Nice Automation Moon MC424 de handleiding

Type
de handleiding
EN - Instructions and warnings for installation and use
IT - Istruzioni ed avvertenze per l’installazione e l’uso
FR - Instructions et avertissements pour l’installation et l’utilisation
ES - Instrucciones y advertencias para la instalación y el uso
DE - Installierungs-und Gebrauchsanleitungen und Hinweise
PL - Instrukcje i ostrzeżenia do instalacji i użytkowania
NL - Aanwijzingen en aanbevelingen voor installatie en gebruik
Moon
Control unit
MC424
NL
Nederlands – 1
NEDERLANDS
Aanbevelingen voor de veiligheid
• LET OP! – Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor de
vei ligheid van de betrokken personen. Een onjuiste installatie kan ernstig
letsel veroorzaken. Alvorens met de werkzaamheden te beginnen dient u de
handleiding volledig door te lezen. In geval van twijfel, het product niet instal-
leren en opheldering vragen aan de klantenservice van Nice.
LET OP! – Belangrijke aanwijzingen: bewaar deze handleiding voor even-
tuele toekomstige onderhoudswerkzaamheden of de verwerking als afval
van het afgedankte product.
Aanbevelingen voor de installatie
• Voordat u met de installatie begint, dient u te controleren of dit product
geschikt is voor het beoogde gebruik (zie paragraaf 2.2 “Gebruikslimieten” en
het hoofdstuk “Technische gegevens van het product”). Als het product niet
geschikt is, dient u het NIET te installeren.
Behandel het product gedurende de installatie voorzichtig en voorkom
samendrukking, stoten, valpartijen of contact met vloeistoffen van welke
soort dan ook. Plaats het product niet in de buurt van warmtebronnen en stel
hem niet bloot aan open vuur. Een dergelijke handelswijze kan het product
beschadigen en storingen of gevaarlijke situaties veroorzaken. Als dit
gebeurt, de installatie onmiddellijk onderbreken en contact opnemen met de
klantenservice van Nice.
Voer geen wijzigingen uit op onderdelen van het product. Niet-toegestane
handelingen zullen slechts storingen in de werking veroorzaken. De fabrikant
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van op wille-
keurige wijze gewijzigde inrichtingen.
Het product is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (inclusief
kinderen) wier fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens beperkt zijn of die
niet over genoeg ervaring of kennis beschikken, tenzij deze personen onder
toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is of
instructies hebben ontvangen over het gebruik van het product.
Laat kinderen niet met de bedieningsinrichtingen van de automatisering spe-
len. Houd de zenders buiten bereik van kinderen.
Kinderen dienen in het oog te worden gehouden om er zeker van te zijn dat
ze niet met het apparaat spelen.
In het voedingsnet van de installatie dient een afkoppelingsinrichting te wor-
den geïnstalleerd met een openingsafstand tussen de contacten die een vol-
ledige afkoppeling toelaat in de condities die worden voorgeschreven door
de overspanningscategorie III.
De besturingseenheid moet worden aangesloten op een elektrische voe-
dingsleiding die correct geaard is.
De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal van het product moet vol-
gens de plaatselijk geldende regels plaatsvinden.
ALGEMENE AANBEVELINGEN EN
VOORZORGSMAATREGELEN
De besturingseenheid MC424 is bestemd voor het aansturen van elektrome-
chanische 24 V aandrijvingen Wingo, voor de automatisering van poorten of
deuren met draaivleugels. LET OP! – Ieder gebruik dat afwijkt van wat hier
beschreven is en in andere omgevingscondities dan in deze handleiding
zijn vermeld dient als oneigenlijk en dus als verboden te worden
beschouwd!
De besturingseenheid MC424 beschikt over een systeem dat de belasting van
de op de eenheid aangesloten motoren verifieert (amperometrisch), met dit sys-
teem kunnen de eindaanslagen automatisch gedetecteerd worden, de bedrijfs-
tijd van elke afzonderlijke motor in het geheugen opgeslagen worden en even-
tuele obstakels tijdens de normale beweging herkend worden. Dit kenmerk
maakt het installeren veel eenvoudiger gezien het feit dat er geen enkele instel-
ling van de bedrijfstijden en vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de
andere (faseverschil) nodig is.
De besturingseenheid is voorgeprogrammeerd op de normaal vereiste functies;
eventueel kunnen er via een eenvoudige procedure meer specifieke functies
gekozen worden (zie hoofdstuk 5).
Het is mogelijk de besturingseenheid bij een stroomuitval van stroom te voor-
zien via de bufferbatterijen PS124 (zie voor meer details hoofdstuk 6.2); de
besturingseenheid kan ook worden aangesloten op het voedingssysteem op
zonne-energie “Solemyo” (zie voor meer details hoofdstuk 6.3).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1
Om enkele termen en aspecten van een automatiseringsinstallatie voor deuren
of poorten met 2 vleugels te verduidelijken, verwijzen wij u naar de standaardin-
stallatie die te zien is op afb. 1.
INSTALLATIE
2
Inhoudsopgave
ALGEMENE AANBEVELINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN 1
1 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
2 INSTALLAZIONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
2.1 - CONTROLES VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE . . . . . . 2
2.2 - GEBRUIKSLIMIETEN VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2.3 - INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2.4 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
2.4.1 - Opmerkingen over de aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2.4.2 - Typologie ingang ALT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2.4.3 - Voorbeelden van aansluitingen fotocellen met geactiveerde
STAND BY-functie en gedeactiveerde fototest-functie . 3
2.4.4 - Voorbeelden van aansluitingen met geactiveerde . . . . . .
fototest-functie en gedeactiveerde STAND BY-functie .3
2.5 - EERSTE INSCHAKELING EN CONTROLE VAN DE . . . . . . . . . . .
AANSLUITINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2.6 - AUTOMATISCH ZOEKEN VAN DE EINDAANSLAGEN . . . . . . . 3
3 EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3.1 - EINDTEST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3.2 - INBEDRIJFSTELLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
4 DIAGNOSTIEK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
5 PROGRAMMERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
5.1 - VOORINGESTELDE FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
5.2 - PROGRAMMEERBARE FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
5.2.1 - Directe programmering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
5.2.2 - Programmering eerste niveau: eerste deel . . . . . . . . . . 5
5.2.3 - Programmering eerste niveau: tweede deel . . . . . . . . . 5
5.2.4 - Functies tweede niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
5.3 - PROGRAMMEERMODI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
5.3.1 - Programmering eerste niveau: functies . . . . . . . . . . . . . 6
5.3.2 - Programmering tweede niveau: parameters . . . . . . . . . 6
5.3.3 - Wissen van het geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5.3.4 - Voorbeeld van programmering eerste niveau . . . . . . . . 7
5.3.5 - Voorbeeld van programmering tweede niveau . . . . . . . 7
5.3.6 - Programmeerschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
6 VERDERE DETAILS: accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6.1 - AANSLUITING VAN EEN RADIO-ONTVANGER . . . . . . . . . . . . . 9
6.2 - AANSLUITING VAN DE BUFFERBATTERIJ MOD. PS124 . . . . . 9
6.3 - AANSLUITING VAN HET SOLEMYO-SYSTEEM . . . . . . . . . . . . 9
7 WAT TE DOEN ALS...
(handleiding voor het oplossen van problemen) . . . . . . . . . . . . . 9
8 ONDERHOUD VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
AFDANKEN VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . 10
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING . . . . . . . . . . . . . . . 10
RADIO-ONTVANGER: SMXI - SMIXS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
1 - BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
2 - INSTALLATIE ANTENNE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3 - OPSLAAN VAN EEN AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . 11
4 - WISSEN VAN ALLE ZENDERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . 12
AFBEELDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I - VII
NL
2 – Nederlands
Legenda van de afb. 2 - 5a - 5b - 5c:
Klemmen Functie Beschrijving Kabeltype
L - N - Voedingsleiding Netvoeding 3 x 1,5 mm
2
1÷3 Motor 1 Aansluiting van de motor M1 3 x 1,5 mm
2
1÷3 Motor 2 Aansluiting van de motor M2 (Opmerking 1) 3 x 1,5 mm
2
4÷5 Knipperlicht Aansluiting van het knipperlicht 24 V max. 25 W 2 x 1 mm
2
6÷7 SCA (lampje Poort Aansluiting voor lampje Poort Open 24 V max. 5 W of elektrische slot 12 V SCA: 2 x 0,5 mm
2
Open) / Elektrisch slot max. 25 VA ((zie hoofdstuk 5 - Programmering) Elektrisch slot: 2 x 1 mm
2
8
Gemeenschappelijk 24
V Voeding +24 V voor TX fotocellen met fototest (max.100 mA); “GEMEENSCHAPPELIJK” 1 x 0,5 mm
2
(met stand by / fototest) voor alle veiligheidsingangen, met geactiveerde STAND BY-functie (Opmerking 2)
9 0 V 0 V Voeding voor gebruikers 1 x 0,5 mm
2
10 24 V Voeding gebruikers, zonder “Stand by” (24 V max. 200 mA) 1 x 0,5 mm
2
11
Gemeenschappelijk 24 V
Gemeenschappelijk voor alle ingangen (+24 V ) zonder “Stand by” 1 x 0,5 mm
2
12 ALT Ingang met STOP-functie (noodstop, veiligheidsblokkering) (Opmerking 3) 1 x 0,5 mm
2
13 FOTO NC ingang voor veiligheidsinrichtingen (fotocellen, contactlijsten) 1 x 0,5 mm
2
14 FOTO1 NC ingang voor veiligheidsinrichtingen (fotocellen, contactlijsten) 1 x 0,5 mm
2
15 STAP-VOOR-STAP Ingang voor cyclische werking (OPEN-STOP-SLUIT-STOP) 1 x 0,5 mm
2
16 AUX Hulpingang (Opmerking 4) 1 x 0,5 mm
2
17÷18 Antenne Aansluiting antenne van de radio-ontvanger afgeschermde kabel type RG58
Opmerking 1 – Niet gebruikt voor poorten met één enkele vleugel (de besturingseenheid herkent automatisch of er één enkele motor geïnstalleerd is)
Opmerking 2 – De “Stand By”-functie dient ervoor het stroomverbruik te verminderen; zie voor meer details over de elektrische aansluitingen paragraaf 2.4.1
“Aansluiting Stand by/Fototest” en voor de programmering hoofdstuk 5.2.3 “Functie Stand by/Fototest
Opmerking 3 – De ingang ALT kan gebruikt worden voor NC contacten of op constante weerstand van 8,2 K
Ω
(zie het hoofdstuk “Programmering”)
Opmerking 4 – In de fabriek is de hulpingang AUX geprogrammeerd met de functie “Open gedeeltelijk type 1”, maar deze ingang kan ook met één van de vol-
gende functies geprogrammeerd worden:
Legenda afb. 1:
1.Elektromechanische 24 V aandrijving Wingo
2.Elektromechanische 24 V aandrijving Wingo
3.Knipperlicht Lucy24
4.Sleutelschakelaar
5.Stel fotocellen “FOTO”
6.Stel fotocellen “FOTO1”
7.Stel fotocellen “FOTO2”
8.Besturingseenheid
Met name herinneren wij aan het volgende:
Voor de kenmerken en de aansluiting van de fotocellen gelieve u de specifie-
ke instructies van het product te raadplegen.
De activering van het stel fotocellen “FOTO” heeft bij de openingsbeweging
geen effect, terwijl bij de sluitbeweging een omkering wordt bewerkstelligd.
De activering van het stel fotocellen “FOTO1” blokkeert de manoeuvre zowel
bij de openings- als bij de sluitbeweging.
De activering van het stel fotocellen “FOTO2” aangesloten op de daarvoor
geprogrammeerde ingang AUX) heeft bij de sluitbeweging geen effect, terwijl
bij de openingsbeweging een omkering wordt bewerkstelligd.
Zie, om de onderdelen van de besturingseenheid te controleren, afb. 2.
Legenda afb. 2:
A. Connector 24 V stroomtoevoer
B. Connector motor M1
C. Connector voor bufferbatterij PS124 / voedingssysteem op
zonne-energie Solemyo (zie voor meer details hoofdstuk 6.3)
D. Zekering gebruikers (500 mA) type F
E. Keuzeschakelaar vertraging opening motor M1 of M2
F. Klem motor M2
G. Klem uitgang knipperlicht
H. Klem uitgang SCA (lampje Poort Open) of elektrisch slot
I: 24 Vdc klemmen voor gebruikers en fototest
L. Klemmen voor ingangen
L1…L5. Leds ingangen en programmering
M. Klem voor radioantenne
N. Plug-in “SM” voor radio-ontvanger
O. Connector voor programmering/diagnostiek
P1, P2, P3. Drukknoppen en leds voor programmering
2.1 - Controles voorafgaand aan de installatie
Voordat u gaat installeren dient u te controleren of de onderdelen van het pro-
duct intact zijn, het gekozen model adequaat is en de omgeving van installatie
geschikt:
• Controleer of alle gebruikscondities stroken met de “gebruikslimieten” en de
“Technische gegevens van het product”.
• Controleer of de voor de installatie gekozen ruimte compatibel is met de
totaalafmetingen van het product (afb. 3).
• Controleer of het voor de installatie van het product gekozen vlak van stevig
materiaal is en een stabiele bevestiging kan verzekeren.
• Controleer of er op de plaats van bevestiging geen kans op wateroverlast
bestaat; monteer het product hoog genoeg boven de grond.
• Controleer of er genoeg ruimte rond het product is om de handmatige
manoeuvres gemakkelijk en veilig uit te kunnen voeren.
• Controleer of de mechanische stops voor zowel de Sluitbeweging als de
Openingsbeweging van de automatisering aanwezig zijn.
2.2 - Gebruikslimieten van het product
Het product mag uitsluitend gebruikt worden met de 24 V Wingo reductiemotoren.
2.3 - Installatie
Ga voor de bevestiging van de besturingseenheid te werk zoals te zien is op
afb. 4. Neem daarnaast de volgende aanbevelingen in acht:
• De besturingseenheid wordt geleverd in een kast die, indien adequaat geïn-
stalleerd, beschermingsklasse IP54 garandeert. De besturingseenheid is daar-
om ook geschikt voor installatie buitenshuis.
• Bevestig de besturingseenheid op een vaste, verticale en vlakke ondergrond,
op een plaats waar hij beschermd is tegen mogelijke stoten. Let op! – Het
onderste gedeelte van de besturingseenheid moet zich op een afstand van
minstens 40 cm van de grond bevinden.
• Installeer de hiervoor bestemde kabel- of buisdoorvoeren in het onderste
gedeelte van de kast (afb. 4). Let op! – Als de beschermbuizen van de kabels
uitkomen in een put, is het waarschijnlijk dat er zich binnen de kast van de
besturingseenheid condens zal vormen, die beschadiging van de elektronische
kaart veroorzaakt. In dit geval dient u te zorgen voor een afdoende bescher-
ming van de besturingseenheid, om condensvorming te voorkomen.
• De kabeldoorvoeren kunnen alleen op de lange zijde van de kast worden
geïnstalleerd als de besturingseenheid binnenshuis, op een beschermde
plaats, wordt opgesteld.
Zie voor de installatie van de overige inrichtingen van de automatisering de
betreffende instructiehandleidingen.
2.4 - Elektrische aansluitingen
LET OP!
– Bij het uitvoeren van elektrische aansluitingen mag de installatie abso-
luut niet op de netspanning zijn aangesloten en moet de bufferbatterij van
de automatisering, indien aanwezig, zijn afgekoppeld.
– De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd per-
soneel worden uitgevoerd.
– Controleer of alle gebruikte elektriciteitskabels van het juiste type zijn.
01. Draai de schroeven van het deksel los;
02. Maak de gaten voor het doorvoeren van de elektriciteitskabels;
03. Sluit de kabels aan volgens het elektrische schema van afb. 5. Zie voor de
aansluiting van de voedingskabel afb. 6.
Opmerking – Om het aansluiten van de kabels te vergemakkelijken, is het
mogelijk de klemmen uit hun behuizingen te halen.
De ingangen van de contacten van het type NC (normaal gesloten), indien niet
gebruikt, dienen via een geleidingsbrug met “GEMEENSCHAPPELIJK” ver-
bonden te worden (met uitzondering van de ingangen van de fotocellen indien
de functie FOTOTEST geactiveerd wordt, zie voor details paragraaf 2.4.3).
Als er voor dezelfde ingang meerdere NC contacten zijn, dan worden die
onderling SERIEEL geschakeld.
De ingangen van de contacten van het type NO (normaal open) dienen,
indien niet gebruikt, vrij gehouden te worden.
Als er voor dezelfde ingang meerdere NO contacten zijn, dan worden die
onderling PARALLEL geschakeld.
De contacten moeten absoluut van het elektromechanische type zijn en
mogen geen enkel potentiaal hebben; aansluitingen in fasen, zoals “PNP”,
“NPN”, “Open Collector” etc., zijn niet toegelaten.
In het geval van boven elkaar geplaatste vleugels kunt u, via de geleidings-
brug E (afb. 2) selecteren welke motor bij het openen als eerste moet starten.
NL
Nederlands – 3
Functie Type ingang Beschrijving
OPEN GEDEELTELIJK TYPE 1 NO De bovenste vleugel gaat helemaal open
OPEN GEDEELTELIJK TYPE 2 NO De 2 vleugels gaan half open
OPEN NO Alleen de openingsmanoeuvre wordt uitgevoerd
SLUIT NO Alleen de sluitmanoeuvre wordt uitgevoerd
FOTO 2 NC Functie FOTO 2
UITGESLOTEN -- Geen enkele functie
2.4.1 - Opmerkingen over de aansluitingen
Het merendeel van de aansluitingen is uiterst eenvoudig, voor een groot deel
betreft het rechtstreekse aansluitingen op één enkele gebruiker of contact. Op
onderstaande afbeeldingen zijn enkele voorbeelden gegeven over hoe u exter-
ne inrichtingen dient aan te sluiten:
• Aansluiting Stand By / Fototest
De Stand-by-functies is standaard actief; de functie wordt alleen automatisch
uitgesloten wanneer de functie Fototest geactiveerd wordt. Opmerking - De
functies Stand-by en Fototest kunnen alleen om de beurt actief zijn, de ene
functie sluit de andere namelijk uit.
De Stand-by-functie maakt het mogelijk het stroomverbruik te verminderen; er
zijn drie soorten aansluitingen mogelijk:
- met “stand by” actief (energiebesparing
); zie het schakelschema van afb. 5a
- standaard aansluiting: zonder “stand by” en zonder “fototest”; zie het scha-
kelschema van afb. 5b
- zonder “stand by” en met “fototest”; zie het schakelschema van afb. 5c
Met geactiveerde “Stand-by”-functie zal de besturingseenheid, 1 minuut na het
beëindigen van een manoeuvre, in Stand-by schakelen; hierbij worden alle
ingangen en uitgangen uitgeschakeld, om zo stroom te besparen. Deze status
wordt gesignaleerd door de led “OK” die langzamer gaat knipperen. WAAR-
SCHUWING - Als de besturingseenheid wordt gevoed met een zonnepaneel
(“Solemyo”-systeem) of bufferbatterij, is het noodzakelijk de “Stand-by”-functie
te activeren zoals in het schakelschema van afb. 5a.
Wanneer de “Stand-by”-functie niet nodig is, kan de “Fototest”-functie geacti-
veerd worden. Hiermee kunt u aan het begin van een manoeuvre controleren of
de aangesloten fotocellen correct werken. Om deze functie te gebruiken dient
u eerst de fotocellen correct aan te sluiten (zie schakelschema van afb. 5c) en
vervolgens de functie te activeren.
Opmerking – Als u de fototest activeert, zijn de aan de testprocedure onder-
worpen ingangen FOTO, FOTO1 en FOTO2. Als één van deze ingangen niet
wordt gebruikt, moet deze op de klem 8 aangesloten worden.
• Aansluiting sleutelschakelaar
Voorbeeld 1 (afb. 7a): De keuzeschakelaar aansluiten om de functies STAP-
VOOR-STAP en ALT uit te voeren.
Voorbeeld 2 (afb. 7b): De sleutelschakelaar aansluiten om de functies STAP-
VOOR-STAP en één van de voor de hulpingang voorziene functies (OPEN
GEDEELTELIJK, ALLEEN OPENEN, ALLEEN SLUITEN...) uit te voeren.
Opmerking – Zie voor de elektrische aansluitingen met geactiveerde “Stand
By”-functie “Functie Stand By/Fototest” in deze paragraaf 2.4.1.
• Aansluiting lampje Poort Open / Elektrische slot (afb. 8)
Als de SCA (lampje Poort Open) geprogrammeerd is, kan de uitgang gebruikt
worden als lampje Poort Open. Het lampje knippert langzaam gedurende de
openingsbeweging en snel bij de sluitbeweging; het brandt vast bij stilstaande
geopende poort en is uit wanneer de poort gesloten is. Als de uitgang gepro-
grammeerd is als elektrisch slot, wordt hij bij ieder begin van een openingsma-
noeuvre 3 seconden lang geactiveerd.
2.4.2 - Typologie ingang ALT
De besturingseenheid MC424 kan geprogrammeerd worden voor twee soorten
ALT-ingangen:
- Alt type NC voor aansluiting op contacten van het type NC.
- Alt met constante weerstand. Hiermee kunt u inrichtingen met een uitgang
met constante weerstand 8,2 KΩ (bijv. contactlijsten) op de besturingseen-
heid aansluiten. De ingang meet de waarde van de weerstand en trekt toe-
stemming voor de manoeuvre in wanneer de weerstand buiten het nominale
bereik komt. Met de juiste aanpassingen kunt u op de Alt-ingang met con-
stante weerstand ook inrichtingen met normaal geopende (“NO”) contacten,
normaal gesloten (“NC”) contacten en eventueel meer dan één inrichting, ook
van verschillend type, aansluiten, zie Tabel 1.
LET OP! – Als de Alt-ingang met constante weerstand gebruikt wordt om
inrichtingen met veiligheidsfuncties aan te sluiten, garanderen alleen de
inrichtingen met uitgang met constante weerstand 8,2 KΩ de veiligheids-
categorie 3 tegen storingen.
1
e
inrichting type:
NO NC 8,2 KΩ
NO Parallelschakeling (opmerking 2) Parallelschakeling
(opmerking 1)
NC (opmerking 2) Serieschakeling Serieschakeling
(opmerking 3)
8,2KΩ Parallelschakeling Serieschakeling (opmerking 4)
TABEL 1
2
e
inrichting type:
Opmerkingen bij Tabel 1:
Opmerking 1 – Eén of meerdere NO inrichtingen kunnen zonder enige beperking
van het aantal inrichtingen onderling parallel geschakeld worden met een eind-
weerstand van 8,2 K
Ω
(afb. 9a). Zie voor de elektrische aansluitingen met geac-
tiveerde “Stand By”-functie “Functie Stand By/Fototest” in deze paragraaf 2.4.1.
Opmerking 2 – De combinatie NO en NC is mogelijk door de 2 contacten
onderling parallel te schakelen waarbij in serie met het NC contact een weer-
stand van 8,2 K
Ω
geschakeld moet worden ((ook de combinatie van 3 inrichtin-
gen: NO, NC en 8,2 K
Ω
is dus mogelijk (afb. 9b).
Opmerking 3 – Eén of meer NC inrichtingen kunnen onderling in serie en met
een weerstand van 8,2K
Ω
worden verbonden zonder enige beperking van het
aantal inrichtingen (afb. 9c).
Opmerking 4 – Alleen een inrichting met een uitgang met constante weerstand
8,2 K
Ω
kan aangesloten worden; eventueel moeten meerdere inrichtingen “in
cascadeschakeling” met een enkele eind- weerstand van 8,2 K
Ω
aangesloten
worden (afb. 9d).
2.5 - Eerste inschakeling en controle van de aansluitingen
LET OP! – De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalifi-
ceerd personeel worden uitgevoerd.
Na stroom aan de besturingseenheid te hebben gegeven, dient u te controleren
of alle leds gedurende enkele seconden snel knipperen. Voer vervolgens de vol-
gende controles uit:
1. Controleer of op de klemmen 9-10 een spanning van ongeveer 30 Vdc staat;
als dat niet het geval is, sluit de stroomvoorziening dan onmiddellijk af en
controleerde aansluitingen en de spanning van de stroomvoorziening beter.
2. Na eerst snel geknipperd te hebben, signaleert de led P1 dat de besturings-
eenheid correct functioneert door regelmatig te knipperen, met tussenpo-
zen van een seconde. Wanneer er een variatie op de ingangen is, zal de
LED “P1” tweemaal snel knipperen waarmee aangegeven wordt dat de
ingang herkend is.
3. Als de aansluitingen correct zijn, moeten de desbetreffende leds van de
ingangen van het type “NC” branden, terwijl de bij de ingangen van het type
“NO” horende leds uit moeten zijn. Zie afb. A en Tabel 2.
TABEL 2
INGANG TYPE INGANG STATUS LED
ALT ALT NC L1 aan
ALT WEERSTAND L1 aan
CONTANTE 8,2 KΩ
FOTO NC L2 aan
FOTO1 NC L3 aan
P.P. NO L4 uit
AUX OPEN GEDEELTELIJK type 1 - NO L5 uit
OPEN GEDEELTELIJK type 2 - NO L5 uit
ALLEEN OPENEN - NO L5 uit
ALLEEN SLUITEN - NO L5 uit
FOTO2 - NC L5 aan
4. Verifieer dat, wanneer u de inrichtingen activeert die op de ingangen aange-
sloten zijn, de desbetreffende leds uitgaan of gaan branden.
5. Verifieer dat, wanneer u op toets P2 drukt, beide motoren een korte ope-
ningsmanoeuvre uitvoeren waarbij de motor van de bovenste vleugel als
eerste start. Onderbreek de manoeuvre door opnieuw op toets P2 te druk-
ken. Als de motor bij het openen niet starten, dient u de polen van de motor-
kabels om te draaien. Als de eerste motor die start niet de motor van de
bovenste vleugel is, dient u de geleidingsbrug E (afb. 2) om te zetten.
2.6 - Automatisch zoeken van de eindaanslagen
Na afloop van de controles kunt beginnen met het automatisch zoeken van de
mechanische stops; dit is nodig omdat de besturingseenheid MC424 de duur
van de openings- en sluitmanoeuvres moet “meten”. Deze procedure is geheel
automatisch en baseert zich op het meten van de belasting van de motoren om
de mechanische stops bij opening en sluiting te detecteren.
A
NL
4 – Nederlands
Let op! - Als deze procedure reeds is uitgevoerd dient u, om deze
opnieuw te activeren, eerst het geheugen te wissen (zie hoofdstuk “Wis-
sen van het geheugen”). Om te controleren of het geheugen de parame-
ters van de eindaanslagen bevat, eerst de stroomvoorziening van de
besturingseenheid uit- en vervolgens weer inschakelen. Als alle leds
ongeveer 6 seconden snel knipperen is het geheugen leeg; als ze maar 3
seconden knipperen,bevat het geheugen de parameters van de eindaan-
slagen reeds.
Alvorens met het zoeken van de eindaanslagen te beginnen dient u te controle-
ren of alle veiligheidsinrichtingen hun toestemming daarvoor geven (ALT, FOTO
en FOTO1 geactiveerd). Activering van een veiligheidsinrichting of het binnen-
komen van een bedieningsinstructie tijdens de procedure heeft tot gevolg dat
deze onmiddellijk onderbroken wordt. De vleugels kunnen zich in iedere wille-
keurige positie bevinden, maar het verdient de voorkeur dat ze ongeveer hal-
verwege staan.
Procedure – Druk op de knop P2 (afb. 2) om de zoekfase te starten. Deze
fase bestaat uit:
- Korte openingsbeweging van beide motoren.
- Sluitbeweging van de motor van de onderste vleugel tot aan de mechanische
stop van de sluitbeweging.
- Sluitbeweging van de motor van de bovenste vleugel tot aan de mechani-
sche stop van de sluitbeweging.
- Begin openingsbeweging van de motor van de bovenste vleugel.
- Na het voorziene faseverschil (vertraging), begin openingsbeweging van de
onderste vleugel. Als de vertraging niet voldoende is, dient u het zoeken te
onderbreken met de toets P1 (afb. 2), en vervolgens de tijdsinstelling te ver-
anderen (zie hoofdstuk 5).
- De besturingseenheid meet de beweging die nodig is om de motoren de
mechanische stops van de openingsbeweging te laten bereiken.
- Complete sluitmanoeuvre. De motoren kunnen op verschillende momenten
starten, het doel hiervan is bij het bereiken van de gesloten stand een fase-
verschil (vertraging) te handhaven die volstaat om het gevaar voor interferen-
tie tussen de vleugels te vermijden.
- Einde van de procedure met opslag in het geheugen van alle verrichte metingen.
Al deze fasen worden de een na de ander uitgevoerd, zonder dat de gebruiker
iets hoeft te doen. Als de procedure om welke reden dan ook niet goed ver-
loopt, dient u hem te onderbreken door op de toets P1 te drukken. Vervolgens
herhaalt u de procedure, waarbij u eventueel parameters wijzigt, bijvoorbeeld
de activeringsdrempel van de stroommeting (zie hoofdstuk 5).
Dit zijn de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering teneinde een
zo groot mogelijke veiligheid van de installatie te garanderen. De eindtest kan
ook gebruikt worden om de inrichtingen, waaruit de automatisering is opgebo -
uwd, periodiek te controleren. De fasen van de eindtest en de inbedrijfstelling
van de automatisering moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en erva-
ren personeel dat dient te bepalen welke tests in functie van de bestaande risi-
co’s noodzakelijk zijn en te controleren of de wettelijke voorschriften, normen en
re gels en met name alle vereisten van norm EN 12445, die de testmethodes vo -
or de controle van automatiseringen voor poorten bepaalt, in acht genomen zijn.
De extra of optionele inrichtingen moeten worden onderworpen aan een speci-
fieke eindtest, zowel voor wat betreft de werking als voor wat betreft de juiste
interactie met de MC424; raadpleeg de instructiehandleidingen van de afzon-
derlijke inrichtingen.
3.1 - Eindtest
De reeks van tests heeft betrekking op de besturingseenheid die geprogram-
meerd is met de vooringestelde functies, zie paragraaf 5.1:
Controleer of de activering van de ingang STAP-VOOR-STAP de reeks
“Open, Stop, Sluit, Stop” activeert.
Controleer of de activering van de ingang AUX (functie gedeeltelijk openen
Type 1) de reeks: Open, Stop,Sluit, Stop” van alleen de motor van de boven-
ste vleugel aanstuurt, terwijl de motor van de onderste vleugel in gesloten
stand blijft staan.
Laat een openingsmanoeuvre van start gaan en controleer of het volgende
gebeurt:
- bij het afdekken van FOTO zet de poort de openingsmanoeuvre voort.
- bij het afdekken van FOTO1 stopt de manoeuvre totdat FOTO1 weer vrij is,
daarna wordt de openingsmanoeuvre voortgezet.
- Indien FOTO2 geïnstalleerd is, moet de manoeuvre nadat deze inrichting
afgedekt is, stoppen en moet de poort naar gesloten stand teruglopen.
Controleer of, wanneer de vleugel de mechanische stop van de openingsbe-
weging bereikt,de motoren worden uitgeschakeld.
Laat een sluitmanoeuvre van start gaan en controleer het volgende:
- bij het afdekken van FOTO stopt de manoeuvre stopt de manoeuvre totdat
FOTO1 weer vrij is.
- bij het afdekken van FOTO1 stopt de manoeuvre totdat FOTO1 weer vrij is,
en wordt de manoeuvre vervolgens voortgezet in openingsrichting.
- bij het afdekken van FOTO2 zet de poort de sluitmanoeuvre voort.
Controleer of de stopinrichtingen die zijn verbonden met de ingang ALT iede-
re beweging onmiddellijk stopzetten.
Controleer of het niveau van het obstakeldetectiesysteem geschikt is voor de
toepassing:
- Verhinder gedurende de manoeuvre (zowel bij het openen als bij het sluiten)
de beweging van de vleugel om een obstakel te simuleren en controleer of de
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
3
manoeuvre wordt omgekeerd voordat de door de normen voorgeschreven
kracht wordt overschreden.
Afhankelijk van de met de ingangen verbonden inrichtingen kunnen er nog
andere controles vereist zijn.
Let op – Als er gedurende 2 achtereenvolgende manoeuvres in dezelfde
richting een obstakel wordt gedetecteerd, zal de besturingseenheid een
gedeeltelijke omkering van beide motoren uitvoeren die slechts 1 secon-
de duurt. Bij de volgende bedieningsinstructie starten de vleugels in de
openingsrichting en wordt de eerste activering van de stroommeting voor
elke motor beschouwd als mechanische stop bij de openingsbeweging.
De automatisering gedraagt zich op dezelfde manier als bij een hervatting
van de netvoeding: de eerste instructie is altijd voor een openingsma-
noeuvre en het eerste obstakel wordt altijd beschouwd als mechanische
stop bij de openingsbeweging.
3.2 - Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de eindtest
met succes zijn afgesloten.
1 Maak een technisch dossier van de automatisering, dat de volgende docu-
menten moet omvatten: een overzichtstekening van de automatisering, het
schema van de tot stand gebrachte elektrische aansluitingen, de risicoana-
lyse en de toegepaste oplossingen (zie op de site www.niceforyou.com de
formulieren die moeten worden ingevuld), de verklaring van overeenstem-
ming van de fabrikant van alle gebruikte inrichtingen en de door de installa-
teur ingevulde verklaring van overeenstemming.
2 Breng een plaatje op de poort aan met daarop tenminste de volgende ge -
gevens: type automatisering, naam en adres van de fabrikant (verantwoor-
delijk voor de “inbedrijfstelling”), serienummer, bouwjaar en “CE”-keurmerk.
3 Alvorens de automatisering in bedrijf te stellen, dient u de eigenaar afdoen-
de te informeren over de gevaren en restrisico’s die nog aanwezig zijn.
De led Diagnostiek P2 (afb. 2) signaleert eventuele storingen of ongewone
gedragingen die door de besturingseenheid tijdens de manoeuvre geconstate-
erd worden.
Het soort probleem wordt door een reeks met een bepaald aantal knipperingen
aangegeven en deze signalering blijft tot de volgende manoeuvre actief. Hier
volgt een overzichtstabel:
Aantal Soort storing
Knipperingen led P2
1 Activering stroommeting M1
2 Activering stroommeting M2
3 Activering ingang ALT tijdens de manoeuvre
4 Fout Fototest
5 Overstroom uitgang SCA of elektrisch slot
DIAGNOSTIEK
4
De besturingseenheid MC424 beschikt over enkele programmeerbare functies.
Deze functies worden vooringesteld in een standaardconfiguratie die voor het
grootste deel van de automatiseringen voldoende geschikt is. Deze functies
kunnen op elk gewenst moment gewijzigd worden, zowel voor als na de auto-
matische zoekfase van de eindaanslagen, via een speciale programmerings-
procedure; zie paragraaf 5.3.
5.1 - Vooringestelde functies
Beweging motoren: snel
Automatisch sluiten: actief
Woonblok: gedeactiveerd
Voorwaarschuwing: gedeactiveerd
Sluit na foto: gedeactiveerd
Vertraging bij openen: niveau 2 (10%)
STAND BY / Fototest: Stand by
SCA/Elektrisch slot: SCA
Ingang ALT: type NC
Zware poorten: gedeactiveerd
SCA proportioneel: gedeactiveerd
Pauzeduur: 20 seconden
Hulpingang: gedeeltelijke opening Type 1 (activeert alleen de
motor van de bovenste vleugel)
Gevoeligheid stroommeting: Klasse 2
5.2 - Programmeerbare functies
Opdat de installatie beter aansluit op de eisen van de gebruiker en veiliger is bij
de verschillende gebruikscondities, bestaat de mogelijkheid via de besturings-
eenheid MC424 bepaalde functies of parameters en de functie van bepaalde
ingangen en uitgangen programmeren.
PROGRAMMERING
5
NL
Nederlands – 5
5.2.1 - Directe programmering
Langzame/snelle beweging: Het is op elk willekeurig moment mogelijk de
be wegingssnelheid van de poort te kiezen (met stilstaande motor), hiervoor ge -
bruikt u de toets P3 (afb. 2) wanneer de centrale zich niet in een programme -
erstatus bevindt. Als de led P3 uit is, betekent dit dat de langzame beweging is
ingesteld, als de led brandt betekent dit dat de hoge snelheid is ingesteld.
5.2.2 - Programmering eerste niveau: eerste deel
Automatisch sluiten: met deze functie wordt de poort na afloop van de ge -
pro grammeerde pauzeduur automatisch gesloten, aanvankelijk is de pauze-
duur ingesteld op 20 seconden maar dit kan in 5,10,20,40 of 80 seconden
gewijzigd worden.
Als de functie niet wordt geactiveerd, is het gedrag van de poort “semi-auto-
matisch”.
Functie “Woonblok”: deze functie is nuttig wanneer er veel mensen zijn die
de installatie met een afstandbediening gebruiken. Als deze functie geactive -
erd is, veroorzaakt elke ontvangen bedieningsinstructie een openingsma-
noeuvre die niet door verdere bedieningsimpulsen onderbroken kan worden.
Als de functie niet geactiveerd is, veroorzaakt een bedieningsinstructie
OPEN-STOP-SLUIT-STOP.
Voorwaarschuwing: Met deze functie kan het waarschuwingslicht geacti-
veerd worden voordat de manoeuvre van start gaat, het licht wordt 3 secon-
den ingeschakeld.
Als de functie niet wordt geactiveerd, gaat het waarschuwingslicht knipperen
als de manoeuvre van start gaat.
Sluit na foto: in geval van automatische sluiting kunt u met deze functie de
pauzeduur op 4 seconden terugbrengen nadat de fotocel FOTO is vrijge-
maakt, dat wil zeggen de poort sluit 4 seconden nadat de gebruiker er door-
heen is gegaan. Als de functie niet wordt geactiveerd, heeft de pauzeduur de
geprogrammeerde duur.
Vertraging bij openen: met deze functie verkrijgt u bij het openen een ver-
traging in de activering van de onderste vleugel ten opzichte van de bovenste
vleugel om te voorkomen dat de vleugels tegen elkaar kunnen slaan. Het
faseverschil bij het sluiten is altijd aanwezig en wordt automatisch door de
besturingseenheid berekend om altijd hetzelfde geprogrammeerde fasever-
schil bij het openen te verkrijgen.
5.2.3 - Programmering eerste niveau: tweede deel
Functie Stand By / Fototest: op de besturingseenheid is de functie “Stand
by” vooringesteld; als deze functie actief is zal de besturingseenheid 1 minuut
na afloop van een manoeuvre de uitgang“Stand by” (klem 8), alle ingangen en
de andere uitgangen uitschakelen om het stroomverbruik te beperken (zie het
schakelschema van afb. 5a). Deze functie is verplicht indien de besturings-
eenheid uitsluitend via Solemyo zonnepanelen wordt gevoed. De functie
wordt ook aanbevolen wanneer de besturingseenheid via het elektriciteitsnet
wordt gevoed en u de werking op noodvoeding (bufferbatterij PS124) wilt ver-
hogen. Als alternatief voor “Stand by” kan de functie “Fototest” worden geac-
tiveerd: deze functie controleert aan het begin van een manoeuvre of de aan-
gesloten fotocellen correct werken. Om deze functie te gebruiken, dient u de
fotocellen correct aan te sluiten (zie schakelschema van afb. 5c) en vervol-
gens de functie te activeren.
Uitgang lampje Poort Open / Elektrisch slot: als de functie wordt geactive -
erd, kunnen de klemmen 6-7 gebruikt worden om het elektrische slot aan te
sluiten. Als de functie niet wordt geactiveerd, kunnen de klemmen 6-7 ge -
bruikt worden voor aansluiting van een controlelampje voor poort open (24 V).
Ingang ALT van het type NC of met Constante weerstand: als de functie
wordt geactiveerd, wordt de ALT ingang op “Constante weerstand 8.2 KΩ
ingesteld, in dit geval moet er, om toestemming voor de manoeuvre te geven,
tussen de gemeenschappelijke geleider en de ingang een weerstand van 8.2
KΩ +/-25% aanwezig zijn. Als de functie niet is ingesteld, wordt de ingang
ALT geconfigureerd om te werken met contacten van het type NC.
Lichte/zware poorten: als de functie wordt geactiveerd, kan de besturingseen-
heid ook zware poorten aansturen door de versnelling en de vertragingssnel-
heid bij het sluiten op een andere manier in te stellen. Als de functie niet wordt
geactiveerd, is de besturingseenheid ingesteld om lichte poorten aan te sturen.
SCA proportioneel: als deze functie wordt geactiveerd, is de uitgang SCA
op proportioneel knipperen ingesteld, ofwel bij de openingsmanoeuvre gaat
de lamp steeds sneller knipperen naarmate de vleugels dichterbij de ope-
ningseindaanslagen komen, daarentegen wordt bij de sluitmanoeuvre het
knipperen minder intensief al naar gelang de vleugels dichterbij de sluitings-
eindaanslagen komen. Als de functie niet wordt geactiveerd, knippert het
licht langzaam bij het openen en snel bij het sluiten.
5.2.4 - Functies tweede niveau
Pauzeduur: de pauzeduur, oftewel de tijd die verstrijkt tussen het einde van
een openingsmanoeuvre en het begin van de automatische sluiting, kan op
5, 10, 20, 40 en 80 seconden geprogrammeerd worden.
Hulpingang AUX: De besturingseenheid heeft een hulpingang die kan wor-
den geconfigureerd voor één van de volgende 6 functies:
- Gedeeltelijk openen type 1: deze voert dezelfde functie als de ingang
STAP-VOOR-STAP uit en veroorzaakt alleen de opening van de bovenste
vleugel. Deze functie werkt alleen als de poort helemaal dicht is, anders wordt
ze geïnterpreteerd alsof het een bedieningsinstructie STAP-VOOR-STAP was.
- Gedeeltelijk openen type 2: deze voert dezelfde functie als de ingang
STAP-VOOR-STAP uit en veroorzaakt de opening van de beide vleugels voor
de helft van de tijd die voorzien is voor volledige opening. Deze functie werkt
alleen als de poort helemaal dicht is, anders wordt ze geïnterpreteerd alsof
het een bedieningsinstructie STAP-VOOR-STAP was.
- Alleen openen: deze ingang voert alleen de opening uit met de volgorde
Open-Stop-Open-Stop
- Alleen sluiten: deze ingang voert alleen de sluiting uit met de volgorde
Sluit-Stop-Sluit-Stop
- Foto 2: voert de functie van de veiligheidsinrichting “FOTO 2” uit
- Uitgesloten: de ingang beheert geen enkele functie
Drukafvoertijd: na afloop van de sluitmanoeuvre, nadat de vleugels volledig
gesloten zijn, blokkeert de motor de vleugels met een geprogrammeerde
kracht. Meteen daarna wordt, als deze functie actief is, een zeer korte omke-
ring van de beweging aangestuurd die ervoor dient de overtollige druk die de
motor op de vleugels uitoefent af te voeren.
Gevoeligheid stroommeting: de besturingseenheid beschikt over een sys-
teem voor het meten van de door de twee motoren opgenomen stroom dat
gebruikt wordt om de mechanische eindaanslagen en eventuele obstakels tij-
dens de beweging van de poort te detecteren. Aangezien de opgenomen
stroom afhangt van verschillende omstandigheden (gewicht poort, allerlei
soorten wrijvingen, windstoten, spanningsvariaties, etc..) is er voorzien in een
mogelijkheid de activeringsdrempel te veranderen. Er zijn 6 niveaus voorzien:
graad 1 is de gevoeligste (minimumkracht), graad 6 is de minst gevoelige
(maximumkracht).
LET OP! – De functie “stroommeting” kan, wanneer deze correct is
afgesteld (in combinatie met andere noodzakelijke maatregelen) nuttig
zijn voor het in acht nemen van de Europese voorschriften, EN 12453 en
EN 12445, die het gebruik van technieken of inrichtingen vereisen die
tot doel hebben de krachten en het gevaar van bewegende automati-
sche deuren en poorten te beperken.
Vertraging vleugel: de vertraging in het starten van de motor van de onderste vle -
u gel kan op 5, 10, 20, 30 of 40% van de bedrijfsduur gepr
ogrammeerd worden.
5.3 - Programmeermodi
Alle in paragraaf 5.2 “Programmeerbare functies” beschreven functies kunnen via
een programmeringsfase geselecteerd worden. Aan het eind van deze fase wor-
den de gemaakte keuzes in het geheugen opgeslagen. In de besturingseenheid zit
een geheugen dat de functies en de parameters van de automatisering bewaart.
Voor alle programmeringsfasen worden de toetsen P1 P2 en P3 gebruikt, terwijl
de 5 leds L1 ,L2…L5 de geselecteerde parameter aangeven.
Er zijn 2 programmeringsniveaus:
Op het eerste niveau kunt u de functies activeren of deactiveren. Elke Led
L1, L2…. L5 behoort bij een bepaalde functie; als de led brandt, is die func-
tie geactiveerd, als de led uit is, is die functie niet geactiveerd.
Het eerste niveau bestaat uit 2 delen welke u kunt selecteren door op toets P3
te drukken. De bijbehorende LED P3 geeft aan welk van de 2 delen geselec-
teerd is.
Eerste niveau (Led P1 brandt continu): tweede deel (led P3 aan)
Led L1 Led L2 Led L3 Led L4 Led L5
Stand By / Elektrisch slot Alt door Zware SCA
Fototest weerstand poorten proportioneel
Eerste niveau (Led P1 brandt continu): eerste deel (led P3 uit)
Led L1 Led L2 Led L3 Led L4 Led L5
Automatisch Functie Voorwaarschu- Sluit na Vertraging bij
sluiten woonblok wing foto openen
Vanuit het eerste niveau van het eerste deel kunt u overgaan naar het tweede
niveau waar u de bij die functie behorende parameter kunt selecteren; elke
led komt met een andere aan de parameter te koppelen waarde overeen.
Eerste niveau (Led P1 brandt continu): tweede deel (led P3 aan)
Led L1 Led L2 Led L3 Led L4 Led L5
Stand By / Elektrisch slot Alt door Zware SCA
Fototest weerstand poorten proportioneel
Eerste niveau (Led P1 brandt continu): eerste deel (led P3 uit)
Led L1 Led L2 Led L3 Led L4 Led L5
Automatisch Functie Voorwaarschu- Sluit na Vertraging bij
sluiten woonblok wing foto openen
Tweede niveau:
Parameter: Parameter: Parameter: Parameter: Parameter:
Pauze- Ingang AUX Drukafvoer- Gevoeligheid Vertraging
duur tijd stroommeting vleugel
L1: 5s L1:
Open L1: geen L1: Graad 1
L1: 5%s
gedeeltelijk TYPE 1
drukafvoer (gevoeliger)
L2: 10s L2:
Open
L2: 0,3s L2:
Graad
2 L2: 10%
gedeeltelijk TYPE 2
L3: 20s L3:
Alleen openen
L3: 0,7s L3:
Graad
3 L3: 20%
L4: 40s L4:
Alleen sluiten
L4: 1,3s L4:
Graad
4 L4: 30%
L5: 80s L5: Foto 2 L5: 2s L5:
Graad
5 L5: 40%
(minder gevoelig)
Alle LEDs uit: Alle LEDs uit:
ingang Graad
6
niet gebruikt (stroommeting
max)
NL
6 – Nederlands
TABEL A1 - Oproepen van programmering eerste niveau
01. Houd de toetsen P1 en P2 tenminste gedurende 3 seconden ingedrukt
Snel knipperen van alle leds geeft aan dat de programmeermodus geactiveerd werd
TABEL A2 - Activeren of deactiveren van een functie
01. Druk meermaals op P1 totdat de knipperende led op de gewenste functie is gekomen
02. Druk op P2 om deze functie te activeren of te deactiveren
TABEL A3 - Overgaan van eerste deel naar tweede deel van het eerste niveau (en omgekeerd)
01. Druk op de toets P3
TABEL A4 - Verlaten van het eerste niveau met bevestiging van de wijzigingen
01. Houd de toets P1 ingedrukt en onmiddellijk daarna de toets P2, en houd beide toetsen minstens 3 seconden ingedrukt
TABEL A5 - Verlaten van het eerste niveau met annulering van de wijzigingen
01. Druk tenminste 3 seconden op P1, of wacht 1 minuut, of schakel de stroomvoorziening uit
5.3.1 - Programmering eerste niveau: functies
Op het eerste niveau kunt u de functies activeren of deactiveren. Op het eerste
niveau is de led P1 altijd aan en geven de brandende leds L1, L2…L5 de actieve
functies aan, terwijl de niet-brandende leds aangeven dat de functies niet actief
zijn. De knipperende led geeft de geselecteerde functie aan; als het lampje snel
knippert betekent dit dat de functie niet actief is, als het lampje langzaam knip-
pert is de functie actief. Om van het eerste deel van de programmeringnaar naar
het tweede deel over te gaan, en omgekeerd, dient u op toets P3 te drukken.
P1 P2
P1
P2
P3
P1 P2
3s
of
60s,
of
P1
5.3.2 - Programmering tweede niveau: parameters
Op het tweede niveau kunt u de parameters met betrekking tot de functies
selecteren. U kunt alleen via het eerste naar het tweede niveau gaan.
Op het tweede niveau knippert de led P1 snel, terwijl de andere 5 leds L1, L2...
L5 de geselecteerde parameter aangeven.
TABEL B1 - Oproepen van programmering tweede niveau
01. Roep de programmering eerste niveau op door tenminste 3 seconden op P1 en P2 te drukken
02. Selecteer de functie door op de toets P1 te drukken totdat de knipperende led op het gewenste punt staat
03. Ga het tweede niveau binnen door de toets P2 tenminste 3 seconden ingedrukt te houden
TABEL B2 - Kiezen van een parameter
01. Druk meermaals op P2 totdat de led op de gewenste parameter is gekomen
TABEL B3 - Teruggaan naar het eerste niveau
01. Druk op de toets P1
TABEL B4 - Verlaten van het eerste niveau met bevestiging van de wijzigingen
01. Houd de toets P1 ingedrukt en onmiddellijk daarna de toets P2, en houd beide toetsen minstens 3 seconden ingedrukt
TABEL B5 - Verlaten van het eerste niveau met annulering van de wijzigingen
01. Druk tenminste 3 seconden op P1, of wacht 1 minuut, of schakel de stroomvoorziening uit
3 s
3 s
P1 P2
P1 P2
3s
of
60s
of
P1
P1
P2
P1
P2
3 s
5.3.3 - Wissen van het geheugen
Bij elke nieuwe programmering worden de voorgaande instellingen vervangen,
het is dus normaal gesproken niet nodig “alle parameters te wissen”. In elke ge -
val kunt u het geheugen helemaal wissen door onderstaande eenvoudige han-
delingen te verrichten: LET OP – Nadat het geheugen is gewist keren alle
functies op de vooraf ingestelde waarden terug en dient u opnieuw de
eindaanslagen te zoeken.
3 s
NL
Nederlands – 7
TABEL C1 - Wissen van het geheugen
01. Schakel de stroomvoorziening naar de besturingseenheid uit en wacht totdat alle LEDs uit zijn
(verwijder eventueel de zekering F1)
02. Druk op de twee toetsen P1 P2 op de kaart en houd die ingedrukt
03. Schakel de stroomvoorziening naar de besturingseenheid weer in
04. Wacht tenminste 3 seconden en laat vervolgens de twee toetsen los
Als het wissen van het geheugen tot een goed einde is gekomen gaan alle leds 1 seconde uit
3s
P1 P2
P1 P2
5.3.4 - Voorbeeld van programmering eerste niveau
In deze voorbeelden laten wij u de stappen zien die noodzakelijk zijn om een
functie op het eerste niveau te activeren of te deactiveren, bijvoorbeeld active-
ring van de functie "Woonblok" en voorbereiding van de uitgang "SCA" om het
elektrische slot te activeren.
Voorbeeld van programmering eerste niveau:
activeer de functie “Woonblok” en activeer de uitgang voor “elektrisch slot”
01. Roep de programmering eerste niveau op door tenminste 3 seconden op P1 en P2 te drukken
02. Druk 1 maal op P1 totdat de knipperende led op led 2 staat (led knippert snel)
03. Activeer de functie "Woonblok" door op P2 te drukken (led knippert langzaam)
04. Druk één maal op P3 voor het activeren van deel twee (de led van P3 gaat aan)
05. Druk 1 maal op P1 om de knipperende led op led 2 te brengen (led knippert snel)
06. Activeer de uitgang "Elektrisch slot" door op P2 te drukken (led knippert langzaam)
07. Sluit de programmering af, na de gegevens te hebben opgeslagen door de toets P1 ingedrukt te houden en
onmiddellijk daarna de toets P2, en beide toetsen minstens 3 seconden ingedrukt te houden
P1 P2
2
P1
P2
P3
P2
P1 P2
2
P1
3s
3s
x1
Voorbeeld van programmering van het tweede niveau: wijzigen van de “gevoeligheid van de stroommeting”
01. Roep de programmering eerste niveau op door tenminste 3 seconden op P1 en P2 te drukken
02. Druk 3 maal op P1 totdat de knipperende led op led 4 komt
03. Ga naar het tweede niveau door tenminste 3 seconden op P2 te drukken
04. Druk 3 maal op P2 totdat de led 5 gaat branden
05. Ga terug naar het eerste niveau door op P1 te drukken
06. Sluit de programmering af, na de gegevens te hebben opgeslagen door de toets P1 ingedrukt te houden en
onmiddellijk daarna de toets P2, en beide toetsen minstens 3 seconden ingedrukt te houden
P1 P2
3s
3s
3s
4
P1
5
P2
P2
P1
P1 P2
x3
x3
5.3.5 - Voorbeeld van programmering tweede niveau
In dit voorbeeld laten wij u de stappen zien die noodzakelijk zijn om een para-
meter op het tweede niveau te wijzigen; als voorbeeld wijzigen we de gevoelig-
heid van de stroommeting op “niveau 5”.
NL
8 – Nederlands
5.3.6 - Programmeerschema
Op onderstaande afbeelding vindt u het complete schema voor programmering
van de functies en de daarbij horende parameters. Op deze afbeelding zijn ook
de functies en parameters aangegeven die aanvankelijk of na volledig wissen
van het geheugen vooringesteld (fabrieksinstelling) zijn.
STOP Foto Foto
1
Stap
voor
Stap
AUX
Normale Werking
Led P1 knippert langzaam
Eerste niveau
Led P1 brandt continu
Tweede niveau
Led P1 knippert snel
a.p.
Type 1
a.p.
Type 2
Alleen
openen
Alleen
sluiten
Foto 2
alle Leds uit. - max. stroommeting
P1+P2
gedurende
3 sec.
P1
gedurende
3 sec.
(bewaart niet)
P1+P2
gedurende
3 sec.
(bewaart)
- Eerst P1!
Auto.
Sluiten
Woonbl. VrW. Terug
na foto
Vertr.
Open.
On
Off
On
Off
HULPINGANG (*)
DRUKAFVOER
0 0,3 0,7
seconden
1,3 2
GEVOELIGHEID STROOMMETING
1 2 3
graad
4 5
VERTRAGING IN HET OPENEN
5 10 20
%
30 40
5 10 20
seconden
40 80
PAUZEDUUR
P1
P2
gedurende
3 sec.
P1
P1
P2
P3
P1
P2
P3
P1
P2
P3
P1
P2
P3
P1
P2
P3
P1
P2
P3
P2
P3
Stand
by
Fototest
Elektros. STOP
Wrst.
Zware
Poorten
SCA
Prop.
P3
P1
P2
P3
(*)
a.p. TYPE 1 Gedeeltelijke opening type 1,
alleen manoeuvre van de
bovenste vleugel [NO contact]
a.p. TYPE 2 Gedeeltelijke opening type 2,
manoeuvre van beide motoren
gedurende de 1/2 van de
bedrijfstijd [NO contact]
Alleen openen open stop open stop...
[NO contact]
Alleen sluiten sluit stop sluit stop...
[NO contact]
Foto 2 Gebruikt als foto 2
[NC contact]
NL
Nederlands – 9
6.1 - Aansluiting van een radio-ontvanger
De besturingseenheid is voorzien van een connector voor het insteken van een
radiokaart met 4 kanalen met plug-in SM, die het mogelijk maakt de bestu-
ringseenheid op afstand te bedienen via zenders die de ingangen aansturen,
zoals in de volgende tabel te zien is:
Uitgang ontvanger Ingang besturingseenheid
Nr. 1 Stap-voor-stap
Nr. 2 AUX (vooringestelde waarde: Open gedeeltelijk 1)
Nr. 3 “Alleen openen”
Nr. 4 “Alleen sluiten”
6.2 - Aansluiting van de bufferbatterij mod. PS124
De besturingseenheid kan bij een stroomuitval gevoed worden via de bufferbat-
terij PS124. Voor het installeren en aansluiten van de batterij gaat u te werk
zoals aangegeven op afb. 10.
6.3 - Aansluiting van het Solemyo-systeem
De besturingseenheid kan ook van stroom voorzien worden via het voedings-
systeem op zonne-energie "Solemyo" (zonnepaneel en batterij van 24 V). Om
de accumulator van Solemyo aan te sluiten op de besturingseenheid, gebruikt
u op de besturingseenheid de aansluiting die normaal gebruikt wordt voor de
buf ferbatterij (zie paragraaf 6.2).
BELANGRIJK!
- Wanneer de automatisering van stroom wordt voorzien door het sys-
teem “Solemyo”, mag deze NIET TEGELIJKERTIJD OOK GEVOED wor-
den door het elektriciteitsnet.
