Laserliner MultiMeter-Home de handleiding

Type
de handleiding
20
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en
aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie
en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze
handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aan-
wijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door
als u het apparaat doorgeeft.
!
NL
Waarschuwing voor een gevarenpunt
Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste
installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere
vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid
van de bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars
in vaste installaties en apparaten voor industriële toepas-
singen met constante aansluiting op de vaste installatie.
Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt
over een versterkte of dubbele isolatie.
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning:
door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen in
de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Symbolen
Functie / toepassing
Multimeter voor de meting in het bereik van de overspanningscategorie
CAT III tot max. 300 V. Met het meettoestel kunnen gelijk- en wissel-
spanningsmetingen, gelijkstroommetingen, laadtoestandsmetingen
voor batterijen en weerstandsmetingen binnen de gespeciceerde
bereiken worden uitgevoerd.
Veiligheidsinstructies
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven
specicaties.
De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed.
Buiten het bereik van kinderen bewaren.
Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat
zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en de
veiligheidsspecicatie te vervallen.
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme
temperaturen, vocht of sterke trillingen.
Bij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms resp.
60 V/DC dient u uiterst voorzichtig te zijn. Bij contact met de
elektrische geleiders bestaa.
21
MultiMeter-Home
NL
Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd
is, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning
van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke
schokken op grond van de vochtigheid.
• Reinig en droog het apparaat vóór gebruik.
Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder
dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen
van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt.
In overspanings-categorie III (CAT III) mag de spanning van 300 V
tussen het controleapparaat en de aarding niet worden overschreden.
Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik
(bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren
(bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat
op bekende spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de
AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle).
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere
functies uitvallen of de batterijlading zwak is.
De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en
meetkringen moet worden onderbroken voordat u de afdekking
opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen. Schakel het
apparaat niet in als de afdekking geopend is.
Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd
is, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning
van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke
schokken op grond van de vochtigheid.
• Reinig en droog het apparaat vóór gebruik.
Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder
dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen
van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt.
Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meet-
contacten mogen tijdens de meting niet worden aangeraakt.
Let op dat altijd de correcte aansluitingen en de correcte positie
van de draaischakelaar evenals het correcte meetbereik voor de
betreffende meting geselecteerd zijn.
Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische
installaties niet alleen uit en uitsluitend volgens de instructies
van een verantwoordelijke elektromonteur.
Schakel vóór het meten resp. controleren van dioden, weer-
standen of batterijladingen de spanning van de stroomkring uit.
Let op dat alle hoogspannings condensators ontladen zijn.
Verwijder daarvoor de meetleidingen van het toestel van het te
controleren object voordat u een andere bedrijfsmodus instelt
Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn.
Verbind altijd eerst de zwarte meetleiding voordat u de rode op
de spanning aansluit. Bij het verwijderen gaat u in omgekeerde
volgorde te werk.
22
4
6 7
1
2
3
D
5
A
CBE E
rood
zwart
1
Analoogschaal
2
Draaiknop voor de instelling
van het nulpunt
3
Draaiknop voor de instelling
van het nulpunt bij
weerstandsmetingen
4
Draaischakelaar voor de
instelling van de meetfunctie
5
Houder voor meetpunten
6
Meetpunten
7
Meetcontacten:
rood ‘+‘, zwart ‚-‘
A
Weerstandsmeting (‘OHM‘)
B
Spanningsmeting DC,
Stroommeting DC (‘
‘)
C
Spanningsmeting AC (‘
‘)
D
Laadtoestandsmeting voor
batterijen (‘
BATT.‘)
E
OL: Open line / overow:
Meetkring niet gesloten
resp. meetbereik overschreden
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van
toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht, onder andere:
1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen,
3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten,
5. Aangrenzende, spanningvoerende onderdelen beveiligen
en afdekken.
NL
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden
voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-
richtlijn 2014/30/EU.
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen,
op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker,
moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of
storing van en door elektronische apparaten is mogelijk.
23
MultiMeter-Home
1
1
2
Zet de draaischakelaar op Ω‘. Houd de beide meetpunten
tegen elkaar en stel de wijzer met behulp van de draaiknop (3)
exact op de
0‘ van de OHM-schaal (A). Als dat niet mogelijk is,
moet de batterij worden vervangen.
!
1
1 x 1,5 V type AAA
2
F 630 mA / 300 V (Ø 5 mm x 20 mm)
Let daarbij op de juiste polariteit.
Vervangen van de batterij / zekering
Onderbreek eerst de verbinding tussen de meetpunten en
de spanningsbron om de batterij resp. zekering te vervangen.
