ProForm PFEVEX73108 de handleiding

Type
de handleiding
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
Sticker met
serienummer
Modelnr. PFEVEX73108.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn
onderdelen die ontbreken of
beschadigd zijn, neem dan contact
op met de winkel waar u dit product
hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
www.iconeurope.com
2
INHOUD
D
E STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
O
NDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
GEDAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met uw
dit product inbegrepen. Plak de sticker op de
aangegeven plaats over de Engelse waarschu-
wing heen. De hier getoonde sticker(s) met
waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de 35
jaar of personen met bestaande gezondheid-
sproblemen.
2. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals
beschreven in deze handleiding.
3. De eigenaar moet zich ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de trainings-
fiets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
4. Deze trainingsfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets
niet commercieel, voor verhuur, of in een
instelling.
5. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnen-
shuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de trainingfiets niet in een garage, op
een overdekt terras of in de nabijheid van
water.
6. Plaats de trainingfiets op een vlakke onder-
grond met minstens 60 cm ruimte rondom
de trainingsfiets. Leg een matje onder de
trainingfiets om uw vloer of uw vloerbe-
dekking niet te beschadigen.
7. Controleer alle onderdelen regelmatig en
draai ze dan goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de train-
ingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de trainingsfiets verstrikt kan raken.
Draag altijd gymschoenen om uw voeten tij-
dens het trainen te beschermen.
10. De trainingsfiets kan alleen door mensen die
niet meer dan 125 kg wegen gebruikt
worden.
11. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kun-
nen de nauwkeurigheid van de metingen
beinvloeden. De polssensor dient slechts om
een algemene hartslag te meten, als hulp-
middel bij uw workouts.
12. Met de trainingsfiets kan men niet freewhee-
len; de pedalen blijven ronddraaien totdat
het vliegwiel stopt. Verlaag uw fietssnelheid
op een gecontroleerde manier.
13. Houd tijdens het gebruik van de trainingsfi-
ets uw rug recht. Krom uw rug niet.
14. Teveel oefenen kan leiden tot ernstig letsel
of tot de dood. Als u tijdens het oefenen pijn
voelt of duizelig wordt, dient u onmiddellijk
te stoppen en af te koelen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of scha-
d
e door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
G
efeliciteerd met uw keuze voor de PROFORM
®
2
80
ZLX trainingsfiets. Fietsen is een van de meest effec-
tieve oefeningen voor het verbeteren van hart en
vaten, het opbouwen van weerstand en het vormgeven
a
an het gehele lichaam. De 280 ZLX trainingsfiets
biedt een reeks functies, ontwikkeld om u te laten geni-
eten van deze gezonde training in de privacy en de
bekende omgeving van uw eigen huis.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de trainingsfiets
g
ebruikt. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt,
schrijf het productnummer en serienummer even op.
D
e plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op
de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat uw verder gaat met lezen, bekijk a.u.b. de vol-
gende tekening aandachtig om bekend te raken met
de verschillende onderdelen.
Zadel
Bijstelknop van de Zadel
Pedaal/Beugel
Stabilisatorkap
Bedieningspaneel
Polssensor
Armhendel
Bijstelhandvat
VOORDAT U BEGINT
Bijstelknop
5
M8 Veerring
(42)–3
M4 x 15mm
Schroef (48)–5
M8 x 16mm
Hechtschroef (34)–3
M10 x 70mm Hechtschroef (33)–2
M8 x 60mm Hechtschroef (30)–4
MONTAGE
De montage van deze fiets moet door twee mensen gebeuren. Plaats de fiets op een open plek en verwijder
de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de fiets volledig gemonteerd heeft.
Naast de meegeleverde hulpmiddelen vereist de montage een Philips schroevendraaier , een
instelbare sleutel , en een knijptang .
Gebruik de tekening hieronder om de kleine onderdelen te onderscheiden bij het monteren van de trainingsfiets.
Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het hoofdnummer van het onderdeel van de LIJST MET
ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de
montage. Opmerking: als een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al
vooraf is gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij
het monteren gebruiken.
6
1.
S
teek de Achterste Stabilisator (6) in het
Onderstel (1).
Maak de Achterste Stabilisator (6) met vier M8 x
60mm Schroeven met Ronde Kop (30).
6
30
1
2. Richt de Voorste stabilisator (2) zo dat de grote
gaten gericht zijn naar het Onderstel (1).
