NordicTrack NTEVEX78612.0 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
Modelnr. NTEVEX78612.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
GEBRUIKERSHANDLEIDING
2
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met uw dit prod-
uct inbegrepen. Plak de sticker op de aangegeven plaats
over de Engelse waarschuwing heen. De hier getoonde
sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina van
deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of
niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de
sticker(s) worden niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
DE STICKER MET WAARSCHUWING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN ..............................................................13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
INHOUD
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om ervoor te zorgen dat alle gebruikers
van de trainingsfiets goed zijn geïnformeerd
over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven wordt.
4. Deze trainingsfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets
niet commercieel of voor verhuur.
5. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsfiets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
6. Plaats de trainingsfiets op een vlakke
ondergrond met minstens 0,6 m vrije ruimte
rondom de fiets. Leg een matje onder de
trainingsfiets om uw vloer of vloerbedekking
niet te beschadigen.
7. Controleer en draai alle delen regelmatig
aan. Vervang versleten onderdelen direct.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de
trainingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kle-
ding die in de fiets bekneld kan raken. Draag
altijd sportschoenen voor voetbescherming.
10. De trainingsfiets kan alleen door mensen die
minder dan 130 kg wegen worden gebruikt.
11. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsfiets.
12. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de hartslagmetingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dients
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij uw oefeningen.
13. Houd tijdens het gebruik van de trainings-
fiets uw rug recht. Krom uw rug niet.
14. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
Hartslagmonitor
Zitting
Buis van de Zitting
Afstelhandvat van de Zitting
Stelpoot
Niveauknop
Wiel
Pedaal/Riem
Bedieningspaneel
Handleuning
Afstelknop van de Zadel
Afstelknop
Fijn dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK
®
GX
3.4 trainingsfiets gekozen heeft. Fietsen is een effec-
tieve oefening voor het verbeteren van hart en vaten,
het opbouwen van uithoudingsvermogen en het vorm-
geven aan het gehele lichaam. De G X3.4 trainingsfiets
biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen thuis effectiever en leu-
ker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de trainingsfiets. Raadpleeg
de omslag van deze handleiding als u nog vragen
hebt. Noteer het productnummer en het serienum-
mer voordat u met ons contact opneemt. De plaats
waar u de stickers met het productnummer en het
serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de
handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Lengte: 104 cm
Breedte: 58 cm
VOORDAT U BEGINT
5
M4 x 16mm
Schroef
(90)–8
M4 x 5mm
Heldere
Schroef
(91)–1
M10 x 95mm
Schroef (76)–4
M8 x 20mm
Schroef (74)–4
M8 Gespleten
Tussenring
(75)–8
M8
Tussenring
(43)–2
M8 Slotmoer
(72)–4
M6 x 60mm Boutenset (51)–1
M6 x 70mm Boutenset (50)–1
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
6
2. Maak de Achterste Stabilisator (3) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 95mm
Schroeven (76).
2
3
76
1
• Montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met alle montagestappen.
• Linker onderdelen zijn met een “L” of “Left” aan-
gegeven en rechter onderdelen zijn met een “R”
of “Right” aangegeven.
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 5.
• Naast het inbegrepen gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een Philips schroevendraaier
een instelbare sleutel
een rubber hamer
Montage is makkelijker met een set sleutels. Om
schade aan de onderdelen te vermijden, dient u
nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw compu-
ter en registreer uw product.
•activeertuwgarantie
•bespaartutijdalsuooitcontactmoetopne-
men met de Klantendienst
•hiermeekunnenwijuopdehoogtestellen
van upgrades en aanbiedingen
Aandacht: Indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de KLANTENDIENST (zie de voor-
kant van deze handleiding) om uw product te
registreren.
1
MONTAGE
7
3. Bevestig de Voorste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) met twee M10 x 95mm Schroeven
(76).
3
2
76
1
4
6
Bijstelgaten
1
27
4. Maak de Afstelknop (27) in het Onderstel (1) los
met een paar draaien.
Oriënteer de Buis van de Zitting (6) zoals
getoond. Trek dan de Afstelknop (27) naar buiten
en steek de Buis van de Zitting in het Onderstel
(1).
Schuif de Buis van de Zitting (6) naar boven of
naar beneden in de gewenste positie en laat de
Afstelknop (27) los.
Beweeg de Buis van de Zitting (6) naar boven
of naar beneden om te controleren of de
Afstelknop (27) in een van de bijstelgaten
van de Zitting vastzit. Draai de Afstelknop dan
opnieuw vast.
8
5
23
24
75
72
26
91
6
5. Richt de Zitting (23) en de Drager van de Zitting
(24) zoals getoond.
Maak de Zitting (23) vast op de Drager van de
Zitting (24) met vier M8 Slotmoeren (72) en vier
M8 Gespleten Tussenringen (75).
Steek dan de Drager van de Zitting (24) in de
Buis van de Zitting (6). Schuif dan de Drager
van de Zitting helemaal naar voren en draai de
Afstelknop van de Zitting (26) aan.
Maak een M4 x 5mm Heldere Schroef (91) aan
de achterkant van de Buis van de Zitting (6)
vast.
6. Gebruik een plastic tas om uw handen schoon te
houden en breng wat van het meegeleverde vet
aan op een M6 x 70mm Boutenset (50).
Richt de Handleuning (5) en de Staander (4)
zoals afgebeeld.
Terwijl een andere persoon de Handleuning
(5) vasthoudt bij het Staander (4), dient u de
Bovenste Draad (59) opwaarts te plaatsen door
de Handleuning.
Tip: Vermijd het afklemmen van de Bovenste
Draad (59). Bevestig de Handleuning (5) aan de
Staander (4) met M6 x 70mm Boutenset (50) en
twee M8 Tussenringen (43).