- Het systeem “Solemyo” kan alleen gebruikt worden indien in de bestu-
ringseenheid de functie “Stand by” geactiveerd is (ON) en de aansluitin-
gen overeenstemmen met het schema van afb. 5a.
VERDERE DETAILS: accessoires
6
Er brandt geen enkele LED:
Controleer of de besturingseenheid stroom krijgt: op de klemmen 9-10 moet
u een spanning van ongeveer 30 Vdc meten (of 24 Vdc met batterijvoeding).
Controleer de 2 zekeringen, als de led P1 niet brandt of knippert gaat het
waarschijnlijk om een ernstige storing en dient de besturingseenheid ver-
vangen te worden.
De led P1 knippert normaal maar de leds van de ingangen L1, L2...L5
komen niet met de staat van de desbetreffende ingangen overeen
Schakel de stroomvoorziening even uit om een eventuele programmeringsfa-
se te verlaten.
Controleer nauwkeurig de aansluitingen op de klemmen 11..16.
De led P1 knippert iedere 4 seconden
De besturingseenheid is in de status Stand by.
De procedure “Automatisch zoeken” gaat niet van start
De procedure “Automatisch zoeken” wordt alleen geactiveerd als die nooit is
uitgevoerd of als het geheugen is gewist. Om te controleren of het geheugen
leeg is, dient u de stroomvoorziening even uit te schakelen: als u de stroom
weer inschakelt dienen alle leds 6 seconden snel te knipperen. Als ze maar 3
seconden knipperen, bevat het geheugen al geldige waarden. Als u een
nieuwe procedure “Automatisch zoeken” wilt uitvoeren, dient u het geheu-
gen eerst compleet te wissen.
De procedure “Automatisch zoeken” is nooit uitgevoerd, maar de proce-
dure gaat niet van start of verloopt niet goed
Voor het activeren van de procedure “Automatisch zoeken” dient de installa-
tie met alle veiligheidsinrichtingen te werken.
Vergewis u ervan dat geen enkele op de ingangen aangesloten inrichting in
werking treedt tijdens het “Automatisch zoeken”.
Om het “Automatisch zoeken” correct te laten starten, moeten de leds op de
ingangen branden zoals aangegeven op afb. 11, en moet de led P1 eenmaal
per seconden knipperen.
De procedure”Automatisch zoeken”is correct uitgevoerd maar de
manoeuvre gaat niet van start
Controleer of de LEDs van de beveiligingen (ALT, FOTO, FOTO1 en eventueel
FOTO2) branden en of de LEDs van de bedieningsinstructie die geactiveerd
wordt (STAP-VOOR-STAP of AUX) gaat branden voor de duur van de bedie-
ningsinstructie.
Als de functie “Fototest” actief is en de fotocellen niet correct functioneren,
signaleert de led DIAGNOSTIEK de storing door 4 maal te knipperen.
Tijdens de manoeuvre keert de poort om
De oorzaken voor een omkering zijn:
WAT TE DOEN ALS...
(leidraad bij het oplossen van de problemen)
7
De fotocellen (FOTO2 bij opening, FOTO of FOTO1 tijdens sluiting) treden in
werking; controleer in dit geval de aansluitingen van de fotocellen en verifieer
eventueel de signaleringbedlampjes van de ingangen.
De stroommeting treedt in werking wanneer de motoren draaien (dus niet
dichtbij de mechanische stops) en dit wordt als een obstakel gezien waar-
door de vleugel omkeert. Om na te gaan of de stroommeting in werking is
gekomen dient u te tellen hoeveel maal de led Diagnostiek knippert: 1 maal
knipperen geeft aan dat de stroommeting op motor 1 in werking is gekomen,
2 maal op motor 2.
ONDERHOUD VAN HET PRODUCT
8
Voor de besturingseenheid MC424 als elektronische component is geen enkel
speciaal onderhoud vereist. Controleer echter periodiek, minstens eenmaal in
de 6 maanden, aan de hand van de aanwijzingen uit hoofdstuk 3 of de gehele
installatie in goede staat van werking is.
AFDANKEN VAN HET PRODUCT
Dit product maakt integraal deel uit van de automatisering en moet dan
ook samen met de automatisering worden afgedankt.
De ontmantelingwerkzaamheden aan het eind van de levensduur van dit pro-
duct moeten, net als de installatiewerkzaamheden, worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
Dit product is opgebouwd uit verschillende soorten materiaal: sommigen hier-
van kunnen gerecycled worden, anderen moeten als afval worden verwerkt.
Win informatie in over de recycling- of afvalverwerkingsystemen die voor deze
productcategorie zijn voorzien door de in uw land geldende voorschriften.
Let op! – Sommige delen van het product kunnen vervuilende of gevaarlijke
substanties bevatten die, indien ze in het milieu terechtkomen, schadelijke
effecten kunnen hebben op de omgeving of op de gezondheid van personen.
Zoals aangegeven door het symbool hiernaast, is het verbo-
den dit product met het gewone huisvuil weg te gooien. Volg
een “gescheiden afvalverwerking” volgens de methodes die
voorzien zijn door de in uw land geldende voorschriften, of
lever het product weer in bij de verkoper op het moment dat
u een nieuw gelijksoortig product aanschaft.
Let op! – De plaatselijk geldende voorschriften kunnen zware sancties voorzien
in het geval u de voorschriften voor afvalverwerking van dit product niet
opvolgt.
NL
10 – Nederlands
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Opmerking - De inhoud van deze verklaring stemt overeen met hetgeen verklaard is in de laatste revisie die beschikbaar was voor het ter perse gaan van deze handleiding, van
het officiële document dat is neergelegd bij de vestiging van Nice Spa. Deze tekst werd om uitgeversredenen heraangepast.
Nummer: 296/MC424 Herziening: 0
Ondergetekende Lauro Buoro, in diens hoedanigheid van Gedelegeerd Bestuurder, verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat het product:
Naam fabrikant: NICE s.p.a.
Adres: Via Pezza Alta 13, Z.I. Rustignè, 31046 Oderzo (TV) Italië
Type: Besturingseenheid met 2 motoren 24 Vd.c.
Modellen: MC424
Accessoires: Radio-ontvanger SMXI, SMXIS
Voldoet aan hetgeen voorzien wordt door de volgende communautaire richtlijnen:
98/37/EG (gewijzigde 89/392/EEG) RICHTLIJN 98/37/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN VAN DE RAAD d.d. 22 juni 1998 te zijn betreffende
harmonisering in de wetgeving van de Lidstaten met betrekking tot machines
Zoals voorzien in de richtlijn 98/37/EG waarschuwt men dat het niet toegestaan is bovenstaand product in bedrijf te stellen wanneer de machine waarin
dit product is ingebouwd niet geïdentificeerd is en conform de richtlijn 98/37/EG verklaard is.
Bovendien voldoet het product aan hetgeen voorzien wordt door de volgende communautaire richtlijnen:
2006/95/EEG (ex richtlijn 73/23/EG) RICHTLIJN 2006/95/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 met betrekking
tot de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten met betrekking tot elektrisch materiaal dat bestemd is om binnen bepaalde span-
ningslimieten gebruikt te worden
Volgens de volgende geharmoniseerde normen: EN 60335-1:1994+A11:1995+A1:1996+A12:1996+A13:1998+A14:1998+A15:2000+A2:2000+A16:2001
2004/108/EEG(ex richtlijn 89/336/EEG) RICHTLIJN 2004/108/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december 2004 met betrek-
king tot de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit waarmee de richtlijn
89/336/EEG wordt afgeschaft
Volgens de volgende geharmoniseerde normen: EN 61000-6-2:2001; EN 61000-6-3:2001+A11:2004
En daarnaast, beperkt tot de van toepassing zijnde onderdelen, voldoet aan de volgende normen:
EN 60335-1:2002+A1:2004+A11:2004+A12:2006+ A2:2006, EN 60335-2-103:2003, EN 13241-1:2003; EN 12453:2002; EN 12445:2002;
EN 12978:2003
Oderzo, 25 september 2008
Lauro Buoro (Gedelegeerd Bestuurder)
WAARSCHUWING: • Alle vermelde technische kenmerken hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C (± 5°C). • Nice S.p.a. behoudt zich het
recht voor om, op elk moment dat dit noodzakelijk geacht wordt, wijzigingen aan het product aan te brengen, waarbij hoe dan ook de functionaliteit en de
gebruiksbestemming ervan gelijk blijven.
Netvoeding Besturingseenheid MC424: 230 V~ ±10% 50 - 60 Hz
Besturingseenheid MC424/V1: 120 V~ ±10% 50 - 60 Hz
Max. opgenomen vermogen 170 W
Noodvoeding geschikt voor gebruik met bufferbatterij PS124 en voor zonne-energieset Solemyo
Maximumstroom motoren 3 A (met activeringsniveau stroommeting“graad 6”)
Uitgang stroomvoorziening gebruikers 24 V maximumstroom 200 mA (de spanning kan variëren van 16 tot 33 V )
Uitgang fototest 24 V maximumstroom 100 mA (de spanning kan variëren van 16 tot 33 V )
Uitgang knipperlicht voor 24 V , knipperlichten, maximumvermogen 25 W (de spanning kan variëren van 16 tot 33 V )
Uitgang lampje poort voor 24 V lampje maximumvermogen 5 W (de spanning kan variëren van 16 tot 33 V )
of elektrische sloten van 12 V~ 25 W
Ingang ALT voor NC contacten of constante weerstand 8,2 KΩ +/- 25%
Bedrijfstijd automatisch gedetecteerd
Pauzeduur programmeerbaar op 5, 10, 20, 40, 80 seconden
Drukafvoertijd programmeerbaar op 0, 0,3, 0,7, 1,3, 2 seconden
Vertraging vleugel bij opening programmeerbaar op 5, 10, 20, 30 en 40% van de bedrijfstijd
Vertraging vleugel bij sluiting automatisch gedetecteerd
Uitgang 1
e
motor voor motoren Wingo WG4024 - WG5024
Uitgang 2
e
motor voor motoren Wingo WG4024 - WG5024
Max. lengte kabels voeding 230 V 30 m
voeding zonne-energieset Solemyo 3 m
motoren 10 m
overige ingangen/uitgangen 30 m
knipperlicht 10 m
SCA 30 m
elektrisch slot 10 m
antenne 20 m (een lengte van minder dan 3 m wordt aanbevolen)
Radio-ontvanger Plug-in type “SM” voor ontvangers SMXI, SMXIS, OXI (Modus I en Modus II)
Bedrijfstemperatuur van - 20 tot 50 °C
Beschermingsklasse IP 54 met intacte kast
Afmetingen (mm) 310 x 232 x H 122
Gewicht (kg) 4,1
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT
NL
Nederlands – 11
smxi - smixs radio-ontvanger
0682
SMXI, SMXIS zijn radio-ontvangers met 4 kanalen voor besturingseenheden vo -
or zien van een plug-in SM. De compatibele zenders hebben de eigenschap dat
de herkenningscode voor elke zender verschillend is. Opdat de ontvanger een
be paalde zender kan herkennen, dient u daarom de herkenningscode in het ge -
heugen op te slaan. Elke zender die u voor het aansturen van de besturingseen-
heid wilt gebruiken, dient afzonderlijk in het geheugen te worden opgeslagen.
Opmerkingen:
Er kunnen maximaal 256 zenders in het geheugen van de ontvanger opgesla-
gen worden. Het is niet mogelijk één aparte zender wissen, alleen totaal wissen
van alle codes is mogelijk.
Voor meer gecompliceerde functies gelieve u de speciale programmerings-
eenheid te gebruiken.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1
De ontvanger beschikt over 4 uitgangen, allemaal beschikbaar op de onderlig-
gende connector, om te weten welke functie door elk van de uitgangen wordt
uitgevoerd raadpleegt u hoofdstuk 6.1.
Bij de opslagfase van de zendercode kunt u tussen de volgende 2 opties kiezen:
Modus I - Tabel B1: Iedere toets van de zender activeert de overeenkomsti-
ge uitgang van de ontvanger, dat wil zeggen, toets 1 activeert uitgang 1, toets
2 activeert uitgang 2 enzovoorts. In dit geval is er een enkele opslagfase voor
elke zender, gedurende deze fase maakt het niet uit welke toets er wordt inge-
drukt, en er wordt slechts één plaats in het geheugen bezet.
Modus II - Tabel B2: Aan iedere toets van de zender kan een bepaalde uit-
gang van de ontvanger worden gekoppeld, bijvoorbeeld toets 1 activeert uit-
gang 2, toets 2 activeert uitgang 1 enzovoorts. In dit geval moet de zender in
het geheugen worden opgeslagen door voor iedere te activeren uitgang de
gewenste toets in te drukken. Uiteraard kan iedere toets slechts één uitgang
activeren, terwijl dezelfde uitgang door meerdere toetsen geactiveerd kan wor-
den. Voor iedere toets wordt één geheugenplaats bezet.
TABEL B1 - Geheugenopslag modus I (alle toetsen worden op de betreffende uitgang van de ontvanger opgeslagen)
01. Druk op de toets op de ontvanger en houd die tenminste 3 seconden ingedrukt
02. Wanneer de led gaat branden laat u de toets los
03. Druk binnen 10 seconden tenminste 2 seconden lang op een willekeurige toets van de in het geheugen te bewaren zender
Opmerking – als het opslaan goed verlopen is zal de led op de ontvanger 3 maal knipperen, als er nog andere zenders
moeten worden opgeslagen, herhaalt u stap 3 binnen 10 seconden, de opslagfase wordt afgesloten als er gedurende
10 seconden geen nieuwe codes meer binnenkomen
3s
RX
TX
RX
2s
x3
INSTALLATIE ANTENNE
2
Voor een goede ontvangst van de ontvanger hebt u een antenne van het type
ABF of ABFKIT nodig; zonder antenne wordt het bereik tot enkele meters
beperkt. De antenne moet zo hoog mogelijk gemonteerd worden; bij aanwezig-
heid van structuren van metaal of gewapend beton, dient u de antenne hoger
dan deze structuren te monteren. Als de bij de antenne geleverde kabel te kort
is, gebruikt u een coaxiale kabel met impedantie 50 ohm (bijv. RG58 met laag
verlies), de kabel mag niet langer dan 10 meter zijn.
Wanneer de antenne geïnstalleerd is op een plaats waar geen goed grondvlak is
(gemetselde structuren) is het mogelijk het kabelomhulsel met de aarde te ver-
binden om het bereik zo te vergroten. Het spreekt vanzelf dat de aardverbinding
zich in de nabijheid moet bevinden en van goede kwaliteit moet zijn. Indien het
niet mogelijk is de specifieke antenne ABF of ABFKIT te installeren, kunnen ook
redelijke resultaten worden verkregen door het bij de ontvanger geleverde stuk
draad als antenne te gebruiken (liggend gemonteerd).
LET OP – Wanneer de procedure voor geheugenopslag geactiveerd
wordt, wordt elke correct herkende zender binnen het ontvangst-
bereik van de radio-ontvanger in het geheugen opgeslagen. Denk
OPSLAAN VAN EEN AFSTANDSBEDIENING
3
hieraan en koppel eventueel de antenne af om de ontvangst van de
ontvanger te verkleinen.
De procedures voor opslag van de afstandsbedieningen hebben een maxi-
mumtijd waarbinnen ze uitgevoerd moeten worden; u dient dus eerst de gehe-
le procedure aandachtig door te nemen alvorens te beginnen.
Om de volgende procedure uit te voeren, moet u de knop op de box van de
radio-ontvanger (referentie A, afb. 1a) en de bijbehorende led (referentie B,
afb. 1a) links van de toets gebruiken.
1a
TABEL B2 - Geheugenopslag modus II (aan iedere toets kan een bepaalde uitgang van de ontvanger worden gekoppeld)
01. Druk zoveel maal op de toets op de ontvanger als overeenkomt met de gewenste uitgang
(1 maal voor uitgang 1, 2 maal voor uitgang 2)
02. Controleer of het aantal maal dat de led knippert, met regelmatige tussenpozen van 10 seconden, gelijk is aan het
nummer van de gewenste uitgang (1 maal knipperen voor uitgang nr. 1, 2 maal knipperen voor uitgang nr. 2)
03. Druk binnen 10 seconden tenminste 2 seconden op de gewenste toets van de zender die bewaard moet worden
Opmerking – als het opslaan goed verlopen is zal de led op de ontvanger 3 maal knipperen, als er nog andere zenders
moeten worden opgeslagen, herhaalt u stap 3 binnen 10 seconden, de opslagfase wordt afgesloten als er gedurende
10 seconden geen nieuwe codes meer binnenkomen
2s
x3
RX
TX
NL
12 – Nederlands
Geheugenopslag op afstand
U kunt een nieuwe zender in het geheugen van de ontvanger opslaan zonder
de toets te gebruiken. U dient dan over een afstandsbediening te beschikken
welke al in het geheugen is opgeslagen en die goed werkt. De nieuwe zender
“erft” de eigenschappen van de reeds opgeslagen zender. Dus als de eerste
zender is opgeslagen in modus I, zal ook de nieuwe zender in modus I worden
opgeslagen en kan op een willekeurige toets van de zenders worden gedrukt.
Als de eerste zender in modus II opgeslagen is, zal ook de nieuwe zender in
modus II bewaard worden maar dient u bij de eerste zender op die toets te
drukken die de gewenste uitgang activeert, en bij de tweede zender de toets
die u wilt opslaan. U dient alle aanwijzingen eerst goed door te nemen om de
handelingen daarna zonder onderbrekingen uit te voeren. Nu gaat u met de
twee afstandsbedieningen, waarvan we die waar de code moet worden inge-
voerd NIEUWE zullen noemen, en die welke de code reeds in het geheugen
heeft OUDE, binnen het bereik van de radio-ontvangers staan (binnen het maxi-
male bereik) en voert u de in de tabel opgevoerde stappen uit.
TABEL B4 - Wissen van alle zenders
01. Druk op de toets op de ontvanger en houd die ingedrukt
02. Wacht totdat de led gaat branden, wacht nu tot de led uit gaat en wacht vervolgens tot hij 3 maal knippert
03. Laat de toets exact gedurende de 3de knippering los
Opmerking – als de procedure tot een goed einde is gekomen, zal de led na enige ogenblikken 5 maal knipperen
RX
RX
x3
x5
U kunt alle in het geheugen aanwezige codes met onderstaande procedures wissen:
WISSEN VAN ALLE ZENDERS
4
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT
Ontvangers: SMXI SMXIS
Decodering Rolling code 52 bit FLOR Rolling code 64 bit SMILO
Compatibiliteit zenders FLOR, VERY VR, NICE WAY, ERGO, PLANO, NICE ONE SMILO
Frequentie 433.92 MHz 433.92 MHz
Ingangsimpedantie 52 KΩ 52 KΩ
Uitgangen 4 (op connector SM) 4 (op connector SM)
Gevoeligheid beter dan 0.5 µV beter dan 0.5 µV
Bedrijfstemperatuur van -10° C tot + 55° C van -10° C tot + 55° C
Zenders: FLO2R SMILO
Toetsen 1, 2 of 4 afhankelijk van de uitvoeringen 2 of 4
Voeding 12 V batt. 23 A 12 V batt. 23 A
Stroomopname 10 mA 25 mA
Zendfrequentie 433.92 MHz 433.92 MHz
Bedrijfstemperatuur van -10° C tot + 55° C van -10° C tot + 55° C
Uitgestraald vermogen geschat op circa 1 mW E.R.P. Geschat op circa 1 mW E.R.P.
Bereik geschat op 200 m (buiten); 35 m (in gebouwen) geschat op 200 m (buiten); 35 m (in gebouwen)
Afmetingen / Gewicht 69 x 39 x 15,5 mm / 31 g. Ø 48 mm x H 14 mm - 14 g
Codering digitaal (4,5 miljoen miljard combinaties) digitaal (18 miljard miljard combinaties)
WAARSCHUWING: • Alle vermelde technische kenmerken hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C (± 5°C). • Nice S.p.a. behoudt zich het
recht voor om, op elk moment dat dit noodzakelijk geacht wordt, wijzigingen aan het product aan te brengen, waarbij hoe dan ook de functionaliteit en de
gebruiksbestemming ervan gelijk blijven. • Het bereik van de zenders en de ontvangstcapaciteit van de ontvangers kan onderhevig zijn aan interferenties, die de
prestaties ervan kunnen beïnvloeden. In dergelijke gevallen kan Nice geen enkele garantie bieden met betrekking tot het effectieve bereik van haar inrichtingen.
TABEL B3 - Geheugenopslag op afstand
01. Druk tenminste 5 seconden op de toets op de NIEUWE zender, laat hem daarna los
02. Druk 3 maal langzaam op de toets op de OUDE zender
03. Druk 1 maal langzaam op de toets op de NIEUWE zender, laat hem daarna los
Opmerking – als er nog andere zenders in het geheugen moeten worden opgeslagen dient u alle stappen voor elke nieuwe zender uit te voeren
1s
x1
TX
TX TX TX
TX
TX
1s1s
x5s

Documenttranscriptie

Moon Control unit MC424 EN - Instructions and warnings for installation and use IT - Istruzioni ed avvertenze per l’installazione e l’uso FR - Instructions et avertissements pour l’installation et l’utilisation ES - Instrucciones y advertencias para la instalación y el uso DE - Installierungs-und Gebrauchsanleitungen und Hinweise PL - Instrukcje i ostrzeżenia do instalacji i użytkowania NL - Aanwijzingen en aanbevelingen voor installatie en gebruik NEDERLANDS ALGEMENE AANBEVELINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN Aanbevelingen voor de veiligheid ALGEMENE AANBEVELINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN 1 1 – BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 2 – INSTALLAZIONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 2.1 - CONTROLES VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE . . . . . . 2 2.2 - GEBRUIKSLIMIETEN VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . 2 2.3 - INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 2.4 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 2.4.1 - Opmerkingen over de aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2.4.2 - Typologie ingang ALT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2.4.3 - Voorbeelden van aansluitingen fotocellen met geactiveerde STAND BY-functie en gedeactiveerde fototest-functie . 3 2.4.4 - Voorbeelden van aansluitingen met geactiveerde . . . . . . fototest-functie en gedeactiveerde STAND BY-functie .3 2.5 - EERSTE INSCHAKELING EN CONTROLE VAN DE . . . . . . . . . . . AANSLUITINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2.6 - AUTOMATISCH ZOEKEN VAN DE EINDAANSLAGEN . . . . . . . 3 3 – EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 3.1 - EINDTEST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 3.2 - INBEDRIJFSTELLING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4 – DIAGNOSTIEK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 5 – PROGRAMMERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 5.1 - VOORINGESTELDE FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 5.2 - PROGRAMMEERBARE FUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 5.2.1 - Directe programmering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 5.2.2 - Programmering eerste niveau: eerste deel . . . . . . . . . . 5 5.2.3 - Programmering eerste niveau: tweede deel . . . . . . . . . 5 5.2.4 - Functies tweede niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 5.3 - PROGRAMMEERMODI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 5.3.1 - Programmering eerste niveau: functies . . . . . . . . . . . . . 6 5.3.2 - Programmering tweede niveau: parameters . . . . . . . . . 6 5.3.3 - Wissen van het geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 5.3.4 - Voorbeeld van programmering eerste niveau . . . . . . . . 7 5.3.5 - Voorbeeld van programmering tweede niveau . . . . . . . 7 5.3.6 - Programmeerschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 6 – VERDERE DETAILS: accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 6.1 - AANSLUITING VAN EEN RADIO-ONTVANGER . . . . . . . . . . . . . 9 6.2 - AANSLUITING VAN DE BUFFERBATTERIJ MOD. PS124 . . . . . 9 6.3 - AANSLUITING VAN HET SOLEMYO-SYSTEEM . . . . . . . . . . . . 9 7 – WAT TE DOEN ALS... (handleiding voor het oplossen van problemen) . . . . . . . . . . . . . 9 8 – ONDERHOUD VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 AFDANKEN VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . 10 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING . . . . . . . . . . . . . . . 10 Aanbevelingen voor de installatie • Voordat u met de installatie begint, dient u te controleren of dit product geschikt is voor het beoogde gebruik (zie paragraaf 2.2 “Gebruikslimieten” en het hoofdstuk “Technische gegevens van het product”). Als het product niet geschikt is, dient u het NIET te installeren. • Behandel het product gedurende de installatie voorzichtig en voorkom samendrukking, stoten, valpartijen of contact met vloeistoffen van welke soort dan ook. Plaats het product niet in de buurt van warmtebronnen en stel hem niet bloot aan open vuur. Een dergelijke handelswijze kan het product beschadigen en storingen of gevaarlijke situaties veroorzaken. Als dit gebeurt, de installatie onmiddellijk onderbreken en contact opnemen met de klantenservice van Nice. • Voer geen wijzigingen uit op onderdelen van het product. Niet-toegestane handelingen zullen slechts storingen in de werking veroorzaken. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van op willekeurige wijze gewijzigde inrichtingen. • Het product is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (inclusief kinderen) wier fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens beperkt zijn of die niet over genoeg ervaring of kennis beschikken, tenzij deze personen onder toezicht staan van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is of instructies hebben ontvangen over het gebruik van het product. • Laat kinderen niet met de bedieningsinrichtingen van de automatisering spelen. Houd de zenders buiten bereik van kinderen. • Kinderen dienen in het oog te worden gehouden om er zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat spelen. • In het voedingsnet van de installatie dient een afkoppelingsinrichting te worden geïnstalleerd met een openingsafstand tussen de contacten die een volledige afkoppeling toelaat in de condities die worden voorgeschreven door de overspanningscategorie III. • De besturingseenheid moet worden aangesloten op een elektrische voedingsleiding die correct geaard is. • De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal van het product moet volgens de plaatselijk geldende regels plaatsvinden. 1 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT De besturingseenheid MC424 is bestemd voor het aansturen van elektromechanische 24 V aandrijvingen Wingo, voor de automatisering van poorten of deuren met draaivleugels. LET OP! – Ieder gebruik dat afwijkt van wat hier beschreven is en in andere omgevingscondities dan in deze handleiding zijn vermeld dient als oneigenlijk en dus als verboden te worden beschouwd! De besturingseenheid MC424 beschikt over een systeem dat de belasting van de op de eenheid aangesloten motoren verifieert (amperometrisch), met dit systeem kunnen de eindaanslagen automatisch gedetecteerd worden, de bedrijfstijd van elke afzonderlijke motor in het geheugen opgeslagen worden en eventuele obstakels tijdens de normale beweging herkend worden. Dit kenmerk maakt het installeren veel eenvoudiger gezien het feit dat er geen enkele instelling van de bedrijfstijden en vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere (faseverschil) nodig is. De besturingseenheid is voorgeprogrammeerd op de normaal vereiste functies; eventueel kunnen er via een eenvoudige procedure meer specifieke functies gekozen worden (zie hoofdstuk 5). Het is mogelijk de besturingseenheid bij een stroomuitval van stroom te voorzien via de bufferbatterijen PS124 (zie voor meer details hoofdstuk 6.2); de besturingseenheid kan ook worden aangesloten op het voedingssysteem op zonne-energie “Solemyo” (zie voor meer details hoofdstuk 6.3). RADIO-ONTVANGER: SMXI - SMIXS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 1 - BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2 - INSTALLATIE ANTENNE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 3 - OPSLAAN VAN EEN AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . 11 4 - WISSEN VAN ALLE ZENDERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . 12 AFBEELDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I - VII 2 INSTALLATIE Om enkele termen en aspecten van een automatiseringsinstallatie voor deuren of poorten met 2 vleugels te verduidelijken, verwijzen wij u naar de standaardinstallatie die te zien is op afb. 1. Nederlands – 1 NL Inhoudsopgave • LET OP! – Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor de veiligheid van de betrokken personen. Een onjuiste installatie kan ernstig letsel veroorzaken. Alvorens met de werkzaamheden te beginnen dient u de handleiding volledig door te lezen. In geval van twijfel, het product niet installeren en opheldering vragen aan de klantenservice van Nice. • LET OP! – Belangrijke aanwijzingen: bewaar deze handleiding voor eventuele toekomstige onderhoudswerkzaamheden of de verwerking als afval van het afgedankte product. Legenda afb. 1: 1. Elektromechanische 24 V aandrijving Wingo 2. Elektromechanische 24 V aandrijving Wingo 3. Knipperlicht Lucy24 4. Sleutelschakelaar 5. Stel fotocellen “FOTO” 6. Stel fotocellen “FOTO1” 7. Stel fotocellen “FOTO2” 8. Besturingseenheid NL Met name herinneren wij aan het volgende: • Voor de kenmerken en de aansluiting van de fotocellen gelieve u de specifieke instructies van het product te raadplegen. • De activering van het stel fotocellen “FOTO” heeft bij de openingsbeweging geen effect, terwijl bij de sluitbeweging een omkering wordt bewerkstelligd. • De activering van het stel fotocellen “FOTO1” blokkeert de manoeuvre zowel bij de openings- als bij de sluitbeweging. • De activering van het stel fotocellen “FOTO2” aangesloten op de daarvoor geprogrammeerde ingang AUX) heeft bij de sluitbeweging geen effect, terwijl bij de openingsbeweging een omkering wordt bewerkstelligd. Zie, om de onderdelen van de besturingseenheid te controleren, afb. 2. Legenda afb. 2: A. Connector 24 V stroomtoevoer B. Connector motor M1 C. Connector voor bufferbatterij PS124 / voedingssysteem op zonne-energie Solemyo (zie voor meer details hoofdstuk 6.3) D. Zekering gebruikers (500 mA) type F E. Keuzeschakelaar vertraging opening motor M1 of M2 F. Klem motor M2 G. Klem uitgang knipperlicht H. Klem uitgang SCA (lampje Poort Open) of elektrisch slot I: 24 Vdc klemmen voor gebruikers en fototest L. Klemmen voor ingangen L1…L5. Leds ingangen en programmering M. Klem voor radioantenne N. Plug-in “SM” voor radio-ontvanger O. Connector voor programmering/diagnostiek P1, P2, P3. Drukknoppen en leds voor programmering 2.1 - Controles voorafgaand aan de installatie Voordat u gaat installeren dient u te controleren of de onderdelen van het product intact zijn, het gekozen model adequaat is en de omgeving van installatie geschikt: • Controleer of alle gebruikscondities stroken met de “gebruikslimieten” en de “Technische gegevens van het product”. • Controleer of de voor de installatie gekozen ruimte compatibel is met de totaalafmetingen van het product (afb. 3). • Controleer of het voor de installatie van het product gekozen vlak van stevig materiaal is en een stabiele bevestiging kan verzekeren. • Controleer of er op de plaats van bevestiging geen kans op wateroverlast bestaat; monteer het product hoog genoeg boven de grond. • Controleer of er genoeg ruimte rond het product is om de handmatige manoeuvres gemakkelijk en veilig uit te kunnen voeren. • Controleer of de mechanische stops voor zowel de Sluitbeweging als de Openingsbeweging van de automatisering aanwezig zijn. 2.2 - Gebruikslimieten van het product Het product mag uitsluitend gebruikt worden met de 24 V Wingo reductiemotoren. 2.3 - Installatie Ga voor de bevestiging van de besturingseenheid te werk zoals te zien is op afb. 4. Neem daarnaast de volgende aanbevelingen in acht: • De besturingseenheid wordt geleverd in een kast die, indien adequaat geïnstalleerd, beschermingsklasse IP54 garandeert. De besturingseenheid is daarom ook geschikt voor installatie buitenshuis. • Bevestig de besturingseenheid op een vaste, verticale en vlakke ondergrond, op een plaats waar hij beschermd is tegen mogelijke stoten. Let op! – Het onderste gedeelte van de besturingseenheid moet zich op een afstand van minstens 40 cm van de grond bevinden. • Installeer de hiervoor bestemde kabel- of buisdoorvoeren in het onderste gedeelte van de kast (afb. 4). Let op! – Als de beschermbuizen van de kabels uitkomen in een put, is het waarschijnlijk dat er zich binnen de kast van de besturingseenheid condens zal vormen, die beschadiging van de elektronische kaart veroorzaakt. In dit geval dient u te zorgen voor een afdoende bescherming van de besturingseenheid, om condensvorming te voorkomen. • De kabeldoorvoeren kunnen alleen op de lange zijde van de kast worden geïnstalleerd als de besturingseenheid binnenshuis, op een beschermde plaats, wordt opgesteld. Zie voor de installatie van de overige inrichtingen van de automatisering de betreffende instructiehandleidingen. 2.4 - Elektrische aansluitingen LET OP! – Bij het uitvoeren van elektrische aansluitingen mag de installatie absoluut niet op de netspanning zijn aangesloten en moet de bufferbatterij van de automatisering, indien aanwezig, zijn afgekoppeld. – De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. – Controleer of alle gebruikte elektriciteitskabels van het juiste type zijn. 01. Draai de schroeven van het deksel los; 02. Maak de gaten voor het doorvoeren van de elektriciteitskabels; 03. Sluit de kabels aan volgens het elektrische schema van afb. 5. Zie voor de aansluiting van de voedingskabel afb. 6. Opmerking – Om het aansluiten van de kabels te vergemakkelijken, is het mogelijk de klemmen uit hun behuizingen te halen. • De ingangen van de contacten van het type NC (normaal gesloten), indien niet gebruikt, dienen via een geleidingsbrug met “GEMEENSCHAPPELIJK” verbonden te worden (met uitzondering van de ingangen van de fotocellen indien de functie FOTOTEST geactiveerd wordt, zie voor details paragraaf 2.4.3). • Als er voor dezelfde ingang meerdere NC contacten zijn, dan worden die onderling SERIEEL geschakeld. • De ingangen van de contacten van het type NO (normaal open) dienen, indien niet gebruikt, vrij gehouden te worden. • Als er voor dezelfde ingang meerdere NO contacten zijn, dan worden die onderling PARALLEL geschakeld. • De contacten moeten absoluut van het elektromechanische type zijn en mogen geen enkel potentiaal hebben; aansluitingen in fasen, zoals “PNP”, “NPN”, “Open Collector” etc., zijn niet toegelaten. • In het geval van boven elkaar geplaatste vleugels kunt u, via de geleidingsbrug E (afb. 2) selecteren welke motor bij het openen als eerste moet starten. Legenda van de afb. 2 - 5a - 5b - 5c: Klemmen Functie Beschrijving L-N1÷3 1÷3 4÷5 6÷7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17÷18 Voedingsleiding Motor 1 Motor 2 Knipperlicht SCA (lampje Poort Open) / Elektrisch slot Gemeenschappelijk 24 V (met stand by / fototest) 0V 24 V Gemeenschappelijk 24 V ALT FOTO FOTO1 STAP-VOOR-STAP AUX Antenne Netvoeding Aansluiting van de motor M1 Aansluiting van de motor M2 (Opmerking 1) Aansluiting van het knipperlicht 24 V max. 25 W Aansluiting voor lampje Poort Open 24 V max. 5 W of elektrische slot 12 V max. 25 VA ((zie hoofdstuk 5 - Programmering) Voeding +24 V voor TX fotocellen met fototest (max.100 mA); “GEMEENSCHAPPELIJK” voor alle veiligheidsingangen, met geactiveerde STAND BY-functie (Opmerking 2) 0V Voeding voor gebruikers Voeding gebruikers, zonder “Stand by” (24 V max. 200 mA) Gemeenschappelijk voor alle ingangen (+24 V ) zonder “Stand by” Ingang met STOP-functie (noodstop, veiligheidsblokkering) (Opmerking 3) NC ingang voor veiligheidsinrichtingen (fotocellen, contactlijsten) NC ingang voor veiligheidsinrichtingen (fotocellen, contactlijsten) Ingang voor cyclische werking (OPEN-STOP-SLUIT-STOP) Hulpingang (Opmerking 4) Aansluiting antenne van de radio-ontvanger Kabeltype 3 x 1,5 mm2 3 x 1,5 mm2 3 x 1,5 mm2 2 x 1 mm2 SCA: Elektrisch slot: 1 x 0,5 mm2 2 x 0,5 mm2 2 x 1 mm2 1 x 0,5 mm2 1 x 0,5 mm2 1 x 0,5 mm2 1 x 0,5 mm2 1 x 0,5 mm2 1 x 0,5 mm2 1 x 0,5 mm2 1 x 0,5 mm2 afgeschermde kabel type RG58 Opmerking 1 – Niet gebruikt voor poorten met één enkele vleugel (de besturingseenheid herkent automatisch of er één enkele motor geïnstalleerd is) Opmerking 2 – De “Stand By”-functie dient ervoor het stroomverbruik te verminderen; zie voor meer details over de elektrische aansluitingen paragraaf 2.4.1 “Aansluiting Stand by/Fototest” en voor de programmering hoofdstuk 5.2.3 “Functie Stand by/Fototest Opmerking 3 – De ingang ALT kan gebruikt worden voor NC contacten of op constante weerstand van 8,2 KΩ (zie het hoofdstuk “Programmering”) Opmerking 4 – In de fabriek is de hulpingang AUX geprogrammeerd met de functie “Open gedeeltelijk type 1”, maar deze ingang kan ook met één van de volgende functies geprogrammeerd worden: 2 – Nederlands Type ingang NO NO NO NO NC -- Beschrijving De bovenste vleugel gaat helemaal open De 2 vleugels gaan half open Alleen de openingsmanoeuvre wordt uitgevoerd Alleen de sluitmanoeuvre wordt uitgevoerd Functie FOTO 2 Geen enkele functie 2.4.1 - Opmerkingen over de aansluitingen Het merendeel van de aansluitingen is uiterst eenvoudig, voor een groot deel betreft het rechtstreekse aansluitingen op één enkele gebruiker of contact. Op onderstaande afbeeldingen zijn enkele voorbeelden gegeven over hoe u externe inrichtingen dient aan te sluiten: • Aansluiting Stand By / Fototest De Stand-by-functies is standaard actief; de functie wordt alleen automatisch uitgesloten wanneer de functie Fototest geactiveerd wordt. Opmerking - De functies Stand-by en Fototest kunnen alleen om de beurt actief zijn, de ene functie sluit de andere namelijk uit. De Stand-by-functie maakt het mogelijk het stroomverbruik te verminderen; er zijn drie soorten aansluitingen mogelijk: - met “stand by” actief (energiebesparing); zie het schakelschema van afb. 5a - standaard aansluiting: zonder “stand by” en zonder “fototest”; zie het schakelschema van afb. 5b - zonder “stand by” en met “fototest”; zie het schakelschema van afb. 5c Met geactiveerde “Stand-by”-functie zal de besturingseenheid, 1 minuut na het beëindigen van een manoeuvre, in Stand-by schakelen; hierbij worden alle ingangen en uitgangen uitgeschakeld, om zo stroom te besparen. Deze status wordt gesignaleerd door de led “OK” die langzamer gaat knipperen. WAARSCHUWING - Als de besturingseenheid wordt gevoed met een zonnepaneel (“Solemyo”-systeem) of bufferbatterij, is het noodzakelijk de “Stand-by”-functie te activeren zoals in het schakelschema van afb. 5a. Wanneer de “Stand-by”-functie niet nodig is, kan de “Fototest”-functie geactiveerd worden. Hiermee kunt u aan het begin van een manoeuvre controleren of de aangesloten fotocellen correct werken. Om deze functie te gebruiken dient u eerst de fotocellen correct aan te sluiten (zie schakelschema van afb. 5c) en vervolgens de functie te activeren. Opmerking – Als u de fototest activeert, zijn de aan de testprocedure onderworpen ingangen FOTO, FOTO1 en FOTO2. Als één van deze ingangen niet wordt gebruikt, moet deze op de klem 8 aangesloten worden. • Aansluiting sleutelschakelaar Voorbeeld 1 (afb. 7a): De keuzeschakelaar aansluiten om de functies STAPVOOR-STAP en ALT uit te voeren. Voorbeeld 2 (afb. 7b): De sleutelschakelaar aansluiten om de functies STAPVOOR-STAP en één van de voor de hulpingang voorziene functies (OPEN GEDEELTELIJK, ALLEEN OPENEN, ALLEEN SLUITEN...) uit te voeren. Opmerking – Zie voor de elektrische aansluitingen met geactiveerde “Stand By”-functie “Functie Stand By/Fototest” in deze paragraaf 2.4.1. • Aansluiting lampje Poort Open / Elektrische slot (afb. 8) Als de SCA (lampje Poort Open) geprogrammeerd is, kan de uitgang gebruikt worden als lampje Poort Open. Het lampje knippert langzaam gedurende de openingsbeweging en snel bij de sluitbeweging; het brandt vast bij stilstaande geopende poort en is uit wanneer de poort gesloten is. Als de uitgang geprogrammeerd is als elektrisch slot, wordt hij bij ieder begin van een openingsmanoeuvre 3 seconden lang geactiveerd. 2.4.2 - Typologie ingang ALT De besturingseenheid MC424 kan geprogrammeerd worden voor twee soorten ALT-ingangen: - Alt type NC voor aansluiting op contacten van het type NC. - Alt met constante weerstand. Hiermee kunt u inrichtingen met een uitgang met constante weerstand 8,2 KΩ (bijv. contactlijsten) op de besturingseenheid aansluiten. De ingang meet de waarde van de weerstand en trekt toestemming voor de manoeuvre in wanneer de weerstand buiten het nominale bereik komt. Met de juiste aanpassingen kunt u op de Alt-ingang met constante weerstand ook inrichtingen met normaal geopende (“NO”) contacten, normaal gesloten (“NC”) contacten en eventueel meer dan één inrichting, ook van verschillend type, aansluiten, zie Tabel 1. LET OP! – Als de Alt-ingang met constante weerstand gebruikt wordt om inrichtingen met veiligheidsfuncties aan te sluiten, garanderen alleen de inrichtingen met uitgang met constante weerstand 8,2 KΩ de veiligheidscategorie 3 tegen storingen. 2.5 - Eerste inschakeling en controle van de aansluitingen LET OP! – De aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Na stroom aan de besturingseenheid te hebben gegeven, dient u te controleren of alle leds gedurende enkele seconden snel knipperen. Voer vervolgens de volgende controles uit: 1. Controleer of op de klemmen 9-10 een spanning van ongeveer 30 Vdc staat; als dat niet het geval is, sluit de stroomvoorziening dan onmiddellijk af en controleerde aansluitingen en de spanning van de stroomvoorziening beter. 2. Na eerst snel geknipperd te hebben, signaleert de led P1 dat de besturingseenheid correct functioneert door regelmatig te knipperen, met tussenpozen van een seconde. Wanneer er een variatie op de ingangen is, zal de LED “P1” tweemaal snel knipperen waarmee aangegeven wordt dat de ingang herkend is. 3. Als de aansluitingen correct zijn, moeten de desbetreffende leds van de ingangen van het type “NC” branden, terwijl de bij de ingangen van het type “NO” horende leds uit moeten zijn. Zie afb. A en Tabel 2. A TABEL 2 INGANG ALT FOTO FOTO1 P.P. AUX TYPE INGANG ALT NC ALT WEERSTAND CONTANTE 8,2 KΩ NC NC NO OPEN GEDEELTELIJK type 1 - NO OPEN GEDEELTELIJK type 2 - NO ALLEEN OPENEN - NO ALLEEN SLUITEN - NO FOTO2 - NC STATUS LED L1 aan L1 aan L2 aan L3 aan L4 uit L5 uit L5 uit L5 uit L5 uit L5 aan NO NC 8,2 KΩ 4. Verifieer dat, wanneer u de inrichtingen activeert die op de ingangen aangesloten zijn, de desbetreffende leds uitgaan of gaan branden. 5. Verifieer dat, wanneer u op toets P2 drukt, beide motoren een korte openingsmanoeuvre uitvoeren waarbij de motor van de bovenste vleugel als eerste start. Onderbreek de manoeuvre door opnieuw op toets P2 te drukken. Als de motor bij het openen niet starten, dient u de polen van de motorkabels om te draaien. Als de eerste motor die start niet de motor van de bovenste vleugel is, dient u de geleidingsbrug E (afb. 2) om te zetten. NO Parallelschakeling (opmerking 1) (opmerking 2) Parallelschakeling 2.6 - Automatisch zoeken van de eindaanslagen NC (opmerking 2) Serieschakeling (opmerking 3) Serieschakeling Parallelschakeling Serieschakeling (opmerking 4) TABEL 1 1e inrichting type: 2e inrichting type: Opmerkingen bij Tabel 1: Opmerking 1 – Eén of meerdere NO inrichtingen kunnen zonder enige beperking van het aantal inrichtingen onderling parallel geschakeld worden met een eindweerstand van 8,2 KΩ (afb. 9a). Zie voor de elektrische aansluitingen met geactiveerde “Stand By”-functie “Functie Stand By/Fototest” in deze paragraaf 2.4.1. Opmerking 2 – De combinatie NO en NC is mogelijk door de 2 contacten onderling parallel te schakelen waarbij in serie met het NC contact een weerstand van 8,2 KΩ geschakeld moet worden ((ook de combinatie van 3 inrichtingen: NO, NC en 8,2 KΩ is dus mogelijk (afb. 9b). Opmerking 3 – Eén of meer NC inrichtingen kunnen onderling in serie en met een weerstand van 8,2KΩ worden verbonden zonder enige beperking van het aantal inrichtingen (afb. 9c). Opmerking 4 – Alleen een inrichting met een uitgang met constante weerstand 8,2 KΩ kan aangesloten worden; eventueel moeten meerdere inrichtingen “in cascadeschakeling” met een enkele eind- weerstand van 8,2 KΩ aangesloten worden (afb. 9d). 8,2KΩ Na afloop van de controles kunt beginnen met het automatisch zoeken van de mechanische stops; dit is nodig omdat de besturingseenheid MC424 de duur van de openings- en sluitmanoeuvres moet “meten”. Deze procedure is geheel automatisch en baseert zich op het meten van de belasting van de motoren om de mechanische stops bij opening en sluiting te detecteren. Nederlands – 3 NL Functie OPEN GEDEELTELIJK TYPE 1 OPEN GEDEELTELIJK TYPE 2 OPEN SLUIT FOTO 2 UITGESLOTEN NL Let op! - Als deze procedure reeds is uitgevoerd dient u, om deze opnieuw te activeren, eerst het geheugen te wissen (zie hoofdstuk “Wissen van het geheugen”). Om te controleren of het geheugen de parameters van de eindaanslagen bevat, eerst de stroomvoorziening van de besturingseenheid uit- en vervolgens weer inschakelen. Als alle leds ongeveer 6 seconden snel knipperen is het geheugen leeg; als ze maar 3 seconden knipperen,bevat het geheugen de parameters van de eindaanslagen reeds. Alvorens met het zoeken van de eindaanslagen te beginnen dient u te controleren of alle veiligheidsinrichtingen hun toestemming daarvoor geven (ALT, FOTO en FOTO1 geactiveerd). Activering van een veiligheidsinrichting of het binnenkomen van een bedieningsinstructie tijdens de procedure heeft tot gevolg dat deze onmiddellijk onderbroken wordt. De vleugels kunnen zich in iedere willekeurige positie bevinden, maar het verdient de voorkeur dat ze ongeveer halverwege staan. Procedure – Druk op de knop P2 (afb. 2) om de zoekfase te starten. Deze fase bestaat uit: - Korte openingsbeweging van beide motoren. - Sluitbeweging van de motor van de onderste vleugel tot aan de mechanische stop van de sluitbeweging. - Sluitbeweging van de motor van de bovenste vleugel tot aan de mechanische stop van de sluitbeweging. - Begin openingsbeweging van de motor van de bovenste vleugel. - Na het voorziene faseverschil (vertraging), begin openingsbeweging van de onderste vleugel. Als de vertraging niet voldoende is, dient u het zoeken te onderbreken met de toets P1 (afb. 2), en vervolgens de tijdsinstelling te veranderen (zie hoofdstuk 5). - De besturingseenheid meet de beweging die nodig is om de motoren de mechanische stops van de openingsbeweging te laten bereiken. - Complete sluitmanoeuvre. De motoren kunnen op verschillende momenten starten, het doel hiervan is bij het bereiken van de gesloten stand een faseverschil (vertraging) te handhaven die volstaat om het gevaar voor interferentie tussen de vleugels te vermijden. - Einde van de procedure met opslag in het geheugen van alle verrichte metingen. Al deze fasen worden de een na de ander uitgevoerd, zonder dat de gebruiker iets hoeft te doen. Als de procedure om welke reden dan ook niet goed verloopt, dient u hem te onderbreken door op de toets P1 te drukken. Vervolgens herhaalt u de procedure, waarbij u eventueel parameters wijzigt, bijvoorbeeld de activeringsdrempel van de stroommeting (zie hoofdstuk 5). 3 EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING Dit zijn de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering teneinde een zo groot mogelijke veiligheid van de installatie te garanderen. De eindtest kan ook gebruikt worden om de inrichtingen, waaruit de automatisering is opgebouwd, periodiek te controleren. De fasen van de eindtest en de inbedrijfstelling van de automatisering moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en ervaren personeel dat dient te bepalen welke tests in functie van de bestaande risico’s noodzakelijk zijn en te controleren of de wettelijke voorschriften, normen en regels en met name alle vereisten van norm EN 12445, die de testmethodes voor de controle van automatiseringen voor poorten bepaalt, in acht genomen zijn. De extra of optionele inrichtingen moeten worden onderworpen aan een specifieke eindtest, zowel voor wat betreft de werking als voor wat betreft de juiste interactie met de MC424; raadpleeg de instructiehandleidingen van de afzonderlijke inrichtingen. manoeuvre wordt omgekeerd voordat de door de normen voorgeschreven kracht wordt overschreden. • Afhankelijk van de met de ingangen verbonden inrichtingen kunnen er nog andere controles vereist zijn. Let op – Als er gedurende 2 achtereenvolgende manoeuvres in dezelfde richting een obstakel wordt gedetecteerd, zal de besturingseenheid een gedeeltelijke omkering van beide motoren uitvoeren die slechts 1 seconde duurt. Bij de volgende bedieningsinstructie starten de vleugels in de openingsrichting en wordt de eerste activering van de stroommeting voor elke motor beschouwd als mechanische stop bij de openingsbeweging. De automatisering gedraagt zich op dezelfde manier als bij een hervatting van de netvoeding: de eerste instructie is altijd voor een openingsmanoeuvre en het eerste obstakel wordt altijd beschouwd als mechanische stop bij de openingsbeweging. 3.2 - Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de eindtest met succes zijn afgesloten. 1 Maak een technisch dossier van de automatisering, dat de volgende documenten moet omvatten: een overzichtstekening van de automatisering, het schema van de tot stand gebrachte elektrische aansluitingen, de risicoanalyse en de toegepaste oplossingen (zie op de site www.niceforyou.com de formulieren die moeten worden ingevuld), de verklaring van overeenstemming van de fabrikant van alle gebruikte inrichtingen en de door de installateur ingevulde verklaring van overeenstemming. 2 Breng een plaatje op de poort aan met daarop tenminste de volgende gegevens: type automatisering, naam en adres van de fabrikant (verantwoordelijk voor de “inbedrijfstelling”), serienummer, bouwjaar en “CE”-keurmerk. 3 Alvorens de automatisering in bedrijf te stellen, dient u de eigenaar afdoende te informeren over de gevaren en restrisico’s die nog aanwezig zijn. 4 DIAGNOSTIEK De led Diagnostiek P2 (afb. 2) signaleert eventuele storingen of ongewone gedragingen die door de besturingseenheid tijdens de manoeuvre geconstateerd worden. Het soort probleem wordt door een reeks met een bepaald aantal knipperingen aangegeven en deze signalering blijft tot de volgende manoeuvre actief. Hier volgt een overzichtstabel: Aantal Knipperingen led P2 1 2 3 4 5 5 Soort storing Activering stroommeting M1 Activering stroommeting M2 Activering ingang ALT tijdens de manoeuvre Fout Fototest Overstroom uitgang SCA of elektrisch slot PROGRAMMERING 3.1 - Eindtest De reeks van tests heeft betrekking op de besturingseenheid die geprogrammeerd is met de vooringestelde functies, zie paragraaf 5.1: • Controleer of de activering van de ingang STAP-VOOR-STAP de reeks “Open, Stop, Sluit, Stop” activeert. • Controleer of de activering van de ingang AUX (functie gedeeltelijk openen Type 1) de reeks: Open, Stop,Sluit, Stop” van alleen de motor van de bovenste vleugel aanstuurt, terwijl de motor van de onderste vleugel in gesloten stand blijft staan. • Laat een openingsmanoeuvre van start gaan en controleer of het volgende gebeurt: - bij het afdekken van FOTO zet de poort de openingsmanoeuvre voort. - bij het afdekken van FOTO1 stopt de manoeuvre totdat FOTO1 weer vrij is, daarna wordt de openingsmanoeuvre voortgezet. - Indien FOTO2 geïnstalleerd is, moet de manoeuvre nadat deze inrichting afgedekt is, stoppen en moet de poort naar gesloten stand teruglopen. • Controleer of, wanneer de vleugel de mechanische stop van de openingsbeweging bereikt,de motoren worden uitgeschakeld. • Laat een sluitmanoeuvre van start gaan en controleer het volgende: - bij het afdekken van FOTO stopt de manoeuvre stopt de manoeuvre totdat FOTO1 weer vrij is. - bij het afdekken van FOTO1 stopt de manoeuvre totdat FOTO1 weer vrij is, en wordt de manoeuvre vervolgens voortgezet in openingsrichting. - bij het afdekken van FOTO2 zet de poort de sluitmanoeuvre voort. • Controleer of de stopinrichtingen die zijn verbonden met de ingang ALT iedere beweging onmiddellijk stopzetten. • Controleer of het niveau van het obstakeldetectiesysteem geschikt is voor de toepassing: - Verhinder gedurende de manoeuvre (zowel bij het openen als bij het sluiten) de beweging van de vleugel om een obstakel te simuleren en controleer of de 4 – Nederlands De besturingseenheid MC424 beschikt over enkele programmeerbare functies. Deze functies worden vooringesteld in een standaardconfiguratie die voor het grootste deel van de automatiseringen voldoende geschikt is. Deze functies kunnen op elk gewenst moment gewijzigd worden, zowel voor als na de automatische zoekfase van de eindaanslagen, via een speciale programmeringsprocedure; zie paragraaf 5.3. 5.1 - Vooringestelde functies • • • • • • • • • • • • • Beweging motoren: Automatisch sluiten: Woonblok: Voorwaarschuwing: Sluit na foto: Vertraging bij openen: STAND BY / Fototest: SCA/Elektrisch slot: Ingang ALT: Zware poorten: SCA proportioneel: Pauzeduur: Hulpingang: snel actief gedeactiveerd gedeactiveerd gedeactiveerd niveau 2 (10%) Stand by SCA type NC gedeactiveerd gedeactiveerd 20 seconden gedeeltelijke opening Type 1 (activeert alleen de motor van de bovenste vleugel) • Gevoeligheid stroommeting: Klasse 2 5.2 - Programmeerbare functies Opdat de installatie beter aansluit op de eisen van de gebruiker en veiliger is bij de verschillende gebruikscondities, bestaat de mogelijkheid via de besturingseenheid MC424 bepaalde functies of parameters en de functie van bepaalde ingangen en uitgangen programmeren. 5.2.2 - Programmering eerste niveau: eerste deel • Automatisch sluiten: met deze functie wordt de poort na afloop van de geprogrammeerde pauzeduur automatisch gesloten, aanvankelijk is de pauzeduur ingesteld op 20 seconden maar dit kan in 5,10,20,40 of 80 seconden gewijzigd worden. Als de functie niet wordt geactiveerd, is het gedrag van de poort “semi-automatisch”. • Functie “Woonblok”: deze functie is nuttig wanneer er veel mensen zijn die de installatie met een afstandbediening gebruiken. Als deze functie geactiveerd is, veroorzaakt elke ontvangen bedieningsinstructie een openingsmanoeuvre die niet door verdere bedieningsimpulsen onderbroken kan worden. Als de functie niet geactiveerd is, veroorzaakt een bedieningsinstructie OPEN-STOP-SLUIT-STOP. • Voorwaarschuwing: Met deze functie kan het waarschuwingslicht geactiveerd worden voordat de manoeuvre van start gaat, het licht wordt 3 seconden ingeschakeld. Als de functie niet wordt geactiveerd, gaat het waarschuwingslicht knipperen als de manoeuvre van start gaat. • Sluit na foto: in geval van automatische sluiting kunt u met deze functie de pauzeduur op 4 seconden terugbrengen nadat de fotocel FOTO is vrijgemaakt, dat wil zeggen de poort sluit 4 seconden nadat de gebruiker er doorheen is gegaan. Als de functie niet wordt geactiveerd, heeft de pauzeduur de geprogrammeerde duur. • Vertraging bij openen: met deze functie verkrijgt u bij het openen een vertraging in de activering van de onderste vleugel ten opzichte van de bovenste vleugel om te voorkomen dat de vleugels tegen elkaar kunnen slaan. Het faseverschil bij het sluiten is altijd aanwezig en wordt automatisch door de besturingseenheid berekend om altijd hetzelfde geprogrammeerde faseverschil bij het openen te verkrijgen. 5.2.3 - Programmering eerste niveau: tweede deel • Functie Stand By / Fototest: op de besturingseenheid is de functie “Stand by” vooringesteld; als deze functie actief is zal de besturingseenheid 1 minuut na afloop van een manoeuvre de uitgang“Stand by” (klem 8), alle ingangen en de andere uitgangen uitschakelen om het stroomverbruik te beperken (zie het schakelschema van afb. 5a). Deze functie is verplicht indien de besturingseenheid uitsluitend via Solemyo zonnepanelen wordt gevoed. De functie wordt ook aanbevolen wanneer de besturingseenheid via het elektriciteitsnet wordt gevoed en u de werking op noodvoeding (bufferbatterij PS124) wilt verhogen. Als alternatief voor “Stand by” kan de functie “Fototest” worden geactiveerd: deze functie controleert aan het begin van een manoeuvre of de aangesloten fotocellen correct werken. Om deze functie te gebruiken, dient u de fotocellen correct aan te sluiten (zie schakelschema van afb. 5c) en vervolgens de functie te activeren. • Uitgang lampje Poort Open / Elektrisch slot: als de functie wordt geactiveerd, kunnen de klemmen 6-7 gebruikt worden om het elektrische slot aan te sluiten. Als de functie niet wordt geactiveerd, kunnen de klemmen 6-7 gebruikt worden voor aansluiting van een controlelampje voor poort open (24 V). • Ingang ALT van het type NC of met Constante weerstand: als de functie wordt geactiveerd, wordt de ALT ingang op “Constante weerstand 8.2 KΩ” ingesteld, in dit geval moet er, om toestemming voor de manoeuvre te geven, tussen de gemeenschappelijke geleider en de ingang een weerstand van 8.2 KΩ +/-25% aanwezig zijn. Als de functie niet is ingesteld, wordt de ingang ALT geconfigureerd om te werken met contacten van het type NC. • Lichte/zware poorten: als de functie wordt geactiveerd, kan de besturingseenheid ook zware poorten aansturen door de versnelling en de vertragingssnelheid bij het sluiten op een andere manier in te stellen. Als de functie niet wordt geactiveerd, is de besturingseenheid ingesteld om lichte poorten aan te sturen. • SCA proportioneel: als deze functie wordt geactiveerd, is de uitgang SCA op proportioneel knipperen ingesteld, ofwel bij de openingsmanoeuvre gaat de lamp steeds sneller knipperen naarmate de vleugels dichterbij de openingseindaanslagen komen, daarentegen wordt bij de sluitmanoeuvre het knipperen minder intensief al naar gelang de vleugels dichterbij de sluitingseindaanslagen komen. Als de functie niet wordt geactiveerd, knippert het licht langzaam bij het openen en snel bij het sluiten. 5.2.4 - Functies tweede niveau • Pauzeduur: de pauzeduur, oftewel de tijd die verstrijkt tussen het einde van een openingsmanoeuvre en het begin van de automatische sluiting, kan op 5, 10, 20, 40 en 80 seconden geprogrammeerd worden. • Hulpingang AUX: De besturingseenheid heeft een hulpingang die kan worden geconfigureerd voor één van de volgende 6 functies: - Gedeeltelijk openen type 1: deze voert dezelfde functie als de ingang STAP-VOOR-STAP uit en veroorzaakt alleen de opening van de bovenste vleugel. Deze functie werkt alleen als de poort helemaal dicht is, anders wordt ze geïnterpreteerd alsof het een bedieningsinstructie STAP-VOOR-STAP was. - Gedeeltelijk openen type 2: deze voert dezelfde functie als de ingang STAP-VOOR-STAP uit en veroorzaakt de opening van de beide vleugels voor de helft van de tijd die voorzien is voor volledige opening. Deze functie werkt alleen als de poort helemaal dicht is, anders wordt ze geïnterpreteerd alsof het een bedieningsinstructie STAP-VOOR-STAP was. - Alleen openen: deze ingang voert alleen de opening uit met de volgorde Open-Stop-Open-Stop - Alleen sluiten: deze ingang voert alleen de sluiting uit met de volgorde Sluit-Stop-Sluit-Stop - Foto 2: voert de functie van de veiligheidsinrichting “FOTO 2” uit - Uitgesloten: de ingang beheert geen enkele functie • Drukafvoertijd: na afloop van de sluitmanoeuvre, nadat de vleugels volledig gesloten zijn, blokkeert de motor de vleugels met een geprogrammeerde kracht. Meteen daarna wordt, als deze functie actief is, een zeer korte omkering van de beweging aangestuurd die ervoor dient de overtollige druk die de motor op de vleugels uitoefent af te voeren. • Gevoeligheid stroommeting: de besturingseenheid beschikt over een systeem voor het meten van de door de twee motoren opgenomen stroom dat gebruikt wordt om de mechanische eindaanslagen en eventuele obstakels tijdens de beweging van de poort te detecteren. Aangezien de opgenomen stroom afhangt van verschillende omstandigheden (gewicht poort, allerlei soorten wrijvingen, windstoten, spanningsvariaties, etc..) is er voorzien in een mogelijkheid de activeringsdrempel te veranderen. Er zijn 6 niveaus voorzien: graad 1 is de gevoeligste (minimumkracht), graad 6 is de minst gevoelige (maximumkracht). LET OP! – De functie “stroommeting” kan, wanneer deze correct is afgesteld (in combinatie met andere noodzakelijke maatregelen) nuttig zijn voor het in acht nemen van de Europese voorschriften, EN 12453 en EN 12445, die het gebruik van technieken of inrichtingen vereisen die tot doel hebben de krachten en het gevaar van bewegende automatische deuren en poorten te beperken. • Vertraging vleugel: de vertraging in het starten van de motor van de onderste vleugel kan op 5, 10, 20, 30 of 40% van de bedrijfsduur geprogrammeerd worden. 5.3 - Programmeermodi Alle in paragraaf 5.2 “Programmeerbare functies” beschreven functies kunnen via een programmeringsfase geselecteerd worden. Aan het eind van deze fase worden de gemaakte keuzes in het geheugen opgeslagen. In de besturingseenheid zit een geheugen dat de functies en de parameters van de automatisering bewaart. Voor alle programmeringsfasen worden de toetsen P1 P2 en P3 gebruikt, terwijl de 5 leds L1 ,L2…L5 de geselecteerde parameter aangeven. Er zijn 2 programmeringsniveaus: • Op het eerste niveau kunt u de functies activeren of deactiveren. Elke Led L1, L2…. L5 behoort bij een bepaalde functie; als de led brandt, is die functie geactiveerd, als de led uit is, is die functie niet geactiveerd. Het eerste niveau bestaat uit 2 delen welke u kunt selecteren door op toets P3 te drukken. De bijbehorende LED P3 geeft aan welk van de 2 delen geselecteerd is. Eerste niveau (Led P1 brandt continu): eerste deel (led P3 uit) Led L1 Led L2 Led L3 Led L4 Led L5 Automatisch sluiten Functie woonblok Voorwaarschuwing Sluit na foto Vertraging bij openen Eerste niveau (Led P1 brandt continu): tweede deel (led P3 aan) Led L1 Led L2 Led L3 Led L4 Led L5 Stand By / Fototest Elektrisch slot Alt door weerstand Zware poorten SCA proportioneel • Vanuit het eerste niveau van het eerste deel kunt u overgaan naar het tweede niveau waar u de bij die functie behorende parameter kunt selecteren; elke led komt met een andere aan de parameter te koppelen waarde overeen. Eerste niveau (Led P1 brandt continu): eerste deel (led P3 uit) Led L1 Led L2 Led L3 Led L4 Led L5 Automatisch sluiten Functie woonblok Voorwaarschuwing Sluit na foto Vertraging bij openen Tweede niveau: Parameter: Parameter: Parameter: Parameter: Parameter: Pauzeduur L1: 5s Ingang AUX Drukafvoertijd L1: geen drukafvoer L2: 0,3s Gevoeligheid stroommeting L1: Graad 1 (gevoeliger) L2: Graad 2 Vertraging vleugel L1: 5%s L2: 10s L1: Open gedeeltelijk TYPE 1 L2: Open gedeeltelijk TYPE 2 L2: 10% L3: 20s L3: Alleen openen L3: 0,7s L3: Graad 3 L3: 20% L4: 40s L4: Alleen sluiten L4: 1,3s L4: Graad 4 L4: 30% L5: 80s L5: Foto 2 L5: 2s L5: Graad 5 (minder gevoelig) L5: 40% Alle LEDs uit: ingang niet gebruikt Alle LEDs uit: Graad 6 (stroommeting max) Eerste niveau (Led P1 brandt continu): tweede deel (led P3 aan) Led L1 Led L2 Led L3 Led L4 Led L5 Stand By / Fototest Elektrisch slot Alt door weerstand Zware poorten SCA proportioneel Nederlands – 5 NL 5.2.1 - Directe programmering • Langzame/snelle beweging: Het is op elk willekeurig moment mogelijk de bewegingssnelheid van de poort te kiezen (met stilstaande motor), hiervoor gebruikt u de toets P3 (afb. 2) wanneer de centrale zich niet in een programmeerstatus bevindt. Als de led P3 uit is, betekent dit dat de langzame beweging is ingesteld, als de led brandt betekent dit dat de hoge snelheid is ingesteld. 5.3.1 - Programmering eerste niveau: functies Op het eerste niveau kunt u de functies activeren of deactiveren. Op het eerste niveau is de led P1 altijd aan en geven de brandende leds L1, L2…L5 de actieve functies aan, terwijl de niet-brandende leds aangeven dat de functies niet actief zijn. De knipperende led geeft de geselecteerde functie aan; als het lampje snel knippert betekent dit dat de functie niet actief is, als het lampje langzaam knippert is de functie actief. Om van het eerste deel van de programmeringnaar naar het tweede deel over te gaan, en omgekeerd, dient u op toets P3 te drukken. TABEL A1 - Oproepen van programmering eerste niveau 01. Houd de toetsen P1 en P2 tenminste gedurende 3 seconden ingedrukt Snel knipperen van alle leds geeft aan dat de programmeermodus geactiveerd werd P1 P2 TABEL A2 - Activeren of deactiveren van een functie 01. Druk meermaals op P1 totdat de knipperende led op de gewenste functie is gekomen P1 02. Druk op P2 om deze functie te activeren of te deactiveren P2 TABEL A3 - Overgaan van eerste deel naar tweede deel van het eerste niveau (en omgekeerd) 01. Druk op de toets P3 P3 TABEL A4 - Verlaten van het eerste niveau met bevestiging van de wijzigingen 01. Houd de toets P1 ingedrukt en onmiddellijk daarna de toets P2, en houd beide toetsen minstens 3 seconden ingedrukt P1 P2 3s NL TABEL A5 - Verlaten van het eerste niveau met annulering van de wijzigingen 01. Druk tenminste 3 seconden op P1, of wacht 1 minuut, of schakel de stroomvoorziening uit 3s of P1 60s, of 5.3.2 - Programmering tweede niveau: parameters Op het tweede niveau kunt u de parameters met betrekking tot de functies selecteren. U kunt alleen via het eerste naar het tweede niveau gaan. Op het tweede niveau knippert de led P1 snel, terwijl de andere 5 leds L1, L2... L5 de geselecteerde parameter aangeven. TABEL B1 - Oproepen van programmering tweede niveau 01. Roep de programmering eerste niveau op door tenminste 3 seconden op P1 en P2 te drukken P1 P2 3s 02. Selecteer de functie door op de toets P1 te drukken totdat de knipperende led op het gewenste punt staat P1 03. Ga het tweede niveau binnen door de toets P2 tenminste 3 seconden ingedrukt te houden P2 3s TABEL B2 - Kiezen van een parameter 01. Druk meermaals op P2 totdat de led op de gewenste parameter is gekomen P2 TABEL B3 - Teruggaan naar het eerste niveau 01. Druk op de toets P1 P1 TABEL B4 - Verlaten van het eerste niveau met bevestiging van de wijzigingen 01. Houd de toets P1 ingedrukt en onmiddellijk daarna de toets P2, en houd beide toetsen minstens 3 seconden ingedrukt P1 P2 3s TABEL B5 - Verlaten van het eerste niveau met annulering van de wijzigingen 01. Druk tenminste 3 seconden op P1, of wacht 1 minuut, of schakel de stroomvoorziening uit 3s P1 of 60s of 5.3.3 - Wissen van het geheugen Bij elke nieuwe programmering worden de voorgaande instellingen vervangen, het is dus normaal gesproken niet nodig “alle parameters te wissen”. In elke ge val kunt u het geheugen helemaal wissen door onderstaande eenvoudige han6 – Nederlands delingen te verrichten: LET OP – Nadat het geheugen is gewist keren alle functies op de vooraf ingestelde waarden terug en dient u opnieuw de eindaanslagen te zoeken. TABEL C1 - Wissen van het geheugen 01. Schakel de stroomvoorziening naar de besturingseenheid uit en wacht totdat alle LEDs uit zijn (verwijder eventueel de zekering F1) 02. Druk op de twee toetsen P1 P2 op de kaart en houd die ingedrukt P1 P2 P1 P2 03. Schakel de stroomvoorziening naar de besturingseenheid weer in 04. Wacht tenminste 3 seconden en laat vervolgens de twee toetsen los 3s Als het wissen van het geheugen tot een goed einde is gekomen gaan alle leds 1 seconde uit 5.3.4 - Voorbeeld van programmering eerste niveau In deze voorbeelden laten wij u de stappen zien die noodzakelijk zijn om een functie op het eerste niveau te activeren of te deactiveren, bijvoorbeeld active- ring van de functie "Woonblok" en voorbereiding van de uitgang "SCA" om het elektrische slot te activeren. Voorbeeld van programmering eerste niveau: activeer de functie “Woonblok” en activeer de uitgang voor “elektrisch slot” 01. Roep de programmering eerste niveau op door tenminste 3 seconden op P1 en P2 te drukken P2 3s P2 04. Druk één maal op P3 voor het activeren van deel twee (de led van P3 gaat aan) P3 2 P1 06. Activeer de uitgang "Elektrisch slot" door op P2 te drukken (led knippert langzaam) P2 07. Sluit de programmering af, na de gegevens te hebben opgeslagen door de toets P1 ingedrukt te houden en onmiddellijk daarna de toets P2, en beide toetsen minstens 3 seconden ingedrukt te houden 5.3.5 - Voorbeeld van programmering tweede niveau In dit voorbeeld laten wij u de stappen zien die noodzakelijk zijn om een para- 3s 2 P1 x1 03. Activeer de functie "Woonblok" door op P2 te drukken (led knippert langzaam) 05. Druk 1 maal op P1 om de knipperende led op led 2 te brengen (led knippert snel) P2 NL 02. Druk 1 maal op P1 totdat de knipperende led op led 2 staat (led knippert snel) P1 P1 meter op het tweede niveau te wijzigen; als voorbeeld wijzigen we de gevoeligheid van de stroommeting op “niveau 5”. Voorbeeld van programmering van het tweede niveau: wijzigen van de “gevoeligheid van de stroommeting” 01. Roep de programmering eerste niveau op door tenminste 3 seconden op P1 en P2 te drukken 02. Druk 3 maal op P1 totdat de knipperende led op led 4 komt P1 P2 3s 5 P2 x3 05. Ga terug naar het eerste niveau door op P1 te drukken 06. Sluit de programmering af, na de gegevens te hebben opgeslagen door de toets P1 ingedrukt te houden en onmiddellijk daarna de toets P2, en beide toetsen minstens 3 seconden ingedrukt te houden 3s 4 P1 x3 03. Ga naar het tweede niveau door tenminste 3 seconden op P2 te drukken 04. Druk 3 maal op P2 totdat de led 5 gaat branden P2 P1 P1 P2 3s Nederlands – 7 5.3.6 - Programmeerschema Op onderstaande afbeelding vindt u het complete schema voor programmering van de functies en de daarbij horende parameters. Op deze afbeelding zijn ook Normale Werking de functies en parameters aangegeven die aanvankelijk of na volledig wissen van het geheugen vooringesteld (fabrieksinstelling) zijn. P1 Led P1 knippert langzaam STOP Foto Foto 1 Stap voor Stap AUX P2 P3 P1+P2 gedurende 3 sec. P1 gedurende 3 sec. (bewaart niet) P1+P2 gedurende 3 sec. (bewaart) - Eerst P1! P1 Eerste niveau Led P1 brandt continu Auto. Woonbl. VrW. Sluiten Terug Vertr. na foto Open. P2 P1 On Off P3 Stand Elektros. STOP Zware SCA by Wrst. Poorten Prop. Fototest P3 NL P3 P2 PAUZEDUUR P2 gedurende 3 sec. P1 P1 5 10 20 40 80 P2 seconden P3 HULPINGANG (*) P1 Tweede niveau Led P1 knippert snel a.p. a.p. Alleen Alleen Foto 2 Type 1 Type 2 openen sluiten P2 P3 DRUKAFVOER P1 0 0,3 0,7 1,3 2 P2 seconden P3 GEVOELIGHEID STROOMMETING P1 1 2 3 4 5 (*) a.p. TYPE 1 P2 graad P3 a.p. TYPE 2 alle Leds uit. - max. stroommeting VERTRAGING IN HET OPENEN P1 5 10 20 30 40 P2 % P3 Gedeeltelijke opening type 2, manoeuvre van beide motoren gedurende de 1/2 van de bedrijfstijd [NO contact] Alleen openen open   stop   open   stop... [NO contact] Alleen sluiten sluit   stop   sluit   stop... [NO contact] Foto 2 8 – Nederlands Gedeeltelijke opening type 1, alleen manoeuvre van de bovenste vleugel [NO contact] Gebruikt als foto 2 [NC contact] On Off 6 VERDERE DETAILS: accessoires 6.1 - Aansluiting van een radio-ontvanger De besturingseenheid is voorzien van een connector voor het insteken van een radiokaart met 4 kanalen met plug-in SM, die het mogelijk maakt de besturingseenheid op afstand te bedienen via zenders die de ingangen aansturen, zoals in de volgende tabel te zien is: Uitgang ontvanger Nr. 1 Nr. 2 Nr. 3 Nr. 4 Ingang besturingseenheid Stap-voor-stap AUX (vooringestelde waarde: Open gedeeltelijk 1) “Alleen openen” “Alleen sluiten” 6.2 - Aansluiting van de bufferbatterij mod. PS124 De besturingseenheid kan bij een stroomuitval gevoed worden via de bufferbatterij PS124. Voor het installeren en aansluiten van de batterij gaat u te werk zoals aangegeven op afb. 10. • De fotocellen (FOTO2 bij opening, FOTO of FOTO1 tijdens sluiting) treden in werking; controleer in dit geval de aansluitingen van de fotocellen en verifieer eventueel de signaleringbedlampjes van de ingangen. • De stroommeting treedt in werking wanneer de motoren draaien (dus niet dichtbij de mechanische stops) en dit wordt als een obstakel gezien waardoor de vleugel omkeert. Om na te gaan of de stroommeting in werking is gekomen dient u te tellen hoeveel maal de led Diagnostiek knippert: 1 maal knipperen geeft aan dat de stroommeting op motor 1 in werking is gekomen, 2 maal op motor 2. 8 ONDERHOUD VAN HET PRODUCT Voor de besturingseenheid MC424 als elektronische component is geen enkel speciaal onderhoud vereist. Controleer echter periodiek, minstens eenmaal in de 6 maanden, aan de hand van de aanwijzingen uit hoofdstuk 3 of de gehele installatie in goede staat van werking is. 6.3 - Aansluiting van het Solemyo-systeem 7 WAT TE DOEN ALS... (leidraad bij het oplossen van de problemen) Er brandt geen enkele LED: • Controleer of de besturingseenheid stroom krijgt: op de klemmen 9-10 moet u een spanning van ongeveer 30 Vdc meten (of 24 Vdc met batterijvoeding). • Controleer de 2 zekeringen, als de led P1 niet brandt of knippert gaat het waarschijnlijk om een ernstige storing en dient de besturingseenheid vervangen te worden. De led P1 knippert normaal maar de leds van de ingangen L1, L2...L5 komen niet met de staat van de desbetreffende ingangen overeen • Schakel de stroomvoorziening even uit om een eventuele programmeringsfase te verlaten. • Controleer nauwkeurig de aansluitingen op de klemmen 11..16. De led P1 knippert iedere 4 seconden • De besturingseenheid is in de status Stand by. De procedure “Automatisch zoeken” gaat niet van start • De procedure “Automatisch zoeken” wordt alleen geactiveerd als die nooit is uitgevoerd of als het geheugen is gewist. Om te controleren of het geheugen leeg is, dient u de stroomvoorziening even uit te schakelen: als u de stroom weer inschakelt dienen alle leds 6 seconden snel te knipperen. Als ze maar 3 seconden knipperen, bevat het geheugen al geldige waarden. Als u een nieuwe procedure “Automatisch zoeken” wilt uitvoeren, dient u het geheugen eerst compleet te wissen. De procedure “Automatisch zoeken” is nooit uitgevoerd, maar de procedure gaat niet van start of verloopt niet goed • Voor het activeren van de procedure “Automatisch zoeken” dient de installatie met alle veiligheidsinrichtingen te werken. • Vergewis u ervan dat geen enkele op de ingangen aangesloten inrichting in werking treedt tijdens het “Automatisch zoeken”. • Om het “Automatisch zoeken” correct te laten starten, moeten de leds op de ingangen branden zoals aangegeven op afb. 11, en moet de led P1 eenmaal per seconden knipperen. De procedure”Automatisch zoeken”is correct uitgevoerd maar de manoeuvre gaat niet van start • Controleer of de LEDs van de beveiligingen (ALT, FOTO, FOTO1 en eventueel FOTO2) branden en of de LEDs van de bedieningsinstructie die geactiveerd wordt (STAP-VOOR-STAP of AUX) gaat branden voor de duur van de bedieningsinstructie. • Als de functie “Fototest” actief is en de fotocellen niet correct functioneren, signaleert de led DIAGNOSTIEK de storing door 4 maal te knipperen. Tijdens de manoeuvre keert de poort om De oorzaken voor een omkering zijn: AFDANKEN VAN HET PRODUCT Dit product maakt integraal deel uit van de automatisering en moet dan ook samen met de automatisering worden afgedankt. De ontmantelingwerkzaamheden aan het eind van de levensduur van dit product moeten, net als de installatiewerkzaamheden, worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Dit product is opgebouwd uit verschillende soorten materiaal: sommigen hiervan kunnen gerecycled worden, anderen moeten als afval worden verwerkt. Win informatie in over de recycling- of afvalverwerkingsystemen die voor deze productcategorie zijn voorzien door de in uw land geldende voorschriften. Let op! – Sommige delen van het product kunnen vervuilende of gevaarlijke substanties bevatten die, indien ze in het milieu terechtkomen, schadelijke effecten kunnen hebben op de omgeving of op de gezondheid van personen. Zoals aangegeven door het symbool hiernaast, is het verboden dit product met het gewone huisvuil weg te gooien. Volg een “gescheiden afvalverwerking” volgens de methodes die voorzien zijn door de in uw land geldende voorschriften, of lever het product weer in bij de verkoper op het moment dat u een nieuw gelijksoortig product aanschaft. Let op! – De plaatselijk geldende voorschriften kunnen zware sancties voorzien in het geval u de voorschriften voor afvalverwerking van dit product niet opvolgt. Nederlands – 9 NL De besturingseenheid kan ook van stroom voorzien worden via het voedingssysteem op zonne-energie "Solemyo" (zonnepaneel en batterij van 24 V). Om de accumulator van Solemyo aan te sluiten op de besturingseenheid, gebruikt u op de besturingseenheid de aansluiting die normaal gebruikt wordt voor de bufferbatterij (zie paragraaf 6.2). BELANGRIJK! - Wanneer de automatisering van stroom wordt voorzien door het systeem “Solemyo”, mag deze NIET TEGELIJKERTIJD OOK GEVOED worden door het elektriciteitsnet. - Het systeem “Solemyo” kan alleen gebruikt worden indien in de besturingseenheid de functie “Stand by” geactiveerd is (ON) en de aansluitingen overeenstemmen met het schema van afb. 5a. TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT WAARSCHUWING: • Alle vermelde technische kenmerken hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C (± 5°C). • Nice S.p.a. behoudt zich het recht voor om, op elk moment dat dit noodzakelijk geacht wordt, wijzigingen aan het product aan te brengen, waarbij hoe dan ook de functionaliteit en de gebruiksbestemming ervan gelijk blijven. Netvoeding Besturingseenheid MC424: Besturingseenheid MC424/V1: Max. opgenomen vermogen 170 W Noodvoeding geschikt voor gebruik met bufferbatterij PS124 en voor zonne-energieset Solemyo Maximumstroom motoren 3 A (met activeringsniveau stroommeting“graad 6”) Uitgang stroomvoorziening gebruikers 24 V maximumstroom 200 mA (de spanning kan variëren van 16 tot 33 V ) Uitgang fototest 24 V maximumstroom 100 mA (de spanning kan variëren van 16 tot 33 V ) Uitgang knipperlicht voor 24 V Uitgang lampje poort voor 24 V lampje maximumvermogen 5 W (de spanning kan variëren van 16 tot 33 V of elektrische sloten van 12 V~ 25 W Ingang ALT voor NC contacten of constante weerstand 8,2 KΩ +/- 25% Bedrijfstijd automatisch gedetecteerd Pauzeduur programmeerbaar op 5, 10, 20, 40, 80 seconden Drukafvoertijd programmeerbaar op 0, 0,3, 0,7, 1,3, 2 seconden Vertraging vleugel bij opening programmeerbaar op 5, 10, 20, 30 en 40% van de bedrijfstijd Vertraging vleugel bij sluiting automatisch gedetecteerd Uitgang 1 motor voor motoren Wingo WG4024 - WG5024 Uitgang 2e motor Max. lengte kabels voor motoren Wingo WG4024 - WG5024 voeding 230 V 30 m voeding zonne-energieset Solemyo 3 m motoren 10 m overige ingangen/uitgangen 30 m knipperlicht 10 m SCA 30 m elektrisch slot 10 m antenne 20 m (een lengte van minder dan 3 m wordt aanbevolen) Radio-ontvanger Plug-in type “SM” voor ontvangers SMXI, SMXIS, OXI (Modus I en Modus II) Bedrijfstemperatuur van - 20 tot 50 °C Beschermingsklasse IP 54 met intacte kast Afmetingen (mm) 310 x 232 x H 122 Gewicht (kg) 4,1 NL e 230 V~ ±10% 50 - 60 Hz 120 V~ ±10% 50 - 60 Hz , knipperlichten, maximumvermogen 25 W (de spanning kan variëren van 16 tot 33 V ) ) EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Opmerking - De inhoud van deze verklaring stemt overeen met hetgeen verklaard is in de laatste revisie die beschikbaar was voor het ter perse gaan van deze handleiding, van het officiële document dat is neergelegd bij de vestiging van Nice Spa. Deze tekst werd om uitgeversredenen heraangepast. Nummer: 296/MC424 Herziening: 0 Ondergetekende Lauro Buoro, in diens hoedanigheid van Gedelegeerd Bestuurder, verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat het product: Naam fabrikant: NICE s.p.a. Adres: Via Pezza Alta 13, Z.I. Rustignè, 31046 Oderzo (TV) Italië Type: Besturingseenheid met 2 motoren 24 Vd.c. Modellen: MC424 Accessoires: Radio-ontvanger SMXI, SMXIS Voldoet aan hetgeen voorzien wordt door de volgende communautaire richtlijnen: • 98/37/EG (gewijzigde 89/392/EEG) RICHTLIJN 98/37/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN VAN DE RAAD d.d. 22 juni 1998 te zijn betreffende harmonisering in de wetgeving van de Lidstaten met betrekking tot machines Zoals voorzien in de richtlijn 98/37/EG waarschuwt men dat het niet toegestaan is bovenstaand product in bedrijf te stellen wanneer de machine waarin dit product is ingebouwd niet geïdentificeerd is en conform de richtlijn 98/37/EG verklaard is. Bovendien voldoet het product aan hetgeen voorzien wordt door de volgende communautaire richtlijnen: • 2006/95/EEG (ex richtlijn 73/23/EG) RICHTLIJN 2006/95/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 met betrekking tot de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten met betrekking tot elektrisch materiaal dat bestemd is om binnen bepaalde spanningslimieten gebruikt te worden Volgens de volgende geharmoniseerde normen: EN 60335-1:1994+A11:1995+A1:1996+A12:1996+A13:1998+A14:1998+A15:2000+A2:2000+A16:2001 • 2004/108/EEG(ex richtlijn 89/336/EEG) RICHTLIJN 2004/108/EG VAN HET EUROPESE PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december 2004 met betrekking tot de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit waarmee de richtlijn 89/336/EEG wordt afgeschaft Volgens de volgende geharmoniseerde normen: EN 61000-6-2:2001; EN 61000-6-3:2001+A11:2004 En daarnaast, beperkt tot de van toepassing zijnde onderdelen, voldoet aan de volgende normen: EN 60335-1:2002+A1:2004+A11:2004+A12:2006+ A2:2006, EN 60335-2-103:2003, EN 13241-1:2003; EN 12453:2002; EN 12445:2002; EN 12978:2003 Oderzo, 25 september 2008 Lauro Buoro (Gedelegeerd Bestuurder) 10 – Nederlands smxi - smixs radio-ontvanger 1 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 0682 De ontvanger beschikt over 4 uitgangen, allemaal beschikbaar op de onderliggende connector, om te weten welke functie door elk van de uitgangen wordt uitgevoerd raadpleegt u hoofdstuk 6.1. Bij de opslagfase van de zendercode kunt u tussen de volgende 2 opties kiezen: SMXI, SMXIS zijn radio-ontvangers met 4 kanalen voor besturingseenheden voorzien van een plug-in SM. De compatibele zenders hebben de eigenschap dat de herkenningscode voor elke zender verschillend is. Opdat de ontvanger een bepaalde zender kan herkennen, dient u daarom de herkenningscode in het geheugen op te slaan. Elke zender die u voor het aansturen van de besturingseenheid wilt gebruiken, dient afzonderlijk in het geheugen te worden opgeslagen. Opmerkingen: – Er kunnen maximaal 256 zenders in het geheugen van de ontvanger opgeslagen worden. Het is niet mogelijk één aparte zender wissen, alleen totaal wissen van alle codes is mogelijk. – Voor meer gecompliceerde functies gelieve u de speciale programmeringseenheid te gebruiken. Modus I - Tabel B1: Iedere toets van de zender activeert de overeenkomstige uitgang van de ontvanger, dat wil zeggen, toets 1 activeert uitgang 1, toets 2 activeert uitgang 2 enzovoorts. In dit geval is er een enkele opslagfase voor elke zender, gedurende deze fase maakt het niet uit welke toets er wordt ingedrukt, en er wordt slechts één plaats in het geheugen bezet. Modus II - Tabel B2: Aan iedere toets van de zender kan een bepaalde uitgang van de ontvanger worden gekoppeld, bijvoorbeeld toets 1 activeert uitgang 2, toets 2 activeert uitgang 1 enzovoorts. In dit geval moet de zender in het geheugen worden opgeslagen door voor iedere te activeren uitgang de gewenste toets in te drukken. Uiteraard kan iedere toets slechts één uitgang activeren, terwijl dezelfde uitgang door meerdere toetsen geactiveerd kan worden. Voor iedere toets wordt één geheugenplaats bezet. TABEL B1 - Geheugenopslag modus I (alle toetsen worden op de betreffende uitgang van de ontvanger opgeslagen) 02. Wanneer de led gaat branden laat u de toets los RX 3s NL 01. Druk op de toets op de ontvanger en houd die tenminste 3 seconden ingedrukt RX 03. Druk binnen 10 seconden tenminste 2 seconden lang op een willekeurige toets van de in het geheugen te bewaren zender TX Opmerking – als het opslaan goed verlopen is zal de led op de ontvanger 3 maal knipperen, als er nog andere zenders moeten worden opgeslagen, herhaalt u stap 3 binnen 10 seconden, de opslagfase wordt afgesloten als er gedurende 10 seconden geen nieuwe codes meer binnenkomen 2s x3 TABEL B2 - Geheugenopslag modus II (aan iedere toets kan een bepaalde uitgang van de ontvanger worden gekoppeld) 01. Druk zoveel maal op de toets op de ontvanger als overeenkomt met de gewenste uitgang (1 maal voor uitgang 1, 2 maal voor uitgang 2) RX 02. Controleer of het aantal maal dat de led knippert, met regelmatige tussenpozen van 10 seconden, gelijk is aan het nummer van de gewenste uitgang (1 maal knipperen voor uitgang nr. 1, 2 maal knipperen voor uitgang nr. 2) 03. Druk binnen 10 seconden tenminste 2 seconden op de gewenste toets van de zender die bewaard moet worden TX Opmerking – als het opslaan goed verlopen is zal de led op de ontvanger 3 maal knipperen, als er nog andere zenders moeten worden opgeslagen, herhaalt u stap 3 binnen 10 seconden, de opslagfase wordt afgesloten als er gedurende 10 seconden geen nieuwe codes meer binnenkomen 2 INSTALLATIE ANTENNE Voor een goede ontvangst van de ontvanger hebt u een antenne van het type ABF of ABFKIT nodig; zonder antenne wordt het bereik tot enkele meters beperkt. De antenne moet zo hoog mogelijk gemonteerd worden; bij aanwezigheid van structuren van metaal of gewapend beton, dient u de antenne hoger dan deze structuren te monteren. Als de bij de antenne geleverde kabel te kort is, gebruikt u een coaxiale kabel met impedantie 50 ohm (bijv. RG58 met laag verlies), de kabel mag niet langer dan 10 meter zijn. Wanneer de antenne geïnstalleerd is op een plaats waar geen goed grondvlak is (gemetselde structuren) is het mogelijk het kabelomhulsel met de aarde te verbinden om het bereik zo te vergroten. Het spreekt vanzelf dat de aardverbinding zich in de nabijheid moet bevinden en van goede kwaliteit moet zijn. Indien het niet mogelijk is de specifieke antenne ABF of ABFKIT te installeren, kunnen ook redelijke resultaten worden verkregen door het bij de ontvanger geleverde stuk draad als antenne te gebruiken (liggend gemonteerd). 3 2s x3 hieraan en koppel eventueel de antenne af om de ontvangst van de ontvanger te verkleinen. De procedures voor opslag van de afstandsbedieningen hebben een maximumtijd waarbinnen ze uitgevoerd moeten worden; u dient dus eerst de gehele procedure aandachtig door te nemen alvorens te beginnen. Om de volgende procedure uit te voeren, moet u de knop op de box van de radio-ontvanger (referentie A, afb. 1a) en de bijbehorende led (referentie B, afb. 1a) links van de toets gebruiken. 1a OPSLAAN VAN EEN AFSTANDSBEDIENING LET OP – Wanneer de procedure voor geheugenopslag geactiveerd wordt, wordt elke correct herkende zender binnen het ontvangstbereik van de radio-ontvanger in het geheugen opgeslagen. Denk Nederlands – 11 Geheugenopslag op afstand U kunt een nieuwe zender in het geheugen van de ontvanger opslaan zonder de toets te gebruiken. U dient dan over een afstandsbediening te beschikken welke al in het geheugen is opgeslagen en die goed werkt. De nieuwe zender “erft” de eigenschappen van de reeds opgeslagen zender. Dus als de eerste zender is opgeslagen in modus I, zal ook de nieuwe zender in modus I worden opgeslagen en kan op een willekeurige toets van de zenders worden gedrukt. Als de eerste zender in modus II opgeslagen is, zal ook de nieuwe zender in modus II bewaard worden maar dient u bij de eerste zender op die toets te drukken die de gewenste uitgang activeert, en bij de tweede zender de toets die u wilt opslaan. U dient alle aanwijzingen eerst goed door te nemen om de handelingen daarna zonder onderbrekingen uit te voeren. Nu gaat u met de twee afstandsbedieningen, waarvan we die waar de code moet worden ingevoerd NIEUWE zullen noemen, en die welke de code reeds in het geheugen heeft OUDE, binnen het bereik van de radio-ontvangers staan (binnen het maximale bereik) en voert u de in de tabel opgevoerde stappen uit. TABEL B3 - Geheugenopslag op afstand 01. Druk tenminste 5 seconden op de toets op de NIEUWE zender, laat hem daarna los x5s TX 02. Druk 3 maal langzaam op de toets op de OUDE zender TX 1s TX TX 1s TX 03. Druk 1 maal langzaam op de toets op de NIEUWE zender, laat hem daarna los TX 1s x1 Opmerking – als er nog andere zenders in het geheugen moeten worden opgeslagen dient u alle stappen voor elke nieuwe zender uit te voeren 4 WISSEN VAN ALLE ZENDERS NL U kunt alle in het geheugen aanwezige codes met onderstaande procedures wissen: TABEL B4 - Wissen van alle zenders 01. Druk op de toets op de ontvanger en houd die ingedrukt RX 02. Wacht totdat de led gaat branden, wacht nu tot de led uit gaat en wacht vervolgens tot hij 3 maal knippert x3 03. Laat de toets exact gedurende de 3de knippering los RX Opmerking – als de procedure tot een goed einde is gekomen, zal de led na enige ogenblikken 5 maal knipperen 3° x5 TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT WAARSCHUWING: • Alle vermelde technische kenmerken hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 20°C (± 5°C). • Nice S.p.a. behoudt zich het recht voor om, op elk moment dat dit noodzakelijk geacht wordt, wijzigingen aan het product aan te brengen, waarbij hoe dan ook de functionaliteit en de gebruiksbestemming ervan gelijk blijven. • Het bereik van de zenders en de ontvangstcapaciteit van de ontvangers kan onderhevig zijn aan interferenties, die de prestaties ervan kunnen beïnvloeden. In dergelijke gevallen kan Nice geen enkele garantie bieden met betrekking tot het effectieve bereik van haar inrichtingen. Ontvangers: SMXI SMXIS Decodering Compatibiliteit zenders Rolling code 52 bit FLOR FLOR, VERY VR, NICE WAY, ERGO, PLANO, NICE ONE Rolling code 64 bit SMILO SMILO Frequentie 433.92 MHz 433.92 MHz Ingangsimpedantie Uitgangen 52 KΩ 4 (op connector SM) 52 KΩ 4 (op connector SM) Gevoeligheid beter dan 0.5 µV beter dan 0.5 µV Bedrijfstemperatuur van -10° C tot + 55° C van -10° C tot + 55° C Zenders: FLO2R SMILO Toetsen 1, 2 of 4 afhankelijk van de uitvoeringen 2 of 4 Voeding 12 V Stroomopname 10 mA 25 mA Zendfrequentie 433.92 MHz 433.92 MHz Bedrijfstemperatuur van -10° C tot + 55° C van -10° C tot + 55° C Uitgestraald vermogen geschat op circa 1 mW E.R.P. Geschat op circa 1 mW E.R.P. Bereik geschat op 200 m (buiten); 35 m (in gebouwen) geschat op 200 m (buiten); 35 m (in gebouwen) Afmetingen / Gewicht 69 x 39 x 15,5 mm / 31 g. Ø 48 mm x H 14 mm - 14 g Codering digitaal (4,5 miljoen miljard combinaties) digitaal (18 miljard miljard combinaties) 12 – Nederlands batt. 23 A 12 V batt. 23 A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Nice Automation Moon MC424 de handleiding

Type
de handleiding