NL
3 – Nederlands
INSTALLATIE
3
Aansluiting Type kabel Maximaal toegestane lengte
A: Elektrische toevoerleiding N°1 kabel 3 x 1,5 mm
2
30m(opm. 1)
B:Knipperlichtmetantenne N°1kabel2x0,5mm
2
20 m
N°1afgeschermdekabeltypeRG58 20m(aanbevolenlengteminderdan5m)
C: Fotocellen N°1 kabel 2 x 0,25 mm
2
voor zender 30 m
N°1 kabel 4 x 0,25 mm
2
voor zender 30 m
D: Sleutelschakelaar N°2 kabels 2 x 0,5 mm
2
(opm. 2) 50m
E: Primaire contactlijst N°1 kabel 2 x 0,5 mm
2
(opm. 3) 30m
F: Bewegende contactlijsten N°1 kabel 2 x 0,5 mm
2
(opm. 3) 30m(opm. 4)
Opm. 1 – als de voedingskabel een lengte van meer dan 30m heeft, is er een kabel met een grotere doorsnede nodig, bijvoorbeeld 3x2,5mm
2
en dient er
aarding in de nabijheid van de automatisering plaats te vinden.
Opm. 2 – de twee kabels 2x0,5mm
2
kunnen vervangen worden door één enkele kabel 4x0,5mm
2
.
Opm. 3 – als er meer dan één lijst is, gelieve u de paragraaf “7.3.1 Ingang STOP” te raadplegen voor het soort aanbevolen aansluiting.
Opm. 4 – voor de aansluiting van de contactlijsten op deuren dient u de nodige maatregelen te nemen die ook aansluiting bij de in beweging zijnde vleugel
mogelijk maken.
TABEL 3 - Lijst kabels
3.2 - Bevestiging van de reductiemotor
Als er al een bevestigingsvlak aanwezig is, dient de reductiemotor daar recht-
streeksopbevestigtewordenmetbvoorbeeldexpansiepluggen.Andersdient
u voor het bevestigen van de reductiemotor als volgt te werk te gaan:
1. Maakeenfunderingsputmetdejuisteafmetingenengebruikdaarbals
aanwzingdeopafbeelding3aangegevenwaarden
2. Zorg voor één of meer buizen waar de elektriciteitskabels doorheen kunnen
lopen zoals dat op afbeelding 4 te zien is
3. Monteerdetweeverankeringsboutenopdefunderingsplaatwaarbueen
moer onder en een moer boven de plaat aanbrengt; de moer onder de plaat
dient aangedraaid te worden zoals u op afbeelding 5 kunt zien, zodat het
deel met schroefdraad ongeveer 25÷35mm boven de plaat uit steekt.
4. Stort het cement en voordat dat hard wordt, dient u de funderingsplaat vol-
gens de op afbeelding 3 aangegeven hwaarden aan te brengen; controleer
datdiegeheelevenwdigaandevleugellooptenwaterpasis.Wachttothet
beton helemaal uitgehard is.
5. Verwderde2bovenstemoerenvandeplaat,zeterdereductiemotorop;
controleerdatdiegeheelevenwdigaandevleugelisendraaivervolgens
de 2 meegeleverde moeren en borgringen lichtjes vast zoals op afbeelding
7 te zien is.
Als er reeds een tandheugel aanwezig is, dient u de stelschroeven af te stellen
zoals dat op afbeelding 8 te zien is zodat het rondel van Road400 zich op de
juistehoogtebevindtwaarbereenspelingvan1÷2mmmetdetandheugelis.
Anders dient u voor het bevestigen van de tandheugel als volgt te werk te gaan:
6. Ontgrendel de reductiemotor zoals dat in de paragraaf “Ontgrendeling en
handmatigemanoeuvre”inhethoofdstuk“Aanwzingenenaanbevelingen
bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor ROAD” aangegeven is.
7. Open de vleugel helemaal, laat het eerste gedeelte van de tandheugel op
het rondsel rusten en controleer of het begin van de tandheugel overeen-
komt met het begin van de vleugel zoals dat op afbeelding 9 te zien is.
Controleer of er tussen rondsel en tandheugel een speling van 1÷2mm is,
en bevestig de tandheugel vervolgens met de juiste middelen op de vleugel.
Om te voorkomen dat het gewicht van de vleugel op de reductiemo-
tor komt te rusten is het belangrk dat er tussen de tandheugel en het
rondsel van een speling van 1÷2mm is zoals u op afbeelding 10 kunt zien.
8. Verschuifdevleugelengebruikbhetbevestigenvandeandereelementen
steeds het rondsel als uitgangspunt.
9. Zaag het overgebleven deel aan het andere uiteinde van de tandheugel af.
10. Probeer nu de vleugel verschillende malen in de openings- en sluitrichting
te verschuiven en controleer of de tandheugel recht over het rondsel loopt
meteenfoutuitlningvantenhoogste5mm.Endatdespelingvan1÷2mm
tussenrondselentandheugeldaadwerkelkaanwezigis.
11. Draai de bevestigingsmoeren van de reductiemotor krachtig aan en verze-
ker u er zo van dat deze stevig vast op de grond zit; bedek de bevestigings-
moeren met de daarvoorbestemde kapjes zoals op afbeelding 11 te zien is.
12. Bevestig de beugels voor de eindaanslagen van de standen “Open” en
“Dicht”metdebbehorendestiftenopdeuiteindenvandetandheugel
zoals u op afbeelding 12 kunt zien. Denk eraan dat wanneer de eind-
aanslagen in werking treden de vleugel nog 2÷3cm doorloopt; het is dus
raadzaam de beugels van de eindaanslagen met een zekere marge op de
mechanische stops aan te brengen.
13.Vergrendeldereductiemotorzoalsin deparagraaf“Ontgrendelingen
handmatigemanoeuvre”inhethoofdstuk“Aanwzingenenaanbevelingen
bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor ROAD” aangegeven is.
3.3 - Installatie van de verschillende inrichtingen
Installeer de andere inrichtingen overeenkomstig de daarop betrekking heb-
bendeaanwzingen.Controleerinparagraaf“3.5Beschrvingvandeelektri-
sche aansluitingen” en op afbeelding 15 de inrichtingen die op de Road400
kunnen worden aangesloten.
De installatie van Road400 dient door gekwaliceerd personeel uit-
gevoerd te worden waarb de wetten, voorschriften en regels en wat in
deze aanwzingen staat, in acht worden genomen.
3.1 - Controles vooraf
VoordatumetdeinstallatievanRoad400begint,dientuonderstaandecontro-
les uit te voeren:
•Vergewisuervandatalhettegebruikenmateriaalineenoptimalestaatisen
geschikt is voor gebruik en conform de voorschriften.
• Controleer of de structuur van de poort ervoor geschikt is geautomatiseerd te
worden.
• Controleer of kracht en afmetingen van de vleugel binnen de gebruikslimieten
zoalsdieinparagraaf“2.1Gebruikslimieten”znaangegeven,vallen.
•Vergewisuervandoordewaardenuithoofdstuk“8Technischegegevens”te
vergelken,datdestatischewrving(datwilzeggendebenodigdekrachtom
devleugelinbewegingtebrengen)kleinerisdandehelftvanhet“Maximale
koppel”endatdedynamischewrving(datwilzeggendebenodigdekracht
omdevleugeltelatenbewegenalsdezeeenmaalloopt)kleinerisdande
helftvanhet“Nominalekoppel”;hetisraadzaameenmargevan50%op
dezekrachtenaantehouden,omdatslechteweersomstandighedendewr-
ving kunnen verhogen.
•Controleeroferoverdegeheleloopvandepoort,zowelbsluitingalsope-
ning,geenpuntenmeteengroterewrvingzn.
• Controleer dat er geen gevaar bestaat dat de vleugel ontspoort en uit de
geleiderails loopt.
•Controleerofdemechanischestopsvoorbhetloopgebiedvandepoort
sterkgenoegznwaarbueropdienttelettendatergeenvervormingen
ontstaan ook als de vleugel hard op de stop zou slaan.
• Controleer dat de vleugel goed in evenwicht is; dat wil zeggen de vleugel niet
in beweging mag komen, wanneer de manoeuvre op een willekeurige stand
onderbroken wordt.
• Controleer dat er op de plaats van bevestiging van de reductiemotor geen
wateroverlast is; monteer de reductiemotor eventueel hoog genoeg boven de
grond.
•
Kiesdeplaatsvanbevestigingvandereductiemotorzo,datdezegemakkelk
ontgrendeldengemakkelkenveiligbewogenkanworden.
• Controleer of de punten van bevestiging van de diverse inrichtingen zo geko-
zenzndaterniettegenaangestotenkanwordenenofdebevestigingsvlak-
kensteviggenoegzn.
• Zorg ervoor dat er geen enkel deel van het automatisme in water of een
andere vloeistof terecht kan komen.
•
Houd alle onderdelen van Road400 uit de buurt van relevante warmtebronnen
en open vuur. Anders zouden ze schade kunnen oplopen of zouden er storin-
gen,brandofgevaarlkesituatieskunnenontstaan.
• Indien er in de vleugel een kleinere toegangsdeur is, dient u zich ervan te
vergewissen dat deze de normale loop niet belemmert, en indien dit wel het
geval is, voor een adequate blokkering te zorgen.
• Sluit de besturingseenheid op een leiding van de elektrische stroomvoorzie-
ning aan welke correct geaard is.
•
De leiding van de elektrische stroomvoorziening dient door een adequate ther-
mogmagnetischeendifferentiaalschakelaarbeveiligdtezn.
•Opdetoevoerlnvandestroomvanhetelektriciteitsnetdienteeninrichting
tekomendiedestroomtoevoerkanonderbreken(metoverspanningscate-
gorie III, d.w.z. met een minimumafstand tussen de contacten van tenminste
3,5mm)ofandergelkwaardigsysteem,zoalsbvoorbeeldeenstopcontact
met een stekker. Als die onderbrekingsinrichting van de stroomtoevoer zich
nietindenabheidvandeautomatiseringbevindt,dientereenblokkerings-
systeemtezntegenhetperongelukofonbevoegdinschakelen.