Maak dan een M6 x 60mm Boutenset (51) vast
door de beugel op de Handleuning (5).
6
59
5
43
43
50
51
51
50
4
Smeervet
Vermijd het afklemmen
van de Bovenste draad
(59)
9
7
90
7. Terwijl een tweede persoon het
Bedieningspaneel (13) bij de Handleuning
(5) vasthoudt, sluit u de draden van het
Bedieningspaneel aan op de Bovenste Draad
(59), het draad van de Hartslagsensor (61) en de
Draad van de Ontvanger (16).
Stop het draadoverschot in de Handleuning (5).
Tip: Vermijd het afklemmen van de dra-
den. Maak het Bedieningspaneel (13) aan
het Handleuning (5) vast met vier M4 x 16mm
Schroeven (90).
Vermijd het
afklemmen van
de draden
13
61
16
59
5
8
8. Richt de Staander (4) en de Draaikap (12) zoals
getoond.
Schuif de Draaikap (12) omhoog naar de
Handleuning (5). Tip: Buig de Zwenkaskap iets
om het over de Handleuning te schuiven.
Maak dan de Draaikap (12) vast aan de
Handleuning (13) en het Bedieningspaneel (13)
met twee M4 x 16mm Schroeven (90).
Draai de Handleuning (5) tot het gat in de
Handleuning op één lijn ligt met een afstelgat in
de Staander (4).
Maak een Afstelknop (27) vast in de
Handleuning (5) en een afstelgat in de Staander
(4). Zorg ervoor dat de Afstelknop goed vast-
zit in een van de afstelgaten.
4
12
13
90
90
90
27
Gat
Bijstelgaten
5
10
9
75
75
75
74
74
58
59
9. Schuif de Voorste Deksel van het Scherm (7)
omhoog op de Staander (4).
Terwijl een tweede persoon de Staander (4)
bij het Onderstel (1) vasthoudt, maakt u het
Bovenste Draad (59) vast aan het Onderste
Draad (58).
Plaats de Staander in (4) in het Onderstel (1).
Tip: Vermijd het afklemmen van de dra-
den. Maak de Staander (4) vast met vier M8 x
20mm Schroeven (74) en vier M8 Gespleten
Tussenringen (75).
Schuif de Voorste van het Scherm (7) omlaag op
het Onderstel (1) en druk het op zijn plaats.
4
7
1
Vermijd het
afklemmen van
de draden
10
10. Zoek naar het Rechterpedaal (21).
Draai met gebruik van een Engelse sleutel het
Rechterpedaal (21) naar rechts goed vast in de
Rechtercrankarm (19).
Draai het Linkerpedaal (niet getoond) naar links
in de Linkercrankarm (niet getoond).
Stel de riem van het Rechterpedaal (21) in de
gewenste stand af en druk het uiteinde van de
riemen op het lipje van het Rechterpedaal.
Stel de beugel van het Linkerpedaal op
dezelfde manier af (niet getoond).
19
Riem
Lipje
21
11
11. Steek het Stroomadapter (67) in de Aansluiting
op het onderstel van de trainingsfiets.
Steek het Stroomadapter (67) indien nodig in de
Stekkeradapter (B).
Let op: Om de Stroomadapter (67) in een
stopcontact te gebruiken, kijkt u bij DE
STROOMADAPTER INSTEKEN op pagina
13.
12. Nadat de trainingsfiets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg
ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid worden. Let op: Het is mogelijk dat
u hardware na voltooiing van de montage overhoudt. Plaats een matje onder de trainingsfiets om de vloer
of het tapijt te beschermen.
11
B
67
12
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkas-
band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afge-
beeld in de tekening.
Druk dan het uit-
einde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag moni-
tor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borst-
kas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit-
einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en
zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas-
band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan-
neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag
monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u
de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te
transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte
van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog-
spanningsdraden en andere elektromagnetische
bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
Gesp
Flap
Borstkas-
band
Flaps
Sensor
Sensor
DE HARTSLAG MONITOR
13
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de trainingsfiets aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, deze
tot kamertemperatuur komen voordat u de stroom-
adapter inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het
bedieningspaneel of andere elektrische componen-
ten beschadigen.
Steek de stroom-
adapter in de
aansluiting die
zich op het
onderstel van
de trainingsfiets
bevindt. Daarna
steekt u de
stroomadapter
in de stekke-
radapter. Steek
dan de stekke-
radapter in het
juiste stopcontact
datgoedisgeïnstalleerdvolgensdelokalecodesen
verordeningen.
DE FIETS WATERPAS STELLEN
Indien de trai-
ningsfiets
enigszins schom-
melt op de vloer
tijdens gebruik,
dient u één of
beide niveauknop-
pen onder de
achterstabilisator
te draaien en de
niveaupoten af te
stellen de speling
weg is.
DE HOOGTE VAN DE ZITTING AFSTELLEN
Voor een effectieve oefening moet de zitting op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat
gebogen zijn.
Om het onderstel
van de zitting
bij te stellen,
moet u eerst de
afstelknop van
het onderstel met
een paar slagen
losdraaien. Trek
dan de knop naar
buiten, schuif
de buis van het
zadel naar boven
of naar beneden
in de gewenste
positie en laat de
knop los. Beweeg
de buis van
de Zitting naar
boven of naar beneden om te controleren of de
afstelknop van de Zitting in een van de afstelgaten
van de buis van de Zitting vastzit. Draai de knop
vast.
DE POSITIE VAN DE ZITTING HORIZONTAAL
BIJSTELLEN
Om de horizontale
positie van de
zitting zijwaarts bij
te stellen, draai de
afstelknop van de
zitting eerst met
een paar slagen
los. Beweeg de
zitting naar voren
of naar achteren
in de gewenste
positie en draai de
afstelknop van zit-
ting opnieuw vast.
Knop
Gaten
Buis van
de Zitting
Niveauknoppen
Zadelknop
Buis van
de Zitting
Stroomadapter
Stekker-
adapter
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN
14
DE HOEK VAN DE HANDLEUNING AFSTELLEN
Om de hoek van de handleuning af te stellen, moet u
eerst de afstelknop met een paar slagen losdraaien.
Trek de knop vervolgens naar buiten, draai de hand-
leuning naar de gewenste hoek en laat de knop los in
een afstelgat. Zorg ervoor dat de knop goed vastzit
in de afstelgaten. Draai de knop vast.
DE PEDAALRIEMEN AFSTELLEN
Om de pedaalrie-
men af te stellen
moet u eerst de
uiteinden van
de riemen van
de lipjes op de
pedalen trekken.
Stel de riemen af
op de gewenste
stand en steek
de einden van de
riemen weer in de
lipjes.
Lipje
Riem
Knop
Handleuning
Gaten
15
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM MAAK UW FITNESSDOELEN WERKELIJKHEID
MET IFIT.COM
Met uw nieuw iFit-compatibele fitnessapparatuur, kunt
u een diversiteit aan functies gebruiken op iFit.com om
uw fitnessdoelen werkelijkheid te maken:
Doe overal ter wereld oefeningen met aan-
pasbare Google Maps.
Download trainingsoefeningen die zijn
ontwikkeld om u te helpen uw persoonlijke
doelen te behalen.
Meet uw vooruitgang door tegen andere
gebruikers in de iFit-gemeenschap te
strijden.
Upload uw oefeningsresultaten naar de iFit
cloud en volg uw vooruitgang.
Stel voor uw oefeningen doelen in ten aan-
zien van calorieën, tijd of afstand.
Kies en dowload sets afvaloefeningen.
Ga naar iFit.com voor meer informatie.
Carbon
EBNE78612
ELNE99812
NTEVEX78612
NTEVEL99812
16
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk
op de knop bijstellen wanneer de handmatige instel-
ling van het bedieningspaneel gekozen wordt. Het
bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlopend
trainingsinformatie weergeven. U kunt ook uw hartslag
meten door gebruik te maken van de ingebouwde
handgreep met hartslagmonitor of door middel van de
borstkas hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel biedt twintig vooraf ingestelde
oefeningen - tien calorieoefeningen en tien resultaat-
oefeningen. Iedere workout verandert automatisch de
weerstand van de pedalen terwijl u een doeltreffende
oefening uitvoert. U kunt ook calorieën, afstand of
tijdsdoel instellen.
Het bedieningspaneel biedt ook drie watt-oefeningen
die de weerstand van de pedalen wijzigt ow uw inspan-
ningsvermogen in de buurt te houden van een watt
doel.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat het
bedieningspaneel op uw draadloze netwerk aange-
sloten kan worden door middel van een optionele
iFit-module. U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke
oefeningen downloaden, uw eigen oefeningen samen-
stellen, resultaten van uw oefening bijhouden, tegen
andere iFit-hardlopers racen en vele andere keuzes
raadplegen. Voor aankoop van de iFit module gaat
u naar www.iFit.com of belt u met het telefoonnum-
mer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt zelfs uw MP3-speler of CD-speler aansluiten op
het geluidssysteem van het bedieningspaneel en luis-
teren naar uw favoriete muziek of audioboeken terwijl u
oefeningen doet.
Om de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op
pagina 17. Voor gebruik van een vooraf inge-
stelde oefening, zie pagina 19. Om een vooraf
ingestelde doeloefening te gebruiken, kijk u op
pagina 20. Om een watt-oefening te gebruiken,
kijk u op pagina 21. Voor gebruik van een iFit-
oefening, zie pagina 22. Om het geluidssysteem
te gebruiken, kijkt u op pagina 23. Voor het wijzi-
gen van de bedieningspaneelinstellingen, kijkt u op
pagina 24.
Let op: Als er een laagje plastic op het display ligt,
moet u dat verwijderen.
17
HET GEBRUIKEN VAN DE HANDMATIGE MODUS
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de toets Manual (Handmatig) op het
bedieningspaneel om de handmatige modus te
selecteren.
Als een draadloze iFit-module niet in het bedie-
ningspaneel is geplaatst en aangesloten op
iFit, wordt de handmatige modus automatisch
geselecteerd.
3. Verander de weerstand van de pedalen als u dat
wilt.
Tijdens het stappen kunt u de weerstand van
de Pedalen veranderen door op de toetsen
Resistance (Weerstands) toename- en afname te
drukken.
Aandacht: Als u op een toets drukt, zal het eventjes
duren voordat de pedalen de gewenste weerstand
bereikt hebben.
4. Volg uw vorderingen op de display.
De display kan de volgende oefeninginformatie
bevatten:
Cals.: Deze weergave toont bij benadering het
aantal calorieën dat u verbrand hebt.
Cals./Hr: Deze weergave bevat bij benadering het
aantal calorieën dat u verbrandt per uur.
Dist.: Deze display instelling zal de getrapte
afstand in mijlen of kilometers aangeven.
Pulse: Deze weergave toont uw hartslag wanneer
u gebruik maakt van de handgreep met hartslag-
sensor of de borstkas hartslagmonitor (zie stap 5).
Resist.: Deze display zal, telkens wanneer het
weerstandsniveau verandert, een paar secon-
den lang de weerstandsinstelling van de pedalen
aangeven.
Speed: Deze display geeft de fietssnelheid in mij-
len of kilometers per uur aan.
Time: In de manuele instelling toont deze weer-
gave de verlopen tijd. Deze display-instelling zal,
wanneer een oefening gekozen wordt, de reste-
rende tijd van de oefening aangeven.
Watts: Het display zal ook uw energie-uitvoer
weergeven in watt.
Het scherm heeft meerdere display keuzes. Druk
op de toets Display (Weergeven) tot de gewenste
aangepaste oefening wordt weergegeven. U kunt
ook drukken op de toetsen verhogen en verlagen
naast de toets Enter.
Speed: Dit tabblad zal een profiel van de snel-
heidsinstellingen van de oefening aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut
verschijnen.
My Trail: Dit tabblad zal een route van 400 m (1/4
mijl) aangeven. De knipperende rechthoek geeft
uw vordering aan tijdens uw oefening. Het My
Trail-tabblad zal het aantal rondjes aangeven dat u
voltooit.
Calorie: Dit tabblad zal het bij benadering aan-
tal calorieën dat u verbrand heeft aangeven. De
hoogte van ieder segment geeft het aantal ver-
brande calorieën aan dat tijdens dat segment
verbrand is.
18
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw
oefening aangeven.
Druk op de Home-toets om naar het stan-
daardmenu terug te keren (raadpleeg HOE DE
INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
TE VERANDEREN op pagina 24 om het stan-
daardmenu in te stellen). Druk, indien nodig,
nogmaals op de toets Home.
Wanneer een draadloze iFit
module is aangesloten, zal
het symbool draadloos aan de
boenkant van het scherm de
sterkte van het draadloze sig-
naal aangeven. Vier staafjes
geven volle sterkte aan.
Om de handmatige modus of een oefening te
verlaten, drukt u op de toets Home. Druk, indien
nodig, nogmaals op de toets Home.
Om het volume van het bedie-
ningspaneel te wijzigen, drukt
u op toetsen Volume verhogen
verlagen.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Voor het gebruik van de meegeleverde borstkas
hartslagmonitor, zie pagina 12. Volg de instructies
hieronder om de hartslagmonitor met handgreep te
gebruiken. BELANGRIJK: Wanneer u beide hart-
slagmonitoren tegelijkertijd gebruikt dan zal het
bedieningspaneel uw hartslag niet nauwkeuring
aangeven.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contact-
punten van de
handgreep met
hartslagmonitor
bevinden, ver-
wijder deze dan.
Om uw hartslag
te meten, houd
uw handen op de
hartslagmonitor
met de palmen van uw hand leunend tegen de con-
tactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de
handsensoren stevig vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hart-
slag worden getoond op het display. Voor een
correcte hartslagmeting, houd u de contactpunten
ongeveer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat u uw handen goed op de sensoren
hebt geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven.
Zorg ervoor dat u uw handen niet te veel beweegt
en houd de contactpunten ook niet te strak vast.
Voor de beste werking, maakt u de contactpun-
ten schoon met een zacht doek; gebruik nooit
alcohol, schuur- of chemische middelen om de
contactpunten schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden niet bewegen
is een geluid te horen, zal het bedieningspaneel
pauzeren en zal de tijd op de display knipperen.
Om verder te gaan met de oefening, dient u een-
voudigweg verder te gaan met trappen.
Als de pedalen enkele minuten niet bewegen, dan
zal het bedieningspaneel worden uitgeschakeld en
de displays worden gereset.
Contact-
punten
19
EEN INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Kies een ingestelde oefening.
Druk, voor het kiezen van een vooraf ingestelde
oefening, herhaaldelijk op de toets 10 Calorie of 10
Perform. (10 prestatie) tot de gewenste oefening
op het scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een oefening kiest,
de tijdsduur van de oefening en de naam van de
oefening aangeven. Een profiel van de snelheidsin-
stellingen van de oefening verschijnt in de matrix.
Het maximale weestandsniveau en de maximale
doelsnelheid voor de oefening zullen ook verschij-
nen in de display.
3. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Elke oefening is verdeeld in 1-minuut segmenten.
Een weerstand- en één tempo-instelling is voor
elk segment geprogrammeerd. Let op: U kunt
hetzelfde weerstand- en/of doeltemponiveau pro-
grammeren voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de
oefening
wordt uw
profiel op
het tabblad
snelheid
aangege-
ven zodat u
uw vordering kunt volgen. De knipperende balk van
het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor.
De hoogte van het knipperende segment geeft de
doelsnelheid van het huidige segment aan.
Aan het einde van elke segment van de oefening,
zult u een aantal tonen horen en het volgende seg-
ment zal beginnen te flikkeren. Als er een andere
weerstand- en/of doelsnelheid zijn geprogram-
meerd voor het volgende segment, dan zal dit een
paar seconden lang in de display verschijnen om u
te waarschuwen. De weerstand van de pedalen zal
dan veranderen.
Terwijl u oefent, wordt u aangegeven uw loopsnel-
heid zo dicht mogelijk bij uw doelomwentelingen
voor het huidige segment te houden. Als er een
opwaarts pijltje op de display verschijnt, moet
u uw snelheid verhogen. Als een neerwaartse pijl
verschijnt, moet u uw snelheid verlagen. Als er
geen pijltjes op de display verschijnen, moet u
uw snelheid aanhouden.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw feitelike tempo
kan langzamer zijn dat de doelsnelheidinstellin-
gen. Zorg ervoor dat u op een tempo fietst dat
aangenaam voor u is.
Wanneer het weerstandsniveau voor het hui-
dige segment te hoog of te laag ligt kunt u de
instelling handmatig veranderen door op de
toetsen Resistance (Weerstand) te drukken.
BELANGRIJK: De pedalen zullen, wanneer
het huidig segment van de oefening eindigt,
automatisch aan de geprogrammeerde weer-
standsinstelling van het volgend segment
aangepast worden.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om de oefening te stoppen,
moet u gewoon stoppen met lopen. De tijd zal op
de display knipperen. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg verder te gaan met
trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 17.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 18.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 18.
Profiel
20
EEN STEL-EEN-DOEL-IN OEFENING GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Stel calorieën, afstand of tijdsdoel in.
Druk allereerst op de toets Set A Goal (Vooraf inge-
steld doel), voor het instellen van calorieën, afstand
of tijdsdoel.
Druk dan op de toetsen vergroten/verkleinen naast
de toets Enter tot de naam van het gewenste
doel in de display verschijnt. Druk dan op de
Enter-toets.
Druk op de toetsen verhogen en verlagen naast de
Enter-toets om het gewenst doel in te stellen.
3. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Tijdens de oefening kan een doel tpm (snelheid)
in de display verschijnen om u te helpen uw doel
te bereiken. Houd uw trapsnelheid in de buurt
van de doel-tpm. BELANGRIJK: De doelsnel-
heid is uitsluitend bedoeld om u te motiveren.
Uw feitelike tempo kan langzamer zijn dat de
doelsnelheidinstellingen. Zorg ervoor dat u op
een tempo fietst dat aangenaam voor u is.
Aandacht: Het na te streven calorieëndoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening zult verbranden. Het fei-
telijke aantal calorieën dat u verbrandt zal
van verschillende factoren, zoals uw gewicht,
afhangen. Daarnaast heeft een handmatige
wijziging van de snelheid tijdens de oefe-
ning effect op het aantal calorieën dat u zult
verbranden.
De oefening zal op deze wijze doorgaan tot u het
calorieën-, afstands- of tijdsdoel is bereikt. Om de
oefening te stoppen, moet u gewoon stoppen met
lopen. De tijd zal op de display knipperen. Om ver-
der te gaan met de oefening, dient u eenvoudigweg
verder te gaan met trappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 17.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 18.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 18.
21
EEN WATT OEFENING GEBRUIKEN
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2.
Selecteer een watt-oefening.
Om een watt-oefening te selecteren, drukt u
herhaaldelijk op de toets 3 Watts (3 Watt) tot de
gewenste oefening verschijnt in de display.
Als u watt-oefening 1 selecteert, verchijnen de
woorden SET WATT GOAL (watt-doel invoeren) in
het display.
Als u watt-oefening 2 of 3 selecteert, verschijnen
de oefeningentijd en een profiel van de oefening in
het scherm.
3. Als u watt-oefening 1 selecteert, voert u een
doelwatt-instelling in.
Tijdens watt-oefening 1, zal dezelfde watt-doel
worden geprogrammeerd voor alle segmenten
van de oefening. Druk op de toetsen Verhogen en
verlagen naast de Enter-toets om het gewenst watt
doel in te stellen.
4. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Watt oefening 1 is onderverdeeld in segmenten
van 1 minuut. Het bedieningspaneel zal regelmatig
uw wattinspanning met het wattdoel van het hui-
dige onderdeel vergelijken tijdens de oefening.
De weerstand van de pedalen zal, wanneer uw
inspanningsvermogen veel te laag of te hoog is ten
opzichte van uw wattdoel, automatisch toenemen
of afnemen om uw inspanningsvermogen in lijn te
brengen met uw wattdoel. Elke keer als de weer-
stand wijzigt, zal het weerstandniveau gedurende
enkele seconden in de display verschijnen om u te
alarmeren.
Als het wattdoel te hoog of te laag is, dan kunt u de
instellingen handmatig bijstellen door op de toetsen
verhogen of verlagen te drukken.
Watt-oefening 2 of 3 is onderverdeeld in segmen-
ten van 1 minuut. Er zijn voor elk segment één
weerstandsniveau en één wattdoel geprogram-
meerd. Let op: U kunt hetzelfde weerstand- en/
of wattdoel programmeren voor opeenvolgende
segmenten.
Het oefeningprofiel geeft uw vorderingen weer. De
knipperende balk van het profiel stelt het huidige
oefeningsegment voor. De hoogte van het knippe-
rende segment geeft de weerstand van het huidige
segment aan.
Houd uw trapsnelheid tijdens het oefenen op de
juiste snelheid om uw wattvermogen in de buurt te
houden van uw wattdoel voor dat segment.
Als het eerste segment van de oefening klaar is,
zullen het weerstandniveau en het wattdoel voor
het tweede segment een paar seconden verschij-
nen in het display om u te waarschuwen. Het
volgende segment van het profiel begint te knip-
peren en de pedalen passen zich automatisch
aan, aan het weerstandsniveau van het volgende
segment.
Wanneer het weerstandsniveau voor het hui-
dige segment te hoog of te laag ligt kunt u de
instelling handmatig veranderen door op de
toetsen Resistance (Weerstand) te drukken.
BELANGRIJK: De pedalen zullen, wanneer
het huidig segment van de oefening eindigt,
automatisch aan de geprogrammeerde weer-
standsinstelling van het volgend segment
aangepast worden.
Het programma zal zo doorgaan totdat het laatste
segment voltooid is. Om de oefening te stoppen,
moet u gewoon stoppen met lopen. De tijd zal op
de display knipperen. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg verder te gaan met
trappen.
5. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 17.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 18.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 18.
22
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
U heeft een iFit-module nodig om een iFit-oefening te
kunnen doen.
Voor aankoop van de iFit module gaat u naar
www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op
de voorkant van deze handleiding.
Let op: Voor gebruik van een iFit module dient u
toegang te hebben tot een computer met een inter-
netverbinding en een USB-poort. Bovendien moet u
lid zijn van iFit.com. Om een iFit-module te gebrui-
ken, dient u ook uw eigen draadloos netwerk met een
802.11b/g/n router met ingeschakeld SSID broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund) te
hebben.
BELANGRIJK: Om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender in
de iFit-module minstens 20 cm afstand te hebben
van alle personen en mogen ze niet vlakbij of aan-
gesloten zijn op een andere antenne of zender.
1. Druk op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen om het bedieningspaneel aan te
zetten.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. Het bedieningspaneel is dan
klaar voor gebruik.
2. Zorg dat de iFit-module in het bedieningspaneel
is geplaatst.
Om gebruik te kunnen maken van een iFit-oefening
moet de iFit-module in het bedieningspaneel zijn
geplaatst.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker is
geregistreerd is bij uw iFit.com-lidmaatschap, over-
schakelen op andere gebruikers in het
iFit-hoofdscherm. Druk op de toetsen verhogen en
verlagen naast de toets Enter om een gebruiker te
kiezen.
4. Kies een iFit oefening.
Voor het downloaden van een iFit-oefening in uw
schema, drukt u lichtjes op de toets Map (Kaart),
Train, Video of Lose Wt. (Afvallen) om de volgende
oefening van dat type in uw schema te downloa-
den. Om de volgende oefening in uw schema te
downloaden, drukt u op de iFit-toets. Let op: U
heeft mogelijk toegang tot demo-oefeningen via
deze opties, zelfs als u geen iFit-module plaatst.
Druk op de toets Compete (Competitie) om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen
heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema
opnieuw te rennen drukt u eerst op de toets Track
(Route). Gebruik vervolgens de toetsen verhogen
of verlagen om de gewenste oefening te selecte-
ren. Druk op de toets Enter om de oefening te laten
beginnen.
Voor het selecteren van een oefening met een
vooraf ingesteld doel, drukt u lichtjes op de toets
Set Goal (Vooraf ingesteld Doel) (zie pagina 20).
Aandacht: U moet, voordat oefeningen worden
gedownload, ze aan uw lijst toevoegen op iFit-com.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie
over de iFit-oefeningen.
De display zal, wanneer u een iFit-oefening kiest,
de tijdsduur van de oefening en het geschatte aan-
tal calorieën dat u zult verbranden, aangeven. De
display kan ook de naam van de workout aange-
ven. De display zal, als u een competitie oefening
kiest, aftellen totdat de race begint.
Aandacht: Het na te streven calorieëndoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening zult verbranden. Het fei-
telijke aantal calorieën dat u verbrandt zal
van verschillende factoren, zoals uw gewicht,
afhangen. Daarnaast heeft een handmatige
wijziging van de snelheid tijdens de oefe-
ning effect op het aantal calorieën dat u zult
verbranden.
23
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 19.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt
een audio-instelling voor uw persoonlijke trainer
kiezen (zie HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN op
pagina 24).
Om de oefening te stoppen, moet u gewoon
stoppen met trappen. De tijd zal op de display knip-
peren. Om verder te gaan met de oefening, dient u
eenvoudigweg verder te gaan met trappen.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 17.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op pagina 18.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 18.
Voor meer informatie over iFit, gaat u naar
www.iFit.com.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken via de geluidsinstallatie
van het bedieningspaneel af te spelen, moet u via de
audioaansluiting uw MP3-speler, CD-speler, of andere
persoonlijke audio-speler op het bedieningspaneel
aansluiten. Zorg ervoor dat het audiosnoer goed
ingestoken is.
Druk dan op de play-toets van
uw MP3- of CD-speler. Pas het
volumeniveau aan met de toetsen
volume verhogen of verlagen op
het bedieningspaneel of de volumeregeltoets op uw
MP3-speler of CD-speler.
24
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE VERANDEREN
Het bedieningspaneel beschikt over een gebruikersmo-
dus waarmee u gebruiksinformatie kunt bekijken, een
meeteenheid kunt selecteren en het contrastniveau
van de display kunt instellen.
Als een iFit-module is aangesloten op het bedienings-
paneel, kunt u ook de informatiemodus gebruiken om
een audio-instelling te kiezen voor de stem van de
personal trainer, een standaard menu instellen, de
status van de iFit-module controleren en controleren
op downloads.
1. Selecteer de gebruikersmodus.
Om de gebruikersinstelling te kiezen moet u de
Displaytoets een paar seconden indrukken totdat
de informatie van de gebruikersinstelling op de
display verschijnt.
2. Gebruiksinformatie bekijken.
De display toont bovendien het totale aantal uren
dat de trainingsfiets is gebruikt. De display toont
ook de totale afstand (in mijlen of kilometers) die u
op de trainingsfiets hebt getrapt.
3. Kies, als u dat wilt, een meeteenheid.
De woorden ENGLISH voor Engelse mijlen of
METRIC voor metrische kilometers zal op de
display verschijnen om aan te geven welke maat-
eenheid momenteel is geselecteerd.
Om de meeteenheid te wijzigen, drukt u herhaalde-
lijk op de toets Enter om de gewenste meeteenheid
te kiezen.
4. Pas het contrastniveau van de display indien
gewenst aan.
Druk op de toets verlagen om het contrastniveau
te zien. Het huidig geselecteerde contrastniveau
verschijnt op de display. Druk op de toetsen
Resistance (Weerstand) verhogen en verlagen om
het contrastniveau aan te passen.
5. Bepaal of een iFit module is aangesloten op het
bedieningspaneel.
Als een iFit module is aangesloten op het bedie-
ningspaneel, toont de display de woorden WIFI
MODULE, of USB MODULE.
Als er geen module is aangesloten, toont de
display de woorden NO IFIT MODULE (Geen iFit-
module). Als er geen module is aangesloten, gaat u
naar stap 10.
6. Selecteer desgewenst een audio-instelling voor
de stem van uw personal trainer.
Druk op de toets verlagen om de audio-instelling
voor de stem van de personal trainer te zien. De
momenteel geselecteerde audio-instelling voor
de stem van uw personal trainer verschijnt in de
display.
Druk dan herhaaldelijk op de toets Enter om de
stem van de persoonlijke trainer ON (aan) of OFF
(uit) te zetten.
7. Stel het standaard menu indien gewenst in.
Druk op de toets verlagen om de standaard
menu-instelling te zien. Het standaard menu is het
menu dat verschijnt als u het bedieningspaneel
aanzet. Druk herhaaldelijk op de toets Enter om
het handmatige hoofdscherm of het iFit-menu als
standaardmenu te kiezen.
8. Controleer desgewenst de status van de
iFit-module.
Druk op de toets verlagen om de iFit-statusweer-
gave te zien. De woorden CHECK WIFI STATUS
(Controleer WIFI-status) of CHECK USB STATUS
(Controleer USB-status) verschijnen op de display.
Druk dan op de Enter-toets. Na een paar secon-
den verschijnt de status van de iFit-module op
het display. Om de display te verlaten houdt u de
Display-toets enkele seconden ingedrukt.
9. Controleer desgewenst op downloads.
Druk op de toets verlagen om de downloadweer-
gave te zien. De woorden SEND/RECEIVE DATA
(Gegevens versturen/ontvangen) zullen op de
display verschijnen.
Druk dan op de Enter-toets. Het bedieningspaneel
controleert dan op iFit-oefeningen en firmware
downloads.
10. De gebruikersmodus verlaten.
Druk op de toets Display om de gebruikersmodus
te verlaten.
25
Bekijk de onderdelen van de trainingsfiets regelmatig
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
direct.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de trainingsfiets te reinigen. BELANGRIJK:
Houd vloeistoffen uit de buurt van het bedie-
ningspaneel om schade te voorkomen. Houd het
bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
Als er lijnen verschijnen in de display van het bedie-
ningspaneel, raadpleegt u stap 4 op pagina 24 en
past u het contrastniveau van de display aan.
Raadpleeg stap 5 op pagina 18 als het bedie-
ningspaneel uw hartslag niet aangeeft, wanneer u de
hartslagmonitor met handgreep gebruikt.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont,
wanneer u de borstkas hartslagmontor gebruikt, raad-
pleegt u PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 12.
HOE DE SNELHEIDSSENSOR BIJ TE STELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Verwijder het linkerpedaal, de linkerpedaalschijf en de
linkerschijfkap om de snelheidssensor af te stellen.
(zie onderstaande instructies).
Gebruik een stelsleutel en verwijder het linkerpedaal
door deze naar rechts te draaien.
Draai de
Linkercrankarm
(20) naar een ver-
ticale positie met
het uiteinde van
de Linkercrankarm
naar beneden
gericht zoals
afgebeeld.
Gebruik een platte schroevendraaier en maak de lipjes
los aan elk punt van de linker Kap van de Schijf (18).
Plaats de linker Kap van de Schijf voorzichtig over de
Linkercrankarm (20) en verwijder de linker Kap van de
Schijf.
Draai de
Linkercrankarm
(20) naar een
verticale posi-
tie met het
uiteinde van de
Linkercrankarm
naar omhoog
gericht.
Draai de linker Pedaalschijf (17) naar rechts om het
los te maken van het Linkerscherm (11). Beweeg de
Linkerpedaalschijven omhoog en maak ze los van de
Linkercrankarm (20)
Vind de Snelheidsensor (57). Draai de twee M4 x
13mm Flensschroeven met rand (63) los maar verwij-
der deze niet.
Draai aan de Linkercrankarm (20) totdat de Magneet
(55) op gelijke hoogte komt met de Snelheidsensor
(57). Schuif de Snelheidsensor wat dichter naar of
verder van de Magneet. Maak dan de M4 x 13mm
Flensschroeven (63) met rand weer vast.
Draai even aan de Linkercrankarm (20). Herhaal deze
procedure tot het bedieningspaneel goede informatie
weergeeft.
Bevestig het linkerpedaal, de linkerpedaalschijf en de
linkerschijfkap weer als de snelheidssensor goed is
afgesteld.
20
18
Lipje
Lipje
20
17
11
57
63
55
20
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
26
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Het kan zijn dat de drijfriem moet worden afgesteld
wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer de
weerstand in de hoogste stand staat.
Om de drijfriem af te stellen moet u eerst het rech-
terpedaal, de buis van de zitting, de bovenste
beschermkap, de achterste beschermkap, de voorste
beschermkap, de rechter schijfkap, de rechter pedaal-
schijf en het rechterscherm verwijderen.
Draai met gebruik van een stelsleutel het rechter
pedaal (21) naar links en haal eraf.
Verwijder de Afstelknop (27) en de Buis van de Zitting
(6).
Gebruik een platte schroevendraaier om de Bovenste
Deksel van het Scherm (8) en de Achterste Deksel
van het Scherm (9) te verwijderen. Gebruik dan een
platte schroevendraaier om de Voorste Deksel van het
Scherm (7) los te maken.
Draai de Rechtercrankarm (19) naar een verticale
positie met het uiteinde van de Rechtercrankarm naar
beneden gericht.
Gebruik een platte schroevendraaier en maak de lipjes
los aan elk punt van de rechter Kap van de Schijf (18).
Plaats de rechter Kap van de Schijf voorzichtig over de
Rechtercrankarm (19) en verwijder de rechter Kap van
de Schijf. Let op: Zie de tekening op pagina 25 voor
meer informatie.
Draai de Rechtercrankarm (19) naar een verticale
positie met het uiteinde van de Rechtercrankarm naar
boven gericht.
Draai de rechter Pedaalschijf (17) naar rechts om het
los te maken van het Rechterscherm (10). Beweeg de
Rechterpedaalschijf dan omhoog en maak hem los van
de Rechtercrankarm (19)
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING op
pagina 31 en verwijder de M4 x 19mm Schroeven (89)
en de M4 x 25mm Schroeven (62) van de Rechter en
Linker Schermen (10, 11). Verwijder dan voorzichtig
het rechterscherm.
Maak vervolgens de M6 x 20mm Inbusschroef (85)
los. Draai vervolgens de M8 x 65mm Inbusschroef (86)
vast totdat de Drijfriem (54) strak staat.
Als de Drijfriem (54) vastzit, draait u de M6 x 20mm
Inbusschroef (85) aan.
Maak dan het rechterscherm, de rechterpedaalschijf,
de rechterschijfkap moet u het rechterpedaal, de buis
van de zitting, de bovenste deksel van het scherm, de
achterste deksel van het scherm en de voorste deksel
van het scherm weer vast.
10
18
17
27
21
19
7
9
8
6
54
85
86
27
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
28
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achil-
lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
29
1 1 Onderstel
2 1 Voorste Stabilisator
3 1 Achterste Stabilisator
4 1 Staander
5 1 Handvat
6 1 Buis van de Zitting
7 1 Voorste Deksel van het Scherm
8 1 Bovenste Deksel van het Scherm
9 1 Achterste Deksel van het Scherm
10 1 Rechterscherm
11 1 Linkerscherm
12 1 Draaikap
13 1 Bedieningspaneel
14 1 Rechterkussen
15 1 Linkerkussen
16 1 Hartslagsensor/Ontvanger/Draad
17 2 Pedaalschijf
18 2 Kap van de Schijf
19 1 Rechtercrankarm
20 1 Linkercrankarm
21 1 Rechterpedaal/Riem
22 1 Linkerpedaal/Riem
23 1 Zitting
24 1 Drager van de Zitting
25 2 Dop van de Buis van de Zitting
26 1 Afstelknop van de Zitting
27 2 Afstelknop
28 1 Buiskraag van de Zitting
29 2 Stelknop
30 1 Zittingbeugel
31 2 Stelvoet
32 2 Achterste Stabilisatiekap
33 1 Rechter Stabilisatiekap
34 1 Linker Stabilisatiekap
35 2 Wiel
36 2 Voet
37 1 Hartslagmonitor/Riem
38 1 Slotmoer
39 1 Crank
40 2 Cranklager
41 2 Borgring
42 1 Vliegwiel
43 2 M8 Tussenring
44 1 As van het Vliegwiel
45 1 Ruststand
46 1 Motorbeugel
47 1 Weerstandmotor
48 1 Weerstandschijf
49 1 Weerstandarm
50 1 M6 x 70mm Boutenset
51 1 M6 x 60mm Boutenset
52 1 Weerstandbeugel
53 1 C-magneet
54 1 Drijfriem
55 2 Magneet
56 1 Klem
57 1 Snelheidsensor/Draad
58 1 Onderste Draad
59 1 Bovenste Draad
60 2 Klem van het Draad
61 1 Hartslagsensor
62 2 M4 x 25mm Schroef
63 2 M4 x 13mm Flensschroef
64 2 Afstelmoer
65 3 M8 x 17mm Schroef met Platte Kop
66 2 Kap van de Handleuning
67 1 Stroomadapter
68 2 Crankkap
69 2 Draaibus van de Staander
70 2 5/16" Flensschroef
71 4 M8 x 20mm Bout
72 8 M8 Slotmoer
73 2 M8 Klemmoer
74 4 M8 x 20mm Schroef
75 12 M8 Gespleten Tussenring
76 4 M10 x 95mm Schroef
77 1 M6 x 65mm Inbusschroef
78 1 M6 Slotmoer
79 4 M4 x 12mm Flensschroef
80 2 M6 x 8mm Inbusschroef
81 1 M5 Tussenring
82 1 M5 x 7mm Schroef
83 1 Ruststandschroef
84 1 M6 Tussenring
85 1 M6 x 20mm Inbusschroef
86 1 M6 x 65mm Inbusschroef
87 1 M3,5 x 12mm Schroef
88 1 M4 x 13mm Heldere Schroef
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NTEVEX78612.0 R0213A
30
89 16 M4 x 19mm Schroef
90 8 M4 x 16mm Schroef
91 2 M4 x 5mm Heldere Schroef
92 2 Draaibus van de Handleuning
93 6 M4 x 19mm Schroef met Platte Kop
94 1 Borgring
95 1 Contactpunt/Draad
* Montagegereedschap
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
31
4
50
6
9
13
14
15
8
27
12
23
24
25
25
26
61
69
92
72
50
91
93
90
90
90
75
30
65
43
43
51
51
5
90
93
66
1
2
3
10
11
17
18
18
17
27
19
20
21
22
28
29
31
32
33
34
35
36
38
39
40
40
41
42
44
45
46
47
48
49
52
53
54
55
55
56
57
58
59
68
68
70
70
71
72
72
73
73
74
74
74
75
75
76
76
77
94
79
80
81
82
83
84
85
86
87
89
89
63
89
89
89
89
89
89
89
62
62
88
75
75
89
74
41
60
60
7
93
16
66
95
78
64
64
67
37
32
GEDETAILLEERDE TEKENING
Modelnr. NTEVEX78612.0 R0213A
Onderdeel Nr. 338583 R0213A Gedrukt in China © 2013 ICON IP, Inc.
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

NordicTrack NTEVEX78612.0 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor