Telcoma T201 de handleiding

Categorie
Poortopener
Type
de handleiding
84
NL
TAB. 1 (zie fig. 2)
Mor n. Mor n. Inrichting V I max Functie Opmerkingen
1 Motor M1
230Vac 4A
Gemeenschappelijk M1
De motor M1 wordt tijdens het sluitenvertraagd.
Bij vleugelpoorten moet demotor M1 de poortvleugel
met deelektrische vergrendeling besturen.
2 Motor M1
230Vac 4A
Sluiten M1
3 Motor M1
230Vac 4A
Openen M1
23Condensator
230Vac 4A
Motoraanloop M1
Zie de opmerkingen bij de motor.
4 Motor M2
230Vac 4A
Gemeenschappelijk M2
De motor M2 wordt tijdens het openen vertraagd (bij
dipschakelaar nr. 11 op ON)
5 Motor M2
230Vac 4A
Sluiten M2
6 Motor M2
230Vac 4A
Openen M2
56Condensator
230Vac 4A
Motoraanloop M2
Zie de opmerkingen bij de motor.
78Knipperlicht
230Vac 1A
Bewegingsindicatie
Aan als de motor in werking is.Het aangaan kan vervroegd
worden (voorknipperen) zie de dipschakelaar functies nr.5.
98Lamp
230Vac 1A
Waarschuwings-lamp
Aan vanaf het begin van de bewegingtot 3 minuten na de volledige sluiting
10 11 Lijn
230Vac 6,3A
Stroomvoorziening besturingskast
Op de 230Vac lijn aansluiten. Zie”ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN”.
12 13 Hulpsystemen
24Vac 150mA
Stroomvoorziening
Permanent voor stroomvoorziening fotocellen en hulpsystemen.
14 15 Tx fotocel(en)
24Vac 150mA
Stroomvoorziening Tx voor fototest
Stroomvoorziening voor Tx fotocel (alsde fototest functie toegepast wordt).
15 16 Controlelampje
24Vac 100mA
Poort open
Een lampje van 24V max.2W gebruiken ziede tekst.
17 18
Elektrische
vergrendeling
12Vcc 1A
Mechanische blokkering
Actief, gedurende enkele seconden, bijelk begin van
een openingsmanoeuvre.
20 19 o 25
Verbreekcontact N.C.
Eindaanslag sluiten (M1)
Sluit deze ingang, als hij niet gebruiktwordt, op gemeenschappelijk aan.
21 19 o 25
Verbreekcontact N.C.
Eindaanslag openen (M1)
Sluit deze ingang, als hij niet gebruiktwordt, op gemeenschappelijk aan.
22 19 o 25
Verbreekcontact N.C.
Fotocel 1
Keert tijdens het sluiten de looprichtingom. Sluit deze
ingang, als hij nietgebruikt wordt, op g.2aan.
23 19 o 25
Verbreekcontact N.C.
Fotocel 2
Tijdelijke blokkering van de manoeuvre tijdens de openingsfase.
Tijdens het sluitenwordt de looprichting omgekeerd.Sluit
dezeingang, als hij niet gebruikt wordt, opgemeenschappelijk aan.
24 19 o 25
Verbreekcontact N.C. of
knop metmaakcontact N.A.
Jolly 2
Zie de dipschakelaar functies nr.3 en4. Als deze ingang niet
gebruiktwordt zet de dipschakelaar nr.3 en 4dan op OFF.
26 25 o 31
Verbreekcontact N.C.
of
knop metmaakcontact N.A.
Jolly 1
Zie de dipschakelaar functies nr.3 en4. Als deze ingang niet
gebruikt wordtzet de dipschakelaar nr.3 en 4 danop OFF.
27 25 o 31
Verbreekcontact N.C.
Vaste druklijst
Keert de looprichting gedurende enkeleseconden om en
de besturingskast wordtgeblokkeerd. Sluit deze ingang, als
hij nietgebruikt wordt, op gemeenschappelijk aan.
28 25 o 31
knop met
maakcontact N.A.
Voetgangersdoor-gang
Bij 2 motoren wordt alleen de poortvleugel met de
motor M1 geopend. Bij 1 motor wordt de poortvleugel
slechtsgedurende 6 seconden geopend.
29 25 o 31
Verbreekcontact N.C.
Stop
Blokkering van alle functies. Sluit dezeingang als hij
niet gebruikt wordt, opgemeenschappelijk aan.
30 25 o 31
knop met
maakcontact N.A.
Stappenfunctie
Zie dipschakelaar functies nr.1 ennr.2
32 Antenne Rx* Besturingskast
Sluit een geschikte antenne op het model van de
ontvanger aan
33 Antenne Rx* Afscherming
34 35 Hulpsysteem
Max 24V
500mA
II° ontvargenkanaal
Alleen beschikbaar als er een 2-k. radio-kaart in de daarvoor
bestemde connectorgestoken wordt (det. 13 fig. 1).
36 Encoder 2
0 V
Negatieve voeding
Zie aanwijzingen van de motor
37 Encoder 2
~20V
Positieve voeding
38 Encoder 2 Gegevens
39 Encoder 1
0 V
Negatieve voeding
40 Encoder 1
~20V
Positieve voeding
41 Encoder 1 Gegevens
Ingang Uitgang
*ANTENNE: Als er een inplugontvanger toegepast wordt moet er opgelet worden omdat bij sommige modellen de
connector voor de aansluiting van de antenne op de kaart zelf geplaatst is.
85
NL
Funktie
Nr.
Dip
OFF ON
Beschrijving Opmerkingen
Modus ingang
Stap-voor-Stap
Radiokanaal
1
Openen - Stop - Sluiten
Door tijdens het openen op de Start-/Stopknop te drukken wordt de poort
geblokkeerd; door nogmaals op de knop te drukken wordt de poort gesloten.
Door tijdens het sluiten op de Start-/Stopknop te drukken wordt de poort
geblokkeerd; door nogmaals op de knop te drukken wordt de poort geopend.
2
1
Openen - Sluiten
Door tijdens het openen op de Start-/Stopknop te drukken wordt de poort enkele
seconden geblokkeerd en daarna gesloten. Door tijdens het sluiten op de Start-/
Stopknop te drukken wordt de poort enkele seconden geblokkeerd en daarna geopend.
2
1
Openen
Woonblokfunctie
Wanneer er tijdens het openen op de Start-/Stopknop gedrukt wordt, heeft dit
geen enkel gevolg. Wanneer er tijdens de pauze op de Start-/Stopknop gedrukt
wordt, heeft dit geen enkel gevolg. Door tijdens het sluiten op de Start-/Stopknop te
drukken wordt de poort enkele seconden geblokkeerd en daarna geopend.
2
1
Openen - Sluiten
Besturing van openingsmanoeuvre
uitgeschakeld
Wanneer er tijdens het openen op de Start-/Stopknop gedrukt wordt, heeft dit
geen enkel gevolg. Wanneer er tijdens de pauze op de Start-/Stopknop gedrukt
wordt, wordt de poort gesloten. Door tijdens het sluiten op de Start-/Stopknop te
drukken wordt de poort enkele seconden geblokkeerd en daarna geopend.
2
Modus ingang
Jolly
3
J1=Knop openen
J2=Knop sluiten
J2 = Sluitknop
Gebruik N.O.-contacten of N.O.-knoppen
4
3
J1=Lijst bij Openen
J2=Fotocel 3
J1 = ingang “lijst bij openen”. Inwerkingtreding van deze veiligheidsinrichting
vindt alleen tijdens opening van de poort plaats. De vaste contactlijst
(klemmetje 27) wordt “lijst bij sluiten” zodat hij in werking treedt wanneer
de poort in sluitrichting gaat. Deze twee veiligheidsinrichtingen laten de
poort voor korte tijd in de tegengestelde richting lopen.
J2 = ingang voor de derde fotocel; treedt alleen bij opening in werking en
laat de poort sluiten. Gebruik het contact N.C
4
3
2de paar
eindschakelaars
Sluit de eindschakelaars van de motor M1 op de ingangen FCC en FCA aan. Sluit
de eindschakelaars van motor M2 op de ingangen J1 en J2 aan. Gebruik de N.C.-
contacten.
4
3
J1=Klok
J2=Fotocel 3
J1= ingang klok; sluit de poort als het contact geopend wordt en opent de poort
als het contact gesloten wordt. J2 = ingang voor de derde fotocel; schakelt alleen
tijdens het openen in en zorgt ervoor dat de poort gesloten wordt.
4
Voorwaarschuwing 5
Uitgeschakeld
Het knipperlicht wordt gelijktijdig met de motor van stroom voorzien.
Ingeschakeld
Het knipperlicht wordt 5 seconden vòòr elke beweging van stroom voorzien.
Automatisch
sluiten
6
Uitgeschakeld
Na een volledige openingsbeweging sluit de besturingseenheid de poort
alleen na handmatige bediening
Ingeschakeld
Na een volledige openingsbeweging sluit de besturingseenheid de poort
weer na de geprogrammeerde pauzetijd
Fototest 7
Uitgeschakeld
Zie de tekst in het hoofdstuk “Fototest”.
Ingeschakeld
Zie de tekst in het hoofdstuk “Fototest”.
Ontgrendelstoot 8
Uitgeschakeld
Functie uitgeschakeld.
Ingeschakeld
De ontgrendelstoot heeft de taak het elektrische slot te ontgrendelen. De
poortvleugel met de motor M1 geeft tijdens het sluiten een korte impuls
alvorens het openen te starten.
Vertraging 9
Uitgeschakeld
De vertraging op het laatste gedeelte van de beweging vindt niet plaats
Ingeschakeld
Als de vertraging ingeschakeld is dan halveert de motor bij het naderen
van het einde van de beweging zijn snelheid. Bij de hydraulische motoren
kan het gebeuren dat deze functie niet goed werkt.
Sluitstoot 10
Uitgeschakeld
De sluitstoot wordt niet uitgevoerd
Ingeschakeld
De besturingseenheid beëindigt de sluitbeweging met een korte impuls
op vol vermogen op de motor M1
Modus 11
Besturingseenheid voor
1 motor of 2 parallelle motoren
De uitgangen M1 en M2 functioneren parallel en de voetgangersbediening
opent/sluit de poortvleugel(s) gedeeltelijk. Voor de bediening van slechts
één motor zie het hoofdstuk “Programmering van de tijden”.
Besturingseenheid voor 2
onafhankelijke motoren
De uitgangen M1 en M2 zijn onafhankelijk en de voetgangersbediening
opent en sluit de poortvleugel met de motor M1 volledig. Voor de bediening
van de motoren zie het hoofdstuk “Programmering van de tijden”.
Opnieuw sluiten
na fotocellen
12
Uitgeschakeld
Functie uitgeschakeld
Ingeschakeld
De inwerkingtreding van de fotocel verkort de pauzetijd, welke de
waarde hiervan dan ook is, tot 2 seconden
TAB. 2 (det. 14 fig. 1)
86
NL
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE VAN DE ELEKTRONISCHE BESTURINGSKAST T201
Alvorens de besturingskast te installeren adviseren wij om deze aanwijzingen aandachtig te lezen.
Door onjuist gebruik van het product of een foute aansluiting kan de juiste werking ervan en de vei-
ligheid van de eindgebruiker in gevaar gebracht worden.
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN (afb. 1)
1) Connectors voor aansluiting voedingslijn
2) Zekering lijn 230V 6,3A (5x20)
3) Optionele besturingskaart MAS200 (obstakeldetectie)
4) Connectors voor aansluiting waarschuwingslamp en knipperlicht
5) Connectors voor aansluiting motoren
6) Laagspanningszekering 24V 2A (5x20)
7) Test fotocellen (zie het hoofdstuk FOTOTEST)
8) Programmeerled (L1)
9) Connectors voor aansluiting antenne en tweede kanaal van radio-ontvanger
10) Klemmenstrip ingang encoder Motor 2
11) Klemmenstrip ingang encoder Motor 1
12) Slot voor het insteken van de ontvanger OC
13) Connector voor insteken kaartontvanger
14) Dipschakelaar functies
15) Reset besturingskast. Het even kortsluiten van de 2 pinnen is hetzelfde als de stroom van de besturingskast
uit- en weer inschakelen
16) Signaleringsled status besturingsingangen. Led aan = ingang gesloten
17) Connectors voor aansluiting besturingen en ontvangerantenne
18) Jumper Jp1 overbrugging regeling motorvermogen en soft start (zie het hoofdstuk REGELING VERMOGEN)
19) Trimmer voor regeling motorvermogen
20) Knop van de stappenfunctie (P/P)
*
Deze STOP knop moet niet als veiligheidsknop worden beschouwd, maar dient alleen om tijdens het installeren
de tests gemakkelijker uit te voeren
.
KENMERKEN
De besturingseenheid is voorzien van:
- een ingang encoder voor elke motor
- elektronische afstelling van het koppel
- programmeerbare vertraging motor
- controle werking fotocellen (Foto Test)
- zelfdiagnose van motorcontrole (Triac Test)
- connector voor het obstakeldetector (apart verkrijgbare module MAS200)
87
NL
De apparatuur dient volgens de “REGELS VAN DE KUNST” geïnstalleerd te worden door monteurs die daartoe
wettelijk bevoegd zijn en volgensde normen EN 12453 en EN 12445 inzake de veiligheid van de automatisering.
- Vergewis u ervan dat de automatisering is voorzien van stopaanslagen en dat deze de juiste afmetingen hebben
voor het gewicht van de poort.
- Bevestig de besturingseenheid op een vlakke en onbeweeglijke ondergrond, adequaat beschermd tegen
schokken en overstromingen.
INSTALLATIE
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN (tab. 1)
Volg voor de aansluitingen tabel 1 en afbeelding 2.
In het geval van een reeds bestaande installatie is een algemene controle van de toestand van de bedrading raadzaam
(doorsnede, isolatie,contacten) en van de toebehoren (fotocellen, ontvangers, toetspanelen, sleutelschakelaars, etc.).
Wij geven hieronder enige aanbevelingen voor een correcte elektrische installatie:
- De leidingen die de hermetisch gesloten box van de besturingseenheid binnenkomen, moeten zo geïnstalleerd
worden dat de aanvanke lijkebeschermingsklasse IP56 kan blijven worden behouden.
- De doorsnede van de kabels moet worden berekend op basis van hun lengte en maximumstroom.
- Gebruik niet één enkele kabel van het type “meerpolig” voor alle aansluitingen (leiding, motoren, bedieningsorganen,
etc.) of samen met andere apparatuur.
- Verdeel de installatie in tenminste twee delen b.v.:
1) het vermogengedeelte (stroomtoevoerleiding, motoren, knipperlicht, gebruikerslicht, elektrisch slot)
minimumdoorsnede draden 1,5 mm
2
.
2) het besturings gedeelte (bedieningsorganen, veiligheidscontacten, stroomvoorziening toebehoren) minimum
doorsnede draden 0,75 mm
2
- Wanneer de bedieningskabels lang zijn (meer dan 50 meter) valt een ontkoppeling met relais gemonteerd in de
nabijheid van de besturingseenheid aan te raden.
- Alle verbreekcontacten (N.C.) (fotocellen, eindaanslagen, vaste druklijst en stop) in de besturingskast die niet
gebruikt worden moeten met de gemeenschappelijke aansluiting verbonden worden.
- Alle verbreekcontacten (N.C.) die aan dezelfde ingang gekoppeld zijn moeten in serie aangesloten worden..
- Alle maakcontacten (N.O.) die aan dezelfde ingang gekoppeld zijn moeten parallel aangesloten worden.
Voor de stroomvoorziening van de besturingskast is de PLAATSING VAN EEN EXTERNE ONAFHANKELIJKE
SCHEIDINGSSCHAKELAAR voorzien (niet bij de levering inbegrepen) die overeenkomstig de belasting berekend is.
TECHNISCHE GEGEVENS U.M. T201
Elektrische Parameters
Stroomvoorziening Vac 230 ±10%
Frequentie Hz 50
Opname in Stand-By (230V) mA 20
Maximale opname (230V) A 5
Max. vermogen 24V-motoren 230V VA 2x800 (1x1100)
Bedrijfstemperatuur °C -20 +55
Afmetingen box (B x H x D) mm 200x255x100
88
NL
INSTELLEN VAN DE FUNCTIES (tab. 2)
De besturingskast wordt reeds ingesteld met een standaard configuratie zoals te zien is bij detail 14 op fig. 1.
Er kunnen opties die afwijken van de standaard werking gekozen worden door de dipschakelaar functies (det. 14
fig. 1) anders in te stellen.
Er wordt op gewezen dat om een verandering van de instellingen aan de besturingskast uit te voeren de
stroomvoorziening even uit- en weer ingeschakeld moet worden (RESET).
ENCODER
De besturingseenheid is voorzien van een ingang voor encoder.
Met deze inrichting kan de beweging van de poort precies worden afgesteld en is de obstakeldetector over de gehele loop
van poort, met inbegrip van de soft start en soft stop gegarandeerd zonder dat er een kaart MAS200 nodig is.
Wanneer tenminste één van de motoren mechanisch wordt geblokkeerd, wordt dit door de besturingseenheid met behulp
van de encoders van de motoren vast gesteld; vervolgens laat zij de motoren enkele seconden een manoeuvre uitvoeren
die in de tegengestelde richting gaat. De beweging volgende op inwerkingtreding is altijd tegengesteld aan die welke voor
de blokkering werd uitgevoerd. Als de motor bijvoorbeeld bij het openen wordt geblokkeerd, volgt er automatisch een korte
sluitbeweging en, wanneer er op de knop P/P wordt gedrukt, start hij in sluitrichting.
Sluit de encoder van de motoren op de klemmetjes van de T201 aan zoals dat te zien is op afb. 2 en TAB. 1.
Tijdens het programmeren van de loop van de poort, geeft de knipperende led L1 aan dat de besturingseenheid de
aanwezigheid van de encoder heeft vast gesteld. Wanneer de led L1 echter onafgebroken brandt, betekent dit dat de
besturingseenheid niet met de encoder werkt.
FOTO TEST
De fototest is een speciale functie die vóór elke beweging controleert of de fotocellen goed functioneren.
Om ervoor te zorgen dat de fototest functioneert moet de installatie voorzien zijn van twee voedingen voor de
fotocellen, de eerste moet aangesloten zijn op de klemmen 12 en 13 die de ontvangers van stroom voor ziet en de
tweede op de klemmen 14 en 15 die de zenders van stroom voorziet.
De fototest moet geactiveerd worden door de dipschakelaar nr. 7 (det. 14 fig. 1) op de stand ON te zetten.
In feite
onderbreekt besturingskast de stroom naar de zenders even en controleert of de staat van de ont vanger verandert.
Als alles
in orde is starten de motoren en begint de beweging. Als er problemen aan de ontvanger zijn dan stopt de cyclus en
dit wordt gesignaleerd doordat het controlelampje “poort open” een paar keer snel knippert.
OPMERKINGEN:
- De fototest functioneert ook met fotocel 3 (ingang Jolly) en als er meerdere fotocellen met het contact in serie aangesloten worden.
- Als de fototest geactiveerd is en de besturingskast in stand-by staat krijgen de zenders van de fotocellen geen
stroom toegevoerd en zijn de ingangen FT1 en FT2 open (leds uit). In deze toestand kan de werking van de
fotocellen eveneens gecontroleerd worden door de test jumper van de fotocellen (det. 7 fig. 1) kort te sluiten.
KAART MAS200 (obstakeldetector - deel 3 op afb. 1)
Deze apart verkrijgbare kaart heeft dezelfde werking als de encoder voor wat betreft de obstakeldetector maar met
de volgende beperkingen:
- de kaart werkt niet met de motor in vertraging
- als er geen elektrische eindschakelaars zijn, werkt de kaart tijdens het laatste stukje van de beweging in openings
- en sluitrichting van de poort niet .
OPMERKINGEN:
- Voor elke motor bestaat een ijking van de kaart MAS200 (zie aanwijzingen MAS200)
- Als de motor niet is aangesloten of niet correct is aangesloten, treedt de kaart MAS200 voortdurend in werking.
89
NL
PROGRAMMERING VAN DE-LOOP-EN PAUZETIJDEN
De besturingskast leert tijdens het programmeren de loop- en pauzetijden vanzelf (automatische programmering).
Tijdens het automatisch programmeren moet de knop van de stappenwerking - knop P/P (det. 20 fig. 1) meerdere keren
bediend worden, als alternatief kan de besturing van de stappenwerking P/P (klem 30, fig. 2) of de afstandsbediening
gebruikt worden (indien in het geheugen opgeslagen).
Belangrijke opmerkingen vóór de programmering:
- Bij de installaties met elektrische slot moet het slot op de poortvleugel die met de motor M1 verbonden is gemonteerd worden.
- Schakel de stroom naar de besturingskast in en controleer aan de hand van de betreffende leds of de besturingsingangen
goed functioneren (de led van de verbreekcontacten N.C. moet aan zijn, de led van de maakcontacten N.O. moet uit zijn).
- Als de zenders van de fotocellen stroom krijgen met de uitgang voor de fototest (klemmen 14 en 15) dan moet de
werking ervan gecontroleerd worden door de test jumper (det. 7 fig. 1) kort te sluiten.
- Maak de bewegingszone van de poort vrij.
- Voer de automatische teach-in procedure van de tijden uit en kies daarbij één van de automatiseringstypen die
verderop beschreven worden.
GEBRUIK ONTVANGER OC2 (deel 12 op afb. 1)
Werking en programmering van de ontvanger serie
OC2 vindt u in de aanwijzingen die met de ontvanger
zijn meegeleverd.
Denk eraan dat het kanaal 1 van de ontvanger altijd
overeenkomt met de instructie stap-voor-stap (P/P)
van de besturingseenheid en het kanaal 2 met de
voetgangersopening.
P1
LED1
P2
LED2
90
NL
TYPE 1
AUTOMATISERING VAN 2 MOTOREN ZONDER ELEKTRISCHE EINDSCHAKELAARS, ZONDER ENCODER EN ZONDER MAS200
EENVOUDIGE PROGRAMMERING - dip 9 op OFF - deel 14 op afb. 1*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
24
23
Programmering:
1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit.
2 - Zet de poort halverwege.
3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1).
4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt
tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden.
7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor M2 (vleugel zonder elektrisch slot) start in de sluitrichting (als de motor de
tegengestelde kant op draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit).
8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen drukt u op de knop P/P, de motor M2 stopt en de motor M1
(vleugel met elektrisch slot) start automatisch in de sluitrichting.
10 en 11- Wanneer ook M1 bij de stop komt, drukt u op de knop P/P, de motor stopt en start opnieuw in de openingsrichting.
12 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij het
openen bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor
M1 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M2 zou moeten vertrekken.
13 - De motor M1 stopt eventjes en start daarna in de openingsrichting.
14 - Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M1 bijna helemaal open is.
15 - De vleugel met de motor M2 start automatisch in de openingsrichting.
91
NL
16 - Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M2 bijna helemaal open is.
17 - Nu gaat de gewenste pauzetijd in voordat de poort opnieuw sluit.
18 - Na afloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P en de motor M2 start in de sluitrichting.
19 en 20 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij
het sluiten bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de
motor M2 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M1 zou moeten zou moeten starten. De motor M2
stopt eventjes en start daarna opnieuw in de sluitrichting.
21 - Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M2 bijna helemaal dicht is.
22 - De vleugel met de motor M1 zet de sluitbeweging in.
23 en 24 - Druk op de knop P/P zodra de vleugel met de motor M1 bijna helemaal dicht is. De led L1 gaat uit.
*N.B.: Als na programmering de dipschakelaar 9 op stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid de in de
fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve het hoofdstuk
PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen.
AUTOMATISERING VAN 2 MOTOREN MET ELEKTRISCHE EINDSCHAKELAARS OF ENCODER (of met het module MAS200)
EENVOUDIGE PROGRAMMERING - dip 9 op OFF - deel 14 op afb. 1*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
24
23
TYPE 2
92
NLNL
Opmerkingen voor het programmeren:
- Als de eindschakelaars worden gebruikt, dient u die af te stellen voordat u de herkenningsprocedure gaat uitvoeren.
- Als de kaart MAS200 wordt gebruikt, dient u zich ervan te verzekeren dat deze correct is geconfigureerd voor het
toegepaste model motor en dient u pas bij het programmeren de kracht op het maximum te zetten (deel 19 op afb. 1).
Programmering:
1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit.
2 - Zet de poort halverwege.
3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1)
4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt
tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden.
7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor M2 start in de sluitrichting (vleugel zonder elektrisch slot).
Als de encoder aanwezig is, moet de led L1 knipperen. Als de led niet knippert, dient u de aansluitingen van de
encoder te controleren. (als de motor de tegengestelde kant op draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de
fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit).
8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen, stopt de motor M2 stopt en gaat de motor M1 (vleugel met
elektrisch slot) automatisch in de sluitrichting. Als de encoder aanwezig is, moet de led L1 blijven knipperen; anders
dient u de aansluitingen van de encoder te controleren.
10 en 11- Wanneer ook M1 bij de stop komt, stopt de motor en start automatisch opnieuw in de openingsrichting.
12 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij het
openen bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor
M1 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M2 zou moeten vertrekken**.
13 - De motor M1 stopt eventjes en start daarna in de openingsrichting.
14 en 15 - Zodra de vleugel met de motor M1 bijna helemaal open is, gaat de vleugel met de motor M2 automatisch
in de openingsrichting.
16 - De vleugel met de motor M2 stopt zodra hij bijna helemaal open is.
17 - Nu laat u de gewenste pauzetijd voordat de poort weer dicht gaat, verstrijken.
18 - Na afloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P en de motor M2 start in de sluitrichting.
19 en 20 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij
het sluiten bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de
motor M2 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M1 zou moeten zou moeten starten. De motor M2
stopt eventjes en start daarna in de sluitrichting**.
21 en 22 - Zodra de vleugel met de motor M2 bijna helemaal dicht is, gaat de vleugel met de motor M1 in de sluitrichting.
23 en 24 - De vleugel met de motor M1 is bijna helemaal dicht, stopt en de led L1 gaat uit.
*N.B.: Als na de programmering de dipschakelaar 9 op de stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid
de in de fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve het
hoofdstuk PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen.
**Facultatieve handeling: als dit punt niet wordt uitgevoerd, zal de besturingseenheid een in de fabriek ingestelde tijd
tussen het van start gaan van de ene vleugel en van de andere in acht nemen.
93
NL
Opmerkingen voor het programmeren:
- Controleer dat u de dipschakelaar nr. 11 op de stand OFF hebt gezet (deel14 op afb.1).
- Controleer dat u de motor op M1 hebt aangesloten (klemmetjes 1 - 2 en 3)
De eventuele obstakeldetector MAS200 mag pas worden ingeschakeld nadat u de herkenningsprocedure hebt
uitgevoerd.
Programmering:
1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit.
2 - Zet de poort halverwege.
3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1)
4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt
tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden.
7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor start in de sluitrichting. (als de motor de tegengestelde kant op
draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit).
8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen, drukt u op P/P. De motor stopt en start automatisch in de openingsrichting.
10 - Zodra de poort helemaal open is, drukt u op de knop P/P.
11 - Nu laat u de gewenste pauzetijd voordat de poort weer dicht gaat, verstrijken.
12 - Na verloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P. De poort sluit opnieuw.
13 en 14 - Zodra de poort helemaal dicht is, drukt u op P/P. De motor stopt en de led L1 gaat uit.
*N.B.: Als na het programmeren de dipschakelaar 9 op de stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid
de in de fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve u het
hoofdstuk PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen.
AUTOMATISERING VAN 1 MOTOR ZONDER ELEKTRISCHE EINDSCHAKELAARS EN ZONDER ENCODER
EENVOUDIGE PROGRAMMERING - dip 9 op OFF - deel 14 op afb. 1*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
TYPE 3
94
NLNL
AUTOMATISERING VAN 1 MOTOR MET ELEKTRISCHE EINDSCHAKELAARS OF ENCODER
EENVOUDIGE PROGRAMMERING - dip 9 op OFF - deel 14 op afb. 1*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
TYPE 4
Opmerkingen voor het programmeren:
- Controleer dat u de dipschakelaar nr.11 op stand OFF hebt gezet (deel 14 op afb.1)
- Controleer dat u de motor op M1 hebt aangesloten (klemmetjes 1 - 2 en 3)
- Stel de eindschakelaars af voordat u de herkenningsprocedure gaat uitvoeren.
De eventuele obstakeldetector MAS200 mag pas worden ingeschakeld nadat u de herkenningsprocedure
hebt uitgevoerd.
Programmering:
1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit.
2 - Zet de poort halverwege.
3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1)
4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt
tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden
7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor start in de sluitrichting. (als de motor de tegengestelde kant op
draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit).
8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen, drukt u op P/P. De motor stopt en start automatisch in de openingsrichting.
10 - Zodra de poort helemaal open is, stopt de motor.
11 - Nu laat u de gewenste pauzetijd voordat de poort weer dicht gaat, verstrijken.
12 - Na verloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P. De poort sluit opnieuw.
13 en 14 - Zodra de poort helemaal dicht is, stopt de motor en de led L1 gaat uit.
*N.B.: Als na het programmeren de dipschakelaar 9 op de stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid
de in de fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve u het
hoofdstuk PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen.
95
NL
PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN
PROGRAMMERING VOETGANGERSOPENING (alleen voor een automatisering met één motor, dip 11 OFF)
ONAFHANKELIJKE PROGRAMMERING PAUZETIJD
Indien u andere vertragingstijden wilt instellen dan die welke in de fabriek zijn ingesteld, dient u de herkenningsfase voor de
tijden uit te voeren waarbij de dipschakelaar nr. 9 (deel 14 op afb. 1) op de stand ON staat.
Tijdens de herkenningsfase dient u op de knop P/P (deel 20 op afb.1) te drukken op het punt waarop u wilt dat de vertraging
begint, in ieder geval voordat de vleugel bij de eindschakelaar komt.
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
PED
PED
PED
PED
1 en 2 - Bij de poort op halverwege schakelt u de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit.
3 - Druk op de toets /STOP/PROG (deel 21 op afb. 1).
4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. tenminste 3
seconden ingedrukt tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden. De programmeerled L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden.
U kunt ditzelfde ook bereiken door, terwijl u de toets STOP/PROG. ingedrukt houdt, de resetpins (deel 15 op afb. 1)
eventjes in kortsluiting te brengen en daarna de toets STOP/PROG. los te laten wanneer de led L1 gaat branden.
7 - Geef de instructie voor voetgangersopening. De poort gaat dicht.
8 - Bij de stop geeft u opnieuw een instructie voetgangersopening als er geen eindschakelaars, encoder of MAS200 aanwezig zijn.
9 - De poort start in openingsrichting.
10 - Bij de gewenste voetgangersopening geeft u een instructie voetgangersopening. De poort stopt en start opnieuw in de sluitrichting.
11 - Wanneer de poort op de stop in sluitstand komt geeft u opnieuw een instructie voetgangersopening als er geen
eindschakelaars, encoder of MAS200 aanwezig zijn.
12 - De motor stopt en de led L1 gaat uit.
Met deze procedure kunt u de pauzetijd wijzigen zonder de besturingseenheid helemaal opnieuw te moeten programmeren.
1 - Schakel bij gesloten deur de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit
2 - Druk op de toets STOP/PROG (deel 21 op afb. 1).
3, 4 en 5 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in waarbij u de toets STOP/PROG. tenminste 3 seconden
houdt ingedrukt. De programmeerled L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden.
96
NLNL
U kunt hetzelfde ook bereiken door, terwijl u de toets STOP/PROG. ingedrukt houdt, de resetpins (deel 15 op afb. 1)
eventjes in kortsluiting te brengen en daarna de toets STOP/PROG. los te laten wanneer de led L1 gaat branden.
6 - Druk opnieuw op de toets STOP/PROG.
7 - De led L1 begint te knipperen. Nu gaat het meten van de pauzetijd in.
8 - Na afloop van de gewenste pauzetijd drukt u opnieuw op de toets STOP/PROG. De led L1 gaat uit en geeft daarmee
het einde van de procedure aan.
AFSTELLING VAN HET VERMOGEN
Volgens de regelgeving EN 12445 dient elke automatisering de krachtmetingen te doorstaan die met het speciale instrument
daarvoor worden gemeten. Voer de krachtmetingen uit en wijzig met behulp van de trimmer PW (deel 19 op afb. 1) het
vermogen van de motor. Indien dit niet voldoende mocht zijn om binnen de grafiekwaarden te komen zoals die in de
regelgeving zijn aangegeven, is het raadzaam op de rand van de poort een lijst van zacht rubber aan te brengen om de
impact te verkleinen. Als u na afstelling van de gevoeligheid en montage van de rubberlijst nog niet in staat bent aan de
eisen van de norm te voldoen, is het verplicht andere beveiligingen te monteren zoals bijvoorbeeld een contact lijst op de
rand van het bewegende poortdeel.
SOFT START
De soft start functie zorgt ervoor dat het begin van de beweging geleidelijk uitgevoerd wordt waardoor schokken door de
automatisering vermeden worden. Deze functie kan uitgeschakeld worden door Jp1 (det. 18 fig. 1) te overbruggen.
LET OP!
Als de soft start functie uitgeschakeld wordt dan wordt de regeling van het motorvermogen ook automatisch uitgeschakeld.
In dat geval moeten de motoren uitgerust zijn met een eigen vermo gensregeling (bijv. een mechanische koppeling).
TRIAC TEST
De besturingskast T201 bestuurt de motoren met behulp van TRIAC. Door een storing aan dit onderdeel kan de werking en de
veiligheid van de installatie in gevaar gebracht worden. Daarom is er vóór elke beweging een controle opgenomen. Als er een
storing is wordt de besturingskast geblokkeerd en knippert het controlelampje “poort open” een paar keer langzaam.
OPMERKINGEN:
De Triac test schakelt ook in als het gelijktijdig gebeurt dat de motoren verkeerd aangesloten zijn en de
obstakeldetectiekaart MAS200 er niet in gestoken is.
FUNCTIES VAN HET CONTROLELAMPJE POORT OPEN
Het controlelampje “poort open” geeft, door een aantal lichtsignalen af te geven, de staat aan waarin de poort verkeert.
Deze signalen kunnen als volgt samengevat worden:
- Lampje uit = poort gesloten
- Lampje knippert langzaam = poort in openingsfase
- Lampje knippert snel = poort in sluitingsfase
- Lampje knippert twee keer = poort open in pauzefase
- Lampje continu aan = poort open in STOP fase
97
NL
Met speciale procedures is het tijdens het aanzetten van de besturingskast mogelijk om andere functies in te stellen.
VERTRAGING
De T201 biedt de mogelijkheid van twee soorten vertraging:
1) Normale vertraging
2) Extra vertraging voor zware automatiseringen.
Procedure voor het veranderen van soort vertraging:
- schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit
- schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb. 1) ingedrukt.
- na 3 seconden gaat de led L1 (deel 8 op afb. 1) branden.
- terwijl u de knop STOP/PROG. ingedrukt houdt, zet u de dipschakelaar 9 van Off op On (als de dipschakelaar op
On staat, zet u hem eerst op Off en daarna opnieuw op On)
- de led L1 begint te knipperen
- terwijl u de knop STOP/PROG nog steeds houdt ingedrukt en de dipschakelaar 9 verplaatst, gaat de led anders knipperen
- snelle knipperingen: versterkte vertraging
- langzame knipperingen: normale vertraging (fabrieksinstelling).
Nadat u de knop STOP/PROG hebt losgelaten, zal de besturingseenheid een en ander in het geheugen opslaan
en met de normale werking beginnen.
SELECTIE DUUR ONTGRENDELINGSSLAG EN SLUITSLAG
Bij het model T201 kunt u de duur van de ontgrendelingslag en sluitslag verlengen; u gaat hiervoor als volgt te werk:
- schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit
- schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb. 1) ingedrukt.
- na 3 seconden gaat de led L1 (deel 8 op afb. 1) branden
- terwijl u de knop STOP/PROG. ingedrukt houdt, zet u de dipschakelaar 10 van Off op On (als de dipschakelaar
op On staat, zet u hem eerst op Off en daarna opnieuw op On)
- de led L1 begint te knipperen
- terwijl u de knop STOP/PROG nog steeds houdt ingedrukt en de dipschakelaar 10 verplaatst, gaat de led anders knipperen
- snelle knipperingen: lange duur van ontgrendelingslag en sluitslag
- langzame knipperingen: korte duur van ontgrendelingslag en sluitslag (fabrieksinstelling)
Na dit geselecteerd te hebben laat u de knop STOP/PROG los; nu zal de besturingseenheid een en ander in het
geheugen opslaan en met de normale werking beginnen.
TIMER FUNCTIE VOOR HERSTEL VAN DE DRUK IN DE HYDRAULISCHE MOTOREN
De besturingskast verstrekt gedurende een paar seconden automatisch stroom aan de motoren met een interval
van ongeveer 4 uur om ervoor te zorgen dat de inwendige oliedruk in de hydraulische systemen constant blijft.
Normaal is deze functie niet ingeschakeld.
Om de instelling te veranderen:
- Schakel de stroom naar de besturingskast uit.
- Druk op de knop van de stappenfunctie - knop P/P (det. 20 fig. 1),
- Schakel de stroom naar de besturingskast in en houd daarbij de knop P/P 3 seconden lang ingedrukt.
De led L1 (det. 8 fig. 1) geeft een korte signalering om aan te geven dat de overgang plaatsgevonden heeft:
- Led continu aan = de druk wordt niet hersteld.
- Led knippert snel = de druk wordt ongeveer om de 4 uur hersteld.
Telkens als deze procedure herhaald wordt (RESET + P/P 3 seconden lang ingedrukt) verandert de instelling.
SPECIALE FUNCTIES VAN DE T201
98
NLNL
INSTELLING VAN DE WISSELING VAN VERTRAGINGEN
Normaal is de besturingskast ingesteld om optimale wisseling van vertragingen uit te voeren, wanneer de
vertragingsfunctie toegepast wordt, bij draaipoort motoren. Als er bij een installatie tijdens de overgang van de normale
snelheid op softloopsnelheid schokken optreden of als de overgang niet soepel verloopt, dan kan deze wisseling van
vertraging als volgt veranderd worden.
- Schakel de stroom naar de besturingskast uit.
- Druk gelijktijdig op de knop van de stappenfunctie, knop P/P en op de knop STOP/PROG. (det. 21 en 20 fig. 1).
- Schakel de stroom naar de besturingskast in en houd daarbij de knop P/P en de knop STOP/PROG. ongeveer 3
seconden lang ingedrukt.
De led L1 (det. 8 fig. 1) geeft een korte signalering om aan te geven dat de overgang plaatsgevonden heeft:
- Led knippert langzaam = waarde van de wisseling voor SCHUIFPOORTEN
- Led knippert snel = waarde van de wisseling voor Draaipoortmotoren.
Telkens als deze procedure herhaald wordt (RESET + P/P en STOP/PROG. 3 seconden lang ingedrukt) verandert de instelling.
UITSCHAKELING VAN HET GEDEELTELIJKE TIJDGEHEUGEN
Bij dit model van de T201 is het mogelijk om het gedeeltelijke tijdgeheugen uit te schakelen. Deze functie komt van pas als
de motor reeds inwendig van een mechanisch of hydraulisch vertragingssysteem voorzien is (bijvoorbeeld BLUES 21).
Om het gedeeltelijke tijdgeheugen uit te schakelen moet u als volgt te werk gaan:
1 - Schakel de stroomvoorziening van de besturingskast uit.
2 - Druk op de knop van de stappenfunctie P/P (det. 20 fig. 1).
3 - Schakel de stroomvoorziening van de besturingskast in en houd de knop van de stappenfunctie P/P ingedrukt.
4 - Binnen 3 seconden moet u tegelijkertijd ook de knop STOP/PROG indrukken (det. 20 fig. 1).
5 - De led L1 (det. 8 fig. 1) knippert snel om aan te geven dat de programmering plaatsgevonden heeft.
Om naar de oorspronkelijke instelling van de besturingskast terug te gaan, d.w.z. met het gedeeltelijke tijd geheugen
ingeschakeld moet u de procedure van punt 1 tot en met punt 4 herhalen. De led L1 zal lang zaam knipperen om aan te
geven dat de instelling veranderd is.
LET OP!
Door het gedeeltelijke tijdgeheugen uit te schakelen wordt ook de elektronische vertraging van de besturingskast
uitgeschakeld (dipschakelaar functies nr. 9). Bovendien kan de obstakeldetector MAS200 dan niet meer gebruikt
worden.
PARALLELLE AANSLUITING VAN 2 MOTOREN
In geval van installaties voor het openen van kanteldeuren met twee motoren of bij andere soorten installaties waarbij de
motoren zich absoluut zonder vertragingen samen moeten bewegen, moet de dipschakelaar nr. 11 (det. 14 fig. 1) op OFF
ingesteld worden en moet de ene motor op M1 aangesloten worden en de andere op M2.
De eindschakelaars die actief zijn, zijn de aanslagen die op de klemmen 20 en 21 aangesloten zijn.
Om de loop- en pauzetijden te programmeren moet u type 3 en 4 aanhouden.
EINDTEST
Voer nadat de diverse programmeringen uitgevoerd zijn altijd een eindtest uit.
- Controleer of de beveiligingssystemen (obstakeldetector, noodstop, fotocellen, vaste druklijsten enz.) goed functioneren.
- Controleer of de signaleringssystemen (knipperlichten, controlelampje poort open enz.) goed functioneren.
- Controleer of de besturingssystemen (Start/Stop-drukknop, afstandsbediening enz.) goed functioneren.
99
Dit product bestaat uit diverse onderdelen die ook weer verontreinigende stoffen kunnen bevatten. Het product
mag n iet zomaar weggegooid worden! Informeer over de wijze van hergebruik of verwijdering van het product
en neem daarbij de wettelijke voorschriften die ter plaatse gelden in acht
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T.DE INSTALLATIE
NLNL
De installatie van de automatisering moet op deugdelijke wijze uitgevoerd worden door vakmensen die aan de wettelijke eisen voldoen en
moet in overeenstemming zijn met de Machinerichtlijn 98/37/E G en de normen EN12453 en EN12445.
- Er moet gecontroleerd worden of de bestaande constructie-elementen (zuilen, scharnieren, vleugels) stevig zijn met het oog op de kracht
die door de motor ontwikkeld wordt.
- Er moet gecontroleerd worden of er aan het einde van de opening en aan het einde van de sluiting van de vleugels mechanische stops zijn die stevig genoeg zijn.
- Controleer de staat van de kabels die eventueel reeds in de installatie aanwezig zijn.
- Er moet een risicoanalyse van de automatisering gemaakt worden en op basis daarvan moeten de nodige veiligheids-en waarschuwingssystemen toegepast worden.
- De bedieningselementen (bijv. de sleutelschakelaar) moeten zodanig geïnstalleerd worden dat de gebruiker zich niet op gevaarlijke plaatsen bevindt.
- Na afloop van de installatie moeten de veiligheids-, waarschuwings-en ontgrendelsystemen van de automatisering diverse keren getest worden.
- Op de automatisering moet het CE-etiket of het CE-plaatje moet informatie over de gevaren en de typegegevens aangebracht worden.
- De gebruiksaanwijzing, de veiligheidsvoorschriften en de EG-verklaring van overeenstemming moeten aan de eindgebruiker gegeven worden.
- Er moet nagegaan worden of de gebruiker de juiste automatische - handbediende - en noodwerking van de automatisering begrepen heeft.
Informeer de gebruiker schriftelijk (bijvoorbeeld in de aanwijzingen voor gebruik) ten aanzien van het volgende:
- eventueel nog aanwezige niet-beveiligde restrisico’s en voorspelbaar oneigenlijk gebruik.
- de stroomtoevoer los te koppelen wanneer er schoonmaakwerkzaamheden in de zone rondom de automatisering worden verricht
of klein onderhoud (bijvoorbeeld: schilderwerk).
- dikwijls te controleren dat er geen zichtbare schade aan de automatisering is, en indien die er is, onmiddellijk de installateur te waarschuwen.
- geen kinderen in de onmiddellijke nabijheid van de automatisering te laten spelen.
Er moet een onderhoudsplan van de installatie opgesteld worden (minimaal om de 6 maanden voor de beveiligingen) waarbij de
uitgevoerde werkzaamheden in een speciaal register genoteerd moeten worden.
De firma TELCOMA S.r.l. behoudt zich het onaanvechtbare recht voor om op elk gewenst moment veranderingen aan te brengen
die zij noodzakelijk acht om het product qua uiterlijk en/of qua werking te verbeteren.
VERWIJDERING
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Ondergetekende, Augusto Silvio Brunello, Wettelijk vertegenwoordiger van de firma:
TELCOMA S.r.l. Via Luigi Manzoni 11, 31015 Conegliano (TV) ITALY
Verklaart dat het product: Model: T201 Toepassing: Besturingskast voor poortopeners
in overeenstemming is met de fundamentele eisen van artikel 3 en de betreffende bepalingen van de Richtlijn 1999/5/EG, als het
gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is.
in overeenstemming is met de fundamentele eisen van de Richtlijn 89/336 (EMC), de normen EN61000-6-3,EN61000-6-1 en latere wijzigingen
daarop als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is.
in overeenstemming is met de fundamentele eisen van de Richtlijn 73/23 (Laagspanning),de normen EN60335-1 latere wijzigingen
daarop als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is
.
Plaats en datum:
Conegliano, 15/01/2007
De Wettelijk vertegenwoordiger
Augusto Silvio Brunello
100
CERTIFICATO DI GARANZIA
PRODOTTO
DATA D’INSTALLAZIONE
TIMBRO E/O FIRMA DELL’INSTALLATORE
I
GARANZIA
La presente garanzia copregli eventuali guastie/o anomalie
dovuti a difetti e/o vizi di fabbricazione. La garanzia decade
automaticamente in caso di manomissione o errato utilizzo
del prodotto.
Durante il periodo di garanzia la ditta Telcoma srl si impegna
a riparare e/o sostituire le parti difettate e non manomesse.
Restano a intero ed esclusivo carico del cliente il diritto di
chiamata, nonché le spese di rimozione, imballo e trasporto
del prodotto per la riparazione e sostituzione.
GB
WARRANTY
This warranty covers any failure and/or malfunctioning due
to manifacturing faults and/or bad workmanship.
The warranty is automatically invalidated if the product is
tempered with or used incorrectly.
During the warranty period, Telcoma srl undertakes to repair
and/or replace faulty parts provided they have not been
tampered with.
The call-out chargeas well as the expenses for disassembly
removal packing and transport of the product for repair or
replacement shall be charged entirely to the customer.
F
GARANTIE
Cette garantie couvre les éventuelles pannes et/ou
anomalies imputables à des défauts eou vis de fabrication.
La garantie s'annule automatiquement si le produit a été
modifié ou utilisé de maniére impropre. L'entreprise Telcoma
srl s'engange, durant la periode de garantie du produit, à
reparer et/ou remplacer les piéces defectueuses n'ayant
pas subi de modifications. Restent entièrement et
exclusivament à la chargedu client, ledroit d'appel ainsique
les frais d'enleévement, d'emballage et de transport du
produit pour sa réparation ou substitution.
D
GARANTIE
Die vorliegende Garantie deckt eventuelleDefekte und/oder
Betriebsstörungen ab, die auf Fabricationsfehler
und/oder mängel zurück-zuführen sin. Die Garantie
verfällt automatisch im Falle von Manipulationen oder
fehlerhaftem Gebrauch des Produktes. Während der
Garantiezeit verpflichtet sich die Firma Telcoma srl, die
defekten und nicht manipulierten Teile zu reparieren
und/oder auszutauschen. Die Auforderung des
Kundendienstes als auch die Kosten für die Abholung, die
Verpackung und den Transport des Produkten für die
Reparatur bzw den Austausch gehen zu vollen und
ausschliefßlichen Lasten des Kunden.
E
GARANTÍA
La presente garantía es válida en el caso cie averias y/o
anomaliás causadas por defectos y/o desperfectos de
fabricación. La garantía automáticamente pierde valor en el
caso de arreglos improprios o utilizactión equivocada del
producto. Durante el periodo de garantía, la empresa
Telcoma srl se compromete a reparar y/o cambiar la partes
defectuosas que no hayan sido dañadas. Quedan a total y
exclusivo cargo del cliente el derecho de llamada, como asi
también los gastos de desmontaje, embalaje y transporte
del producto para la raparación o cambio.
NL
GARANTIE
Deze garantie dekt eventuele storingen en/of defectendie te
wijten aan fabrieksfouten en/of gebreken. De garantie
vervalt automatisch indien de gebruiker zelf aan het produkt
gesleuteld heeft of veranderingen aangebracht heeft of
indien het produkt op verkeerde wijze gebruikt is. Tijdens de
garantietermijn neemt de Firma Telcoma srl de verplichting
op te defecte onderdelen te repareren en/of te vervangen
mits de gebruiker deze onderdelen niet zelf geprobeerd
heeft te repareren. De voorrijkosten alsmede de onkosten
voor het demonteren, het verpakken en verzenden van het
produkt te repareren of te vervangen zijn en blijven
uitsluitend voor rekening van de klant.
Telcòma
Automations
Telcoma srl - Via L. Manzoni, 11 - Z.I. Campidui
31015 Conegliano - (TV) Italy - Tel. 0438-451099
Fax 0438-451102 - Part. IVA 00809520265
http://www.telcoma.it E-mail: info@telcoma .it
Telcoma srl - Via L. Manzoni, 11 - Z.I. Campidui
31015 Conegliano - (TV) Italy - Tel. +39 0438-451099
Fax +39 0438-451102 - Part. IVA 00809520265

Documenttranscriptie

NL TAB. 1 (zie fig. 2) Mor n. Mor n. V I max Functie Opmerkingen De motor M1 wordt tijdens het sluitenvertraagd. Bij vleugelpoorten moet demotor M1 de poortvleugel met deelektrische vergrendeling besturen. 1 Motor M1 230Vac 4A Gemeenschappelijk M1 2 Motor M1 230Vac 4A Sluiten M1 3 Motor M1 230Vac 4A Openen M1 Condensator 230Vac 4A Motoraanloop M1 Zie de opmerkingen bij de motor. 4 Motor M2 230Vac 4A Gemeenschappelijk M2 De motor M2 wordt tijdens het openen vertraagd (bij dipschakelaar nr. 11 op ON) 5 Motor M2 230Vac 4A Sluiten M2 6 Motor M2 230Vac 4A Openen M2 2 3 5 6 Condensator 230Vac 4A Motoraanloop M2 Zie de opmerkingen bij de motor. 7 8 Knipperlicht 230Vac 1A Bewegingsindicatie Aan als de motor in werking is.Het aangaan kan vervroegd worden (voorknipperen) zie de dipschakelaar functies nr.5. 9 8 Lamp 230Vac 1A Waarschuwings-lamp Aan vanaf het begin van de bewegingtot 3 minuten na de volledige sluiting 10 11 Lijn 230Vac 6,3A Stroomvoorziening besturingskast Op de 230Vac lijn aansluiten. Zie”ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN”. 12 13 Hulpsystemen 24Vac 150mA Stroomvoorziening Permanent voor stroomvoorziening fotocellen en hulpsystemen. 14 15 Tx fotocel(en) 24Vac 150mA Stroomvoorziening Tx voor fototest Stroomvoorziening voor Tx fotocel (alsde fototest functie toegepast wordt). 15 16 24Vac 100mA Poort open Een lampje van 24V max.2W gebruiken ziede tekst. 20 Controlelampje Elektrische 18 vergrendeling 19 o 25 Verbreekcontact N.C. 21 17 12Vcc 1A Mechanische blokkering Actief, gedurende enkele seconden, bijelk begin van een openingsmanoeuvre. Eindaanslag sluiten (M1) Sluit deze ingang, als hij niet gebruiktwordt, op gemeenschappelijk aan. 19 o 25 Verbreekcontact N.C. Eindaanslag openen (M1) Sluit deze ingang, als hij niet gebruiktwordt, op gemeenschappelijk aan. 22 19 o 25 Verbreekcontact N.C. Fotocel 1 Keert tijdens het sluiten de looprichtingom. Sluit deze ingang, als hij nietgebruikt wordt, op g.2aan. 23 19 o 25 Verbreekcontact N.C. Fotocel 2 Tijdelijke blokkering van de manoeuvre tijdens de openingsfase. Tijdens het sluitenwordt de looprichting omgekeerd.Sluit dezeingang, als hij niet gebruikt wordt, opgemeenschappelijk aan. 24 Jolly 2 Zie de dipschakelaar functies nr.3 en4. Als deze ingang niet gebruiktwordt zet de dipschakelaar nr.3 en 4dan op OFF. 26 N.C. of 19 o 25 Verbreekcontact knop metmaakcontact N.A. N.C. of 25 o 31 Verbreekcontact knop metmaakcontact N.A. Jolly 1 Zie de dipschakelaar functies nr.3 en4. Als deze ingang niet gebruikt wordtzet de dipschakelaar nr.3 en 4 danop OFF. 27 25 o 31 Verbreekcontact N.C. Vaste druklijst Keert de looprichting gedurende enkeleseconden om en de besturingskast wordtgeblokkeerd. Sluit deze ingang, als hij nietgebruikt wordt, op gemeenschappelijk aan. 28 met 25 o 31 knop maakcontact N.A. Voetgangersdoor-gang Bij 2 motoren wordt alleen de poortvleugel met de motor M1 geopend. Bij 1 motor wordt de poortvleugel slechtsgedurende 6 seconden geopend. 29 25 o 31 Verbreekcontact N.C. Stop Blokkering van alle functies. Sluit dezeingang als hij niet gebruikt wordt, opgemeenschappelijk aan. 30 met 25 o 31 knop maakcontact N.A. Antenne Rx* Stappenfunctie 32 33 34 Besturingskast Antenne Rx* 35 Hulpsysteem Encoder 2 0V Negatieve voeding 37 Encoder 2 ~20V Positieve voeding 38 Encoder 2 39 Encoder 1 0V Negatieve voeding 40 Encoder 1 ~20V Positieve voeding Ingang Encoder 1 Zie dipschakelaar functies nr.1 ennr.2 Sluit een geschikte antenne op het model van de ontvanger aan Afscherming Max 24V 500mA II° ontvargenkanaal 36 41 84 Inrichting Gegevens Alleen beschikbaar als er een 2-k. radio-kaart in de daarvoor bestemde connectorgestoken wordt (det. 13 fig. 1). Zie aanwijzingen van de motor Gegevens Uitgang *ANTENNE: Als er een inplugontvanger toegepast wordt moet er opgelet worden omdat bij sommige modellen de connector voor de aansluiting van de antenne op de kaart zelf geplaatst is. NL TAB. 2 (det. 14 fig. 1) Funktie Modus ingang Stap-voor-Stap Radiokanaal Nr. OFF ON Dip 1 2 1 2 1 2 1 2 3 4 3 Modus ingang Jolly 4 3 4 3 4 Voorwaarschuwing 5 Automatisch sluiten 6 Fototest 7 Ontgrendelstoot 8 Vertraging 9 Sluitstoot 10 Modus 11 Opnieuw sluiten na fotocellen 12 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Beschrijving Opmerkingen Openen - Stop - Sluiten Door tijdens het openen op de Start-/Stopknop te drukken wordt de poort geblokkeerd; door nogmaals op de knop te drukken wordt de poort gesloten. Door tijdens het sluiten op de Start-/Stopknop te drukken wordt de poort geblokkeerd; door nogmaals op de knop te drukken wordt de poort geopend. Openen - Sluiten Door tijdens het openen op de Start-/Stopknop te drukken wordt de poort enkele seconden geblokkeerd en daarna gesloten. Door tijdens het sluiten op de Start-/ Stopknop te drukken wordt de poort enkele seconden geblokkeerd en daarna geopend. Wanneer er tijdens het openen op de Start-/Stopknop gedrukt wordt, heeft dit geen enkel gevolg. Wanneer er tijdens de pauze op de Start-/Stopknop gedrukt wordt, heeft dit geen enkel gevolg. Door tijdens het sluiten op de Start-/Stopknop te Woonblokfunctie drukken wordt de poort enkele seconden geblokkeerd en daarna geopend. er tijdens het openen op de Start-/Stopknop gedrukt wordt, heeft dit Openen - Sluiten Wanneer geen enkel gevolg. Wanneer er tijdens de pauze op de Start-/Stopknop gedrukt Besturing van openingsmanoeuvre wordt, wordt de poort gesloten. Door tijdens het sluiten op de Start-/Stopknop te uitgeschakeld drukken wordt de poort enkele seconden geblokkeerd en daarna geopend. Openen J1=Knop openen J2=Knop sluiten J2 = Sluitknop Gebruik N.O.-contacten of N.O.-knoppen J1=Lijst bij Openen J2=Fotocel 3 J1 = ingang “lijst bij openen”. Inwerkingtreding van deze veiligheidsinrichting vindt alleen tijdens opening van de poort plaats. De vaste contactlijst (klemmetje 27) wordt “lijst bij sluiten” zodat hij in werking treedt wanneer de poort in sluitrichting gaat. Deze twee veiligheidsinrichtingen laten de poort voor korte tijd in de tegengestelde richting lopen. J2 = ingang voor de derde fotocel; treedt alleen bij opening in werking en laat de poort sluiten. Gebruik het contact N.C 2de paar eindschakelaars Sluit de eindschakelaars van de motor M1 op de ingangen FCC en FCA aan. Sluit de eindschakelaars van motor M2 op de ingangen J1 en J2 aan. Gebruik de N.C.contacten. J1=Klok J2=Fotocel 3 J1= ingang klok; sluit de poort als het contact geopend wordt en opent de poort als het contact gesloten wordt. J2 = ingang voor de derde fotocel; schakelt alleen tijdens het openen in en zorgt ervoor dat de poort gesloten wordt. Uitgeschakeld Ingeschakeld Uitgeschakeld Ingeschakeld Uitgeschakeld Ingeschakeld Uitgeschakeld Het knipperlicht wordt gelijktijdig met de motor van stroom voorzien. Het knipperlicht wordt 5 seconden vòòr elke beweging van stroom voorzien. Na een volledige openingsbeweging sluit de besturingseenheid de poort alleen na handmatige bediening Na een volledige openingsbeweging sluit de besturingseenheid de poort weer na de geprogrammeerde pauzetijd Zie de tekst in het hoofdstuk “Fototest”. Zie de tekst in het hoofdstuk “Fototest”. Functie uitgeschakeld. Ingeschakeld De ontgrendelstoot heeft de taak het elektrische slot te ontgrendelen. De poortvleugel met de motor M1 geeft tijdens het sluiten een korte impuls alvorens het openen te starten. Uitgeschakeld De vertraging op het laatste gedeelte van de beweging vindt niet plaats Ingeschakeld Als de vertraging ingeschakeld is dan halveert de motor bij het naderen van het einde van de beweging zijn snelheid. Bij de hydraulische motoren kan het gebeuren dat deze functie niet goed werkt. Uitgeschakeld Ingeschakeld De sluitstoot wordt niet uitgevoerd Besturingseenheid voor 1 motor of 2 parallelle motoren De besturingseenheid beëindigt de sluitbeweging met een korte impuls op vol vermogen op de motor M1 De uitgangen M1 en M2 functioneren parallel en de voetgangersbediening opent/sluit de poortvleugel(s) gedeeltelijk. Voor de bediening van slechts één motor zie het hoofdstuk “Programmering van de tijden”. Besturingseenheid voor 2 onafhankelijke motoren De uitgangen M1 en M2 zijn onafhankelijk en de voetgangersbediening opent en sluit de poortvleugel met de motor M1 volledig. Voor de bediening van de motoren zie het hoofdstuk “Programmering van de tijden”. Uitgeschakeld Ingeschakeld Functie uitgeschakeld De inwerkingtreding van de fotocel verkort de pauzetijd, welke de waarde hiervan dan ook is, tot 2 seconden 85 NL AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE VAN DE ELEKTRONISCHE BESTURINGSKAST T201 Alvorens de besturingskast te installeren adviseren wij om deze aanwijzingen aandachtig te lezen. Door onjuist gebruik van het product of een foute aansluiting kan de juiste werking ervan en de veiligheid van de eindgebruiker in gevaar gebracht worden. BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN (afb. 1) 1) Connectors voor aansluiting voedingslijn 2) Zekering lijn 230V 6,3A (5x20) 3) Optionele besturingskaart MAS200 (obstakeldetectie) 4) Connectors voor aansluiting waarschuwingslamp en knipperlicht 5) Connectors voor aansluiting motoren 6) Laagspanningszekering 24V 2A (5x20) 7) Test fotocellen (zie het hoofdstuk FOTOTEST) 8) Programmeerled (L1) 9) Connectors voor aansluiting antenne en tweede kanaal van radio-ontvanger 10) Klemmenstrip ingang encoder Motor 2 11) Klemmenstrip ingang encoder Motor 1 12) Slot voor het insteken van de ontvanger OC 13) Connector voor insteken kaartontvanger 14) Dipschakelaar functies 15) Reset besturingskast. Het even kortsluiten van de 2 pinnen is hetzelfde als de stroom van de besturingskast uit- en weer inschakelen 16) Signaleringsled status besturingsingangen. Led aan = ingang gesloten 17) Connectors voor aansluiting besturingen en ontvangerantenne 18) Jumper Jp1 overbrugging regeling motorvermogen en soft start (zie het hoofdstuk REGELING VERMOGEN) 19) Trimmer voor regeling motorvermogen 20) Knop van de stappenfunctie (P/P) * Deze STOP knop moet niet als veiligheidsknop worden beschouwd, maar dient alleen om tijdens het installeren de tests gemakkelijker uit te voeren. KENMERKEN De besturingseenheid is voorzien van: - 86 een ingang encoder voor elke motor elektronische afstelling van het koppel programmeerbare vertraging motor controle werking fotocellen (Foto Test) zelfdiagnose van motorcontrole (Triac Test) connector voor het obstakeldetector (apart verkrijgbare module MAS200) NL TECHNISCHE GEGEVENS U.M. T201 Vac 230 ±10% Frequentie Hz 50 Opname in Stand-By (230V) mA 20 Maximale opname (230V) A 5 Max. vermogen 24V-motoren 230V VA 2x800 (1x1100) Bedrijfstemperatuur °C -20 +55 Afmetingen box (B x H x D) mm 200x255x100 Elektrische Parameters Stroomvoorziening INSTALLATIE De apparatuur dient volgens de “REGELS VAN DE KUNST” geïnstalleerd te worden door monteurs die daartoe wettelijk bevoegd zijn en volgensde normen EN 12453 en EN 12445 inzake de veiligheid van de automatisering. - Vergewis u ervan dat de automatisering is voorzien van stopaanslagen en dat deze de juiste afmetingen hebben voor het gewicht van de poort. - Bevestig de besturingseenheid op een vlakke en onbeweeglijke ondergrond, adequaat beschermd tegen schokken en overstromingen. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN (tab. 1) Volg voor de aansluitingen tabel 1 en afbeelding 2. In het geval van een reeds bestaande installatie is een algemene controle van de toestand van de bedrading raadzaam (doorsnede, isolatie,contacten) en van de toebehoren (fotocellen, ontvangers, toetspanelen, sleutelschakelaars, etc.). Wij geven hieronder enige aanbevelingen voor een correcte elektrische installatie: - De leidingen die de hermetisch gesloten box van de besturingseenheid binnenkomen, moeten zo geïnstalleerd worden dat de aanvanke lijkebeschermingsklasse IP56 kan blijven worden behouden. - De doorsnede van de kabels moet worden berekend op basis van hun lengte en maximumstroom. - Gebruik niet één enkele kabel van het type “meerpolig” voor alle aansluitingen (leiding, motoren, bedieningsorganen, etc.) of samen met andere apparatuur. - Verdeel de installatie in tenminste twee delen b.v.: 1) het vermogengedeelte (stroomtoevoerleiding, motoren, knipperlicht, gebruikerslicht, elektrisch slot) minimumdoorsnede draden 1,5 mm2. 2) het besturings gedeelte (bedieningsorganen, veiligheidscontacten, stroomvoorziening toebehoren) minimum doorsnede draden 0,75 mm2 - Wanneer de bedieningskabels lang zijn (meer dan 50 meter) valt een ontkoppeling met relais gemonteerd in de nabijheid van de besturingseenheid aan te raden. - Alle verbreekcontacten (N.C.) (fotocellen, eindaanslagen, vaste druklijst en stop) in de besturingskast die niet gebruikt worden moeten met de gemeenschappelijke aansluiting verbonden worden. - Alle verbreekcontacten (N.C.) die aan dezelfde ingang gekoppeld zijn moeten in serie aangesloten worden.. - Alle maakcontacten (N.O.) die aan dezelfde ingang gekoppeld zijn moeten parallel aangesloten worden. Voor de stroomvoorziening van de besturingskast is de PLAATSING VAN EEN EXTERNE ONAFHANKELIJKE SCHEIDINGSSCHAKELAAR voorzien (niet bij de levering inbegrepen) die overeenkomstig de belasting berekend is. 87 NL FOTO TEST De fototest is een speciale functie die vóór elke beweging controleert of de fotocellen goed functioneren. Om ervoor te zorgen dat de fototest functioneert moet de installatie voorzien zijn van twee voedingen voor de fotocellen, de eerste moet aangesloten zijn op de klemmen 12 en 13 die de ontvangers van stroom voor ziet en de tweede op de klemmen 14 en 15 die de zenders van stroom voorziet. De fototest moet geactiveerd worden door de dipschakelaar nr. 7 (det. 14 fig. 1) op de stand ON te zetten. In feite onderbreekt besturingskast de stroom naar de zenders even en controleert of de staat van de ont vanger verandert. Als alles in orde is starten de motoren en begint de beweging. Als er problemen aan de ontvanger zijn dan stopt de cyclus en dit wordt gesignaleerd doordat het controlelampje “poort open” een paar keer snel knippert. OPMERKINGEN: - De fototest functioneert ook met fotocel 3 (ingang Jolly) en als er meerdere fotocellen met het contact in serie aangesloten worden. - Als de fototest geactiveerd is en de besturingskast in stand-by staat krijgen de zenders van de fotocellen geen stroom toegevoerd en zijn de ingangen FT1 en FT2 open (leds uit). In deze toestand kan de werking van de fotocellen eveneens gecontroleerd worden door de test jumper van de fotocellen (det. 7 fig. 1) kort te sluiten. INSTELLEN VAN DE FUNCTIES (tab. 2) De besturingskast wordt reeds ingesteld met een standaard configuratie zoals te zien is bij detail 14 op fig. 1. Er kunnen opties die afwijken van de standaard werking gekozen worden door de dipschakelaar functies (det. 14 fig. 1) anders in te stellen. Er wordt op gewezen dat om een verandering van de instellingen aan de besturingskast uit te voeren de stroomvoorziening even uit- en weer ingeschakeld moet worden (RESET). ENCODER De besturingseenheid is voorzien van een ingang voor encoder. Met deze inrichting kan de beweging van de poort precies worden afgesteld en is de obstakeldetector over de gehele loop van poort, met inbegrip van de soft start en soft stop gegarandeerd zonder dat er een kaart MAS200 nodig is. Wanneer tenminste één van de motoren mechanisch wordt geblokkeerd, wordt dit door de besturingseenheid met behulp van de encoders van de motoren vast gesteld; vervolgens laat zij de motoren enkele seconden een manoeuvre uitvoeren die in de tegengestelde richting gaat. De beweging volgende op inwerkingtreding is altijd tegengesteld aan die welke voor de blokkering werd uitgevoerd. Als de motor bijvoorbeeld bij het openen wordt geblokkeerd, volgt er automatisch een korte sluitbeweging en, wanneer er op de knop P/P wordt gedrukt, start hij in sluitrichting. Sluit de encoder van de motoren op de klemmetjes van de T201 aan zoals dat te zien is op afb. 2 en TAB. 1. Tijdens het programmeren van de loop van de poort, geeft de knipperende led L1 aan dat de besturingseenheid de aanwezigheid van de encoder heeft vast gesteld. Wanneer de led L1 echter onafgebroken brandt, betekent dit dat de besturingseenheid niet met de encoder werkt. KAART MAS200 (obstakeldetector - deel 3 op afb. 1) Deze apart verkrijgbare kaart heeft dezelfde werking als de encoder voor wat betreft de obstakeldetector maar met de volgende beperkingen: - de kaart werkt niet met de motor in vertraging - als er geen elektrische eindschakelaars zijn, werkt de kaart tijdens het laatste stukje van de beweging in openings - en sluitrichting van de poort niet . OPMERKINGEN: - Voor elke motor bestaat een ijking van de kaart MAS200 (zie aanwijzingen MAS200) - Als de motor niet is aangesloten of niet correct is aangesloten, treedt de kaart MAS200 voortdurend in werking. 88 NL GEBRUIK ONTVANGER OC2 (deel 12 op afb. 1) Werking en programmering van de ontvanger serie OC2 vindt u in de aanwijzingen die met de ontvanger zijn meegeleverd. Denk eraan dat het kanaal 1 van de ontvanger altijd overeenkomt met de instructie stap-voor-stap (P/P) van de besturingseenheid en het kanaal 2 met de voetgangersopening. P1 LED1 LED2 P2 PROGRAMMERING VAN DE-LOOP-EN PAUZETIJDEN De besturingskast leert tijdens het programmeren de loop- en pauzetijden vanzelf (automatische programmering). Tijdens het automatisch programmeren moet de knop van de stappenwerking - knop P/P (det. 20 fig. 1) meerdere keren bediend worden, als alternatief kan de besturing van de stappenwerking P/P (klem 30, fig. 2) of de afstandsbediening gebruikt worden (indien in het geheugen opgeslagen). Belangrijke opmerkingen vóór de programmering: - Bij de installaties met elektrische slot moet het slot op de poortvleugel die met de motor M1 verbonden is gemonteerd worden. - Schakel de stroom naar de besturingskast in en controleer aan de hand van de betreffende leds of de besturingsingangen goed functioneren (de led van de verbreekcontacten N.C. moet aan zijn, de led van de maakcontacten N.O. moet uit zijn). - Als de zenders van de fotocellen stroom krijgen met de uitgang voor de fototest (klemmen 14 en 15) dan moet de werking ervan gecontroleerd worden door de test jumper (det. 7 fig. 1) kort te sluiten. - Maak de bewegingszone van de poort vrij. - Voer de automatische teach-in procedure van de tijden uit en kies daarbij één van de automatiseringstypen die verderop beschreven worden. 89 NL TYPE 1 AUTOMATISERING VAN 2 MOTOREN ZONDER ELEKTRISCHE EINDSCHAKELAARS, ZONDER ENCODER EN ZONDER MAS200 EENVOUDIGE PROGRAMMERING - dip 9 op OFF - deel 14 op afb. 1* 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Programmering: 1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit. 2 - Zet de poort halverwege. 3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1). 4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden. 7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor M2 (vleugel zonder elektrisch slot) start in de sluitrichting (als de motor de tegengestelde kant op draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit). 8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen drukt u op de knop P/P, de motor M2 stopt en de motor M1 (vleugel met elektrisch slot) start automatisch in de sluitrichting. 10 en 11- Wanneer ook M1 bij de stop komt, drukt u op de knop P/P, de motor stopt en start opnieuw in de openingsrichting. 12 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij het openen bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M1 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M2 zou moeten vertrekken. 13 - De motor M1 stopt eventjes en start daarna in de openingsrichting. 14 - Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M1 bijna helemaal open is. 15 - De vleugel met de motor M2 start automatisch in de openingsrichting. 90 NL 16 - Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M2 bijna helemaal open is. 17 - Nu gaat de gewenste pauzetijd in voordat de poort opnieuw sluit. 18 - Na afloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P en de motor M2 start in de sluitrichting. 19 en 20 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij het sluiten bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M2 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M1 zou moeten zou moeten starten. De motor M2 stopt eventjes en start daarna opnieuw in de sluitrichting. 21 - Druk op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M2 bijna helemaal dicht is. 22 - De vleugel met de motor M1 zet de sluitbeweging in. 23 en 24 - Druk op de knop P/P zodra de vleugel met de motor M1 bijna helemaal dicht is. De led L1 gaat uit. *N.B.: Als na programmering de dipschakelaar 9 op stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid de in de fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve het hoofdstuk PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen. TYPE 2 AUTOMATISERING VAN 2 MOTOREN MET ELEKTRISCHE EINDSCHAKELAARS OF ENCODER (of met het module MAS200) EENVOUDIGE PROGRAMMERING - dip 9 op OFF - deel 14 op afb. 1* 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 91 NL Opmerkingen voor het programmeren: - Als de eindschakelaars worden gebruikt, dient u die af te stellen voordat u de herkenningsprocedure gaat uitvoeren. - Als de kaart MAS200 wordt gebruikt, dient u zich ervan te verzekeren dat deze correct is geconfigureerd voor het toegepaste model motor en dient u pas bij het programmeren de kracht op het maximum te zetten (deel 19 op afb. 1). Programmering: 1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit. 2 - Zet de poort halverwege. 3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1) 4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden. 7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor M2 start in de sluitrichting (vleugel zonder elektrisch slot). Als de encoder aanwezig is, moet de led L1 knipperen. Als de led niet knippert, dient u de aansluitingen van de encoder te controleren. (als de motor de tegengestelde kant op draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit). 8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen, stopt de motor M2 stopt en gaat de motor M1 (vleugel met elektrisch slot) automatisch in de sluitrichting. Als de encoder aanwezig is, moet de led L1 blijven knipperen; anders dient u de aansluitingen van de encoder te controleren. 10 en 11- Wanneer ook M1 bij de stop komt, stopt de motor en start automatisch opnieuw in de openingsrichting. 12 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij het openen bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M1 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M2 zou moeten vertrekken**. 13 - De motor M1 stopt eventjes en start daarna in de openingsrichting. 14 en 15 - Zodra de vleugel met de motor M1 bijna helemaal open is, gaat de vleugel met de motor M2 automatisch in de openingsrichting. 16 - De vleugel met de motor M2 stopt zodra hij bijna helemaal open is. 17 - Nu laat u de gewenste pauzetijd voordat de poort weer dicht gaat, verstrijken. 18 - Na afloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P en de motor M2 start in de sluitrichting. 19 en 20 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij het sluiten bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor M2 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M1 zou moeten zou moeten starten. De motor M2 stopt eventjes en start daarna in de sluitrichting**. 21 en 22 - Zodra de vleugel met de motor M2 bijna helemaal dicht is, gaat de vleugel met de motor M1 in de sluitrichting. 23 en 24 - De vleugel met de motor M1 is bijna helemaal dicht, stopt en de led L1 gaat uit. *N.B.: Als na de programmering de dipschakelaar 9 op de stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid de in de fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve het hoofdstuk PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen. **Facultatieve handeling: als dit punt niet wordt uitgevoerd, zal de besturingseenheid een in de fabriek ingestelde tijd tussen het van start gaan van de ene vleugel en van de andere in acht nemen. 92 NL TYPE 3 AUTOMATISERING VAN 1 MOTOR ZONDER ELEKTRISCHE EINDSCHAKELAARS EN ZONDER ENCODER EENVOUDIGE PROGRAMMERING - dip 9 op OFF - deel 14 op afb. 1* 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Opmerkingen voor het programmeren: - Controleer dat u de dipschakelaar nr. 11 op de stand OFF hebt gezet (deel14 op afb.1). - Controleer dat u de motor op M1 hebt aangesloten (klemmetjes 1 - 2 en 3) De eventuele obstakeldetector MAS200 mag pas worden ingeschakeld nadat u de herkenningsprocedure hebt uitgevoerd. Programmering: 1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit. 2 - Zet de poort halverwege. 3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1) 4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden. 7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor start in de sluitrichting. (als de motor de tegengestelde kant op draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit). 8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen, drukt u op P/P. De motor stopt en start automatisch in de openingsrichting. 10 - Zodra de poort helemaal open is, drukt u op de knop P/P. 11 - Nu laat u de gewenste pauzetijd voordat de poort weer dicht gaat, verstrijken. 12 - Na verloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P. De poort sluit opnieuw. 13 en 14 - Zodra de poort helemaal dicht is, drukt u op P/P. De motor stopt en de led L1 gaat uit. *N.B.: Als na het programmeren de dipschakelaar 9 op de stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid de in de fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve u het hoofdstuk PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen. 93 NL TYPE 4 AUTOMATISERING VAN 1 MOTOR MET ELEKTRISCHE EINDSCHAKELAARS OF ENCODER EENVOUDIGE PROGRAMMERING - dip 9 op OFF - deel 14 op afb. 1* 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Opmerkingen voor het programmeren: - Controleer dat u de dipschakelaar nr.11 op stand OFF hebt gezet (deel 14 op afb.1) - Controleer dat u de motor op M1 hebt aangesloten (klemmetjes 1 - 2 en 3) - Stel de eindschakelaars af voordat u de herkenningsprocedure gaat uitvoeren. De eventuele obstakeldetector MAS200 mag pas worden ingeschakeld nadat u de herkenningsprocedure hebt uitgevoerd. Programmering: 1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit. 2 - Zet de poort halverwege. 3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1) 4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden 7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor start in de sluitrichting. (als de motor de tegengestelde kant op draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit). 8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen, drukt u op P/P. De motor stopt en start automatisch in de openingsrichting. 10 - Zodra de poort helemaal open is, stopt de motor. 11 - Nu laat u de gewenste pauzetijd voordat de poort weer dicht gaat, verstrijken. 12 - Na verloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P. De poort sluit opnieuw. 13 en 14 - Zodra de poort helemaal dicht is, stopt de motor en de led L1 gaat uit. *N.B.: Als na het programmeren de dipschakelaar 9 op de stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid de in de fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve u het hoofdstuk PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen. 94 NL PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN Indien u andere vertragingstijden wilt instellen dan die welke in de fabriek zijn ingesteld, dient u de herkenningsfase voor de tijden uit te voeren waarbij de dipschakelaar nr. 9 (deel 14 op afb. 1) op de stand ON staat. Tijdens de herkenningsfase dient u op de knop P/P (deel 20 op afb.1) te drukken op het punt waarop u wilt dat de vertraging begint, in ieder geval voordat de vleugel bij de eindschakelaar komt. PROGRAMMERING VOETGANGERSOPENING (alleen voor een automatisering met één motor, dip 11 OFF) 2 1 7 PED 8 PED 3 4 9 10 6 5 PED 11 PED 12 1 en 2 - Bij de poort op halverwege schakelt u de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit. 3 - Druk op de toets /STOP/PROG (deel 21 op afb. 1). 4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. tenminste 3 seconden ingedrukt tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden. De programmeerled L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden. U kunt ditzelfde ook bereiken door, terwijl u de toets STOP/PROG. ingedrukt houdt, de resetpins (deel 15 op afb. 1) eventjes in kortsluiting te brengen en daarna de toets STOP/PROG. los te laten wanneer de led L1 gaat branden. 7 - Geef de instructie voor voetgangersopening. De poort gaat dicht. 8 - Bij de stop geeft u opnieuw een instructie voetgangersopening als er geen eindschakelaars, encoder of MAS200 aanwezig zijn. 9 - De poort start in openingsrichting. 10 - Bij de gewenste voetgangersopening geeft u een instructie voetgangersopening. De poort stopt en start opnieuw in de sluitrichting. 11 - Wanneer de poort op de stop in sluitstand komt geeft u opnieuw een instructie voetgangersopening als er geen eindschakelaars, encoder of MAS200 aanwezig zijn. 12 - De motor stopt en de led L1 gaat uit. ONAFHANKELIJKE PROGRAMMERING PAUZETIJD Met deze procedure kunt u de pauzetijd wijzigen zonder de besturingseenheid helemaal opnieuw te moeten programmeren. 1 - Schakel bij gesloten deur de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit 2 - Druk op de toets STOP/PROG (deel 21 op afb. 1). 3, 4 en 5 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in waarbij u de toets STOP/PROG. tenminste 3 seconden houdt ingedrukt. De programmeerled L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden. 95 NL U kunt hetzelfde ook bereiken door, terwijl u de toets STOP/PROG. ingedrukt houdt, de resetpins (deel 15 op afb. 1) eventjes in kortsluiting te brengen en daarna de toets STOP/PROG. los te laten wanneer de led L1 gaat branden. 6 - Druk opnieuw op de toets STOP/PROG. 7 - De led L1 begint te knipperen. Nu gaat het meten van de pauzetijd in. 8 - Na afloop van de gewenste pauzetijd drukt u opnieuw op de toets STOP/PROG. De led L1 gaat uit en geeft daarmee het einde van de procedure aan. AFSTELLING VAN HET VERMOGEN Volgens de regelgeving EN 12445 dient elke automatisering de krachtmetingen te doorstaan die met het speciale instrument daarvoor worden gemeten. Voer de krachtmetingen uit en wijzig met behulp van de trimmer PW (deel 19 op afb. 1) het vermogen van de motor. Indien dit niet voldoende mocht zijn om binnen de grafiekwaarden te komen zoals die in de regelgeving zijn aangegeven, is het raadzaam op de rand van de poort een lijst van zacht rubber aan te brengen om de impact te verkleinen. Als u na afstelling van de gevoeligheid en montage van de rubberlijst nog niet in staat bent aan de eisen van de norm te voldoen, is het verplicht andere beveiligingen te monteren zoals bijvoorbeeld een contact lijst op de rand van het bewegende poortdeel. SOFT START De soft start functie zorgt ervoor dat het begin van de beweging geleidelijk uitgevoerd wordt waardoor schokken door de automatisering vermeden worden. Deze functie kan uitgeschakeld worden door Jp1 (det. 18 fig. 1) te overbruggen. LET OP! Als de soft start functie uitgeschakeld wordt dan wordt de regeling van het motorvermogen ook automatisch uitgeschakeld. In dat geval moeten de motoren uitgerust zijn met een eigen vermo gensregeling (bijv. een mechanische koppeling). TRIAC TEST De besturingskast T201 bestuurt de motoren met behulp van TRIAC. Door een storing aan dit onderdeel kan de werking en de veiligheid van de installatie in gevaar gebracht worden. Daarom is er vóór elke beweging een controle opgenomen. Als er een storing is wordt de besturingskast geblokkeerd en knippert het controlelampje “poort open” een paar keer langzaam. OPMERKINGEN: De Triac test schakelt ook in als het gelijktijdig gebeurt dat de motoren verkeerd aangesloten zijn en de obstakeldetectiekaart MAS200 er niet in gestoken is. FUNCTIES VAN HET CONTROLELAMPJE POORT OPEN Het controlelampje “poort open” geeft, door een aantal lichtsignalen af te geven, de staat aan waarin de poort verkeert. Deze signalen kunnen als volgt samengevat worden: - Lampje uit = poort gesloten - Lampje knippert langzaam = poort in openingsfase - Lampje knippert snel = poort in sluitingsfase - Lampje knippert twee keer = poort open in pauzefase - Lampje continu aan = poort open in STOP fase 96 NL SPECIALE FUNCTIES VAN DE T201 Met speciale procedures is het tijdens het aanzetten van de besturingskast mogelijk om andere functies in te stellen. VERTRAGING De T201 biedt de mogelijkheid van twee soorten vertraging: 1) Normale vertraging 2) Extra vertraging voor zware automatiseringen. Procedure voor het veranderen van soort vertraging: - schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit - schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb. 1) ingedrukt. - na 3 seconden gaat de led L1 (deel 8 op afb. 1) branden. - terwijl u de knop STOP/PROG. ingedrukt houdt, zet u de dipschakelaar 9 van Off op On (als de dipschakelaar op On staat, zet u hem eerst op Off en daarna opnieuw op On) - de led L1 begint te knipperen - terwijl u de knop STOP/PROG nog steeds houdt ingedrukt en de dipschakelaar 9 verplaatst, gaat de led anders knipperen - snelle knipperingen: versterkte vertraging - langzame knipperingen: normale vertraging (fabrieksinstelling). Nadat u de knop STOP/PROG hebt losgelaten, zal de besturingseenheid een en ander in het geheugen opslaan en met de normale werking beginnen. SELECTIE DUUR ONTGRENDELINGSSLAG EN SLUITSLAG Bij het model T201 kunt u de duur van de ontgrendelingslag en sluitslag verlengen; u gaat hiervoor als volgt te werk: - schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit - schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb. 1) ingedrukt. - na 3 seconden gaat de led L1 (deel 8 op afb. 1) branden - terwijl u de knop STOP/PROG. ingedrukt houdt, zet u de dipschakelaar 10 van Off op On (als de dipschakelaar op On staat, zet u hem eerst op Off en daarna opnieuw op On) - de led L1 begint te knipperen - terwijl u de knop STOP/PROG nog steeds houdt ingedrukt en de dipschakelaar 10 verplaatst, gaat de led anders knipperen - snelle knipperingen: lange duur van ontgrendelingslag en sluitslag - langzame knipperingen: korte duur van ontgrendelingslag en sluitslag (fabrieksinstelling) Na dit geselecteerd te hebben laat u de knop STOP/PROG los; nu zal de besturingseenheid een en ander in het geheugen opslaan en met de normale werking beginnen. TIMER FUNCTIE VOOR HERSTEL VAN DE DRUK IN DE HYDRAULISCHE MOTOREN De besturingskast verstrekt gedurende een paar seconden automatisch stroom aan de motoren met een interval van ongeveer 4 uur om ervoor te zorgen dat de inwendige oliedruk in de hydraulische systemen constant blijft. Normaal is deze functie niet ingeschakeld. Om de instelling te veranderen: - Schakel de stroom naar de besturingskast uit. - Druk op de knop van de stappenfunctie - knop P/P (det. 20 fig. 1), - Schakel de stroom naar de besturingskast in en houd daarbij de knop P/P 3 seconden lang ingedrukt. De led L1 (det. 8 fig. 1) geeft een korte signalering om aan te geven dat de overgang plaatsgevonden heeft: - Led continu aan = de druk wordt niet hersteld. - Led knippert snel = de druk wordt ongeveer om de 4 uur hersteld. Telkens als deze procedure herhaald wordt (RESET + P/P 3 seconden lang ingedrukt) verandert de instelling. 97 NL INSTELLING VAN DE WISSELING VAN VERTRAGINGEN Normaal is de besturingskast ingesteld om optimale wisseling van vertragingen uit te voeren, wanneer de vertragingsfunctie toegepast wordt, bij draaipoort motoren. Als er bij een installatie tijdens de overgang van de normale snelheid op softloopsnelheid schokken optreden of als de overgang niet soepel verloopt, dan kan deze wisseling van vertraging als volgt veranderd worden. - Schakel de stroom naar de besturingskast uit. - Druk gelijktijdig op de knop van de stappenfunctie, knop P/P en op de knop STOP/PROG. (det. 21 en 20 fig. 1). - Schakel de stroom naar de besturingskast in en houd daarbij de knop P/P en de knop STOP/PROG. ongeveer 3 seconden lang ingedrukt. De led L1 (det. 8 fig. 1) geeft een korte signalering om aan te geven dat de overgang plaatsgevonden heeft: - Led knippert langzaam = waarde van de wisseling voor SCHUIFPOORTEN - Led knippert snel = waarde van de wisseling voor Draaipoortmotoren. Telkens als deze procedure herhaald wordt (RESET + P/P en STOP/PROG. 3 seconden lang ingedrukt) verandert de instelling. UITSCHAKELING VAN HET GEDEELTELIJKE TIJDGEHEUGEN Bij dit model van de T201 is het mogelijk om het gedeeltelijke tijdgeheugen uit te schakelen. Deze functie komt van pas als de motor reeds inwendig van een mechanisch of hydraulisch vertragingssysteem voorzien is (bijvoorbeeld BLUES 21). Om het gedeeltelijke tijdgeheugen uit te schakelen moet u als volgt te werk gaan: 1 - Schakel de stroomvoorziening van de besturingskast uit. 2 - Druk op de knop van de stappenfunctie P/P (det. 20 fig. 1). 3 - Schakel de stroomvoorziening van de besturingskast in en houd de knop van de stappenfunctie P/P ingedrukt. 4 - Binnen 3 seconden moet u tegelijkertijd ook de knop STOP/PROG indrukken (det. 20 fig. 1). 5 - De led L1 (det. 8 fig. 1) knippert snel om aan te geven dat de programmering plaatsgevonden heeft. Om naar de oorspronkelijke instelling van de besturingskast terug te gaan, d.w.z. met het gedeeltelijke tijd geheugen ingeschakeld moet u de procedure van punt 1 tot en met punt 4 herhalen. De led L1 zal lang zaam knipperen om aan te geven dat de instelling veranderd is. LET OP! Door het gedeeltelijke tijdgeheugen uit te schakelen wordt ook de elektronische vertraging van de besturingskast uitgeschakeld (dipschakelaar functies nr. 9). Bovendien kan de obstakeldetector MAS200 dan niet meer gebruikt worden. PARALLELLE AANSLUITING VAN 2 MOTOREN In geval van installaties voor het openen van kanteldeuren met twee motoren of bij andere soorten installaties waarbij de motoren zich absoluut zonder vertragingen samen moeten bewegen, moet de dipschakelaar nr. 11 (det. 14 fig. 1) op OFF ingesteld worden en moet de ene motor op M1 aangesloten worden en de andere op M2. De eindschakelaars die actief zijn, zijn de aanslagen die op de klemmen 20 en 21 aangesloten zijn. Om de loop- en pauzetijden te programmeren moet u type 3 en 4 aanhouden. EINDTEST Voer nadat de diverse programmeringen uitgevoerd zijn altijd een eindtest uit. - Controleer of de beveiligingssystemen (obstakeldetector, noodstop, fotocellen, vaste druklijsten enz.) goed functioneren. - Controleer of de signaleringssystemen (knipperlichten, controlelampje poort open enz.) goed functioneren. - Controleer of de besturingssystemen (Start/Stop-drukknop, afstandsbediening enz.) goed functioneren. 98 NL BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T.DE INSTALLATIE De installatie van de automatisering moet op deugdelijke wijze uitgevoerd worden door vakmensen die aan de wettelijke eisen voldoen en moet in overeenstemming zijn met de Machinerichtlijn 98/37/E G en de normen EN12453 en EN12445. - Er moet gecontroleerd worden of de bestaande constructie-elementen (zuilen, scharnieren, vleugels) stevig zijn met het oog op de kracht die door de motor ontwikkeld wordt. - Er moet gecontroleerd worden of er aan het einde van de opening en aan het einde van de sluiting van de vleugels mechanische stops zijn die stevig genoeg zijn. - Controleer de staat van de kabels die eventueel reeds in de installatie aanwezig zijn. - Er moet een risicoanalyse van de automatisering gemaakt worden en op basis daarvan moeten de nodige veiligheids-en waarschuwingssystemen toegepast worden. - De bedieningselementen (bijv. de sleutelschakelaar) moeten zodanig geïnstalleerd worden dat de gebruiker zich niet op gevaarlijke plaatsen bevindt. - Na afloop van de installatie moeten de veiligheids-, waarschuwings-en ontgrendelsystemen van de automatisering diverse keren getest worden. - Op de automatisering moet het CE-etiket of het CE-plaatje moet informatie over de gevaren en de typegegevens aangebracht worden. - De gebruiksaanwijzing, de veiligheidsvoorschriften en de EG-verklaring van overeenstemming moeten aan de eindgebruiker gegeven worden. - Er moet nagegaan worden of de gebruiker de juiste automatische - handbediende - en noodwerking van de automatisering begrepen heeft. Informeer de gebruiker schriftelijk (bijvoorbeeld in de aanwijzingen voor gebruik) ten aanzien van het volgende: - eventueel nog aanwezige niet-beveiligde restrisico’s en voorspelbaar oneigenlijk gebruik. - de stroomtoevoer los te koppelen wanneer er schoonmaakwerkzaamheden in de zone rondom de automatisering worden verricht of klein onderhoud (bijvoorbeeld: schilderwerk). - dikwijls te controleren dat er geen zichtbare schade aan de automatisering is, en indien die er is, onmiddellijk de installateur te waarschuwen. - geen kinderen in de onmiddellijke nabijheid van de automatisering te laten spelen. Er moet een onderhoudsplan van de installatie opgesteld worden (minimaal om de 6 maanden voor de beveiligingen) waarbij de uitgevoerde werkzaamheden in een speciaal register genoteerd moeten worden. De firma TELCOMA S.r.l. behoudt zich het onaanvechtbare recht voor om op elk gewenst moment veranderingen aan te brengen die zij noodzakelijk acht om het product qua uiterlijk en/of qua werking te verbeteren. VERWIJDERING Dit product bestaat uit diverse onderdelen die ook weer verontreinigende stoffen kunnen bevatten. Het product mag n iet zomaar weggegooid worden! Informeer over de wijze van hergebruik of verwijdering van het product en neem daarbij de wettelijke voorschriften die ter plaatse gelden in acht EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Ondergetekende, Augusto Silvio Brunello, Wettelijk vertegenwoordiger van de firma: TELCOMA S.r.l. Via Luigi Manzoni 11, 31015 Conegliano (TV) ITALY Verklaart dat het product: Model: T201 Toepassing: Besturingskast voor poortopeners in overeenstemming is met de fundamentele eisen van artikel 3 en de betreffende bepalingen van de Richtlijn 1999/5/EG, als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is. in overeenstemming is met de fundamentele eisen van de Richtlijn 89/336 (EMC), de normen EN61000-6-3,EN61000-6-1 en latere wijzigingen daarop als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is. in overeenstemming is met de fundamentele eisen van de Richtlijn 73/23 (Laagspanning),de normen EN60335-1 latere wijzigingen daarop als het gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor het bestemd is. Plaats en datum: Conegliano, 15/01/2007 De Wettelijk vertegenwoordiger Augusto Silvio Brunello 99 CERTIFICATO DI GARANZIA PRODOTTO TIMBRO E/O FIRMA DELL’INSTALLATORE DATA D’INSTALLAZIONE  I F E GARANZIA GARANTIE GARANTÍA La presente garanzia copre gli eventuali guasti e/o anomalie dovuti a difetti e/o vizi di fabbricazione. La garanzia decade automaticamente in caso di manomissione o errato utilizzo del prodotto. Durante il periodo di garanzia la ditta Telcoma srl si impegna a riparare e/o sostituire le parti difettate e non manomesse. Restano a intero ed esclusivo carico del cliente il diritto di chiamata, nonché le spese di rimozione, imballo e trasporto del prodotto per la riparazione e sostituzione. Cette garantie couvre les éventuelles pannes et/ou anomalies imputables à des défauts eou vis de fabrication. La garantie s'annule automatiquement si le produit a été modifié ou utilisé de maniére impropre. L'entreprise Telcoma srl s'engange, durant la periode de garantie du produit, à reparer et/ou remplacer les piéces defectueuses n'ayant pas subi de modifications. Restent entièrement et exclusivament à la charge du client, le droit d'appel ainsi que les frais d'enleévement, d'emballage et de transport du produit pour sa réparation ou substitution. La presente garantía es válida en el caso cie averias y/o anomaliás causadas por defectos y/o desperfectos de fabricación. La garantía automáticamente pierde valor en el caso de arreglos improprios o utilizactión equivocada del producto. Durante el periodo de garantía, la empresa Telcoma srl se compromete a reparar y/o cambiar la partes defectuosas que no hayan sido dañadas. Quedan a total y exclusivo cargo del cliente el derecho de llamada, como asi también los gastos de desmontaje, embalaje y transporte del producto para la raparación o cambio. GB D NL WARRANTY GARANTIE GARANTIE This warranty covers any failure and/or malfunctioning due to manifacturing faults and/or bad workmanship. The warranty is automatically invalidated if the product is tempered with or used incorrectly. During the warranty period, Telcoma srl undertakes to repair and/or replace faulty parts provided they have not been tampered with. The call-out charge as well as the expenses for disassembly removal packing and transport of the product for repair or replacement shall be charged entirely to the customer. Die vorliegende Garantie deckt eventuelle Defekte und/oder Betriebsstörungen ab, die auf Fabricationsfehler und/oder mängel zurück-zuführen sin. Die Garantie verfällt automatisch im Falle von Manipulationen oder fehlerhaftem Gebrauch des Produktes. Während der Garantiezeit verpflichtet sich die Firma Telcoma srl, die defekten und nicht manipulierten Teile zu reparieren und/oder auszutauschen. Die Auforderung des Kundendienstes als auch die Kosten für die Abholung, die Verpackung und den Transport des Produkten für die Reparatur bzw den Austausch gehen zu vollen und ausschliefßlichen Lasten des Kunden. Deze garantie dekt eventuele storingen en/of defecten die te wijten aan fabrieksfouten en/of gebreken. De garantie vervalt automatisch indien de gebruiker zelf aan het produkt gesleuteld heeft of veranderingen aangebracht heeft of indien het produkt op verkeerde wijze gebruikt is. Tijdens de garantietermijn neemt de Firma Telcoma srl de verplichting op te defecte onderdelen te repareren en/of te vervangen mits de gebruiker deze onderdelen niet zelf geprobeerd heeft te repareren. De voorrijkosten alsmede de onkosten voor het demonteren, het verpakken en verzenden van het produkt te repareren of te vervangen zijn en blijven uitsluitend voor rekening van de klant. Telcòma Automations Telcoma srlsrl - Via L. L. Manzoni, 1111 - Z.I. Campidui Telcoma - Via Manzoni, - Z.I. Campidui 31015 Conegliano - (TV) Italy - Tel. +39 0438-451099 31015 Conegliano - (TV) Italy - Tel. 0438-451099 100 Fax +39 0438-451102 - Part. 00809520265 Fax 0438-451102 - Part. IVAIVA 00809520265 http://www.telcoma.it E-mail: info@telcoma .it
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Telcoma T201 de handleiding

Categorie
Poortopener
Type
de handleiding