52
1. Druk op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de nieuwe zender en houd die ingedrukt
(tenminste 5 seconden) tot u een langdurige knippering ziet; laat daarna de toets los ■.
2. Druk 3 maal langzaam op de toets van een oude en reeds in het geheugen opgeslagen
zender.
3. Druk nogmaals op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de nieuwe zender, laat de toets los bij
de eerste van de 3 langdurige knipperingen die de geheugenopslag bevestigen.
N.B. Als het geheugen vol is (30 bewaarde zenders), zult u 6 langdurige knipperingen zien en zal de zender niet in het geheugen kunnen wor-
den opgeslagen.
Wanneer er al één of meer zenders in het geheugen zijn opgeslagen, kunt u andere zenders opslaan, en wel met de volgende stappen.
Tabel “A2” Geheugenopslag van andere zenders (in Modus I) Voorbeeld
Nieuwe
Oude
5s
Nieuwe
X3
3.1) Programmering via de zenders
• In dit hoofdstuk wordt de geheugenopslag in Modus I
beschreven die geschikt is om één enkele inrichting via
de 2 toetsen op de zenders aan te sturen. In hoofdstuk
4.2. wordt geheugenopslag in Modus II beschreven die
geschikt is om een inrichting met één enkele toets aan
te sturen; daarmee blijven de andere toetsen vrij om
andere inrichtingen aan te sturen.
• Bij de geheugenopslag zijn alle sequenties tijdgebon-
den, dat wil zeggen dat zij binnen het geplande tijdsbe-
stek moeten worden uitgevoerd.
• Bij zenders die meerdere “groepen” voorzien, dient u
voordat u met de geheugenopslag gaat beginnen, eerst
de groep te kiezen waaraan de besturingseenheid
gekoppeld moet worden.
• Draadloze programmering kan plaatsvinden in alle ont-
vangers die zich binnen het bereik van de zender bevin-
den; het is dus raadzaam alleen die inrichting van
stroom te voorzien die voor ons van belang is.
•
Voor elke zender worden 2 toetsen gebruikt: Toets 1 = On en
toets 2 = Off. Bij de zenders met 4 toetsen kunnen de vrij
gebleven toetsen worden gebruikt om een andere bestu-
ringseenheid aan te sturen: toets 3 = On en toets 4 = Off.
• Bij de besturingseenheid TT2L komt de instructie On
overeen met apparaat aan, terwijl de instructie Off over-
eenkomt met apparaat uit. Bij de besturingseenheid
TT2D komt de instructie On overeen met de gesloten
schakelaar tussen de klemmetjes 2 en 3, terwijl de
instructie Off overeenkomt met gesloten schakelaar tus-
sen de klemmetjes 1 en 2.
Het is mogelijk te controleren of er reeds zenders in het geheugen
van de besturingseenheid TT2N zijn opgeslagen; hiertoe behoeft u
alleen maar te controleren hoeveel en op welke manier de led knip-
pert bij het aanzetten van de besturingseenheid.
2 langdurige knipperingen Geen enkele zender in het
(in totaal 1,5s) geheugen opgeslagen
2 kortstondige knipperingen Er zijn reeds zenders in het
(in totaal 0,4s) geheugen opgeslagen
Controle van de in het geheugen opgeslagen zenders
1. Sluit de besturingseenheid op het elektriciteitsnet aan; u zult 2 langdurige knipperingen zien.
2. Druk binnen 5 seconden op de toets 1 of 2 (of 3 of 4) van de te bewaren zender en houd
die ingedrukt (tenminste 3 seconden).
3. Laat de toets los bij de eerste van de 3 knipperingen die geheugenopslag bevestigen.
Wanneer er geen enkele zender in het geheugen is opgeslagen kunt u met de geheugenopslag van de eerste beginnen, en wel met de vol-
gende stappen.
Tabel “A1” Geheugenopslag van de eerste zender (in Modus I) Voorbeeld
3s
2.2.3) Ingang voor contact On-Off
De besturingseenheden TT2L en TT2D zijn ontworpen om op een
contact voor handmatige bediening van het type On-Off te worden
aangesloten. Het contact dient tussen fase (L) en het klemmetje 4 te
worden aangesloten zoals dat op de afbeeldingen 3a en 3b is te
zien. U kunt zowel een schakelaar als een knop gebruiken. De func-
tionering is als volgt: Als het contact korter dan 1 seconde gesloten
blijft, vindt bediening alleen bij sluiting van het contact plaats; als het
contact langer dan 1 seconde gesloten blijft, vindt bediening zowel
bij sluiting als bij opening van het contact plaats.
Op het contact staat netspanning; dus moet het adequaat
geïsoleerd en beschermd worden.
Voordat een zender de besturingseenheden TT2L en TT2D kan bedienen dient u de fase van geheugenopslag uit te voeren zoals die in tabel
A1 is aangegeven. Geheugenopslag en programmering kunnen worden uitgevoerd met behulp van de zenders (paragraaf 3.1) of rechtst-
reeks via de programmeerknop (paragraaf 3.2).
3) Programmering
2.2.2) Stroomvoorziening
De stroomvoorziening naar de besturingseenheid moet via de klemmetjes 5-6 (Fase, Nulleider) tot stand komen. De besturingseenheden
TT2L en TT2D kunnen zowel op een spanning van 120 als 230 V werken en een frequentie van 50 of 60 Hz.