NordicTrack NTEVEX78009.1 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
Modelnr. NTEVEX78009.1
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn
onderdelen die ontbreken of
beschadigd zijn, neem dan contact
op met de winkel waar u dit product
hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
2
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, het nummer op de omslag van deze handlei-
ding en vraag om een vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Opmerking: de sticker(s) worden niet op ware
grootte weergegeven.
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
D
E HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
ONDERHOUD EN OPPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
3
WAARSCHUWING: om het risico op ernstig letsel te verminderen, dient u alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen over
uw trainingfiets te lezen voordat u uw trainingfiets gaat gebruiken. ICON draagt geen verantwo-
o
rdelijkheid voor persoonlijk letsel of schade aan eigendommen die zijn ontstaat door of vanwege
gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
bijzonder belangrijk voor mensen van 35 en
ouder of voor mensen met gezondheidspro-
blemen.
2. Gebruik de oefenfiets alleen zoals in deze
handleiding voorgeschreven.
3. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om zich ervan te vergewissen dat alle
gebruikers van de oefenfiets voldoende op de
hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
4. Deze oefenfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de oefenfiets niet
commercieel, of voor verhuur, of in een
instelling.
5. Gebruik de oefenfiets uitsluitend binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de oefenfiets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
6. Plaats de oefenfiets op een vlakke onder-
grond met minstens 0,6 m ruimte rondom de
oefenfiets. Leg een matje onder de oefen-
fiets om uw vloer of uw vloerbedekking te
beschermen.
7. Controleer alle onderdelen regelmatig en
draai ze dan goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de oefenfiets vandaan.
9. Draag bij gebruik van de oefenfiets de juiste
kleding. Draag nooit losse kleding die in de
oefenfiets verstrikt kan raken. Draag altijd
sportschoenen om uw voeten te beschermen.
10. De oefenfiets kan alleen gebruikt worden
door mensen die niet zwaarder zijn dan 130
kilo.
11. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Diverse factoren zoals beweging,
kunnen de nauwkeurigheid van de metingen
beïnvloeden. De hartslag monitor dients
slechts om de harstlag globaal te meten, als
hulmiddel bij uw oefeningen.
12. Houd tijdens het gebruik van de oefenfiets
uw rug recht. Krom uw rug niet.
13. Teveel oefenen kan tot ernstig letsel of tot de
dood leiden. Als u tijdens het oefenen duizelig
wordt of tijdens het oefenen pijn voelt, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
D
ank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire
NORDICTRACK
®
C7 ZL trainingfiets. Fietsen is een
effectieve oefening voor het verbeteren van hart en
vaten, het opbouwen van uithoudingsvermogen en het
v
ormgeven aan het gehele lichaam. De C7 ZL train-
ingfiets biedt een reeks aan indrukwekkende functies
die zijn ontwikkeld om uw oefeningen thuis effectiever
en leuker te maken.
Lees deze handleiding voor uw eigen profijt aan-
dachtig door voordat u de trainingfiets gaat
g
ebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact
opneemt, schrijf het productnummer en serienummer
e
ven op. De plaats waar u beide stickers kunt vinden
wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Handgreep met Polssensor
Zitting
Buis van de Zitting
Bijstelknop van de Zitting
Stelpoot
Afstelknop
Wiel
Pedaal/Riem
Bedieningspaneel
Armhendels
Knop van de Zitting
Bijstelknop
VOORDAT U BEGINT
Lengte: 102 cm
Breedte: 53 cm
Gewicht: 42 kg
5
M4 x 16mm
Schroef (90)–8
M4 x 5mm
Schroef (91)–1
M6 x 16mm
Schroef (97)–2
M10 x 95mm Schroef (76)–4
M8 x 20mm
Schroef (74)–4
M8 Gespleten
Tussenring
(75)–8
M6 x 60mm Dopmoer (93)–1 M6 x 70mm Dopmoer (89)–1
M8 Tussenring
(43)–2
M8 Slotmoer
(72)–4
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats alle onderdelen van de trainingfiets op een
o
pen plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Voor de montage heeft u de meegeleverde inbussleutel(s) en uw eigen Phillips schroeven-
d
raaier , stelsteultel , en een rubber hamer .
Raadpleeg tijdens de montage de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te kunnen herkennen. Het
getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN
aan het eind van deze handleiding. Het nummer naast het steulelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de
montage. Let op: Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het
apparaat om te zien of het al gemonteerd is. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen groot
elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken.
6
1.
Maak de Achterste Stabilisator (3) vast aan het
Onderstel (1) met twee M10 x 95mm Schroeven
(
76).
2. Maak de Voorste Stabilisator (2) vast aan het
Onderstel (1) met twee M10 x 95mm Schroeven
(76).
1
2
Lees eerst om het monteren te verge-
makkelijken de informatie op pagina 5.
3
2
76
76
1
1
7
3
4
6
Bijstelgaten
1
23
24
75
72
26
91
6
27
3. Draai de Bijstelknop (27) in het Onderstel (1)
een paar slagen los.
O
riënteer de Buis van de Zitting (6) zoals
getoond. Trek dan aan de Bijstelknop (27) en
s
teek de Buis van de Zitting in het Onderstel (1).
Schuif de Buis van de Zitting (6) naar boven of
laat deze zaken tot de gewenste hoogte, en
deblokkeer de Bijstelknop (27).
Verplaats de Buis van de Zitting (6) wat naar
boven of laat deze wat zaken om er zeker
van te zijn dat de Bijstelknop (27) goed in
een van de bijstelgaten in de Buis van de
Zitting zit. Draai de Bijstelknop dan vast.
4. Oriënteer het Zitting (23) en de Drager van de
Zitting (24) zoals getoond.
Maak het Zitting (23) en de Drager van de
Zitting (24) vast met vier M8 Slotmoeren (72) en
vier M8 Gespleten Tussenringen (75).
Schuif de Drager van het Zadel (24) op de Buis
van het Zadel (6). Schuif dan de Drager van de
Zitting helemaal naar voren en draai de
Bijstelknop van de Zitting aan (26).
Maak een M4 x 5mm Schroef (91) vast aan de
achterkant van de Buis van de Zitting (6).
8
5. Smeer een beetje meegeleverd vet op een M6
x 70mm Dopmoer (89).
P
laats de Armhendel (5) en de Staander (4)
zoals getoond.
Steek een Verlengstuk van de Draad (59) naar
boven door de Armhendel (5), terwijl een
tweede persoon de Armhendel bij de Staander
(4) vasthoudt.
Tip: zorg ervoor dat het Verlengstuk van de
Draad (59) niet bekneld raakt. Maak de
Armhendel (5) vast aan de Staander (4) met de
Dopmoer M6 x 70mm (89), twee M8
Tussenringen (43), en een M6 x 16mm Schroef
(97).
Steek dan een M6 x 60mm Dopmoer (93) door
de onderste beugel van de Armhendel. Draai
een M6 x 16mm Schroef (97) in het eind van de
Dopmoer.
5
59
5
43
43
97
97
93
89
4
Vet
Het Verlengstuk van
de Draad (59) niet
bekneld laten raken
6
90
90
6. Sluit de draden van het bedieningspaneel op
het Verlengstuk van de Draad aan (59), terwijl
een tweede persoon het Bedieningspaneel (13)
bij de Armhendel (5) de Draad van de
Hartslagsensor (61), en de Borstkassensor-
draad (62) vasthoudt.
Steek het draadoverschot naar beneden in de
Armhendel (5) of naar boven in het
Bedieningspaneel (13).
Tip: zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak het Bedieningspaneel (13) vast
aan de Armhendel (5) met vier M4 x 16mm
Schroeven (90).
Draden niet
beknellen
13
Draden van het
Bedieningspaneel
61
59
5
62
9
7
7. Plaats de Staander (4) en de Draaikap (12)
zoals getoond.
S
chuif de Draaikap (12) naar de Armhendel (5)
toe. Tip: buig de Zwenkaskap iets om het
o
ver de Handleuning te schuiven.
Maak de Draaikap (12) vast op de Armhendel
(5) met vier M4 x 16mm Schroeven (90).
Draai de Armhendel (5) totdat het gat in de
Armhendel op het bijstelgat in de Staander (4)
past.
Draai een Bijstelknop (27) in de Armhendel (5)
en in een bijstelgat in de Staander (4). Zorg
ervoor dat de Bijstelknop in een van de
bijstelgaten zit.
4
12
90
90
90
27
Gat
Bijstelgaten
5
10
8
9
75
75
75
74
74
58
59
8. Schuif de Kap van het Voorste Schild (7) naar
de Staander (4) toe.
S
luit het Verlengstuk van de Draad (59) aan op
de Draadharnas (58), terwijl een tweede per-
s
oon de Staander (4) bij het Onderstel (1)
vasthoudt.
Schuif de Staander (4) op het Onderstel (1).
Tip: beknel de draden niet. Bevestig de
Staander (4) met vier M8 x 20mm Schroeven
(74) en vier M8 Gespleten Tussenringen (75).
Schuif de Kap van het Voorste Schild (7) naar
onder op het Onderstel (1) en druk erop.
4
7
1
Draden niet
beknellen
9. Zoek naar het Rechter Pedaal (21),
aangegeven met een “R”. (L of Left geeft links
aan; R of Right geeft rechts aan)
Draai het Rechter Pedaal (21), met gebruik van
een verstelbare moersleutel, met de klok mee
goed vast in de Rechter Crankarm (19), Draai
het Linker Pedaal (niet getoond) met de klok
mee in de Linker Crankarm (niet getoond).
BELANGRIJK: Draai beide pedalen zo goed
mogelijk vast. Draai de pedalen nog eens
vast nadat u de fiets een week gebruikt
heeft. Houd de pedalen stevig aangedraaid
voor de beste prestaties.
Stel de riem van het Rechter Pedaal (21) zoals
gewenst bij, druk het eind van de riem op de
rand van het Rechter Pedaal. Stel de riem van
het Rechter Pedaal op dezelfde manier bij
(niet getoond).
19
Strap
Lipje
21
11
10
11. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de fiets goed vastgedraaid worden. Opmerking: Het kan zijn dat
sommige onderdelen na montage overblijven. Plaats een matje onder de fiets om de vloer te bescher-
men.
10. Steek de AC Stroomadapter (65) in de
Aansluiting die zich in de Onderstel (1) bevindtk
de AC Stroomadapter (65) indien nodig in de
P
lugadapter (66).
O
m de stroomadapter (65) in een stopcontact te
gebruiken, kijkt u bij DE STROOMADAPTER
STEKKEN op pagina 13.
66
65
1
12
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkas-
band en een sensor.
S
teek de flap in ene
uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afge-
beeld in de
tekening. Druk dan
het uiteinde van de
sensor onder de
gesp van de borst-
kas-band. De flap
moet gelijk zijn met
de voorkant van de
sensor.
De hartslag monitor
moet onder uw kle-
ding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor in
de aangegeven
plaats rond uw
borstkas. Zorg ervoor dat de logo naar buiten wijst.
Maak dan het andere uiteinde van de borstkas-band
op de sensor vast. Stel de lengte van de borstkas-
band bij mocht dat nodig zijn.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee elektrodes met de kleine rand-
jes. Maak beide elektrodes nat met een zoute
vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact
lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
Droog de sensor goed af na ieder gebruik. Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en
zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
Bewaar de hartslag monitor op een warme en droge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
Stel de hartslag monitor niet langdurig bloot aan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -
10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het
o
pbergen van de hartslag monitor niet te veel.
Maak de sensor schoon met een zachte doek en
een beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met
e
en zachte doek en droog deze goed af. Gebruik
nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische produc-
ten om de sensor schoon te maken. U kunt de
borstkas-band met de hand wassen en dan laten
drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan-
neer de hartslag monitor niet goed werkt.
Zorg ervoor dat u de hartslag monitor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag
monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u
de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
Maak de elektrodes opnieuw wat nat wanneer de
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te
transpireren.
Voor de goede weergave van de hartslag metingen
moet de gebruiker zich op minder dan een arm-
lengte van het bedieningspaneel bevinden.
Als er zich een batterijdekseltje aan de actherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
De hartslag monitor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
De werking van de hartslag monitor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog-
spanningsdraden en andere elektromagnetische
bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
fitness-apparaat als u vermoedt dat dit de oorzaak
is.
Flap
Sensor
Gesp
Borstkas-
band
Flaps
Sensor
13
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de trainingfiets aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, tot
kamertemperatuur komen voordat u de AC
stroomadapter inschakelt. Als u dit niet doet kunt
u het bedieningspaneel of andere elektronische
componenten beschadigen.
Steek de AC
stroomadapter in
de aansluiting die
zich op het onder-
stel van de
trainingfiets
bevindt. Daarna
steekt u de AC
stroomadapter in
de Plugadapter.
Steek dan de plu-
gadapter in het
juiste stopcontact
dat goed is geïn-
stalleerd volgens de lokale codes en verordeningen.
Opmerking: het Bedieningspaneel kan worden bestu-
u
rd met vier “D” batterijen(niet meegeleverd); Wij
bevelen alkalinebatterijen aan. Verwijder de schroeven
en het deksel van de batterij, plaats de batterijen in
het batterijcompartiment en plaats het deksel van de
batterij weer terug. Richt de batterijen zoals wordt
aangegeven met de markeringen aan de bin-
nenkant van het batterijcompartiment.
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN
AC Stroomadapter
Plug-
adapter
Deksel van de
Batterijdoos
Batterijen
Batterijen
Schroeven
Bedieningspaneel
14
HOE DE HOOGTE VAN DE ZITTING BIJ TE
STELLEN
V
oor een effectieve oefening moet de zitting op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
s
tand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat
gebogen zijn.
Om het onderstel
van de zitting bij
te stellen, moet u
eerst de bijstel-
knop van het
onderstel met
een paar slagen
losdraaien. Trek
dan de knop
naar buiten,
schuif de buis
van de Zitting
naar boven of
naar beneden in
de gewenste
positie en laat de
knop los.
Beweeg de buis van de zitting naar boven of naar
beneden om te controleren of de bijstelknop van
de zitting in een van de bijstelgaten van de buis
van de itting vastzit. Draai de knop vast.
HOE DE POSITIE VAN DE ZITTING ZIJWAARTS BIJ
TE STELLEN
Om de positie
van de zitting
zijwaarts bij te
stellen, draai de
bijstelknop van
de zitting eerst
met een paar
slagen los.
Beweeg de zit-
ting naar voren
of naar achteren
in de gewenste
positie en draai
de bijstelknop
van zitting
opnieuw vast.
HOE DE PEDAALGESPEN BIJ TE STELLEN
Strek de gespen
o
mhoog om de
pedaalgespen los
t
e maken. Om de
pedaalgespen
vast te maken,
stelt u ze in de
gewenste positie
en drukt u de
uiteinden van de
gespen op de lip-
jes in de pedalen.
DE HOEK VAN DE HANDLEUNING
HANDLEUNING
Om de hoek van
de handleuning
bij te stellen,
moet u eerst de
bijstelknop met
een paar slagen
losdraaien. Trek
de knop vervol-
gens naar buiten,
draai de handle-
uning naar de
gewenste hoek
en laat de knop
los in een afstel-
gat. Zorg ervoor
dat de bijstelknop goed vastzit in de afstelgaten.
Draai de knop vast.
HOE DE TRAININGFIETS GOED VLAK TE
STELLEN
Indien de training-
fiets enigszins
schommelt op de
vloer tijdens
gebruik, dient u
één of beide
niveauknoppen
onder de achter-
stabilisator te
draaien en de
niveaupoten af te
stellen de speling
weg is.
Zadel
Knop
Gaten
Buis van
het Zadel
Zitting
Knop van
de Zitting
Buis van
de Zitting
Lipje
Gesp
Handle-
uning
Niveau-
knoppen
Gaten
Bijstelknop
15
Weerstandknop
D
IAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het moderne bedieningspaneel is voorzien van verschil-
lende functies om doeltreffender en met meer plezierig
te kunnen oefenen.
U kunt, wanneer de handmatige instelling van het bedi-
eningspaneel wordt gekozen, de weerstand van de
pedalen met een draai aan de knop veranderen. Het
bedieningspaneel zal tijdens uw oefening continu infor-
matie weergeven. U kunt zelfs uw hartslag meten door
gebruik te maken van de ingebouwde handgreep met
polssensor of door middel van de optionele borstkas-
sensor.
Het bedieningspaneel biedt 12 voorafingestelde oefenin-
gen zes oefeningen om af te slanken en zes
oefeningen om te presteren. Elke oefening wijzigt
automatisch de weerstand van de pedalen en vraagt u
om de pedaalsnelheid te variëren terwijl deze u
begeleidt tijdens een effectieve oefening.
Tevens biedt het bedieningspaneel ook nog acht
oefeningen voor de hartslag. Oefeningen die de weer-
stand van de pedalen veranderen en u vraagt om de
trapsnelheid stipt te variëren om uw hartslag bij uw na te
streven hartslag te houden.
Het bedieningspaneel biedt ook nog drie watts oefenin-
gen die de weerstand van de pedalen veranderen en u
vraagt om de pedaalsnelheid stipt te variëren om uw
krachtsinspanning bij uw na te streven inspanning te
houden.
Het bedieningspaneel biedt ook het nieuwe iFit interac-
tieve oefensysteem waarbij het bedieningspaneel iFit
kaarten accepteert met trainingsoefeningen die
ontwikkeld zijn om u te helpen specifieke fitnessdoelen
te bereiken. Bijvoorbeeld, ongewenste kils te verliezen
met de 8-weken Weight Loss (afslanken) oefening. iFit
regelt automatisch de loopband terwijl de stem van een
persoonlijke trainer u door iedere stap van uw oefening
leidt. iFit kaarten zijn apart verkrijgbaar. Om iFit kaarten
te kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u het tele-
foonnummer, dat vermeld staat op de voorkant van
deze handleiding. iFit kaarten zijn ook in speciaalza-
ken verkrijgbaar.
U kunt ook naar uw favoriete oefen-muziek of
audioboeken luisteren op het extra stereo geluidssys-
teem van het bedieningspaneel.
Raadpleeg pagina 16 om de stroom in te schakelen.
Zie pagina 16 om de handmatige instelling te
gebruiken. Zie pagina 18 om een voorangesteld
oefening te gebruiken. Zie pagina 19 om een oefen-
ing voor de hartslag te gebruiken. Zie pagina 20 om
een watts oefening te gebruiken. Zie pagina 21 om
een iFit oefening te doen. Zie pagina 21 om het
stereo geluidssysteem te gebruiken. Zie pagina 21
om de instellingen van het bedieningspaneel te
veranderen.
Opmerking: als er een doorzichtig plastic velletje op het
bedieningspaneel zit, moet u dat verwijderen.
16
H
OE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat de loopband tot kamertemper-
atuur komen, wanneer de loopband aan koude
t
emperaturen bloodgestelt is geweest, voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
h
et bedieningspaneel of andere elektrische
onderdelen beschadigen.
Steek de stroomadapter in (HOE DE FIETS IN TE
GEBRUIKEN op pagina 13). De displays zullen, wan-
neer de stroomadapter is ingestoken, gaan oplichten
en het bedieningspaneel kan dan gebruikt worden.
Opmerking: Het bedieningspaneel kan de snelheid of
in kilometers of in mijlen weergeven. Om te ontdekken
welke meeteenheid is geselecteerd, of om van mee-
teenheid te veranderen zie HOE DE INSTELLINGEN
VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN
op pagina 21.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hier-
boven.
2. De handmatige instelling kiezen.
Telkens als u het bedieningspaneel aanzet, zal de
handmatige instelling worden geactiveerd.
Als u een
oefening hebt
gekozen, druk
dan meerdere
keren op een
van de oefen-
toetsen
[WORKOUTS]
om de hand-
matige
instelling
opnieuw te
kiezen totdat nullen op de display verschijnen.
3
. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
Als u fietst, kunt u de weerstand van de pedalen
w
ijzigen door de weerstandknop te draaien.
O
m de weerstand te verhogen, draait u de weer-
standknop naar rechts, om de weerstand te
verlagen draait u de weerstandknop naar links.
Opmerking: het zal even duren wanneer u de
stapsgewijze weerstandstoetsen hebt ingedrukt
voordat de gewenste weerstand wordt
ingeschakeld.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display
instellingen. De door u gekozen display instelling
zal bepalen welke oefeninformatie weergeven
wordt. Druk meerdere keren op de Display toets
[DISPLAY] om de gewenste display instelling te
kiezen.
De displays geven de volgende informatie aan:
Tijd [TIME]—De display zal, wanneer de hand-
matige instelling gekozen wordt, de verlopen tijd
aangegeven. Indien u een oefening kiest, zal het
display de resterende tijd in de oefening
weergeven in plaats van de verlopen tijd.
Snelheid [MPH, KM/H]—Deze display geeft uw
trapsnelheid aan, in kilometers per uur (KM/H) of
in mijlen per uur (MPH).
Afstand [DISTANCE]—Deze display geeft de gefi-
etste afstand aan in kilometers of in mijlen.
Caloriëen [CALS.]—Deze display geeft bij
benadering het aantal verbruikte calorieen aan.
Watts [WATTS]—Deze display geeft bij benader-
ing uw krachtinspanning aan in watts.
17
Hartslag [PULSE]—Deze display geeft uw hart-
slag aan wanneer u de handgreep met polssensor
of de meegeleverde borstkas-sensor (zie stap 5
h
ieronder) gebruikt.
Weerstand [RESISTANCE]—Deze display geeft
iedere keer dat het weerstandsniveau verandert
e
en paar seconden lang de weerstand van de
pedalen aan.
Profiel—Deze display zal, wanneer een oefening
gekozen wordt, een profiel van de weerstandsin-
stellingen van de oefening aangeven.
Pas het volume van het bedieningspaneel aan
door op de Volume toetsname- en afnametoetsen
[VOLUME] te drukken.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Raadpleeg pagina 12 om de meegeleverde hart-
slagmonitor te gebruiken. Volg de onderstaande
aanwijzingen om de handgreep met hartslagmoni-
tor te gebruiken. BELANGRIJK: Wanneer u
beide hartslagmonitoren tegelijkertijd draagt
dan geeft het bedieningspaneel uw hartslag
niet nauwkeuring aan.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contact-
punten van de
handgreep met
hartslagmonitor
bevinden, verwij-
der deze dan.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn. Houd
de contactpunten
vast om uw hartslag te meten. Beweeg uw han-
den niet en houd de contactpunten goed vast.
Wanneer uw hartslag gemeten kan worden, ver-
schijnt uw hartslag op de display. Voor de meest
nauwkeurige hartslagmeting, dient u de contact-
p
unten ongeveer 15 seconden lang vast te
houden.
Zorg ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats
b
evinden zoals voorgeschreven wanneer uw hart-
slag niet aangegeven wordt. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt en houd de metalen
contactpunten ook niet te strak vast. Voor de beste
werking, maak de metalen contactpunten schoon
met een zacht doek; gebruik nooit alcohol,
schuur- of chemische middelen om de contact-
punten schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
U zult een pieptoon horen als de pedalen enkele
seconden niet bewegen en het bedieningspaneel
zal blijven stilstaan.
Het bedieningspaneel gaat uit als de pedalen
enkele minuten niet bewegen en de displays wor-
den gereset.
Contactpunten
18
HOE EEN VOORAFINGESTELD OEFENING TE
GEBRUIKEN
1
. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
s
chakelen.
Zie HOE HETAPPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 16.
2. Kies een voorafingestelde oefening.
Druk, om een voorafïngestelde oefening te kiezen,
eerst op de afslanken [WEIGHT LOSS] Oefening
of op prestatie [PERFORMANCE WORKOUTS]
Oefening toets.
Draai vervolgens aan de weerstandknop totdat het
nummer van de gewenste oefening in de display
verschijnt.
Druk dan de
Enter toets
[ENTER] om
de oefening te
kiezen. De
oefeningentijd
en een profiel
van de weer-
standsin-
stellingen van
de oefening
verschijnen
ook in de display.
Dan zullen de na te streven en de maximale weer-
standsniveaus van de oefening op de display
verschijnen.
3. Begin te trappen om het oefenprogramma te
starten.
Iedere oefening is verdeeld in segmenten van 1-
minuut. Een weerstand en tempo instelling zijn
voor iedere periode geprogrammeerd. Opmerking:
U kunt dezelfde weerstand- en/of hetzelfde na te
streven temponiveau programmeren voor verschil-
lende segmenten.
Het profiel van uw programma geeft uw vordering
aan (zie tekening hierboven). Het flikkerende seg-
ment van het profiel stelt het huidige segment van
het programma voor. De hoogte van het flikkerend
segment geeft de weerstand van het huidige seg-
ment aan.
Wanneer het eerste segment van de oefening
eindigt, dan zal de weerstand en de na te streven
snelheid een paar seconden lang op de display
verschijnen om u waakzaam te houden. Het profiel
van het volgende segment zal opflikkeren, en de
d
e weerstand van de pedalen zullen automatisch
worden bijgesteld.
Terwijl u oefent, wordt u
aangegeven uw tempo
zo dicht mogelijk bij het
na te streven snelheid
voor het huidige seg-
ment te houden. U moet
uw snelheid verhogen wanneer een pijl naar
boven wijst of wanneer het woord FASTER
(sneller) in de display verschijnt. U moet uw snel-
heid verlagen wanneer een pijl naar beneden wijst
of wanneer het woord SLOWER (langzamer) in de
display verschijnt. Houdt dezelfde snelheid aan
wanneer er geen pijl of wanneer de woorden ON
TARGET (op peil) in de display verschijnen.
BELANGRIJK: de na te streven snelheid is
alleen als motivatie bedoeld. Uw werkelijke
snelheid kan lager zijn dan de na te streven
snelheid. Zorg ervoor dat u op een aangenaam
tempo oefent.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door de weerstandknop te
draaien. BELANGRIJK: als het huidige segment
van het programma voltooid is, dan zal de
weerstand van de pedalen automatisch naar de
instellingen van het volgende segment worden
gewijzigd.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te
gaan met trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op paginas 16–17.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 17.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 17.
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1
. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 16.
2. Kies een oefening voor de hartslag.
Druk eerst, om een oefening voor de hartslag te
kiezen, op toets voor de oefeningen voor de
Hartslag.
Draai vervolgens aan de weerstandknop totdat het
nummer van de gewenste oefening in de display
verschijnt. Druk dan de Enter toets [ENTER] om de
oefening te kiezen.
3. Toets een na te streven hartslag in.
De oefentijd en
de woorden
ENTER TAR-
GET (na te
streven hart-
slag invoeren)
zullen een paar
seconden
nadat u een na
te streven hart-
slag hebt
gekozen op de
display verschijnen.
Een ander na te streven hartslag wordt geprogram-
meerd voor elk segment van de oefening voor de
hartslag. Draai de weerstandsknop om de gewenste
maximum hartslag voor de oefening in te voeren
(zie INTENSITEIT VAN OEFENINGEN op pagina
24). Druk dan de Enter toets.
4. Houd de handsensoren vast of gebruik de
optionele borstkassensoren.
U moet voor een oefening voor de hartslag, de
meegeleverde borstkas-sensor gebruiken of de
handgreep met polssensor vasthouden (zie stap 5
op pagina 17).
Als u de handsensoren gebruikt, moet u ze niet
voortdurend vasthouden tijdens het programma voor
de hartslag. U moet de handsensoren geregeld
vasthouden om het programma correct te laten
werken. Telkens als u de handsensoren
vasthoudt, houd dan uw handen minstens 15
seconden op de contactpunten.
5. Begin te trappen om het oefenprogramma te
starten.
Elke oefening voor de hartslag is verdeeld in seg-
menten van 1-minuut. Er wordt een na te streven
hartslag geprogrammeerd voor elk segment.
Opmerking: Dezelfde na te streven hartslag kan
w
orden geprogrammeerd voor opeenvolgende seg-
menten.
Het bedieningspaneel zal tijdens de oefening uw
hartslag vergelijken met de na te streven hartslag
van het huidige segment van de oefening. Als uw
hartslag te ver onder of boven van de na te streven
hartslag ligt, dan zal de weerstand van de pedalen
automatisch verhogen of verlagen om uw hartslag
dichter bij uw na te streven hartslag te brengen. Elke
keer als de weerstand wijzigt, zal het weerstand-
niveau gedurende enkele seconden in de display
verschijnen om u waakzaam te houden.
Tijdens de oefening wordt
u verteld om met een
gelijkmatige snelheid te
trappen. U moet uw snel-
heid verhogen wanneer
een pijl naar boven wijst
of wanneer het woord FASTER (sneller) in de dis-
play verschijnt. U moet uw snelheid verlagen
wanneer een pijl naar beneden wijst of wanneer het
woord SLOWER (langzamer) in de display verschi-
jnt. Houdt dezelfde snelheid aan wanneer er geen
pijl of wanneer de woorden ON TARGET (op peil) in
de display verschijnen.
BELANGRIJK: zorg ervoor dat u op een aange-
naam tempo oefent. U kunt wanneer de weerstand
van het huidige segment te hoog of te laag ligt
handmatig veranderen door de weerstandknop te
draaien. Het kan echter zijn dat wanneer u de weer-
stand verandert u niet uw na te streven hartslag kunt
behouden.
Als het bedieningspaneel uw hartslag met de na te
streven hartslag vergelijkt, dan kan de weerstand
van de pedalen automatisch verhogen of verlagen
om uw hartslag dichter bij de na te streven hartslag
te brengen.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult een
pieptoon horen en de tijd zal op de display beginnen
te flikkeren. Om verder te gaan met de oefening,
dient u eenvoudigweg weg verder te gaan met trap-
pen.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op paginas 16–17.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 17.
19
20
HOE EEN WATTS OEFENING UIT TE VOEREN
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
p
en van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT TE ZETTEN op pagina
16.
2. Kies een watts oefening.
Druk, om een watts oefening te kiezen, eerst op
de oefeningen [WATTS WORKOUTS] toets. Draai
vervolgens aan de totdat het nummer van de
gewenste oefening in de display verschijnt. Druk
dan de Enter toets om de oefening te kiezen.
De oefentijd
en de woor-
den ENTER
WATTS TAR-
GET (de na te
streven watts
invoeren)
zullen op de
display ver-
schijnen
wanneer u
watts oefen-
ing 1 kiest.
De oefentijd en
een profiel van
de weer-
standsinstel-
lingen van de
oefening zullen
de display ver-
schi-
jnen wanneer
u watts oefen-
ing 2 of 3
kiest.
3. Voer een na te streven watts instelling in wan-
neer u watts oefening 1 kiest.
Tijdens watts oefening 1 wordt dezelfde na te
streven watts instelling voor alle segmenten van
de oefening geprogrammeerd. Draai aan de weer-
standsknop om de gewenste na te streven watts
instelling in te voeren.
4. Begin de oefening door te gaan trappen.
Watts oefening 1 is verdeeld in 40 segmenten
van 1-minuut. Het bedieningspaneel zal tijdens de
oefening uw watts inspanning met de na te
streven watts instelling die u hebt ingevoerd
vergelijken.
Als uw watts inspanning teveel onder of boven de
na te streven instelling ligt zal de weerstand van
de trappers automatisch toe- of afnemen om uw
w
atts inspanning dichter bij de na te streven watts
instelling te brengen. Telkens wanneer de weer-
s
tand verandert, zal het weerstandsniveau enkele
momenten in de display verschijnen om u te
waarschuwen..
Watts oefening 2 of 3 is verdeeld in 40 seg-
menten van 1 minuut. Een weerstandsniveau en
een na te streven watt niveau worden voor ieder
segment geprogrammeerd. Opgelet: Hetzelfde
weerstandsniveau en/of het na te streven watts
niveau kunnen voor opeenvolgende segmenten
geprogrammeerd worden.
Het profiel van de oefening zal uw vordering
aangeven (zie tekening links). Het flikkerende seg-
ment van het profiel geeft het huidige segment van
de oefening aan. De hoogte van het flikkerend
segment geeft het weerstandsniveau van het
huidige segment aan.
Terwijl u oefent, wordt u aangespoord uw tempo
zo dicht mogelijk bij een na te streven snelheid te
houden. U moet uw snelheid verhogen wanneer
een pijl naar boven wijst of wanneer het woord
FASTER (sneller) in de display verschijnt. U moet
uw snelheid verlagen wanneer een pijl naar bene-
den wijst of wanneer het woord SLOWER
(langzamer) in de display verschijnt. Houdt
dezelfde snelheid aan wanneer er geen pijl of
wanneer de woorden ON TARGET (op peil) in de
display verschijnen.
BELANGRIJK: De na te streven snelheid is
alleen als motivatie bedoeld. Uw werkelijke
snelheid kan lager liggen dan de na te streven
snelheid. Zorg ervoor dat u op een aangenaam
tempo oefent.
Wanneer het eerste segment eindigt dan zullen,
om u te waarschuwen, de weerstand en de na te
streven snelheid van het tweede segment een
paar seconden lang in de display verschijnen. Het
volgende segment zal beginnen te flikkeren en de
pedalen zullen automatisch op het weerstand-
sniveau van het volgende segment ingesteld
worden.
Wanneer het weerstandsniveau voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig veranderen door aan de weerstand-
knop te draaien. BELANGRIJK: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
in de instellingen van het volgende segment
gewijzigd worden.
21
Stop, op welk moment dan ook met trappen, om
een oefening te beëindigen. U zult een pieptoon
horen en de tijd zal op de display beginnen te
f
likkeren. Om verder te gaan met de oefening, dient
u eenvoudigweg weg verder te gaan met trappen.
5. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16–17.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 17.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitschake-
len wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 17.
HOE EEN IFIT OEFENING TE GEBRUIKEN
iFit kaarten zijn apart verkrijgbaar. Om Fit kaarten te
kopen gaat u naar www.iFit.com of belt u met het tele-
foonnummer dat vermeld staat op de voorkant van deze
handleiding. iFit kaarten zijn ook in speciaalzaken verkri-
jgbaar.
1. Begin met trappen of druk op een van de knop-
pen van het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET APPARAAT TE ZETTEN op
pagina 16.
2. Steek in een iFit kaart en kies een oefening.
Steek een iFit kaart in de gleuf om een iFit oefening
uit te voeren; zorg ervoor dat de iFit kaart zodanig
geplaatst is dat de metalen contactpunten naar
beneden en naar de gleuf wijzen. Wanneer de iFit
kaart goed ingestoken is zal de indicator naast de
gleuf gaan oplichten en zal er tekst in de display te
zien zijn.
Vervolgens kiest u een iFit oefening door te drukken
op de iFit toename- en afnametoetsen naast de
gleuf.
Even nadat u een van de oefeningen hebt gekozen
zal de stem van een persoonlijke trainer u tijdens uw
oefening begeleiden.
iFit oefeningen functioneren net zoals de voorafin-
gestelde oefeningen. Zie stappen 3 tot en met 6 op
pagina 18 om een oefening te doen.
3. Als u klaar bent met de oefening dient u de iFit
kaart uit het bedieningspaneel te trekken.
Haal de iFit kaart uit de gleuf wanneer u klaar bent
met oefenen. Bewaar de iFit kaart op een veilige
plaats.