Bevestig de Voorste Stabilisator (2) met twee
M10 x 70mm Hechtschroeven (33).
1
1
2
33
2
Grote
Gaten
Lees eerst om het monteren te verge-
makkelijken de informatie op pagina 5.
7
3
3. Terwijl een tweede persoon de Staander (13) bij
het Onderstel (1) vasthoudt, maak de Bovenste
Draadkoker (23) aan op de Onderste
D
raadkoker (68).
S
top het overmatige draad neerwaarts in de
Onderstel (1).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Plaats de Staander (13) in het Onderstel (1).
Bevestig de Staander met drie M8 x 16mm
Hechtschroeven (34) en drie M8 gespleten
tussenringen (42).
Vermijd het
afklemmen van
de draden
42
68
42
34
23
13
1
34
4
4. Plaats, terwijl een tweede persoon de
Armhendel (50) bij de Staander (13) vasthoudt,
de Draden van de hartslagsensoren (59) in de
Staander en trek ze omhoog en uit de
bovenkant van de Staander.
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig de Armhendel (50) aan de Staander
(13) met de Schakelklem (54), de Achterste kap
(3) en de Shakelhendel (55).
Opgelet: De Shakelhendel (55) werkt net als een
ratel. Draai de Shakelhendel met de klok mee,
trek het uit de Staander (13), draai het tegen de
klok in, druk het weer in de Staander, en drai het
nogmaals met de klok mee. Herhaal deze proce-
dure totdat de Schakelhendel vast zit.
Bevestig de Achterste Kap (3) aan de Staander
(13) met een M4 x 15mm Schroef (48).
Vermijd het afk-
lemmen van de
draden
59
3
13
23
54
55
48
50
8
5. Het Bedieningspaneel (16) werkt met vier AA bat-
terijen (niet meegeleverd); alkalinebatterijen
worden aanbevolen. BELANGRIJK: Als het
b
edieningspaneel is blootgesteld aan koude
temperaturen, dient u het op kamertemperatu-
u
r te laten komen voordat u er batterijen in
plaatst. Anders kunt u het bedieningspaneel
of andere elektrische onderdelen beschadi-
gen. Verwijder de schroef, haal het klepje van de
batterij weg en plaats de batterijen in het batterij-
compartiment. Maak de batterijlade weer dicht.
Richt de batterijen zoals wordt aangegeven
met de markeringen aan de binnenkant van
het batterijcompartiment.
5
Batterijen
Schroef
Deksel van de
Batterijdoos
16
6
6. Terwijl een andere persoon het
Bedieningspaneel (16) vasthoudt naast de
Staander (13), dient u de Draad van het
Bedieningspaneel te verbinden met de
Bovenste Draadkoker (23). Sluit de draden van
het bedieningspaneel aan op de Draden van de
hartslagsensoren (59).
Stop het overmatige draad neerwaarts in de
Staander (13).
Tip: Vermijd het afklemmen van de draden.
Bevestig het Bedieningspaneel (16) aan de
Staander (13) met vier M4 x 15mm Schroeven
(48).
48
Draad van het
Bedieningspaneel
16
Draad van de
hartslagsensor
59
13
23
9
7
7. Maak de Knop van het Zadel (56) los van de
drager van het Zadel (58) en haal hem eraf, u
vindt deze aan de onderkant van de Zadel (12).
Bekijk de inzettekening. Kijk onder de Zadel
(
12) en Blok van het Zadel (57) in de Drager
van de Zadel (58).
Plaats de Drager van het Zadel (58) in de
beugel van de Buis van het Zadel (5).
Vervolgens plaats u de Bijstelknop (56) omhoog
door de beugel op de Buis van de Zadel in het
gat op het Blok van het Zadel (57). Draai dan
de Knop van het Zadel vast.
12
5
58
56
12
57
57
58
8. Maak de Bijstelknop van de Zadel (9) los van
het Onderstel (1) en haal hem eraf.
Plaats de Buis van het Zadel (5) in het
Onderstel (1). Stel de Buis van het Zadel in op
de gewenste hoogte en plaats de Knop van de
Bijstelknop van de Zadel (9) in het aangegeven
gat in het Onderstel in een van de afstelgaten in
de Buis van het Zadel.
Maak de Bijstelknop van de Zadel (9) vast.
Zorg ervoor dat de Bijstelknop van de Zadel
stevig vastzit in één van de afstelgaten in de
Buis van het Zadel (5).
8
5
1
9
Gat
Bijstelgaten
10
10. Zorg ervoor dat alle onderdelen van de fiets goed vastgedraaid worden. Opgelet: Het kan zijn dat som-
mige onderdelen na montage overblijven. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw vloer
(bedekking) niet te beschadigen.
9. Zoek naar het Linker Pedaal (24), met een “L”
aangegeven. Met een engelse sleutel het Linker
Pedaal tegen de klok in goed vast in de Linker
K
rukasarm (66).
D
raai het Rechterpedaal (niet afgebeeld) naar
rechts in de rechterarm van de Kruk (niet afge-
beeld). BELANGRIJK: Draai beide pedalen zo
stevig mogelijk vast. Draai de pedalen nog
eens vast nadat u de fiets een week gebruikt
heeft. Houd de pedalen stevig aangedraaid
voor de beste prestaties.
Stel de beugel van het Linker Pedaal (24) in de
gewenste stand en druk het uiteinde van de
beugel in de flap aan de zijkant van het Linker
Pedaal. Stel de beugel van het Rechter
Pedaal op dezelfde manier bij (niet getoond).
9
24
Beugel
Lipje
6
6
11
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN
H
OE DE BUIS VAN HET ZADEL BIJ TE STELLEN
V
oor een effectieve oefening moet de zadel op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat
gebogen zijn.
Om de hoogte van
de zadel af te
stellen moet u de
knop van de buis
van de zadel los-
draaien en eraf
halen. Schuif ver-
volgens de buis van
de zadel omhoog of
naar beneden en
lijn deze uit met de
instelgaten in de
buis van de zadel
met het
aangegeven gat in
het onderstel.
Plaats de knop van de buis van de zadel in het onders-
tel en de buis van de zadel en draai de knop van de
buis van de zadel dan weer vast. Zorg ervoor dat de
knop door een van de bijstelgaten van de buis van
de zadel wordt gestoken.
HOE HET ZADEL BIJ TE STELLEN
Om de horizontale
stand van de zadel
aan te passen
draait u de knop
van de zadel onder
de zadel los,
schuift u de zadel
naar voren of naar
achteren naar de
gewenste stand en
draait u de zadel-
knop weer vast.
H
OE DE FIETS GOED VLAK TE STELLEN
I
ndien de fiets
enigszins schom-
melt op de vloer
tijdens gebruik,
dient u één of beide
stabilisatiekappen
te draaien tot de
speling weg is.
HOE DE GEZICHTSHOEK VAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL BIJ TE STELLEN
Om de hoek van de
handleuning af te
stellen moet u de
zwenkashendel los-
maken, de Zwenkas
draaien naar de
gewenste hoek en
de Zwenkas weer
vastmaken.
Opgelet: De
Zwenkas werkt als
een ratel. Draai de
zwenkas naar
rechts, trek hem uit de staander en draai het naar links,
druk hem in de staander en draai hem opnieuw naar
rechts. Herhaal dit proces tot de zwenkas vast zit.
Buis van
het Zadel
Bijstelknop
van de Zadel
Bijstelknop
Achterste
Stabilisatorkap
Gat
Zadel
Zadel
Schakel
hendel
12
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het geavanceerde bedieningspaneel biedt een reeks
aan functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen
effectiever en leuker te maken. Als u de handmatige
modus van het bedieningspaneel kiest, kunt u de
weerstand van de pedalen met één druk op de knop
aanpassen. Het bedieningspaneel zal tijdens uw
oefening continu informatie weergeven. U kunt zelfs
uw hartslag meten door gebruik te maken van de
ingebouwde handgreep met polssensor.
Het bedieningspaneel biedt zestien vooraf ingestelde
oefeningen. Elke oefening wijzigt automatisch de
weerstand van de pedalen en vraagt u om de pedaal-
snelheid te variëren omdat deze u begeleidt tijdens
een effectieve oefening.
BELANGRIJK: Voordat u het bedieningspaneel
voor de eerste keer gebruikt moet u BIKE (fiets) of
ELLIPTICAL (elliptische trainer) kiezen. Als u dit
niet doet zal het bedieningspaneel niet de juiste
informatie weergeven. (Zie BEDIENINGSPANEEL-
INSTELLINGEN INVOEREN op pagina 13.)
