VOLTCRAFT VC-20 Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual
51
Alternating voltage, overload protection 600 V
Range (50-60 Hz) Accuracy Resolution
4 V
±(1.2% + 8dgt)
1 mV
40 V 10 mV
400 V
±(2.3% + 10dgt)
100 mV
600 V 1 V
Direct current, overload protection 200 mA/600 V
Range Accuracy Resolution
400 µA
±(2.2% + 8dgt)
0.1 µA
4,000 µA 1 µA
40 mA 10 µA
200 mA 100 µA
Alternating current, overload protection 200 mA/600 V
Range (50-60 Hz) Accuracy Resolution
400 µA
±(2.5% + 10dgt)
0.1 µA
4 mA 1 µA
40 mA 10 µA
200 mA 100 µA
80
INHOUDSOPGAVE O
........................................................................................................................................... Pagina
1. Inleiding .............................................................................................................................81
2. Beoogd gebruik .................................................................................................................82
3. Beschrijving van de afzonderlijke onderdelen ....................................................................83
4. Pictogramverklaringen .......................................................................................................85
5. Veiligheidsvoorschriften .....................................................................................................86
6. Productbeschrijving ...........................................................................................................89
7. Leveringsomvang ..............................................................................................................89
8. Ingebruikneming ................................................................................................................90
9. Meting ................................................................................................................................91
a) Spanningsmeting DC/AC .............................................................................................91
b) Frequentiemeting .........................................................................................................92
c) Duty Cycle ...................................................................................................................92
d) Weerstandsmeting .......................................................................................................93
e) Diodetest ......................................................................................................................94
f) Doorgangstest ..............................................................................................................95
g) Capaciteitsmeting.........................................................................................................95
h) Contactloze spanningsdetectie ....................................................................................96
i) Stroommeting DC/AC...................................................................................................97
10. Gebruik van de zaklamp ...................................................................................................97
11. Onderhoud en reiniging .....................................................................................................98
12. Plaatsen/vervangen van de batterijen ...............................................................................99
13. Afvoer ..............................................................................................................................100
a) Algemeen ...................................................................................................................100
b) Batterijen/Accu´s ........................................................................................................100
14. Verhelpen van storingen ..................................................................................................101
15. Technische gegevens ......................................................................................................102
81
1. INLEIDING
Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft
®
-product. Hiermee heeft u een
uitstekend apparaat in huis gehaald.
U heeft een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product
uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek onderscheidt
door specieke vakkundigheid en permanente innovatie.
Met Voltcraft
®
worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als
professionele gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft
®
biedt u betrouwbare technologie met een
buitengewoon gunstige verhouding van prijs en prestaties.
Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft
®
is tegelijkertijd het begin van een langdurige
en prettige samenwerking.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft
®
-product!
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be
82
2. BEOOGD GEBRUIK
Meten in het gebied van de overspanningscategorie CAT IV tot max. 600 V bij gebruik van
de afdekkappen op de meetleidingen ten opzichte van aardpotentiaal, volgens EN 61010-1)
of lager en weergave van de elektrische grootheden
Gelijk- en wisselspanningsmetingen tot max. 600 V
Meten van gelijk- en wisselstroom tot maximaal 200 mA
Meten van weerstanden tot 40 MOhm
Doorgangstest (< 100 Ohm akoestisch)
Diodetest
Capaciteitstest van condensatoren tot 200 µF
Frequentiemeting tot 10KHz en weergave van de pos. pulsverhouding in % (duty cycle)
Contactloze wisselspanningsdetector binnen het bereik van 100 - 600 V/AC
Gebruik als LED-zaklamp
Gebruik met één hand mogelijk, door insteekmogelijkheid voor de meetstiften aan de
achterkant
Het meetapparaat voldoet aan veiligheidsklasse IP54 en is beschermd tegen stof en spatwa-
ter. Het mag in geopende toestand of met open of ontbrekend deksel van het batterijvak niet
worden gebruikt.
Het gebruik is alleen toegestaan met batterijen van het type micro (AAA).
Metingen onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan.
Ongunstige omstandigheden zijn:
- brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen,
- onweer resp. omstandigheden bij onweer zoals sterk elektrostatische velden enz.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het
product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het
complete product mag niet worden veranderd of omgebouwd!
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen!
83
3. BESCHRIJVING VAN DE AFZONDERLIJKE
ONDERDELEN (zie uitklappagina)
1 Draaischakelaar voor het instellen van de meetfuncties
2 Lichttoets voor zaklampfunctie
3 MODE-toets voor omschakeling van meetfuncties
4 Display (LCD) met weergave van functies en meeteenheid
A Indicator batterij vervangen
B Teken bij negatieve meetwaarden
C Indicator voor gelijk- (DC) of wisselspanningsgrootheden (AC)
D Indicator voor automatische bereikselectie (auto range)
E Digitale weergave van meetwaarde (4000 digits)
F Symbool voor diodetest
G Symbolen voor akoestische doorgangstest
H Weergave van de meeteenheid
5 NCV-sensor (contactloze spanningsdetector)
6 NCV-lichtindicator (NCV = Non Contact Voltage detector)
7 LED-zaklamp
8 Insteekmogelijkheid voor meetdraden aan de achterkant
9 Toets voor frequentie- en duty-cycle-meetfunctie
10 Batterijvak
11 Handgreepmarkering van de meetstiften
12 Meetcontactpunten met opsteekbare CAT III/CAT IV-afdekkappen
84
Displaygegevens en symbolen
AC Wisselspanningsgrootheid voor spanning en stroom
DC Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom
V Volt (eenheid van el. spanning)
mV Millivolt (macht -3)
mA Milli-ampère (eenheid van el. stroom, macht -3)
µA Micro-ampère (macht -6)
Ω Ohm (eenheid van el. weerstand)
Kilo-ohm, (macht 3)
Mega-ohm, (macht 6)
Hz Hertz (eenheid van el. frequentie)
% Weergave van de puls-pauzeverhouding in %
µF Microfarad (eenheid van el- capaciteit, macht -6)
nF Nanofarad (macht -9)
85
4. PICTOGRAMVERKLARINGEN
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruik-
saanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd.
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een
veiligheidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat.
Het „pijl“-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening .
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen.
Veiligheidsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie)
CAT II Meetcategorie II voor metingen op elektrische en elektronische apparaten, die
via een netstekker van spanning worden voorzien. Deze categorie omvat ook alle
kleinere categorieën (bijv. CAT I voor de meting van signaal- en stuurspanningen).
De sondepunten mogen uitsluitend zonder afdekkappen worden gemeten.
CAT III Meetcategorie III voor metingen in de gebouweninstallatie (bijv. contactdozen of
verdeelinrichtingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT
II voor de meting op elektronische apparatuur). De sondepunten mogen uitsluitend
met afdekkappen over de sondepunten worden gemeten.
CAT IV Meetcategorie IV voor metingen op de bron van de laagspanningsinstallatie (bijv.
hoofdverdeling, huis-overdrachtspunt van de energieleverancier, enz.). Deze
categorie omvat ook alle kleinere categorieën. De sondepunten mogen uitsluitend
met afdekkappen over de sondepunten worden gemeten.
Aardpotentiaal
86
5. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees voor ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door, deze bevat
belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik.
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing,
vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij
niet aansprakelijk!
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor materiële schade of
persoonlijk letsel als gevolg van ondeskundig gebruik of het negeren van
de veiligheidsvoorschriften! In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op
garantie.
Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten.
Volg de instructies en waarschuwingen van de gebruiksaanwijzing op om deze
status van het apparaat te handhaven en een gevaarloze werking te garanderen!
Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of
veranderen van het apparaat niet toegestaan.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werkwijze, veiligheid of
aansluiting van het apparaat.
Houd meetapparaten en accessoires buiten bereik van kinderen! Het is geen
speelgoed!
In commerciële omgevingen dienen de ARBO-voorschriften ter voorkoming van
ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht
te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door
geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van
meetapparaten.
Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich binnen het stroommeet-
bereik bevindt.
De spanning tussen meetapparaat en aardpotentiaal mag niet meer zijn dan
600 V DC/AC in CAT IV.
87
Bij gebruik van de meetleidingen zonder afdekkingen mogen metingen tussen
meetapparaat en aardpotentiaal niet boven de overspanningscategorie CAT
II doorgevoerd worden. Bij metingen in de meetcategorie CAT III en CAT IV
moeten de afdekkappen op de sondepunten worden gestoken, om abusievelijke
kortsluitingen tijdens de meting te voorkomen.
Steek de afdekkappen op de sondepunten, tot ze vastklikken. Om ze te verwijde-
ren trekt u de kappen door wat kracht te zetten van de punten af.
Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetob-
ject worden verwijderd.
Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >33 V wissel- (AC) resp.
>70 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken
van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen.
Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op
beschadiging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie
beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is.
Om een elektrische schok te voorkomen, moet u erop letten dat u de te meten
aansluitingen/meetpunten tijdens de meting niet aanraakt, ook niet indirect.
Boven de voelbare handgreepmarkeringen (11) op de meetstiften mag tijdens het
meten niet worden vastgehouden.
Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui
(blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen,
kleding, de grond, schakelingen en schakeldelen enz. absoluut droog zijn.
Voorkom het gebruik in de directe nabijheid van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vertekend.
88
Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is,
mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen
onbedoeld gebruik. Er is wellicht sprake van onveilig gebruik als:
- het product zichtbaar is beschadigd,
- het product niet meer functioneert en
- het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is
opgeslagen of
- het product tijdens transport te zwaar is belast.
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar
een warme ruimte is gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd,
kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken. Laat het
apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Het verpakkingsmateriaal niet achteloos laten liggen. Dit kan voor kinderen
gevaarlijk speelgoed zijn.
Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken van
deze handleiding.
89
6. PRODUCTBESCHRIJVING
De meetwaarden worden op de multimeter (hierna DMM genoemd) digitaal weergegeven. De
meetwaarde van de DMM bestaat uit 4000 digits (digit = kleinst mogelijke display-eenheid).
De afzonderlijke meetbereiken worden via een draaischakelaar geselecteerd, waarin de
automatische bereikselectie „Auto-range“ actief is. Hierbij wordt altijd het geschikte meetbereik
ingesteld.
Om de batterijen van het meetapparaat te sparen, is de automatische uitschakeling altijd
actief. Als er 15 minuten geen toets wordt ingedrukt, schakelt de DMM uit. Om hem weer te
„wekken“ drukt u op de toets „MODE“, „Hz %“ of bedient u de draaischakelaar.
De elektriciteit vertoont een bijzonderheid. Bij dit meetapparaat is het niet meer nodig een
onbedoeld geactiveerde zekering te vervangen. De ingebouwde zekering zet zich na een
activering automatisch terug.
De meetdraden zijn vast met het meetapparaat verbonden. Een meetstifthouder aan de
achterkant maakt het meten met één hand mogelijk. De meetstiften kunnen daar worden
bevestigd om ruimte te besparen. Door de rubberen behuizing en de veiligheidsklasse IP54 is
de DMM zeer geschikt voor het harde meetgebruik.
Voor de voedingsspanning zijn twee microbatterijen (type AAA) nodig. Deze worden meege-
leverd.
Het meetapparaat is zowel bestemd voor hobbygebruik als voor professionele toepassingen.
7. LEVERINGSOMVANG
Multimeter met vast verbonden meetdraden
2 afdekkappen voor sondepunten
2 microbatterijen (type AAA)
Gebruiksaanwijzing
90
8. INGEBRUIKNEMING
Voor de ingebruikneming van het meetapparaat, moeten eerst de meegeleverde batterijen
worden geplaatst.
Plaats de batterijen zoals beschreven in het hoofdstuk „Reiniging en onderhoud“.
Draaischakelaar
De afzonderlijke meetfuncties kunnen via de draaischakelaar worden
ingesteld. Het meetapparaat is op stand „OFF“ uitgeschakeld. Schakel
het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt.
Bevestiging meetstiften
Bevestig de meetstiften als u ze niet gebruikt aan
de achterkant van het apparaat (transportbevei-
liging).
Bovendien kunnen de meetdraden zo worden
bevestigd, dat een meting kan worden uitgevoerd
met slechts één hand.
Schuif de beide meetstiften zoals afgebeeld van
bovenaf in de houder aan de achterkant.
91
9. METING
Zorg dat de max. toelaatbare ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan
33 V ACrms of 70 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Controleer voor aanvang van
de meting de aangesloten meetdraden op beschadigingen, zoals sneden, scheuren
of afknelling. Defecte meetdraden mogen niet meer worden gebruikt! Levensge-
vaarlijk!
a) Spanningsmeting DC/AC
Voor het meten van gelijkspanningen (DC) gaat u
als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draai-knop (1) in en kies het
meetbereik „V“. Op het display verschijnt „DC“.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject
(batterij, schakeling, enz.).
- De betreffende polariteit van de meet waarde wordt
samen met de actuele meetwaarde op het display (4)
weergegeven.
Voor wisselspanningsmetingen drukt u op de toets
„MODE“ (3) om naar het AC-bereik om te schakelen. Door nogmaals op de knop te drukken,
wordt weer teruggeschakeld, etc.
Het spanningsbereik „V DC/AC“ geeft een ingangsweerstand van >7,5 MOhm aan. Is
er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een „-“(min)-teken te zien, dan is de gemeten
spanning negatief (of de meetdraden zijn verwisseld).
92
b) Frequentiemeting
De DMM kan de frequentie van een signaalspanning meten en weergeven.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draaiknop (1) in enkies het meet-
bereik „V Hz %“. Druk op de toets „Hz %“ (9) om naar het
frequentiebereik te wisselen. Op het display verschijnt „Hz“.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (signaalge-
nerator, schakeling enz.).
- De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weergegeven.
c) Duty Cycle
De duty-cycle-functie bepaalt de verhouding tussen de positieve halve golengte van een
signaalspanning en het totale signaalverloop van een periode in %.
Voor het meten van de duty cycle gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draaiknop (1) in enkies het meet-
bereik „V Hz %“. Druk tweemaal op de toets „Hz %“ (9) om naar
de duty-cycle-modus te wisselen. Op het display verschijnt „%“.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (signaalge-
nerator, schakeling enz.).
- De duty cycle wordt op het display weergegeven.
93
d) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten
evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos zijn.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draai-knop (1) in en
kies het meetbereik „Ω“.
- Controleer de meetdraden op doorgang door
beide meetstiften met elkaar te verbinden.
Nu moet zich een weerstand van ca. 0,5 ohm
instellen.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het mee-
tobject. De meetwaarde wordt op het display
(4) weergegeven, mits het meetobject niet
hoogohmig of onderbroken is.
- Zodra „OL“ (voor overow = overloop) in het
display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken.
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waar-
mee de meetstiften in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en dergelijke.
Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vertekenen.
94
e) Diodetest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten
evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos zijn.
Kies het meetbereik
Druk op de MODE-toets (3) om defunctie van de akoestische doorgangstester te activeren.
Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de volgende meetfunctie (doorgangstest)
ingeschakeld.
- Op het display verschijnt het dio-de-symbool.
- Controleer de meetdraden op doorgang door
beide meetstiften met elkaar te verbinden. Nu
moet zich een waarde van ca. 0 V instellen.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het
meetobject (diode).
- Op het display wordt de doorlaatspanning in
volt (V) weergegeven. Als „OL“ verschijnt, dan
wordt de diode in sperrichting gemeten of is de
diode defect (onderbreking).
95
f) Doorgangstest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten
evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos zijn.
Kies het meetbereik
Druk tweemaal op de MODE-toets (3) om de functie van de akoestische doorgangstester te
activeren. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de volgende meetfunctie
(capaciteitsmeting) ingeschakeld.
- Op het display verschijnt het symbool „Door-gangstest“.
- Als doorgang wordt een meetwaarde < 100 ohm herkend; hierbij
klinkt een pieptoon.
- Zodra „OL“ (voor overow = overloop) in het display verschijnt,
heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onder-
broken.
g) Capaciteitsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten
even als andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Kies het meetbereik „CAP“
Druk driemaal op de MODE-toets (3) om de capaciteitstest te activeren. Door nogmaals op de
knop te drukken, wordt de eerste meetfunctie (weerstand) ingeschakeld etc.
- Op het display verschijnt de eenheid „nF“.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (condensa-
tor). Op het display wordt na korte tijd de capaciteit weergegeven.
- Zodra „OL“ (voor overow = overloop) in het display verschijnt,
heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onder-
broken.
96
h) Contactloze spanningsdetectie
In het meetapparaat is een contactloze spanningsdetector ingebouwd. De detector func-
tioneert bij wisselspanningen van 100 tot 600 V / 50 - 60 Hz, ook als het meetapparaat is
uitgeschakeld.
De spanningssensor (5) bevindtzich aan de
bovenzijde van het apparaat.
Met de detector kunt u bijvoorbeeld kabelon-
derbrekingen in spanningvoerende leidingen
opsporen.
Ga met het sensoroppervlak (5) van het meetap-
paraat langs het te controleren object.
Als wisselspanning wordt ontdekt, gaat de NCV-
indicator (6) branden.
De mogelijke afstand hangt af van de hoogte van de wisselspanning.
De spanningsdetector dient alleen voor snelle tests en kan een contactma-
kende spanningstest absoluut niet vervangen. Deze functie is niet toegestaan
voor het vaststellen van de spanningsvrijheid.
De weergave reageert ook bij statische ladingen, aangezien de detector een
elektrisch veld herkent. Dit is normaal en geeft geen defect aan.
97
i) Stroommeting DC/AC
Stroommetingen zijn mogelijk in twee bereiken. Het eerste bereik is van 0 tot 4000µA, het
tweede van 0 tot 200mA. Beide stroommeetbereiken zijn afgeschermd en dus beveiligd tegen
overbelasting.
