ProForm 300 ZLX - PFEVEX74010 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
(beneden
onderstel)
Modelnr. PFEVEX74010.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn
onderdelen die ontbreken of
beschadigd zijn, neem dan contact
op met de winkel waar u dit product
hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
www.iconeurope.com
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
H
OE DE FIETS TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
Deze tekeningen geven de locaties weer van de
waarschuwingslabels. Als een label ontbreekt of
onleesbaar is, raadpleegt u de voorkant van de
omslag van deze handleiding en vraagt u om
een gratis vervangend label. Plak deze op de
aangegeven plek. Opmerking: de labels worden
mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
3
WAARSCHUWING: l
ees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de 35
jaar of personen met bestaande gezondheid-
sproblemen.
2. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals
beschreven in deze handleiding.
3. De eigenaar moet zich ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de trainings-
fiets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
4. Deze trainingsfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets
niet commercieel, voor verhuur, of in een
instelling.
5. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnen-
shuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de trainingfiets niet in een garage, op
een overdekt terras of in de nabijheid van
water.
6. Plaats de trainingfiets op een vlakke onder-
grond met minstens 60 cm ruimte rondom
de trainingsfiets. Leg een matje onder de
trainingfiets om uw vloer of uw vloerbe-
dekking niet te beschadigen.
7. Controleer alle onderdelen regelmatig en
draai ze dan goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de train-
ingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de trainingsfiets verstrikt kan raken.
Draag altijd gymschoenen om uw voeten tij-
dens het trainen te beschermen.
10. De trainingsfiets kan alleen door mensen die
niet meer dan 125 kg wegen gebruikt
worden.
11. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kun-
nen de nauwkeurigheid van de metingen
beinvloeden. De polssensor dient slechts om
een algemene hartslag te meten, als hulp-
middel bij uw workouts.
12. Houd tijdens het gebruik van de trainingsfi-
ets uw rug recht. Krom uw rug niet.
13. Teveel oefenen kan leiden tot ernstig letsel
of tot de dood. Als u tijdens het oefenen pijn
voelt of duizelig wordt, dient u onmiddellijk
te stoppen en af te koelen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
F
ijn dat u voor de nieuwe PROFORM
®
3
00 ZLX-train-
ingsfiets gekozen heeft. Fietsen is een effectieve
workout voor het verbeteren van hart en bloedvaten,
het opbouwen van uithoudingsvermogen en het vor-
m
geven aan het gehele lichaam. De 300 ZLX
trainingsfiets heeft een aantal indrukwekkende func-
ties die ontwikkeld zijn om uw workouts thuis
effectiever en aangenamer te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding
zorgvuldig door voor gebruik van de trainingsfiets.
R
aadpleeg de omslag van deze handleiding als u nog
vragen hebt. Noteer het productnummer en het
serienummer voordat u met ons contact opneemt. De
plaats waar u de stickers met het productnummer en
h
et serienummer kunt vinden wordt op de omslag van
de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Handgreep met Polssensor
Zadel
Buis van het Zadel
Bijstelknop van het Zadel
Stelpoot
Knop van de
Stelpoot
Wiel
Pedaal/Gesp
Bedieningspaneel
Armhendel
Bijstelknop
Bijstelknop
VOORDAT U BEGINT
5
M10 x 95mm
Hechtchroef (76)–4
M8 x 20mm
Hechtschroef (74)–4
M6 x 60mm Bolt (51)–1
M4 x 16mm
Schroef
(90)–8
M4 x 5mm
Gepolijste
Schroef (91)–1
M8 Gespleten
Tussenring
(75)–8
M8 Tussenring
(43)–2
M8 Borgmoer
(72)–4
M6 x 70mm Bolt (50)–1
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats alle onderdelen van de trainingsfiets op een
o
pen plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
Voor de montage heeft u de meegeleverde inbussleutel(s) en uw eigen Phillips schroeven-
d
raaier , verstelbare stelsteultel , en Rubberen hamer .
Gebruik de tekening hieronder om de kleine onderdelen te onderscheiden bij het monteren van de trainingsfiets.
Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het hoofdnummer van het onderdeel van de LIJST MET
ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de
montage. Opmerking: sommige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Als een onderdeel zich niet
in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd.
6
1.
Maak de Achterste Stabilisator (3) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 95mm
Hechtschroeven (76).
1
3
76
1
2. Maak de Voorste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 95mm
Hechtschroeven (76).
2
2
76
1
Lees voordat u begint te monteren de
informatie op pagina 5; dit zal de montage
makkelijker maken.
7
3
4
6
Bijstelgaten
1
23
24
75
72
26
91
6
27
3. Draai de Bijstelknop (27) in het Onderstel (1)
een paar slagen los.
D
raai de Buis van het Zadel (6) zoals getoond.