Om naar de bedieningspaneelinstellingen te gaan,
kijkt u op pagina 13. Voor gebruiken de Handmatige
instelling, kikt u op pagina 14. Voor gebruik van een
vooraf ingestelde oefening, kijkt u op pagina 16.
Opgelet: Als er een doorzichtig plastic laagje op het
bedieningspaneel ligt, dan moet u dat verwijderen.
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Weerstandknop
13
BEDIENINGSPANEELINSTELLINGEN INVOEREN
1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
o
p een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display oplicht-
en.
2. Selecteer de gebruikersmodus.
Met de gebruikersmodus kunt u het type product
selecteren dat het bedieningspaneel uitvoert, de
maateenheid kiezen voor een oefeningencyclus en
een achtergrondverlichtingsoptie voor het bedien-
ingspaneel kiezen.
Om de gebruikersmodus te selecteren houd u de
weerstandknop enkele seconden ingedrukt (zie de
tekening op pagina 12) totdat de woorden BIKE en
ELLIPTICAL op de display verschijnen.
3. Selecteer BIKE of ELLIPTICAL als het product-
type.
De pijl op de display geeft het huidig gese-
lecteerde producttype weer. Om de selectie te
wijzigen, drukt u herhaaldelijk op de toets Display.
Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus
uitvoert, selecteert u BIKE als producttype. Als
het bedieningspaneel een elliptische training
uitvoert, selecteert u ELLIPTICAL als producttype.
Druk dan op de toets Oefeningen [WORKOUT] om
de selectie op te slaan. De andere bedieningspa-
neelinstellingen verschijnen dan in de display.
BELANGRIJK: Indien u BIKE hebt geselecteerd
gaat u naar stap 4. Als u ELLIPTICAL hebt gese-
lecteerd gaat u naar stap 5.
4. Als het bedieningspaneel een oefeningcyclus
uitvoert, selecteert u een maateenheid.
A
ls het bedieningspaneel een oefeningcyclus
uitvoert, kan het bedieningspaneel de snelheid en
a
fstand weergeven in mijlen of kilometers.
Indien u BIKE hebt geselecteerd als producttype,
verschijnen de woorden ENGLISH (voor Engelse
mijlen) of METRIC (voor metrische kilometers) op
de display om aan te geven welke maateenheid is
geselecteerd.
Om de maateenheid te veranderen draait u aan de
weerstandsknop tot de gewenste maateenheid in
de display verschijnt.
5. Selecteer indien gewenst, een achtergrondver-
lichtingsoptie.
U kunt kiezen tussen drie soorten achtergrondver-
lichting. In de ON-stand blijft de
achtergrondverlichting altijd aanstaan. Om de bat-
terijen te sparen, kunt u de AUTO-stand kiezen. In
de OFF-stand blijft de achtergrondverlichting uit.
Om een achtergrondverlichtingsoptie te
selecteren, drukt u herhaaldelijk op de toets
DISPLAY tot de gewenste achtergrondverlichting-
soptie wordt weergegeven in de display.
6. De gebruikersmodus verlaten.
Druk op de toets Oefening om de bedieningspa-
neelinstellingen op te slaan en de
gebruikersmodus te verlaten.
14
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display oplicht-
e
n.
2. De handmatige instelling kiezen.
Telkens als u het
bedieningspaneel
aanzet, zal de
handmatige modus
worden geac-
tiveerd. Indien u
een oefening heeft
geselecteerd, dient u de handmatige modus
opnieuw te selecteren door herhaaldelijk te
drukken op de toets Oefeningen [WORKOUT] tot
het woord MANUAL (Handmatig) linksboven in het
scherm verschijnt.
3. Begin te trappen en verander de weerstand als
u dat wilt.
Als u fietst, kunt u de weerstand van de pedalen
wijzigen door te draaien aan de weerstandknop.
Om de mate van weerstand te verlagen, draait u
de weerstandknop naar rechts, om de mate van
weerstand te vergroten draait u de weerstandknop
naar links. Opgelet: Na het drukken op de toetsen
kan het even duren voordat de pedalen de gese-
lecteerde weerstandinstelling bereiken.
4. Volg uw vorderingen op de display.
In de linker bovenhoek van de display wordt de
verlopen tijd [TIME] getoond. Opgelet: Opmerking:
Indien u een oefening selecteert, zal het display
de resterende tijd in de oefening weergeven in
plaats van de verlopen tijd.