Voor het meten van gelijkstroom (DC) gaat u als volgt te werk:
- Wanneer u stroom tot max. 4000 µA wiltmeten, stelt u de
draaiknop (1) op stand „µA“ resp. tot max. 200 mA op stand
„mA“. Op het display verschijnt „DC“.
- Sluit nu de beide meetstiften in serie aan op het meetobject
(batterij, schakeling, enz.); de betreffende polariteit van de
meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op
het display weergegeven.
Voor het meten van wisselstroom gaat u te werk zoals
hierboven beschreven.
Druk op de toets „MODE“ (3) om naar het AC-bereik om te
schakelen. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer
teruggeschakeld.
Meet in het µA/mA-bereik in geen geval stroom
groter dan 200 mA, aangezien dan de zekering wordt geactiveerd.
Als de zekering is geactiveerd (geen verandering van meetwaarden, enz), schakelt u de
DMM uit (OFF) en wacht u ongeveer 5 minuten. De zelf terug zettende zekering koelt af
en is daarna weer klaar voor gebruik.
10. GEBRUIK VAN DE ZAKLAMP
Als extra functie is in de DMM een LED-zaklamp geïntegreerd, die ook kan worden gebruikt
als de DMM is uitgeschakeld.
Druk voor inschakeling op de lichttoets (2). De lamp brandt alleen als de toets ingedrukt wordt,
om de batterij te sparen.
98
11. ONDERHOUD EN REINIGING
Algemeen
Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen,
moet het apparaat jaarlijks worden gekalibreerd.
Het vervangen van de batterijen vindt u hieronder.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetdraden,
bijv. op beschadiging van de behuizing of knellen van de draden enz.
Reiniging
Voordat u het apparaat reinigt, dient u absoluut de volgende veiligheidsvoorschriften in acht
te nemen:
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit
handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd.
De aangesloten draden moeten voor onderhoud of reparatie worden losgekoppeld
van alle spanningsbronnen.
Gebruik voor het reinigen geen carbonhoudende reinigingsmiddelen, benzine, alcohol of soort-
gelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien
zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook
geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke.
Voor het reinigen van het apparaat, resp. het display en de meetdraden kunt u een schone,
pluisvrije, antistatische en droge doek gebruiken.
99
12. PLAATSEN/VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN
Het meetapparaat werkt op twee microbatterijen (AAA). Bij de eerste ingebruikneming of
wanneer het batterijen vervangen-symbool (4A) op het display verschijnt, moeten nieuwe volle
batterijen worden geplaatst.
Voor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk:
- Verbreek het stroomcircuit van het meetapparaat en schakel het apparaat uit.
- Maak de schroef van het deksel van het batterijvak (10) los en haal dit van het apparaat
- Plaats twee nieuwe batterijen met de juiste poolrichting in het vak
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
!LEVENSGEVAAR!
Laat geen lege batterijen in het meetapparaat zitten, aangezien zelfs batterijen die tegen lek-
ken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk
zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat.
Geschikte alkalinebatterijen verkrijgt u met het volgende bestelnummer:
bestelnr. 652303 (2x bestellen a.u.b.).
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksdu-
ur hebben.
100
13. AFVOER
a) Algemeen
Afgedankte elektronische apparaten bevatten waardevolle stoffen en behoren niet
bij het huishoudelijk afval. Voer het product aan het einde van zijn levensduur af
conform de geldende wettelijke voorschriften.
Verwijder de geplaatste batterijen en voer deze gescheiden van het product af.
b) Batterijen/Accu´s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen
en accu’s in te leveren; verwijdering via het huishoudelijk afval is niet toegestaan!
Batterijen/accu’s met schadelijke stoffen worden gekenmerkt door het hiernaast
afgebeelde pictogram, dat op het verbod van verwijdering via gewoon huishoudelijk
afval duidt.
De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik,
Pb=lood (aanduiding staat op de batterij/accu bijv. onder het links afgebeelde
vuilnisbakpictogram).
Uw lege batterijen/accu’s kunt u kosteloos inleveren bij de inzamelpunten in uw gemeente, bij
al onze vestigingen en overal waar batterijen/accu’s worden verkocht!
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het
milieu.
101
14. VERHELPEN VAN STORINGEN
U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is
ontwikkeld en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht!
Fout Mogelijke oorzaak
De multimeter functioneert niet. Zijn de batterijen leeg? Controleer de batterijen.
Meetwaarde verandert niet. Is er een verkeerde meetfunctie actief (AC/DC)?
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uit sluitend door een erkend
vakman worden uitgevoerd.
Voor vragen over het gebruik van het meetapparaat, neem dan contact op met
onze technische ondersteuning beschikbaar.
102
15. TECHNISCHE GEGEVENS
Display .........................................4000 digits
Auto-Power-OFF ......................... na ca. 15 minuten klinkt een geluids-signaal; na nog enkele
minuten wordt het apparaat uitgeschakeld.
Lengte meetdraden .....................elk ca. 75 cm
Ingangsweerstand .......................>7,5 MΩ
Bedrijfsspanning ..........................3 V (2 x AAA)
Bedrijfstemperatuur .....................0 °C tot 40 °C
Opslagtemperatuur ......................-10 °C tot 50 °C
Gewicht ........................................ca. 145 g
Afmetingen (l x b x h) ...................104 x 55 x 33 (mm)
Meettoleranties
Weergave van de nauwkeurigheid in ± (% van de aezing (reading=rdg) + weergavefouten
in digits (= dgt = aantal kleinste display-eenheden)). Nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij
een temperatuur van +23 °C ±5 °C, bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 75%, niet-
condenserend.
Gelijkspanning, overbelastingsbeveiliging 600 V
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
400 mV
±(1% + 3dgt)
0,1 mV
4 V 1 mV
40 V
±(1,5% + 3dgt)
10 mV
400 V 100 mV
600 V 1 V
103
Wisselspanning, overbelastingsbeveiliging 600 V
Bereik (50-60 Hz) Nauwkeurigheid Resolutie
4 V
±(1,2% + 8dgt)
1 mV
40 V 10 mV
400 V
±(2,3% + 10dgt)
100 mV
600 V 1 V
Gelijkstroom, overbelastingsbeveiliging 200 mA/600 V
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
400 µA
±(2,2% + 8dgt)
0,1 µA
4000 µA 1 µA
40 mA 10 µA
200 mA 100 µA
Wisselstroom, overbelastingsbeveiliging 200 mA/600 V
Bereik (50-60 Hz) Nauwkeurigheid Resolutie
400 µA
±(2,5% + 10dgt)
0,1 µA
4 mA 1 µA
40 mA 10 µA
200 mA 100 µA
105
Duty Cycle
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
0,5 - 99% ±(2% + 5dgt) 0,1 %
Akoestische doorgangstester <100 Ω
Diodetest testspanning: 1,5 V / teststroom: 1 mA
Overbelastingsbeveiliging diode/doorgangstester: 600 V
Zorg dat de max. toelaatbare ingangswaarden in geen geval worden oversch-
reden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere
spanning dan 33 V ACrms of 70 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
D
Impressum
Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverlmung, oder die
Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nach-
druck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
G
Legal Notice
This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microlming, or the capture in electronic
data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication
represent the technical status at the time of printing.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
F
Information légales
Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microlm, saisie dans
des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même
par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
O
Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microver-
lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitge-
ver. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V3_0715_02/VTP

Documenttranscriptie

Alternating voltage, overload protection 600 V Range (50-60 Hz) 4V 40 V 400 V 600 V Accuracy ±(1.2% + 8dgt) ±(2.3% + 10dgt) Resolution 1 mV 10 mV 100 mV 1V Direct current, overload protection 200 mA/600 V Range Accuracy 400 µA 4,000 µA 40 mA Resolution 0.1 µA ±(2.2% + 8dgt) 200 mA 1 µA 10 µA 100 µA Alternating current, overload protection 200 mA/600 V Range (50-60 Hz) Accuracy 400 µA 4 mA 40 mA 200 mA Resolution 0.1 µA ±(2.5% + 10dgt) 1 µA 10 µA 100 µA 51 INHOUDSOPGAVE O ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ Pagina 1. Inleiding..............................................................................................................................81 2. Beoogd gebruik..................................................................................................................82 3. Beschrijving van de afzonderlijke onderdelen��������������������������������������������������������������������83 4. Pictogramverklaringen........................................................................................................85 5. Veiligheidsvoorschriften......................................................................................................86 6. Productbeschrijving............................................................................................................89 7. Leveringsomvang...............................................................................................................89 8. Ingebruikneming.................................................................................................................90 9. Meting.................................................................................................................................91 a) Spanningsmeting DC/AC..............................................................................................91 b) Frequentiemeting..........................................................................................................92 c) Duty Cycle . ..................................................................................................................92 d) Weerstandsmeting........................................................................................................93 e) Diodetest.......................................................................................................................94 f) Doorgangstest...............................................................................................................95 g) Capaciteitsmeting.........................................................................................................95 h) Contactloze spanningsdetectie.....................................................................................96 i) Stroommeting DC/AC...................................................................................................97 10. Gebruik van de zaklamp ...................................................................................................97 11. Onderhoud en reiniging......................................................................................................98 12. Plaatsen/vervangen van de batterijen................................................................................99 13. Afvoer...............................................................................................................................100 a) Algemeen....................................................................................................................100 b) Batterijen/Accu´s.........................................................................................................100 14. Verhelpen van storingen...................................................................................................101 15. Technische gegevens.......................................................................................................102 80 1. INLEIDING Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in huis gehaald. U heeft een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek onderscheidt door specifieke vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding van prijs en prestaties. Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft® is tegelijkertijd het begin van een langdurige en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 81 2. BEOOGD GEBRUIK • Meten in het gebied van de overspanningscategorie CAT IV tot max. 600 V bij gebruik van de afdekkappen op de meetleidingen ten opzichte van aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) of lager en weergave van de elektrische grootheden • Gelijk- en wisselspanningsmetingen tot max. 600 V • Meten van gelijk- en wisselstroom tot maximaal 200 mA • Meten van weerstanden tot 40 MOhm • Doorgangstest (< 100 Ohm akoestisch) • Diodetest • Capaciteitstest van condensatoren tot 200 µF • Frequentiemeting tot 10KHz en weergave van de pos. pulsverhouding in % (duty cycle) • Contactloze wisselspanningsdetector binnen het bereik van 100 - 600 V/AC • Gebruik als LED-zaklamp • Gebruik met één hand mogelijk, door insteekmogelijkheid voor de meetstiften aan de achterkant Het meetapparaat voldoet aan veiligheidsklasse IP54 en is beschermd tegen stof en spatwater. Het mag in geopende toestand of met open of ontbrekend deksel van het batterijvak niet worden gebruikt. Het gebruik is alleen toegestaan met batterijen van het type micro (AAA). Metingen onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn: - brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, - onweer resp. omstandigheden bij onweer zoals sterk elektrostatische velden enz. Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het complete product mag niet worden veranderd of omgebouwd! De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! 82 3. BESCHRIJVING VAN DE AFZONDERLIJKE ONDERDELEN (zie uitklappagina) 1 Draaischakelaar voor het instellen van de meetfuncties 2 Lichttoets voor zaklampfunctie 3 MODE-toets voor omschakeling van meetfuncties 4 Display (LCD) met weergave van functies en meeteenheid A Indicator batterij vervangen B Teken bij negatieve meetwaarden C Indicator voor gelijk- (DC) of wisselspanningsgrootheden (AC) D Indicator voor automatische bereikselectie (auto range) E Digitale weergave van meetwaarde (4000 digits) F Symbool voor diodetest G Symbolen voor akoestische doorgangstest H Weergave van de meeteenheid 5 NCV-sensor (contactloze spanningsdetector) 6 NCV-lichtindicator (NCV = Non Contact Voltage detector) 7 LED-zaklamp 8 Insteekmogelijkheid voor meetdraden aan de achterkant 9 Toets voor frequentie- en duty-cycle-meetfunctie 10 Batterijvak 11 Handgreepmarkering van de meetstiften 12 Meetcontactpunten met opsteekbare CAT III/CAT IV-afdekkappen 83 Displaygegevens en symbolen AC Wisselspanningsgrootheid voor spanning en stroom DC Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom V Volt (eenheid van el. spanning) mV Millivolt (macht -3) mA Milli-ampère (eenheid van el. stroom, macht -3) µA Micro-ampère (macht -6) Ω Ohm (eenheid van el. weerstand) kΩ Kilo-ohm, (macht 3) MΩ Mega-ohm, (macht 6) Hz Hertz (eenheid van el. frequentie) % Weergave van de puls-pauzeverhouding in % µF Microfarad (eenheid van el- capaciteit, macht -6) nF Nanofarad (macht -9) 84 4. PICTOGRAMVERKLARINGEN Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd. Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat. Het „pijl“-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening . Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen. Veiligheidsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie) CAT II Meetcategorie II voor metingen op elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker van spanning worden voorzien. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I voor de meting van signaal- en stuurspanningen). De sondepunten mogen uitsluitend zonder afdekkappen worden gemeten. CAT III Meetcategorie III voor metingen in de gebouweninstallatie (bijv. contactdozen of verdeelinrichtingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT II voor de meting op elektronische apparatuur). De sondepunten mogen uitsluitend met afdekkappen over de sondepunten worden gemeten. CAT IV Meetcategorie IV voor metingen op de bron van de laagspanningsinstallatie (bijv. hoofdverdeling, huis-overdrachtspunt van de energieleverancier, enz.). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën. De sondepunten mogen uitsluitend met afdekkappen over de sondepunten worden gemeten. Aardpotentiaal 85 5. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN  ees voor ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door, deze bevat L belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik. Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op g ­ arantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor materiële schade of persoonlijk letsel als gevolg van ondeskundig gebruik of het negeren van de veiligheidsvoorschriften! In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie. • Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten. • Volg de instructies en waarschuwingen van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een gevaarloze werking te garanderen! • Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het apparaat niet toegestaan. • Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werkwijze, veiligheid of aansluiting van het apparaat. • Houd meetapparaten en accessoires buiten bereik van kinderen! Het is geen speelgoed! • In commerciële omgevingen dienen de ARBO-voorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen. • In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten. • Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich binnen het stroommeetbereik bevindt. • De spanning tussen meetapparaat en aardpotentiaal mag niet meer zijn dan 600 V DC/AC in CAT IV. 86 • Bij gebruik van de meetleidingen zonder afdekkingen mogen metingen tussen meetapparaat en aardpotentiaal niet boven de overspanningscategorie CAT II doorgevoerd worden. Bij metingen in de meetcategorie CAT III en CAT IV moeten de afdekkappen op de sondepunten worden gestoken, om abusievelijke kortsluitingen tijdens de meting te voorkomen. • Steek de afdekkappen op de sondepunten, tot ze vastklikken. Om ze te verwijderen trekt u de kappen door wat kracht te zetten van de punten af. • Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd. • Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >33 V wissel- (AC) resp. >70 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen. • Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. • Om een elektrische schok te voorkomen, moet u erop letten dat u de te meten aansluitingen/meetpunten tijdens de meting niet aanraakt, ook niet indirect. Boven de voelbare handgreepmarkeringen (11) op de meetstiften mag tijdens het meten niet worden vastgehouden. • Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de grond, schakelingen en schakeldelen enz. absoluut droog zijn. • Voorkom het gebruik in de directe nabijheid van: - sterke magnetische of elektromagnetische velden - zendantennes of HF-generatoren. • Daardoor kan de meetwaarde worden vertekend. 87 • Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Er is wellicht sprake van onveilig gebruik als: - het product zichtbaar is beschadigd, - het product niet meer functioneert en - het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of - het product tijdens transport te zwaar is belast. • Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. • Het verpakkingsmateriaal niet achteloos laten liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. • Let a.u.b. op de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken van deze handleiding. 88 6. PRODUCTBESCHRIJVING De meetwaarden worden op de multimeter (hierna DMM genoemd) digitaal weergegeven. De meetwaarde van de DMM bestaat uit 4000 digits (digit = kleinst mogelijke display-eenheid). De afzonderlijke meetbereiken worden via een draaischakelaar geselecteerd, waarin de automatische bereikselectie „Auto-range“ actief is. Hierbij wordt altijd het geschikte meetbereik ingesteld. Om de batterijen van het meetapparaat te sparen, is de automatische uitschakeling altijd actief. Als er 15 minuten geen toets wordt ingedrukt, schakelt de DMM uit. Om hem weer te „wekken“ drukt u op de toets „MODE“, „Hz %“ of bedient u de draaischakelaar. De elektriciteit vertoont een bijzonderheid. Bij dit meetapparaat is het niet meer nodig een onbedoeld geactiveerde zekering te vervangen. De ingebouwde zekering zet zich na een activering automatisch terug. De meetdraden zijn vast met het meetapparaat verbonden. Een meetstifthouder aan de achterkant maakt het meten met één hand mogelijk. De meetstiften kunnen daar worden bevestigd om ruimte te besparen. Door de rubberen behuizing en de veiligheidsklasse IP54 is de DMM zeer geschikt voor het harde meetgebruik. Voor de voedingsspanning zijn twee microbatterijen (type AAA) nodig. Deze worden meegeleverd. Het meetapparaat is zowel bestemd voor hobbygebruik als voor professionele toepassingen. 7. LEVERINGSOMVANG • Multimeter met vast verbonden meetdraden • 2 afdekkappen voor sondepunten • 2 microbatterijen (type AAA) • Gebruiksaanwijzing 89 8. INGEBRUIKNEMING Voor de ingebruikneming van het meetapparaat, moeten eerst de meegeleverde batterijen worden geplaatst. Plaats de batterijen zoals beschreven in het hoofdstuk „Reiniging en onderhoud“. Draaischakelaar  De afzonderlijke meetfuncties kunnen via de draaischakelaar worden ingesteld. Het meetapparaat is op stand „OFF“ uitgeschakeld. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt. Bevestiging meetstiften  Bevestig de meetstiften als u ze niet gebruikt aan de achterkant van het apparaat (transportbeveiliging). Bovendien kunnen de meetdraden zo worden bevestigd, dat een meting kan worden uitgevoerd met slechts één hand. Schuif de beide meetstiften zoals afgebeeld van bovenaf in de houder aan de achterkant. 90 9. METING Zorg dat de max. toelaatbare ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 33 V ACrms of 70 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdraden op beschadigingen, zoals sneden, scheuren of afknelling. Defecte meetdraden mogen niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk! a) Spanningsmeting DC/AC Voor het meten van gelijkspanningen (DC) gaat u  als volgt te werk: - Schakel de DMM met de draai-knop (1) in en kies het meetbereik „V“. Op het display verschijnt „DC“. - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (batterij, schakeling, enz.). - De betreffende polariteit van de meet­waarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display (4) weergegeven. Voor wisselspanningsmetingen drukt u op de toets „MODE“ (3) om naar het AC-bereik om te schakelen. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer teruggeschakeld, etc. Het spanningsbereik „V DC/AC“ geeft een ingangsweerstand van >7,5 MOhm aan. Is er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een „-“(min)-teken te zien, dan is de gemeten spanning negatief (of de meetdraden zijn verwisseld). 91 b) Frequentiemeting De DMM kan de frequentie van een signaalspanning meten en weergeven. Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM met de draaiknop (1) in enkies het meet-  bereik „V Hz %“. Druk op de toets „Hz %“ (9) om naar het frequentiebereik te wisselen. Op het display verschijnt „Hz“. - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (signaalgenerator, schakeling enz.). - De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weergegeven. c) Duty Cycle De duty-cycle-functie bepaalt de verhouding tussen de positieve halve golflengte van een signaalspanning en het totale signaalverloop van een periode in %. Voor het meten van de duty cycle gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM met de draaiknop (1) in enkies het meet-  bereik „V Hz %“. Druk tweemaal op de toets „Hz %“ (9) om naar de duty-cycle-modus te wisselen. Op het display verschijnt „%“. - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (signaalgenerator, schakeling enz.). - De duty cycle wordt op het display weergegeven. 92 d) Weerstandsmeting Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos zijn. Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM met de draai-knop (1) in en  kies het meetbereik „Ω“. - Controleer de meetdraden op doorgang door beide meetstiften met elkaar te verbinden. Nu moet zich een weerstand van ca. 0,5 ohm instellen. - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt op het display (4) weergegeven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is. - Zodra „OL“ (voor overflow = overloop) in het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waarmee de meetstiften in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vertekenen. 93 e) Diodetest Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos zijn. Kies het meetbereik Druk op de MODE-toets (3) om defunctie van de akoestische doorgangstester te activeren. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de volgende meetfunctie (doorgangstest) ingeschakeld. - Op het display verschijnt het dio-de-symbool. - Controleer de meetdraden op doorgang door beide meetstiften met elkaar te verbinden. Nu moet zich een waarde van ca. 0 V instellen. - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (diode). - Op het display wordt de doorlaatspanning in volt (V) weergegeven. Als „OL“ verschijnt, dan wordt de diode in sperrichting gemeten of is de diode defect (onderbreking). 94 f) Doorgangstest C  ontroleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos zijn. Kies het meetbereik Druk tweemaal op de MODE-toets (3) om de functie van de akoestische doorgangstester te activeren. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de volgende meetfunctie (capaciteitsmeting) ingeschakeld.  - Op het display verschijnt het symbool „Door-gangstest“. - Als doorgang wordt een meetwaarde < 100 ohm herkend; hierbij klinkt een pieptoon. - Zodra „OL“ (voor overflow = overloop) in het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. g) Capaciteitsmeting Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten even­als andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. Kies het meetbereik „CAP“ Druk driemaal op de MODE-toets (3) om de capaciteitstest te activeren. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de eerste meetfunctie (weerstand) ingeschakeld etc. - Op het display verschijnt de eenheid „nF“.  - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (condensator). Op het display wordt na korte tijd de capaciteit weergegeven. - Zodra „OL“ (voor overflow = overloop) in het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. 95 h) Contactloze spanningsdetectie In het meetapparaat is een contactloze spanningsdetector ingebouwd. De detector functioneert bij wisselspanningen van 100 tot 600 V / 50 - 60 Hz, ook als het meetapparaat is uitgeschakeld. De spanningssensor (5) bevindtzich aan de  bovenzijde van het apparaat. Met de detector kunt u bijvoorbeeld kabelonderbrekingen in spanningvoerende leidingen opsporen. Ga met het sensoroppervlak (5) van het meetapparaat langs het te controleren object. Als wisselspanning wordt ontdekt, gaat de NCVindicator (6) branden. De mogelijke afstand hangt af van de hoogte van de wisselspanning. D  e spanningsdetector dient alleen voor snelle tests en kan een contactmakende spanningstest absoluut niet vervangen. Deze functie is niet toegestaan voor het vaststellen van de spanningsvrijheid. De weergave reageert ook bij statische ladingen, aangezien de detector een elektrisch veld herkent. Dit is normaal en geeft geen defect aan. 96 i) Stroommeting DC/AC Stroommetingen zijn mogelijk in twee bereiken. Het eerste bereik is van 0 tot 4000µA, het tweede van 0 tot 200mA. Beide stroommeetbereiken zijn afgeschermd en dus beveiligd tegen overbelasting. Voor het meten van gelijkstroom (DC) gaat u als volgt te werk: - Wanneer u stroom tot max. 4000 µA wiltmeten, stelt u de  draaiknop (1) op stand „µA“ resp. tot max. 200 mA op stand „mA“. Op het display verschijnt „DC“. - Sluit nu de beide meetstiften in serie aan op het meetobject (batterij, schakeling, enz.); de betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display weergegeven. Voor het meten van wisselstroom gaat u te werk zoals hierboven beschreven. Druk op de toets „MODE“ (3) om naar het AC-bereik om te schakelen. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer teruggeschakeld. Meet in het µA/mA-bereik in geen geval stroom groter dan 200 mA, aangezien dan de zekering wordt geactiveerd. Als de zekering is geactiveerd (geen verandering van meetwaarden, enz), schakelt u de DMM uit (OFF) en wacht u ongeveer 5 minuten. De zelf terug zettende zekering koelt af en is daarna weer klaar voor gebruik. 10. GEBRUIK VAN DE ZAKLAMP Als extra functie is in de DMM een LED-zaklamp geïntegreerd, die ook kan worden gebruikt als de DMM is uitgeschakeld. Druk voor inschakeling op de lichttoets (2). De lamp brandt alleen als de toets ingedrukt wordt, om de batterij te sparen. 97 11. ONDERHOUD EN REINIGING Algemeen Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het apparaat jaarlijks worden gekalibreerd. Het vervangen van de batterijen vindt u hieronder. Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetdraden, bijv. op beschadiging van de behuizing of knellen van de draden enz. Reiniging Voordat u het apparaat reinigt, dient u absoluut de volgende veiligheidsvoorschriften in acht te nemen: Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd. De aangesloten draden moeten voor onderhoud of reparatie worden losgekoppeld van alle spanningsbronnen. Gebruik voor het reinigen geen carbonhoudende reinigingsmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke. Voor het reinigen van het apparaat, resp. het display en de meetdraden kunt u een schone, pluisvrije, antistatische en droge doek gebruiken. 98 12. PLAATSEN/VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN Het meetapparaat werkt op twee microbatterijen (AAA). Bij de eerste ingebruikneming of wanneer het batterijen vervangen-symbool (4A) op het display verschijnt, moeten nieuwe volle batterijen worden geplaatst. Voor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk: - Verbreek het stroomcircuit van het meetapparaat en schakel het apparaat uit. - Maak de schroef van het deksel van het batterijvak (10) los en haal dit van het apparaat - Plaats twee nieuwe batterijen met de juiste poolrichting in het vak - Sluit de behuizing weer zorgvuldig. Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAAR! Laat geen lege batterijen in het meetapparaat zitten, aangezien zelfs batterijen die tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat. Geschikte alkalinebatterijen verkrijgt u met het volgende bestelnummer: bestelnr. 652303 (2x bestellen a.u.b.). Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur hebben. 99 13. AFVOER a) Algemeen Afgedankte elektronische apparaten bevatten waardevolle stoffen en behoren niet bij het huishoudelijk afval. Voer het product aan het einde van zijn levensduur af conform de geldende wettelijke voorschriften. Verwijder de geplaatste batterijen en voer deze gescheiden van het product af. b) Batterijen/Accu´s U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leveren; verwijdering via het huishoudelijk afval is niet toegestaan! Batterijen/accu’s met schadelijke stoffen worden gekenmerkt door het hiernaast afgebeelde pictogram, dat op het verbod van verwijdering via gewoon huishoudelijk afval duidt. De aanduidingen voor de betreffende zware metalen zijn: Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding staat op de batterij/accu bijv. onder het links afgebeelde vuilnisbakpictogram). Uw lege batterijen/accu’s kunt u kosteloos inleveren bij de inzamelpunten in uw gemeente, bij al onze vestigingen en overal waar batterijen/accu’s worden verkocht! Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan het beschermen van het milieu. 100 14. VERHELPEN VAN STORINGEN U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen: Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht! Fout Mogelijke oorzaak De multimeter functioneert niet. Zijn de batterijen leeg? Controleer de batterijen. Meetwaarde verandert niet. Is er een verkeerde meetfunctie actief (AC/DC)? Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uit­sluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. Voor vragen over het gebruik van het meetapparaat, neem dan contact op met onze technische ondersteuning beschikbaar. 101 15. TECHNISCHE GEGEVENS Display..........................................4000 digits Auto-Power-OFF..........................na ca. 15 minuten klinkt een geluids-signaal; na nog enkele minuten wordt het apparaat uitgeschakeld. Lengte meetdraden......................elk ca. 75 cm Ingangsweerstand........................>7,5 MΩ Bedrijfsspanning...........................3 V (2 x AAA) Bedrijfstemperatuur......................0 °C tot 40 °C Opslagtemperatuur.......................-10 °C tot 50 °C Gewicht.........................................ca. 145 g Afmetingen (l x b x h)....................104 x 55 x 33 (mm) Meettoleranties Weergave van de nauwkeurigheid in ± (% van de aflezing (reading=rdg) + weergavefouten in digits (= dgt = aantal kleinste display-eenheden)). Nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23 °C ±5 °C, bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 75%, nietcondenserend. Gelijkspanning, overbelastingsbeveiliging 600 V Bereik 400 mV 4V Nauwkeurigheid ±(1% + 3dgt) 40 V 400 V 600 V 102 Resolutie 0,1 mV 1 mV 10 mV ±(1,5% + 3dgt) 100 mV 1V Wisselspanning, overbelastingsbeveiliging 600 V Bereik (50-60 Hz) 4V 40 V 400 V 600 V Nauwkeurigheid ±(1,2% + 8dgt) ±(2,3% + 10dgt) Resolutie 1 mV 10 mV 100 mV 1V Gelijkstroom, overbelastingsbeveiliging 200 mA/600 V Bereik Nauwkeurigheid 400 µA 4000 µA 40 mA Resolutie 0,1 µA ±(2,2% + 8dgt) 200 mA 1 µA 10 µA 100 µA Wisselstroom, overbelastingsbeveiliging 200 mA/600 V Bereik (50-60 Hz) Nauwkeurigheid 400 µA 4 mA 40 mA 200 mA Resolutie 0,1 µA ±(2,5% + 10dgt) 1 µA 10 µA 100 µA 103 Duty Cycle Bereik Nauwkeurigheid 0,5 - 99% ±(2% + 5dgt) Resolutie 0,1 % Akoestische doorgangstester <100 Ω Diodetest testspanning: 1,5 V / teststroom: 1 mA Overbelastingsbeveiliging diode/doorgangstester: 600 V Z  org dat de max. toelaatbare ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 33 V ACrms of 70 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! 105 D Impressum Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. G Legal Notice This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication represent the technical status at the time of printing. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. F Information légales Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. O Colofon Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V3_0715_02/VTP
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106

VOLTCRAFT VC-20 Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual

in andere talen