Flex ADM 1 Handleiding

Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
58
Inhoud
Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
In één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . 61
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . . . 66
Afvoeren van verpakking en machine . . . 66
CE-conformiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Voor uw veiligheid
Lees voor het gebruik van het apparaat
en handel daarna volgens:
deze gebruiksaanwijzing,
de op de plaats van gebruik geldende
regels en voorschriften ter voorkoming
van ongevallen.
Dit apparaat is vervaardigd volgens de
huidige stand van de techniek en de erkende
veiligheidstechnische regels.
De machine mag alleen worden gebruikt
volgens de bestemming,
in een veiligheidstechnisch optimale
toestand.
Verhelp storingen die de veiligheid in gevaar
brengen onmiddellijk.
Gebruikte symbolen
+IZEEV
+IIJXIIRSRQMHHIPPMNOHVIMKIRHKIZEEVEER
%PWHI[EEVWGLY[MRKRMIXMREGLX[SVHX
KIRSQIRHVIMKIRPIZIRWKIZEEVPMNOISJ^IIV
IVRWXMKIZIV[SRHMRKIR
:SSV^MGLXMK
+IIJXIIRQSKIPMNOKIZEEVPMNOIWMXYEXMIEER
%PW HIEER[MN^MRKRMIXMREGLX[SVHXKIRSQIR
OYRRIRTIVWSSRPMNOPIXWIPSJQEXIVMÁPIWGLEHI
LIXKIZSPK^MNR
0IXST
+IIJXKIFVYMOWXMTWIRFIPERKVMNOIMRJSVQEXMI
EER
Symbolen op het gereedschap
Lees de gebruiksaanwijzing
voordat u het gereedschap
in gebruik neemt.
Afvoeren van het oude apparaat
(zie pagina 66)
Laserstraling
Kijk niet in de straal.
Laserklasse 2.
Max. uitgangsvermogen
< 1 mW @ 635–665 nm
laserklasse 2.
DIN EN 60825-1:2003-10
Laserclassificatie
Het apparaat hoort bij laserklasse 2, gebaseerd
op de norm DIN EN 60825-1:2003-10.
Het oog wordt bij het toevallig gedurende
korte tijd in de laserstraal kijken beschermd
door de sluitreflex van het ooglid.
De sluitreflex van het ooglid kan echter door
medicijnen, alcohol of drugs nadelig worden
beïnvloed. Deze apparaten mogen zonder
verdere beschermingsmaatregel worden
toegepast. Toch dient men, net als bij de zon,
niet rechtstreeks in de laserstraal kijken.
Richt de laserstraal niet op personen.
Laserstraling kan een ontstekingsbron voor
explosieve atmosfeer en brandbare stoffen
zijn.
Gebruik volgens bestemming
Deze laserafstandsmeter is bestemd voor
professioneel gebruik in de industrie en door
de vakman.
Het gereedschap is bestemd voor:
het meten van afstanden binnen
een bereik van 0,3 tot 45 meter;
berekening van lengten (optellen,
aftrekken, indirecte afstandsmeting),
oppervlakten en inhouden.
LASER RADIATION
DO NOT STARE
INTO THE BEAM.
Class 2 laser
Max. Output power
< 1 mW
@ 635–665nm
Class 2 laser
DIN EN 60825-1:2003-10
0801g07_nl.fm Seite 58 Mittwoch, 7. November 2007 2:26 14
Gebruiksaanwijzing
59
Veiligheidsvoorschriften
+IZEEV
Houd kinderen uit de buurt het laser-
apparaat.
Richt de laserstraal niet op personen
of dieren. Kijk niet in de laserstraal.
Kijk nooit rechtstreeks of met optische
instrumenten in de laserstraal. Voorkom
door geschikte maatregelen dat derden
met optische instrumenten in de
laserstraal kijken.
Laat de laserstraalingang indien mogelijk
boven of onder ooghoogte verlopen.
Richt de laserstraal niet op sterk
reflecterende oppervlakken, zoals
chroomstaal, gepolijste stenen en
dergelijke.
Manipulaties of veranderingen aan het
apparaat zijn niet toegestaan. Schakel
geen veiligheidsvoorzieningen uit en
verwijder geen aanwijzings- of
waarschuwingsplaatjes.
Controleer het apparaat voor de
ingebruikneming op zichtbare schade.
Neem een beschadigd apparaat niet in
gebruik.
Laat het apparaat alleen door een
erkende vakman repareren. Als het
apparaat onjuist wordt geopend, kan
laserstraling ontstaan die klasse 2 te
boven gaat.
Gebruik het apparaat niet in een
omgeving met explosiegevaar.
Vermijd bij werkzaamheden op een
ladder een ongewone lichaamshouding.
Zorg ervoor dat u stevig staat en
u voortdurend in evenwicht bent.
+IZEEVZSSVQEXIVMÁPIWGLEHI
Gebruik het apparaat niet in de regen.
Als het apparaat uit een zeer koude naar
een warmere omgeving wordt gebracht,
of omgekeerd, moet u het apparaat voor
het gebruik laten acclimatiseren.
Gebruik voor het reinigen van het
gereedschap alleen schone en zachte
doeken.