Draai alle schroeven aan de achterzijde eruit en vervang de
batterij of vervang de defecte zekering door een zekering van
hetzelfde type en specicatie. Raak de groene geleideplaat
niet aan. Houd de plaat bovendien vrij van verontreinigingen.
Sluit de behuizing en draai de schroeven goed vast. Schakel het
toestel niet in als de afdekking geopend is.
Functie Maximale grenswaarden
V DC / V AC 300 V DC, 300 V AC
A DC 600 mA
Batterijen 9 V
Maximale grenswaarden
NL
24
2
200
3
12 V
60 V
120 V
300 V
0 - 12
0 - 60
0 - 12
0 - 300
x 1
x 1
x 10
x 1
roodzwart
ResultaatSchaal
Meet-
bereik
Spanningsmeting DC
Zet de draaischakelaar voor de spannings-
meting op de positie ‘
met het
dienovereenkomstige meetbereik
(12 V - 300 V).
Verbind vervolgens de meetcontacten
met het meetobject.
Aflezen van de schaal (B):
Als de wijzer tijdens de meting
links van de
0‘ resp. bij de
weerstandsmeting rechts van
de
0‘ staat, moeten de meet-
punten omgewisseld worden of
is het meetcircuit onderbroken.
Voer de meting opnieuw uit met
verwisselde meetpunten.
Als de wijzer tijdens de meting
rechts van ‘300‘ (‘60‘ / ‘12‘)
resp. bij de weerstandsmetingen
links van ‘1 kΩ‘ staan, is het
meetbereik overschreden. Voer
de meting opnieuw uit met een
groter meetbereik.
Opmerkingen over de meting
Controleer vóór iedere meting of de wijzer exact op de ‘0‘ van de
/ -schaal (B / C) staat. Als dat niet het geval is, stelt u de
wijzer bij met de draaiknop (2).
Als de meeteenheid van tevoren niet bekend is, zet u de
draaischakelaar op het hoogste meetbereik. Verklein daarna
stap voor stap het meetbereik totdat u een tevredenstellende
resolutie hebt bereikt.
NL
25
MultiMeter-Home
5
0 - 60
0 - 12
0 - 300
x 1
x 10
x 1
4
30 mA
600 mA
0 - 300
0 - 60
: 10
x 10
60 V
120 V
300 V
roodzwart
Spanningsmeting AC
Zet de draaischakelaar voor de spannings-
meting op de positie ‘
met het
dienovereenkomstige meetbereik
(60 V - 300 V).
Verbind vervolgens de meetcontacten
met het meetobject.
Aflezen van de schaal (C):
ResultaatSchaal
Meet-
bereik
Stroommeting DC
Zet de draaischakelaar voor de stroom-
meting op de positie ‘
met het
dienovereenkomstige meetbereik
(30 mA / 600 mA).
Schakel de stroomkring uit voordat
u het meetapparaat aansluit.
Verbind vervolgens de meetcontacten
met het meetobject.
Aflezen van de schaal (B):
zwartrood
ResultaatSchaal
Meet-
bereik
Schakel de stroomkring opnieuw uit
voordat u het meetapparaat verwijdert.
In het bereik mA mogen geen stromen boven 600 mA
worden gemeten. In dit geval wordt de automatische
zekering in het apparaat geactiveerd (F 630 mA / 300 V,
Ø 5 mm x 20 mm).
!
NL
26
6
7
X10
X1k
0 - 1 k
0 - 1 k
x 10
x 1000
ResultaatSchaal
Meet-
bereik
Weerstandsmeting
Zet de draaischakelaar voor de weerstandsmeting op de positie ‘Ω‘
met het dienovereenkomstige meetbereik (X10Ω - X1kΩ).
Controleer vóór iedere meting of de wijzer exact op de ‘0‘ van de
OHM-schaal (A) staat. Houd hiervoor de beide meetpunten tegen
elkaar en stel zo nodig de wijzer bij met behulp van de draaiknop (3).
Verbind vervolgens de meetcontacten
met het meetobject.
Aflezen van de schaal (A):
roodzwart
Laadtoestand
van de batterij
Kleur
Goed: batterij is nog
vol geladen
Zwak: batterij is zwak
en moet binnenkort
worden vervangen
Vervangen: batterij
is leeg en dient te
worden vervangen
groen
oranje
rood
BAT. Laadtoestandsmeting voor batterijen
Zet de draaischakelaar voor de meting van de batterijlaadtoestand
op de positie ‘BAT. ‘ met het dienovereenkomstige meetbereik.
1,5 V staafbatterijen / AA, AAA, C, D
9,0 V blokbatterijen / E-blok
Sluit vervolgens de meetcontacten
aan op de batterij.
3-kleurige weergaveschaal (D):
NL
27
MultiMeter-Home
Technische gegevens
Functie Bereik Nauwkeurigheid
Max. ingangsspanning
300 V AC / DC
DC spanning
12 V
± 5% / eindwaarde
60 V
120 V
300 V
AC spanning
60 V
± 5% / eindwaarde
120 V
300 V
DC stroom
30 mA
± 5% / eindwaarde
600 mA
Batterijen
1,5 V staafbatterijen / AA, AAA, C, D
9,0 V blokbatterijen / E-blok
Weerstand
X10Ω
± 5% / eindwaarde
X1kΩ
Testspanning max. 3,2 V
Ingangsgevoeligheid
2k
*
spanningseindwaarde/V
(bijv. 2kΩ
*
300V/V = 600kΩ)
Bij weerstandsmetingen dienen de meetpunten vrij
van verontreinigingen, olie, soldeerlak of vergelijkbare
verontreinigingen te zijn omdat anders verkeerde
meetresultaten kunnen optreden.
!
Weerstanden kunnen alleen separaat correct worden gemeten,
daarom moeten beide onderdelen eventueel van de resterende
schakeling worden gescheiden.
roodzwart
NL
28
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet
volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische
en elektronische apparatuur gescheiden verzameld
en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=mumeho
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd
het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de
batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet
gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.
Technische veranderingen voorbehouden. 17W50
Zekering F 630 mA / 300 V (Ø 5 x 20 mm)
Veiligheidsklasse II, dubbele isolatie
Overspanning CAT III - 300 V
Verontreinigingsgraad 2
Beschermingsklasse IP 20
Werkomstandigheden
0°C … 40°C, Luchtvochtigheid max. 80%rH,
niet-condenserend, Werkhoogte max. 2000 m
boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil)
Opslagvoorwaarden 0°C … 50°C, Luchtvochtigheid max. 80%rH
Stroomverzorging 1 x 1,5 V type AAA
Afmetingen 82 x 116 x 25 mm
Gewicht (incl. batterij) 166 g
Controlenormen
EN61010-1, EN61010-2-030,
EN61010-2-033, EN61326-1, EN61326-2-2
NL

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en aanvullende aanwijzingen' evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het apparaat doorgeeft. Functie / toepassing Multimeter voor de meting in het bereik van de overspanningscategorie CAT III tot max. 300 V. Met het meettoestel kunnen gelijk- en wisselspanningsmetingen, gelijkstroommetingen, laadtoestandsmetingen voor batterijen en weerstandsmetingen binnen de gespecificeerde bereiken worden uitgevoerd. Symbolen Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning: door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen in de behuizing bestaat gevaar voor elektrische schokken. Waarschuwing voor een gevarenpunt Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt over een versterkte of dubbele isolatie. Overspanningscategorie III: bedrijfsmiddelen in vaste installaties en voor toepassingen waarbij bijzondere vereisten aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de bedrijfsmiddelen worden gesteld, bijv. schakelaars in vaste installaties en apparaten voor industriële toepassingen met constante aansluiting op de vaste installatie. Veiligheidsinstructies • Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. • De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. • Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen de goedkeuring en de veiligheidsspecificatie te vervallen. • Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen, vocht of sterke trillingen. • Bij het werken met spanningen van meer dan 24 V/AC rms resp. 60 V/DC dient u uiterst voorzichtig te zijn. Bij contact met de elektrische geleiders bestaa. 20 NL MultiMeter-Home • Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd is, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke schokken op grond van de vochtigheid. • Reinig en droog het apparaat vóór gebruik. • Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt. • In overspanings-categorie III (CAT III) mag de spanning van 300 V tussen het controleapparaat en de aarding niet worden overschreden. • Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle). • Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. • De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en meetkringen moet worden onderbroken voordat u de afdekking opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen. Schakel het apparaat niet in als de afdekking geopend is. • Als het apparaat met vocht of andere geleidende resten bevochtigd is, mag niet onder spanning worden gewerkt. Vanaf een spanning van 24 V/AC rms resp. 60 V/DC bestaat gevaar voor levensgevaarlijke schokken op grond van de vochtigheid. • Reinig en droog het apparaat vóór gebruik. • Let bij gebruik buitenshuis op dat het apparaat alleen onder dienovereenkomstige weersomstandigheden resp. na het treffen van geschikte veiligheidsmaatregelen toegepast wordt. • Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meetcontacten mogen tijdens de meting niet worden aangeraakt. • Let op dat altijd de correcte aansluitingen en de correcte positie van de draaischakelaar evenals het correcte meetbereik voor de betreffende meting geselecteerd zijn. • Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties niet alleen uit en uitsluitend volgens de instructies van een verantwoordelijke elektromonteur. • Schakel vóór het meten resp. controleren van dioden, weerstanden of batterijladingen de spanning van de stroomkring uit. Let op dat alle hoogspannings condensators ontladen zijn. Verwijder daarvoor de meetleidingen van het toestel van het te controleren object voordat u een andere bedrijfsmodus instelt • Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn. • Verbind altijd eerst de zwarte meetleiding voordat u de rode op de spanning aansluit. Bij het verwijderen gaat u in omgekeerde volgorde te werk. NL 21 Aanvullende opmerking voor het gebruik Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht, onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen, 3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanningvoerende onderdelen beveiligen en afdekken. Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling •H  et meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMCrichtlijn 2014/30/EU. • Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. rood 1 6 7 zwart 1 Analoogschaal 2 2 Draaiknop voor de instelling van het nulpunt 3 3 Draaiknop voor de instelling van het nulpunt bij weerstandsmetingen 5 4 4 Draaischakelaar voor de instelling van de meetfunctie 5 Houder voor meetpunten 6 Meetpunten A 7 Meetcontacten: rood ‘+‘, zwart ‚-‘ A Weerstandsmeting (‘OHM‘) B Spanningsmeting DC, Stroommeting DC (‘ ‘) C Spanningsmeting AC (‘ ‘) D Laadtoestandsmeting voor batterijen (‘BATT.‘) E 22 B NL D C E E OL: Open line / overflow: Meetkring niet gesloten resp. meetbereik overschreden MultiMeter-Home Maximale grenswaarden Functie Maximale grenswaarden V DC / V AC 300 V DC, 300 V AC A DC 600 mA Batterijen 9V 1 Vervangen van de batterij / zekering Onderbreek eerst de verbinding tussen de meetpunten en de spanningsbron om de batterij resp. zekering te vervangen. Draai alle schroeven aan de achterzijde eruit en vervang de batterij of vervang de defecte zekering door een zekering van hetzelfde type en specificatie. Raak de groene geleideplaat niet aan. Houd de plaat bovendien vrij van verontreinigingen. Sluit de behuizing en draai de schroeven goed vast. Schakel het toestel niet in als de afdekking geopend is. 1 2 Let daarbij op de juiste polariteit. 1 1 x 1,5 V type AAA 2 F 630 mA / 300 V (Ø 5 mm x 20 mm) ! Zet de draaischakelaar op ‘Ω‘. Houd de beide meetpunten tegen elkaar en stel de wijzer met behulp van de draaiknop (3) exact op de ‘0‘ van de OHM-schaal (A). Als dat niet mogelijk is, moet de batterij worden vervangen. NL 23 2 Opmerkingen over de meting Controleer vóór iedere meting of de wijzer exact op de ‘0‘ van de / -schaal (B / C) staat. Als dat niet het geval is, stelt u de wijzer bij met de draaiknop (2). Als de meeteenheid van tevoren niet bekend is, zet u de draaischakelaar op het hoogste meetbereik. Verklein daarna stap voor stap het meetbereik totdat u een tevredenstellende resolutie hebt bereikt. Als de wijzer tijdens de meting links van de ‘0‘ resp. bij de weerstandsmeting rechts van de ‘0‘ staat, moeten de meetpunten omgewisseld worden of is het meetcircuit onderbroken. Voer de meting opnieuw uit met verwisselde meetpunten. 3 Als de wijzer tijdens de meting rechts van ‘300‘ (‘60‘ / ‘12‘) resp. bij de weerstandsmetingen links van ‘1 kΩ‘ staan, is het meetbereik overschreden. Voer de meting opnieuw uit met een groter meetbereik. Spanningsmeting DC Zet de draaischakelaar voor de spannings‘ met het meting op de positie ‘ dienovereenkomstige meetbereik (12 V - 300 V). 200 Verbind vervolgens de meetcontacten met het meetobject. Aflezen van de schaal (B): zwart Meetbereik Schaal 12 V 60 V 120 V 300 V 0 - 12 0 - 60 0 - 12 0 - 300 24 NL Resultaat x x x x 1 1 10 1 rood MultiMeter-Home 4 Spanningsmeting AC Zet de draaischakelaar voor de spannings‘ met het meting op de positie ‘ dienovereenkomstige meetbereik (60 V - 300 V). Verbind vervolgens de meetcontacten met het meetobject. Aflezen van de schaal (C): Meetbereik Schaal Resultaat 60 V 120 V 300 V 0 - 60 0 - 12 0 - 300 x1 x 10 x1 5 zwart rood Stroommeting DC Zet de draaischakelaar voor de stroom‘ met het meting op de positie ‘ dienovereenkomstige meetbereik (30 mA / 600 mA). Schakel de stroomkring uit voordat u het meetapparaat aansluit. Verbind vervolgens de meetcontacten met het meetobject. Aflezen van de schaal (B): Meetbereik Schaal Resultaat 30 mA 600 mA 0 - 300 0 - 60 : 10 x 10 rood zwart Schakel de stroomkring opnieuw uit voordat u het meetapparaat verwijdert. ! In het bereik mA mogen geen stromen boven 600 mA worden gemeten. In dit geval wordt de automatische zekering in het apparaat geactiveerd (F 630 mA / 300 V, Ø 5 mm x 20 mm). NL 25 6 BAT. Laadtoestandsmeting voor batterijen Zet de draaischakelaar voor de meting van de batterijlaadtoestand op de positie ‘BAT.‘ met het dienovereenkomstige meetbereik. 1,5 V staafbatterijen / AA, AAA, C, D 9,0 V blokbatterijen / E-blok Sluit vervolgens de meetcontacten aan op de batterij. 3-kleurige weergaveschaal (D): Laadtoestand van de batterij Goed: batterij is nog vol geladen Kleur groen oranje Zwak: batterij is zwak en moet binnenkort worden vervangen rood Vervangen: batterij is leeg en dient te worden vervangen 7 zwart rood Weerstandsmeting Zet de draaischakelaar voor de weerstandsmeting op de positie ‘Ω‘ met het dienovereenkomstige meetbereik (X10Ω - X1kΩ). Controleer vóór iedere meting of de wijzer exact op de ‘0‘ van de OHM-schaal (A) staat. Houd hiervoor de beide meetpunten tegen elkaar en stel zo nodig de wijzer bij met behulp van de draaiknop (3). Verbind vervolgens de meetcontacten met het meetobject. Aflezen van de schaal (A): Meetbereik Schaal Resultaat X10Ω X1kΩ 0 Ω - 1 kΩ 0 Ω - 1 kΩ x 10 x 1000 26 NL MultiMeter-Home zwart rood Weerstanden kunnen alleen separaat correct worden gemeten, daarom moeten beide onderdelen eventueel van de resterende schakeling worden gescheiden. ! Bij weerstandsmetingen dienen de meetpunten vrij van verontreinigingen, olie, soldeerlak of vergelijkbare verontreinigingen te zijn omdat anders verkeerde meetresultaten kunnen optreden. Technische gegevens Functie Bereik Max. ingangsspanning 300 V AC / DC 12 V 60 V ± 5% / eindwaarde 120 V 300 V 60 V 120 V ± 5% / eindwaarde 300 V 30 mA ± 5% / eindwaarde 600 mA 1,5 V staafbatterijen / AA, AAA, C, D 9,0 V blokbatterijen / E-blok X10Ω ± 5% / eindwaarde X1kΩ Testspanning max. 3,2 V 2kΩ * spanningseindwaarde/V (bijv. 2kΩ * 300V/V = 600kΩ) DC spanning AC spanning DC stroom Batterijen Weerstand Ingangsgevoeligheid Nauwkeurigheid NL 27 Zekering F 630 mA / 300 V (Ø 5 x 20 mm) Veiligheidsklasse II, dubbele isolatie Overspanning CAT III - 300 V Verontreinigingsgraad 2 Beschermingsklasse IP 20 Werkomstandigheden 0°C … 40°C, Luchtvochtigheid max. 80%rH, niet-condenserend, Werkhoogte max. 2000 m boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil) Opslagvoorwaarden 0°C … 50°C, Luchtvochtigheid max. 80%rH Stroomverzorging 1 x 1,5 V type AAA Afmetingen 82 x 116 x 25 mm Gewicht (incl. batterij) 166 g Controlenormen EN61010-1, EN61010-2-030, EN61010-2-033, EN61326-1, EN61326-2-2 Technische veranderingen voorbehouden. 17W50 Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats. EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info?an=mumeho 28 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Laserliner MultiMeter-Home de handleiding

Type
de handleiding