bereik van kinderen. Laat geen personen met het apparaat werken die daar
niet mee vertrouwd zijn of die deze aanwijzingen niet hebben gelezen.
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk wanneer dit door onervaren personen wordt
gebruikt.
Onderhoud het apparaat zorgvuldig. Controleer dat bewegende delen e)
correct functioneren en niet klemmen en dat er geen onderdelen zijn
gebroken of zodanig beschadigd dat de werking van het apparaat
nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde onderdelen voor gebruik van
het apparaat repareren. Veel ongevallen worden veroorzaakt door slecht
onderhouden elektrisch gereedschap.
Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, hulpmiddelen enz. in f)
overeenstemming met deze aanwijzingen en zoals voor dit specieke
type apparaat is voorgeschreven. Houd daarbij rekening met de
werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van
elektrisch gereedschap voor ander dan het bedoelde gebruik kan leiden tot
gevaarlijke situaties.
5. Service
Laat het apparaat uitsluitend repareren door gekwaliceerd technisch a)
personeel en uitsluitend met originele onderdelen. Daarmee blijft de
veiligheid van het apparaat gewaarborgd.
Wanneer het netsnoer van dit apparaat is beschadigd, moet dit door de b)
fabrikant, zijn klantenservice of een gelijkwaardig gekwaliceerd persoon
worden vervangen om gevaren te voorkomen.
Veiligheidsaanwijzingen voor spuitpistolen
Uitsluitend coatingmateriaal, zoals verven, lakken, lazuren, enz., met een vlampunt van
•
21°C of hoger verspuiten, zonder aanvullende verwarming. (in Duitsland: coatingmateriaal
in gevarenklasse A II resp. A III, zie verfblik)
Het apparaat mag niet worden gebruikt op arbeidsplaatsen, die vallen onder de wetgeving
•
voor plaatsen waar ontplongsgevaar kan heersen.
In de directe omgeving van de spuitwerkzaamheden mogen zich geen ontstekingsbronnen
•
bevinden, zoals b.v. open vuur, brandende sigaretten, sigaren en pijpen, vonken,
gloeidraden, hete oppervlakken, enz.
Verspuit geen stoen, waarvan de evt. gevaren niet bekend zijn
•
.
Verwijder voor alle werkzaamheden aan het spuitpistool de netstekker uit de
•
wandcontactdoos.
De spuitpistolen mogen niet worden gebruikt voor het spuiten van brandbare stoen.
•
De spuitpistolen mogen niet worden gereinigd met brandbare oplosmiddelen met een
•
vlampunt lager dan 21°C.
Let op gevaren, die kunnen worden veroorzaakt door het verspoten materiaal en neem de
•
aanwijzingen op het materiaalreservoir of van de fabrikant van het materiaal in acht.
Aanbeveling: Draag bij spuitwerkzaamheden een adembescherming en een
beschermbril.
LET OP! GEVAAR VOOR VERWONDING!
Het spuitpistool nooit op zichzelf, personen of dieren richten.
Let erop, dat tijdens het gebruik van de W 550, zowel binnen als buiten, geen
•