In de linker onderhoek van de display wordt de
gefietste afstand [DISTANCE] getoond.
Opgelet: Als het bedieningspaneel een oefeningcy-
clus uitvoert, zal de afstand worden weergegeven in
mijlen of kilometers. Als het bedieningspaneel een
elliptische oefening uitvoert, zal de afstand worden
weergegeven in het aantal rotaties.
In de rechter bovenhoek van de display wordt
het aantal verbrande calorieën [CALORIES] bij
benadering weergegeven. In de rechter boven-
hoek van de display wordt ook uw hartslag
weergegeven als u de handsensoren gebruikt
(raadpleeg stap 5 op pagina 15).
Rechtsonder op de display ziet u de trapsnelheid
[RPM].
Opgelet: Als het bedieningspaneel een oefening-
cyclus uitvoert, zal uw trapsnelheid worden
weergegeven in mijlen of kilometers per uur. Als
het bedieningspaneel een elliptische oefening
uitvoert, zal uw trapsnelheid worden weergegeven
in het aantal rotaties per minuut (rpm).
In het midden van de display wordt de weerstand
[RESISTANCE] van de pedalen enkele seconden
weergegeven telkens als de weerstand wijzigt.
U kunt bepaalde informatie ook in een groter for-
maat zien. Druk herhaaldelijk op de [Display]-toets
om de informatie over tijd en afstand, tijd en calorie-
verbruik of tijd en snelheid te zien. Druk opnieuw op
de Display-toets om alle informatie te zien.
15
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Het kan zijn dat er
o
p de metalen
contactpunten
van de handgreep
met polssensor
e
en plastic vel zit.
Om uw hartslagfre-
quentie te meten,
houd de handsen-
soren vast met uw
palmen tegen de
metalen contact-
punten. Zorg ervoor dat uw handen niet
bewegen en houd de contactpunten niet te
strak vast.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zullen er één,
twee of drie streepjes verschijnen en dan wordt uw
hartslag [PULSE] weergegeven. Voor een correcte
hartslagmeting, houd de contactpunten ongeveer
15 seconden vast. Opgelet: Als u de handsen-
soren blijft vasthouden, dan zal uw hartslag 30
seconden op de onderste display worden
weergegeven.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorg
ervoor dat u uw handen goed op de sensoren hebt
geplaatst zoals hierboven wordt aangegeven.
B
eweeg uw handen niet of houd de metalen con-
tactpunten niet te strak vast. Voor de beste
werking, maak de metalen contactpunten schoon
met een zacht doek; gebruik nooit alcohol,
s
churende of chemische middelen om de con-
tactpunten schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Indien de pedalen enkele seconden niet bewegen
is een geluid te horen, zal het bedieningspaneel
pauzeren en zal de tijd op de display knipperen.
Als de pedalen enkele minuten niet bewegen, dan
zal het bedieningspaneel worden uitgeschakeld en
de displays worden gereset.
Contactpunten
16
H
ET GEBRUIK VAN EEN VOORAF INGESTELDE
OEFENING
1. Om het bedieningspaneel aan te zetten, druk
op een toets van het bedieningspaneel of
begin te fietsen.
Kort nadat u begint te lopen, zal de display oplicht-
en.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf
ingestelde oefen-
ing te selecteren,
drukt u her-
haaldelijk op de
toets Oefening
[WORKOUT] tot
het nummer van
de gewenste oefening verschijnt in de display. De
oefeningentijd en een profiel van de weerstandsin-
stellinngen van de oefening verschijnen ook in het
scherm.
3. Begin te fietsen om het oefenprogramma te
starten.
Elke oefening is verdeeld in verschillende 1-minuut
segmenten. Er wordt een weerstandsniveau en
een tempo geprogrammeerd voor elk segment.
Opgelet: Hetzelfde weerstandsniveau en/of tempo
kan voor twee of meer opeenvolgende segmenten
worden geprogrammeerd.
Het profiel van uw programma geeft uw vordering
aan (zie tekening hierboven). Het flikkerende seg-
ment van het profiel stelt het huidige segment van
het programma voor. De hoogte van het flikkerend
segment geeft de weerstand van het huidige seg-
ment aan.
Het weestandsniveau en het doel tempo van het
tweede segment zullen wanneer het eerste seg-
ment van het programma eindigt in het midden
van de display voor een paar seconden verschij-
nen. Het profiel van het volgende segment zal
opflikkeren, en de de weerstand van de pedalen
zullen automatisch worden bijgesteld.
T
erwijl u oefent,
wordt u
a
angegeven uw
loopritme zo dicht
mogelijk bij uw
doelomwentelingen
v
oor het huidige
segment te houden. Als er een opwaarts pijltje op
de display verschijnt, moet u uw ritme verhogen.
Als er een neerwaarts pijltje verschijnt, dan moet u
uw ritme vertragen. Als er geen pijltjes op de dis-
play verschijnen, moet u uw ritme aanhouden.
BELANGRIJK: De doel tempo instellingen zijn
alleen als motivatie bedoeld. Uw tempo kan
langzamer zijn dat de doel tempo instellingen.
Zorg ervoor dat u op een aangenaam tempo
oefent.
Als het weerstandniveau van het huidige
onderdeel te hoog of te laag is kunt u de instelling
handmatig overschrijven door te draaien aan de
weerstandsknop. BELANGRIJK: Als het huidige
segment van het programma voltooid is, dan
zal de weerstand van de pedalen automatisch
naar de instellingen van het volgende segment
worden gewijzigd.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. Om op elk mogelijk ogenblik met de
oefening te stoppen, stopt u met trappen. U zult
een pieptoon horen en de tijd zal op de display
beginnen te flikkeren. Om verder te gaan met de
oefening, dient u eenvoudigweg weg verder te
gaan met stappen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 14.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 15.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 6 op pagina 15.
Profiel
17
Bekijk de onderdelen van de fiets regelmatig en draai
ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een zachte doek en een niet agressief
schoonmaakmiddel om de fiets schoon te maken.
BELANGRIJK: Houdt vloeistoffen weg bij het bedi-
eningspaneel. Houdt het bedieningspaneel uit
direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL
Wanneer het bedieningspaneel niet goed meer oplicht
moeten de batterijen vervangen worden. De meeste
problemen ontstaan door lege batterijen. Zie mon-
tagestappen 5 op pagina 8 voor het vervangen van de
batterijen.
Als de handgreep polssensor niet goed werkt, kijk dan
bij stap 5 op pagina 15.
HOE DE SNELHEIDSENSOR BIJ TE STELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed
aangeeft moet u de snelheidssensor bijstellen.
Beweeg de linkerpedaal en het linkerscherm om de
sensorschroef af te stellen.
Verwijder vervolgens de schroeven van de kapjes van
de staander, de kapjes van het onderstel, en het linker
zijschild. Verwijder alle schroeven van beide scher-
men; er zijn twee maten schroeven in de schermen
- let op welke maat schroef u verwijdert uit welk
gat. Verwijder dan voorzichtig het linkerscherm.
Zoek vervolgens naar de Snelheidssensor (39). Draai
aan de Linker Krukarm (66) totdat de Magneet (38) op
gelijke hoogte komt met de Snelheid Sensor. Maak de
aangegeven M5 x 15mm Schroef (47) los maar verwi-
jder deze niet. Schuif de Snelheidssensor wat dichter
naar of verder van de Magneet. Maak de Schroef
weer vast. Draai even aan de Linker Crankarm.
Herhaal deze procedure totdat het bedieningspaneel
weer goede informatie aangeeft.
Als de Sensorschroef juist is uitgelijnd, dient u de
schermen en de linkerpedaal weer terug te plaatsen.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
66
47
39
38
18
HOE DE BAND BIJ TE STELLEN
Als u de pedalen voelt slippen bij het fietsen, ook al
s
taat de weerstand op het hoogste niveau, dan moet u
waarschijnlijk de drijfriem bijstellen. Om de band af te
s
tellen moet u de pedalen en de schermen eraf halen.
Gebruik een stelsleutel om de pedalen te verwijderen.
Draai de linkerpedaal naar rechts om deze te verwi-
jderen; draai de rechterpedaal naar links om deze te
verwijderen.
Verwijder alle schroeven van beide schermen; er zijn
twee maten schroeven in de schermen - let op
welke maat schroef u verwijdert uit welk gat.
Verwijder dan voorzichtig de schermen.
Draai vervolgens de twee 3/8" Moeren (27) los. Het
Vliegwiel (37) heeft een Moer aan beiden kanten.
Draai dan de M6 Slotmoeren (32) aan elke kan van
h
et Vliegwiel vast totdat de Riem (35) stevig vast zit.
Maak vervolgens de 3/8" Moeren (27) vast en beves-
tig de schermen en de pedalen weer.
35
37
27
32
32
27
19
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw ʻtrainingszoneʼ.
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszo-
ne bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te
oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van
uw trainingzone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening houd
niet uw adem in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten stretchen.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst,
tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefe-
ningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor per-
sonen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
20
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt
r
echts getoond. Beweeg langzaam bij het strekken–spring nooit op.
1
. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer.
Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de
dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw
teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achilles-
pezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van kuiten/ achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw
achtervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren
en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze
positie gedurende 15 tellen en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achilles-
pezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten,
achillespezen en enkels.
4. Strekken van de dijbeenspier.
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo
dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tel-
len en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken binnenkant dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën
naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw lie-
zen. Houd deze positie gedurende 15 tellen en ontspan dan
weer. Herhaal dit 3 keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
21
OPMERKINGEN
22
11Onderstel
21Voorste Stabilisator
31Achterste kap
4
2 Voorste Stabilisatorkap
51Buis van het Zadel
61Achterste Stabilisator
72Kapje van de handleuning
82Achterste Stabilisatorkap
91Bijstelknop van de Zadel
10 4 M8 Slotmoer
11 1 Spanrol
12 1 Zadel
13 1 Staander
14 1 Linkervoorkap
15 1 Rechtervoorkap
16 1 Bedieningspaneel
17 1 Linkerscherm
18 1 Rechterscherm
19 1 Weerstandsmotor
20 1 Huls van de Staander van het Zadel
21 1 Crankarm/Katrol
22 1 Snelheidssensorklip
23 1 Bovenste Draadkoker
24 1 Linker Pedaal/-Beugel
25 1 Veer
26 1 Rechter Pedaal/-Beugel
27 2 3/8" Moer
28 2 “U” Houder
29 1 Weerstandkabel
30 4 M8 x 60mm Hechtschroef
31 2 Oogbout
32 2 M6 Slotmoer
33 2 M10 x 70mm Hechtschroef
34 3 M8 x 16mm Hechtschroef
35 1 Riem
36 2 Crankpakking
37 1 Vliegwiel
38 2 Magneet
39 1 Snelheidssensor/-draad
4
0 1 M8 x 20mm Schroef
41 6 M4 x 25mm Schroef
42 7 M8 Veerring
43 2 Vliegwiel Moer
44 4 M5 x 12mm Schroef met Ronde
Kop
45 1 M8 Tussenring
46 8 M4 x 15mm Schroef met ronde kop
47 1 M5 x 15mm Schroef
48 9 M4 x 15mm Schroef
49 1 M8 Slotmoer
50 1 Armhendel
51 2 Polssensor
52 2 Sensorschroef
53 2 Handleuningschuimrubber
54 1 Schakelklem
55 1 Schakelhendel
56 1 Knop van het Zadel
57 1 Blok van het Zadel
58 1 Drager van het Zadel
59 2 Draad van de hartslagsensor
60 2 Borgring
61 2 Kap voor de Drager van de zitting
62 2 Flensschroef
63 1 Onderstel Tussenstuk
64 2 M4 x 12mm Schroef
65 1 Rechter Krukarm
66 1 Linker Krukarm
67 2 Krukkap
68 1 Onderste Draadkoker
*–Gebruiksaanwijzing
*–Montage-gereedschap
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruikershandleiding voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen wor-
den niet getoond.
Nr. Aant Beschrijving Nr. Aant Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN Modelnr. PFEVEX7108.0 R1210A
23
7
15
16
34
42
13
19
17
41
18
35
2
4
30
29
9
31
32
37
38
28
31
32
28
11
1
33
46
22
39
20
5
12
21
24
26
36
34
42
48
8
27
6
14
43
47
41
46
46
4
8
44
43
27
45
25
49
40
10
10
42
42
42
10
50
51
53
54
55
56
57
58
59
61
38
3
48
48
48
51
52
52
48
41
46
46
41
63
64
36
65
67
66
67
62
62
60
23
68
64
61
60
GEDETAILLEERDE TEKENING Modelnr. PFEVEX73108.0 R1210A
Onderdeel Nr. 308956 R1210A Gedrukt in China © 2008 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
g
ende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

ProForm PFEVEX73108 de handleiding

Type
de handleiding