Trek dan de Bijstelknop (27) naar buiten en
s
teek de Buis van het Zadel in het Onderstel
(1). Schuif de Buis van het Zadel wat naar
boven of naar beneden tot de gewenste stand
en laat de Bijstelknop los.
Schuif de Buis van het Zadel (6) iets naar
boven of naar beneden om ervoor te zorgen
dat de Bijstelknop (27) goed in een van de
bijstelgaten van de Buis van het Zadel zit.
Draai dan de Bijstelknop vast.
4. Draai het Zadel (23) en de Drager van de Zadel
(24) zoals getoond.
Maak het Zadel (23) op de Drager van het
Zadel (24) vast met vier M8 Borgmoeren (72)
en vier M8 Gespleten Tussenringen (75).
Schuif de Drager van het Zadel (24) dan op de
Buis van het Zadel. Schuif dan de Drager van
de zitting helemaal naar voren en draai
Bijstelknop van het Zadel (26).
Draai vervolgens een M4 x 5mm Gepolijste
Schroef (91) vast in de achterkant van de Buis
van het Zadel (6).
8
5. Smeer wat van het meegeleverde vet op een
M6 x 70mm Bolt (50).
D
raai de Armhendel (5) en de Staander (4)
zoals getoond.
Steek de Verlengdraad (59) naar boven door de
Armhendel, terwijl een tweede persoon de
Armhendel (5) bij de Staander (4) vasthoudt.
Tip: Zorg ervoor dat de Verlengdraad (59)
nied bekneld raakt. Maak de Armhendel (5)
aan de Staander (4) vast met de M6 x 70mm
Bolt (50) en twee M8 Tussenringen (43).
Maak dan een M6 x 60mm Bolt (51) door de
onderste beugel van de Armhendel (5) vast.
5
59
5
43
43
50
51
51
5
0
4
Smeervet
Zorg ervoor dat de
Verlengdraad (59)
niet bekneld raakt
6
6. Het Bedieningspaneel (13) werkt met vier D-
batterijen (niet meegeleverd); alkalinebatterijen
worden aanbevolen. BELANGRIJK: Als het
Bedieningspaneel is blootgesteld aan lage
temperaturen, dient u deze eerst op
kamertemperatuur te laten komen voordat u
de batterijen insteekt. Anders kunt u het
bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen. Verwijder de
aangegeven schroef. Verwijder het batterijdek-
sel, steek de batterijen in het batterijvakje,en
maak het deksel weer vast. Zorg ervoor dat de
batterijen zodanig gedraaid zijn zoals
aangegeven op de schemaʼs aan de bin-
nenkant van het batterijvakje.
Bel met het telefoonnummer op de voorpag-
ina van de deze handleiding, om de
optionele stroomadapter te kopen. Om
schade aan het bedieningspaneel te
voorkomen dient u alleen een door de fab-
rikant geleverde stroomadapter te
gebruiken. Steek het ene uiteinde van de
stroomadapter in de aansluiting van het
Bedieningspaneel en het andere uiteinde in een
stopcontact die voldoet aan de lokale
voorschiften en bepalingen.
13
Batterijen
Batterijen
Schroef
Batterij-
deksel
9
8
8. Draai de Staander (4) en de Draaikap (12)
zoals getoond.
Schuif de Draaikap (12) naar boven op de
Armhendel (5). Tip: Buig de Draaikap iets om
en trek er wat aan om deze over de
Armhendel te schuiven.
Maak de Draaikap (12) op de Armhendel (12)
met vier M4 x 16mm Schroeven (90).
Draai vervolgens de Armhendel (5) totdat het
gat in de Armhendel gelijk staat met een bijstel-
gat in de Staander (4).
Draai de Bijstelknop (27) goed vast in de
Armhendel (5) en in een bijstelgat in de
Staander (4). Zorg ervoor dat de Bijstelknop
goed in een van de bijstelgaten zit.
4
12
90
90
90
27
Gat
Bijstelgaten
5
7
90
90
7. Sluit de draden van het Bedieningspaneel aan
de Verlengdraad (59) en de Draad van de
Polssensor (61), terwijl een andere persoon het
B
edieningspaneel (13) bij de Armhendel (5)
vasthoudt.
Steek het overschot aan draad naar beneden in
de Armhendel (5) of naar boven in het
Bedieningspaneel.
Tip: Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak het Bedieningspaneel (13) aan de
Armhendel (5) vast met vier M4 x 16mm
Schroeven (90).
Zorg ervoor dat
de draden niet
bekneld raken
13
61
59
5
10
9
10
75
75
75
74
74
58
59
9. Schuif de Kap van het Voorste Schild (7) naar
boven op de Staander (4).
S
luit de Verlengdraad (59) aan op de
Draadharnas (58) terwijl een andere persoon de
S
taander (4) bij het Onderstel (1) vasthoudt.
Steek de Staander (4) in het Onderstel (1).
Tip: Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak de Staander (4) met vier M8 x
20mm Hechtschroeven (74) en vier M8
Gespleten Tussenringen (75).
Schuif dan de Kap van het Voorste Schild (7)
naar beneden op het Onderstel (1) en druk
deze op zijn plaats.
4
7
1
Zorg ervoor dat
de draden niet
bekneld raken
10. Zoek naar het Rechter Pedaal (21),
aangegeven door een “R” (R of Right geeft
rechts aan).
Draai, met gebruik van een verstelbare sleutel,
het Rechter Pedaal (21) naar rechts goed vast
in de Rechter Crankarm (19).
Draai het Linker Pedaal (niet getoond) naar
links goed vast in de Linker Crankarm (niet
getoond).
Stel de gesp van het Rechter Pedaal (21) in de
gewenste stand en druk het uiteinde van de
beugel op de flapjes aan de zijkant van het
Rechter Pedaal. Stel de gesp van het Linker
Pedaal (niet getoond) op dezelfde manier bij.
19
Gesp
Flapje
21
11. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid zijn. Let op: Het kan zijn dat
u na voltooiing van de montage onderdelen overhoudt. Leg een matje onder de trainingsfiets om de
vloer of de vloerbedekking te beschermen.
11
HOE DE HOOGTE VAN HET ZADEL BIJ TE
STELLEN
V
oor een effectieve oefening moet het zadel op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
s
tand staan moeten uw knieën tijdens het trappen wat
gebogen zijn.
Om het zadel bij
te stellen, moet u
eerst de bijstel-
knop met een
paar slagen los-
draaien. Trek dan
de knop naar
buiten, schuif de
buis van het
zadel naar boven
of naar beneden
in de gewenste
stand en laat de
knop los.
Beweeg de buis
van de Zitting
wat naar boven
of naar beneden
om er zeker van
te zijn dat de
bijstelknop in
een van de
bijstelgaten van
de buis van het
zadel zit. Draai de knop vast.
HOE HET ZADEL HORIZONTAAL BIJ TE STELLEN
Draai eerst de
b
ijstelknop van
het zadel een
p
aar slagen los,
om de stand van
het zadel horizon-
taal bij te stellen.
Schuif het zadel
naar voren of
naar achteren tot
de gewenste
stand en draai de
knop goed vast.
HOE DE PEDAALGESPEN BIJ TE STELLEN
Trek de gespen
omhoog om de
pedaalgespen los
te maken. Stel
dan de gespen in
de gewenste
stand en druk de
uiteinden van de
gespen op de
flapjes op de ped-
alen.
Zadel
Knop
Gaten
Buis van
het Zadel
Z
adel
Knop van
het Zadel
Buis van
het Zadel
Flapje
Gesp
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN
12
HOE DE HELLING VAN DE ARMHENDEL BIJ TE
STELLEN
D
raai eerst de
bijstelknop met
e
en paar slagen
los om de helling
van de armhendel
bij te stellen. Trek
de knop vervol-
gens naar buiten,
stel de armhendel
in de gewenste
helling en laat de
knop los in een
bijstelgat. Zorg
ervoor dat de
knop goed in
een van de
bijstelgaten zit.
Draai de knop
vast.
HOE DE TRAININGSFIETS WATERPAS TE
STELLEN
A
ls de trainingsfi-
ets tijdens het
g
ebruik wat
wiebelt draai dan
wat aan één of
beide knoppen
van de stelpoten
bij te stellen onder
de achterste sta-
bilisator totdat de
fiets goed water-
pas staat.
Handle-
uning
Knoppen van
de Stelpoten
Gaten
Knop
13
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel heeft een reeks functies die
ontwikkeld zijn om uw workouts effectiever en aange-
namer te maken.
U kunt, wanneer u de handmatige instelling gebruikt,
de weerstand van de pedalen met een druk op de
toets bijstellen. Het bedieningspaneel zal tijdens uw
workout constant oefeninformatie geven. U kunt zelfs
uw hartslag meten door de handgreep met polssensor
te gebruiken.
Het bedieningspaneel heeft 16 voorafingestelde work-
outs. Iedere workout verandert automatisch de
weerstand van de pedalen en vraagt u om de pedaal-
snelheid te variëren terwijl u door een doeltreffende
workout geleid wordt.
Het bedieningspaneel heeft ook het iFIT-Interactieve
workout-systeem waarmee het bedieningspaneel iFit-
kaarten accepteert die oefeningen bevatten die u
helpen bij het bereiken van specifieke fitnessdoelen.
Verlies, bijvoorbeeld, ongewenste kiloʼs met de 8
weken durende workout om af te vallen. iFit workouts
controleren automatisch de weerstand van de pedalen
terwijl de stem van een persoonlijke trainer u door de
workout leidt. iFit kaarten zijn afzonderlijk verkrijgbaar.
Ga, om Fit-kaarten te kopen, naar www.iFit.com of
bel met het telefoonnummer op voorpagina van
deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in bepaalde
winkels verkrijgbaar.
Terwijl oefent kunt u zelfs uw MP3-speler of CD-speler
op het geluidssysteem van het bedieningspaneel
aansluiten en naar uw favoriete oefeningenmuziek of
audioboeken luisteren.
Zie pagina 14 om de handmatige instelling te
gebruiken. Om een voorafingestelde workout te
gebruiken, zie pagina 16. Zie pagina 17 om een iFit
workout te gebruiken. Om het geluidssysteem te
gebruiken, zie pagina 17. Om de instellingen van
het bedieningspaneel te veranderen, zie pagina 18.
Let op: Zorg ervoor dat batterijen geinstalleerd zijn
(zie montage stap 6 op pagina 8) voordat u het bedi-
eningspaneel gaat gebruiken. Als er een velletje
plastic op de display ligt, verwijder het dan.
Toets
Volume
Toets
Oefening
Toets
Display
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Toets
Weerstand
14
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1
. Begin te trappen of druk op een van de toetsen
op het bedieningspaneel om deze aan te
z
etten.
Als u het bedieningspaneel aanzet, zal de display
oplichten. Het bedieningspaneel is dan klaar voor
gebruik.
2. Kies de handmatige instelling.
De handmatige instelling wordt gekozen telkens
wanneer u op het bedieningspaneel drukt.
Als u een workout gekozen heeft, druk dan her-
haaldelijk op de Persoonlijke Trainer Workouts
toets [CERTIFIED PERSONAL TRAINER
WORKOUTS] (zie tekening op pagina 13) totdat
nullen op de display verschijnen.
3. Verander de weerstand van de pedalen als u
dat wilt.
Tijdens het trap-
pen kunt u de
weerstand van de
pedalen veran-
deren door op de
Weerstandstoe-
name en –afname
toetsen te druk-
ken (zie de tekening op pagina 13). Let op: Het
duurt even, nadat u op de knoppen drukt, voordat
de gewenste weerstand ingeschakeld wordt.
4. Volg uw vordering op de display.
Het bedieningspaneel heeft verschillende display-
o
pties. De gekozen display instelling zal aangeven
welke workout informatie wordt aangegeven. Druk
h
erhaaldelijk op de Display [DISPLAY] toets (zie
de tekening op pagina 13) om de gewenste dis-
play instelling te kiezen.
De display kan de volgende workout informatie
aangeven:
Tijd [TIME]—Deze display geeft, wanneer de
handmatige instelling gekozen is, de verstreken
tijd aan. Indien een workout gekozen is, zal de dis-
play de resterende tijd van de workout aangeven
in plaats van de verlopen tijd.
Snelheid [SPEED]—Deze display geeft de
getrapte snelheid in mijlen (MPH) of kilometers per
uur (KM/H) aan.
Afstand [DISTANCE]—Deze display geeft de
getrapte afstand in mijlen of kilometers aan.
Calorieën [CALORIES]—Deze display geeft bij
benadering het aantal verbruikte calorieën aan.
15
Hartslag [PULSE]—Deze display zal uw hartslag
aangeven wanneer u de handgreep met polssen-
sor gebruikt (zie stap 5 hieronder).
Weerstand [RESISTANCE] Deze display geeft
d
e weerstandsinstelling van de pedalen een paar
seconden lang aan telkens wanneer de weer-
standsinstelling verandert.
Profiel—Deze display zal, wanneer u een workout
kiest, een profiel van de weerstandsinstelling van
de workout aangeven.
Display instellingen—Het bedieningspaneel heeft
een display instelling die gekozen kan worden
wanneer de woorden HOLD DISPLAY FOR SET-
TINGS (ingedrukt houden voor instellingen)op de
display verschijnen. Om de display instellingen te
veranderen, raadpleeg HOE DE INSTELLINGEN
VAN HET BEDIENINGSPANGEL TE VERANDE-
REN op pagina 18.
Verander het geluidsvolume van het bedieningspa-
neel door op de Volume toename- en
afnametoetsen te drukken (zie de tekening op
pagina 13).
Let op: Het bedieningspaneel kan de getrapte
snelheid en afstand in mijlen of kilometers aange-
ven. De letters MPH of KM/H zullen op de display
verschijnen om te laten zien welke meeteenheid
gekozen is. Zie, om van meeteenheid te verande-
ren, HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANGEL TE VERANDEREN op
pagina 18.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contact-
punten van de
handgreep met
polssensor zit-
ten, verwijder ze
dan. Houd, om
uw hartslag te
meten, de hand-
greep met
polssensor vast met uw handpalmen tegen de
metalen contactpunten. Beweeg uw handen niet
en houd de contactpunten stevig vast.
Streepjes zullen op de display verschijnen wan-
neer uw hartslag gemeten kan worden, en uw
hartslag wordt dan getoond. Houd de contactpun-
t
en 15 seconden lang vast voor de meest
nauwkeurige hartslagmeting. Let op: Als u de
h
andgreep met polssensor blijft vasthouden, dan
zal uw hartslag 30 seconden lang op de display
aangegeven worden.
Zorg ervoor dat u uw handen op de juiste manier
plaatst als uw hartslag niet aangegeven wordt.
Zorg ervoor dat u uw handen niet teveel beweegt
en houd de metalen contactpunten ook niet te ste-
vig vast. Maak, voor het beste resultaat, de
metalen contactpunten schoon met een zachte
doek; gebruik nooit alcohol, schuur- of chemi-
sche middelen om de contactpunten schoon te
maken.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met trainen.
U zult, indien de pedalen enkele seconden lang
niet bewegen, een stel geluiden horen, het bedie-
ningspaneel komt dan tot stilstand en de tijd zal op
de display opflikkeren. Om de workout te hervat-
ten, dient u eenvoudigweg weg opnieuw te gaan
trappen.
Als de pedalen enkele minuten lang niet bewegen
dan zal het bedieningspaneel uitgaan en zal de
display gereset worden.
Contact-
punten
16
HOE EEN VOORAFINGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1
. Begin te trappen of druk op een van de toetsen
op het bedieningspaneel om deze aan te zetten.
Als u het bedieningspaneel aanzet, zal de display
oplichten. Het bedieningspaneel is dan klaar voor
gebruik.
2. Kies een voorafingestelde workout.
Druk, om een voorafingestelde workout te kiezen,
meerdere keren op de Persoonlijke Trainer
Workouts toets [CERTIFIED PERSONAL TRAINER
WORKOUTS] totdat het profiel van de gewenste
workout op de display verschijnt.
De tijdsduur van de workout en een profiel van de
weerstandsinstellingen zullen op de display ver-
schijnen.
3. Begin te trappen om de workout te starten.
Elke workout is verdeeld in meerdere segmenten
van 1 minuut. Eén weerstands- en één na te
streven snelheidsinstelling zijn voor ieder segment
geprogrammeerd. Let op: Dezelfde weerstands-
en/of na te streven snelheidsinstelling kan voor
meerdere opeenvolgende segmenten ingeprogram-
meerd zijn.
Tijdens de workout zal de workoutprofiel uw
vorderingen aangeven. Het knipperende segment
van het profiel stelt het huidige segment van de
workout voor. De hoogte van het knipperende seg-
ment geeft de weerstandsinstelling van het huidige
segment aan.
Aan het einde van ieder segment van de workout,
zult u een aantal tonen horen en zal het volgende
segment van het profiel zal beginnen op te
flikkeren. De weestandsinstelling en het na te
streven snelheid zullen ook op de display verschij-
nen.
Als er een andere weerstands- en/of na te streven
snelheidsinstelling geprogrammeerd is voor het
v
olgende segment, dan zal de weerstands- en/of
de snelheidsinstelling een paar seconden lang op
d
e display verschijnen om u te waarschuwen. De
weerstand van de pedalen zal dan veranderen.
Terwijl u oefent,
wordt u aanger-
aden uw
trapsnelheid zo
dicht mogelijk bij
uw na te streven
snelheid van het
huidige segment te houden. Als er een pijltje naar
boven op de display verschijnt, moet u uw snelheid
verhogen. Als er een pijltje naar beneden verschi-
jnt, dan moet u uw snelheid verlagen. Als er geen
pijltjes op de display verschijnen, moet u uw
huidige snelheid handhaven.
BELANGRIJK: De na te streven snelheid is uit-
sluitend bedoeld om u te motiveren. Uw
feitelijke snelheid kan langzamer dan de na te
streven snelheid zijn. Zorg ervoor dat u met een
snelheid oefent, die aangenaam voor u is.
Wanneer de weerstandsinstelling van het huidige
segment te hoog of te laag ligt kunt u de instelling
handmatig aanpassen door op de
Weerstandstoetsen te drukken. BELANGRIJK: Als
het huidige segment van de workout eindigt,
dan zullen de pedalen automatisch aan de
weerstandsinstelling van het volgende segment
aangepast worden.
De workout gaat zo verder tot het laatste segment
eindigt. Stop gewoon met trappen om de workout
wanneer dan ook te stoppen. U zult een toon
horen en de tijd begint op te flikkeren op de dis-
play. Om de workout te hervatten, dient u
eenvoudigweg weg weer te gaan trappen.
4. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 4 op pagina 14.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 15.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 6 op pagina 15.
Profiel
17
HOE EEN IFIT WORKOUT TE GEBRUIKEN
IFit-kaarten zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Ga, om iFit-
k
aarten te kopen, naar www.iFit.com of raadpleeg de
voorkant van deze handleiding. iFit-kaarten zijn ook in
s
peciale winkels verkrijgbaar.
1. Begin te trappen of druk op een van de toetsen
op het bedieningspaneel om deze aan te
zetten.
Als u het bedieningspaneel aanzet zal de display
oplichten. Het bedieningspaneel is dan klaar voor
gebruik.
2. Steek een iFit-kaart in en kies een workout.
Steek een iFit kaart in de iFit-gleuf, om een iFit
workout te gebruiken. Zorg ervoor dat de iFit kaart
zodanig gedraaid is dat de metalen contactpunten
naar beneden en naar de gleuf toe wijzen. De indi-
cator naast de gleuf zal oplichten, wanneer de iFit
kaart goed ingestoken is.
Kies vervolgens de gewenste workout op de iFit-
kaart door op de toename- en afnametoetsen
naast de iFit-gleuf te drukken.
Even nadat u een workout gekozen heeft zal een
stem van een personal trainer u tijdens de workout
begeleiden.
De iFit-workouts werken op dezelfde manier als
v
oorafingestelde workouts. Raadpleeg stap 3 tot
en met 6 op pagina 16 om de workout te
gebruiken.
3. Trek de iFit-kaart uit wanneer u klaar bent met
oefenen.
Trek de iFit-kaart uit wanneer u klaar met met
oefenen. Berg de iFit-kaart goed op.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Sluit de meegeleverde audiokabel aan op het bedien-
ingspaneel en uw MP3-speler of CD-speler aan, om
met de geluidsinstallatie van het bedieningspaneel,
naar muziek of audioboeken te luisteren. Zorg ervoor
dat de audiokabel goed aangesloten is.
Druk dan op de play-toets van uw MP3- of CD-speler.
Pas het volume aan met de volumetoets op uw MP3-
speler of CD-speler of druk op de volume toename- of
afnametoets van het bedieningspaneel.
Als u de audiokabel niet gebruikt, trek deze dan uit de
aansluiting van het bedieningspaneel.
iFit-gleuf
iFit-kaart
18
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPA-
NEEL TE VERANDEREN
Het bedieningspaneel heeft display instellingen zodat
u een achtergrondverlichtingoptie en een meeteenheid
voor het bedieningspaneel kunt kiezen. Volg de stap-
pen hieronder om de instellingen van het
bedieningspaneel te veranderen.
1. Kies de display instellingen.
Druk, om de display instelling te kiezen, her-
haaldelijk op de Display [DISPLAY] toets totdat de
woorden HOLD DISPLAY FOR SETTINGS (inge-
drukt houden voor instellingen) op de display
verschijnen.
Druk de Display toets en houd deze vervolgens
ingedrukt todat de informatie van de display
instellingen op de display verschijnen.
2. Kies een achtergrondverlichting als u dat wilt.
U kunt uit drie soorten achtergrondverlichting
kiezen. In de ON-stand blijft de achtergrondver-
lichting aan als het bedieningspaneel aan staat. In
de AUTO-stand blijft de achtergrondverlichting aan
zolang u trapt. In de OFF-stand blijft de achter-
grondverlichting uit.
Een X zal naast de huidige geselecteerde achter-
grondverlichtingsoptie verschijnen. Druk, om de
achtergrondverlichtingsoptie te veranderen, op de
weerstandstoename en –afname toetsen om de
gewenste achtergrondverlichtingsoptie te kiezen.
Druk dan op de Display toets om naar de vol-
gende optie over te gaan.
3. Kies een meeteenheid als u dat wilt.
Het bedieningspaneel kan de getrapte snelheid en
afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Het woord ENGLISH voor Engelse mijlen of het
woord METRIC voor kilometers zal op de display
verschijnen. Een X zal naast de huidige gekozen
meeteenheid verschijnen.
Druk, om van eenheid te veranderen, op de weer-
standstoename en –afname toetsen om de
gewenste meeteenheid te kiezen.
4. Verlaat de display instellingen.
Druk op de Display toets om uw instellingen op te
slaan en de display instellingen te verlaten.
19
C
ontrolleer de onderdelen van de trainingsfiets regel-
matig en draai ze dan goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
G
ebruik een vochtige doek en een klein beetje zachte
zeep om de trainingsfiets schoon te maken. BELAN-
GRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van het
bedieningspaneel om schade te voorkomen. Houd
het bedieningspaneel weg van direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Vervang alle batterijen tegelijkertijd wanneer de dis-
play van het bedieningspaneel de informatie niet goed
aangeeft. Zie montage stap 6 op pagina 8.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont, wan-
neer u de handgreep met polssensor gebruikt,
raadpleeg dan stap 5 op pagina 15.
HOE DE BLADVEERSCHAKELAAR BIJ TE
STELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft moet u de bladveerschakelaar bijstellen. U
moet eerst het linker pedaal, de linker schijfkap, en de
linker pedaalschijf verwijderen (zie instructies hieron-
der), om de bladveerschakelaar bij te stellen.
Gebruik een verstelbare sleutel en verwijder het linker
pedaal door deze naar rechts te draaien.
Draai de Linker
Crankarm (20)
naar een verticale
stand met het
uiteinde van de
Linker Crankarm
naar beneden
gericht.
Gebruik een
schroevendraaier
en maak de flap-
jes los aan elk
punt van de Linker Schijfkap (18). Plaats de Linker
Schijfkap voorzichtig over de Linker Crankarm (20) en
verwijder de Linker Schijfkap.
D
raai de Linker
Crankarm (20) naar
een verticale stand
met het uiteinde van
d
e Linker Crankarm
naar omhoog gericht.
Draai de linker
Pedaalschijf (17)
naar rechts om het
los te maken van het
Linker Schild (11). Beweeg de Linker Pedaalschijf (17)
dan naar boven en verwijder deze van de Linker
Crankarm (20)
Zoek naar de Bladveerschakelaar (57). Draai de twee
M4 x 12,7mm Schroeven met Opstaande Rand (63)
los maar verwijder deze niet.
Draai de Linker Crankarm (20) totdat de Magneet (55)
gelijk staat met de Bladveerschakelaar (57). Schuif de
Bladveerschakelaar wat dichter naar of verder van de
Magneet. Maak dan de M4 x 12,7mm Schroeven met
Opstaande Rand (63) weer vast.
Draai de Linker Crankarm (20) wat. Herhaal deze pro-
cedure tot het bedieningspaneel goede informatie
geeft.
Maak dan het linkerscherm, de kap van het boven-
scherm, de kap van het achterscherm en het
linkerpedaal weer vast.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
20
18
Flapje
Flapje
20
17
11
57
63
55
20
20
HOE DE AANDRIJFRIEM BIJ TE STELLEN
De aandrijfriem moet bijgesteld worden wanneer de
p
edalen tijdens het trappen slippen, ook wanneer de
weerstand in de hoogste stand bijgesteld is.
Om de aandrijfriem bij te stellen moet u het rechter
pedaal, de buis van het zadel, de kap van het boven-
ste schild, de kap van de achterste schild, de rechter
schijfkap, de rechter pedaalschijf en het rechter schild
verwijderen (zie instructies hieronder).
Draai met gebruik van een verstelbare sleutel het
Rechter Pedaal (21) naar links en verwijder deze.
Verwijder vervolgens de aangeven Bijstelknop (27) en
verwijder de Buis van het Zadel (6).
Gebruik een schroevendraaier om de Kap van het
Bovenste Schild (8) en de Kap van het Achterste
Schild (9) te verwijderen. Gebruik dan een schroeven-
draaier om de Kap van het Voorste Schild (7) los te
maken.
Draai de Rechter Crankarm (19) naar een verticale
stand met het uiteinde van de Rechter Crankarm naar
beneden gericht.
Gebruik een schroevendraaier en maak de flapjes los
aan elk punt van de rechter Schijfkap (18). Plaats de
rechter Schijfkap voorzichtig over de Rechter
Crankarm (19) en verwijder de rechter Schijfkap. Let
op: Zie de tekeningen op pagina 19 voor meer infor-
matie.
Draai de Rechter Crankarm (19) naar een verticale
stand met het uiteinde van de Rechter Crankarm naar
boven gericht.
Draai de rechter Pedaalschijf (17) naar rechts om
d
eze los te maken van het Rechter Schild (10).
Beweeg de rechter Pedaalschijf (17) dan naar boven
en maak ze los van de Rechter Crankarm (19)
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING op pagina 23
en verwijder de M4 x 19mm Schroeven (89) en de M4
x 25mm Schroeven (62) van de Rechter en Linker
Schilden (10, 11). Verwijder dan voorzichtig het
Rechter Schild.
Maak vervolgens de M6 x 20mm Inbusschroef (85)
los. Draai vervolgens de M8 x 50mm Inbusschroef
(86) vast totdat de Aandrijfriem (54) strak staat.
Als de Aandrijfriem (54) strak staat, draai dan de M6 x
20mm Inbusschroef (85) goed vast.
Maak dan het rechter schild, de rechter pedaalschijf,
de rechter schijfkap, de kap van het voorste schild, de
kap van het achterste schild, de kap van het bovenste
schild, de buis van het zadel, en de rechter pedaal
weer vast.
10
18
17
27
21
19
7
9
8
6
54
85
86
21
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
V
et verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
p
eriode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainings-
zone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u
te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer
van uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: voor-
dat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
c
onsulteren. Dit is vooral belangrijk voor per-
sonen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
22
1
1 Onderstel
21Voorste Stabilisator
31Achterste Stabilisator
41Staander
51Armhendel
6 1 Buis van het Zadel
71Kap van het Voorste Schild
81Kap van het Bovenste Schild
91Kap van het Achterste Schild
10 1 Rechter Schild
11 1 Linker Schild
12 1 Draaikap
13 1 Bedieningspaneel
14 1 Rechter Kussen
15 1 Linker Kussen
16 1 Polssensor
17 2 Pedaalschijf
18 2 Schijfkap
19 1 Rechter Crankarm
20 1 Linker Crankarm
21 1 Rechter Pedaal/Gesp
22 1 Linker Pedaal/Gesp
23 1 Zadel
24 1 Drager van het Zadel
25 2 Kap van de Buis van het Zadel
26 1 Bijstelknop van het Zadel
27 2 Bijstelknop
28 1 Huls van de Buis van het Zadel
29 2 Knop van de Stelpoot
30 1 Beugel van het Zadel
31 2 Stelpoot
32 2 Kap van de Achterste Stabilisator
33 1 Kap van de Rechter Stabilisator
34 1 Kap van de Linker Stabilisator
35 2 Wiel
36 2 Poot
37 2 Schuimgreep
38 1 Katrol
39 1 Crank
40 2 Cranklager
41 2 Borgring
42 1 Vliegwiel
43 2 M8 Tussenring
44 1 Vliegwielas
45 1 Spanrol
46 1 Motorbeugel
47 1 Weerstandsmotor
48 1 Weerstandsschijf
49 1 Weerstandsarm
5
0 1 M6 x 70mm Bolt
51 1 M6 x 60mm Bolt
52 1 Armslot
53 1 C-magneet
54 1 Aandrijfriem
55 2 Magneet
56 1 Klem
57 1 Bladveerschakelaar/Draad
58 1 Draadharnas
59 1 Verlengdraad
60 2 Draadklem
61 1 Draad van de Polssensor
62 2 M4 x 25mm Schroef
63 2 M4 x 12,7mm Schroef met
Opstaande Rand
64 1 Audiokabel
65 3 M8 x 17mm Schroef met Platte Kop
66 2 Schakelhuls van de Armhendel
67 6 M4 x 19mm Schroef met Platte Kop
68 2 Crankkap
69 2 Schakelhuls van de Staander
70 2 5/16" Schroef met Opstaande Rand
71 4 M8 x 20mm Bout met Ronde Kop
72 8 M8 Borgmoer
73 2 M8 Klemmoer
74 4 M8 x 20mm Hechtschroef
75 12 M8 Gespleten Tussenring
76 4 M10 x 95mm Hechtchroef
77 1 M6 x 65mm Inbussleutel
78 1 M6 Borgmoer
79 4 M4 x 12mm Schroef met Opstaande
Rand
80 2 M6 x 8mm Inbussleutel
81 1 M5 Tussenring
82 1 M5 x 7mm Schroef
83 1 M6 x 14,67mm Schouderschroef
84 1 M6 Tussenring
85 1 M6 x 20mm Inbussleutel
86 1 M10 x 50mm Inbussleutel
87 1 M3,5 x 12mm Schroef
88 1 M4 x 12,7mm Gepolijste Schroef
89 14 M4 x 19mm Schroef
90 10 M4 x 16mm Schroef
91 2 M4 x 5mm Gepolijste Schroef
92 2 Kapje van de Armhendel
*–Montagehulpstuk
*–Pakje Smeervet
*–Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PFEVEX74010.0 R
1010A
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
4
50
6
9
13
14
1
5
8
27
12
23
24
25
25
26
61
64
69
66
72
50
91
67
90
90
90
90
75
30
65
43
43
51
51
5
90
67
1
2
3
10
11
17
18
18
17
27
19
20
21
22
28
29
31
32
29
32
31
33
34
35
35
36
36
38
39
40
40
41
42
44
45
46
47
48
49
52
53
54
55
55
56
57
58
59
68
68
70
70
71
71
72
72
73
73
74
74
74
75
75
76
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
90
89
89
89
63
89
89
89
89
89
89
89
89
89
62
62
88
75
75
90
74
41
60
60
7
67
16
37
92
37
92
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PFEVEX74010.0 R1010A
23
Onderdeel Nr. 304428 R1010A Gedrukt in China © 2010 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
g
ende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

ProForm 300 ZLX - PFEVEX74010 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor