NordicTrack Gx4.1 Bike Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
(beneden onderstel)
Modelnr. NTEVEX74911.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
www.iconeurope.com
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn
onderdelen die ontbreken of
beschadigd zijn, neem dan contact
op met de winkel waar u dit product
hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
2
DE STICKER MET WAARSCHUWING
De waarschuwingsticker hier afgebeeld is met uw dit
product inbegrepen. Plak de sticker op de aangege-
ven plaats over de Engelse waarschuwing heen. De
hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op
de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de
laatste pagina van deze handleiding wanneer
een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag
om een vervangende sticker. Plak de sticker op
de aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s)
worden niet op ware grootte weergegeven.
INHOUD
DE STICKER MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
V
OORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
HOE DE TRAININGFIETS TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
3
WAARSCHUWING: l
ees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingsfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of
schade door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen ouder dan
35 jaar, of voor personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
2. Gebruik de trainingfiets alleen zoals in de
handleiding beschreven.
3. De eigenaar moet zich ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de training-
fiets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
4. Deze trainingfiets is alleen voor huiselijk
gebruik bedoeld. Gebruik de trainingfiets
niet commercieel, voor verhuur, of in een
instelling.
5. Gebruik de trainingfiets uitsluitend binnen-
shuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de trainingfiets niet in een garage, op
een overdekt terras of bij water.
6. Plaats de trainingfiets op een vlakke onder-
grond met minstens 0,6 m ruimte rondom de
trainingfiets. Leg een matje onder de train-
ingfiets om uw vloer(bedekking) niet te
beschadigen.
7. Controleer alle onderdelen regelmatig en
draai ze vast. Vervang versleten onderdelen
meteen.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de trainingfiets vandaan.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de train-
ingfiets gebruikt. Draag nooit losse kleding
die in de fiets verstrikt kan raken. Draag
altijd gymschoenen om uw voeten tijdens
het trainen te beschermen.
10. De trainingfiets mag alleen door mensen die
minder dan 125 kg wegen worden gebruikt
worden.
11. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kun-
nen de nauwkeurigheid van de
hartslagmetingen beïnvloeden. De polssen-
sor is alleen bedoeld als hulpmiddel voor
algemene hartslag meting tijdens het
trainen.
12. Houd tijdens het gebruik van de trainingfiets
uw rug recht. Krom uw rug niet.
13. Teveel oefenen kan tot ernstig letsel of tot de
dood leiden. Als u tijdens het oefenen pijn
voelt of duizelig wordt, dient u onmiddellijk
te stoppen en af te koelen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
Polssensor
Zadel
Buis van het Zadel
Bijstelknop van het Zadel
Stelpoot
Stelknop
Wiel
Pedaal/Riempje
Bedieningspaneel
Stuur
Bijstelknop van de Zadel
Bijstelknop
VOORDAT U BEGINT
F
ijn dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK
®
G
X
4.1 trainingfiets gekozen heeft. Fietsen is een effec-
tieve oefening voor het verbeteren van hart en vaten,
het opbouwen van uithoudingsvermogen en het vor-
m
geven aan het (gehele) lichaam. De GX 4.1
trainingfiets biedt een reeks indrukwekkende
mogelijkheden ontworpen om uw workouts thuis doel-
treffender en prettiger te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding
zorgvuldig door voor gebruik van de trainingsfiets.
R
aadpleeg de omslag van deze handleiding als u nog
vragen hebt. Noteer het productnummer en het
serienummer voordat u met ons contact opneemt. De
plaats waar u de stickers met het productnummer en
h
et serienummer kunt vinden wordt op de omslag van
de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Lengte: 104 cm
Breedte: 58 cm
Gewicht: 37 kg
5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Gebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer
tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN ach-
terin deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking:
a
ls een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Om
schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken.
M4 x 16mm
Schroef (90)–6
M
M10 x 95mm
Hechtchroef (76)–4
M8 x 20mm
Hechtschroef
(74)–4
M8 Gespleten
Tussenring (75)–8
M8 Tussenring
(43)–2
M8 Borgmoer
(72)–4
M6 x 60mm Bout (51)–1
M6 x 70mm Bout (50)–1
M4 x 22mm
Schroef (94)–2
M4 x 5mm
Hechtschroef
(91)–1
6
MONTAGE
Montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig
klaar bent met alle montagestappen.
Raadpleeg bladzijde 5 om kleine onderdelen
te kunnen identificeren.
Naast het meegeleverde gereedschap, zult u
ook het volgende gereedschap nodig hebben:
één verstelbare moersleutel
kruiskopschroevendraaier
Montage is wellicht makkelijker met een set
schroevenof een set ratelsleutels. Gebruik nooit
elektrisch gereedschap om schade aan de
onderdelen te vermijden.
1. Maak de Achterste Stabilisator (3) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 95mm
Hechtschroeven (76).
2. Maak de Voorste Stabilisator (2) aan het
Onderstel (1) vast met twee M10 x 95mm
Hechtschroeven (76).
1
2
3
2
76
76
1
1
7
3
6
Bijstelgaten
1
27
3. Draai de Bijstelknop (27) in het Onderstel (1)
een paar slagen los.
D
raai de Buis van de Zadel (6) zoals afgebeeld.
Trek dan de Bijstelknop (27) naar buiten en
s
teek de Buis van het Zadel in het Onderstel
(1).
Schuif de Buis van het Zadel (6) naar boven of
naar beneden tot de gewenste stand, en laat de
Bijstelknop (27) los.
Schuif de Buis van het Zadel (6) een beetje
naar boven of naar beneden om ervoor te
zorgen dat de Bijstelknop (27) goed in een
van de bijstelgaten van de Buis van de
Zitting zit. Draai dan de Bijstelknop vast.
4
23
24
75
72
26
91
6
4. Draai het Zadel (23) en de Drager van het
Zadel (24) zoals afgebeeld.
Maak het Zadel (23) op de Drager van het
Zadel (24) vast met vier M8 Borgmoeren (72)
en vier M8 Gespleten Tussenringen (75).
Schuif de Drager van het Zadel (24) op de Buis
van het Zadel (6). Schuif dan de Drager van het
Zadel helemaal naar voren en draai de
Bijstelknop van de Zadel (26) vast.
Maak een M4 x 5mm Hechtschroef (91) vast
aan de achterkant van de Buis van het Zadel
(6).
8
5. Smeer wat van het meegeleverde vet op een
M6 x 70mm Bout (50)
D
raai de Stuur (5) en de Staander (4) zoals
afgebeeld.
Steek het Verlengstuk van de Draad (59) naar
boven door de Stuur (5) terwijl een tweede per-
soon de Stuur bij de Staander (4) vasthoudt.
Tip: zorg ervoor dat het Verlengstuk van de
Draad (59) niet bekneld raakt. Maak de Stuur
(5) aan de Staander (4) vast met de M6 x
70mm Bout (50) en twee M8 Tussenringen (43).
Maak dan een M6 x 60mm Bout (51) vast door
de onderste beugel op de Stuur (5).
5
5
9
5
43
43
50
51
51
50
4
S
meervet
Zorg ervoor dat het
Verlengstuk van de
Draad (59) niet
bekneld raakt
6
90
6. Steek terwijl een andere persoon het
Bedieningspaneel (7) bij de Armhendel (6)
vasthoudt de lange draad van de ontvanger (A)
door de Armhendel (6) zoals afgebeeld.
Sluit dan de andere draden van het
Bediengingspaneel (13) aan op de
Verlengdraad (59) en de Polsdraad (61).
Tip: Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak het Bedieningspaneel (13) aan de
Stuur (5) vast met vier M4 x 16mm Schroeven
(90).
Zorg ervoor dat
de draden niet
bekneld raken
13
61
A
59
5
9
7
7. Draai de Staander (4) en de Kap (12) zoals
afgebeeld.
S
chuif de Kap (12) naar boven naar de Stuur
(5). Tip: Buig de Kap iets en trek er wat aan
o
m het over de Handleuning te schuiven.
Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken.
Sluit de lange draad van de ontvanger (A) aan
op de Draad van de Ontvanger (B).
Tip: Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak de Kap (12) aan de Stuur (5) vast
met twee M4 x 16mm Schroeven (90) en twee
M4 x 22mm Schroeven (94).
Draai de Stuur (5) totdat het gat in de Stuur
gelijk staat met een bijstelgat in de Staander
(4).
Draai de Bijstelknop (27) vast in de Stuur (5) en
in een bijstelknop in de Staander (4). Zorg
ervoor dat de Bijstelknop goed in een van de
bijstelgaten zit.
4
12
A
B
94
94
90
90
27
Gat
Bijstelgaten
5
8
75
75
75
74
74
58
59
8. Schuif de Kap van het Voorste Schild (7) naar
boven op de Staander (4).
Sluit het Verlengstuk van de Draad (59) op de
Hoofddraad (58) aan terwijl een tweede per-
soon de Staander (4) bij het Onderstel (1)
vasthoudt.
Steek de Staander (4) in het Onderstel (1).
Tip: Zorg ervoor dat de draden niet bekneld
raken. Maak de Staander (4) vast met vier M8
x 20mm Hechtschroeven (74) en vier M8
Gespleten Tussenringen (75).
Schuif de Kap van het Voorste Schild (7) naar
beneden op de Onderstel (1) en druk deze op
zijn plaats.
4
7
1
Zorg ervoor dat
de draden niet
bekneld raken
10
9
9. Zoek naar het Rechter Pedaal (21),
aangegeven met een “R” (L of Left geeft links
aan; R of Right geeft rechts aan).
Draai het Rechter Pedaal (21), met gebruik van
e
en verstelbare moersleutel, met de klok mee
goed vast in de Rechter Crankarm (19).
Draai het Linker Pedaal (niet afgebeeld) tegen
de klok in in de Linker Crankarm (niet afge-
beeld).
Stel het riempje van het Rechter Pedaal (21) in
de gewenste stand en druk de uiteinden van de
riempjes in de flapjes op het Rechter Pedaal.
Stel het riempje van het Linker Pedaal op
dezelfde manier bij (niet afgebeeld).
19
Riempje
Flapje
21
10. Steek de Stroomdapter (67) in het contactpunt
op het onderstel van de trainingfiets.
Steek de Stroomadapter (67) indien nodig in de
Stekkeradapter (98).
Raadpleeg HOE DE STROOMADAPTER IN TE
STEKEN op bladzijde 12 om de Stroomdapter
(67) in een stopcontact te steken.
67
98
11. Zorg ervoor dat voor gebruik altijd alle onderdelen van de trainingfiets goed vastgedraaid worden.
Aandacht: het is mogelijk dat u na voltooiing van de montage wat onderdelen overhoudt. Plaats een
matje onder de trainingfiets om de vloer of vloerbedekking te beschermen.
10
11
DE BORSTKAS-POLSSENSOR DRAGEN
De borstkas-polssensor bestaat uit twee delen: de
borstkas-band en de sensor. Steek de flap van de
borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor,
zoals afgebeeld in de tekening. Druk het uiteinde van
de sensor onder de gesp van de borstkas-band. De
flap moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de
borstkas-polssensor
om uw borstkas en
maak het andere eind
van de borstkas-band
vast aan de sensor.
Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte
van de band bij. De
borstkas-polssensor moet onder uw kleding gedragen
worden, strak tegen uw huid en hoog onder uw borst-
spieren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de
sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee elektrodes aan de binnenkant
(de elektrodes hebben kleine randjes). Maak beide
elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat
speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de
sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
Droog de borstkas-polssensor goed af na ieder
gebruik. De borstkas-polssensor wordt ingeschakeld
wanneer u de elektrodes nat maakt en de borstkas-
polssensor draagt. De borstkas-polssensor gaat uit
wanneer deze wordt afgedaan en de elektrodes
gedroogd worden. De sensor blijft langer dan nodig
branden en zodoende zullen de batterijen leeg
lopen als de borstkas-polssensor elektrodes niet
goed gedroogd worden.
Bewaar de borstkas-polssensor op een warme en
droge plaats. Bewaar de borstkas-polssensor niet in
een plastic zak of andere verpakking die vocht kan
vasthouden.
Stel de borstkas-polssensor niet langdurig bloot aan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het
opbergen van de borstkas-polssensor niet te veel.
Maak de borstkas-polssensor schoon met een
zachte doek en een beetje niet agressief schoon-
maakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol
of chemische producten. U kunt de borstkas-band
met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door
wanneer de borstkas-polssensor niet goed werkt.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-polssensor goed
draagt zoals hier links is beschreven. Aandacht: ver-
plaats de sensor wat naar boven of naar beneden
wanneer de borstkas-polssensor niet goed werkt.
• Gebruik wat zoute vloeistof zoals speeksel of vloei-
stof voor contact lenzen om de elektrodes van de
sensor nat te maken. Maak de elektrodes opnieuw
wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschij-
nen nadat u begint te transpireren.
• Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
• De borstkas-polssensor is ontwikkeld voor mensen
met een normale hartslag. Problemen met de hart-
slagmeting kunnen een medische oorzaak hebben
zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart-
kloppingen, of aritmie.
• De werking van de borstkas-polssensor kan beïn-
vloed worden door magnetische storingen die
veroorzaakt worden door hoogspanningsdraden en
andere elektromagnetische bronnen. Verplaats de
loopband als u vermoedt dat dit de oorzaak is.
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN
Borstkas-band
Flappen
Sensor
Flap
Sensor
Gesp
12
HOE DE STROOMADAPTER IN TE STEKEN
BELANGRIJK: Laat de trainingfiets, wanneer aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, tot
kamertemperatuur komen voordat u de
stroomadapter insteekt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische
onderdelen beschadigen.
Steek de
stroomadapter in
het contactpunt op
het onderstel van
de trainingfiets.
Steek vervolgens
de stroomadapter
in de stekker-
adapter. Steek
dan de stekker-
adapter in een
geschikt stopcon-
tact dat juist
geïnstalleerd is
volgens alle lokale voorschriften en bepalingen.
HOE DE FIETS WATERPAS TE STELLEN
Indien de training-
fiets tijdens
gebruik lichtjes op
de vloer wiebelt,
dient u aan één of
beide stelknoppen
onder de achterte
stabilisator te
draaien en de
stelpoten bij te
stellen totdat de
trainingfiets niet
meer wiebelt.
HOE DE HOOGTE VAN HET ZADEL BIJ TE
S
TELLEN
Voor een doeltreffende oefening moet het zadel op de
juiste hoogte staan. Wanneer de pedalen in de laagste
stand staan moeten uw knieën tijdens het fietsen wat
gebogen zijn.
Om het zadel bij
te stellen, moet u
eerst de bijstel-
knop een paar
slagen losdraaien.
Trek dan de knop
naar buiten, schuif
de buis van het
zadel naar boven
of naar beneden
tot de gewenste
stand en laat dan
de knop los.
Schuif de buis
van het zadel
wat naar boven
of naar beneden
om ervoor te
zorgen dat de de bijstelknop van het zadel in een
van de bijstelgaten van de buis van zadel zit. Draai
dan de knop vast.
HOE DE HORIZONTALE STAND VAN HET ZADEL
BIJ TE STELLEN
Om de stand van
het zadel horizon-
taal bij te stellen
moet u eerst de
bijstelknop (van
het zadel) een
paar slagen los-
draaien. Schuif
dan het zadel
naar voren of naar
achteren tot de
gewenste stand
en draai de bijstel-
knop van het
zadel stevig vast.
HOE DE TRAININGFIETS TE GEBRUIKEN
Zadel
Knop
Gaten
Buis van
het Zadel
Stelknoppen
Zadel
Knop van
het Zadel
Buis van
het Zadel
Stroomadapter
Stekker
adapter
13
HOE DE HELLING VAN DE STUUR BIJ TE
STELLEN
O
m de helling van de stuur bij te stellen, moet u eerst
de bijstelknop een paar slagen losdraaien. Trek de
k
nop vervolgens naar buiten, draai de stuur tot de
gewenste helling en laat dan de knop los in een
bijstelgat. Zorg ervoor dat de knop goed in een van
de bijstelgaten zit. Draai dan de knop vast.
HOE DE PEDAALRIEMPJES BIJ TE STELLEN
Om de pepaal-
r
iempjes bij te
stellen moet u
e
erst aan de
uiteinden van de
riempjes van de
flapjes op de ped-
alen trekken. Stel
dan de riempjes in
de gewenste
stand en druk de
uiteinden van de
riempjes op de
flapjes.
Flapje
Riempje
Knop
Stuur
Gaten
14
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel biedt een reeks mogelijkheden
ontworpen om uw oefeningen thuis effectiever en
leuker te maken.
U kunt de weerstand van de pedalen door een druk
op de knop bijstellen wanneer u de handmatige
instelling van het bedieningspaneel gebruikt. Het bedi-
eningspaneel zal tijdens uw oefening doorlopend
oefeninformatie geven. U kunt ook uw hartslag meten
door de handgreep met polssensor of de
meegeleverde borstkas-polssensor te gebruiken.
Het bedieningspaneel kent ook viertentwintig voorafin-
gestelde workouts—twaalf bergklim workouts en
twaalf interval workouts. Iedere workout verandert
automatisch de weerstand van de pedalen en zal
aangeven wanneer u de pedaalsnelheid moet aan-
passen terwijl u door een effectieve workout geleid
wordt.
Het bedieningspaneel heeft tevens een constante
kracht workout die de weerstand van de pedalen
verandert om uw krachtinspanning bij een naar te
streven niveau te houden.
Het bedieningspaneel heeft een iFit trainingsinstelling
waarmee het bedieningspaneel met uw draadloos
netwerk via een optionele iFit Live module kan com-
municeren.
Met de iFit Live mode kunt u eigen workouts down-
loaden, uw eigen workouts opstellen, uw
workoutresultaten bekijken en gebruik maken van vele
andere mogelijkheden. Zie www.iFit.com voor
volledige informatie.
Ga naar www.iFit.com of bel het nummer op de
kaft van deze handleiding om een iFit Live module
wanneer dan ook te kopen.
U kunt zelfs terwijl u oefent uw MP3-speler of CD-
speler op het geluidssysteem van het
bedieningspaneel aansluiten en tijdens het oefenen
naar uw favoriete muziek of audioboeken luisteren.
Raadpleeg bladzijde 15 om het bedieningspaneel in
te schakelen. Zie bladzijde 15 om het bedieningspa-
neel uit te schakelen. Raadpleeg bladzijde 15 om de
handmatige instelling te gebruiken. Zie bladzijde 16
om een voorafingestelde workout te gebruiken.
Raadpleeg bladzijde 18 om de constante kracht
workout te gebruiken. Zie bladzijde 19 om de iFit
trainingsinstelling te gebruiken. Zie bladzijde 19 om
het geluidssysteem te gebruiken. Zie bladzijde 19
om de informatieinstelling te gebruiken.
Aandacht: mocht er een velletje plastic op de display
zitten, verwijder deze dan.
D
IAGRAM VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
HOE HET BEDIENINGSPANEEL IN TE SCHAKELEN
De meegeleverde stroomadapter kan gebruikt worden
o
m de trainingfiets te gebruiken. Zie HOE DE
STROOMADAPTER IN TE STEKEN op bladzijde12.
W
anneer de stroomadapter ingestoken wordt zullen
de displays oplichten en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
HOE HET BEDIENINGSPANEEL UIT TE ZETTEN
Als de pedalen enkele seconden lang niet bewegen,
dan zult u een pieptoon horen en zal het bedien-
ingspaneel stilvallen.
Als de pedalen enkele minuten lang niet bewegen en
er niet op de toetsen gebruikt wordt, dan zal het bedi-
eningspaneel uitgaan en dan zal de display opnieuw
gereset worden.
Trek de stroomadapter uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen. BELANGRIJK: Als u dit niet
doet, kunnen de elektrische onderdelen van de
trainingfiets voortijdig slijten.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een willekeurige
toets op het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie boven HOE HET BEDIENINGSPANEEL IN TE
SCHAKELEN.
2. Kies de handmatige instelling.
Telkens wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, verschijnt het hoofdmenu.
Kies de handmatige
instelling door op de
toename- of afname-
toets naast de
Entertoets [ENTER] te
drukken. Kies nu
START. Druk dan op
de Entertoets.
Druk op de Menutoets [MENU] om naar het hoofd-
menu terug te keren wanneer u een workout of de
iFit Traningsinstelling gekozen heeft.
3. Verander de weerstand van de pedalen als u
dat wilt.
Tijdens het trappen kunt u de weerstand [RESIS-
TANCE] van de Pedalen veranderen door op de
Weerstandstoename- en -afnametoetsen te
drukken.
A
andacht: wanneer u de knoppen indrukt, duurt
het eventjes voordat het gewenste weerstand-
s
niveau van de pedalen ingeschakeld wordt.
4. Volg uw vordering op de display.
Het bedieningspaneel heeft verschillende dis-
playinstellingen. De gekozen display instelling zal
aangeven welke informatie weergegeven wordt.
Kies de gewenste displayinstelling door her-
haaldelijk op de Display toets te drukken.
De display kan de volgende workoutinformatie
aangeven:
Calorieën [CALORIES]—Deze display instelling
zal bij benadering het aantal calorieën dat u ver-
brand heeft aangeven.
Afstand [DISTANCE]—Deze display zal de
afgelegde afstand in mijlen of kilometers
aangeven.
Profiel—Wanneer u een bergbeklim workout of
een interval workout gekozen wordt, dan zal deze
display instelling een profiel van de weerstand-
sniveaus voor de workout aangeven.
Hartslag [PULSE]—Deze display instelling zal uw
hartslag aangeven wanneer u gebruik maakt van
de handgreep met polssensor of van de
meegeleverde borstkas-polssensor (zie stap 5 op
bladzijde 16).
Weerstand [RESISTANCE]—Deze display zal
een paar seconden lang de weerstandsinstelling
van de pedalen aangeven telkens wanneer de
weerstandsinstelling verandert.
Snelheid [SPEED]—Deze display instelling zal uw
trapsnelheid in mijlen of in kilometers per uur
aangeven.
Meter van de De Na Te Streven Snelheid—Deze
display insteling zal wanneer een workout gekozen
wordt, de getrapte snelheid met de na te streven
trapsnelheid vergelijken en aangeven wanneer u
uw trapsnelheid moet verhogen of vertragen.
Tijd [TIME]—Wanneer de handmatige instelling
gekozen wordt, dan zal deze display instelling de
verlopen tijd aangeven. Wanneer een workout
gekozen wordt, dan zal deze displayinstelling de
resterende tijd van de workout in plaats van de
verlopen tijd aangeven.
15
16
Watts [WATTS]—Deze display zal uw
krachtsinspanning in watts aangeven.
Om het volume van het bedieningspaneel te
veranderen, drukt u op Volume [VOLUME] toe-
name- en afnametoetsen.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de getrapte
snelheid en afstand in mijlen of kilometers
aangeven. Om van meeteenheid te veranderen,
zie HOE DE INFORMATIE INSTELLING TE
GEBRUIKEN op bladzijde 19.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Raadpleeg bladzijde 11 voor het gebruik van de
meegeleverde borstkas-polssensor. Volg de onder-
staande aanwijzingen om de handgreep met
polssensor te gebruiken. BELANGRIJK: als u de
borstkas-polssensor draagt en tegelijkertijd de
handgreep met polssensor vasthoudt dan zal
het bedieningspaneel uw hartslag niet goed
aangeven.
Als er velletjes plas-
tic op de metalen
contactpunten van
de handgreep met
polssensor zitten,
verwijder deze dan.
Om uw hartslag te
meten, houd u de
handgreep met
polssensor ongeveer
15 seconden lang
vast met uw handpalmen tegen de metalen con-
tactpunten aan. Beweeg uw handen niet en
houd de contactenpunten niet te stevig vast.
Wanneer uw hartslag gemeten kan worden, dan
verschijnt uw hartslag op de display. Om de
nauwkeurigste hartslagmeting te kunnen aflezen,
moet u de contactpunten ongeveer 15 seconden
lang vasthouden.
Als de display uw hartslag niet aangeeft, zorg er
dan voor dat u uw handen geplaatst heeft, zoals
beschreven. Zorg ervoor dat u uw handen niet
teveel beweegt of dat u de metalen contactpunten
niet te stevig vasthoudt. Maak, voor de optimale
werking, de metalen contactpunten schoon met
een zacht doek; gebruik nooit alcohol, schuur-
of chemische middelen om de contactpunten
schoon te maken.
6. Wanneer u klaar bent met oefenen op de train-
ingfiets, dan zal het bedieningspaneel
a
utomatisch uitgaan.
Zie HOE HET BEDIENINGSPANEEL UIT TE
ZETTEN op bladzijde 15.
HOE EEN VOORAFINGESTELDE WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een willekeurige
toets op het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET BEDIENINGSPANEEL IN TE
SCHAKELEN op bladzijde 15.
2. Kies een voorafingestelde workout.
Druk op de Menuknop [MENU] om naar het hoofd-
menu terug te keren wanneer een workout of de
iFit Traningsinstelling gekozen is.
Kies een voorafingstelde
workout door eerst op
de toename- en
afnametoetsen naast de
Entertoets [ENTER] te
drukken en kies WORK-
OUTS. Druk dan op de
Entertoets.
Kies vervolgens de gewenste workoutcategorie
door op de toename- en afnametoetsen te
drukken. Druk dan op de Entertoets.
U kunt ook op de Bergklim Workout [HILL CLIMB-
ING WORKOUTS] of Interval Workout toets
[INTERVAL WORKOUTS] drukken.
Kies de gewenste trainingscategorie door op de
toename- en afnametoetsen te drukken. Druk dan
op de Entertoets.
Kies de naam van de gewenste workout door op
de toename- en afnametoetsen te drukken. De
tijdsduur, de maximale snelheid, de maximale
weerstandsinstelling, en een profiel van de weer-
standsinstellingen van de workout zullen op de
rechterkant van de display verschijnen. Druk dan
op de Entertoets.
Contact-
punten
17
3. Begin te trappen om met de workout te
beginnen.
L
edere workout is verdeeld in segmenten van 1
minuut. Een weerstands- en één na te streven
s
nelheidsinstelling zijn voor elk segment gepro-
grammeerd. Aandacht: u kunt dezelfde
weerstandsinstelling en/of na de te streven snel-
heid voor opeenvolgende segmenten
programmeren.
Het workoutprofiel geeft
uw vordering aan. Het
knipperende segment
van het profiel stelt het
huidige segment van de
workout voor. De
hoogte van het knip-
perende segment geeft de weerstandsinstelling
van het huidige segment aan.
Als het eerste segment van de workout eindigt,
dan zullen de na te streven snelheid en de weer-
standsinstelling voor het tweede segment een
paar seconden lang op de display verschijnen om
u te waarschuwen. Het volgende segment van het
profiel begint te knipperen en de pedalen passen
zich automatisch aan de weerstandsinstelling van
het volgende segment.
Houd tijdens het oefenen uw trapsnelheid dichtbij
de na te streven snelheid tijdens voor het huidige
segment.
De meter van de
na te streven snel-
heid zal uw
trapsnelheid en de
na te streven snel-
heid voor het
huidige sement
aangeven.
Wanneer de woor-
den SPEED UP
(snelheid ver-
hogen) in de meter
van de na te streven snelheid verschijnen, ver-
hoog dan uw snelheid. Wanneer de woorden
SLOW DOWN (snelheid vertragen) verschijnen,
v
ertraag dan uw snelheid.
B
ELANGRIJK: de na te streven snelheid is
alleen bedoeld om u te motiveren. Uw echte
trapsnelheid kan langzamer dan de na te
streven snelheid zijn. Zorg ervoor dat u met
een snelheid fietst die aangenaam voor u is.
Wanneer de weerstandsinstelling voor het huidige
segment te hoog of te laag ligt dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door op
Weerstandstoetsen te drukken. BELANGRIJK:
als het huidige segment van de workout
eindigt, dan zal de weerstandsinstelling van de
pedalen zich automatisch aan de weer-
standsinstelling van het volgende segment
aanpassen.
De workout gaat zo verder tot het laatste segment
eindigt.
Om de workout wanneer dan ook te stoppen, stopt
u met trappen. U zult een geluid horen. De tijd zal
op de display beginnen te flikkeren wanneer de tijd
displayinstelling gekozen wordt. Om verder te
gaan met de workout, dient u eenvoudigweg
verder te gaan met trappen.
4. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 4 op bladzijde 15.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
6. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met oefenen op de
(oefen)fiets.
Zie HOE HET BEDIENINGSPANEEL UIT TE
ZETTEN op bladzijde 15.
Huidig segment
TIME
DISTANCE
TARGET
4
0
0
30
2
0
10
SPEED
UP
Na te
streven
snelheid
Uw trap-
snelheid
18
HOE DE CONSTANTE KRACHT WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een willekeurige
toets op het bedieningspaneel om deze in te
schakelen.
Zie HOE HET BEDIENINGSPANEEL IN TE
SCHAKELEN op bladzijde 15.
2. Kies de constante kracht workout
Druk op de Menutoets [MENU] om naar het hoofd-
menu terug te keren wanneer een workout of de
iFit Traningsinstelling gekozen is.
Kies de constante kracht workout door eerst op de
toename- en afnametoetsen naast de Entertoests
te drukken en kies WORKOUTS. Druk dan op de
Entertoets [ENTER].
Kies vervolgens de constante kracht workout door
op de toename- en afnametoesten te drukken.
Druk dan op de Entertoets.
3. Voer een na te streven wattinstelling in.
De woorden SET DESIRED WATT TARGET (De
Na Te Streven Watt Invoeren) en een wattsin-
stelling zullen op de display verschijnen.
Kies een na te streven wattsinstelling door op de
toename- en afnametoetsen om naast de
Entertoets te drukken. Druk dan op de Entertoets.
4. Begin te trappen om met de workout te
beginnen.
De tijdsduur van de constante kracht workout is 30
minuten.
De na te streven wattsinstelling zal aan de
bovenkant op de display verschijnen. De display
zal tijdens de workout uw vordering aangeven. Het
bedieningspaneel zal regelmatig uw inspan-
ningsvermogen met de na te streven wattinstelling
vergelijken.
Wanneer uw inspanningsvermogen te ver onder of
te ver boven uw na te streven wattinstelling ligt
dan zal de weerstand van de pedalen automa-
tisch toenemen of afnemen om uw
inspanningsvermogen dichter bij uw na te streven
wattsinstelling te brengen.
Het kan ook zijn dat u gevraagd zult worden om
uw trapsnelheid aan te passen om uw inspan-
ningsvermogen dichter bij u na te streven
wattsinstelling te brengen. Wanneer de woorden
SPEED UP (snelheid verhogen) op de display ver-
schijnen, verhoog dan uw trapsnelheid. Wanneer
de woorden SLOW DOWN (snelheid vertragen)
verschijnen, verlaag dan uw trapsnelheid.
BELANGRIJK: de aangegeven snelheid is uit-
sluitend bedoeld om u te motiveren. Uw echte
snelheid kan langzamer zijn dan de verwachtte
snelheid. Zorg ervoor dat u met een snelheid
fietst die comfortabel voor u is.
Druk op de toename- en afnametoetsen naast
de Entertoets om de na te streven wattsin-
stelling wanneer dan ook tijdens de workout te
veranderen.
De workout gaat zo door totdat nullen op de tijd
display verschijnen.
Om wanneer dan ook met de workout te stoppen,
stop dan met trappen. U zult een geluid horen. De
tijd zal in de display beginnen te flikkeren. Om
verder te gaan met de workout, dient u eenvoudig-
weg verder te gaan met trappen.
5. Volg uw vordering op de display.
Zie stap 4 op bladzijde 15.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 5 op bladzijde 16.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met oefenen op de
(oefen)fiets.
Zie HOE HET BEDIENINGSPANEEL UIT TE
ZETTEN op bladzijde 15.
19
HOE DE IFIT TRAININGINSTELLING TE
GEBRUIKEN
D
ankzij de optionele iFit Live module kunt u uw bedi-
eningspaneel met uw draadloos netwerk laten
c
ommuniceren en beschikt u over leuke nieuwe
mogelijkheden.
U kunt bijvoorbeeld uw eigen workouts downloaden,
uw eigen workouts opstellen, uw trainingsresultaten
volgen en toegang krijgen tot vele andere mogelijkhe-
den op de iFit Live website. Ga naar www.iFit.com of
bel het nummer op de kaft van deze handleiding
om wanneer dan ook de iFit Live module te kopen.
Om de iFit trainingsinstelling te kiezen, steekt u de iFit
Live module in het bedieningspaneel. Druk op de
Menutoets en vervolgens op de toename- en afname-
toetsen naast de Entertoets [ENTER] en kiest u IFIT
TRAINING. Druk dan op de Entertoets.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over
de iFit traininginstelling. Aandacht: om een iFit Live
module te gebruiken, heeft u toegang tot een com-
puter met een internetverbinding en een USB-poort
nodig. U heeft ook uw eigen draadloos netwerk,
inclusief een 802.11b router met geauthoriseerde
SSID uitzending, nodig (verborgen netwerken worden
niet ondersteund). Bovendien moet u lid zijn van
iFit.com.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Sluit, om naar muziek of audioboeken op de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te luisteren, de
meegeleverde audiokabel aan op het bedieningspa-
neel en op uw MP3- of CD-speler. Zorg ervoor dat
de audiokabel volledig ingestoken is.
Druk dan op de playtoets van uw MP3- of CD-speler.
Stel het volume in aan de hand van de volumebedien-
ing op uw MP3-speler of CD-speler of druk op de
toename en afname volumetoets op het bedienings-
paneel.
HOE DE INFORMATIEINSTELLING TE GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een informatieinstelling
o
m de gebruiksinformatie van de trainingfiets te bek-
ijken, om een meeteenheid voor het bedieningspaneel
t
e kiezen, en om het contrast van de display bij te
stellen.
U kunt ook wanneer een iFit Live module met het
bedieningspaneel verbonden is, de informatieinstelling
gebruiken om een audioinstelling voor de stem van de
persoonlijke trainer te kiezen, om de status van de iFit
Live Module te checken, en om downloads te
checken.
1. Kies de informatieinstelling
Kies de informatiein-
stelling door de display
toets [DISPLAY] een
paar seconden lang
ingedrukt te houden tot
de informatieinstelling
op de display verschijnt.
2. Bekijk de Gebruiksinformatie voor de
trainingfiets
De display zal de totaal getrapte afstand op de
trainingfiets aangeven. De display geeft bovendien
het totaal aantal uren, dat de trainingfiets gebruikt
is, aan.
3. Kies een meeteenheid als u dat wilt.
Het woord ENGLISH (Engels) voor mijlen of het
woord METRIC (Metrisch) voor kilometers zal op
de display verschijnen om de huidige meeteenheid
aan te geven.
Verander van meeteenheid door op de toename-
en afnametoetsen te drukken totdat het lichtje
naast het woord UNITS (eenheid) begint te bran-
den. Kies dan de gewenste meeteenheid door
herhaaldelijk op de Entertoets te drukken.
20
4. Pas de contrastinstelling van de display indien
gewenst aan.
D
e huidige gekozen contrastinstelling zal ook op
de display verschijnen. Verander het contrast te
v
eranderen door op de toename- en afnametoet-
sen te drukken totdat het lichtje naast het woord
CONTRAST begint te branden.
Kies het gewenste contrast door op de Entertoets
en dan herhaaldelijk op de toename- en afname-
toetsen te drukken. Druk nogmaals op de
Entertoets om uw keuze op te slaan.
5. Ga na of een iFit Live module op het bedien-
ingspaneel aangesloten is.
De display zal wanneer een iFit Live module op
het bedieningspaneel aangesloten is, de woorden
WIFI STATUS of USB STATUS aangeven.
Als er niets additioneel aangesloten is, toont de
display de woorden NO MODULE DETECTED
(Geen Module Aangesloten). Ga naar stap 9 als er
niets additioneel aangesloten is.
6. Kies een audioinstelling voor de stem van de
persoonlijke trainer als u dat wilt.
De huidige gekozen audioinstelling voor de stem
van de persoonlijke trainer zal ook op de display
verschijnen.
Verander van audioinstelling door op de toename-
en afnametoetsen te drukken totdat het lichtje
naast de woorden TRAINER VOICE (Stem van de
Trainer) begint te branden. Druk dan herhaaldelijk
op de Entertoets om de stem van de persoonlijke
trainer ON (aan) of OFF (uit) te zetten.
7. Check de status van de iFit Live Module als u
d
at wilt.
Check de status van de iFit Live Module door op
de toename- en afnametoetsen te drukken totdat
het lichtje naast de woorden CHECK WIFI STA-
TUS (Wifi Status Checken) of CHECK USB
STATUS (USB Status Checken).
Druk dan op de Entertoets. Na een paar secon-
den, zal de status van de iFit Live module op de
display verschijnen. U houdt om deze display te
verlaten de Display toets een paar seconden lang
ingedrukt.
8. Check downloads als u dat wilt.
Check de iFit Live workouts en firmware down-
loads door op de toename- en afnametoetsen te
drukken totdat het lichtje naast de woorden
CHECK FOR DOWNLOADS (Downloads
Checken) begint te branden.
Druk dan op de Entertoets. Het bedieningspaneel
zal dan iFit Live workouts en firmware downloads
checken.
9. Verlaat de informatieinstelling.
Druk op de Display toets om de informatiein-
stelling te verlaten.
21
I
nspecteer de onderdelen van de trainingfiets regel-
matig en draai ze goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen.
G
ebruik een vochtige doek en een klein beetje zachte
zeep om de trainingfiets schoon te maken. BELAN-
GRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van het
bedieningspaneel om schade te voorkomen. Houd
het bedieningspaneel weg uit direct zonlicht.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN HET BEDIEN-
INGSPANEEL
Wanneer er lijnen op de display verschijnen, zie stap
4 op bladzijde 20 en stel het contrast van de display
bij.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet toont, wan-
neer u de handgreep met polssensor gebruikt,
raadpleeg dan stap 5 op pagina 16
HOE DE SNELHEIDSENSOR BIJ TE STELLEN
Wanneer het bedieningspaneel geen juiste feedback
geeft, moet u de bladveerschakelaar bijstellen.
Verwijder eerst het linkerpedaal, de linkerschijfkap en
de linkerpedaalschijf om de bladveerschakelaar bij te
stellen (zie de instructies hieronder).
Gebruik een verstelbare moersleutel en verwijder het
linkerpedaal door deze naar rechts te draaien.
Draai de Linker
Crankarm (20)
naar een verticale
stand met het
uiteinde van de
Linker Crankarm
naar beneden
gericht zoals
afgebeeld.
Gebruik een platte schroevendraaier en maak de flap-
jes aan elk punt van de Linker Schijfkap (18) los.
Plaats de Linker Schijfkap voorzichtig over de Linker
Crankarm (20) en verwijder de Linker Schijfkap.
D
raai dan de
Linker Crankarm
(20) naar een ver-
ticale stand met
h
et uiteinde van
de Linker
Crankarm naar
omhoog gericht.
Draai de linker Pedaalschijf (17) naar rechts om deze
los te maken van het Linkerschild (11). Schuif de
Linkerpedaalschijf naar boven en maak deze los van
de Linker Crankarm (20)
Zoek naar de Bladveerschakelaar (57). Draai de twee
M4 x 12,7mm Schroeven met Flens (63) los maar ver-
wijder deze niet.
Draai aan de Linker Crankarm (20) totdat een
Magneet (55) op gelijke hoogte komt met de
Bladveerschakelaar (57). Schuif de
Bladveerschakelaar wat dichter naar of wat verder van
de Magneet. Maak dan de M4 x 12,7mm Schroeven
met Flens (63) weer vast.
Draai even aan de Linker Crankarm (20). Herhaal
deze procedure tot het bedieningspaneel goede feed-
back geeft.
Maak de linkerpedaalschijf, de linkerschijfkap en het
linkerpedaal weer vast als de bladveerschakelaar
goed bijgesteld is.
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
20
18
Tab
Tab
20
17
11
57
63
55
20
22
HOE DE AANDRIJFRIEM BIJ TE STELLEN
Het kan zijn dat de aandrijfriem bijgesteld moet wor-
d
en wanneer u de pedalen voelt slippen zelfs wanneer
de weerstand in de hoogste stand staat.
Om de aandrijfriem bij te stellen moet u eerst het
rechter pedaal, de buis van het zadel, de bovenste
kap van het schild, de achterste kap van het schild, de
voorste kap van het schild, de rechter schijfkap, de
rechter pedaalschijf en het rechterschild verwijderen
(zie de instructies hieronder).
Draai met gebruik van een verstelbare moersleutel
sleutel het Rechter Pedaal (21) naar links en haal ver-
wijder deze.
Verwijder vervolgens de Bijstelknop (27) en de Buis
van het Zadel (6).
Gebruik een platte schroevendraaier om de Bovenste
Kap van het Schild (8) en de Achterste Kap van het
Schild (9) te verwijderen. Gebruik dan een platte
schroevendraaier om de Voorste Kap van het Schild
(7) los te maken.
Draai de Rechter Crankarm (19) naar een verticale
stand met het uiteinde van de Rechter Crankarm naar
beneden gericht.
Gebruik een platte schroevendraaier en maak de flap-
jes aan elk punt van de rechter Schijfkap (18) los.
Plaats de rechter Schijfkap voorzichtig over de
Rechter Crankarm (19) en verwijder de rechter
Schijfkap. Aandacht: zie de tekeningen op bladzijde 21
voor meer details.
Draai vervolgens de Rechter Crankarm (19) naar een
verticale stand met het uiteinde van de Rechter
Crankarm naar boven gericht.
Draai de rechter Pedaalschijf (17) naar rechts om het
l
os te maken van het Rechter Schild (10). Schuif dan
de Rechter Pedaalschijf naar boven en maak deze los
van de Rechter Crankarm (19).
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING op bladzijde
27 en verwijder de M4 x 19mm Schroeven (89) en de
M4 x 25mm Schroeven (62) van de Rechter en Linker
Schilden (10, 11). Verwijder dan voorzichtig het
Rechter Schild.
Maak vervolgens de M6 x 20mm Inbusschroef (85)
los. Draai vervolgens de M10 x 50mm Inbusschroef
(86) vast totdat de Aandrijfriem (54) strak staat.
Als de Aandrijfriem (54) vastzit, draait u de M6 x
20mm Inbusschroef (85) vast.
Maak dan het rechter schild, de rechter pedaalschijf,
de rechter schijfkap, de voorste kap van het schild, de
achterste kap van het schild, de buis van het zadel, en
het rechter pedaal weer vast.
10
18
17
27
21
19
7
9
8
6
54
85
86
23
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie
getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.”
Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran-
den van vet, het middelste nummer is uw hartslag
voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste
nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitni-
veau. Tijdens de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de
energie. Pas na de eerste minuten van de oefening
gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de
energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient
u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw
hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainings-
zone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u
te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer
van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere
perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensi-
teit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is
van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt
dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoor-
stroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: v
oor-
dat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor per-
sonen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
24
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt
r
echts getoond. Beweeg langzaam bij het strekken–spring nooit
op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit
drie keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achilles-
pezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw ach-
tervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en
beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit
drie keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de
achillespezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten,
achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo
dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15
seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën
naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen.
Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan
weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
25
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN Modelnr. NTEVEX74911.0 R0411A
11Onderstel
2
1 Voorste Stabilisator
31Achterste Stabilisator
41Staander
51Stuur
6 1 Buis van het Zadel
71Kap van het Voorste Schild
81Kap van het Bovenste Schild
91Kap van het Achterste Schild
10 1 Rechter Schild
11 1 Linker Schild
12 1 Kap
13 1 Bedieningspaneel
14 1 Rechter Kussen
15 1 Linker Kussen
16 1 Polssensor
17 2 Pedaalschijf
18 2 Schijfkap
19 1 Rechter Crankarm
20 1 Linker Crankarm
21 1 Rechter Pedaal/Riempje
22 1 Linker Pedaal/Riempje
23 1 Zadel
24 1 Drager van het Zadel
25 2 Kap van de Buis van het Zadel
26 1 Bijstelknop van het Zadel
27 2 Bijstelknop
28 1 Mouw van de Buis van het Zadel
29 2 Stelknop
30 1 Beugel van het Zadel
31 2 Stelpoot
32 2 Achterste Stabilisatorkap
33 1 Rechter Stabilisatorkap
34 1 Linker Stabilisatorkap
35 2 Wiel
36 2 Poot
37 2 Greep van Schuimrubber
38 1 Katrol
39 1 Kruk
40 2 Cranklager
41 2 Borgring
42 1 Vliegwiel
43 2 M8 Tussenring
44 1 As van het Vliegwiel
45 1 Spanrol
46 1 Motorbeugel
4
7 1 Weerstandsmotor
48 1 Weerstandsschijf
49 1 Weerstandsarm
50 1 M6 x 70mm Bout
51 1 M6 x 60mm Bout
52 1 Weerstandsbeugel
53 1 C-magneet
54 1 Aandrijfriem
55 2 Magneet
56 1 Klem
57 1 Bladveerschakelaar/Draad
58 1 Hoofddraad
59 1 Verlengstuk van de Draad
60 2 Draadklem
61 1 Draad van de Polssensor
62 2 M4 x 25mm Schroef
63 2 M4 x 12,7mm Schroef met Flens
64 1 Audiokabel
65 3 M8 x 17mm Schroef met Platte Kop
66 2 Kap van de Stuur
67 1 Stroomadapter
68 2 Crankkap
69 2 Tussenstuk van de Staander
70 2 5/16" Schroef met Flens
71 4 M8 x 20mm Bout met Ronde Kop
72 8 M8 Borgmoer
73 2 M8 Klemmoer
74 4 M8 x 20mm Hechtschroef
75 12 M8 Gespleten Tussenring
76 4 M10 x 95mm Hechtchroef
77 1 M6 x 65mm Inbusschroef
78 1 M6 Borgmoer
79 4 M4 x 12mm Schroef met Flens
80 2 M6 x 8mm Inbusschroef
81 1 M5 Tussenring
82 1 M5 x 7mm Schroef
83 1 Schroef voor de Spanrol
84 1 M6 Tussenring
85 1 M6 x 20mm Inbusschroef
86 1 M10 x 50mm Inbusschroef
87 1 M3,5 x 12mm Schroef
88 1 M4 x 12,7mm Gepolijste Schroef
89 14 M4 x 19mm Schroef
90 8 M4 x 16mm Schroef
26
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
91 2 M4 x 5mm Hechtschroef
9
2 2 Tussenstuk van de Stuur
93 6 M4 x 19mm Schroef met Platte Kop
94 2 M4 x 22mm Schroef
95 1 Stopcontact/snoer
9
6 1 Borgring
97 2 Bijstelmoer
9
8 1 Stekkeradapter
99 1 Sensoreenheid
100 1 Borstriem
*–Montagehulpstuk
*
Gebruikershandleiding
4
50
6
9
13
14
1
5
8
27
12
23
24
25
25
26
37
61
64
69
92
72
50
91
93
90
90
90
100
75
30
65
43
43
51
51
5
90
93
66
37
1
2
3
10
11
17
18
18
17
27
19
20
21
22
28
29
31
32
29
32
31
33
34
35
35
36
36
38
39
40
40
41
42
44
45
46
47
48
49
52
53
54
55
55
56
57
58
59
68
68
70
70
71
71
72
72
73
73
74
74
74
75
75
76
76
77
96
79
80
81
82
83
84
85
86
87
90
89
89
89
63
89
89
89
89
89
89
89
89
89
62
62
88
75
75
90
74
41
60
60
7
93
16
66
94
95
78
97
97
67
98
99
27
GEDETAILLEERDE TEKENING Modelnr. NTEVEX74911.0 R0411A
Onderdeel Nr. 311049 R0411A Gedrukt in China © 2011 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

NordicTrack Gx4.1 Bike Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor