Nederlands–3
1 609 929 J04 • (05.08) T
Het meetgereedschap is bestemd voor het meten van afstanden en voor
het vaststellen en controleren van horizontale en verticale lijnen.
■ Bescherm het gereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
■ Stel het gereedschap niet bloot aan buitengewone temperaturen of
temperatuurschommelingen (laat het bijvoorbeeld niet in de auto lig-
gen).
■ Wanneer het gereedschap langdurig niet wordt gebruikt, moeten de
batterijen worden verwijderd (gevaar voor zelfontlading en corrosie).
■ Bescherm het gereedschap tegen heftige schokken en voorkom val-
len. Door beschadigingen aan het gereedschap kan de nauwkeurig-
heid worden geschaad.
Gebruik uitsluitend alkali-mangaan-batterijen.
Open het deksel van het batterijvak 14 en plaats de meegeleverde batte-
rijen. Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polen.
Als op het display 5 het symbool verschijnt, zijn de batterijen leeg en
moeten deze worden vervangen. Als er verder wordt gewerkt met lege
batterijen zijn foutieve metingen van het gereedschap niet uitgesloten.
Bij lege batterijen knippert op het display 5 uitsluitend het symbool .
Metingen zijn niet meer mogelijk.
Open het deksel van het batterijvak 14 en vervang de batterijen. Let daar-
bij op de juiste poolaansluiting.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen batterijen van het-
zelfde merk en met dezelfde capaciteit.
Bedien vóór het inschakelen de terugspoelknop 12 en spoel de rolmaat
volledig terug.
In- en uitschakelen
■ Onmiddellijk na het inschakelen zendt het gereedschap een laserstraal
uit de laserstraalopening 8. Richt de laserstraal niet op personen
of dieren en kijk zelf niet in de laserstraal (in het bijzonder niet
met optische instrumenten).
Als u het gereedschap wilt inschakelen, drukt u op de
aan/uit-schakelaar 11. De laser is in bedrijf en de hier-
naast weergegeven indicatie verschijnt. De beginmeet-
waarde bedraagt 0,8 cm (bij zaaknummer 3 603 K07 0.. ook 5/16"), om-
dat er een afstand bestaat tussen de referentiepunten van de
lengtemeting (16 en 17), ook als de rolmaat teruggespoeld is.
De hiernaast weergegeven foutmelding verschijnt als
het gereedschap wordt ingeschakeld en de rolmaat 10
niet is teruggespoeld. Spoel de rolmaat met de terug-
spoeltoets 12 volledig terug. Vervolgens kan het gereedschap worden ge-
bruikt.
Gebruik volgens bestemming
Bescherming van het gereedschap
Batterijen inzetten of vervangen
Ingebruikneming
pmb300l_bu_1609929J04_t.fm Seite 3 Montag, 1. August 2005 4:36 16