13
ActiveFinder Pro
NL
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Veiligheidsinstructies
Uittree-opening led
(zie afbeelding A)
Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van
toepassing zijnde technische veiligheidsregels in acht, onder andere:
1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen,
3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten,
5. Aangrenzende, spanningvoerende onderdelen beveiligen
en afdekken.
Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV
(verordening inzake kunstmatige optische straling)
• Het apparaat werkt met leds uit de risicogroep RG0 (vrij van
gevaar) overeenkomstig de geldende normen voor fotobiologische
veiligheid (EN 62471:2008-09vv / IEC/TR 62471:2006-07vv) in de
telkens actuele lezing.
• Stralingsvermogen: peak-golflengte is 445 nm. De gemiddelde
stralingsdichtheid ligt onder de grenswaarden van de risicogroep
RG0.
• De toegankelijke straling van de leds is bij doelmatig gebruik en
onder redelijkerwijs te voorziene voorwaarden ongevaarlijk voor
het menselijk oog en de menselijke huid.
• Tijdelijke, irriterende optische uitwerkingen (bijv. verblinding,
flitsblindheid, nabeelden, belemmeringen van het kleurenzien)
kunnen niet helemaal worden uitgesloten, in het bijzonder bij
weinig omgevingslicht.
• Kijk niet langer met opzet in de stralingsbron.
• Er is geen onderhoud vereist om de grenswaarden van de risico-
groep RG0 te waarborgen.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische storingen
• Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden
voor de veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit volgens
de laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU en de elektromagnetische
compatibiliteit conform EMC-richtlijn 2014/30/EU.
• Plaatselij ke gebruiksbeperkingen, bij v. in ziekenhuizen, in
vliegtuigen,op pompstations of in de buurt van personen
met een pacemaker, moeten in acht worden genomen.
Een gevaarlij k effect op of storing van en door elektronische
apparaten is mogelijk.
• Het meettoestel vervangt geen tweepolige controle van de
spanningsvrijheid.
• Het apparaat meet of elektrostatische velden met voldoende sterkte
voorhanden zijn. Wanneer deze veldsterkte te gering is, kan nog
spanning voorhanden zijn ook al wordt geen waarschuwingssignaal
weergegeven. Wij geven geen garantie voor de volledigheid van
de lijst van invloedsfactoren op de veldsterkte: afschermingen,
kabelisolatie (soort, dikte), meetafstand, isolatie tussen gebruiker en
massaplaat, speciale bouwvormen van de contactdozen, toestand
van de tester en de batterij.