Vervoer het gereedschap alleen in de
bijbehorende riemtas.
Isoleer de batterijen of neem deze uit het
apparaat voordat u het apparaat verzendt
of langdurig opbergt.
+IZEEVZSSVWGLEHIZSSVLIX
QMPMIY
Voer het apparaat en de batterijen
volgens de in uw land geldende richtlijnen
af. Vraag in geval van twijfel de fabrikant
of leverancier om informatie.
Oorzaken van
meetonnauwkeurigheden
Denk eraan dat onder ongunstige
omstandigheden en door fouten bij de meting
de meetwaarden verkeerd kunnen zijn.
Verkeerde instelling van het
referentiepunt.
Beschadiging van het gereedschap,
bijvoorbeeld na een val.
Metingen op oppervlakken met een
duidelijke structuur (zoals isolatie-
materiaal of sneeuw).
Metingen door ruiten of vergelijkbare
voorwerpen.
Metingen op sterk weerkaatsende
oppervlakken.
Metingen in de richting van felle
lichtbronnen of de zon.
Metingen op zwak weerkaatsende
oppervlakken in een sterk weerkaatsende
omgeving.
Snel veranderende meetvoorwaarden
(zoals door de meetstraal lopende
personen, veranderende lichtomstandig-
heden, vrijkomende dampen).
ADM1_0801G07.book Seite 59 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14
Gebruiksaanwijzing
60
In één oogopslag
Gereedschap
1 Libel
2 LCD-display
3 Batterijvak
4 Ontvangstvenster voor weerkaatsende
laserstraal
5 Uitgangsvenster laserstraal
6 Meettoets MEASURE
7 Toetsen voor lijnmodus en rotatiemodus
Oppervlakteberekening
Inhoudsberekening
Indirecte afstandsmeting
8 Omschakeltoets voor referentiepunt
9 Aan/uit- en verwijdertoets CLR
10 Omschakeltoets voor maateenheid
11 Toets + voor optellen van meetwaarden,
resp. weergave van de volgende waarde
uit het geheugen
12 Toets RCL voor weergave van de laatste
10 meetwaarden (geheugenmodus)
13 Toets voor aftrekken van meet-
waarden, resp. weergave van de vorige
waarde uit het geheugen
Indicaties in het display
Batterij-indicatie.
Gereedschap gereed.
Batterij leeg. Vervangen!
Referentiepunt onderzijde
gereedschap
Referentiepunt bovenzijde
gereedschap
Laserstraal gereed
Geheugenmodus actief
Weergave van meet- en berekeningsmodus
Oppervlakteberekening
Inhoudsberekening
Indirecte afstandsmeting
(Pythagoras)
0IXST
2IIQSSOHIEER[MN^MRKMRLIXKIHIIPXI
y*SYXIRZIVLIPTIRlMREGLX
ADM1_0801G07.book Seite 60 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14
Gebruiksaanwijzing
61
Technische gegevens
Meegeleverd
Laserafstandsmeter ADM1
Riemtas
Gebruiksaanwijzing
Voor de ingebruikneming
Pak het apparaat uit, controleer of de inhoud
van de verpakking volledig is en controleer of
er geen transportschade is.
Batterijen inzetten of vervangen
Te gebruiken batterijen:
2 x type AA/1,5 V
n Open het batterijvak (3) van het apparaat.
n Plaats de batterijen en laat daarbij op de
juiste poolaansluiting.
n Sluit het batterijvak.
0IXST
r :IVZERKHIFEXXIVMNIREPWHIFEXXIVMN
MRHMGEXMI FVERHX
r :IV[MNHIVPIKIFEXXIVMNIRSRQMHHIPPMNOYMX
LIXKIVIIHWGLET
r 2IIQHIFEXXIVMNIRYMXLIXKIVIIHWGLET
EPWLIXPERKHYVMKRMIX[SVHXKIFVYMOX
r >IXRMIXXIKIPMNOIVXMNHRMIY[IIRKIFVYMOXI
FEXXIVMNIRMR
r :SIVHIFEXXIVMNIREJZSPKIRWHIMRY[
PERHKIPHIRHIVMGLXPMNRIR
Apparaat in- en uitschakelen
Apparaat inschakelen:
n Aan/uit-knop (9) indrukken.
In het display (2)
worden de
momentele
batterijstatus en
het referentiepunt
weergegeven.
Na het inschakelen zijn de volgende
basisinstellingen actief:
Referentiepunt aan onderzijde van
gereedschap
Maateenheid van de indicatie m, mm/
feet, inch
Meetbereik 0,3–45 m
1–150 ft.
Kleinste indicatie-eenheid 0,001 m/
1
/
16
"
Meetnauwkeurigheid ±3 mm/10 m
±
1
/
8
"/33 ft.
Geheugenposities 10
Automatische uitschakeling:
– Laserstraal
– Gereedschap
20 seconden
5 minuten
Bedrijfstemperatuurbereik 0 °–40 °C/
32–104 °F
Bedrijfsduur (batterijen) Tot 5000
metingen
Laserklasse 2
Zichtbare laserdiode 635-665 nm
Max. uitgangsvermogen < 1 mW
Gewicht (ADM met batterijen) 245 g
ADM1_0801G07.book Seite 61 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14
Gebruiksaanwijzing
62
Maateenheid van de indicatie = meter (m)
Apparaat uitschakelen:
n Houd de aan/uit-toets (9) gedurende ca.
2 seconden ingedrukt. Het display gaat
uit.
0IXST
r ,IXKIVIIHWGLET[SVHXREQMRYXIR
EYXSQEXMWGLYMXKIWGLEOIPH
r 2ELIXYMXWGLEOIPIR^MNREPPISTKIWPEKIR
QIIX[EEVHIRZIV[MNHIVH
Referentiepunt omschakelen
Het referentiepunt is het uitgangspunt bij het
meten van afstanden. U kunt uit de volgende
referentiepunten kiezen:
onderzijde gereedschap
bovenzijde gereedschap
Het referentiepunt omschakelen:
n Schakel het apparaat in.
n Druk op de omschakeltoets voor het
referentiepunt (8).
In het display (2) wordt het symbool voor
het referentiepunt aan de voorzijde
weergegeven.
Maateenheid van de indicatie
omschakelen
Na de meting kan door meermaals indrukken
van de omschakeltoets (10) de maateenheid
van de aangegeven meetwaarde (voorbeeld:
afstand = 1.000 m) in de onderstaande
volgorde worden weergegeven:
De volgende meting vindt plaats met de laatst
gekozen maateenheid.
Afstanden meten
:SSV^MGLXMK
6MGLXHIPEWIVWXVEEPRMIXSTTIVWSRIRSJHMIVIR
/MNORMIXMRHIPEWIVWXVEEP/MNORSSMXVIGLXW
XVIIOWSJQIXSTXMWGLIMRWXVYQIRXIRMRHI
PEWIVWXVEEP
n Schakel het apparaat in.
n Druk eenmaal op de meettoets (6).
In het display (2)
wordt boven het
referentiesymbool
het laser-
straalsymbool
weergegeven.
n Richt de laserpunt op het gewenste doel.
Gebruik indien nodig de libel (1) voor het
afstellen van het gereedschap.
n Druk nog eenmaal op de meettoets (6)
om de meting uit te voeren.
Afstand Opper-
vlakte
Volume
1. 1.000 m m³
2. 1000 mm
3.
3’ 3
7
/
16
"
ft² ft³
4. 3.281 ft ft² ft³
ADM1_0801G07.book Seite 62 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14
Gebruiksaanwijzing
63
In het display (2)
wordt in de onderste
regel de gemeten
afstand
weergegeven.
Nog een meting uitvoeren:
n Druk eenmaal op de meettoets (6).
In het display (2)
worden het
laserstraalsymbool
en de laatste
meetwaarde
weergegeven.
n Richt de laserpunt op het gewenste doel.
n Druk nog eenmaal op de meettoets (6)
om de nieuwe meting uit te voeren.
In het display (2)
wordt in de onderste
regel de nieuwe
meetwaarde
weergegeven.
De meetwaarden worden in het geheugen
opgeslagen als deze niet met de
verwijdertoets (9) worden verwijderd.
Voor een nieuwe meting herhaalt u de
procedure.
Na de werkzaamheden:
n Het apparaat uitschakelen.
Meet- en berekeningsmodi
gebruiken
:SSV^MGLXMK
6MGLXHIPEWIVWXVEEPRMIXSTTIVWSRIRSJHMIVIR
/MNORMIXMRHIPEWIVWXVEEP/MNORSSMXVIGLXW
XVIIOWSJQIXSTXMWGLIMRWXVYQIRXIRMRHI
PEWIVWXVEEP
De volgende meet- en berekeningsmodi zijn
beschikbaar:
Oppervlakteberekening
Inhoudsberekening
Indirecte afstandsmeting (Pythagoras)
Oppervlakteberekening
n Schakel het apparaat in.
n Druk op de toets .
In het display (2) brandt het symbool.
De eerste zijde van het symbool knippert.
n Druk eenmaal op de meettoets (6).
n Stel de laserpunt af.
n Druk nog eenmaal op de meettoets (6)
om de meting uit te voeren.
De eerste meetwaarde wordt in beide
regels van het display weergegeven.
De tweede zijde van het symbool
knippert.
n Stel de laserpunt opnieuw af.
n Druk op de meettoets (6) om de tweede
meting uit te voeren.
De tweede
meetwaarde
verschijnt in de
bovenste regel, het
resultaat in de
onderste regel.
Voor een nieuwe meting herhaalt u de
procedure.
Na de werkzaamheden:
n Het apparaat uitschakelen.
Inhoudsberekening
n Schakel het apparaat in.
n Druk op de toets .
In het display (2) brandt het symbool.
De eerste zijde van het symbool knippert.
n Druk eenmaal op de meettoets (6).
n Stel de laserpunt af.
n Druk nog eenmaal op de meettoets (6)
om de meting uit te voeren.
De eerste meetwaarde wordt in beide
regels van het display weergegeven.
De tweede zijde van het symbool
knippert.
n Stel de laserpunt opnieuw af.
ADM1_0801G07.book Seite 63 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14
Gebruiksaanwijzing
64
n Druk op de meettoets (6) om de tweede
meting uit te voeren.
De tweede meetwaarde verschijnt in
de bovenste regel. In de onderste regel
wordt een tussenresultaat (oppervlakte in
m²) weergegeven. De derde zijde van het
symbool knippert.
n Stel de laserpunt opnieuw af.
n Druk op de meettoets (6) om de derde
meting uit te voeren.
De der meetwaarde
verschijnt in de
bovenste regel. In
de onderste regel
wordt het resultaat
weergegeven.
Voor een nieuwe meting herhaalt u de
procedure.
Na de werkzaamheden:
n Het apparaat uitschakelen.
Indirecte afstandsmeting
(Pythagoras)
Voor de afstandsmeting tussen twee moeilijk
bereikbare punten (bijvoorbeeld op een
steiger, bij een hindernis in het verloop van de
laserstraal of slechte reflectieoppervlakken) is
de indirecte afstandsmeting met behulp van
de stelling van Pythagoras nuttig.
Belangrijk:
Een correct resultaat is slechts mogelijk
indien laserstraal en te meten afstand een
rechte hoek (90°) omsluiten.
De beide metingen moeten vanuit
hetzelfde startpunt plaatsvinden.
n Schakel het apparaat in.
n Druk op de toets .
In het display (2) brandt het symbool.
De eerste zijde (kathete) van het symbool
knippert.
n Druk eenmaal op de meettoets (6).
n Stel de laserpunt af.
n Druk nog eenmaal op de meettoets (6)
om de meting uit te voeren.
De eerste meetwaarde wordt in beide
regels van het display weergegeven.
De tweede zijde (hypotenusa) van het
symbool knippert.
n Stel de laserpunt opnieuw af.
n Druk op de meettoets (6) om de tweede
meting uit te voeren.
De tweede
meetwaarde
verschijnt in de
bovenste regel, het
resultaat in de
onderste regel.
Voor een nieuwe meting herhaalt u de
procedure.
Na de werkzaamheden:
n Het apparaat uitschakelen.
Optellen en aftrekken van
meetwaarden
Met de toets + (11) voor optellen en (13)
voor aftrekken kunnen alle eerder beschreven
meet- en berekeningswaarden (afstanden,
oppervlakten, inhouden) worden verwerkt.
n Schakel het apparaat in.
n Meet de eerste meetwaarde (afstand,
oppervlakte, inhoud), zoals eerder
beschreven.
n Druk op de toets + (11) voor optellen
of de toets (13) voor aftrekken.
In het display (2)
wordt rechtsboven
het bijbehorende
symbool
weergegeven.
n Meet de tweede meetwaarde (afstand,
oppervlakte, inhoud), zoals eerder
beschreven.
ADM1_0801G07.book Seite 64 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14
Gebruiksaanwijzing
65
De tweede
meetwaarde
verschijnt in de
bovenste regel,
het resultaat in de
onderste regel.
Gebruik van het geheugen
De laatste 10 meet- en berekeningswaarden
(afstand, oppervlakte, inhoud) worden in het
geheugen opgeslagen.
0IXST
r &MNQIIVQIXMRKIR[SVHIRHISYHWXI
[EEVHIRSZIVWGLVIZIR
r &MNFIVIOIRMRKW[EEVHIRSTTIVZPEOXI
IR^[SVHIRRMIXHIEJ^SRHIVPMNOI
EJWXERHIRIRXYWWIRVIWYPXEXIR
STKIWPEKIRQEEVEPPIIRLIX
IMRHVIWYPXEEX
De inhoud van het geheugen opvragen:
n Druk op de toets RCL (12).
In het display (2) worden de laatste drie
waarden weergegeven. Linksboven
verschijnt naast het geheugensymbool
het volgnummer en het aantal opgeslagen
waarden (bijvoorbeeld 05/05).
n Druk op de toets + (11) om de volgende
waarde (bijvoorbeeld 04/05) op te
vragen.
n Druk op de toets (13) om de vorige
waarde (bijvoorbeeld 01/05) op te
vragen.
De geheugenmodus verlaten:
n Druk op een willekeurige toets, behalve de
aan/uit-toets (9) en de omschakeltoets
voor de maateenheid (10).
Verwijdertoets gebruiken
De verwijdertoets CLR (9) wordt gebruikt:
voor het verwijderen van de actuele
meetwaarde; deze wordt dan ook niet
in het geheugen opgeslagen.
voor het verlaten van de meet- en
berekeningsmodi (meting van opper-
vlakten, inhouden of indirecte afstanden).
0IXST
&MNHIFIVIOIRMRKWQSHMSTTIVZPEOXIR
MRLSYHIRMRHMVIGXIEJWXERHIROYRRIR
HI PEEXWXIQIIX[EEVHIRIRHIHEEVQII
FIVIOIRHI[EEVHIRRMIX[SVHIRZIV[MNHIVH
Nauwkeurigheid controleren
Kies een meetafstand waarvan de lengte
bekend is en die duurzaam onveranderlijk
is (bijvoorbeeld lengte van kamer).
n Meet de afstand 10 keer achter elkaar.
De afwijking van de meetwaarden mag
maximaal ±5 mm bedragen.
Voer deze controle regelmatig uit en leg de
resultaten vast om tendensen te kunnen
herkennen.
:SSV^MGLXMK
0EEXLIXETTEVEEXYMXWPYMXIRHMRWXIPPIRHSSV
IIRIVOIRHZEOQER
Fouten verhelpen
Fout:
Gereedschap kan niet worden ingeschakeld.
Batterijen leeg of verkeerd geplaatst.
Oplossing
Batterijen controleren. Indien nodig nieuwe
batterijen inzetten.
Foutmelding:
Temperatuur te
hoog of te laag.
Oplossing
Wacht tot het gereedschap de bedrijfs-
temperatuur (040 °C/32–104 °F) heeft bereikt.
ADM1_0801G07.book Seite 65 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14
Gebruiksaanwijzing
66
Foutmelding:
Batterij is ontladen/
leeg.
Oplossing
Nieuwe batterijen inzetten.
Foutmelding:
Het voorwerp
waarop wordt
gericht ligt buiten
reikwijdte van het
gereedschap.
Oplossing
Voorwerp moet binnen het meetbereik
(0,3–45 m/1–150 ft.) liggen. Meet indien
mogelijk deelafstanden en tel deze bij elkaar op.
Foutmelding:
Het voorwerp
waarop wordt
gericht weerkaatst
te sterk of is te
donker.
Oplossing
Kies een ander voorwerp of bevestig een
geschikt doeloppervlak (vel wit papier) op het
voorwerp.
Foutmelding:
Te veel
omgevingslicht.
Oplossing
Verminder de omgevingsverlichting
of schakel deze uit.
Foutmelding:
Het gereedschap is
tijdens de meting
niet stilgehouden.
Oplossing
Houd het gereedschap bij een meting altijd
rustig en trillingsvrij.
Foutmelding:
Verkeerde invoer bij
de indirecte meting
van een afstand.
Oplossing
Meet altijd eerste de kathete (kortste van
de beide meetafstanden) en vervolgens
de hypotenusa.
Onderhoud en verzorging
Reiniging
Als het apparaat na gebruik vochtig is, moet
het apparaat en het toebehoren met een
droge, zachte doek worden drooggewreven.
Gebruik voor het verwijderen van vuil geen
oplosmiddelen of krassende hulpmiddelen.
Gebruik een schone, met water bevochtigde
doek en een mild reinigingsmiddel.
Verwijder stof en dergelijke met een zachte
doek van de uitgang van de laserstraal (5).
Reparaties
Laat reparaties uitsluitend uitvoeren door een
door de fabrikant erkende klantenservice.
Afvoeren van verpakking
en machine
Alleen voor EU-landen
Gooi elektrische gereedschappen
niet bij het huisvuil.
Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG
betreffende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur en de omzetting van
de richtlijn in nationaal recht moeten versleten
elektrische gereedschappen apart worden
ingezameld en op een voor het milieu
verantwoorde wijze opnieuw worden gebruikt.
0IXST
:VEEKY[ZEOLERHIPREEVHIQSKIPMNOLIHIRSQ
Y[SYHIKIVIIHWGLETEJKIZIR:SIVHI
FEXXIVMNIREJZSPKIRWHIMRY[PERHKIPHIRHI
VMGLXPMNRIR
ADM1_0801G07.book Seite 66 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14
Gebruiksaanwijzing
67
CE-conformiteit
Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat
dit product voldoet aan de volgende normen
en normatieve documenten:
EN 50082-1, EN 55022 volgens de
bepalingen van de richtlijn 89/336/EWG.
07
Rühle Severin
FLEX-Elektrowerkzeuge GmbH
Bahnhofstraße 15
D-71711 Steinheim/Murr
Garantie
Bij aankoop van een nieuwe machine biedt
FLEX 2 jaar fabrieksgarantie vanaf de
verkoopdatum van de machine aan de
eindverbruiker. De garantie heeft alleen
betrekking op gebreken die zijn terug te
voeren op materiaal- en/of fabricagefouten
en op het niet nakomen van de toezegging
van bepaalde eigenschappen. Bij een
garantieclaim moet het oorspronkelijke
aankoopbewijs met de verkoopdatum
worden bijgevoegd. Garantiereparaties
mogen uitsluiten worden uitgevoerd door
werkplaatsen of servicestations die door
FLEX zijn erkend. Recht op garantie bestaat
alleen bij gebruik volgens bestemming.
Van de garantie uitgesloten zijn in het
bijzonder slijtage als gevolg van normaal
gebruik, schade door onjuist gebruik van
de machine, geheel of gedeeltelijk
gedemonteerd ingeleverde machines,
schade door overbelasting van de machine of
het gebruik van niet-toegestane, defecte of
verkeerde toegepaste inzetgereedschappen.
Schade die door de machine aan inzet-
gereedschappen of werkstuk wordt
veroorzaakt, gebruik van geweld,
gevolgschade die kan worden teruggevoerd
op ondeskundig of onvoldoende onderhoud
door de klant of derden, beschadigingen
door externe inwerking of inwerking van
voorwerpen, zoals zand of stenen, alsmede
schade door het niet in acht nemen van de
gebruiksaanwijzing, bijvoorbeeld aansluiting
aan een verkeerde netspanning of stroom-
soort. Garantieclaims ten aanzien van
inzetgereedschappen en toebehoren zijn
alleen mogelijk als deze worden gebruikt met
machines waarbij een dergelijk gebruik is
voorzien of toegestaan.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
De gebruiker van dit product dient zich
volledig aan de voorschriften in de gebruiks-
aanwijzing te houden. Alle apparaten zijn
nauwkeurig gecontroleerd voordat deze de
fabriek verlaten. De gebruiker dient zich
desondanks vóór elk gebruik van de
nauwkeurigheid van het apparaat te
overtuigen.
De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn
niet aansprakelijk voor onjuist gebruik of
opzettelijk verkeerd gebruik en daaruit
eventueel voortvloeiende gevolgschade en
winstderving.
De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn
niet aansprakelijk voor gevolgschade en
winstderving door natuurrampen zoals
aardbevingen, storm, overstromingen, enz.,
alsmede brand, ongevallen, ingrepen door
derden of een gebruik buiten de gebruikelijke
toepassingsgebieden.
De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn
niet aansprakelijk voor schade en winst-
derving door gewijzigde en verloren
gegevens, onderbreking van de bedrijfs-
activiteiten, enz., die door het product of het
niet mogelijke gebruik van het product zijn
veroorzaakt.
De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn
niet aansprakelijk voor schade en winst-
derving, voortkomend uit een bediening die
niet overeenstemt met de voorschriften in de
gebruiksaanwijzing.
De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn
niet aansprakelijk voor schade die door
onjuist gebruik of in combinatie met
producten van andere fabrikanten is
veroorzaakt.
ADM1_0801G07.book Seite 67 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14

Documenttranscriptie

0801g07_nl.fm Seite 58 Mittwoch, 7. November 2007 2:26 14 Gebruiksaanwijzing Inhoud Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . In één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . . . Afvoeren van verpakking en machine . . . CE-conformiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Symbolen op het gereedschap 58 60 61 61 66 66 67 67 Voor uw veiligheid Lees de gebruiksaanwijzing voordat u het gereedschap in gebruik neemt. Afvoeren van het oude apparaat (zie pagina 66) LASER RADIATION DO NOT STARE INTO THE BEAM. Class 2 laser Lees voor het gebruik van het apparaat en handel daarna volgens: – deze gebruiksaanwijzing, – de op de plaats van gebruik geldende regels en voorschriften ter voorkoming van ongevallen. Dit apparaat is vervaardigd volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. De machine mag alleen worden gebruikt – volgens de bestemming, – in een veiligheidstechnisch optimale toestand. Verhelp storingen die de veiligheid in gevaar brengen onmiddellijk. Gebruikte symbolen +IZEEV +IIJXIIRSRQMHHIPPMNOHVIMKIRHKIZEEVEER %PWHI[EEVWGLY[MRKRMIXMREGLX[SVHX KIRSQIRHVIMKIRPIZIRWKIZEEVPMNOISJ^IIV IVRWXMKIZIV[SRHMRKIR :SSV^MGLXMK +IIJXIIRQSKIPMNOKIZEEVPMNOIWMXYEXMIEER %PW HIEER[MN^MRKRMIXMREGLX[SVHXKIRSQIR OYRRIRTIVWSSRPMNOPIXWIPSJQEXIVMÁPIWGLEHI LIXKIZSPK^MNR 0IXST +IIJXKIFVYMOWXMTWIRFIPERKVMNOIMRJSVQEXMI EER 58 Max. Output power < 1 mW @ 635–665nm Class 2 laser Laserstraling Kijk niet in de straal. Laserklasse 2. Max. uitgangsvermogen < 1 mW @ 635–665 nm laserklasse 2. DIN EN 60825-1:2003-10 DIN EN 60825-1:2003-10 Laserclassificatie Het apparaat hoort bij laserklasse 2, gebaseerd op de norm DIN EN 60825-1:2003-10. Het oog wordt bij het toevallig gedurende korte tijd in de laserstraal kijken beschermd door de sluitreflex van het ooglid. De sluitreflex van het ooglid kan echter door medicijnen, alcohol of drugs nadelig worden beïnvloed. Deze apparaten mogen zonder verdere beschermingsmaatregel worden toegepast. Toch dient men, net als bij de zon, niet rechtstreeks in de laserstraal kijken. Richt de laserstraal niet op personen. Laserstraling kan een ontstekingsbron voor explosieve atmosfeer en brandbare stoffen zijn. Gebruik volgens bestemming Deze laserafstandsmeter is bestemd voor professioneel gebruik in de industrie en door de vakman. Het gereedschap is bestemd voor: – het meten van afstanden binnen een bereik van 0,3 tot 45 meter; – berekening van lengten (optellen, aftrekken, indirecte afstandsmeting), oppervlakten en inhouden. ADM1_0801G07.book Seite 59 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing Veiligheidsvoorschriften – +IZEEV – – – – – – – – – – Houd kinderen uit de buurt het laserapparaat. Richt de laserstraal niet op personen of dieren. Kijk niet in de laserstraal. Kijk nooit rechtstreeks of met optische instrumenten in de laserstraal. Voorkom door geschikte maatregelen dat derden met optische instrumenten in de laserstraal kijken. Laat de laserstraalingang indien mogelijk boven of onder ooghoogte verlopen. Richt de laserstraal niet op sterk reflecterende oppervlakken, zoals chroomstaal, gepolijste stenen en dergelijke. Manipulaties of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan. Schakel geen veiligheidsvoorzieningen uit en verwijder geen aanwijzings- of waarschuwingsplaatjes. Controleer het apparaat voor de ingebruikneming op zichtbare schade. Neem een beschadigd apparaat niet in gebruik. Laat het apparaat alleen door een erkende vakman repareren. Als het apparaat onjuist wordt geopend, kan laserstraling ontstaan die klasse 2 te boven gaat. Gebruik het apparaat niet in een omgeving met explosiegevaar. Vermijd bij werkzaamheden op een ladder een ongewone lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stevig staat en u voortdurend in evenwicht bent. +IZEEVZSSVQEXIVMÁPIWGLEHI – – Gebruik het apparaat niet in de regen. Als het apparaat uit een zeer koude naar een warmere omgeving wordt gebracht, of omgekeerd, moet u het apparaat voor het gebruik laten acclimatiseren. – – – Gebruik voor het reinigen van het gereedschap alleen schone en zachte doeken. Vervoer het gereedschap alleen in de bijbehorende riemtas. Isoleer de batterijen of neem deze uit het apparaat voordat u het apparaat verzendt of langdurig opbergt. +IZEEVZSSVWGLEHIZSSVLIX QMPMIY Voer het apparaat en de batterijen volgens de in uw land geldende richtlijnen af. Vraag in geval van twijfel de fabrikant of leverancier om informatie. Oorzaken van meetonnauwkeurigheden Denk eraan dat onder ongunstige omstandigheden en door fouten bij de meting de meetwaarden verkeerd kunnen zijn. – Verkeerde instelling van het referentiepunt. – Beschadiging van het gereedschap, bijvoorbeeld na een val. – Metingen op oppervlakken met een duidelijke structuur (zoals isolatiemateriaal of sneeuw). – Metingen door ruiten of vergelijkbare voorwerpen. – Metingen op sterk weerkaatsende oppervlakken. – Metingen in de richting van felle lichtbronnen of de zon. – Metingen op zwak weerkaatsende oppervlakken in een sterk weerkaatsende omgeving. – Snel veranderende meetvoorwaarden (zoals door de meetstraal lopende personen, veranderende lichtomstandigheden, vrijkomende dampen). 59 ADM1_0801G07.book Seite 60 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing In één oogopslag Gereedschap 1 2 3 4 5 6 7 Libel LCD-display Batterijvak Ontvangstvenster voor weerkaatsende laserstraal Uitgangsvenster laserstraal Meettoets MEASURE Toetsen voor lijnmodus en rotatiemodus Oppervlakteberekening Inhoudsberekening Indicaties in het display Batterij-indicatie. Gereedschap gereed. Batterij leeg. Vervangen! Referentiepunt onderzijde gereedschap Referentiepunt bovenzijde gereedschap Laserstraal gereed Geheugenmodus actief Indirecte afstandsmeting 8 9 10 11 Omschakeltoets voor referentiepunt Aan/uit- en verwijdertoets CLR Omschakeltoets voor maateenheid Toets + voor optellen van meetwaarden, resp. weergave van de volgende waarde uit het geheugen 12 Toets RCL voor weergave van de laatste 10 meetwaarden (geheugenmodus) 13 Toets – voor aftrekken van meetwaarden, resp. weergave van de vorige waarde uit het geheugen 60 Weergave van meet- en berekeningsmodus Oppervlakteberekening Inhoudsberekening Indirecte afstandsmeting (Pythagoras) 0IXST 2IIQSSOHIEER[MN^MRKMRLIXKIHIIPXI y*SYXIRZIVLIPTIRlMREGLX ADM1_0801G07.book Seite 61 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing Technische gegevens Batterijen inzetten of vervangen Maateenheid van de indicatie m, mm/ feet, inch Te gebruiken batterijen: – 2 x type AA/1,5 V n Open het batterijvak (3) van het apparaat. Meetbereik Kleinste indicatie-eenheid 0,3–45 m 1–150 ft. 0,001 m/ /16" 1 Meetnauwkeurigheid ±3 mm/10 m ±1/8"/33 ft. Geheugenposities 10 Automatische uitschakeling: – Laserstraal – Gereedschap 20 seconden 5 minuten Bedrijfstemperatuurbereik 0 °–40 °C/ 32–104 °F Bedrijfsduur (batterijen) Tot 5000 metingen r Laserklasse 2 r Zichtbare laserdiode 635-665 nm r Max. uitgangsvermogen < 1 mW Gewicht (ADM met batterijen) 245 g Meegeleverd Laserafstandsmeter ADM1 Riemtas Gebruiksaanwijzing Voor de ingebruikneming Pak het apparaat uit, controleer of de inhoud van de