveonderdelen vetgedrukt aangegeven.
Reservedelsnr.
PILOT Mini
Beker met druppelaar (FB)
Standaarduitvoering V 16 098 NA ..3
PILOT Mini
Materiaalaansluit (FA)
Standaarduitvoering V 16 152 NA ..3
PILOT Mini-MP
Beker met druppelaar (FB)
Middeldrukuitvoering V 16 141 NA ..3
PILOT Mini-MP
Materiaalaansluit (FA)
Middeldrukuitvoering V 16 142 NA ..3
PILOT Mini-K
Beker met druppelaar (FB)
Standaarduitvoering Lijm V 16 151 32 ..3
PILOT Mini-K
Materiaalaansluit (FA)
Standaarduitvoering Lijm V 16 152 34 ..3
Uitvoering spuitkop naar keuze: 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,2 mm ø
Spuitkopsets
Spuitkopsets bestaan uit luchtkop, materiaalspuitkop en materiaalnaald.
Reservedelsnr.
PILOT Mini Beker met druppelaar (FB) V 15 098 NA ..3
PILOT Mini Materiaalaansluit (FA) V 15 152 NA ..3
PILOT Mini-MP Beker met druppelaar (FB) V 15 141 NA ..3
PILOT Mini-MP Materiaalaansluit (FA) V 15 142 NA ..3
PILOT Mini-K Beker met druppelaar (FB) V 15 151 32 ..3
PILOT Mini-K Materiaalaansluit (FA) V 15 152 34 ..3
Uitvoering spuitkop naar keuze: 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,2 mm ø
* Bij levering van reserveonderdelen desbetreffende grootte aangeven s.v.p.
( Spuitkopgroote: 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,2 mm ø )
Wij adviseren reparatiesets op lager te houden.
Reserveonderdelen PILOT Mini-K
PILOT Mini-Lijm
Beker met druppelaar
PILOT Mini-Lijm
Materiaalaansluit
V 10 151 32 . . 3 V 10 152 34 . . 3
Pos. Benaming Stk. Reservedelsnr. Stk. Reservedelsnr
1
Luchtkop
4-gats
1
4-gats
1
spuitkopgrootte 0,3 bis 1,5 mm ø
V 10 151 62 034* V 10 151 62 034*
spuitkopgrootte 1,8 bis 2,2 mm ø V 10 151 62 184* V 10 151 62 184*
2 Materiaalspuitkop (draaisproeier) 1 V 10 151 61 . . 3* 1 V 10 151 61 . . 3*
3 Naaldpakking compl. 1 V 10 151 00 500 1 V 10 151 00 500
3.1 Naaldpakkingbus 1 V 10 151 06 103 1 V 10 151 06 103
3.2 Naaldpakking 1 V 09 002 21 000 1 V 09 002 21 000
3.3 Drukgedeelte 1 V 10 151 37 000 1 V 10 151 37 000
4 Pistoollichaam compl. 1 V 10 151 01 000 1 V 10 152 01 000
5 Klepdichting 1 V 10 151 13 000 1 V 10 151 13 000
6 Klepsteel 1 V 10 151 14 203 1 V 10 151 14 203
7 Klepkegel 1 V 10 151 14 000 1 V 10 151 14 000
8 Klepveer 1 V 10 151 17 000 1 V 10 151 17 000
9 Schijf 1 V 10 151 18 000 1 V 10 151 18 000
10 O-ring 1 V 09 102 33 009 1 V 09 102 33 009
11 O-ring 1 V 09 103 22 001 1 V 09 103 22 001
12 Veerbus 1 V 10 151 16 005 1 V 10 151 16 005
13 Materiaalnaald (0.3 - 2.2 mm ø) 1 V 10 151 51 . . 3* 1 V 10 152 51 . . 3*
14 Naaldveer 1 V 10 151 53 000 1 V 10 151 53 000
15 Stelschroef 1 V 10 151 19 005 1 V 10 151 19 005
16 O-ring 1 V 09 102 67 000 1 V 09 102 67 000
17 Luchtvolumeregeling 1 V 10 151 25 000 1 V 10 151 25 000
18 Brede- / Rondestraalregeling 1 V 10 151 20 000 1 V 10 151 20 000
19 Pistoolgreep 1 V 10 151 04 000 1 V 10 151 04 000
20 Luchtpijpmoer 1 V 00 101 08 000 1 V 00 101 08 000
21 Borgschijf 1 V 00 101 05 000 1 V 00 101 05 000
22 Verloopstuk 2 V 11 601 23 000 2 V 11 601 23 000
23 Hendelschachtschroef 1 V 10 151 11 005 1 V 10 151 11 005
24 Meeneembout 1 V 10 151 12 005 1 V 10 151 12 005
25 Hendelschroef 1 V 10 301 09 000 1 V 10 301 09 000
26 Trekkerhendel 1 V 10 151 10 000 1 V 10 151 10 000
27 Beker met druppelaar compl. 1 V 00 130 00 200
28 Materiaalaansluitnippel 1 V 10 152 16 003
7776
1 Algemeen
1.1 Aanduiding van de modellen
Modellen: Handspuitpistolen PILOT Mini / -MP / -K
Type: PILOT Mini Beker met druppelaar V 10 151 02
PILOT Mini Materiaalaansluiting V 10 152 02
PILOT Mini-MP Beker met druppelaar V 10 141 02
PILOT Mini-MP Materiaalaansluiting V 10 142 02
PILOT Mini-K Beker met druppelaar V 10 151 32
PILOT Mini-K Materiaalaansluiting V 10 152 34
Fabrikant: WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH
Kärntner Str. 18-30
D-42327 Wuppertal
Telefoon: 00 49 / (0)2 02 / 787-0
Telefax: 00 49 / (0)2 02 / 787-2217
www.walther-pilot.de • Email:[email protected]
1.2 Doelmatig gebruik
De handspuitpistolen PILOT Mini en -MP dienen uitsluitend voor de verwerking van
spuitbare middelen, zoals b.v.:
Lakken en verven
Vetten, oliën en corrosiewerende middelen
Keramiekglazuren
Beitsen
Omdat alle materiaal transporterende onderdelen van edelstaal zijn gemaakt, kunnen
ook waterhoudende resp. agressieve materialen worden verspoten.
Het handspuitpistool PILOT Mini-K is bijzonder geschikt voor lijmtoepassingen.
Als de materialen die u wilt verspuiten, hier niet genoemd staan, wend u dan tot
WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal.
De spuitbare materialen mogen uitsluitend op werkstukken resp. objecten worden
opgebracht.
De temperatuur van het spuitmateriaal mag in principe niet boven 43°C komen. Het
doelmatig gebruik houdt ook in dat alle instructies en gegevens uit de huidige
bedieningshandleiding gelezen, begrepen en in acht genomen worden.
Het apparaat voldoet aan de eisen bescherming tegen explosie, richtlijn 94 / 9 EG
(ATEX) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, categorie apparaat en
temperatuurklasse.
Bij gebruik van het apparaat is het noodzakelijk dat de in de gebruiksaanwijzing
omschreven bepalingen worden aangehouden.
De voorgeschreven inspectie- en ondehoudsintervallen moeten worden waargeno-
men.
De gegevens op het typeplaatje resp. de informatie in het hoofdstuk Technische
Gegevens moeten worden aangehouden en mogen niet worden overschreden. Er
mag absoluut geen overbelasting van het apparaat ontstaan.