HOE HET STEREOGELUIDSYSTEEM TE
BEGRUIKEN
Steek de audio/geluidssnoer in de aansluiting van het
bedieningspaneel en in de aansluiting van uw MP3-
speler of CD-speler om muziek of audioboeken te
kunnen afspelen tijdens het oefenen. Zorg ervoor dat
het audiosnoer goed is ingestoken.
Druk dan op de PLAY (afspelen) toets van uw MP3-
speler of CD-speler. Pas het volume aan op uw MP-3
speler of CD-speler of druk op de Volume toetsen op het
bedieningspaneel.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPA-
NEEL TE VERANDEREN
Het bedieningspaneel biedt een gebruikersinstelling aan
zodat u de meeteenheid en optie voor een achtergrond-
verlichting voor het bedieningspaneel kunt kiezen.
Druk om de gebruikersinstelling te kiezen een paar sec-
onden lang op de Display toets [DISPLAY] totdat de
informatie voor de gebruikersinstelling in de display ver-
schijnt.
Het bedieningspaneel kan de
trapsnelheid en afstand in
kilometers of in mijlen
aangeven. Het woord ENG-
LISH (Engels) voor Engelse
mijlen of het woord METRIC
voor kilometers zal in de display verschijnen. Druk
meerdere keren op de Volume toenametoets [VOLUME]
om van eenheid te veranderen.
U kunt kiezen tussen drie soorten achtergrondverlicht-
ing. In de ON-stand blijft de achtergrondverlichting altijd
aanstaan. Om de batterijen te sparen, kunt u de AUTO-
stand kiezen. In de OFF-stand blijft de
achtergrondverlichting uit.
De huidige optie voor de achtergrondverlichting wordt op
de display weergegeven. Druk meerdere keren op de
Volume toenametoets om de optie voor de gewenste
achtergrondverlichting te kiezen.
Druk op de Display toets om de instellingen van het
bedieningspaneel op te slaan en de gebruikersinstelling
te verlaten.
iFit Gleuf
iFit Kaart
22
B
ekijk de onderdelen van de fiets regelmatig en draai
ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een zachte doek en een niet agressief schoon-
m
aakmiddel om de fiets schoon te maken.
BELANGRIJK: houd vloeistoffen weg bij het bedien-
ingspaneel. Houd het bedieningspaneel uit direct
zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont, wan-
neer u de handgreep met polssensor gebruikt,
raadpleeg stap 5 op pagina 17
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont, wan-
neer u de handgreep met polssensor gebruikt,
raadpleeg dan PROBLEMEN OPLOSSEN op
pagina 12
HOE DE SNELHEIDSENSOR BIJ TE STELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft moet u de snelheidssensor bijstellen.
Verwijder het linkerpedaal, de linkerpedaalschijf en de
linkerschijfkap om de snelheidssensor af te stellen.
Gebruik een stelsleutel en verwijder het linkerpedaal
door deze naar rechts te draaien.
Draai de Linker Crankarm (20) naar een verticale posi-
tie met het uiteinde van de Linker Crankarm naar
beneden gericht.
Gebruik een platte schroevendraaier en maak de lipjes
los aan elk punt van de Linker Schijfkap (18). Plaats de
Linker Schijfkap voorzichtig over de Linker Crankarm
(20) en verwijder de Linker Schijfkap.
D
raai de Linker
Crankarm (20)
naar een verticale
positie met het
u
iteinde van de
Linker Crankarm
naar omhoog
gericht.
Draai de linker Pedaalschijf (17) naar rechts om het los
te maken van het Linkerscherm (11).
Beweeg de linker pedaalschijven (17) dan naar boven
en maak ze los van de Linker Crankarm (20)
Vind de Snelheidssensor (57). Draai de twee M4 x
16mm Schroeven met Rand (99) los maar verwijder
deze niet.
Draai aan de Linker Crankarm (20) totdat de Magneet
(55) op gelijke hoogte komt met de Snelheidsensor
(57). Schuif de Snelheidssensor wat dichter naar of
verder van de Magneet. Maak dan de M4 x 16mm
Schroeven met Rand (99) weer vast.
Draai even aan de Linker Crankarm (20). Herhaal deze
procedure totdat het bedieningspaneel weer goede
informatie aangeeft.
Bevestig het linkerpedaal, de linkerpedaalschijf en de
linkerschijfkap weer als de snelheidssensor goed is
afgesteld.
ONDERHOUD EN OPPLOSSEN VAN PROBLEMEN
20
18
Lipje
Lipje
2
0
17
11
57
99
55
20
23
HOE DE DRIJFRIEM BIJ TE STELLEN
Het kan zijn dat de drijfriem moet worden bijgesteld
w
anneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer de
weerstand in de hoogste stand staat.
Om de drijfriem af te s tellen moet u het
rechterpedaal, de buis van de zitting, de bovenste
deksel van het scherm, de achterste deksel van het
scherm, de voorste deksel van het scherm, de rechter
schijfkap, de rechter pedaalschijf en het rechter-
scherm verwijderen.
Draai met gebruik van een stelsleutel het Rechter
Pedaal (21) naar links en haal eraf.
Verwijder de Bijstelknop (27) en de Buis van de Zitting
(6).
Gebruik een platte schroevendraaier om de Bovenste
Kap van het scherm (8) en de Achterste Kap van het
Scherm (9) te verwijderen. Gebruik dan een platte
schroevendraaier om de Voorste Kap van het Scherm
(7) los te maken.
Draai de Rechter Crankarm (19) naar een verticale
positie met het uiteinde van de Rechter Crankarm
naar beneden gericht.
Gebruik een platte schroevendraaier en maak de lip-
jes los aan elk punt van de rechter Schijfkap (18).
Plaats de rechter Schijfkap voorzichtig over de
Rechter Crankarm (19) en verwijder de Rechter
Schijfkap. Opmerking: zie de tekening op pagina 22
voor meer informatie.
Draai de Rechter Crankarm (19) naar een verticale
positie met het uiteinde van de Rechter Crankarm
naar boven gericht.
Draai de rechter Pedaalschijf (17) naar rechts om het
los te maken van het Rechterscherm (10).
B
eweeg de rechter Pedaalschijven (17) dan naar
boven en maak ze los van de Rechter Crankarm (19)
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING op pagina 27
en verwijder M4 x 19mm Schroeven (95) en M4 x
25mm Schroeven (96) van de Rechter en Linker
Schermen (10, 11). Verwijder dan voorzichtig het
Rechterscherm.
Maak vervolgens M6 x 20mm Hexagonale Schroef los
(85). Draai vervolgens M10 x 65mm Hexagonale
Schroef (86) vast totdat de Drijfriem 954) strak staat.
Als de Drijfriem (54) vastzit, draait u M6 x 20mm
Hexagonale Schroef aan (85).
Maak dan het rechterscherm, de rechterpedaalschijf,
de rechterschijfkap moet u het rechterpedaal, de buis
van de zitting, de bovenste Kap van het scherm, de
achterste Kap van het scherm en de voorste Kap van
het scherm weer vast.
10
18
17
27
21
19
7
9
8
6
54
85
86
24
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainings-
zone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u
te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer
van uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefe-
ningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor per-
sonen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
25
1
1 Onderstel
21Voorste Stabilisator
31Achterste Stabilisator
41Staander
51Armhendel
6 1 Buis van de Zitting
71Kap van het Voorste Scherm
81Kap van het Bovenste Scherm
91Kap van het Achterste Scherm
10 1 Rechter Scherm
11 1 Linker Scherm
12 1 Draaikap
13 1 Bedieningspaneel
14 1 Rechter Kussen
15 1 Linker Kussen
16 1 Polssensor
17 2 Pedaalschijf
18 2 Schijfkap
19 1 Rechter Crankarm
20 1 Linker Crankarm
21 1 Rechter Pedaal/-Riem
22 1 Linker Pedaal/-Riem
23 1 Zitting
24 1 Drager van de Zitting
25 2 Kap van de Buis van de Zitting
26 1 Bijstelknop van de Zitting
27 2 Bijstelknop
28 1 Mouw van de Buis van de Zitting
29 2 Afstelknop
30 1 Beugel van de Zitting
31 2 Stelpoot
32 2 Kap van de Achterste Stabilisator
33 1 Kap van de Rechter Stabilisator
34 1 Kap van de Linker Stabilisator
35 2 Wiel
36 2 Voet
37 2 Kapje van de Armhendel
38 1 Katrol
39 1 Crankarm
40 2 Crankpakking
41 2 Borgring
42 1 Vliegwiel
43 2 M8 Tussenring
44 1 Vliegwielas
45 1 Spanrol
4
6 1 Motorbeugel
47 1 Weerstandsmotor
48 1 Weerstandsschijf
49 1 Weerstandsarm
50 1 Borgring
51 1 Weerstandsarm
52 2 Bijstelmoer
53 1 Houder van C-Magneet
54 1 Drijfriem
55 2 Magneet
56 1 Klem
57 1 Snelheidssensor/-Draad
58 1 Draadharnas
59 1 Verlengstuk van de Draad
60 1 Stroomcontactdoos/Draad
61 1 Draad van de Hartslagsensor
62 1 Borstkassensordraad
63 1 Zender voor het Hartslagritme
64 1 Geluidskabel
65 1 AC Stroomadapter
66 1 Plugadapter
67 1 Borstkasriem
68 2 Crankkap
69 2 Schakelhuls van de Staander
70 2 5/16" Schroef met Rand
71 4 M8 x 20mm Bout met Ronde Kop
72 8 M8 Slotmoer
73 2 M8 Klemmoer
74 4 M8 x 20mm Schroef
75 12 M8 Gespleten Tussenring
76 4 M10 x 95mm Schroef
77 1 M6 x 65mm Hexagonale Schroef
78 1 M6 Slotmoer
79 4 M4 x 12mm Schroef
80 2 M6 x 8mm Hexagonale Schroef
81 1 M5 Tussenring
82 1 M5 x 7mm Schroef
83 1 M6 x 14,67mm Schroef
84 1 M6 Tussenring
85 1 M6 x 20mm Hexagonale Schroef
86 1 M10 x 65mm Hexagonale Schroef
87 1 M3,5 x 12mm Schroef
88 1 M4 x 12,7mm Schroef
89 1 M6 x 70mm Dopmoer
90 16 M4 x 16mm Schroef
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN M
odelnr. NTEVEX78009.1 R0511A
26
Opmerking: Specificaties kunnen zonder opgave van redenen gewijzigd zijn. Kijk op de achterkant van deze
gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Betekent onderdeel niet getoond.
91 2 M4 x 5mm Schroef
92 2 Schakelhuls van de Armhendel
9
3 1 M6 x 60mm Dopmoer
94 6 M4 x 19mm Schroef met Platte Kop
95 8 M4 x 19mm Schroef
96 2 M4 x 25mm Schroef
97 2 M6 x 16mm Schroef
98 3 M8 x 17mm Schroef met Platte Kop
9
9 2 M4 x 16mm Schroef met Rand
100 2 Draadklem
*–Montage-gereedschap
*–Gebruiksaanwijzing
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1
2
3
4
97
6
7
9
10
11
17
13
14
15
8
1
6
18
18
17
27
27
12
23
19
20
21
22
24
25
25
26
28
29
31
32
29
32
31
33
34
35
35
36
36
37
37
38
39
40
40
41
42
44
45
46
47
48
54
55
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
68
69
92
70
70
71
71
72
72
72
73
73
74
74
74
75
75
76
76
79
80
83
84
85
86
87
90
89
9
1
90
90
90
99
95
90
95
90
95
95
95
95
95
96
96
94
94
94
90
90
88
75
75
90
74
90
90
90
75
30
98
43
43
97
93
5
41
100
100
49
51
53
77
78
81
82
52
50
52
27
GEDETAILLEERDE TEKENING Modelnr. NTEVEX78009.1 R0511A
Onderdeel Nr. 312963 R0511A Gedrukt in China © 2011 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

NordicTrack NTEVEX78009.1 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor