27
Warmtegevoelige voorwerpen (b.v. spuitbussen) mogen niet
in de inbouwruimte van de boiler worden bewaard, omdat het
hier eventueel tot hogere temperaturen kan komen.
Voor de gasinstallatie mogen uitsluitend drukregelaars con-
form EN 12864 (in voertuigen) met een vaste uitgangsdruk
van 30 mbar gebruikt worden. De doorstromingssnelheid van
de drukregelaar moet ten minste overeenstemmen met het
maximum verbruik van alle door de installatiefabrikant inge-
bouwde toestellen.
Bij temperaturen rond 0 °C en daaronder moet de gasdruk-
regelaar resp. de omschakelklep met de regelaarverwarming
EisEx gebruikt worden.
Voor de gasvoorziening van auto’s bevelen wij de Truma
accessoires aan.
Er mogen uitsluitend voor het land van gebruik geschikte
regelaar-aansluitslangen die voldoen aan de eisen van het
land, gebruikt worden. Deze moeten regelmatig gecontro-
leerd worden op broosheid. Voor gebruik in de winter mogen
uitsluitend winterharde speciale slangen gebruikt worden.
Drukregelapparatuur en slangleidingen dienen uiterlijk
10 jaar (bij zakelijk gebruik 8 jaar) na de fabricagedatum
door nieuwe te worden vervangen. Hiervoor is de gebruiker
verantwoordelijk.
Belangrijke bedienings voorschriften
Werd de schoorsteen in de buurt resp. direct onder een te
openen venster geplaatst, dan moet het toestel voorzien zijn
van een automatische uitschakelinrichting, om werking bij
geopend venster te verhinderen.
Wanneer de boiler niet wordt gebruikt, moet altijd de schoor-
steenafdekkap worden geplaatst. Als u zich hier niet aan
houdt, kan de werking van het apparaat door water, vuil of in-
sekten worden gehinderd. In dat geval kunt u geen aanspraak
op garantie maken.
Bij een uitgeschakelde boiler voor het begin van elke
rit het deksel op de luchtafvoeropening plaatsen. Let er
daarbij op dat deze vastzit en goed op zijn plaats valt (gevaar
voor ongevallen). Defecte schoorsteenkappen mogen niet
meer worden gebruikt.
Voordat u de boiler weer aanzet, moet u absoluut de schoor-
steenafdekkap weer verwijderen!
Wordt alleen de koudwater installatie zonder de boiler ge-
bruikt, dan vult de boiler zich ook met water. Om vorstschade
te voorkomen, dient ook bij nietgebruik van de boiler door het
openen van de veiligheids-/aftapkraan de waterinhoud afge-
tapt worden. Als alternatief kunnen twee heetwaterbestendige
blokkeerkleppen voor de koud- en warmwateraansluiting
worden gemonteerd.
Bij aansluiting op een centrale watervoorziening (nationaal of
lokaal) moet een waterdruk regelaar worden gebruikt, om te
voorkomen dat hogere drukwaarden dan 2,8 bar in de boiler
kunnen onstaan.
In Duitsland moet bij storingen in principe het Truma
servicecentrum worden gewaarschuwd; in andere landen
staan de bestaande servicepartners tot uw beschikking
(zie Truma Serviceblad of www.truma.com).
Veiligheidsaanwijzingen
Voor de werking van gasregelaars, gastoestellen resp. gasin-
stallaties, is het gebruik van staande gasflessen waaruit gas
in gasvormige toestand wordt genomen verplicht voorge-
schreven. Gasflessen waaruit gas in vloeibare toestand wordt
genomen (bijv. voor heftrucks) zijn voor de werking verboden,
omdat zij tot beschadiging van de gasinstallatie leiden.
Bij lekken in de gasinstallatie of als u gas ruikt:
alle open vlammen blussen
niet roken
de apparate uitschakelen
sluit de gasfles
ramen en deuren openen
zet geen elektrische apparaten aan
laat de hele installatie door een vakbekwaam monteur
controlen!
Reparaties mogen alleen door vakbekwame monteurs
worden uitgevoerd!
Dit apparaat is in overeenstemming met de voorschriften van
EN 60335-1: 2010 niet bestemd voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met fysieke, sensorische of geestelijke
beperkingen of gebrek aan ervaring en / of kennis, tenzij dit
gebeurt onder toezicht van een voor hun veiligheid verant-
woordelijke persoon of na het ontvangen van hun instructies
over hoe het apparaat gebruikt moet worden.
Over kinderen moet toezicht gehouden worden om ervoor te
zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
Om risico‘s door een onbedoeld resetten van de over-
temperatuurbewaking te vermijden, mag het apparaat
niet via een extern schakelapparaat zoals een schakelklok ge-
voed worden of met een stroomkring verbonden zijn die regel-
matig door een inrichting in- en uitgeschakeld wordt.
Garantie en claims i.v.m. aansprakelijkheid komen in onder-
staande gevallen te vervallen:
veranderingen aan het apparaat (met inbegrip van
toebehoren),
veranderingen aan de afvoer van de uitlaatgassen en aan de
schoorsteen,
gebruik van andere dan originele Truma-onderdelen als
vervangende
onderdelen of toebehoren,
het niet opvolgen van de montage- en gebruiksaanwijzing.
Bovendien vervalt hierdoor de gebruikstoelating voor het
apparaat en in sommige landen ook voor het voertuig.
De werkdruk van de gasvoorziening 30 mbar moet overeen-
stemmen met de werkdruk van het toestel (zie typeplaat).
Generatorgasinstallaties moeten voldoen aan de technische
en administratieve voorschriften van het betreffende land
van gebruik (b.v. EN 1949 voor voertuigen). Nationale voor-
schriften en regelingen (in Duitsland b.v. het DVGW-werkblad
G 607) moeten worden opgevolgd.
Het testen van de gasinrichting moet in Duitsland elke 2 jaar
door een vakman (DVFG, TÜV, DEKRA) worden uitgevoerd.
De bezitter van het voertuig is verantwoordelijk voor het laten
uitvoeren van de controle.
Generatorgastoestellen mogen bij het tanken, in parkeergara-
ges, garages of op veerboten niet gebruikt worden.
Bij de eerste ingebruikname van een fabrieknieuw apparaat
(en na een langere stilstand) kan zich kort een lichte rook – en
geurontwikkeling voor doen. Het is raadzaam het apparaat
direct met de hoogste temperatuurinstelling te laten branden
en voor een goede beluchting van de ruimte te zorgen.
Een ongewoon brandergeraas of een afblazende vlam wijst op
een defect aan de regelaar, die in dat geval nagekeken dient te
worden.
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–