Telcoma T224 de handleiding

Type
de handleiding
NL
62
AANWIJZINGEN VOOR INSTALLATIE EN PROGRAMMERING
KENMERKEN
TECHNISCHE GEGEVENS
Dit boekje is bestemd voor gekwalificeerde installatiemonteurs
Voordat u met de installatie begint is het raadzaam deze aanwijzingen aandachtig door te lezen.
Oneigenlijk gebruik van het product of een aansluitingsfout zou ten gevolge kunnen hebben dat het product niet correct werkt en de
veiligheid van de eindgebruiker in gevaar komt.
Deze besturingseenheid kan de volgende poorten automatiseren:
- poorten met twee vleugels met of zonder eindschakelaar
- poorten met één enkele vleugel met of zonder eindschakelaar
- dubbele schuifpoorten met eindschakelaar
- enkele schuifpoorten met eindschakelaar
De besturingseenheid is voorzien van:
- controle motor via encoder en/of amperometrisch
- programmeerbare vertraging motor
- soft start
- controle werking fotocellen (Foto Test)
- zelfdiagnose van de aansturing motoren (MOSFET)
- stekkers voor OC-ontvangers en/of kaartontvangers S
Stroomvoorziening Vac 230 ±10%
Frequentie Hz 50/60
Opname in stand-by (230V) mA 18 / 25 min / max
Maximale opname (230V) A 2
Max. vermogen 24V-motoren VA 360 (2X180)
Bedrijfstemperatuur °C -20 +60
Afmetingen box (B x H x D) mm 220x280x120
Elektrische parameters M.E. T224
NL
63
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN (afb. 1)
mag niet als een veiligheidsinrichting worden beschouwd
1 Zekering leiding 230V T2A (5x20 vertraagd)
3 Transformator
4 Klemmenbord voor secundaire aansluiting transformator en batterijlader (optional)
5 Klemmenbord voor aansluiting gebruikerslicht (contact n.o.)
6 Zekering 24V-laagspanning F16A (5x20)
7 Zekering 24V-batterij/batterijlader T10A (5x20 vertraagd)
8-22 Trimmer voor het afstellen van het vermogen van de motoren
9-21 Led werking motoren (LD1 en LD2)
10 Zekering 24V-nevencircuit F5A (5x20)
11 Test fotocellen (zie hoofdstuk FOTOTEST)
12 Klemmenbord voor aansluiting: stroomtoevoer neveninrichtingen, controlelampje poort open en elektrisch slot.
13 Knop voor Programmering en Stop*.
14 Knop P3 (programmering Pauzeduur)
15 Knop Stap-voor-stap (P/P)
16 Led Programmering (LD3)
17 Klemmenbord voor aansluiting bediening- enveiligheidsorganen
18 Led voor signalering status ingangen bediening. Led aan= ingang gesloten; led uit = ingang open
19 Dipschakelaars functies
20 Reset besturingseenheid (het eventjes kortsluiten van de 2 pinnen komt overeen met het inschakelen en uitschakelen van de stroom op de
besturingseenheid)
23 Stekker voor het insteken van kaartontvanger model OC (optional)
24 Stekker voor het insteken van kaartontvanger (optional)
25 Klemmenbord voor aansluiting antenne op het tweede kanaal van de radio-ontvanger
26-27 Klemmenborden aansluiting motoren
* Deze Stopknop maar alleen als een gebruiksinrichting om de tests tijdens het
installeren te vergemakkelijken.
2 Klemmenbord voor aansluiting leiding 230V-stroomtoevoer
FUSE 5X20
5
4
6
7
10
9
8
11
19
20
21
22
23
24
2
1
12
13
14
15
16
17
18
25
26
27
6
3
Fig.1
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
ON
ON
ON
M1
M2
NL
64
INSTALLATIE
BATTERIJLADER CB24 (optional)
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
De apparatuur dient volgens de "REGELS VAN DE KUNST" geïnstalleerd te worden door monteurs die daartoe wettelijk bevoegd zijn en volgens
de normen EN 12453 en EN 12445 inzake de veiligheid van de automatisering.
- Vergewis u ervan dat de automatisering is voorzien van stopaanslagen en dat deze de juiste afmetingen hebben voor het gewicht van de poort.
- Bevestig de besturingseenheid op een vlakke en onbeweeglijke ondergrond, adequaat beschermd tegen schokken en overstromingen.
Een installatie met T224 kan ook functioneren wanneer er geen netstroom aanwezig is; dit is mogelijk door twee oplaadbare batterijen van 12V
2,2Ah (niet meegeleverd) in een batterijlader mod. CB24 aan te brengen, zonder wijzigingen aan de rest van de installatie aan te brengen
Wij raden u aan in nieuwe installaties de batterij en batterijlader na de eindtest aan te sluiten waarbij u afbeelding 2 volgt en goed op de polariteit
van de draden let.
Volgorde van aansluiting:
- schakel de 230V-stroomtoevoer uit
- verbind de klemmetjes 3 en 4 van CB24 met de klemmetjes 28 en 29 van de besturingseenheid T224.
- sluit de 2 batterijen (in serie) met de meegeleverde kabeltjes op de klemmetjes 1 en 2 van de batterijlader aan.
- controleer dat de besturingseenheid correct van stroom wordt voorzien.
- schakel de stroomtoevoer 230V weer in
Volg voor de aansluitingen tabel 1 en afbeelding 2.
In het geval van een reeds bestaande installatie is een algemene controle van de toestand van de bedrading raadzaam (doorsnede, isolatie,
contacten) en van de nevenapparatuur (fotocellen, ontvangers, toetspanelen, sleutelschakelaars, etc.).
Wij geven hieronder enige aanbevelingen voor een correcte elektrische installatie:
- De leidingen die de hermetisch gesloten box van de besturingseenheid binnenkomen, moeten zo geïnstalleerd worden dat de aanvankelijke
beschermingsklasse IP56 kan blijven worden behouden .
- De doorsnede van de kabels moet worden berekend op basis van hun lengte en maximumstroom.
- Gebruik niet één enkele kabel van het type "veelpolig" voor alle aansluitingen (leiding, motoren, bedieningsorganen, etc.) of samen met andere
apparatuur.
- Verdeel de installatie in tenminste twee delen b.v.:
1) het deel vermogen (stroomtoevoerleiding, motoren, knipperlicht, gebruikerslicht, elektrisch slot) minimumdoorsnede draden 1,5 mm2 (leiding
motoren 2,5mm2).
2) het deel signaal (bedieningsorganen, veiligheidscontacten, stroomvoorziening neveninrichtingen) minimumdoorsnede draden 0,75 mm2
- Wanneer de bedieningskabels lang zijn (meer dan 50 meter) valt een ontkoppeling met relais gemonteerd in de nabijheid van de
besturingseenheid aan te raden.
- Nieuw batterijen zijn na ongeveer 10 uur volledig opgeladen.
- Het aantal uit te voeren manoeuvres op batterijstroom is van vele factoren afhankelijk;
een duidelijk voorbeeld kan zijn 4 complete cycli onder de volgende omstandigheden:
- poort 150kg per vleugel
- installatie met 2 stel fotocellen, insteekontvanger en 1 knipperlicht (20W max.)
- opgeladen batterijen
- binnen 5 uur nadat de 230V-netstroom is weggevallen
- De besturingseenheid vertraagt het knipperen van de uitgang knipperlicht onder de volgende omstandigheid: werking op batterij
terwijl er geen 230V-netstroom aanwezig is.
- Alle ingangen N.C. (normaal gesloten) die niet in de besturingseenheid worden gebruikt, moeten worden kortgesloten met de
gemeenschappelijke.
- Alle contacten N.C. die aan dezelfde ingang zijn gekoppeld, moeten serieel worden verbonden.
- Alle contacten N.O. (normaal open) die aan dezelfde ingang zijn gekoppeld, moeten parallel worden verbonden.
- Voor de stroomvoorziening van de besturingseenheid dient er een externe SCHEIDINGSSCHAKELAAR (niet meegeleverd) te worden
aangebracht, onafhankelijk en met afmetingen op basis van de belasting.
NL
NL
65
COM.
C.AP
ft2
FT1
J4
J3
COM.
J2
J1
PED.
STOP
P/P
COM.
Fig.2
24V
230V
max. 50W
max. 100W
24V
230V
1
11
2
12
3
13
4
14
5
15
6
16
7
17
8
18
9
19
10
20 21 22
24
24
23
25
25
Aux.
Elektrisch
slot
24Vcc
24Vcc
24Vcc
24Vcc
24Vcc
12Vcc
Knipperlicht
Controlelampje
poort
open
LIJST OPEN
ft2
FT1
JOLLY 4
JOLLY 1
JOLLY 3
JOLLY 2
STOP
P/P
VOETG.
Stroomvoorziening
fotocellen met
Fototest
(zie tekst)
Rx Tx
12V 2,2Ah
12V 2,2Ah
12
3
4
26 27 28 29
DD
30 3531 3632 3733 3834 39
M1 M2
40 41 42 43
2de kanaal antenne*
FUSE 5X20
44
45
230V
50/60 Hz
ENC 1 ENC 2
NL
66
12
910
klem nr.
7
14
56
13
11
, 17, 23
15 17
, 11, 23
18 23
, 17, 11
20
22
23
, 17, 11
23
, 17, 11
41
26 27
36
31
38e39
33e34
37
32
34
12 11
, 17, 23
8
17
, 11, 23
16 17
, 11, 23
19
21
23
, 17, 11
23
, 17, 11
24
44
24
25
45
25
2928
35
30
40
42
43
Uitgang
Ingang
Neveninrichtingen
Elektrisch slot
Inrichting
Knipperlicht
of lampje
Contact n.c.
Controlelampje
Contact n.c.
Contact
Contact
Knop n.o.
Knop n.o.
Transformator
Encoder M2
Encoder M1
Antenne Rx*
Tx fotocellen
Contact n.c.
Contact
Contact
Contact n.c.
Lamp
Leiding
Lamp
Cb24
Motor M2
Motor M1
Auxiliair
Antenne Rx*
24Vdc
12Vdc
1A
1A
V Imax
24Vdc
24Vdc
1A
1A
Max 24V 500mA
24Vdc 1A
Stroomtoevoer
Mechanische blokkering
Functie
Jolly 4
Jolly 2
Voetgangers-opening
Stap-v-Stap
Stroom-voorziening
Bewegings-sensor
Bewegings-sensor
Omhulsel
Permanentvoor stroomvoorziening fotocellen en externe ontvangers.
