Nice Automation Mindy TT1N de handleiding

Type
de handleiding
control units
Instrukcje i uwagi dla instalatora
Istruzioni ed avvertenze per l’installatore
Instructions and warnings for the fitter
Instructions et recommandations pour l’installateur
Anweisungen und Hinweise für den Installateur
Instrucciones y advertencias para el instalador
mindy TT1N
Aanwijzingen en aanbevelingen voor de installateur
38
2.1.1) Aansluiting van het elektrisch apparaat
De éénfase-asynchroonmotor moet tussen de klemmetjes 1-2-3-4
op het elektriciteitsnet aangesloten worden (OMLAAG, GEMEEN-
SCHAPPELIJK, OMHOOG, AARDE
“OMLAAG” komt overeen met toets van de afstandsbedieningen,
“OMHOOG” met toets (richting inschakeling windmeter). Als de
draairichting niet in orde is, dient u de aansluitingen van de klemme-
tjes 1 en 3 om te wisselen.
Sluit niet meer dan één enkele motor op elke besturings-
eenheid aan, gebruik zo nodig de speciale uitbreidingen
“TTE”.
!
2.1.2) Stroomvoorziening
De hoofdstroomvoorziening van de besturingseenheid moet plaats vinden door de klemmetjes 5-6-7 (aarde, fase, nulleider) te gebruiken
zoals dat op afb. 4 is aangegeven
Met de besturingseenheid TT1 kunt u éénfase-asynchroonmotoren aan-
sturen die van stroom voorzien worden door het elektriciteitsnet met aan-
sluitingen van het type “GEMEENSCHAPPELIJK” “OMHOOG”
“OMLAAG” en die gebruikt worden voor automatisering van zonweringen,
rolluiken en dergelijke. In de besturingseenheid is een radio-ontvanger
ingebouwd die werkt op een frequentie van 433,92 MHz met rolling code
technologie welke voor een hoog veiligheidsniveau garant staat. Voor elke
besturingseenheid kunnen er maximaal 14 radiobesturingen van de serie
“ERGO”(afb. 1), “PLANO” (afb.2) of radiosensoren “VOLO S RADIO” (afb.
3) in het geheugen opgeslagen worden. Na elke bedieningsopdracht
wordt de motor voor de geprogrammeerde werkingsduur van stroom
voorzien; een elektrische eindschakelaar in de motor onderbreekt de
manoeuvre bij het bereiken van de gewenste stand. Alle programmerin-
gen kunnen rechtstreeks via de zenders plaats vinden: het geluidssignaal
“beep” zal u daarbij in de verschillende fasen daarvan leiden.
Indien u de klimaatsensoren via radio “VOLO S RADIO” (afb. 3) gebruikt,
kunnen de zonwering of rolluiken automatisch omhoog of omlaag gaan
al naar gelang de omstandigheden van wind, zon of regen dat vereisen.
N.B.: De besturingseenheid kan ook andere typen zenders en andere wer-
kingsmodi beheren; zie voor verdere informatie hoofdstuk 4) “Verdere details”.
Aanbevelingen
De besturingseenheid TT1N is geschikt voor het aansturen van éénfase-
asynchroonmotoren die op netstroom werken en bestemd zijn voor de
automatisering van zonweringen, rolluiken en dergelijke; elk ander
gebruik is oneigenlijk gebruik en is verboden. De installatie hiervan moet
plaatsvinden door technisch personeel met inachtneming van de gel-
dende elektriciteits-en veiligheidswetgeving.
1) Beschrijving van het product
N
L
5
4
COM
M
6 7
3 2 1
2.1) Elektrische aansluitingen
Volg nauwgezet de aansluitingen zoals die voorzien zijn; doe
in geval van twijfel GEEN vruchteloze pogingen, maar raadpleeg
de daarvoor bestemde gespecificeerde technische bladen die
ook op de site www.niceforyou.com beschikbaar zijn.
Een verkeerd uitgevoerde aansluiting kan ernstige schade
aan de besturingseenheid veroorzaken.
!
2) Installeren
Elektrische installaties en automatiseringen moeten door ervaren en
gekwalificeerd personeel met inachtneming van de wettelijke voorschrif-
ten aangelegd worden. Alle aansluitingen moeten uitgevoerd worden zon-
der dat er stroom op de installatie staat.
1. Strip de motorkabel en de netkabel over een lengte van ongeveer 3 cm en
daarna de afzonderlijke draden over een lengte van ongeveer 5mm.
2. Open het kastje waarbij u het “dopje van de doorvoeropeningen voor de kabel”
verwijdert zoals dat op afb. 5 is aangegeven
3. Haal de twee kabels door de daarvoor bestemde doorvoeropeningen van “ het
dopje” (zie afb. 6).
4. Haal de kaart enkele centimeter naar buiten (zie afb. 7).
5. Sluit de draden op de klemmetjes aan zoals dat op afb. 8 te zien is, en volg hier-
bij het schema van afb. 4.en wat voorzien is in hoofdstuk 2.1).
6. Buig de kabels terug zoals dat op afb. 9 te zien is.
7. Duw de kaart in het kastje, controleer of het gestripte deel van de kabel hele-
maal binnen in het kastje zit, verschuif het “dopje” zover dat het kastje helemaal
dicht is (zie afb. 10)
8. De besturingseenheid kan rechtstreeks in de cassette of kast geplaatst worden;
gebruik eventueel tweezijdig kleefbaar plakband voor bevestiging hiervan. Om
het risico op waterinfiltratie te beperken dient u deze zo terug te monteren, dat
de kabels naar beneden gericht zijn, zoals dat op afb. 11 te zien is; zorg ervoor
deze niet met de kabels naar boven gericht (afb. 12) terug te monteren.
Er mogen om geen enkele redenen boringen in het kastje gemaakt
worden.
!
!
4
1
ERGO
2
PLANO
3
VOLO S RADIO
NL
39
2.1.3) Klimaatsensoren
De besturingseenheid beheert radio-aangestuurde klimaatsensoren
van het type “VOLO S RADIO” (tot een maximum van 3). De geheu-
genopslag van een sensor “VOLO S RADIO” vindt op dezelfde
manier plaats als van een normale zender: volg de procedure van
tab. “A2”. Het niveau van inschakeling moet rechtstreeks in de sen-
sor “VOLO S RADIO” geprogrammeerd worden. Inschakeling in ver-
band met de wind heeft de voorrang, daarna komen regen en zon;
voor details gelieve u de handleiding voor “VOLO S RADIO” te raad-
plegen.
inschakeling van de windmeter brengt een bedieningsopdracht
teweeg die gelijk is aan die van toets op de afstandsbedieningen.
!
Elke zender of radiosensor wordt door de in de besturingseenheid herkend
via een “code” die van alle andere zenders verschilt. Er is dus een fase nodig
waarin deze “in het geheugen opgeslagen wordt” zodat de besturingseen-
heid daardoor in staat is elke afzonderlijke zender te herkennen.
Alle opeenvolgende handelingen van de geheugenopslag zijn
op tijdsduur ingesteld, dat wil zeggen dat zij binnen de voorzie-
ne tijdslimieten uitgevoerd dienen te worden.
Bij zenders die meerdere “groepen” bedienen, dient u alvorens
met het opslaan te beginnen, eerst de groep te selecteren waar-
aan de besturingseenheid gekoppeld wordt.
•Programmering via radio kan plaats vinden in al die besturings-
eenheden welke zich binnen het bereik van de zender bevinden;
het is dus van belang dat alleen die besturingseenheid onder span-
ning staat welke geprogrammeerd moet worden.
!
3) Programmeren
1. Zodra de besturingseenheid onder spanning komt te staan, zult u 2 lange geluidssignalen
(beeeep) horen
2. Druk binnen 5 seconden op toets van de zender die in het geheugen moet worden
opgeslagen, en houd die (circa 3 seconden lang) ingedrukt. 3s
3. Laat toets los wanneer u het eerste van de 3 geluidssignalen hoort die bevestigen dat
de zender in het geheugen is opgeslagen.
N.B.: Als er in de besturingseenheid reeds zenders zijn opgeslagen, hoort u bij het aanzetten 2 korte geluidssignalen en kunt u niet, zoals
hierboven beschreven is, te werk gaan, maar dient u de andere manier van geheugenopslag te gebruiken (Tabel“A2”)
Wanneer het geheugen geen enkele zender bevat, kunt u de eerste zender invoeren, en wel op de volgende manier:
1. Houd toets van de nieuwe zender ingedrukt totdat u (na ongeveer 5 seconden)
een geluidssignaal hoort Nuovo 5s
2. Druk 3 maal langzaam op toets van een reeds in het geheugen opgeslagen zender
Vecchio X3
3. Druk nogmaals op toets van de nieuwe zender en laat die bij het eerste van de
3 geluidssignalen los. Nuovo
N.B.: Als het opslaan in het geheugen tot een goed einde is gekomen, zult u 3 lange geluidssignalen horen. Wanneer het geheugen vol is
(30 zenders), zullen 6 geluidssignalen aangeven dat de zender niet in het geheugen kan worden opgeslagen.
Wanneer er reeds één of meerdere zenders in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u andere op onderstaande wijze werkzaam maken:
Tabel “A1” Het in het geheugen opslaan van de eerste zender (afb. 13) Voorbeeld
Tabel “A2” Het in het geheugen opslaan van andere zenders (fig 14) Voorbeeld
A
Terwijl de besturingseenheid niet onder spanning staat, verwijdert u het bruggetje op de kaart (zie afb. 15).
Het bruggetje moet weer aangebracht worden na afloop van het wissen van het geheugen.
B Breng de besturingseenheid onder spanning en wacht de geluidssignalen voor
het begin van de procedure af
1 Houd toets 5 van een reeds in het geheugen opgeslagen zender ingedrukt totdat u
(na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoort, en laat hem vervolgens los. 5s
2 Houd de toets van de zender ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort;
laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los
3 Houd de toets van de zender ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort;
laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los
4 Houd de toets van de zender ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort;
laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los
5
Indien u alle in het geheugen aanwezige gegevens wilt verwijderen, dient u binnen 2 seconden tegelijkertijd op de 2
toetsen ▼ ▲ te drukken, die ingedrukt te houden totdat u het eerste van de 5 geluidssignalen hoort, en ze dan los te laten
N.B.: De 5 geluidssignalen geven aan dat alle codes uit het geheugen zijn verwijderd.
Mocht het nodig zijn het geheugen van de besturingseenheid te wissen, dan
kunt u onderstaande procedure volgen.
Het wissen van het geheugen is mogelijk:
door met een zender die niet in het geheugen is opgeslagen bij punt A te beginnen
door met een zender die al wel in het geheugen is opgeslagen bij punt 1 met
de procedure te beginnen
Uitgewist kunnen worden:
alleen de zenders, waarbij u op punt 4 stopt
alle gegevens (zenders en programmering van de werkingsduur), waarbij u
de procedure tot punt 5 helemaal volgt.
Tabel “A3” Wissen van het geheugen (afb. 15) Voorbeeld
40
3.1) Programmeren van de werkingsduur
De “Werkingsduur” is de tijd dat de besturingseenheid de motor
aanstuurt; de waarde die in de fabriek is afgesteld of na het wissen
van het geheugen terugkomt is ongeveer 150 seconden. Indien u
dat wenst, kunt u de werkingsduur wijzigen, en wel van een mini-
mum van 4 seconden tot een maximum van 240. De programme-
ringsprocedure wordt uitgevoerd in “zelfinstelling”, d.w.z. door de tijd
te meten die er nodig is om de gehele manoeuvre uit te voeren.
U dient de motor bij een eindstand te brengen en vandaar de voor
de motor de zwaarste (en dus de langste) manoeuvre (normaal
gesproken het oprollen) te meten. Het verdient aanbeveling de wer-
kingsduur een paar seconden langer te programmeren dan voor de
manoeuvre strikt noodzakelijk is.
Om tot het programmeren over te gaan voert u de stappen van
onderstaande tabel uit.
1. Druk op toets van een reeds in het geheugen opgeslagen zender en houd die ingedrukt
totdat u (na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoor en laat hem dan los. 5s
2. Druk opnieuw op toets totdat u (na ongeveer 5 seconden) 4 korte geluidssignalen hoort,
en laat hem dan los 5s
3. Druk op toets (of toets ) om de manoeuvre van start te laten gaan en het meten van
de tijdsduur te laten beginnen
4.
Wacht tot de motor de manoeuvre beëindigd heeft en druk na enkele seconden op toets omhet meten van de
tijdsduur te laten stoppen; 3 geluidssignalen zullen aangeven dat een nieuwe werkingsduur in het geheugen is opgeslagen
N.B.: Om tot de door de fabriek ingestelde werkingsduur (150 seconden) terug te keren, drukt u bij punt 3 op toets 5 totdat u de eerste van
3 geluidssignalen hoort die aangeven dat programmering heeft plaatsgevonden
Tabel “A4” Programmeren werkingsduur (afb. 16) Voorbeeld
4.1) Bruikbare zenders
In tabel “A5” zijn de zenders aangegeven die met de desbetreffende radio-
codering gebruikt kunnen worden.
Omdat de zenders verschillende coderingen hebben en de besturingseenheid ze niet tegelijkertijd kan herkennen, bepaalt de eerste zender
die in het geheugen opgeslagen is, het type codering en daarmee de zenders die daarna in het geheugen kunnen worden opgeslagen.
Indien u het type zenders zou willen veranderen, dient u alle codes te wissen (zie de tabellen “A3” “A10”).
U kunt het type codering verifiëren door het aantal geluidssignalen te tellen dat u hoort op het moment dat u de besturingseenheid aan zet.
CODERING Zenders
ERGO1 - ERGO4 - ERGO6
PLANO1 - PLANO4 - PLANO6 - PLANO TIME
FLOR Rolling code VOLO S RADIO
FLO1R - FLO2R - FLO4R
VERY VR
SMILO Rolling code SM2 - SM4
FLO Fixed code
FLO1 - FLO2 - FLO4
VERY VE
Tabel “A5”
4) Verdere details
De besturingseenheid herkent behalve de zenders uit de serie
“ERGO” en “PLANO”ook andere door Nice vervaardigde typen zen-
ders (zie hoofdstuk 4.1 “Bruikbare zenders”).
Met speciale proedures voor geheugenopslag van de zenders kunt
u ook aan elke toets van de zender een speciale bedieningsopdracht
koppelen (zie hoofdstuk 4.2 “Programmeren van zenders in Modus I
en Modus II”).
GELUIDSSIGNALEN TType codering van de in het geheugen opgeslagen zenders
1 kort geluidssignaal Zenders met codering FLO
2 korte geluidssignalen Zenders met codering FLOR
3 korte geluidssignalen Zenders met codering SMILO
2 lange geluidssignalen Geheugen leeg (geen enkele zender in het geheugen opgeslagen)
abel “A6”
4.2) Geheugenopslag van zenders in Modus I en Modus II
In de tabellen “A1” en “A2” wordt de geheugenopslag van de zen-
ders in Modus I beschreven waarbij aan elke toets een bedienings-
opdracht is gekoppeld:
toets 1= = OMHOOG
toets 2 = = STOP
toets 3 = = OMLAAG
De zenders kunnen ook in Modus II worden opgeslagen; deze modus
biedt u een maximum aan flexibiliteit bij het gebruik van de zenders
In dezelfde besturingseenheid kunt u zenders zowel in Modus I als in
Modus II in het geheugen opslaan.
Hieronder worden de verschillen tussen de 2 manieren van program-
meren opslaan beschreven:
FLO4R
VERY SM2 SM4
ERGO
PLANO VOLO S RADIO
NL
41
4.2.1) Modo I
In deze modus is de bedieningsopdracht vast gekoppeld aan de toetsen van de zen-
der: toets 1 (of ) voor bedieningsopdracht omhoog, toets 2 (of ) voor bedienings-
opdracht stop, toets 3 (of ) voor bedieningsopdracht omlaag, een eventuele toets 4
voor bedieningsopdracht stop.
Er wordt slechts één enkele fase van geheugenopslag voor elke zender uitgevoerd en
tijdens deze fase is het niet van belang op welke toets u drukt; er wordt slechts één plaats in het geheugen bezet.
Om zenders in Modus I in het geheugen op te slaan of te wissen gelieve u hoofdstuk 3 “Programmeren” te raadplegen.”.
Voorbeeld Geheugenopslag I
Tasto 1 o OMHOOG
Tasto 2 o STOP
Tasto 3 o OMLAAG
Tasto 4 STOP
Voorbeheld 1 Geheugenopslag Modus II
Toets 1 OMHOOG op TT1N n°1
Toets 2 OMLAAG op TT1N n°1
Toets 3 OMHOOG op TT1N n°2
Toets 4 OMLAAG su TT1N n°2
4.2.2) Modus II
Bij deze modus kunt u aan elke toets van de zender één van de volgende bedieningsopdrachten koppelen: 1 “stap voor stap” (omhoog-
stop-omlaag-stop…), 2 “omhoog”, 3 “omlaag”, 4 “stop”.
Mocht u aan een andere toets van dezelfde zender een andere bedieningsopdracht willen koppelen, dan dient u opnieuw de procedure voor
geheugenopslag te doorlopen. Tijdens deze fase is het van belang welke toets u kiest om op te drukken, en in het geheugen wordt
Het is bij een zender die in Modus II in het geheugen is opgeslagen, niet mogelijk de werkingsduur te programmeren
Als een zender in Modus II geprogrammeerd is, kan deze niet in de modus“meerdere groepen” gebruikt worden.
Wanneer het geheugen geen enkele zender bevat, kunt u de eerste zender in Modus II in het geheugen opslaan, en wel op de volgende manier:
Wanneer er reeds één of meerdere zenders in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u andere zenders in Modus II met onderstaande proce-
dure in het geheugen opslaan:
Esempio 2 memorizzazione Modo II
Toets 1 STAP VOOR STAP op TT1N n°1
Toets 2 STAP VOOR STAP op TT1N n°2
Toets 3 OMHOOG op TT1N n°3
Toets 4 OMLAAG op TT1N n°3
1. Zodra de besturingseenheid onder spanning komt te staan, zult u 2 lange geluidssignalen
(beeeep) horen
2. Druk binnen 5 seconden op de toets van de zender die in het geheugen moet worden opgeslagen, en houd
die ingedrukt tot na afloop van alle 3 de na afloop van alle 3 de geluidssignalen die aangegeven dat de
geheugenopslag tot stand is gekomen, en laat hem daarna los 5s
3. Begin binnen 3 seconden zoveel maal op diezelfde toets van de zender te drukken als voor de gewenste
bedieningsopdracht nodig is: 1 = “stap-voor-stap” 2 = “omhoog” 3 = “omlaag” 4 = “stop” 1-4 3s
4. Na ongeveer 3 seconden zult u een aantal geluidssignalen horen dat gelijk is aan het getal
van de geselecteerde bedieningsopdracht 1-4 3s
5. Druk binnen 2 seconden opnieuw op dezelfde toets om de programmering te bevestigen, en laat
hem daarna bij het eerste van de 3 geluidssignalen weer los. 2s
N.B.: Als het opslaan in het geheugen tot een goed einde is gekomen zult u 3 lange geluidssignalen horen. Als u op punt 4 niet het juiste
aantal geluidssignalen hoort dat overeenkomt met de gewenste bedieningsopdracht, dient u enkele seconden te wachten alvorens de
procedure te verlaten, zonder de geheugenopslag te bevestigen.
Tabel “A7” Geheugenopslag van de eerste zender in Modus II Voorbeeld
1. Houd de nieuwe in het geheugen te bewaren toets ingedrukt totdat u
(na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoort en laat hem daarna los
Nuovo 5s
2.
Druk binnen 5 seconden op de toets van een reeds in het geheugen opgeslagen (oude) zender en houd
die ongeveer 5 seconden ingedrukt tot u 2 korte geluidssignalen hoort, en laat hem daarna weer los. Oude 5s
3. Druk binnen 5 seconden zoveel maal als voor de gewenste bedieningsopdracht nodig is op dezelfde
toets van de (oude) zender: 1 = “stap-voor-stap” 2 = “omhoog” 3 = “omlaag” 4 = “stop”
Oude
1-4
5s
4. Na ongeveer 3 seconden zult u een aantal geluidssignalen horen dat gelijk is aan het getal van de
zojuist geselecteerde bedieningsopdracht 1-4 3s
5.
Druk binnen 2 seconden opnieuw op de nieuwe toets die in het geheugen opgeslagen moet worden van de
zender om de programmering te bevestigen, en laat hem daarna bij het eerste van de 3 geluidssignalen weer los.
Nuovo
2s
N.B.: Als het opslaan in het geheugen tot een goed einde is gekomen, zult u 3 lange geluidssignalen horen. Wanneer het geheugen vol is
(30 zenders), zullen 6 geluidssignalen aangeven dat de zender niet in het geheugen kan worden opgeslagen.
Tabel “A8” Geheugenopslag van andere zenders in Modus II Voorbeeld
!
42
Er bestaat een eenvoudige manier om een nieuwe zender in het geheugen op te slaan waarbij de kenmerken van de oude zender behou-
den blijven; u volgt hiervoor de procedure van tabel “A9”.
De op die manier in het geheugen opgeslagen nieuwe zender zal de kenmerken van de oude erven, dat wil zeggen, als de oude in Modus I
in het geheugen was opgeslagen, dan zal ook de nieuwe in Modus I functioneren; als de oude in Modus II in het geheugen was opgeslagen,
dan zal ook de toets van de nieuwe zender aan dezelfde bedieningsopdracht van de oude gekoppeld worden.
1. Druk op de toets van de nieuwe zender die u in het geheugen wilt opslaan, houd die
tenminste 3 seconden ingedrukt en laat hem daarna weer los
Nuovo 3s
2. Druk tenminste 3 seconden op de toets van de reeds werkzaam gemaakte (oude) zender
en laat hem vervolgens los.
Oude 3s
3. Druk opnieuw tenminste 3 seconden op de toets van de nieuwe zender en laat hem daarna los
Nuovo 3s
4. Druk opnieuw op de toets van de oude zender totdat 3 geluidssignalen zullen bevestigen dat
de nieuwe zender in het geheugen is opgeslagen
Oude 3s
N.B.: Wanneer het geheugen vol is (30 zenders), zullen 6 geluidssignalen aangeven dat de zender niet in het geheugen kan worden
opgeslagen.
Tabel “A9” Geheugenopslag van andere zenders Voorbeeld
Se dovesse rendersi necessario cancellare tutti i dati contenuti nella memoria della centrale utilizzando un trasmettitore memorizzato in
Modo II, si può eseguire questa procedura.
Uitgewist kunnen worden:
alleen de zenders, waarbij u op punt 4 stopt
alle gegevens (zenders en programmering van de werkingsduur), waarbij u de procedure tot punt 5 helemaal volgt.
1. Druk op een in modus II in het geheugen opgeslagen toets en laat hem weer los; het is niet
belangrijk als de motor niet van start gaat.
Druk opnieuw op diezelfde toets van de zender en houd die ingedrukt (de motor moet nu stil
staan) totdat u een geluidssignaal hoort, en laat hem daarna los. 5s
2. Druk opnieuw op diezelfde toets van de zender en houd die ingedrukt totdat u 3
geluidssignalen hoort; laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los.
3. Druk opnieuw op diezelfde toets van de zender en houd die ingedrukt totdat u 3
geluidssignalen hoort; laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los
4. Druk opnieuw op diezelfde toets van de zender en houd die ingedrukt totdat u 3
geluidssignalen hoort; laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los.
5. Indien u alle in het geheugen aanwezige gegevens wilt verwijderen, dient u binnen 2
seconden nogmaals op dezelfde toets te drukken en hem daarna los te laten 2s
NB: Na enkele seconden zullen 5 geluidssignalen aangeven dat alle gegevens uit het geheugen zijn gewist.
Tabel “A10” Wissen van het geheugen met een in Modus II in het geheugen opgeslagen zender II Voorbeeld
Nadat u de besturingseenheid onder spanning hebt gezet,
hoort u geen enkel geluidssignaal en de zenders geven geen
bedieningsopdrachten.
Verifieer dat de stroomvoorziening naar de besturingseenheid in orde
is: tussen de klemmetjes 6-7 moet er netspanning staan. Indien de
stroomvoorziening in orde is, zal er waarschijnlijk een ernstig defect
zijn en zal de besturingseenheid vervangen moeten worden
Na een bedieningsopdracht via radio hoort u 6 geluidssigna-
len maar de manoeuvre start nie
De radiobediening is niet gesynchroniseerd, u dient de zender
opnieuw in het geheugen op te slaan.
Na een bedieningsopdracht hoort u 10 geluidssignalen en
daarna start de manoeuvre
De zelfdiagnose van de parameters in het geheugen heeft enkele
afwijkingen geconstateerd. In dit geval dient u alle gegevens uit het
geheugen te wissen en de afstandsbedieningen opnieuw in het
geheugen op te slaan alsook de werkingsduur opnieuw te program-
meren.
U slaagt er niet in de werkingsduur volgens de procedure van
tab. “A4” te programmeren
Het is niet mogelijk de werkingsduur met zenders die in Modus II in
het geheugen zijn opgeslagen, te programmeren; verifieer dat de
afstandsbediening in Modus I in het geheugen is opgeslagen(toets
= OMHOOG, toets = STOP, toets = OMLAAG)
De motor staat stil, maar soms moet u 2 maal de bedienings-
opdracht stap voor stap geven om de motor in beweging te
zetten.
Het zou kunnen zijn dat de geprogrammeerde werkingsduur veel te
lang is voor de effectieve tijdsduur van de manoeuvre: hoewel de
motor bij een eindstop stil staat, zou de besturingseenheid er van uit
kunnen gaan dat de motor nog in beweging is als gevolg van een
eerdere bedieningsopdracht. In dat geval wordt de eerste bedie-
ningsopdracht als een STOP geïnterpreteerd en de tweede als een
bedieningsopdracht voor een manoeuvre. In dit geval behoeft u
alleen maar de werkingsduur correct te programmeren (zie hoofd-
stuk 3.1 )
5) Wat te doen als … ofwel een kleine gids als er iets niet functioneert!
NL
43
6) Technische gegevens
Alle gegevens hebben betrekking op een temperatuur van 20°C
Elektronische besturingseenheid
Stroomvoorziening : 230Vac (+10-15%) 50Hz
Maximumvermogen van de motoren : 500W / 400VA
Bedrijfstemperatuur : -20 ÷ 50 °C
Afmetingen / gewicht : 98 x 26 x 20 / 45g
Beschermingsklasse : IP55 (kastje intsct)
Tijdsduur manoeuvre : van 4 tot 250 seconden (fabrieksinstelling circa 150 sec)
Radio-ontvanger
Frequentie : 433.92MHz
Codering : FLO (fixed code), FLOR (rolling code) SMILO (rolling code)
Aantal zenders in het geheugen op te slaan : 30 met maximaal 3 klimaatsensoren
Bereik van de zenders : geschat op 150 m in de vrije ruimte en 20 m binnenshuis*
* Het bereik van de zenders is sterk onderhevig aan de invloed van andere inrichtingen die op dezelfde frequentie met voortdurende zending
werken zoals alarmen, radiokoptelefoons, etc… die interferentie met de radio-ontvanger van de besturingseenheid veroorzaken.
Nice behoudt zich het recht voor op elk gewenst moment wijzigingen in haar producten aan te brengen
Conformiteitsverklaring N°: mindy TT1N Rev 0
Nice S.p.a. via Pezza Alta, 13 Rustignè Oderzo (TV) ITALY verklaart dat het product: “mindy TT1N” conform de essentiële veiligheidseisen
vervat in onderstaande richtlijnen is R&TTE 1999/5/CE
Datum AGedelegeerd Bestuurder
20-01-2004 Lauro Buoro

Documenttranscriptie

control units mindy TT1N Instructions and warnings for the fitter Istruzioni ed avvertenze per l’installatore Instructions et recommandations pour l’installateur Anweisungen und Hinweise für den Installateur Instrucciones y advertencias para el instalador Instrukcje i uwagi dla instalatora Aanwijzingen en aanbevelingen voor de installateur Aanbevelingen De besturingseenheid TT1N is geschikt voor het aansturen van éénfaseasynchroonmotoren die op netstroom werken en bestemd zijn voor de automatisering van zonweringen, rolluiken en dergelijke; elk ander gebruik is oneigenlijk gebruik en is verboden. De installatie hiervan moet plaatsvinden door technisch personeel met inachtneming van de geldende elektriciteits-en veiligheidswetgeving. 1) Beschrijving van het product Met de besturingseenheid TT1 kunt u éénfase-asynchroonmotoren aansturen die van stroom voorzien worden door het elektriciteitsnet met aansluitingen van het type “GEMEENSCHAPPELIJK” “OMHOOG” “OMLAAG” en die gebruikt worden voor automatisering van zonweringen, rolluiken en dergelijke. In de besturingseenheid is een radio-ontvanger ingebouwd die werkt op een frequentie van 433,92 MHz met rolling code technologie welke voor een hoog veiligheidsniveau garant staat. Voor elke besturingseenheid kunnen er maximaal 14 radiobesturingen van de serie “ERGO”(afb. 1), “PLANO” (afb.2) of radiosensoren “VOLO S RADIO” (afb. 3) in het geheugen opgeslagen worden. Na elke bedieningsopdracht wordt de motor voor de geprogrammeerde werkingsduur van stroom voorzien; een elektrische eindschakelaar in de motor onderbreekt de manoeuvre bij het bereiken van de gewenste stand. Alle programmeringen kunnen rechtstreeks via de zenders plaats vinden: het geluidssignaal “beep” zal u daarbij in de verschillende fasen daarvan leiden. Indien u de klimaatsensoren via radio “VOLO S RADIO” (afb. 3) gebruikt, kunnen de zonwering of rolluiken automatisch omhoog of omlaag gaan al naar gelang de omstandigheden van wind, zon of regen dat vereisen. N.B.: De besturingseenheid kan ook andere typen zenders en andere werkingsmodi beheren; zie voor verdere informatie hoofdstuk 4) “Verdere details”. 1 ERGO 2 PLANO 3 VOLO S RADIO 2) Installeren ! Elektrische installaties en automatiseringen moeten door ervaren en gekwalificeerd personeel met inachtneming van de wettelijke voorschriften aangelegd worden. Alle aansluitingen moeten uitgevoerd worden zonder dat er stroom op de installatie staat. 1. Strip de motorkabel en de netkabel over een lengte van ongeveer 3 cm en daarna de afzonderlijke draden over een lengte van ongeveer 5mm. 2. Open het kastje waarbij u het “dopje van de doorvoeropeningen voor de kabel” verwijdert zoals dat op afb. 5 is aangegeven 3. Haal de twee kabels door de daarvoor bestemde doorvoeropeningen van “ het dopje” (zie afb. 6). 4. Haal de kaart enkele centimeter naar buiten (zie afb. 7). 5. Sluit de draden op de klemmetjes aan zoals dat op afb. 8 te zien is, en volg hierbij het schema van afb. 4.en wat voorzien is in hoofdstuk 2.1). 2.1) Elektrische aansluitingen 6. Buig de kabels terug zoals dat op afb. 9 te zien is. 7. Duw de kaart in het kastje, controleer of het gestripte deel van de kabel helemaal binnen in het kastje zit, verschuif het “dopje” zover dat het kastje helemaal dicht is (zie afb. 10) 8. De besturingseenheid kan rechtstreeks in de cassette of kast geplaatst worden; gebruik eventueel tweezijdig kleefbaar plakband voor bevestiging hiervan. Om het risico op waterinfiltratie te beperken dient u deze zo terug te monteren, dat de kabels naar beneden gericht zijn, zoals dat op afb. 11 te zien is; zorg ervoor deze niet met de kabels naar boven gericht (afb. 12) terug te monteren. ! Er mogen om geen enkele redenen boringen in het kastje gemaakt worden. M COM ! Volg nauwgezet de aansluitingen zoals die voorzien zijn; doe in geval van twijfel GEEN vruchteloze pogingen, maar raadpleeg de daarvoor bestemde gespecificeerde technische bladen die ook op de site www.niceforyou.com beschikbaar zijn. Een verkeerd uitgevoerde aansluiting kan ernstige schade aan de besturingseenheid veroorzaken. 4 2.1.1) Aansluiting van het elektrisch apparaat De éénfase-asynchroonmotor moet tussen de klemmetjes 1-2-3-4 op het elektriciteitsnet aangesloten worden (OMLAAG, GEMEENSCHAPPELIJK, OMHOOG, AARDE “OMLAAG” komt overeen met toets ▼ van de afstandsbedieningen, “OMHOOG” met toets ▲ (richting inschakeling windmeter). Als de 4 3 2 5 6 7 1 L N draairichting niet in orde is, dient u de aansluitingen van de klemmetjes 1 en 3 om te wisselen. ! Sluit niet meer dan één enkele motor op elke besturingseenheid aan, gebruik zo nodig de speciale uitbreidingen “TTE”. 2.1.2) Stroomvoorziening De hoofdstroomvoorziening van de besturingseenheid moet plaats vinden door de klemmetjes 5-6-7 (aarde, fase, nulleider) te gebruiken zoals dat op afb. 4 is aangegeven 38 2.1.3) Klimaatsensoren De besturingseenheid beheert radio-aangestuurde klimaatsensoren van het type “VOLO S RADIO” (tot een maximum van 3). De geheugenopslag van een sensor “VOLO S RADIO” vindt op dezelfde manier plaats als van een normale zender: volg de procedure van tab. “A2”. Het niveau van inschakeling moet rechtstreeks in de sen- sor “VOLO S RADIO” geprogrammeerd worden. Inschakeling in verband met de wind heeft de voorrang, daarna komen regen en zon; voor details gelieve u de handleiding voor “VOLO S RADIO” te raadplegen. ! inschakeling van de windmeter brengt een bedieningsopdracht teweeg die gelijk is aan die van toets ▲ op de afstandsbedieningen. 3) Programmeren Elke zender of radiosensor wordt door de in de besturingseenheid herkend via een “code” die van alle andere zenders verschilt. Er is dus een fase nodig waarin deze “in het geheugen opgeslagen wordt” zodat de besturingseenheid daardoor in staat is elke afzonderlijke zender te herkennen. ! • Alle opeenvolgende handelingen van de geheugenopslag zijn op tijdsduur ingesteld, dat wil zeggen dat zij binnen de voorziene tijdslimieten uitgevoerd dienen te worden. • Bij zenders die meerdere “groepen” bedienen, dient u alvorens met het opslaan te beginnen, eerst de groep te selecteren waaraan de besturingseenheid gekoppeld wordt. • Programmering via radio kan plaats vinden in al die besturingseenheden welke zich binnen het bereik van de zender bevinden; het is dus van belang dat alleen die besturingseenheid onder spanning staat welke geprogrammeerd moet worden. Wanneer het geheugen geen enkele zender bevat, kunt u de eerste zender invoeren, en wel op de volgende manier: Tabel “A1” Het in het geheugen opslaan van de eerste zender (afb. 13) Voorbeeld 1. Zodra de besturingseenheid onder spanning komt te staan, zult u 2 lange geluidssignalen (beeeep) horen 2. Druk binnen 5 seconden op toets ■ van de zender die in het geheugen moet worden opgeslagen, en houd die (circa 3 seconden lang) ingedrukt. 3s 3. Laat toets ■ los wanneer u het eerste van de 3 geluidssignalen hoort die bevestigen dat de zender in het geheugen is opgeslagen. N.B.: Als er in de besturingseenheid reeds zenders zijn opgeslagen, hoort u bij het aanzetten 2 korte geluidssignalen en kunt u niet, zoals hierboven beschreven is, te werk gaan, maar dient u de andere manier van geheugenopslag te gebruiken (Tabel“A2”) Wanneer er reeds één of meerdere zenders in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u andere op onderstaande wijze werkzaam maken: Tabel “A2” 1. 2. Het in het geheugen opslaan van andere zenders (fig 14) Houd toets ■ van de nieuwe zender ingedrukt totdat u (na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoort Druk 3 maal langzaam op toets ■ van een reeds in het geheugen opgeslagen zender Voorbeeld Nuovo 5s NL Vecchio X3 Druk nogmaals op toets ■ van de nieuwe zender en laat die bij het eerste van de 3 geluidssignalen los. Nuovo N.B.: Als het opslaan in het geheugen tot een goed einde is gekomen, zult u 3 lange geluidssignalen horen. Wanneer het geheugen vol is (30 zenders), zullen 6 geluidssignalen aangeven dat de zender niet in het geheugen kan worden opgeslagen. 3. Mocht het nodig zijn het geheugen van de besturingseenheid te wissen, dan kunt u onderstaande procedure volgen. Het wissen van het geheugen is mogelijk: • door met een zender die niet in het geheugen is opgeslagen bij punt A te beginnen • door met een zender die al wel in het geheugen is opgeslagen bij punt 1 met Tabel “A3” de procedure te beginnen Uitgewist kunnen worden: • alleen de zenders, waarbij u op punt 4 stopt • alle gegevens (zenders en programmering van de werkingsduur), waarbij u de procedure tot punt 5 helemaal volgt. Wissen van het geheugen (afb. 15) Voorbeeld ➨ A Terwijl de besturingseenheid niet onder spanning staat, verwijdert u het bruggetje op de kaart (zie afb. 15). Het bruggetje moet weer aangebracht worden na afloop van het wissen van het geheugen. B Breng de besturingseenheid onder spanning en wacht de geluidssignalen voor het begin van de procedure af ➨ 1 Houd toets ■ 5 van een reeds in het geheugen opgeslagen zender ingedrukt totdat u (na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoort, en laat hem vervolgens los. 2 Houd de toets ▲van de zender ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort; laat de toets ▲ precies tijdens het derde geluidssignaal los 3 Houd de toets ■ van de zender ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort; laat de toets ■ precies tijdens het derde geluidssignaal los Houd de toets ▼ van de zender ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort; ➨ 4 laat de toets ▼ precies tijdens het derde geluidssignaal los Indien u alle in het geheugen aanwezige gegevens wilt verwijderen, dient u binnen 2 seconden tegelijkertijd op de 2 5 toetsen ▼ ▲ te drukken, die ingedrukt te houden totdat u het eerste van de 5 geluidssignalen hoort, en ze dan los te laten N.B.: De 5 geluidssignalen geven aan dat alle codes uit het geheugen zijn verwijderd. 5s 39 3.1) Programmeren van de werkingsduur De “Werkingsduur” is de tijd dat de besturingseenheid de motor aanstuurt; de waarde die in de fabriek is afgesteld of na het wissen van het geheugen terugkomt is ongeveer 150 seconden. Indien u dat wenst, kunt u de werkingsduur wijzigen, en wel van een minimum van 4 seconden tot een maximum van 240. De programmeringsprocedure wordt uitgevoerd in “zelfinstelling”, d.w.z. door de tijd Tabel “A4” te meten die er nodig is om de gehele manoeuvre uit te voeren. U dient de motor bij een eindstand te brengen en vandaar de voor de motor de zwaarste (en dus de langste) manoeuvre (normaal gesproken het oprollen) te meten. Het verdient aanbeveling de werkingsduur een paar seconden langer te programmeren dan voor de manoeuvre strikt noodzakelijk is. Om tot het programmeren over te gaan voert u de stappen van onderstaande tabel uit. Programmeren werkingsduur (afb. 16) Voorbeeld Druk op toets ■ van een reeds in het geheugen opgeslagen zender en houd die ingedrukt totdat u (na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoor en laat hem dan los. 5s 2. Druk opnieuw op toets ■ totdat u (na ongeveer 5 seconden) 4 korte geluidssignalen hoort, en laat hem dan los 5s 3. Druk op toets ▲ (of toets ▼) om de manoeuvre van start te laten gaan en het meten van de tijdsduur te laten beginnen Wacht tot de motor de manoeuvre beëindigd heeft en druk na enkele seconden op toets ■ omhet meten van de 4. tijdsduur te laten stoppen; 3 geluidssignalen zullen aangeven dat een nieuwe werkingsduur in het geheugen is opgeslagen N.B.: Om tot de door de fabriek ingestelde werkingsduur (150 seconden) terug te keren, drukt u bij punt 3 op toets 5 totdat u de eerste van 3 geluidssignalen hoort die aangeven dat programmering heeft plaatsgevonden 1. 4) Verdere details De besturingseenheid herkent behalve de zenders uit de serie “ERGO” en “PLANO”ook andere door Nice vervaardigde typen zenders (zie hoofdstuk 4.1 “Bruikbare zenders”). Met speciale proedures voor geheugenopslag van de zenders kunt u ook aan elke toets van de zender een speciale bedieningsopdracht koppelen (zie hoofdstuk 4.2 “Programmeren van zenders in Modus I en Modus II”). 4.1) Bruikbare zenders In tabel “A5” zijn de zenders aangegeven die met de desbetreffende radiocodering gebruikt kunnen worden. Tabel “A5” CODERING FLOR Rolling code SMILO Rolling code FLO Fixed code Zenders ERGO1 - ERGO4 - ERGO6 PLANO1 - PLANO4 - PLANO6 - PLANO TIME VOLO S RADIO FLO1R - FLO2R - FLO4R VERY VR SM2 - SM4 FLO1 - FLO2 - FLO4 VERY VE FLO4R PLANO VERY SM2 VOLO S RADIO SM4 ERGO Omdat de zenders verschillende coderingen hebben en de besturingseenheid ze niet tegelijkertijd kan herkennen, bepaalt de eerste zender die in het geheugen opgeslagen is, het type codering en daarmee de zenders die daarna in het geheugen kunnen worden opgeslagen. Indien u het type zenders zou willen veranderen, dient u alle codes te wissen (zie de tabellen “A3” “A10”). U kunt het type codering verifiëren door het aantal geluidssignalen te tellen dat u hoort op het moment dat u de besturingseenheid aan zet. abel “A6” GELUIDSSIGNALEN 1 kort geluidssignaal 2 korte geluidssignalen 3 korte geluidssignalen 2 lange geluidssignalen TType codering van de in het geheugen opgeslagen zenders Zenders met codering FLO Zenders met codering FLOR Zenders met codering SMILO Geheugen leeg (geen enkele zender in het geheugen opgeslagen) 4.2) Geheugenopslag van zenders in Modus I en Modus II In de tabellen “A1” en “A2” wordt de geheugenopslag van de zenders in Modus I beschreven waarbij aan elke toets een bedieningsopdracht is gekoppeld: toets 1= ▲ = OMHOOG toets 2 = ■ = STOP toets 3 = ▼ = OMLAAG 40 De zenders kunnen ook in Modus II worden opgeslagen; deze modus biedt u een maximum aan flexibiliteit bij het gebruik van de zenders In dezelfde besturingseenheid kunt u zenders zowel in Modus I als in Modus II in het geheugen opslaan. Hieronder worden de verschillen tussen de 2 manieren van programmeren opslaan beschreven: 4.2.1) Modo I Voorbeeld Geheugenopslag I In deze modus is de bedieningsopdracht vast gekoppeld aan de toetsen van de zenTasto 1 o ▲ OMHOOG Tasto 2 o ■ STOP der: toets 1 (of ▲) voor bedieningsopdracht omhoog, toets 2 (of ■) voor bedieningsopdracht stop, toets 3 (of ▼) voor bedieningsopdracht omlaag, een eventuele toets 4 Tasto 3 o ▼ OMLAAG voor bedieningsopdracht stop. Tasto 4 STOP Er wordt slechts één enkele fase van geheugenopslag voor elke zender uitgevoerd en tijdens deze fase is het niet van belang op welke toets u drukt; er wordt slechts één plaats in het geheugen bezet. Om zenders in Modus I in het geheugen op te slaan of te wissen gelieve u hoofdstuk 3 “Programmeren” te raadplegen.”. 4.2.2) Modus II Bij deze modus kunt u aan elke toets van de zender één van de volgende bedieningsopdrachten koppelen: 1 “stap voor stap” (omhoogstop-omlaag-stop…), 2 “omhoog”, 3 “omlaag”, 4 “stop”. Mocht u aan een andere toets van dezelfde zender een andere bedieningsopdracht willen koppelen, dan dient u opnieuw de procedure voor geheugenopslag te doorlopen. Tijdens deze fase is het van belang welke toets u kiest om op te drukken, en in het geheugen wordt Voorbeheld 1 Toets 1 Toets 2 Toets 3 Toets 4 Esempio 2 Toets 1 Toets 2 Toets 3 Toets 4 OMHOOG OMLAAG Geheugenopslag Modus II op TT1N n°1 op TT1N n°1 OMHOOG op TT1N n°2 OMLAAG su TT1N n°2 memorizzazione Modo II STAP VOOR STAP op TT1N n°1 STAP VOOR STAP op TT1N n°2 OMHOOG OMLAAG op TT1N n°3 op TT1N n°3 ! • Het is bij een zender die in Modus II in het geheugen is opgeslagen, niet mogelijk de werkingsduur te programmeren • Als een zender in Modus II geprogrammeerd is, kan deze niet in de modus“meerdere groepen” gebruikt worden. Wanneer het geheugen geen enkele zender bevat, kunt u de eerste zender in Modus II in het geheugen opslaan, en wel op de volgende manier: Tabel “A7” Geheugenopslag van de eerste zender in Modus II Voorbeeld NL 1. Zodra de besturingseenheid onder spanning komt te staan, zult u 2 lange geluidssignalen (beeeep) horen 2. Druk binnen 5 seconden op de toets van de zender die in het geheugen moet worden opgeslagen, en houd die ingedrukt tot na afloop van alle 3 de na afloop van alle 3 de geluidssignalen die aangegeven dat de geheugenopslag tot stand is gekomen, en laat hem daarna los 5s 3. Begin binnen 3 seconden zoveel maal op diezelfde toets van de zender te drukken als voor de gewenste bedieningsopdracht nodig is: 1 = “stap-voor-stap” 2 = “omhoog” 3 = “omlaag” 4 = “stop” 1-4 3s 4. Na ongeveer 3 seconden zult u een aantal geluidssignalen horen dat gelijk is aan het getal van de geselecteerde bedieningsopdracht 1-4 3s 5. Druk binnen 2 seconden opnieuw op dezelfde toets om de programmering te bevestigen, en laat hem daarna bij het eerste van de 3 geluidssignalen weer los. 2s N.B.: Als het opslaan in het geheugen tot een goed einde is gekomen zult u 3 lange geluidssignalen horen. Als u op punt 4 niet het juiste aantal geluidssignalen hoort dat overeenkomt met de gewenste bedieningsopdracht, dient u enkele seconden te wachten alvorens de procedure te verlaten, zonder de geheugenopslag te bevestigen. Wanneer er reeds één of meerdere zenders in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u andere zenders in Modus II met onderstaande procedure in het geheugen opslaan: Tabel “A8” Geheugenopslag van andere zenders in Modus II Voorbeeld 1. Houd de nieuwe in het geheugen te bewaren toets ingedrukt totdat u (na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoort en laat hem daarna los Nuovo 2. Druk binnen 5 seconden op de toets van een reeds in het geheugen opgeslagen (oude) zender en houd die ongeveer 5 seconden ingedrukt tot u 2 korte geluidssignalen hoort, en laat hem daarna weer los. Oude 3. Druk binnen 5 seconden zoveel maal als voor de gewenste bedieningsopdracht nodig is op dezelfde toets van de (oude) zender: 1 = “stap-voor-stap” 2 = “omhoog” 3 = “omlaag” 4 = “stop” Oude 1-4 4. Na ongeveer 3 seconden zult u een aantal geluidssignalen horen dat gelijk is aan het getal van de zojuist geselecteerde bedieningsopdracht 1-4 Druk binnen 2 seconden opnieuw op de nieuwe toets die in het geheugen opgeslagen moet worden van de 5. zender om de programmering te bevestigen, en laat hem daarna bij het eerste van de 3 geluidssignalen weer los. Nuovo N.B.: Als het opslaan in het geheugen tot een goed einde is gekomen, zult u 3 lange geluidssignalen horen. Wanneer het geheugen vol (30 zenders), zullen 6 geluidssignalen aangeven dat de zender niet in het geheugen kan worden opgeslagen. 5s 5s 5s 3s 2s is 41 Er bestaat een eenvoudige manier om een nieuwe zender in het geheugen op te slaan waarbij de kenmerken van de oude zender behouden blijven; u volgt hiervoor de procedure van tabel “A9”. De op die manier in het geheugen opgeslagen nieuwe zender zal de kenmerken van de oude erven, dat wil zeggen, als de oude in Modus I in het geheugen was opgeslagen, dan zal ook de nieuwe in Modus I functioneren; als de oude in Modus II in het geheugen was opgeslagen, dan zal ook de toets van de nieuwe zender aan dezelfde bedieningsopdracht van de oude gekoppeld worden. Tabel “A9” 1. Geheugenopslag van andere zenders Voorbeeld Druk op de toets van de nieuwe zender die u in het geheugen wilt opslaan, houd die tenminste 3 seconden ingedrukt en laat hem daarna weer los Druk tenminste 3 seconden op de toets van de reeds werkzaam gemaakte (oude) zender en laat hem vervolgens los. Druk opnieuw tenminste 3 seconden op de toets van de nieuwe zender en laat hem daarna los 2. 3. Nuovo 3s Oude 3s Nuovo 3s Druk opnieuw op de toets van de oude zender totdat 3 geluidssignalen zullen bevestigen dat de nieuwe zender in het geheugen is opgeslagen Oude 3s N.B.: Wanneer het geheugen vol is (30 zenders), zullen 6 geluidssignalen aangeven dat de zender niet in het geheugen kan worden opgeslagen. Se dovesse rendersi necessario cancellare tutti i dati contenuti nella memoria della centrale utilizzando un trasmettitore memorizzato in Modo II, si può eseguire questa procedura. 4. Uitgewist kunnen worden: • alleen de zenders, waarbij u op punt 4 stopt • alle gegevens (zenders en programmering van de werkingsduur), waarbij u de procedure tot punt 5 helemaal volgt. Tabel “A10” Wissen van het geheugen met een in Modus II in het geheugen opgeslagen zender II Druk op een in modus II in het geheugen opgeslagen toets en laat hem weer los; het is niet belangrijk als de motor niet van start gaat. Druk opnieuw op diezelfde toets van de zender en houd die ingedrukt (de motor moet nu stil staan) totdat u een geluidssignaal hoort, en laat hem daarna los. 2. Druk opnieuw op diezelfde toets van de zender en houd die ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort; laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los. 3. Druk opnieuw op diezelfde toets van de zender en houd die ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort; laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los ➨ 4. Druk opnieuw op diezelfde toets van de zender en houd die ingedrukt totdat u 3 geluidssignalen hoort; laat de toets precies tijdens het derde geluidssignaal los. 5. Indien u alle in het geheugen aanwezige gegevens wilt verwijderen, dient u binnen 2 seconden nogmaals op dezelfde toets te drukken en hem daarna los te laten NB: Na enkele seconden zullen 5 geluidssignalen aangeven dat alle gegevens uit het geheugen zijn gewist. Voorbeeld 1. 5s 2s 5) Wat te doen als … ofwel een kleine gids als er iets niet functioneert! Nadat u de besturingseenheid onder spanning hebt gezet, hoort u geen enkel geluidssignaal en de zenders geven geen bedieningsopdrachten. Verifieer dat de stroomvoorziening naar de besturingseenheid in orde is: tussen de klemmetjes 6-7 moet er netspanning staan. Indien de stroomvoorziening in orde is, zal er waarschijnlijk een ernstig defect zijn en zal de besturingseenheid vervangen moeten worden Na een bedieningsopdracht via radio hoort u 6 geluidssignalen maar de manoeuvre start nie De radiobediening is niet gesynchroniseerd, u dient de zender opnieuw in het geheugen op te slaan. Na een bedieningsopdracht hoort u 10 geluidssignalen en daarna start de manoeuvre De zelfdiagnose van de parameters in het geheugen heeft enkele afwijkingen geconstateerd. In dit geval dient u alle gegevens uit het geheugen te wissen en de afstandsbedieningen opnieuw in het geheugen op te slaan alsook de werkingsduur opnieuw te programmeren. 42 U slaagt er niet in de werkingsduur volgens de procedure van tab. “A4” te programmeren Het is niet mogelijk de werkingsduur met zenders die in Modus II in het geheugen zijn opgeslagen, te programmeren; verifieer dat de afstandsbediening in Modus I in het geheugen is opgeslagen(toets▲ = OMHOOG, toets ■ = STOP, toets ▼ = OMLAAG) De motor staat stil, maar soms moet u 2 maal de bedieningsopdracht stap voor stap geven om de motor in beweging te zetten. Het zou kunnen zijn dat de geprogrammeerde werkingsduur veel te lang is voor de effectieve tijdsduur van de manoeuvre: hoewel de motor bij een eindstop stil staat, zou de besturingseenheid er van uit kunnen gaan dat de motor nog in beweging is als gevolg van een eerdere bedieningsopdracht. In dat geval wordt de eerste bedieningsopdracht als een STOP geïnterpreteerd en de tweede als een bedieningsopdracht voor een manoeuvre. In dit geval behoeft u alleen maar de werkingsduur correct te programmeren (zie hoofdstuk 3.1 ) 6) Technische gegevens Alle gegevens hebben betrekking op een temperatuur van 20°C Elektronische besturingseenheid Stroomvoorziening Maximumvermogen van de motoren Bedrijfstemperatuur Afmetingen / gewicht Beschermingsklasse Tijdsduur manoeuvre : : : : : : 230Vac (+10-15%) 50Hz 500W / 400VA -20 ÷ 50 °C 98 x 26 x 20 / 45g IP55 (kastje intsct) van 4 tot 250 seconden (fabrieksinstelling circa 150 sec) Radio-ontvanger Frequentie Codering Aantal zenders in het geheugen op te slaan Bereik van de zenders : : : : 433.92MHz FLO (fixed code), FLOR (rolling code) SMILO (rolling code) 30 met maximaal 3 klimaatsensoren geschat op 150 m in de vrije ruimte en 20 m binnenshuis* * Het bereik van de zenders is sterk onderhevig aan de invloed van andere inrichtingen die op dezelfde frequentie met voortdurende zending werken zoals alarmen, radiokoptelefoons, etc… die interferentie met de radio-ontvanger van de besturingseenheid veroorzaken. Nice behoudt zich het recht voor op elk gewenst moment wijzigingen in haar producten aan te brengen Conformiteitsverklaring N°: mindy TT1N Rev 0 Nice S.p.a. via Pezza Alta, 13 Rustignè Oderzo (TV) ITALY verklaart dat het product: “mindy TT1N” conform de essentiële veiligheidseisen vervat in onderstaande richtlijnen is R&TTE 1999/5/CE Datum 20-01-2004 AGedelegeerd Bestuurder Lauro Buoro NL 43
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Nice Automation Mindy TT1N de handleiding

Type
de handleiding