Als een af fabriek nieuw apparaat voor het eerst in gebruik
wordt genomen (of nadat een apparaat een langere periode
niet is gebruikt) kan er een lichte rook- of stankontwikkeling
optreden. Het is raadzaam om het apparaat dan op maximaal
vermogen te laten branden en te zorgen voor een goede ven-
tilatie van de ruimte.
Een ongewoon geluid van de brander of het flakkeren van
de vlam duidt op een defect van de gasdrukregelinstalla-
tie en maakt een controle van de gasdrukregelinstallatie
noodzakelijk.
Warmtegevoelige voorwerpen (bijvoorbeeld spuitbussen)
mogen niet in de inbouwruimte van de boiler worden opge-
borgen, omdat hier eventueel hogere temperaturen kunnen
ontstaan.
Voor de gasinstallaties mogen uitsluitend gasdrukregelin-
stallaties volgens EN16129 (in voertuigen) met een vaste
uitgangsdruk van 30 mbar worden gebruikt. Het debiet van de
gasdrukregelinstallatie moet ten minste overeenkomen met
het maximale verbruik van alle door de fabrikant van de instal-
latie ingebouwde apparatuur.
Belangrijke bedieningsinstructies
Als de rookgasafvoer in de buurt van of direct onder een te
openen raam is geplaatst, moet het apparaat van een auto-
matische uitschakeling zijn voorzien om gebruik bij geopend
raam te voorkomen.
Als de boiler niet wordt gebruikt altijd het afdekkapje op de
rookgasafvoer aanbrengen. Als dit niet in acht wordt geno-
men, kan de werking van het apparaat door water, vuil of
insecten worden gestoord.
Afbeelding 1
Bij uitgeschakelde boiler vóór het begin van elke rit het
afdekkapje van de rookgasafvoer aanbrengen. Let erop
dat het stevig vastzit en vastgeklikt is (gevaar voor ongeval-
len). Defecte afdekkapjes mogen niet meer worden gebruikt.
Als dit punt niet in acht wordt genomen, vervalt de garantie.
Vergeet niet het afdekkapje te verwijderen alvorens de boiler
in gebruik te nemen!
Als alleen de koudwaterinstallatie zonder boiler wordt ge-
bruikt, wordt daarbij ook de boiler met water gevuld. Om
vorstschade te voorkomen, moet de waterinhoud door middel
van het veiligheids- / aftapkraantje worden afgetapt, ook als
de boiler niet is gebruikt. Als alternatief kunnen twee tegen
heet water bestendige afsluitkranen vóór de koud- en warm-
wateraansluiting worden gemonteerd.
De boiler bij vorstgevaar aftappen! Als dit punt niet in
acht wordt genomen, vervalt de garantie.
Bij aansluiting op een centrale waterleiding (land- of city-aan-
sluiting) of bij het gebruik van pompen met veel vermogen
moet een drukregelaar worden aangebracht die voorkomt dat
er hogere drukken dan 2,8 bar op de boiler kunnen komen te
staan.
Veiligheidsrichtlijnen
Voor het gebruik van gasdrukregelinstallaties, gasapparatuur
of gasinstallaties is het gebruik van staande gasflessen waar-
uit gas uit de gasfase wordt onttrokken, dwingend voor-
geschreven. Gasflessen waaruit gas uit de vloeistoffase wordt
onttrokken (bijv. voor heftrucks) mogen niet worden gebruikt,
omdat ze tot beschadiging van de gasinstallatie leiden.
Bij lekkages van de gasinstallatie of bij een gaslucht:
– doof alle open vuur
– niet roken
– alle apparatuur uitschakelen
– de gasfles sluiten
– ramen en deuren openen
– geen elektrische schakelaars bedienen
– de totale installatie door een geschoold technicus laten
controleren!
Reparaties mogen uitsluitend door geschoold personeel
worden uitgevoerd!
Neem voor het gebruik het voorschrift van EN60335-1:2010
in acht; volgens dit voorschrift is het apparaat niet bestemd
om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens dan
wel zonder ervaring en / of kennis, tenzij ze onder toezicht
staan van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon
of hiervan aanwijzingen hebben gekregen hoe het apparaat
moet worden gebruikt.
Op kinderen moet toezicht worden gehouden om te garande-
ren dat ze niet met het apparaat spelen.
Om het gevaar van onbedoeld resetten van de over-
temperatuurbewaking te voorkomen, mag de stroom
voor het apparaat niet via een externe schakeleenheid zoals
een tijdschakelklok worden geleverd en mag het niet met een
stroomcircuit worden verbonden dat regelmatig door een in-
richting wordt in- en uitgeschakeld.
Vrijwarings- en garantieclaims vervallen en aansprakelijk-
heidseisen worden uitgesloten in onderstaande gevallen:
– veranderingen aan het apparaat (inclusief accessoires),
– veranderingen aan de rookgasafvoer,
– gebruik van andere dan originele Truma-onderdelen als re-
serveonderdelen en accessoires,
– het niet opvolgen van de inbouwhandleiding en de
gebruiksaanwijzing.
Bovendien vervalt de wettelijke goedkeuring van het apparaat
en daardoor in veel landen ook de wettelijke goedkeuring van
het voertuig.
De werkdruk van de gastoevoer (30 mbar) moet overeenstem-
men met de werkdruk van het apparaat (zie typeplaatje).
Vloeibaar-gasinstallaties moeten aan de technische en admi-
nistratieve bepalingen van het land van gebruik voldoen (bijv.
EN 1949 voor voertuigen). Nationale voorschriften en regelin-
gen moeten worden nageleefd.
De gasinstallatie moet elke de 2 jaar door een gekwalificeerd
technicus worden gecontroleerd en dit moet op een keurings-
certificaat worden bevestigd.
De eigenaar van het voertuig is verantwoordelijk voor
het laten uitvoeren van de keuring.
Vloeibaar-gasapparaten mogen tijdens het tanken, in parkeer-
garages, garages of op veerboten niet worden gebruikt.
27