Als de installatie voorziet in werking met fototest dient u op deze uitgang
alleen deontvangers (RX) van de fotocellenaan te sluiten
Stroomvoorziening voorTX fotocel (bijingeschakeldefunctie Fototest)
Actief vanhet begin van de manoeuvrebij geheel gesloten poort .
Actief gedurende enige seconden bij het begin van elke opening.
Bij opening stopt de motor en sluit gedurende enige seconden. Sluit deze ingang
op de gemeenschappelijke aan als de niet wordt gebruikt.angeschlossen werden.
Bij opening kortstondige blokkering, bij sluiting terugloop. Sluit deze ingang
op de gemeenschappelijke aan als de niet wordt gebruikt.
Opmerkingen
Knipperen tijdens de manoeuvre. Het kan eerder aangezet worden
(voorwaarschuwing) ziedipschakelaar functies nr.5.
De uitgangknippert; dus kunnen we eeneenvoudig 24V-lampje aansluiten.
Gedifferentieerd knipperen op basis van de status van de poort:
poort dicht = uit bij opening = langzaam knipperen bij sluiting = snel
knipperen bij pauze = 2 knipperingen met pauze daartussen =poort
geblokkeerd met stopknop = ononderbroken licht = na reset of bij
ontbreken van netstroom is het controlelampje uit.
Bij sluiting terugloop. Sluit deze ingang op de gemeenschappelijke aan als
de niet wordt gebruikt
Zie “modus ingangen Jolly” tab.2 (dipschakelaar nr.3 en 4).
Zie “modus ingangen Jolly” tab.2 (dipschakelaar nr.3 en 4).
Zie “modus ingangen Stap-voor-stap en Voetgangersopening” tab.2
(dipschakelaar nr.1 en 2). Nr. 1 und 2).
Zie dipschakelaar functies nr.1 en nr.2
Sluit deze ingang op de secundaire van de meegeleverde transformator
aan (22V).
Systeem alleen beschikbaar op bepaalde uitvoeringen van de motor.
Neem de polariteit klem 37(-), klem 38(+) en klem 39(D).in acht.
Systeem alleen beschikbaar op bepaalde uitvoeringen van de motor.
Neem de polariteit klem 32(-), klem 33(+) en klem 34(D) in acht.
Indien er een ontvanger wordt aangesloten op het daarvoor bestemde
contact, gelieve u de door de fabrikant vereiste kenmerken van de antenne
te bekijken.
Zie “modus ingangen Jolly” tab.2 (dipschakelaar nr.3 en 4).
Zie “modus ingangen Jolly” tab.2 (dipschakelaar nr.3 en 4).
Blokkering van alle functies. Sluit deze ingang op de gemeenschappelijke
aan als de niet wordt gebruikt
Brandt vanaf het beging van de manoeuvre tot 3 minuten na complete
sluiting. Contact aan te sluiten volgens de schema's van afb.2
Sluit aan op de 230Vac-leiding . Zie elektrische aansluitingen.
Brandt vanaf het beging van de manoeuvre tot 3 minuten na complete
sluiting. Contact aan te sluiten volgens de schema's van afb.2
Gereed voor aansluiting van de batterijlader CB24 (optional) en van de
batterijen (optional)
De motor M2 wordt bij het openen vertraagd.
De motor M1 wordt vertraagd bij sluiting. In installaties met draaimotor
stuurt de motor M1 de vleugel met het elektrische slot aan.
Alleen beschikbaar als er een 2-kanaals radiokaart wordt ingeschakeld in
het daarvoor bestemde contact (onderdeel 24 van afb.1)
Stroomvoorziening Tx per foto-test
Lijst in open
Aanduiding beweging
Tijdens de manoeuvres terwijl de besturingseenheid op
batterijen werkt, vermindert de frequentie van het knipperen
Fotocel 1
Poort open
Fotocel 2
Jolly 3
Jolly 1
Stop
Gebruikerslicht
Stroom-voorziening besturings-eenheid
Gebruikerslicht
Batterijlader (optional)
Open/sluit
Open/sluit
Tweede kanaal ontvanger
Besturings-eenheid
Tab.1
24V
230Vac
22Vac
24Vdc
24Vdc
24Vdc
230Vac
2A
2A
6,8A
10A
5A
5A
0,5A
*ANTENNE: als er een insteekradiokaart (type SR) wordt gebruikt dient u goed op te letten daar het contact voor aansluiting op de antenne bij sommige
modellen op de kaart zelf aanwezig is.
klem nr.
NL
67
NL
POSITIONERINGSMANOEUVRE MOTOREN
OPMERKINGEN OVER HET PROGRAMMEREN VAN BEDRIJFSTIJD EN PAUZEDUUR
Met deze procedure kunnen we de op de besturingseenheid aangesloten motoren naar believen manoeuvreren, teneinde de installatie voor het
programmeren klaar te maken en te begrijpen of de motoren correct zijn aangesloten.
Procedure:
1- Voer een reset van de besturingseenheid uit (door het kortsluiten van jump Reset onderdeel 20 van afb. 1)
2- Druk ongeveer 3 seconden op de toets P3 (onderdeel 14 van afb.1)
3- Wanneer de led LD3 (en het knipperlicht) gaat branden, laat u P3 los. Procedure geactiveerd.
4- Druk op de toets PROG om M1 te openen (als de motor sluit, dient u de draden 30 en 31 te verwisselen).
5- Druk op de toets P/P om M2 te openen (als de motor sluit, dient u de draden 35 en 36 te verwisselen).
6- Door samen met de toets P3 op de toets PROG te drukken sluit de motor M1 .
7- Door samen met de toets P3 op de toets P/P te drukken sluit de motor M2.
8- Als de volgende handeling een programmeerhandeling betreft, plaatst u de vleugels (of de enkele vleugel) in de stand poort bijna open: de
vleugels moeten de ruimte hebben om ongeveer 5 seconden in sluiting te kunnen bewegen.
9- Om de poort weer normaal te laten werken voert u een reset van de besturingseenheid uit (door het kortsluiten van de stekker, onderdeel 20 van afb.1)
Verplichte procedure in nieuwe installaties; het doel hiervan is dat de besturingseenheid de manoeuvretijden en bepaalde parameters die nuttig zijn
voor het detecteren van obstakels leert herkennen.
Er zijn twee soorten programmering van de tijden:
- 1) automatische programmering tijden (vereenvoudigd)
- 2) handmatige programmering tijden
De keuze dient te worden gemaakt op basis van het soort automatisering: de eerste (automatische) heeft vaste parameters zoals de vertragingstijden
van de vleugel (vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere) en de vertragingstijd, met de tweede (handmatige) kunnen wij precies de
zone van vertraging van de ene vleugel ten opzichtevan de andere afstellen.
Tijdens de herkenningsfase zal er meermaals op de toets P/P (onderdeel 15 van afb. 1) moeten worden gedrukt; als alternatief zal de bediening P/P
(klemmetje 22, afb. 2) op de radiozender die ophet eerste kanaal van deontvanger in het geheugen is opgeslagen, kunnen wordengebruikt.
- In de installaties met een elektrisch slot moetdat slot op de vleugel worden gemonteerd die is aangeslotenop de motorM1.
- Zet de besturingseenheid onder spanning en controleer via de leds of de bedieningsingangen correct functioneren (bij de contacten N.C. moet het
Ledje branden, bij de contacten N.O. moet het ledje uit zijn).
-Terwijl de zenders van de fotocellen van stroom worden voorzien controleert u met de uitgang voor de fototest (klemmetjes 3 en 4) de werking daarvan
door de Jumper Test(onderdeel 11vanafb.1) kort tesluiten.
- Ontkoppel de batterijen indien die worden gebruikt.
- Zet de gevoeligheidstrimmers in hetmidden om eengemiddelde gevoeligheid voor obstakels te verkrijgen.
- Maak de manoeuvrezone van de poort vrij.
- Voer de herkenningsfasevan de tijdenuit waarbij uéén van de hieronder beschreven programmeringen kiest.
- Zet de vleugels (of de enkele vleugel) in de stand poort bijna open: de vleugels moeten de ruimte hebben om zich gedurende ongeveer 5 seconden in
sluitingsrichtingte kunnenbewegen.Alsdevleugelsnietinde juistestandstaan kuntudeindevoorafgaandeparagraafbeschrevenproceduretoepassen.
-Als er éénenkele motor wordtgebruikt, zet ude dipschakelaar 11 op OFF en sluitu de motorop de klemmetjes M1 aan.
-Als het gaat om een installatie met twee vleugels (van een schuif- of draaipoort) plaatst u de dipschakelaar 11 in stand ON. De op de klemmetjes van
M1 aangesloten motor zal bij het openen als eerste van start gaan en daarop zal het elektrische slot worden gemonteerd, terwijl de motor M2 als eerste
bij het sluiten van start zal gaan (dit natuurlijk tijdens de normale werking; de herkenningsprocedure heeft een geheel andere volgorde in de
bewegingen dan bij de gewone werking).
- Tijdens deze handeling werken de knoppen in de modus “iemand aanwezig” en worden de veiligheidsinrichtingen genegeerd.
- Bij twijfel raden wij u aan met de automatische programmering te beginnen en alleen op de handmatige programmering over te gaan als
tijdens de werking de vleugels in conflict geraken.
- Handmatige programmering wordt verplicht in niet-symmetrische installaties waar de vleugel die als eerste moet sluiten een grotere
manoeuvrehoekheeft ten opzichte van de andere vleugel.
Belangrijkeopmerkingen vòòr de programmering:
Reset
Reset
P3 P3
P3 P3 P3
P3
LD3 LD3
NL
68
NL
AUTOMATISCHE PROGRAMMERING (vereenvoudigd)
Procedure:
1- Zet de vleugels (of de enkele vleugel) in de stand poort bijna open: de vleugels moeten de ruimte hebben om ongeveer vijf seconden in sluitrichting te
bewegen.Als de vleugelsniet in positiestaan, kan dein de voorgaande paragraaf beschreven procedure wordengevolgd.
2- Houd de knop Prog ingedrukt en verricht een reset door metde schroevendraaier de jump Reset (onderdeel 20 van afb.1) te kortsluiten .
3- Houd de knop Prog. ingedrukt
4- Na drie seconden zal de led Ld3 (en het knipperlicht) gaanbranden. De programmeerprocedure is geactiveerd
5- Druk op de knop P/P om de herkenningsfase van start te laten gaan. De vleugel M2 beweegt zich gedurende (ongeveer) 3-5 sec in de sluitrichting en
stopt daarna.
6- Vleugel M1 voert onmiddellijk daarnadezelfde beweging uit.
7- De vleugel M1 beweegt zich gedurende (ongeveer) 3-5 sec in deopeningsrichting enstopt daarna.
8- Vleugel 2 voert onmiddellijk daarnadezelfde beweging uit.(3-5sec in de openingsrichting en stopt daarna).
9- De vleugel met M2 gaat helemaal dicht
10- Ook M1 gaat dicht
11-12- Wanneer beide vleugels dicht zijngaat M1 automatischopen.
13- Wanneer M1 open is, gaat ook M2 helemaalopen
14- Wanneer de twee vleugels beide in de openingsstandstaan, begint degeheugenopslag van depauzeduur.
15- Na afloop van de gewenste pauzeduur,drukt u opde knop P/P, waarna de motor M2 inde sluitrichting gaat.
16- Wanneer M2 bij de aanslag komt, sluit M1.
17- Poort helemaal gesloten.
18- Einde van het programmeren (de besturingseenheid stelt zichnu op een normale werking in).
BELANGRIJK:bij deze beweging mogen de vleugels niet tegen de aanslag komen; als dit gebeurt, dient u de herkenningsfase opnieuw uit te
voeren(waarbij u de vleugels zo zet dat zij erin slagen in 5 seconden te sluiten zondertegen de aanslag te komen).
BELANGRIJK: ook bij deze beweging mogen de vleugels niet tegen de aanslag komen; als dit gebeurt, dient u ze beter te zetten en de
herkenningsfase opnieuw uit te voeren. Nu heeft de besturingseenheid alle parameters van de twee vleugels gemeten (aanwezigheid-
afwezigheid encoder en de snelheid, stroom op de motoren).
- De besturingseenheid zoekt tijdens deze manoeuvre naar de aanwezigheid van de encoders op de motoren: HET IS NIET TOEGESTAAN
één motor met de encoder te hebben ende ander zonder; als dat gebeurt (bijvoorbeeld als gevolg van een defect op de encoder van één van
de motoren) zal de besturingseenheid een foutmelding geven die bestaat uit 10 knipperingen van hetledje LD3en het controlelampje.
- U kuntcontroleren ofde aanwezigheid van de encoders correct wordt gedetecteerd door te kijkennaar deledlampjes voor werking van de motoren
(onderdelen9 en21vanafb.1),alshetledjevandebewegendemotor knippert,betekentdit datdedesbetreffendeencoderisgevonden.
Alshet ledje ononderbroken blijft branden, betekent dit dat de encoder niet is gevonden.
- Als de besturingseenheid op beide motoren geen encoder vindt, zal obstakeldetectie plaatsvinden door de stroom tijdens de werking
worden gecontroleerd.
- De in het geheugen opgeslagen waarden blijven bewaard totdat ze opnieuw worden geprogrammeerd.
- Deze vereenvoudigde programmeerprocedure zal automatisch de vertragingswaarden van de vleugel en de punten van snelheidsafname
instellen door de defaultwaarden toe te passen.
- Indien deze instellingen ongeschikt mochten blijken te zijn voor de installering in kwestie, zal het noodzakelijk zijn de in de volgende
paragraafbeschreven gevorderde programmering uit te voeren.
P3
P3 P3
LD3 LD3
Reset
P3
P3
LD3
Tijd
Pauze
Eind
NL
69
NL
GEVORDERDEPROGRAMMERING
Met dit type programmering is hetmogelijk de vertragingvan de vleugels en de punten van snelheidsafname handmatig inte stellen.
Procedure:
Volgde punten 1tot 10 vande voorgaande paragraaf“Automatische programmering”.
Volg daarna onderstaande aanwijzingen en denk er daarbij aan dat, anders bij de automatische programmering, wij hier een reeks referenties in real
time moeten geven.
11-12- Wanneer beide vleugels zijn gesloten,gaat M1 automatischin de openingsrichting.
13- Druk op de knop P/P wanneer de vleugels de gewenste vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere (bij het openen) bereiken. Om te
tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en dat te bevestigenstopt de motor M1 eventjes en gaat daarna van start in de openingsrichting.
14- Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met M1 in het (gewenste) gebied van vertraging komt. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en
dat te bevestigen stopt de motor M1 eventjes engaat daarna vanstart in de openingsrichting.
15-16- Wanneer M1 bij de aanslag (of eindschakelaar) inde openingsstand komt,gaat M2 automatisch open.
17- Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met M2 in het (gewenste) gebied van vertraging komt. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en
dat te bevestigen stopt de motor M2 eventjes engaat daarna vanstart in de openingsrichting.
18- Wanneer de twee vleugelsbeide in de openingsstand staan, begint de geheugenopslag van de pauzeduur.
19- Na afloop van de gewenste pauzeduur,drukt u opde knop P/Pen de motor M2 gaat dicht.
20- Druk op de knop P/P wanneer de vleugels de gewenste vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere (bij het sluiten) bereiken. Om te
tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en dat te bevestigenstopt de motor M2 eventjes en gaat daarna van start in de sluitrichting.
21- Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met M2 in het (gewenste) gebied van vertraging komt. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en
dat te bevestigen stopt de motor M2 eventjes engaat daarna vanstart in de sluitrichting.
22- Wanneer M2 op de aanslag komt, sluit M1.
23- Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met M1 in het (gewenste) gebied van vertraging komt. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en
dat te bevestigen stopt de motor M1 eventjes engaat daarna vanstart in de sluitrichting.
24- Poort helemaal gesloten.
25- Einde van de programmering (de besturingseenheid stelt zich automatisch op normale werking in).
- De in het geheugen opgeslagen waarden blijven bewaard totdat ze opnieuw worden geprogrammeerd.
LD3
P3
P3 P3 P3
P3
P3 P3
23 24 25
Tijd
Pauze
Eind
NL
70
NL
WIJZIGING VAN DE PAUZEDUUR
De pauzeduur wordt tijdens het programmeren van de tijden in het geheugen opgeslagen. Om alleen deze parameter te wijzigen dient u als volgt
te werk te gaan:
1- Houd de knop Prog ingedrukt en verricht een reset door met de schroevendraaier de jump Reset (onderdeel 20 van afb.1) te kortsluiten.
2- Houd de knop Prog. ingedrukt
3- Na drie seconden zal het led LD3 (en het knipperlicht) gaan branden. De programmeerprocedure is geactiveerd
4- Laat de knop Prog. los.
5-6 Houd P3 ingedrukt totdat LD3 uit gaat.
7- Laat P3 los, het ledje LD3 gaat knipperen en de afstelling van de pauzeduur neemt een aanvang.
8- Wacht tot de gewenste tijdsduur is verstreken
9- Druk op de knop P3 om te blokkeren en de pauzeduur in het geheugen op te slaan.
Het ledje LD3 gaat uit en de besturingseenheid verlaat de programmering.
WIJZIGING VAN DE VOETGANGERSDOORGANG (modaliteit 1 motor)
V De programmering van de voetgangersdoorgang functioneert alleen als de besturingseenheid zich in de modaliteit 1 motor bevindt
(dipschakelaar 11 op OFF zie onderdeel 19 afb.1).
Procedure:
1- Blokkeer de poort wanneer die enigszins open staat
2- Terwijl u de knop Prog houdt ingedrukt voert u een reset uit door met de schroevendraaier de jump Reset (onderdeel 20 van afb.1) te
kortsluiten.
3- Houd de knop Prog. ingedrukt
4-5- Na drie seconden zal het ledje Ld3 (en het knipperlicht) aan gaan. De programmeerprocedure is geactiveerd.
6- Op dit punt (anders dan bij de normale programmering) moeten wij op de knop PED (voetgangersopening) drukken die op het klemmenbord is
aangesloten.
7- De poort gaat nu dicht en vindt de sluitaanslag of de eindschakelaar.
8-9- Wanneer hij dicht is, gaat hij automatisch in de openingsrichting van start.
10- Wanneer de poort het gewenste openingspunt bereikt heeft (voetgangersdoorgang) drukt u opnieuw op de knop Ped (voetgangersopening).
11- De poort stopt en gaat vervolgens dicht.
12- Het ledje LD3 gaat uit en de besturingseenheid verlaat de programmering.
P3 P3 P3
P3
LD3 LD3 LD3
Reset
P3
LD3
P3
P3
LD3
LD3
P3
LD3 LD3
Tijd
Pauze
P3 P3 P3
P3
LD3 LD3 LD3
Reset
J1
STOP
P/P
COM.
19 20 21 22 23
LD3
Eind
Voetg
Voetg
Voetg
Voetg
NL
72
NL
FOTOTEST
Om de fototest te doen functioneren moet de installatie twee leidingen voor stroomtoevoer naar de fotocellen hebben, waarbij de eerste op de
klemmetjes 1 en 2 wordt aangesloten (die de ontvangers van stroom voorziet) de tweede op de klemmetjes 3 en 4 die de zenders van stroom voorziet
(de fototest moet ingeschakeld worden door de dipschakelaar nr.7op stand ON te zetten).
De besturingseenheid controleert of de fotocellen werken door bijhet begin van elke manoeuvre te stimuleren dat deze in werking treden.
Als alles OKis gaan de motoren van start en neemt de manoeuvre een aanvang; als de ontvanger een probleem heeft zal de cyclus stoppen en wordt dit
door een reeks snelle knipperingen vanhet controlelampje poortopen en LD3 gesignaleerd.
De functie fototest heeft behalve de veiligheidsfactor nog verderevoordelen:
- energiebesparing (de zenders van de fotocellen zijn bijgesloten poort uit)
- verhoging van de actieradius in geval van stroomvoorzieningop batterijen
- minder slijtage van de onderdelen van de zendervan de fotocel.
- De fototest werkt ook met de fotocel 3 (ingang Jolly).
- De besturingseenheid herkent en slaat op in het geheugen (tijdens het programmeren van de tijden) hoeveel en welke fotocellen zijn
aangesloten voor de fototest.
- In installatiesmet eenfototest, wanneer de poort dicht is, worden de zenders van defotocellen niet van stroom voorzien en zijn de ingangen
open (ledjes uit).
- Voor de eindtest van de fotocellen bij gesloten poort kortsluit u de twee einddraden “Test” (onderdeel 11 van afb.1) die op de
besturingseenheid aanwezig zijn.
- De fotocellen met een aansluiting voor fototest werken alleen tijdens de manoeuvre.
