MD 1150-LCD
Nederland
22 Bediening
Hartelijk bedankt dat u hebt gekozen voor de METREL MD 1150 LCD, een tweepolige
spanningstester met LCD-weergave. U kunt er gelijk- en wisselstroomspanningen van 6
V tot 1000 V mee meten, polariteits-, draaiveldrichtings- en doorgangstests tot 2 k
alsook aardlek/FI/RCD-tests mee uitvoeren.
De METREL MD 1150 LCD kan door de hoge beschermingsklasse (IP65) ook bij ruwe
inzet worden gebruikt.
22.1 Veiligheidsaanwijzingen
U hebt gekozen voor een apparaat dat u een grote mate aan veiligheid biedt. Het
voldoet aan de normen DIN VDE 0682-401, IEC/EN 61243-3. Om een correct gebruik
zonder risico‘s te garanderen is het absoluut noodzakelijk deze gebruiksaanwijzing voor
het eerste gebruik volledig door te lezen.
Voor de veiligheid gelden de volgende maatregelen:
De spanningstester moet vlak voor de inzet op zijn
werking gecontroleerd worden (VDE-voorschrift 0105,
deel 1).Overtuig uzelf ervan dat de meetkabels en het
apparaat in onberispelijke staat verkeren. Controleer het
apparaat op een bekende spanningsbron, bijv. een 230
V-contactdoos.
Valt hierbij de weergave van een of meerdere functies
uit dan mag men het apparaat niet meer gebruiken en
moet het door vakpersoneel gecontroleerd worden,
hierbij helpt onze fabrieksservice zeker verder
Raak het apparaat alleen aan de handgrepen aan,
vermijd contact met de meetpennen!
Tests op spanningsvrijheid alleen tweepolig uitvoeren!
Het apparaat mag niet in een vochtige omgeving
worden gebruikt!
Nooit met geopend batterijvak gebruiken! De
meetkabels moeten gedurende de vervanging van de
batterij uit het meetcircuit worden verwijderd.
Een correcte weergave is alleen tussen temperaturen
van –10 °C en +55 °C gewaarborgd.
Houd het apparaat altijd droog en schoon. De behuizing
mag met een vochtig doekje worden schoongemaakt.
Het eveneens weergeven waarschuwingssymbool en
het akoestisch signaal bij spanningen > 35 V dienen
alleen als waarschuwing voor levensgevaarlijke
spanningen, niet voor meetdoeleinden.
Voordat metingen worden uitgevoerd moet het
geluidssignaal op hoorbaarheid worden gecontroleerd
(met normaal omgevingsgeluid).
29