30 | Nederlands
1 609 92A 1CE | (21.10.15) Bosch Power Tools
Functies (zie afbeeldingen A–E)
Na het inschakelen bevindt het meetgereedschap zich in de
snijlijnfunctie met automatisch waterpassen.
Als de functie van het meetgereedschap wilt veranderen,
drukt u zolang op de functietoets „Mode” 6 tot de gewenste
functie door het branden van de bijbehorende functie-indica-
tie 5 wordt weergegeven.
U kunt kiezen uit de volgende functies:
Automatisch waterpassen
Werkzaamheden met automatisch nivelleren
(zie afbeeldingen F–G)
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de muurhouder 14 of een statief 13.
Kies een van de functies met automatisch waterpassen.
Na het inschakelen worden door het automatisch waterpas-
sen oneffenheden binnen het zelfwaterpasbereik van ±4° au-
tomatisch gecompenseerd. Het waterpassen is afgesloten zo-
dra de laserlijnen of loodstralen niet meer bewegen. De
indicatie 5 van de actuele functie brandt groen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 4° van de waterpaslijn afwijkt, brandt de indicatie
voor automatisch waterpassen 4 rood en wordt de laser auto-
matisch uitgeschakeld. Stel in dit geval het meetgereedschap
horizontaal op en wacht het zelfwaterpassen af. Zodra het
meetgereedschap zich weer binnen het zelfwaterpasbereik
van ±4° bevindt, brandt de indicatie 5 van de functie groen en
wordt de laser ingeschakeld.
Buiten het zelfwaterpasbereik van ±4 ° is werken met de
functie automatisch waterpassen niet mogelijk. Anders kan
niet worden gewaarborgd dat de laserlijnen haaks op elkaar
verlopen.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw gewater-
past. Controleer na opnieuw waterpassen de stand van de la-
serlijnen en loodstralen in relatie tot de referentiepunten om
fouten te voorkomen.
Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
Bij uitgeschakelde nivelleerautomaat kunt u het meetgereed-
schap vrij in de hand houden of op een hellende ondergrond
zetten. De twee laserlijnen lopen niet meer per se loodrecht
naar elkaar.
Om te garanderen dat de twee laserlijnen verder loodrecht
naar elkaar verlopen, plaatst u het meetgereedschap onder
een 90°-hoek ten opzichte van de wand.
Tips voor de werkzaamheden
Gebruik altijd alleen het midden van de laserlijn voor
het markeren. De breedte van de laserlijn verandert met
de afstand.
Werkzaamheden met het statief (zie afbeelding H)
Een statief 13 biedt een stabiele, in hoogte instelbare meet-
ondergrond. Plaats het meetgereedschap met de statiefop-
name 8 op de 1/4"-schroefdraad van het statief en schroef
het met de vastzetschroef van het statief vast.
Werkzaamheden met de muurhouder (toebehoren)
Met de muurhouder 14 kunt u het meetgereedschap op wille-
keurige hoogte stevig bevestigen.
Montage van de muurhouder (zie afbeelding I): Voor de be-
vestiging op een muur moet de opnameplaat 16 opengeklapt
worden. Druk op de toetsen 15 aan beide zijden van de opna-
meplaat (a), klap de opnameplaat open (b), duw de plaat iets
omlaag en laat deze vastklikken (c).
Als u de hoogte van het meetgereedschap wilt instellen, kunt
u de opnameplaat 16 binnen een bereik van 6 cm naar boven
en naar beneden verschuiven. Druk daarvoor op de toetsen
15 aan beide zijden van de opnameplaat, schuif de opname-
plaat op de gewenste hoogte en laat deze weer vastklikken.
De schaalverdeling aan de zijkant van de muurhouder helpt u
bij de instelling van de hoogte.
Muurhouder bevestigen (zie afbeelding J): Bevestig de
muurhouder 14 met opengeklapte opnameplaat 16 zo verti-
caal mogelijk op een muur. Bevestig de opnameplaat stevig,
bijvoorbeeld met twee bevestigingsschroeven 17 (in de han-
del verkrijgbaar), zodat de plaat niet kan wegglijden. Draai de
1/4"-schroef 18 van de muurhouder in de statiefopname 8
van het meetgereedschap.
Gebruik als tafelstatief (zie afbeelding K): In de loodstraal-
functie kan de zichtbaarheid van de onderste loodstraal 3
worden verbeterd wanneer het meetgereedschap niet recht-
streeks op een ondergrond, maar op de samengeklapte muur-
houder 14 wordt gezet.
Leg daarvoor de muurhouder zo horizontaal mogelijk op een
stevige, rechte ondergrond. Druk op de toetsen 15 van de op-
nameplaat 16 (a). Duw de opnameplaat tot deze niet meer
verder kan in het bovenste stuk van de muurhouder
(b). Draai
de opnameplaat omlaag (c). Draai de 1/4"-schroef 18 van de
muurhouder in de statiefopname 8 van het meetgereed-
schap. Laat de opnameplaat in de muurhouder vastklikken.
Indicatie Functie
(groen)
Snijlijnfunctie met automatisch waterpassen
(zie afbeelding A): Het meetgereedschap gene-
reert een horizontale en een verticale laserlijn,
waarvan het waterpassen wordt bewaakt.
(groen)
Horizontale functie met automatisch water-
passen (zie afbeelding B): Het meetgereed-
schap genereert een horizontale laserlijn, waar-
van het waterpassen wordt bewaakt.
(groen)
Verticale functie met automatisch waterpas-
sen (zie afbeelding C): Het meetgereedschap
genereert een verticale laserlijn, waarvan het
waterpassen wordt bewaakt.
(groen)
Loodstraal met automatisch waterpassen
(zie afbeelding D): Het meetgereedschap gene-
reert twee loodstralen verticaal omhoog en om-
laag, waarvan het waterpassen wordt bewaakt.
(rood/
groen)
Snijlijnfunctie zonder automatisch waterpas-
sen (zie afbeelding E): Het meetgereedschap
genereert twee elkaar snijdende laserlijnen die
vrij kunnen worden uitgericht en niet noodzake-
lijk een loodrechte hoek vormen.
OBJ_BUCH-725-007.book Page 30 Wednesday, October 21, 2015 7:42 PM