Led2
Led1
P1
P2
Led2
Led1
P1
MEMORY
P2
INSTEEKONTVANGER model OC (optional)
De ontvangers kunnen een herkenningsfase uitvoeren en kunnen meerderecodes op hetzelfde kanaal in het geheugen opslaan.
De functies van de twee radiokanalen zijn:
Kanaal 1 Stap-voor-stap
Kanaal 2 Voetgangersdoorgang
Om de zenders in het geheugen op te staandient u alsvolgt te werk te gaan:
- Breng de ontvanger in het contact aan (onderdeel 23 van afb.1)
- Zet de besturingseenheid onder spanning en wacht dat de ledjes opde ontvanger uitgaan.
- Druk eventjes op de knop van het te bewaren kanaal op de ontvanger, (P1 stap-voor-stap of P2 voetgangersdoorgang); het desbetreffende ledje zal
nu gaan knipperen.
Als het ledje dubbele knipperingen uitvoert, dient u tewachten en dehandeling te herhalen (het knopje moet slechts één keer wordeningedrukt).
- Zend met de te programmeren afstandsbediening.
-Als het ledjeop de ontvangereen langdurige knipperinguitvoert, wil dat zeggen dat de geheugenopslagtot een goedeinde is gekomen.
-Als de codereeds in hetgeheugen aanwezig is,zullen de ledjes van de ontvanger tegelijkgaan knipperen.
Het is mogelijk het geheugen van de codes te resetten door de knop P1 van de ontvanger ongeveer 15 seconden ingedrukt te houden totdat beide
ledjes gaan branden.
De antenne dient te worden aangesloten op de klemmetjes 42 (omhulsel) en43 (besturingseenheid) zie afb. 2.
- Voor verdere informatie en specificaties gelieve u de handleiding te raadplegen die u bij de ontvangerhebt gekregen.
SOFTSTART
Het is mogelijk de startfase van de motoren zo te wijzigen dat de start sneller verloopt.
Om de start te wijzigen: terwijl de besturingseenheid onder spanning staat en de poort gesloten is dient u tegelijkertijd op de knoppen STOP/PROG
en P3 te drukken (deel 13 en 14 op afb. 1)
Na enkele seconden gaat led L3 branden (deel 16 op afb.1).
Als L3 ononderbroken blijft branden, zal de start sneller verlopen.
Als L3 knippert, zal het starten geleidelijker gaan.
Laat de toetsen los om deze instelling in het geheugen op te slaan. In de fabriek is de T224 ingesteld met geleidelijke start.
NL
73
NL
EINDTEST
Voeraltijd een eindtest uit nadat u de verschillende programmeringen hebt verricht.
- Controleer of de veiligheidsinrichtingen correctfunctioneren (antibeknellingssysteem, stopknop, fotocellen, contactlijsten, etc.)
- Controleer of de signaleringsinrichtingen correctfunctioneren (knipperlichten, controlelampjepoort open, etc.).
- Controleer of de bedieningsorganen correct functioneren (knop P/P, Radiobesturingen, etc.).
- Terwijl de vertraging is ingeschakeld en na een reset (of terwijl er geen stroomtoevoer is) voert de besturingseenheid een opening op lage
snelheid uit om de referentiepunten (aanslagen) te zoeken.
ENKELE BELANGRIJKE AANWIJZINGEN TOT SLOT
- De installatie van de automatisering moet op deugdelijke wijze uitgevoerd worden door vakmensen die aan de wettelijke eisen voldoen en moet in
overeenstemming zijn met de Machinerichtlijn 98/37/EG en de normen EN 12453 en EN 12445.
- Er moet gecontroleerd worden of de bestaande constructie-elementen (zuilen, scharnieren, vleugels) stevig zijn met het oog op de kracht die door de motor
ontwikkeld wordt.
- Er moet gecontroleerd worden of er aan het einde van de opening en aan het einde van de sluiting van de vleugels mechanische stops zijn die stevig genoeg
zijn.
- Controleer de staat van de kabels die eventueel reeds in de installatie aanwezig zijn.
- Er moet een risicoanalyse van de automatisering gemaakt worden en op basis daarvan moeten de nodige veiligheids- en waarschuwingssystemen toegepast
worden.
- De bedieningselementen (bijv. de sleutelschakelaar) moeten zodanig geïnstalleerd worden dat de gebruiker zich niet op gevaarlijke plaatsen bevindt.
- Na afloop van de installatie moeten de veiligheids-, waarschuwings- en ontgrendelsystemen van de automatisering diverse keren getest worden.
- Op de automatisering moet het CE-etiket of het CE-plaatje met informatie over de gevaren en de typegegevens aangebracht worden.
- De gebruiksaanwijzing, de veiligheidsvoorschriften en de EG-verklaring van overeenstemming moeten aan de eindgebruiker gegeven worden.
- Er moet nagegaan worden of de gebruiker de juiste automatische, handbediende en noodwerking van de automatisering begrepen heeft.
- De gebruiker moet schriftelijk geïnformeerd worden (bijvoorbeeld in de gebruiksaanwijzing) over de eventuele aanwezigheid van restrisico's waartegen geen
bescherming is en verkeerd gebruik dat te voorzien is.
- Informeer de gebruiker schriftelijk (bijvoorbeeld in de aanwijzingen voor gebruik) ten aanzien van het volgende:
- Er moet een onderhoudsplan van de installatie opgesteld worden (minimaal om de 6 maanden voor de beveiligingen) waarbij de uitgevoerde werkzaamheden
in een speciaal register genoteerd moeten worden.
* eventueel nog aanwezige niet-beveiligde restrisico's en voorspelbaar oneigenlijk gebruik.
* de stroomtoevoer los te koppelen wanneer er schoonmaakwerkzaamheden in de zone rondom de automatisering worden verricht of klein onderhoud
(bijvoorbeeld: schilderwerk).
* dikwijls te controleren dat er geen zichtbare schade aan de automatisering is, en indien die er is, onmiddellijk de installateur te waarschuwen
* geen kinderen in de onmiddellijke nabijheid van de automatisering te laten spelen
VERWIJDERING
Dit product bestaat uit diverse onderdelen die ook weer verontreinigende stoffen kunnen bevatten. Het product mag niet zomaar
weggegooid worden!
Informeer over de wijze van hergebruik of verwijdering van het product en neem daarbij de wettelijke voorschriften die ter plaatse
gelden in acht.
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Ondergetekende, , Wettelijk vertegenwoordiger van de firma:
TELCOMAS.r.l.ViaLuigiManzoni 11, 31015 Conegliano (TV)ITALY
verklaart dat het product:
Modello
in overeenstemming is met de fundamentele eisen van artikel 3 en de betreffendebepalingen van de Richtlijn 1999/5/EG, als het gebruikt wordt voor de
doeleinden waarvoor het bestemd is
in overeenstemming is met de fundamentele eisen van de Richtlijn 89/336 (EMC), de normen EN 61000-6-3, EN 61000-6-1 en latere wijzigingen
daarop als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoorhet bestemd is
in overeenstemming is met de fundamentele eisen van de Richtlijn 73/23 (Laagspanning), de normen EN 60335-1 latere wijzigingen daarop als het
gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is
Plaats en datum: Conegliano,
T224
Augusto Silvio Brunello
18/09/2006
Augusto Silvio Brunello
Wettelijk vertegenwoordiger
Telcoma srl - Via L. Manzoni, 11 - Z.I. Campidui
31015 Conegliano - (TV) Italy - Tel. +39 0438-451099
Fax +39 0438-451102 - Part. IVA 00809520265
http://www.telcoma.it E-mail: info@telcoma .it
CERTIFICATO DI GARANZIA
IFE
La presente garanzia copre gli eventuali guasti e/oanomalie
dovuti a difetti e/o vizi di fabbricazione. La garanzia decade
automaticamente in caso di manomissione o errato utilizzo
del prodotto.
Durante il periodo di garanzia la ditta Telcoma srl si impegna
a riparare e/o sostituire le parti difettate e non manomesse.
Restano a intero ed esclusivo carico del cliente il diritto di
chiamata, nonché le spese di rimozione, imballo e trasporto
del prodotto per la riparazione esostituzione.
Cette garantie couvre les éventuelles pannes et/ou
anomalies imputables à des défauts eou vis de fabrication.
La garantie s'annule automatiquement si le produit a été
modifié ou utilisé demaniére impropre.L'entreprise Telcoma
srl s'engange, durant la periode de garantie du produit, à
reparer et/ou remplacer les piéces defectueuses n'ayant
pas subi de modifications. Restent entièrement et
exclusivament à lacharge du client, le droitd'appel ainsi que
les frais d'enleévement, d'emballage et de transport du
produit pour sa réparation ou substitution.
La presente garantía es válida en el caso cie averias y/o
anomaliás causadas por defectos y/o desperfectos de
fabricación. La garantía automáticamente pierde valor en el
caso de arreglos improprios o utilizactión equivocada del
producto. Durante el periodo de garantía, la empresa
Telcoma srl se compromete a reparar y/o cambiar la partes
defectuosas que no hayan sido dañadas. Quedan a total y
exclusivo cargo del cliente el derecho de llamada, como asi
también los gastos de desmontaje, embalaje y transporte
del producto para la raparación ocambio.
GARANZIA GARANTIE GARANTÍA
GB D NL
This warranty covers any failure and/or malfunctioning due
to manifacturing faults and/orbad workmanship.
The warranty is automatically invalidated if the product is
tempered with or used incorrectly.
During the warranty period, Telcomasrl undertakesto repair
and/or replace faulty parts provided they have not been
tampered with.
The call-out charge as well as the expenses for disassembly
removal packing and transport of the product for repair or
replacement shall be chargedentirely tothe customer.
Die vorliegendeGarantie deckt eventuelle Defekteund/oder
Betriebsstörungen ab, die auf Fabricationsfehler
und/oder mängel zurück-zuführen sin. Die Garantie
verfällt automatisch im Falle von Manipulationen oder
fehlerhaftem Gebrauch des Produktes. Während der
Garantiezeit verpflichtet sich die Firma Telcoma srl, die
defekten und nicht manipulierten Teile zu reparieren
und/oder auszutauschen. Die Auforderung des
Kundendienstes als auch die Kosten für die Abholung, die
Verpackung und den Transport des Produkten für die
Reparatur bzw den Austausch gehen zu vollen und
ausschliefßlichen Lasten des Kunden.
Deze garantie dekt eventuele storingenen/of defecten diete
wijten aan fabrieksfouten en/of gebreken. De garantie
vervalt automatisch indien de gebruiker zelf aan het produkt
gesleuteld heeft of veranderingen aangebracht heeft of
indien het produkt op verkeerde wijze gebruikt is. Tijdens de
garantietermijn neemt de Firma Telcoma srl de verplichting
op te defecte onderdelen te repareren en/of te vervangen
mits de gebruiker deze onderdelen niet zelf geprobeerd
heeft te repareren. De voorrijkosten alsmede de onkosten
voor het demonteren, het verpakken en verzenden van het
produkt te repareren of te vervangen zijn en blijven
uitsluitend voor rekening vande klant.
PRODOTTO
WARRANTY GARANTIE GARANTIE
DATA D’INSTALLAZIONE
TIMBRO E/O FIRMA DELL’INSTALLATORE
*

Documenttranscriptie

NL AANWIJZINGEN VOOR INSTALLATIE EN PROGRAMMERING Dit boekje is bestemd voor gekwalificeerde installatiemonteurs Voordat u met de installatie begint is het raadzaam deze aanwijzingen aandachtig door te lezen. Oneigenlijk gebruik van het product of een aansluitingsfout zou ten gevolge kunnen hebben dat het product niet correct werkt en de veiligheid van de eindgebruiker in gevaar komt. KENMERKEN Deze besturingseenheid kan de volgende poorten automatiseren: - poorten met twee vleugels met of zonder eindschakelaar - poorten met één enkele vleugel met of zonder eindschakelaar - dubbele schuifpoorten met eindschakelaar - enkele schuifpoorten met eindschakelaar De besturingseenheid is voorzien van: - controle motor via encoder en/of amperometrisch - programmeerbare vertraging motor - soft start - controle werking fotocellen (Foto Test) - zelfdiagnose van de aansturing motoren (MOSFET) - stekkers voor OC-ontvangers en/of kaartontvangers S TECHNISCHE GEGEVENS 62 Elektrische parameters M.E. T224 Stroomvoorziening Vac 230 ±10% Frequentie Hz 50/60 Opname in stand-by (230V) mA 18 / 25 min / max Maximale opname (230V) A 2 Max. vermogen 24V-motoren VA 360 (2X180) Bedrijfstemperatuur °C -20 +60 Afmetingen box (B x H x D) mm 220x280x120 12 NL 13 14 15 16 17 18 11 1 19 2 10 3 4 5 6 ON 20 ON ON 21 7 8 9 9 10 11 M1 12 M2 8 22 23 7 24 6 5 3 Fig.1 6 27 25 26 FUSE 5X20 4 2 1 BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN (afb. 1) 1 Zekering leiding 230V T2A (5x20 vertraagd) 2 Klemmenbord voor aansluiting leiding 230V-stroomtoevoer 3 Transformator 4 Klemmenbord voor secundaire aansluiting transformator en batterijlader (optional) 5 Klemmenbord voor aansluiting gebruikerslicht (contact n.o.) 6 Zekering 24V-laagspanning F16A (5x20) 7 Zekering 24V-batterij/batterijlader T10A (5x20 vertraagd) 8-22 Trimmer voor het afstellen van het vermogen van de motoren 9-21 Led werking motoren (LD1 en LD2) 10 Zekering 24V-nevencircuit F5A (5x20) 11 Test fotocellen (zie hoofdstuk FOTOTEST) 12 Klemmenbord voor aansluiting: stroomtoevoer neveninrichtingen, controlelampje poort open en elektrisch slot. 13 Knop voor Programmering en Stop*. 14 Knop P3 (programmering Pauzeduur) 15 Knop Stap-voor-stap (P/P) 16 Led Programmering (LD3) 17 Klemmenbord voor aansluiting bediening- en veiligheidsorganen 18 Led voor signalering status ingangen bediening. Led aan = ingang gesloten; led uit = ingang open 19 Dipschakelaars functies 20 Reset besturingseenheid (het eventjes kortsluiten van de 2 pinnen komt overeen met het inschakelen en uitschakelen van de stroom op de besturingseenheid) 23 Stekker voor het insteken van kaartontvanger model OC (optional) 24 Stekker voor het insteken van kaartontvanger (optional) 25 Klemmenbord voor aansluiting antenne op het tweede kanaal van de radio-ontvanger 26-27 Klemmenborden aansluiting motoren * Deze Stopknop mag niet als een veiligheidsinrichting worden beschouwd maar alleen als een gebruiksinrichting om de tests tijdens het 63 installeren te vergemakkelijken. NL INSTALLATIE De apparatuur dient volgens de "REGELS VAN DE KUNST" geïnstalleerd te worden door monteurs die daartoe wettelijk bevoegd zijn en volgens de normen EN 12453 en EN 12445 inzake de veiligheid van de automatisering. - Vergewis u ervan dat de automatisering is voorzien van stopaanslagen en dat deze de juiste afmetingen hebben voor het gewicht van de poort. - Bevestig de besturingseenheid op een vlakke en onbeweeglijke ondergrond, adequaat beschermd tegen schokken en overstromingen. BATTERIJLADER CB24 (optional) Een installatie met T224 kan ook functioneren wanneer er geen netstroom aanwezig is; dit is mogelijk door twee oplaadbare batterijen van 12V 2,2Ah (niet meegeleverd) in een batterijlader mod. CB24 aan te brengen, zonder wijzigingen aan de rest van de installatie aan te brengen Wij raden u aan in nieuwe installaties de batterij en batterijlader na de eindtest aan te sluiten waarbij u afbeelding 2 volgt en goed op de polariteit van de draden let. Volgorde van aansluiting: - schakel de 230V-stroomtoevoer uit - verbind de klemmetjes 3 en 4 van CB24 met de klemmetjes 28 en 29 van de besturingseenheid T224. - sluit de 2 batterijen (in serie) met de meegeleverde kabeltjes op de klemmetjes 1 en 2 van de batterijlader aan. - controleer dat de besturingseenheid correct van stroom wordt voorzien. - schakel de stroomtoevoer 230V weer in - Nieuw batterijen zijn na ongeveer 10 uur volledig opgeladen. - Het aantal uit te voeren manoeuvres op batterijstroom is van vele factoren afhankelijk; een duidelijk voorbeeld kan zijn 4 complete cycli onder de volgende omstandigheden: - poort 150kg per vleugel - installatie met 2 stel fotocellen, insteekontvanger en 1 knipperlicht (20W max.) - opgeladen batterijen - binnen 5 uur nadat de 230V-netstroom is weggevallen - De besturingseenheid vertraagt het knipperen van de uitgang knipperlicht onder de volgende omstandigheid: werking op batterij terwijl er geen 230V-netstroom aanwezig is. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Volg voor de aansluitingen tabel 1 en afbeelding 2. In het geval van een reeds bestaande installatie is een algemene controle van de toestand van de bedrading raadzaam (doorsnede, isolatie, contacten) en van de nevenapparatuur (fotocellen, ontvangers, toetspanelen, sleutelschakelaars, etc.). Wij geven hieronder enige aanbevelingen voor een correcte elektrische installatie: - De leidingen die de hermetisch gesloten box van de besturingseenheid binnenkomen, moeten zo geïnstalleerd worden dat de aanvankelijke beschermingsklasse IP56 kan blijven worden behouden . - De doorsnede van de kabels moet worden berekend op basis van hun lengte en maximumstroom. - Gebruik niet één enkele kabel van het type "veelpolig" voor alle aansluitingen (leiding, motoren, bedieningsorganen, etc.) of samen met andere apparatuur. - Verdeel de installatie in tenminste twee delen b.v.: 1) het deel vermogen (stroomtoevoerleiding, motoren, knipperlicht, gebruikerslicht, elektrisch slot) minimumdoorsnede draden 1,5 mm2 (leiding motoren 2,5mm2). 2) het deel signaal (bedieningsorganen, veiligheidscontacten, stroomvoorziening neveninrichtingen) minimumdoorsnede draden 0,75 mm2 - Wanneer de bedieningskabels lang zijn (meer dan 50 meter) valt een ontkoppeling met relais gemonteerd in de nabijheid van de besturingseenheid aan te raden. - Alle ingangen N.C. (normaal gesloten) die niet in de besturingseenheid worden gebruikt, moeten worden kortgesloten met de gemeenschappelijke. - Alle contacten N.C. die aan dezelfde ingang zijn gekoppeld, moeten serieel worden verbonden. - Alle contacten N.O. (normaal open) die aan dezelfde ingang zijn gekoppeld, moeten parallel worden verbonden. - Voor de stroomvoorziening van de besturingseenheid dient er een externe SCHEIDINGSSCHAKELAAR (niet meegeleverd) te worden aangebracht, onafhankelijk en met afmetingen op basis van de belasting. 64 NL 24Vcc JOLLY 2 JOLLY 1 VOETG. STOP P/P J2 J1 PED. STOP P/P JOLLY 3 Elektrisch 12Vcc slot JOLLY 4 Tx J4 Rx ft2 24Vcc 24Vcc FT1 LIJST OPEN 24Vcc Knipperlicht ft2 fotocellen met Fototest (zie tekst) FT1 Controlelampje poort open Stroomvoorziening COM. COM. J3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 C.AP COM. 24Vcc Aux. 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 35 36 37 38 39 D D M1 24V max. 50W 24V 30 31 32 33 34 ENC 1 M2 24 25 230V 230V max. 100W 4 3 2 1 12V 2,2Ah Fig.2 FUSE 5X20 12V 2,2Ah 44 45 230V 50/60 Hz 65 ENC 2 40 41 42 43 2de kanaal antenne* NL Tab.1 klem nr. klem nr. Inrichting V Imax Functie Opmerkingen Permanent voor stroomvoorziening fotocellen en externe ontvangers. Als de installatie voorziet in werking met fototest dient u op deze uitgang alleen de ontvangers (RX) van de fotocellen aan te sluiten 1 2 Neveninrichtingen 24Vdc 1A Stroomtoevoer 3 5 4 6 Tx fotocellen Controlelampje 24Vdc 1A Stroomvoorziening Tx per foto-test Poort open 7 8 Knipperlicht of lampje 24Vdc 1A 9 10 Elektrisch slot 12Vdc 1A 12 13 14 15 16 18 19 20 21 22 11 , 17, 23 11 , 17, 23 17 , 11, 23 17 , 11, 23 17 , 11, 23 23 , 17, 11 23 , 17, 11 23 , 17, 11 23 , 17, 11 23 , 17, 11 Contact n.c. Contact n.c. Contact n.c. Contact Contact Contact Contact Knop n.o. Contact n.c. Knop n.o. 24 24 25 25 Lamp Lamp 24V 26 28 27 29 Transformator Cb24 22Vac 30 32 35 37 31 33 e 34 36 38 e 39 Motor M1 Encoder M1 Motor M2 Encoder M2 24Vdc 5A 40 42 43 41 Auxiliair Antenne Rx* Antenne Rx* Max 24V 500mA 44 45 Leiding 230Vac 2A 24Vdc 1A Aanduiding beweging Tijdens de manoeuvres terwijl de besturingseenheid op batterijen werkt, vermindert de frequentie van het knipperen Mechanische blokkering Lijst in open Fotocel 2 Fotocel 1 Jolly 4 Jolly 3 Jolly 2 Jolly 1 Voetgangers-opening Stop Stap-v-Stap 2A 230Vac 0,5A 6,8A 24Vdc 10A 24Vdc 5A Gebruikerslicht Gebruikerslicht Stroom-voorziening Batterijlader (optional) Open/sluit Bewegings-sensor Open/sluit Bewegings-sensor Tweede kanaal ontvanger Omhulsel Besturings-eenheid Stroom-voorziening besturings-eenheid Stroomvoorziening voor TX fotocel (bij ingeschakelde functie Fototest) Actief van het begin van de manoeuvre bij geheel gesloten poort . Gedifferentieerd knipperen op basis van de status van de poort: poort dicht = uit bij opening = langzaam knipperen bij sluiting = snel knipperen bij pauze = 2 knipperingen met pauze daartussen =poort geblokkeerd met stopknop = ononderbroken licht = na reset of bij ontbreken van netstroom is het controlelampje uit. Knipperen tijdens de manoeuvre. Het kan eerder aangezet worden (voorwaarschuwing) zie dipschakelaar functies nr.5. De uitgang knippert; dus kunnen we een eenvoudig 24V-lampje aansluiten. Actief gedurende enige seconden bij het begin van elke opening. Bij opening stopt de motor en sluit gedurende enige seconden. Sluit deze ingang op de gemeenschappelijke aan als de niet wordt gebruikt.angeschlossen werden. Bij opening kortstondige blokkering, bij sluiting terugloop. Sluit deze ingang op de gemeenschappelijke aan als de niet wordt gebruikt. Bij sluiting terugloop. Sluit deze ingang op de gemeenschappelijke aan als de niet wordt gebruikt Zie “modus ingangen Jolly” tab.2 (dipschakelaar nr.3 en 4). Zie “modus ingangen Jolly” tab.2 (dipschakelaar nr.3 en 4). Zie “modus ingangen Jolly” tab.2 (dipschakelaar nr.3 en 4). Zie “modus ingangen Jolly” tab.2 (dipschakelaar nr.3 en 4). Zie “modus ingangen Stap-voor-stap en Voetgangersopening” tab.2 (dipschakelaar nr.1 en 2). Nr. 1 und 2). Blokkering van alle functies. Sluit deze ingang op de gemeenschappelijke aan als de niet wordt gebruikt Zie dipschakelaar functies nr.1 en nr.2 Brandt vanaf het beging van de manoeuvre tot 3 minuten na complete sluiting. Contact aan te sluiten volgens de schema's van afb.2 Brandt vanaf het beging van de manoeuvre tot 3 minuten na complete sluiting. Contact aan te sluiten volgens de schema's van afb.2 Sluit deze ingang op de secundaire van de meegeleverde transformator aan (22V). Gereed voor aansluiting van de batterijlader CB24 (optional) en van de batterijen (optional) De motor M1 wordt vertraagd bij sluiting. In installaties met draaimotor stuurt de motor M1 de vleugel met het elektrische slot aan. Systeem alleen beschikbaar op bepaalde uitvoeringen van de motor. Neem de polariteit klem 32(-), klem 33(+) en klem 34(D) in acht. De motor M2 wordt bij het openen vertraagd. Systeem alleen beschikbaar op bepaalde uitvoeringen van de motor. Neem de polariteit klem 37(-), klem 38(+) en klem 39(D).in acht. Alleen beschikbaar als er een 2-kanaals radiokaart wordt ingeschakeld in het daarvoor bestemde contact (onderdeel 24 van afb.1) Indien er een ontvanger wordt aangesloten op het daarvoor bestemde contact, gelieve u de door de fabrikant vereiste kenmerken van de antenne te bekijken. Sluit aan op de 230Vac-leiding . Zie elektrische aansluitingen. Uitgang Ingang *ANTENNE: als er een insteekradiokaart (type SR) wordt gebruikt dient u goed op te letten daar het contact voor aansluiting op de antenne bij sommige modellen op de kaart zelf aanwezig is. 66 NL POSITIONERINGSMANOEUVRE MOTOREN Met deze procedure kunnen we de op de besturingseenheid aangesloten motoren naar believen manoeuvreren, teneinde de installatie voor het programmeren klaar te maken en te begrijpen of de motoren correct zijn aangesloten. - Tijdens deze handeling werken de knoppen in de modus “iemand aanwezig” en worden de veiligheidsinrichtingen genegeerd. Procedure: 1- Voer een reset van de besturingseenheid uit (door het kortsluiten van jump Reset onderdeel 20 van afb. 1) 2- Druk ongeveer 3 seconden op de toets P3 (onderdeel 14 van afb.1) 3- Wanneer de led LD3 (en het knipperlicht) gaat branden, laat u P3 los. Procedure geactiveerd. 4- Druk op de toets PROG om M1 te openen (als de motor sluit, dient u de draden 30 en 31 te verwisselen). 5- Druk op de toets P/P om M2 te openen (als de motor sluit, dient u de draden 35 en 36 te verwisselen). 6- Door samen met de toets P3 op de toets PROG te drukken sluit de motor M1 . 7- Door samen met de toets P3 op de toets P/P te drukken sluit de motor M2. 8- Als de volgende handeling een programmeerhandeling betreft, plaatst u de vleugels (of de enkele vleugel) in de stand poort bijna open: de vleugels moeten de ruimte hebben om ongeveer 5 seconden in sluiting te kunnen bewegen. 9- Om de poort weer normaal te laten werken voert u een reset van de besturingseenheid uit (door het kortsluiten van de stekker, onderdeel 20 van afb.1) P3 P3 Reset P3 P3 P3 LD3 LD3 P3 Reset OPMERKINGEN OVER HET PROGRAMMEREN VAN BEDRIJFSTIJD EN PAUZEDUUR Verplichte procedure in nieuwe installaties; het doel hiervan is dat de besturingseenheid de manoeuvretijden en bepaalde parameters die nuttig zijn voor het detecteren van obstakels leert herkennen. Er zijn twee soorten programmering van de tijden: - 1) automatische programmering tijden (vereenvoudigd) - 2) handmatige programmering tijden De keuze dient te worden gemaakt op basis van het soort automatisering: de eerste (automatische) heeft vaste parameters zoals de vertragingstijden van de vleugel (vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere) en de vertragingstijd, met de tweede (handmatige) kunnen wij precies de zone van vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere afstellen. - Bij twijfel raden wij u aan met de automatische programmering te beginnen en alleen op de handmatige programmering over te gaan als tijdens de werking de vleugels in conflict geraken. - Handmatige programmering wordt verplicht in niet-symmetrische installaties waar de vleugel die als eerste moet sluiten een grotere manoeuvrehoek heeft ten opzichte van de andere vleugel. Tijdens de herkenningsfase zal er meermaals op de toets P/P (onderdeel 15 van afb. 1) moeten worden gedrukt; als alternatief zal de bediening P/P (klemmetje 22, afb. 2) op de radiozender die op het eerste kanaal van de ontvanger in het geheugen is opgeslagen, kunnen worden gebruikt. Belangrijke opmerkingen vòòr de programmering: - In de installaties met een elektrisch slot moet dat slot op de vleugel worden gemonteerd die is aangesloten op de motor M1. - Zet de besturingseenheid onder spanning en controleer via de leds of de bedieningsingangen correct functioneren (bij de contacten N.C. moet het Ledje branden, bij de contacten N.O. moet het ledje uit zijn). - Terwijl de zenders van de fotocellen van stroom worden voorzien controleert u met de uitgang voor de fototest (klemmetjes 3 en 4) de werking daarvan door de Jumper Test (onderdeel 11 van afb.1) kort te sluiten. - Ontkoppel de batterijen indien die worden gebruikt. - Zet de gevoeligheidstrimmers in het midden om een gemiddelde gevoeligheid voor obstakels te verkrijgen. - Maak de manoeuvrezone van de poort vrij. - Voer de herkenningsfase van de tijden uit waarbij u één van de hieronder beschreven programmeringen kiest. - Zet de vleugels (of de enkele vleugel) in de stand poort bijna open: de vleugels moeten de ruimte hebben om zich gedurende ongeveer 5 seconden in sluitingsrichtingtekunnenbewegen.Alsdevleugelsnietindejuistestandstaankuntudeindevoorafgaandeparagraafbeschrevenproceduretoepassen. -Als er één enkele motor wordt gebruikt, zet u de dipschakelaar 11 op OFF en sluit u de motor op de klemmetjes M1 aan. - Als het gaat om een installatie met twee vleugels (van een schuif- of draaipoort) plaatst u de dipschakelaar 11 in stand ON. De op de klemmetjes van M1 aangesloten motor zal bij het openen als eerste van start gaan en daarop zal het elektrische slot worden gemonteerd, terwijl de motor M2 als eerste bij het sluiten van start zal gaan (dit natuurlijk tijdens de normale werking; de herkenningsprocedure heeft een geheel andere volgorde in de 67 bewegingen dan bij de gewone werking). NL AUTOMATISCHE PROGRAMMERING (vereenvoudigd) Procedure: 1- Zet de vleugels (of de enkele vleugel) in de stand poort bijna open: de vleugels moeten de ruimte hebben om ongeveer vijf seconden in sluitrichting te bewegen.Als de vleugels niet in positie staan, kan de in de voorgaande paragraaf beschreven procedure worden gevolgd. 2- Houd de knop Prog ingedrukt en verricht een reset door met de schroevendraaier de jump Reset (onderdeel 20 van afb.1) te kortsluiten . 3- Houd de knop Prog. ingedrukt 4- Na drie seconden zal de led Ld3 (en het knipperlicht) gaan branden. De programmeerprocedure is geactiveerd 5- Druk op de knop P/P om de herkenningsfase van start te laten gaan. De vleugel M2 beweegt zich gedurende (ongeveer) 3-5 sec in de sluitrichting en stopt daarna. 6- Vleugel M1 voert onmiddellijk daarna dezelfde beweging uit. BELANGRIJK: bij deze beweging mogen de vleugels niet tegen de aanslag komen; als dit gebeurt, dient u de herkenningsfase opnieuw uit te voeren (waarbij u de vleugels zo zet dat zij erin slagen in 5 seconden te sluiten zonder tegen de aanslag te komen). 7- De vleugel M1 beweegt zich gedurende (ongeveer) 3-5 sec in de openingsrichting en stopt daarna. 8- Vleugel 2 voert onmiddellijk daarna dezelfde beweging uit.(3-5 sec in de openingsrichting en stopt daarna). BELANGRIJK: ook bij deze beweging mogen de vleugels niet tegen de aanslag komen; als dit gebeurt, dient u ze beter te zetten en de herkenningsfase opnieuw uit te voeren. Nu heeft de besturingseenheid alle parameters van de twee vleugels gemeten (aanwezigheidafwezigheid encoder en de snelheid, stroom op de motoren). - De besturingseenheid zoekt tijdens deze manoeuvre naar de aanwezigheid van de encoders op de motoren: HET IS NIET TOEGESTAAN één motor met de encoder te hebben en de ander zonder; als dat gebeurt (bijvoorbeeld als gevolg van een defect op de encoder van één van de motoren) zal de besturingseenheid een foutmelding geven die bestaat uit 10 knipperingen van het ledje LD3 en het controlelampje. - U kunt controleren of de aanwezigheid van de encoders correct wordt gedetecteerd door te kijken naar de ledlampjes voor werking van de motoren (onderdelen9en21vanafb.1),alshetledjevandebewegendemotorknippert,betekentditdatdedesbetreffendeencoderisgevonden. Als het ledje ononderbroken blijft branden, betekent dit dat de encoder niet is gevonden. - Als de besturingseenheid op beide motoren geen encoder vindt, zal obstakeldetectie plaatsvinden door de stroom tijdens de werking worden gecontroleerd. 9- De vleugel met M2 gaat helemaal dicht 10- Ook M1 gaat dicht 11-12- Wanneer beide vleugels dicht zijn gaat M1 automatisch open. 13- Wanneer M1 open is, gaat ook M2 helemaal open 14- Wanneer de twee vleugels beide in de openingsstand staan, begint de geheugenopslag van de pauzeduur. 15- Na afloop van de gewenste pauzeduur, drukt u op de knop P/P, waarna de motor M2 in de sluitrichting gaat. 16- Wanneer M2 bij de aanslag komt, sluit M1. 17- Poort helemaal gesloten. 18- Einde van het programmeren (de besturingseenheid stelt zich nu op een normale werking in). - De in het geheugen opgeslagen waarden blijven bewaard totdat ze opnieuw worden geprogrammeerd. - Deze vereenvoudigde programmeerprocedure zal automatisch de vertragingswaarden van de vleugel en de punten van snelheidsafname instellen door de defaultwaarden toe te passen. - Indien deze instellingen ongeschikt mochten blijken te zijn voor de installering in kwestie, zal het noodzakelijk zijn de in de volgende paragraaf beschreven gevorderde programmering uit te voeren. P3 Reset P3 P3 P3 LD3 Tijd Pauze LD3 LD3 P3 Eind 68 NL GEVORDERDE PROGRAMMERING Met dit type programmering is het mogelijk de vertraging van de vleugels en de punten van snelheidsafname handmatig in te stellen. Procedure: Volg de punten 1 tot 10 van de voorgaande paragraaf “Automatische programmering”. Volg daarna onderstaande aanwijzingen en denk er daarbij aan dat, anders bij de automatische programmering, wij hier een reeks referenties in real time moeten geven. 11-12- Wanneer beide vleugels zijn gesloten, gaat M1 automatisch in de openingsrichting. 13- Druk op de knop P/P wanneer de vleugels de gewenste vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere (bij het openen) bereiken. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en dat te bevestigen stopt de motor M1 eventjes en gaat daarna van start in de openingsrichting. 14- Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met M1 in het (gewenste) gebied van vertraging komt. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en dat te bevestigen stopt de motor M1 eventjes en gaat daarna van start in de openingsrichting. 15-16- Wanneer M1 bij de aanslag (of eindschakelaar) in de openingsstand komt, gaat M2 automatisch open. 17- Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met M2 in het (gewenste) gebied van vertraging komt. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en dat te bevestigen stopt de motor M2 eventjes en gaat daarna van start in de openingsrichting. 18- Wanneer de twee vleugels beide in de openingsstand staan, begint de geheugenopslag van de pauzeduur. 19- Na afloop van de gewenste pauzeduur, drukt u op de knop P/P en de motor M2 gaat dicht. 20- Druk op de knop P/P wanneer de vleugels de gewenste vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere (bij het sluiten) bereiken. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en dat te bevestigen stopt de motor M2 eventjes en gaat daarna van start in de sluitrichting. 21- Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met M2 in het (gewenste) gebied van vertraging komt. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en dat te bevestigen stopt de motor M2 eventjes en gaat daarna van start in de sluitrichting. 22- Wanneer M2 op de aanslag komt, sluit M1. 23- Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met M1 in het (gewenste) gebied van vertraging komt. Om te tonen dat afstelling heeft plaatsgevonden en dat te bevestigen stopt de motor M1 eventjes en gaat daarna van start in de sluitrichting. 24- Poort helemaal gesloten. 25- Einde van de programmering (de besturingseenheid stelt zich automatisch op normale werking in). - De in het geheugen opgeslagen waarden blijven bewaard totdat ze opnieuw worden geprogrammeerd. P3 P3 23 P3 Tijd Pauze P3 P3 24 P3 P3 25 LD3 Eind 69 NL WIJZIGING VAN DE PAUZEDUUR De pauzeduur wordt tijdens het programmeren van de tijden in het geheugen opgeslagen. Om alleen deze parameter te wijzigen dient u als volgt te werk te gaan: 1- Houd de knop Prog ingedrukt en verricht een reset door met de schroevendraaier de jump Reset (onderdeel 20 van afb.1) te kortsluiten. 2- Houd de knop Prog. ingedrukt 3- Na drie seconden zal het led LD3 (en het knipperlicht) gaan branden. De programmeerprocedure is geactiveerd 4- Laat de knop Prog. los. 5-6 Houd P3 ingedrukt totdat LD3 uit gaat. 7- Laat P3 los, het ledje LD3 gaat knipperen en de afstelling van de pauzeduur neemt een aanvang. 8- Wacht tot de gewenste tijdsduur is verstreken 9- Druk op de knop P3 om te blokkeren en de pauzeduur in het geheugen op te slaan. Het ledje LD3 gaat uit en de besturingseenheid verlaat de programmering. Reset P3 P3 P3 LD3 P3 LD3 P3 P3 LD3 LD3 LD3 Tijd Pauze P3 P3 LD3 LD3 LD3 WIJZIGING VAN DE VOETGANGERSDOORGANG (modaliteit 1 motor) V De programmering van de voetgangersdoorgang functioneert alleen als de besturingseenheid zich in de modaliteit 1 motor bevindt (dipschakelaar 11 op OFF zie onderdeel 19 afb.1). Procedure: 1- Blokkeer de poort wanneer die enigszins open staat 2- Terwijl u de knop Prog houdt ingedrukt voert u een reset uit door met de schroevendraaier de jump Reset (onderdeel 20 van afb.1) te kortsluiten. 3- Houd de knop Prog. ingedrukt 4-5- Na drie seconden zal het ledje Ld3 (en het knipperlicht) aan gaan. De programmeerprocedure is geactiveerd. 6- Op dit punt (anders dan bij de normale programmering) moeten wij op de knop PED (voetgangersopening) drukken die op het klemmenbord is aangesloten. 7- De poort gaat nu dicht en vindt de sluitaanslag of de eindschakelaar. 8-9- Wanneer hij dicht is, gaat hij automatisch in de openingsrichting van start. 10- Wanneer de poort het gewenste openingspunt bereikt heeft (voetgangersdoorgang) drukt u opnieuw op de knop Ped (voetgangersopening). 11- De poort stopt en gaat vervolgens dicht. 12- Het ledje LD3 gaat uit en de besturingseenheid verlaat de programmering. Voetg P/P LD3 COM. LD3 J1 LD3 P3 Voetg P3 P3 STOP P3 Voetg Reset 19 20 21 22 23 Voetg LD3 Eind 70 NL FOTOTEST Om de fototest te doen functioneren moet de installatie twee leidingen voor stroomtoevoer naar de fotocellen hebben, waarbij de eerste op de klemmetjes 1 en 2 wordt aangesloten (die de ontvangers van stroom voorziet) de tweede op de klemmetjes 3 en 4 die de zenders van stroom voorziet (de fototest moet ingeschakeld worden door de dipschakelaar nr. 7 op stand ON te zetten). De besturingseenheid controleert of de fotocellen werken door bij het begin van elke manoeuvre te stimuleren dat deze in werking treden. Als alles OK is gaan de motoren van start en neemt de manoeuvre een aanvang; als de ontvanger een probleem heeft zal de cyclus stoppen en wordt dit door een reeks snelle knipperingen van het controlelampje poort open en LD3 gesignaleerd. De functie fototest heeft behalve de veiligheidsfactor nog verdere voordelen: - energiebesparing (de zenders van de fotocellen zijn bij gesloten poort uit) - verhoging van de actieradius in geval van stroomvoorziening op batterijen - minder slijtage van de onderdelen van de zender van de fotocel. - De fototest werkt ook met de fotocel 3 (ingang Jolly). - De besturingseenheid herkent – en slaat op in het geheugen (tijdens het programmeren van de tijden) hoeveel en welke fotocellen zijn aangesloten voor de fototest. - In installaties met een fototest, wanneer de poort dicht is, worden de zenders van de fotocellen niet van stroom voorzien en zijn de ingangen open (ledjes uit). - Voor de eindtest van de fotocellen bij gesloten poort kortsluit u de twee einddraden “Test” (onderdeel 11 van afb.1) die op de besturingseenheid aanwezig zijn. - De fotocellen met een aansluiting voor fototest werken alleen tijdens de manoeuvre. SOFTSTART Het is mogelijk de startfase van de motoren zo te wijzigen dat de start sneller verloopt. Om de start te wijzigen: terwijl de besturingseenheid onder spanning staat en de poort gesloten is dient u tegelijkertijd op de knoppen STOP/PROG en P3 te drukken (deel 13 en 14 op afb. 1) Na enkele seconden gaat led L3 branden (deel 16 op afb.1). Als L3 ononderbroken blijft branden, zal de start sneller verlopen. Als L3 knippert, zal het starten geleidelijker gaan. Laat de toetsen los om deze instelling in het geheugen op te slaan. In de fabriek is de T224 ingesteld met geleidelijke start. INSTEEKONTVANGER model OC (optional) De ontvangers kunnen een herkenningsfase uitvoeren en kunnen meerdere codes op hetzelfde kanaal in het geheugen opslaan. De functies van de twee radiokanalen zijn: Kanaal 1 Stap-voor-stap Kanaal 2 Voetgangersdoorgang Om de zenders in het geheugen op te staan dient u als volgt te werk te gaan: - Breng de ontvanger in het contact aan (onderdeel 23 van afb. 1) - Zet de besturingseenheid onder spanning en wacht dat de ledjes op de ontvanger uitgaan. - Druk eventjes op de knop van het te bewaren kanaal op de ontvanger, (P1 stap-voor-stap of P2 voetgangersdoorgang); het desbetreffende ledje zal nu gaan knipperen. Als het ledje dubbele knipperingen uitvoert, dient u te wachten en de handeling te herhalen (het knopje moet slechts één keer worden ingedrukt). - Zend met de te programmeren afstandsbediening. -Als het ledje op de ontvanger een langdurige knippering uitvoert, wil dat zeggen dat de geheugenopslag tot een goed einde is gekomen . -Als de code reeds in het geheugen aanwezig is, zullen de ledjes van de ontvanger tegelijk gaan knipperen. Het is mogelijk het geheugen van de codes te resetten door de knop P1 van de ontvanger ongeveer 15 seconden ingedrukt te houden totdat beide ledjes gaan branden. De antenne dient te worden aangesloten op de klemmetjes 42 (omhulsel) en 43 (besturingseenheid) zie afb. 2. - Voor verdere informatie en specificaties gelieve u de handleiding te raadplegen die u bij de ontvanger hebt gekregen. P1 Led1 Led2 P2 P1 Led1 Led2 MEMORY 72 P2 NL EINDTEST Voer altijd een eindtest uit nadat u de verschillende programmeringen hebt verricht. - Controleer of de veiligheidsinrichtingen correct functioneren (antibeknellingssysteem, stopknop, fotocellen, contactlijsten, etc.) - Controleer of de signaleringsinrichtingen correct functioneren (knipperlichten, controlelampje poort open, etc.). - Controleer of de bedieningsorganen correct functioneren (knop P/P, Radiobesturingen, etc.). - Terwijl de vertraging is ingeschakeld en na een reset (of terwijl er geen stroomtoevoer is) voert de besturingseenheid een opening op lage snelheid uit om de referentiepunten (aanslagen) te zoeken. ENKELE BELANGRIJKE AANWIJZINGEN TOT SLOT - De installatie van de automatisering moet op deugdelijke wijze uitgevoerd worden door vakmensen die aan de wettelijke eisen voldoen en moet in overeenstemming zijn met de Machinerichtlijn 98/37/EG en de normen EN 12453 en EN 12445. - Er moet gecontroleerd worden of de bestaande constructie-elementen (zuilen, scharnieren, vleugels) stevig zijn met het oog op de kracht die door de motor ontwikkeld wordt. - Er moet gecontroleerd worden of er aan het einde van de opening en aan het einde van de sluiting van de vleugels mechanische stops zijn die stevig genoeg zijn. - Controleer de staat van de kabels die eventueel reeds in de installatie aanwezig zijn. - Er moet een risicoanalyse van de automatisering gemaakt worden en op basis daarvan moeten de nodige veiligheids- en waarschuwingssystemen toegepast worden. - De bedieningselementen (bijv. de sleutelschakelaar) moeten zodanig geïnstalleerd worden dat de gebruiker zich niet op gevaarlijke plaatsen bevindt. - Na afloop van de installatie moeten de veiligheids-, waarschuwings- en ontgrendelsystemen van de automatisering diverse keren getest worden. - Op de automatisering moet het CE-etiket of het CE-plaatje met informatie over de gevaren en de typegegevens aangebracht worden. - De gebruiksaanwijzing, de veiligheidsvoorschriften en de EG-verklaring van overeenstemming moeten aan de eindgebruiker gegeven worden. - Er moet nagegaan worden of de gebruiker de juiste automatische, handbediende en noodwerking van de automatisering begrepen heeft. - De gebruiker moet schriftelijk geïnformeerd worden (bijvoorbeeld in de gebruiksaanwijzing) over de eventuele aanwezigheid van restrisico's waartegen geen bescherming is en verkeerd gebruik dat te voorzien is. - Informeer de gebruiker schriftelijk (bijvoorbeeld in de aanwijzingen voor gebruik) ten aanzien van het volgende: * eventueel nog aanwezige niet-beveiligde restrisico's en voorspelbaar oneigenlijk gebruik. * de stroomtoevoer los te koppelen wanneer er schoonmaakwerkzaamheden in de zone rondom de automatisering worden verricht of klein onderhoud (bijvoorbeeld: schilderwerk). * dikwijls te controleren dat er geen zichtbare schade aan de automatisering is, en indien die er is, onmiddellijk de installateur te waarschuwen * geen kinderen in de onmiddellijke nabijheid van de automatisering te laten spelen - Er moet een onderhoudsplan van de installatie opgesteld worden (minimaal om de 6 maanden voor de beveiligingen) waarbij de uitgevoerde werkzaamheden in een speciaal register genoteerd moeten worden. VERWIJDERING Dit product bestaat uit diverse onderdelen die ook weer verontreinigende stoffen kunnen bevatten. Het product mag niet zomaar weggegooid worden! Informeer over de wijze van hergebruik of verwijdering van het product en neem daarbij de wettelijke voorschriften die ter plaatse gelden in acht. EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Ondergetekende, Augusto Silvio Brunello, Wettelijk vertegenwoordiger van de firma: TELCOMAS.r.l. Via Luigi Manzoni 11, 31015 Conegliano (TV) ITALY verklaart dat het product: Modello T224 in overeenstemming is met de fundamentele eisen van artikel 3 en de betreffende bepalingen van de Richtlijn 1999/5/EG, als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is in overeenstemming is met de fundamentele eisen van de Richtlijn 89/336 (EMC), de normen EN 61000-6-3, EN 61000-6-1 en latere wijzigingen daarop als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is in overeenstemming is met de fundamentele eisen van de Richtlijn 73/23 (Laagspanning), de normen EN 60335-1 latere wijzigingen daarop als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is Plaats en datum: Conegliano, 18/09/2006 Wettelijk vertegenwoordiger Augusto Silvio Brunello 73 CERTIFICATO DI GARANZIA TIMBRO E/O FIRMA DELL’INSTALLATORE PRODOTTO DATA D’INSTALLAZIONE * I F E GARANZIA GARANTIE GARANTÍA La presente garanzia copre gli eventuali guasti e/o anomalie dovuti a difetti e/o vizi di fabbricazione. La garanzia decade automaticamente in caso di manomissione o errato utilizzo del prodotto. Durante il periodo di garanzia la ditta Telcoma srl si impegna a riparare e/o sostituire le parti difettate e non manomesse. Restano a intero ed esclusivo carico del cliente il diritto di chiamata, nonché le spese di rimozione, imballo e trasporto del prodotto per la riparazione e sostituzione. Cette garantie couvre les éventuelles pannes et/ou anomalies imputables à des défauts eou vis de fabrication. La garantie s'annule automatiquement si le produit a été modifié ou utilisé de maniére impropre. L'entreprise Telcoma srl s'engange, durant la periode de garantie du produit, à reparer et/ou remplacer les piéces defectueuses n'ayant pas subi de modifications. Restent entièrement et exclusivament à la charge du client, le droit d'appel ainsi que les frais d'enleévement, d'emballage et de transport du produit pour sa réparation ou substitution. La presente garantía es válida en el caso cie averias y/o anomaliás causadas por defectos y/o desperfectos de fabricación. La garantía automáticamente pierde valor en el caso de arreglos improprios o utilizactión equivocada del producto. Durante el periodo de garantía, la empresa Telcoma srl se compromete a reparar y/o cambiar la partes defectuosas que no hayan sido dañadas. Quedan a total y exclusivo cargo del cliente el derecho de llamada, como asi también los gastos de desmontaje, embalaje y transporte del producto para la raparación o cambio. GB D NL WARRANTY GARANTIE GARANTIE This warranty covers any failure and/or malfunctioning due to manifacturing faults and/or bad workmanship. The warranty is automatically invalidated if the product is tempered with or used incorrectly. During the warranty period, Telcoma srl undertakes to repair and/or replace faulty parts provided they have not been tampered with. The call-out charge as well as the expenses for disassembly removal packing and transport of the product for repair or replacement shall be charged entirely to the customer. Die vorliegende Garantie deckt eventuelle Defekte und/oder Betriebsstörungen ab, die auf Fabricationsfehler und/oder mängel zurück-zuführen sin. Die Garantie verfällt automatisch im Falle von Manipulationen oder fehlerhaftem Gebrauch des Produktes. Während der Garantiezeit verpflichtet sich die Firma Telcoma srl, die defekten und nicht manipulierten Teile zu reparieren und/oder auszutauschen. Die Auforderung des Kundendienstes als auch die Kosten für die Abholung, die Verpackung und den Transport des Produkten für die Reparatur bzw den Austausch gehen zu vollen und ausschliefßlichen Lasten des Kunden. Deze garantie dekt eventuele storingen en/of defecten die te wijten aan fabrieksfouten en/of gebreken. De garantie vervalt automatisch indien de gebruiker zelf aan het produkt gesleuteld heeft of veranderingen aangebracht heeft of indien het produkt op verkeerde wijze gebruikt is. Tijdens de garantietermijn neemt de Firma Telcoma srl de verplichting op te defecte onderdelen te repareren en/of te vervangen mits de gebruiker deze onderdelen niet zelf geprobeerd heeft te repareren. De voorrijkosten alsmede de onkosten voor het demonteren, het verpakken en verzenden van het produkt te repareren of te vervangen zijn en blijven uitsluitend voor rekening van de klant. Telcoma srl - Via L. Manzoni, 11 - Z.I. Campidui 31015 Conegliano - (TV) Italy - Tel. +39 0438-451099 Fax +39 0438-451102 - Part. IVA 00809520265 http://www.telcoma.it E-mail: info@telcoma .it
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Telcoma T224 de handleiding

Type
de handleiding