Het apparaat mag in toepassingsgebieden met gevaar voor explosie alleen worden
ingezet met toestemming van de verantwoordelijke overheidsinstantie.
Het is aan de verantwoordelijke overheidsinstantie resp. de exploitant de mate
van explosiegevaar vast te stellen (indeling in zones).
Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische gege-
vens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voorschriften
overeenstemmen.
In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van het apparaat een gevaar voor
personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploitant passende veiligheidsmaatre-
gelen te nemen.
Als er bij gebruik onzekerheid ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de
exploitant niet naar believen functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden
stopgezet en moet met contact worden opgenomen met WALTHER Spritz- und
Lackiersysteme.
Aarding/potentiaalnormalisatie
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende
wordt geaard. (Maximale weerstand: 10
6
Ω).
1.3 Ondoelmatig gebruik
Het spuitpistool mag niet anders worden gebruikt dan omschreven staat in de para-
graaf Doelamtig gebruik. Iedere andere toepassing is ondoelmatig. Tot ondoelmatig
gebruik horen b.v.:
het verspuiten van materialen op personen en dieren
het verspuiten van vloeibare stikstof.
2 Technische omschrijving
PILOT Mini: Spuitpistool voor conventionele verneveling
Uitvoeringen: • met beker met druppelaar
• met materiaalaansluiting.
PILOT Mini-MP: Spuitpistool voor middeldruk
Uitvoeringen: • met beker met druppelaar
• met materiaalaansluiting.
PILOT Mini-K: Spuitpistool voor lijmtoepassing
Uitvoeringen: • met beker met druppelaar
• met materiaalaansluiting.
Bij een toevoerdruk van 3,0 tot 3,3 bar bedraagt de spuitdruk 1,2 tot 1,4 bar
(PILOT Mini-MP).
Als de trekker (pos. 26) wordt gebruikt, wordt eerst de klepkegel (pos. 7) geopend
(voorlucht) en dan pas wordt de materiaalnaald (pos. 13) teruggetrokken. Het sluiten
gebeurt in omgekeerde volgorde.
Het doorstroomvolume van het materiaal is afhankelijk van de diameter van de spuit-
kop en de instelling van de materiaaldruk op het drukvat of de drukregelaar van het
materiaal. Bovendien kan het materiaalvolume worden geregeld door het naar
binnen resp. naar buiten schroeven van de stelschroef (pos. 15).
7978
De regelschroef (pos. 18) dient voor de regeling van de breedte van de spuitstraal.
De spuitstraal wordt een brede straal door te draaien naar links (naar buiten schroe-
ven), en een ronde straal door te draaien naar rechts (naar binnen schroeven).
De regelschroef (pos. 17) dient voor de regeling van het luchtvolume van de verstui-
ver.
3 Veiligheidsinstructies
3.1 Kenmerking van de veiligheidsinstructies
Waarschuwing
Het pictogram en de urgentiegraad “Waarschuwing” kenmerken een mogelijk
gevaar voor personen.
Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen.
Opgelet
Het pictogram en de urgentiegraad “Opgelet” kenmerken een mogelijk gevaar voor
materiële waarden.
Mogelijke gevolgen: beschadiging van zaken.
Aanwijzing
Het pictogram en de urgentiegraad “Aanwijzing” kenmerken aanvullende informatie
voor het veilige en efficiënte werken met het spuitpistool.
3.2 Algemene veiligheidsinstructies
De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veiligheids-
technische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen in acht te
worden genomen.
Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het werk
is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het verspuiten van licht ont-
vlambare materialen (b.v. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat een
verhoogd gezondheids-, explosie- en brandrisico.
Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende
wordt geaard. (Maximale weerstand: 10
6
Ω).
Maak vóór ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool vrij van druk- letselrisico.
Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor
de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool - letselrisico.
Richt het spuitpistool niet op personen en dieren - letselrisico.
Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmateri-
aal en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen kunnen
schade aan de gezondheid veroorzaken.
De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied en
het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschreven
ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het
0spuitpistool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor
uw gezondheid.
Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het spuitpi-
stool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 85 dB (A) (PILOT Mini en Mini-K)
resp. ca. 83 dB (A) (PILOT Mini-MP).
Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhoudswerk-
zaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend voor
deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen.
Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de
daarin gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH,
D-42327 Wuppertal.
4 Toevoerleidingen aansluiten
Aanwijzing
Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de explosie-
tekening (vouwblad) aan het begin van deze bedieningshandleiding.
Waarschuwing
De luchtdruk in het spuitpistool mag niet hoger worden dan 8 bar, omdat anders niet
gegarandeerd is dat het spuitpistool veilig functioneert.
Waarschuwing
Materiaal- en luchtslangen die worden bevestigd met een slangdoorvoertulle,
moeten extra met een slangklem geborgd zijn.
Uitvoering: Beker met druppelaar
1. Bevestig de persluchtslang op de luchtleiding
(gezuiverde perslucht) en op de luchtaanslui-
ting van hetspuitpistool (pos. 21).
2. Vul de beker met druppelaar met gezeefd
materiaal. Sluit de beker met druppelaar.
3. Schakel de persluchttoevoer in.
Het pistool is nu bedrijfsklaar.
Regeling
voor ronde /
brede straal
Regeling
luchtvolume
Regeling
voor materi-
aalvolume
(naaldslag)
Luchtaansluiting
8180
Uitvoering: Materiaaltoevoer door drukvat
5 Inbedrijfstelling / Bediening
Voordat u het spuitpistool in bedrijf kunt stellen, moet aan de volgende voorwaarden
zijn voldaan:
De luchtdruk van de verstuiver moet in het spuitpistool aanwezig zijn
De materiaaldruk moet in het spuitpistool aanwezig zijn
Opgelet
De materiaaldruk mag niet hoger ingesteld zijn dan
8 bar, omdat anders niet gegarandeerd is dat het spuitpistool veilig functioneert.
Waarschuwing
Het spuitpistool moet na affloop van het werk altijd drukvrij worden gemaakt. De
onder druk staande leidingen kunnen springen en door het uitstromende materiaal
in de buurt staande personen verwonden.
Test spuitbeeld
Er moet altijd een spuitbeeldtest worden gedaan als:
het spuitpistool voor de eerste maal in bedrijf wordt gesteld.
het spuitmateriaal wordt vervangen.
1. Bevestig de persluchtslang op de luchtlei-
ding (gezuiverde perslucht) en op de lucht-
aansluiting van het spuitpistool (pos. 21).
2. Bevestig de materiaaltoevoerslang op het
drukvat van het materiaal of de materiaal-
drukregelaar van een pompinstallatie en op
de materiaalaansluiting (pos. 28) van het
spuitpistool.
3. Vul het materiaaldrukvat met materiaal en
sluit het deksel.
4. Stel op de persluchtreductieklep de gewens-
te materiaaldruk in; bij de materiaaltoevoer
via pompsystemen wordt de materiaaldruk
op de materiaaldrukregelaar ingesteld.
5. Schakel de perslucht in en stel op de redu-
ceerklep de gewenste verstuiver luchtdruk
in.
6. Open de materiaalkraan op het drukvat.
7. Om de in de materiaalslang zijnde lucht te
laten ontwijken, gebruikt u de trekker
(pos. 26) zolang totdat er een gelijkmatige
materiaalstraal uit de spuitkop komt; nu kan
het pistool weer worden dichtgezet.
Het pistool is nu bedrijfsgereed.
het pistool voor onderhoud of reparatie uit elkaar is gehaald. De spuitbeeldtest
kan worden uitgevoerd op een testwerkstuk, plaat, karton of papier.
Spuitbeeld wijzigen:
U kunt bij de PILOT Mini het spuitbeeld wijzigen door de volgende instellingen (zie
ook afbeeldingen blz. 79 / 80).
a) Brede resp ronde straal instellen
Regeling van de breedte van de spuitstraal met de regelschroef (pos. 18):
door draaien naar links (naar buiten schroeven) naar een brede straal, door draaien
naar rechts (naar binnen schroeven) naar een ronde straal.
b) Materiaaldoorstroomvolume instellen.
Het materiaalvolume kan worden geregeld door de stelschroef (pos. 15) naar bin-
nen of naar buiten te draaien. Door draaien naar links (naar buiten schroeven)
wordt het vergroot, door draaien naar rechts (naar binnen schroeven) verkleind.
c) Verstuiverlucht regelen
Het luchtvolume van de verstuiver kan worden geregeld door de stelschroef
(pos. 17) naar binnen of naar buiten te draaien. De luchtdruk van de versuiver
wordt ingesteld op de persluchtreduceerklep van de compressorinstallatie. Let op
de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant. Als u het spuitbeeld op
een andere manier wenst te wijzigen dan met de hier reeds vermelde mogelijkhe-
den, moet het spuitpistool worden omgebouwd. WALTHER biedt hiervoor veel
verschillende luchtkop- / materiaalspuitkop-/ naald-combinaties aan.
6 Ombouw / reparatie
Waarschuwing
Maak vóór iedere ombouw / reparatie de regel- en verstuiverlucht en de materiaal-
toevoer naar het spuitpistool vrij van druk – letselrisico.
Aanwijzing
Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de tekening
aan het begin van deze bedieningshandleiding.
Vervangen van materiaalspuitkop en luchtkop
1. Schroef de luchtkop (pos. 1) van het pistoollichaam (pos. 4).
2. Schroef de materiaalspuitkop (pos. 2) met sleutel SW 7 uit het pistoollichaam.
De montage van de nieuwe materiaalspuitkop gebeurt in omgekeerde volgorde.
Materiaalnaald vervangen
1. Schroef de instelschroef (pos. 15) eraf.
2. Verwijder de naaldveer (pos. 14).
3. Trek de materiaalnaald (pos. 13) uit het pistoolichaam.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Materiaal-
ansluiting
Luchtaansluiting
8382
Aanwijzing
De naaldinstelmaat bij PILOT Mini (FB) bedraagt X = 103,5 mm en bij PILOT Mini
(FA) X = 121,5 mm van de punt van de naald tot aan de meenemerbus.
Lekkende naaldpakking vervangen
1. Verwijder de materiaalnaald, -spuitkop en luchtkop zoals boven omschreven
2. Schroef met een schroevendraaier de naaldpakkingbus (pos. 3.1) uit het pistool-
lichaam. (Gebruik evtl. het speciale gereedschap).
3. Trek de naaldpakking compl. (pos. 3) {naaldpakkingbus (pos. 3.1), naaldpakking
(pos. 3.2), drukgedeelte (pos. 3.3)} uit het pistoollichaam. Gebruik hiervoor evtl.
een dunne draad waarvan het uiteinde omgebogen is tot een haak.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde
Aanwijzing
De uit het voorzetstuk van het pistool gehaalde naaldpakking mag nooit meer
worden gebruikt, omdat anders niet gegarandeerd is dat de pakking veilig afdicht.
Aanwijzing
Alle beweglende en glijdende componenten moeten vóór de montage in het pistooli-
chaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet.
7 Reiniging
Opgelet
Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddelen of in een ander reinigingsmiddel. Anders
kan niet worden gegarandeerd dat het spuitpistool perfect finctioneert. Gebruik ovor
de reiniging geen garde of spitse voorwerpen. Voor schade die resulteert uit ondes-
kundige reiniging verleent WALTHER, Wuppertal, geen vrijwaring.
U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren.
1. Vul het gereinigde materiaalreservoir / beker met druppelaar / zuigbeker /
hangdrukbeker resp. het gereinigde materiaaldrukvat met een bij het gespoten
materiaal passend reinigingsmiddel.
2. Stel het spuitpistool in bedrijf.
3. Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmid-
del uitspuit.
De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt
gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen
die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de
volgende bestanddelen niet inzitten:
Gehalogeneerde koolwaterstoffen
(b.v. 1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride enz.)
Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen
Geregenereerde oplosmiddeln (zgn. reinigingsverdunningen)
Ontlakkingmiddelen.
De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalvaniseerde componenten
chemische reacties en leiden tot corrosieschade.
Reinig het spuitpistool
iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging.
minimaal een maal per week.
afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per
week
Uitvoerige reiniging
1. Haal het pistool uit elkaar
2. Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigingsmid-
del.
3. Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met ee doek en het
reinigingsmiddel.
4. Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm:
Naaldveer
alle glijdende delen en lagerpunten.
De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden
ingevet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik
hiervoor een zuurvrij, niet harsend vet en een kwast. Vervolgens wordt het spuitpi-
stool in de omgekeerde volgorde weer in elkaar gezet.
8 Opsporen en opheffen van storingen
Waarschuwing
Waarschuwing onderbreek iedere keer voordat u ombouwt, de lucht- en materiaal-
toevoer naar het spuitpistool - gevaar voor verwondingen.
Fout Oorzaak Oplossing
Pistool druppelt
Materiaalnaald of spuitkop beschadigd
Materialnaald of spuitkop vervuild
Naaldpakkingbus (pos. 3.1) te vast
aange draaid
vervangen
reinigen
iets losdraaien met
een schroevendraaier
Stootsgewijze of
flutterende spuit-
straal
Te weinig materiaal in het reservoir
Beker met druppelaar helt te sterk over
Materiaalspuitkop (pos. 2) is los of
beschadigd
opvullen
rechter houden
vastdraaien of ver-
vangen
Pistool blaast in
ruststand
klepveer (pos. 8) of
klepkegel (pos. 7) beschadigd
vervangen
x
8584
8.1 Gebreken van een spuitbeeld verhelpen
Uit de volgende tabel kunt u afleiden met welke instellingen u het spuitprofiel kunt
beïinvloden.
Spuitprofieltes Afwijking Benodigde instelling
Spuitbeeld is in het midden
te dik
Bredere spuitstraalvorm
instellen
Spuitbeeld is aan de
uiteinden te dik
Rondere spuitstraalvorm
instellen
Spuitbeeld is tamelijk grof
qua druppels
Verstuiverluchtdruk verhogen
Materiaallaag is in het mid-
den van het spuitbeeld zeer
dun
Verstuiverluchtdruk verlagen
Spuitbeeld is in het midden
gespleten
Sproeierdiameter vergroten
Verstuiverluchtdruk verlagen
Materiaaldruk vergroten
Spuitbeeld is zeer balachtig
Materiaaldruk verkleinen
Verstuiverluchtdruk vergroten
9 Afvalverwijdering
De materialen die ontstaan bij de reiniging en het onderhoud dienen in overeenstem-
ming met de wetten en voorschriften deskundig en vakkundig te worden verwijderd.
Waarschuwing
Let vooral op de instructies van de fabrikant van het spuit- en reinigingsmiddel. De
gezondheid van mens en dier wordt in gevaar gebracht door achteloos verwijderd
materiaal.
