46
Ingang STAP-VOOR-STAP
De instructies op deze ingang vinden in de volgorde open-stop-sluit-
stop plaats. Hierbij wordt er als de instructie langer dan 3 seconden
(maar korter dan 10) aangehouden wordt, altijd een openings-
manoeuvre geactiveerd;
als de instructie langer dan 10 seconden duurt, wordt er altijd een
sluitbeweging geactiveerd. Dit kan nuttig zijn om meerdere parallel
aangestuurde besturingseenheden in dezelfde richting te synchroni-
seren, onafhankelijk van de staat waarin ze zich bevinden.
De ingang stap-voor-stap is tevens de communicatie-ingang “TTBUS”.
De “TTBUS” is een bus die ontworpen is om de besturingseenheden
van zonwering en rolluiken alsook daarop voorbereide motoren aan te
sturen. De bus heeft de mogelijkheid een maximum van 100 eenheden
afzonderlijk te controleren en wel door ze eenvoudig parallel met slechts
2 draden aan te sluiten. Verdere informatie vindt u in de aanwijzingen
van de instructies via “TTBUS”.
Ingang PHOTO
Deze ingang is bestemd voor aansluiting van fotocellen met een con-
tact dat tot het type NC behoort. Wanneer er geen toestemming is,
kan er alleen een openingsbeweging uitgevoerd worden; als die toe-
stemming tijdens de sluitmanoeuvre komt te ontbreken, vindt er een
terugloop plaats.
3) Eindtest
Wanneer alle aansluitingen verricht zijn kan de eindtest van de instal-
latie uitgevoerd worden.
De eindtest van de automatisering dient altijd door
daartoe bevoegd en ervaren personeel uitgevoerd te wor-
den dat dat ook bepalen moet welke tests in functie van
de bestaande risico's noodzakelijk zijn.
De eindtest is verreweg het belangrijkste onderdeel van de aanleg
van een automatisering.
Elk afzonderlijk onderdeel, bijvoorbeeld motor, veiligheidsinrichtin-
gen, fotocellen e.d. kan een specifieke eindtestfase vragen; het is
daarom raadzaam de procedures uit de desbetreffende handleiding
zorgvuldig uit te voeren.
Bijzondere aandacht dient geschonken te worden aan de installatie
van de motor die voorzien moet worden van elektromechanische
eindschakelaars; deze dienen ervoor te zorgen dat de manoeuvre op
de eindposities onderbroken wordt. De eindschakelaars van de
motor moeten afgesteld worden voordat u de eindtest gaat uitvoe-
ren. De reactie van de besturingseenheid is ook afhankelijk van de
programmering.
Voor de eindtest van de installatie gaat u te werk zoals hieronder
beschreven wordt.
Voordat een manoeuvre van start gaat dienen de ingangen STOP en
PHOTO toestemming daarvoor geven; dit wordt gesignaleerd door-
dat de desbetreffende ledjes branden.
1 Controle van de draairichting
Omdat in sommige gevallen de reactie van de veiligheidsinrichtingen
afhankelijk is van de richting van de manoeuvre, is het noodzakelijk
te controleren of de motor correct is aangesloten.
- Haal de spanning van de besturingseenheid en breng die na ver-
loop van enkele seconden weer onder stroom.
- Geef met de toets T1 of via de ingang Stap-voor-stap (klemmetje
14) een instructie.
- Controleer of de automatisering daadwerkelijk open gaat; als de
automatisering sluit, dient u de spanning van de besturingseenheid
te halen en de motorkabeltjes die op de klemmetjes 3 en 5 aange-
sloten zijn, te verwisselen.
2 Controle duur van manoeuvre
- Laat de automatisering een openingsmanoeuvre uitvoeren en con-
troleer of enkele seconden nadat de manoeuvre ten einde is, de
stroomtoevoer naar de motor onderbroken wordt (relais “open” =
OFF).
- Als de bedrijfstijd van de besturingseenheid niet naar tevredenheid
is, dient u de bedrijfstijd opnieuw te programmeren zoals dat
beschreven is in hoofdstuk 4.1 “programmering van de bedrijfstijd”
- Vanuit de situatie dat de automatisering helemaal open is laat u
een sluitbeweging uitvoeren en controleert u of enkele seconden
nadat de manoeuvre ten einde is, de stroomtoevoer naar de motor
onderbroken wordt (relais “sluit” = OFF).
3 Controle werking ingangen
Controleer of een instructie op de ingang Stap-voor-stap (klemmetje
14) de volgorde: open-stop-sluit-stop volgt (bij dipschakelaars 1 en
2 = OFF).
4 Controle werking fotocellen (indien aangesloten)
- Laat een sluitmanoeuvre van start gaan en controleer of bij onder-
breking van de lichtbundel van de fotocellen de besturingseenheid
de looprichting in “open” verandert.
- Laat een openingsmanoeuvre van start gaan en controleer of bij
onderbreking van de lichtbundel van de fotocellen de besturings-
eenheid de openingsbeweging voortzet.
5 Controle werking van de veiligheidsinrichtingen (indien
aangesloten) op de ingang STOP
Laat een sluitmanoeuvre van start gaan en controleer of tijdens de
beweging inwerkingtreding van een inrichting die op de ingang 12
(STOP) is aangesloten:
- een onmiddellijke onderbreking van de manoeuvre met een korte
terugloop ten gevolge heeft
Laat een openingsmanoeuvre van start gaan en controleer of tijdens
de beweging inwerkingtreding van een inrichting die op de ingang 12
(STOP) is aangesloten:
- een onmiddellijke onderbreking van de manoeuvre met een korte
terugloop ten gevolge heeft
6 Controle of terugloop al dan niet uitgesloten is (indien
het contact “S” aanwezig is):
- laat een sluitmanoeuvre van start gaan en activeer het contact “S”
voor uitsluiting van de terugloop; zorg er nu voor dat de inrichting
die op de ingang stop is aangesloten, in werking treedt en contro-
leer of de beweging onmiddellijk tot staan komt en dat er geen
enkele terugloop plaats vindt.
7 Controle impactkrachten (indien vereist)
Voer de tests uit om de “impactkrachten” volgens de standaard EN
12445 te meten.