Gewenst resultat
10 Technische gegevens
Gewicht 295 gram
Aansluitingen:
Materiaalaansluiting G 1/4“
Luchtaansluiting G 1/4“
Spuitkopuitvoering
naar keuze: 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 •
1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,2 mm ø
Luchtkoppen: Hogedrukluchtkop 6-gats
Hogedrukluchtkop 8-gats
Middeldrukkop
Draaisproeierdrukluchtkop
Drukbereiken:
max. luchtdruk verstuiver 8 bar
max. materiaaldruk 8 bar
Max. bedrijfstemperatuur
van het spuitpistool: 43 °C
Het geluidsniveau,
gemeten op 1 m
afstand, bedraagt 83 / 85 dB(A)
Luchtverbruik:
Luchtdruk
verstuiver
Hogedrukluchtkop
6-gats
Hogedrukluchtkop
8-gats
Middeldrukkop Draaisproeier-
drukluchtkop
Ronde
straal
Brede
straal
Ronde
straal
Brede
straal
Ronde
straal
Brede
straal
Ronde
straal
Brede
straal
1 bar 48 l/min 125 l/min 54 l/min 125 l/min 63 l/min 105 l/min 60 l/min 120 l/min
2 bar 70 l/min 195 l/min 90 l/min 195 l/min 95 l/min 170 l/min 110 l/min 175 l/min
3 bar 115 l/min 265 l/min 125 l/min 275 l/min 130 l/min 220 l/min 140 l/min 235 l/min
4 bar 140 l/min 330 l/min 150 l/min 340 l/min 160 l/min 280 l/min 175 l/min 300 l/min
5 bar 170 l/min 415 l/min 185 l/min 420 l/min 190 l/min 330 l/min 220 l/min 360 l/min
6 bar 220 l/min 490 l/min 220 l/min 495 l/min 220 l/min 400 l/min 255 l/min 430 l/min
Technische wijzigingen voorbehouden.

Documenttranscriptie

EG-conformiteitsverklaring De fabrikant verklaart onder geheel eigen verantwoording dat het hierna beschreven product aan de algemeen aanvaarde veiligheids- en gezondheidsvoorschriften voldoet. Bij een niet met ons besproken wijziging aan het hierna beschreven product of bij oneigenlijk gebruik verliest deze verklaring haar geldigheid. Inhoudsopgave Explosietekening EG-conformiteitsverklaring Reserveonderdelen 2 71 72 1 1.1 1.2 1.3 Algemeen Aanduiding van de modellen Doelmatig gebruik Ondoelmatig gebruik 76 76 76 77 2 Technische beschrijving 77 3 3.1 3.2 Veiligheidsinstructies Kenmerking van de veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies 78 78 78 4 Toevoerleidingen aansluiten 79 5 Inbedrijfstelling / Bediening 80 6 Ombouw / reparatie 81 7 Reiniging 82 8 8.1 Opsporen en opheffen van storingen Gebreken van een spuitbeeld verhelpen 83 84 9 Afvalverwijdering 84 10 Technische gegevens 85 Fabrikant WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Str. 18 - 30 D - 42327 Wuppertal Tel.: +49(0)202 / 787 - 0 Fax: +49(0)202 / 787 - 2217 www.walther-pilot.de • e-mail: [email protected] Typekentekening Handspuitpistolen PILOT Mini / -MP / -K Doelmatig gebruik PILOT Mini PILOT Mini Beker met druppelaar Materiaalaansluiting V 10 151 02 V 10 152 02 PILOT Mini-MP PILOT Mini-MP Beker met druppelaar Materiaalaansluiting V 10 141 02 V 10 142 02 PILOT Mini-K PILOT Mini-K Beker met druppelaar Materiaalaansluiting V 10 151 32 V 10 152 34 verwerking van verstuifbare stoffen Toegepaste normen en richtlijnen EG-richtlijnen voor machines 2006 / 42 / EC 94/9 EC (ATEX richtlijnen) DIN EN ISO 12100-1 DIN EN ISO 12100-2 EN 1127-1 DIN EN 1953 DIN EN 13463-1 Specificatie overeenkomstig richtlijn 94 / 9 / EC Categorie 2 II 2 G c T 6 Typenummer Tech.File,Ref.: 2401 Gemachtigd voor de samenstelling van de technische documentatie: Nico Kowalski, WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Kärntner Str. 18 - 30 D- 42327 Wuppertal NB: Het product moet worden ingebouwd in een ander apparaat. De ingebruikname is niet geoorloofd, totdat de conformiteit van het eindproduct met de richtlijn 2006 / 42 / EC is vastgesteld. Wuppertal, de 1 januari 2010 i.V. Naam: Torsten Bröker Positie: Manager Constructie en Ontwikkeling Deze verklaring is geen garantie en kan derhalve niet worden gebruikt bij kwesties m.b.t. aansprakelijkheid. Raadpleeg s.v.p. de veiligheidsvoorschriften in de productdocumentatie. 70 71 Reserveonderdelen PILOT Mini PILOT Mini PILOT Mini PILOT Mini-MP PILOT Mini-MP V 10 151 02 . . 3 V 10 152 02 . . 3 V 10 141 02 . . 3 V 10 142 02 . . 3 V 10 151 30 036* Stk. Pos. Benaming Luchtkop 1 V 10 151 30 186* spuitkopgrootte 1,8 bis 2,2 mm ø Reservedelsnr Beker met druppelaar V 10 151 30 039* 1 V 10 151 30 189* spuitkopgrootte 0,3 bis 1,5 mm ø spuitkopgrootte 1,8 bis 2,2 mm ø Stk. 1 Materiaalaansluit Reservedelsnr. V 10 141 30 038* V 10 141 30 188* Stk. Middeldruk spuitkopgrootte 0,3 bis 1,5 mm ø 1 Reservedelsnr. 8-gats Luchtkop 1 Stk. 6-gats Benaming Materiaalaansluit Middeldruk Beker met druppelaar Pos. Reserveonderdelen PILOT Mini 1 Reservedelsnr V 10 141 30 038* V 10 141 30 188* 2 Materiaalspuitkop 1 V 10 151 41 . . 3* 1 V 10 151 41 . . 3* 2 Materiaalspuitkop 1 V 10 151 41 . . 3* 1 V 10 151 41 . . 3* 3 Naaldpakking compl. 1 V 10 151 00 500 1 V 10 151 00 500 3 Naaldpakking compl. 1 V 10 151 00 500 1 V 10 151 00 500 3.1 Naaldpakkingbus 1 V 10 151 06 103 1 V 10 151 06 103 3.1 Naaldpakkingbus 1 V 10 151 06 103 1 V 10 151 06 103 3.2 Naaldpakking 1 V 09 002 21 000 1 V 09 002 21 000 3.2 Naaldpakking 1 V 09 002 21 000 1 V 09 002 21 000 3.3 Drukgedeelte 1 V 10 151 37 000 1 V 10 151 37 000 3.3 Drukgedeelte 1 V 10 151 37 000 1 V 10 151 37 000 4 Pistoollichaam compl. 1 V 10 151 01 000 1 V 10 152 01 000 4 Pistoollichaam compl. 1 V 10 141 01 000 1 V 10 142 01 000 5 Klepdichting 1 V 10 151 13 000 1 V 10 151 13 000 5 Klepdichting 1 V 10 151 13 000 1 V 10 151 13 000 6 Klepsteel 1 V 10 151 14 203 1 V 10 151 14 203 6 Klepsteel 1 V 10 151 14 203 1 V 10 151 14 203 7 Klepkegel 1 V 10 151 14 000 1 V 10 151 14 000 7 Klepkegel 1 V 10 151 14 000 1 V 10 151 14 000 8 Klepveer 1 V 10 151 17 000 1 V 10 151 17 000 8 Klepveer 1 V 10 151 17 000 1 V 10 151 17 000 9 Schijf 1 V 10 151 18 000 1 V 10 151 18 000 9 Schijf 1 V 10 151 18 000 1 V 10 151 18 000 10 O-ring 1 V 09 102 33 009 1 V 09 102 33 009 10 O-ring 1 V 09 102 33 009 1 V 09 102 33 009 11 O-ring 1 V 09 103 22 001 1 V 09 103 22 001 11 O-ring 1 V 09 103 22 001 1 V 09 103 22 001 12 Veerbus 1 V 10 151 16 005 1 V 10 151 16 005 12 Veerbus 1 V 10 151 16 005 1 V 10 151 16 005 13 Materiaalnaald (0.3 - 2.2 mm ø) 1 V 10 151 71 . . 3* 1 V 10 152 71 . . 3* 13 Materiaalnaald (0.3 - 2.2 mm ø) 1 V 10 151 71 . . 3* 1 V 10 152 71 . . 3* 14 Naaldveer 1 V 10 151 53 000 1 V 10 151 53 000 14 Naaldveer 1 V 10 151 53 000 1 V 10 151 53 000 15 Stelschroef 1 V 10 151 19 005 1 V 10 151 19 005 15 Stelschroef 1 V 10 151 19 005 1 V 10 151 19 005 16 O-ring 1 V 09 102 67 000 1 V 09 102 67 000 16 O-ring 1 V 09 102 67 000 1 V 09 102 67 000 17 Luchtvolumeregeling 1 V 10 151 25 000 1 V 10 151 25 000 17 Luchtvolumeregeling 1 V 10 151 25 000 1 V 10 151 25 000 18 Brede- / Rondestraalregeling 1 V 10 151 20 000 1 V 10 151 20 000 18 Brede- / Rondestraalregeling 1 V 10 151 20 000 1 V 10 151 20 000 19 Pistoolgreep 1 V 10 151 04 000 1 V 10 151 04 000 19 Pistoolgreep 1 V 10 151 04 000 1 V 10 151 04 000 20 Luchtpijpmoer 1 V 00 101 08 000 1 V 00 101 08 000 20 Luchtpijpmoer 1 V 00 101 08 000 1 V 00 101 08 000 21 Borgschijf 1 V 00 101 05 000 1 V 00 101 05 000 21 Borgschijf 1 V 00 101 05 000 1 V 00 101 05 000 22 Verloopstuk 2 V 11 601 23 000 2 V 11 601 23 000 22 Verloopstuk 2 V 11 601 23 000 2 V 11 601 23 000 23 Hendelschachtschroef 1 V 10 151 11 005 1 V 10 151 11 005 23 Hendelschachtschroef 1 V 10 151 11 005 1 V 10 151 11 005 24 Meeneembout 1 V 10 151 12 005 1 V 10 151 12 005 24 Meeneembout 1 V 10 151 12 005 1 V 10 151 12 005 25 Hendelschroef 1 V 10 301 09 000 1 V 10 301 09 000 25 Hendelschroef 1 V 10 301 09 000 1 V 10 301 09 000 26 Trekkerhendel 1 V 10 151 10 000 1 V 10 151 10 000 26 Trekkerhendel 1 V 10 151 10 000 1 V 10 151 10 000 27 Beker met druppelaar compl. 1 V 00 130 00 200 27 Beker met druppelaar compl. 1 V 00 130 00 200 28 Materiaalaansluitnippel 28 Materiaalaansluitnippel 1 V 10 152 16 003 1 72 V 10 152 16 003 73 Reserveonderdelen PILOT Mini-K PILOT Mini-Lijm PILOT Mini-Lijm V 10 151 32 . . 3 V 10 152 34 . . 3 Beker met druppelaar Pos. Reparatiesets Benaming Stk. spuitkopgrootte 0,3 bis 1,5 mm ø 1 Materiaalaansluit Reservedelsnr. Stk. Reservedelsnr spuitkopgrootte 1,8 bis 2,2 mm ø V 10 151 62 034* V 10 151 62 184* 4-gats 1 4-gats Luchtkop 1 V 10 151 62 034* V 10 151 62 184* 2 Materiaalspuitkop (draaisproeier) 1 V 10 151 61 . . 3* 1 V 10 151 61 . . 3* 3 Naaldpakking compl. 1 V 10 151 00 500 1 V 10 151 00 500 3.1 Naaldpakkingbus 1 V 10 151 06 103 1 V 10 151 06 103 3.2 Naaldpakking 1 V 09 002 21 000 1 V 09 002 21 000 3.3 WALTHER houdt voor de handspuitpistolen PILOT Mini / -MP en -K reparatiesets gereed die alle aan slijtage onderhevige onderdelen bevatten. Deze onderdelen staan in de lijst met reserveonderdelen vetgedrukt aangegeven. Reservedelsnr. PILOT Mini Beker met druppelaar (FB) Standaarduitvoering V 16 098 NA ..3 PILOT Mini Materiaalaansluit (FA) Standaarduitvoering V 16 152 NA ..3 PILOT Mini-MP Beker met druppelaar (FB) Middeldrukuitvoering V 16 141 NA ..3 PILOT Mini-MP Materiaalaansluit (FA) Middeldrukuitvoering V 16 142 NA ..3 PILOT Mini-K Beker met druppelaar (FB) Standaarduitvoering Lijm V 16 151 32 ..3 PILOT Mini-K Materiaalaansluit (FA) Standaarduitvoering Lijm V 16 152 34 ..3 Drukgedeelte 1 V 10 151 37 000 1 V 10 151 37 000 4 Pistoollichaam compl. 1 V 10 151 01 000 1 V 10 152 01 000 5 Klepdichting 1 V 10 151 13 000 1 V 10 151 13 000 6 Klepsteel 1 V 10 151 14 203 1 V 10 151 14 203 7 Klepkegel 1 V 10 151 14 000 1 V 10 151 14 000 8 Klepveer 1 V 10 151 17 000 1 V 10 151 17 000 9 Schijf 1 V 10 151 18 000 1 V 10 151 18 000 10 O-ring 1 V 09 102 33 009 1 V 09 102 33 009 Spuitkopsets Spuitkopsets bestaan uit luchtkop, materiaalspuitkop en materiaalnaald. Uitvoering spuitkop naar keuze: ▪ 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,2 mm ø 11 O-ring 1 V 09 103 22 001 1 V 09 103 22 001 12 Veerbus 1 V 10 151 16 005 1 V 10 151 16 005 13 Materiaalnaald (0.3 - 2.2 mm ø) 1 V 10 151 51 . . 3* 1 V 10 152 51 . . 3* PILOT Mini Beker met druppelaar (FB) 14 Naaldveer 1 V 10 151 53 000 1 V 10 151 53 000 15 Stelschroef 1 V 10 151 19 005 1 V 10 151 19 005 PILOT Mini Materiaalaansluit (FA) V 15 152 NA ..3 16 O-ring 1 V 09 102 67 000 1 V 09 102 67 000 PILOT Mini-MP Beker met druppelaar (FB) V 15 141 NA ..3 17 Luchtvolumeregeling 1 V 10 151 25 000 1 V 10 151 25 000 PILOT Mini-MP Materiaalaansluit (FA) V 15 142 NA ..3 18 Brede- / Rondestraalregeling 1 V 10 151 20 000 1 V 10 151 20 000 PILOT Mini-K Beker met druppelaar (FB) V 15 151 32 ..3 19 Pistoolgreep 1 V 10 151 04 000 1 V 10 151 04 000 PILOT Mini-K Materiaalaansluit (FA) V 15 152 34 ..3 20 Luchtpijpmoer 1 V 00 101 08 000 1 V 00 101 08 000 21 Borgschijf 1 V 00 101 05 000 1 V 00 101 05 000 22 Verloopstuk 2 V 11 601 23 000 2 V 11 601 23 000 23 Hendelschachtschroef 1 V 10 151 11 005 1 V 10 151 11 005 24 Meeneembout 1 V 10 151 12 005 1 V 10 151 12 005 25 Hendelschroef 1 V 10 301 09 000 1 V 10 301 09 000 26 Trekkerhendel 1 V 10 151 10 000 1 V 10 151 10 000 27 Beker met druppelaar compl. 1 V 00 130 00 200 28 Materiaalaansluitnippel 1 V 10 152 16 003 74 Reservedelsnr. V 15 098 NA ..3 Uitvoering spuitkop naar keuze: ▪ 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,2 mm ø * Bij levering van reserveonderdelen desbetreffende grootte aangeven s.v.p. ( Spuitkopgroote: 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,2 mm ø ) Wij adviseren reparatiesets op lager te houden. 75 1 1.1 Algemeen Aanduiding van de modellen Modellen: Handspuitpistolen PILOT Mini / -MP / -K Type: PILOT Mini PILOT Mini Beker met druppelaar Materiaalaansluiting V 10 151 02 V 10 152 02 PILOT Mini-MP PILOT Mini-MP Beker met druppelaar Materiaalaansluiting V 10 141 02 V 10 142 02 PILOT Mini-K PILOT Mini-K Beker met druppelaar Materiaalaansluiting V 10 151 32 V 10 152 34 Fabrikant: 1.2 WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH Kärntner Str. 18-30 D-42327 Wuppertal Telefoon: 00 49 / (0)2 02 / 787-0 Telefax: 00 49 / (0)2 02 / 787-2217 www.walther-pilot.de • Email:[email protected] Doelmatig gebruik De handspuitpistolen PILOT Mini en -MP dienen uitsluitend voor de verwerking van spuitbare middelen, zoals b.v.: • Lakken en verven • Vetten, oliën en corrosiewerende middelen • Keramiekglazuren • Beitsen Omdat alle materiaal transporterende onderdelen van edelstaal zijn gemaakt, kunnen ook waterhoudende resp. agressieve materialen worden verspoten. Het handspuitpistool PILOT Mini-K is bijzonder geschikt voor lijmtoepassingen. Als de materialen die u wilt verspuiten, hier niet genoemd staan, wend u dan tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal. De spuitbare materialen mogen uitsluitend op werkstukken resp. objecten worden opgebracht. De temperatuur van het spuitmateriaal mag in principe niet boven 43°C komen. Het doelmatig gebruik houdt ook in dat alle instructies en gegevens uit de huidige bedieningshandleiding gelezen, begrepen en in acht genomen worden. Het apparaat voldoet aan de eisen bescherming tegen explosie, richtlijn 94 / 9 EG (ATEX) voor de op het typeplaatje aangegeven explosiegroep, categorie apparaat en temperatuurklasse. Bij gebruik van het apparaat is het noodzakelijk dat de in de gebruiksaanwijzing omschreven bepalingen worden aangehouden. De voorgeschreven inspectie- en ondehoudsintervallen moeten worden waargenomen. De gegevens op het typeplaatje resp. de informatie in het hoofdstuk Technische Gegevens moeten worden aangehouden en mogen niet worden overschreden. Er mag absoluut geen overbelasting van het apparaat ontstaan. Het apparaat mag in toepassingsgebieden met gevaar voor explosie alleen worden 76 ingezet met toestemming van de verantwoordelijke overheidsinstantie. Het is aan de verantwoordelijke overheidsinstantie resp. de exploitant de mate van explosiegevaar vast te stellen (indeling in zones). Het is aan de exploitant te controleren en ervoor te zorgen dat alle technische gegevens en de kentekening overeenkomstig ATEX met de noodzakelijke voorschriften overeenstemmen. In geval van gebruik, waarbij door een evtl. uitval van het apparaat een gevaar voor personen zou kunnen ontstaan, zijn door de exploitant passende veiligheidsmaatregelen te nemen. Als er bij gebruik onzekerheid ontstaat, doordat het apparaat naar mening van de exploitant niet naar believen functioneert, moet het apparaat onmiddellijk worden stopgezet en moet met contact worden opgenomen met WALTHER Spritz- und Lackiersysteme. Aarding/potentiaalnormalisatie Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende wordt geaard. (Maximale weerstand: 106 Ω). 1.3 Ondoelmatig gebruik Het spuitpistool mag niet anders worden gebruikt dan omschreven staat in de paragraaf Doelamtig gebruik. Iedere andere toepassing is ondoelmatig. Tot ondoelmatig gebruik horen b.v.: • het verspuiten van materialen op personen en dieren • het verspuiten van vloeibare stikstof. 2 Technische omschrijving PILOT Mini: Uitvoeringen: Spuitpistool voor conventionele verneveling • met beker met druppelaar • met materiaalaansluiting. PILOT Mini-MP: Spuitpistool voor middeldruk Uitvoeringen: • met beker met druppelaar • met materiaalaansluiting. PILOT Mini-K: Uitvoeringen: Spuitpistool voor lijmtoepassing • met beker met druppelaar • met materiaalaansluiting. Bij een toevoerdruk van 3,0 tot 3,3 bar bedraagt de spuitdruk 1,2 tot 1,4 bar (PILOT Mini-MP). Als de trekker (pos. 26) wordt gebruikt, wordt eerst de klepkegel (pos. 7) geopend (voorlucht) en dan pas wordt de materiaalnaald (pos. 13) teruggetrokken. Het sluiten gebeurt in omgekeerde volgorde. Het doorstroomvolume van het materiaal is afhankelijk van de diameter van de spuitkop en de instelling van de materiaaldruk op het drukvat of de drukregelaar van het materiaal. Bovendien kan het materiaalvolume worden geregeld door het naar binnen resp. naar buiten schroeven van de stelschroef (pos. 15). 77 De regelschroef (pos. 18) dient voor de regeling van de breedte van de spuitstraal. De spuitstraal wordt een brede straal door te draaien naar links (naar buiten schroeven), en een ronde straal door te draaien naar rechts (naar binnen schroeven). De regelschroef (pos. 17) dient voor de regeling van het luchtvolume van de verstuiver. 3 3.1 Veiligheidsinstructies Kenmerking van de veiligheidsinstructies Waarschuwing Het pictogram en de urgentiegraad “Waarschuwing” kenmerken een mogelijk gevaar voor personen. Mogelijke gevolgen: zware of lichte verwondingen. Opgelet Het pictogram en de urgentiegraad “Opgelet” kenmerken een mogelijk gevaar voor materiële waarden. Mogelijke gevolgen: beschadiging van zaken. 0spuitpistool materialen verwerkt. Rondzwevende deeltjes vormen een gevaar voor uw gezondheid. Draag oorbescherming tijdens het werken met het spuitpistool. Het door het spuitpistool geproduceerde geluidsniveau bedraagt ca. 85 dB (A) (PILOT Mini en Mini-K) resp. ca. 83 dB (A) (PILOT Mini-MP). Let er steeds op dat bij de inbedrijfstelling, vooral na montage- en onderhoudswerkzaamheden alle moeren en schroeven stevig zijn vastgedraaid. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen, omdat WALTHER uitsluitend voor deze onderdelen een veilige en perfecte functie kan garanderen. Wend u voor informatie over een risicoloos gebruik van het spuitpistool en de daarin gebruikte materialen tot WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, D-42327 Wuppertal. 4 Toevoerleidingen aansluiten Aanwijzing Het pictogram en de urgentiegraad “Aanwijzing” kenmerken aanvullende informatie voor het veilige en efficiënte werken met het spuitpistool. Aanwijzing Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de explosietekening (vouwblad) aan het begin van deze bedieningshandleiding. 3.2 Waarschuwing De luchtdruk in het spuitpistool mag niet hoger worden dan 8 bar, omdat anders niet gegarandeerd is dat het spuitpistool veilig functioneert. Algemene veiligheidsinstructies De desbetreffende ongevalpreventievoorschriften en de overige erkende veiligheidstechnische en op het werk betrekking hebbende medische regels dienen in acht te worden genomen. Gebruik het spuitpistool uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Tijdens het werk is vuur, niet afgeschermd licht en roken verboden. Bij het verspuiten van licht ontvlambare materialen (b.v. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat een verhoogd gezondheids-, explosie- en brandrisico. Het is noodzakelijk dat het spuitpistool via een geleidende luchtslang voldoende wordt geaard. (Maximale weerstand: 106 Ω). Maak vóór ieder onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool vrij van druk- letselrisico. Houd bij het verspuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor de onder druk staande spuitkop van het spuitpistool - letselrisico. Richt het spuitpistool niet op personen en dieren - letselrisico. Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitmateriaal en reinigingsmiddel in acht. Vooral agressieve en bijtende materialen kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken. Waarschuwing Materiaal- en luchtslangen die worden bevestigd met een slangdoorvoertulle, moeten extra met een slangklem geborgd zijn. Uitvoering: Beker met druppelaar 1. 2. 3. Bevestig de persluchtslang op de luchtleiding (gezuiverde perslucht) en op de luchtaansluiting van hetspuitpistool (pos. 21). Vul de beker met druppelaar met gezeefd materiaal. Sluit de beker met druppelaar. Schakel de persluchttoevoer in. Het pistool is nu bedrijfsklaar. Regeling voor ronde / brede straal Regeling luchtvolume De met deeltjes geladen afgewerkte lucht moet uit de buurt van het werkgebied en het bedrijfspersoneel worden gehouden. Draag desondanks de voorgeschreven ademhalingsbescherming en de voorgeschreven werkkleding, als u met het 78 Regeling voor materiaalvolume (naaldslag) Luchtaansluiting 79 • Uitvoering: Materiaaltoevoer door drukvat 1. Bevestig de persluchtslang op de luchtleiding (gezuiverde perslucht) en op de luchtaansluiting van het spuitpistool (pos. 21). 2. Bevestig de materiaaltoevoerslang op het drukvat van het materiaal of de materiaaldrukregelaar van een pompinstallatie en op de materiaalaansluiting (pos. 28) van het spuitpistool. 3. Vul het materiaaldrukvat met materiaal en sluit het deksel. 4. Stel op de persluchtreductieklep de gewenste materiaaldruk in; bij de materiaaltoevoer via pompsystemen wordt de materiaaldruk op de materiaaldrukregelaar ingesteld. 5. Schakel de perslucht in en stel op de reduceerklep de gewenste verstuiver­ luchtdruk in. 6. Open de materiaalkraan op het drukvat. 7. Om de in de materiaalslang zijnde lucht te laten ontwijken, gebruikt u de trekker (pos. 26) zolang totdat er een gelijkmatige materiaalstraal uit de spuitkop komt; nu kan het pistool weer worden dichtgezet. Het pistool is nu bedrijfsgereed. 5 Spuitbeeld wijzigen: U kunt bij de PILOT Mini het spuitbeeld wijzigen door de volgende instellingen (zie ook afbeeldingen blz. 79 / 80). a) Brede resp ronde straal instellen Regeling van de breedte van de spuitstraal met de regelschroef (pos. 18): door draaien naar links (naar buiten schroeven) naar een brede straal, door draaien naar rechts (naar binnen schroeven) naar een ronde straal. b) Materiaaldoorstroomvolume instellen. Materiaalansluiting Luchtaansluiting Inbedrijfstelling / Bediening Voordat u het spuitpistool in bedrijf kunt stellen, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: • De luchtdruk van de verstuiver moet in het spuitpistool aanwezig zijn • De materiaaldruk moet in het spuitpistool aanwezig zijn Opgelet De materiaaldruk mag niet hoger ingesteld zijn dan • 8 bar, omdat anders niet gegarandeerd is dat het spuitpistool veilig functioneert. Waarschuwing Het spuitpistool moet na affloop van het werk altijd drukvrij worden gemaakt. De onder druk staande leidingen kunnen springen en door het uitstromende materiaal in de buurt staande personen verwonden. Test spuitbeeld Er moet altijd een spuitbeeldtest worden gedaan als: • het spuitpistool voor de eerste maal in bedrijf wordt gesteld. • het spuitmateriaal wordt vervangen. 80  et pistool voor onderhoud of reparatie uit elkaar is gehaald. De spuitbeeldtest h kan worden uitgevoerd op een testwerkstuk, plaat, karton of papier. Het materiaalvolume kan worden geregeld door de stelschroef (pos. 15) naar binnen of naar buiten te draaien. Door draaien naar links (naar buiten schroeven) wordt het vergroot, door draaien naar rechts (naar binnen schroeven) verkleind. c) Verstuiverlucht regelen Het luchtvolume van de verstuiver kan worden geregeld door de stelschroef (pos. 17) naar binnen of naar buiten te draaien. De luchtdruk van de versuiver wordt ingesteld op de persluchtreduceerklep van de compressorinstallatie. Let op de aanwijzingen en veiligheidsinstructies van de fabrikant. Als u het spuitbeeld op een andere manier wenst te wijzigen dan met de hier reeds vermelde mogelijkheden, moet het spuitpistool worden omgebouwd. WALTHER biedt hiervoor veel verschillende luchtkop- / materiaalspuitkop-/ naald-combinaties aan. 6 Ombouw / reparatie Waarschuwing Maak vóór iedere ombouw / reparatie de regel- en verstuiverlucht en de materiaaltoevoer naar het spuitpistool vrij van druk – letselrisico. Aanwijzing Gebruik voor het uitvoeren van de hieronder vermelde arbeidsstappen de tekening aan het begin van deze bedieningshandleiding. Vervangen van materiaalspuitkop en luchtkop 1. Schroef de luchtkop (pos. 1) van het pistoollichaam (pos. 4). 2. Schroef de materiaalspuitkop (pos. 2) met sleutel SW 7 uit het pistoollichaam. De montage van de nieuwe materiaalspuitkop gebeurt in omgekeerde volgorde. Materiaalnaald vervangen 1. 2. 3. De Schroef de instelschroef (pos. 15) eraf. Verwijder de naaldveer (pos. 14). Trek de materiaalnaald (pos. 13) uit het pistoolichaam. montage gebeurt in omgekeerde volgorde. 81 x Aanwijzing De naaldinstelmaat bij PILOT Mini (FB) bedraagt X = 103,5 mm en bij PILOT Mini (FA) X = 121,5 mm van de punt van de naald tot aan de meenemerbus. Lekkende naaldpakking vervangen 1. 2. Verwijder de materiaalnaald, -spuitkop en luchtkop zoals boven omschreven Schroef met een schroevendraaier de naaldpakkingbus (pos. 3.1) uit het pistoollichaam. (Gebruik evtl. het speciale gereedschap). 3. Trek de naaldpakking compl. (pos. 3) {naaldpakkingbus (pos. 3.1), naaldpakking (pos. 3.2), drukgedeelte (pos. 3.3)} uit het pistoollichaam. Gebruik hiervoor evtl. een dunne draad waarvan het uiteinde omgebogen is tot een haak. De montage gebeurt in omgekeerde volgorde De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op gegalvaniseerde componenten chemische reacties en leiden tot corrosieschade. Reinig het spuitpistool • iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging. • minimaal een maal per week. • afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per week Uitvoerige reiniging Aanwijzing Alle beweglende en glijdende componenten moeten vóór de montage in het pistoolichaam worden ingevet met een zuurvrij, niet harsend vet. Haal het pistool uit elkaar Reinig de luchtkop en de materiaalspuitkop met een kwast en het reinigingsmiddel. 3. Reinig alle overige componenten en het pistoollichaam met ee doek en het reinigingsmiddel. 4. Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm: • Naaldveer • alle glijdende delen en lagerpunten. De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal een maal per week worden ingevet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik hiervoor een zuurvrij, niet harsend vet en een kwast. Vervolgens wordt het spuitpistool in de omgekeerde volgorde weer in elkaar gezet. 7 8 Aanwijzing De uit het voorzetstuk van het pistool gehaalde naaldpakking mag nooit meer worden gebruikt, omdat anders niet gegarandeerd is dat de pakking veilig afdicht. Reiniging Opgelet Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddelen of in een ander reinigingsmiddel. Anders kan niet worden gegarandeerd dat het spuitpistool perfect finctioneert. Gebruik ovor de reiniging geen garde of spitse voorwerpen. Voor schade die resulteert uit ondeskundige reiniging verleent WALTHER, Wuppertal, geen vrijwaring. U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren. 1.  Vul het gereinigde materiaalreservoir / beker met druppelaar / zuigbeker / hangdrukbeker resp. het gereinigde materiaaldrukvat met een bij het gespoten materiaal passend reinigingsmiddel. 2. Stel het spuitpistool in bedrijf. 3. Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmiddel uitspuit. De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de volgende bestanddelen niet inzitten: • Gehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v. 1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride enz.) • Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen • Geregenereerde oplosmiddeln (zgn. reinigingsverdunningen) • Ontlakkingmiddelen. 82 1. 2. Opsporen en opheffen van storingen Waarschuwing Waarschuwing onderbreek iedere keer voordat u ombouwt, de lucht- en materiaaltoevoer naar het spuitpistool - gevaar voor verwondingen. Fout Pistool druppelt Oorzaak Materiaalnaald of spuitkop beschadigd vervangen Materialnaald of spuitkop vervuild reinigen Naaldpakkingbus (pos. 3.1) te vast aange­draaid iets losdraaien met een schroevendraaier Te weinig materiaal in het reservoir opvullen Stootsgewijze of Beker met druppelaar helt te sterk over flutterende spuitstraal Materiaalspuitkop (pos. 2) is los of beschadigd Pistool blaast in ruststand Oplossing klepveer (pos. 8) of klepkegel (pos. 7) beschadigd 83 rechter houden vastdraaien of vervangen vervangen 8.1 Gebreken van een spuitbeeld verhelpen Uit de volgende tabel kunt u afleiden met welke instellingen u het spuitprofiel kunt beïinvloden. Gewenst resultat Spuitprofieltes 9 Afwijking Benodigde instelling Spuitbeeld is in het midden te dik • Bredere spuitstraalvorm instellen Spuitbeeld is aan de uiteinden te dik • Rondere spuitstraalvorm instellen Spuitbeeld is tamelijk grof qua druppels • Verstuiverluchtdruk verhogen Materiaallaag is in het midden van het spuitbeeld zeer dun • Verstuiverluchtdruk verlagen Spuitbeeld is in het midden gespleten • Sproeierdiameter vergroten • Verstuiverluchtdruk verlagen • Materiaaldruk vergroten Spuitbeeld is zeer balachtig • Materiaaldruk verkleinen • Verstuiverluchtdruk vergroten Afvalverwijdering De materialen die ontstaan bij de reiniging en het onderhoud dienen in overeenstemming met de wetten en voorschriften deskundig en vakkundig te worden verwijderd. Waarschuwing Let vooral op de instructies van de fabrikant van het spuit- en reinigingsmiddel. De gezondheid van mens en dier wordt in gevaar gebracht door achteloos verwijderd materiaal. 10 Technische gegevens Gewicht 295 gram Aansluitingen: Materiaalaansluiting Luchtaansluiting G 1/4“ G 1/4“ Spuitkopuitvoering naar keuze: 0,3 • 0,5 • 0,8 • 1,0 • 1,2 • 1,5 • 1,8 • 2,0 • 2,2 mm ø Luchtkoppen: Hogedrukluchtkop 6-gats Hogedrukluchtkop 8-gats Middeldrukkop Draaisproeierdrukluchtkop Drukbereiken: max. luchtdruk verstuiver max. materiaaldruk 8 bar 8 bar Max. bedrijfstemperatuur van het spuitpistool: 43 °C Het geluidsniveau, gemeten op 1 m afstand, bedraagt 83 / 85 dB(A) Luchtverbruik: Hogedrukluchtkop 6-gats Hogedrukluchtkop 8-gats Ronde straal Brede straal Ronde straal Brede straal Ronde straal Brede straal 1 bar 48 l/min 125 l/min 54 l/min 125 l/min 63 l/min 2 bar 70 l/min 195 l/min 90 l/min 195 l/min 95 l/min 3 bar 115 l/min 265 l/min 125 l/min 275 l/min 4 bar 140 l/min 330 l/min 150 l/min 5 bar 170 l/min 415 l/min 6 bar 220 l/min 490 l/min Luchtdruk verstuiver Draaisproeierdrukluchtkop Ronde straal Brede straal 105 l/min 60 l/min 120 l/min 170 l/min 110 l/min 175 l/min 130 l/min 220 l/min 140 l/min 235 l/min 340 l/min 160 l/min 280 l/min 175 l/min 300 l/min 185 l/min 420 l/min 190 l/min 330 l/min 220 l/min 360 l/min 220 l/min 495 l/min 220 l/min 400 l/min 255 l/min 430 l/min Technische wijzigingen voorbehouden. 84 Middeldrukkop 85
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53

WALTHER PILOT PILOT MINI und PILOT MINI K Handleiding

Type
Handleiding