verpakking volledig is en controleer of er geen transportschade is. n Plaats de batterijen en laat daarbij op de juiste poolaansluiting. n Sluit het batterijvak. r r 0IXST :IVZERKHIFEXXIVMNIREPWHIFEXXIVMN MRHMGEXMI FVERHX :IV[MNHIVPIKIFEXXIVMNIRSRQMHHIPPMNOYMX LIXKIVIIHWGLET 2IIQHIFEXXIVMNIRYMXLIXKIVIIHWGLET EPWLIXPERKHYVMKRMIX[SVHXKIFVYMOX >IXRMIXXIKIPMNOIVXMNHRMIY[IIRKIFVYMOXI FEXXIVMNIRMR :SIVHIFEXXIVMNIREJZSPKIRWHIMRY[ PERHKIPHIRHIVMGLXPMNRIR Apparaat in- en uitschakelen Apparaat inschakelen: n Aan/uit-knop (9) indrukken. In het display (2) worden de momentele batterijstatus en het referentiepunt weergegeven. Na het inschakelen zijn de volgende basisinstellingen actief: – Referentiepunt aan onderzijde van gereedschap 61 ADM1_0801G07.book Seite 62 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing – Maateenheid van de indicatie = meter (m) Apparaat uitschakelen: n Houd de aan/uit-toets (9) gedurende ca. 2 seconden ingedrukt. Het display gaat uit. r r 0IXST ,IXKIVIIHWGLET[SVHXREQMRYXIR EYXSQEXMWGLYMXKIWGLEOIPH 2ELIXYMXWGLEOIPIR^MNREPPISTKIWPEKIR QIIX[EEVHIRZIV[MNHIVH In het display (2) wordt het symbool voor het referentiepunt aan de voorzijde weergegeven. Maateenheid van de indicatie omschakelen Na de meting kan door meermaals indrukken van de omschakeltoets (10) de maateenheid van de aangegeven meetwaarde (voorbeeld: afstand = 1.000 m) in de onderstaande volgorde worden weergegeven: Afstand Oppervlakte Volume 1. 1.000 m m² m³ 2. 1000 mm Referentiepunt omschakelen Het referentiepunt is het uitgangspunt bij het meten van afstanden. U kunt uit de volgende referentiepunten kiezen: – onderzijde gereedschap – bovenzijde gereedschap m² m³ 3. 3’ 3 7/ 16 ft² ft³ 4. 3.281 ft ft² ft³ " De volgende meting vindt plaats met de laatst gekozen maateenheid. Afstanden meten :SSV^MGLXMK 6MGLXHIPEWIVWXVEEPRMIXSTTIVWSRIRSJHMIVIR /MNORMIXMRHIPEWIVWXVEEP/MNORSSMXVIGLXW XVIIOWSJQIXSTXMWGLIMRWXVYQIRXIRMRHI PEWIVWXVEEP n Schakel het apparaat in. n Druk eenmaal op de meettoets (6). In het display (2) wordt boven het referentiesymbool het laserstraalsymbool weergegeven. Het referentiepunt omschakelen: n Schakel het apparaat in. n Druk op de omschakeltoets voor het referentiepunt (8). 62 n Richt de laserpunt op het gewenste doel. Gebruik indien nodig de libel (1) voor het afstellen van het gereedschap. n Druk nog eenmaal op de meettoets (6) om de meting uit te voeren. ADM1_0801G07.book Seite 63 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing In het display (2) wordt in de onderste regel de gemeten afstand weergegeven. Nog een meting uitvoeren: Oppervlakteberekening n Druk eenmaal op de meettoets (6). In het display (2) worden het laserstraalsymbool en de laatste meetwaarde weergegeven. n Druk eenmaal op de meettoets (6). n Stel de laserpunt af. n Richt de laserpunt op het gewenste doel. n Druk nog eenmaal op de meettoets (6) om de nieuwe meting uit te voeren. In het display (2) wordt in de onderste regel de nieuwe meetwaarde weergegeven. De meetwaarden worden in het geheugen opgeslagen als deze niet met de verwijdertoets (9) worden verwijderd. Voor een nieuwe meting herhaalt u de procedure. Na de werkzaamheden: n Het apparaat uitschakelen. Meet- en berekeningsmodi gebruiken :SSV^MGLXMK 6MGLXHIPEWIVWXVEEPRMIXSTTIVWSRIRSJHMIVIR /MNORMIXMRHIPEWIVWXVEEP/MNORSSMXVIGLXW XVIIOWSJQIXSTXMWGLIMRWXVYQIRXIRMRHI PEWIVWXVEEP De volgende meet- en berekeningsmodi zijn beschikbaar: Oppervlakteberekening Inhoudsberekening Indirecte afstandsmeting (Pythagoras) n Schakel het apparaat in. n Druk op de toets . In het display (2) brandt het symbool. De eerste zijde van het symbool knippert. n Druk nog eenmaal op de meettoets (6) om de meting uit te voeren. De eerste meetwaarde wordt in beide regels van het display weergegeven. De tweede zijde van het symbool knippert. n Stel de laserpunt opnieuw af. n Druk op de meettoets (6) om de tweede meting uit te voeren. De tweede meetwaarde verschijnt in de bovenste regel, het resultaat in de onderste regel. Voor een nieuwe meting herhaalt u de procedure. Na de werkzaamheden: n Het apparaat uitschakelen. Inhoudsberekening n Schakel het apparaat in. n Druk op de toets . In het display (2) brandt het symbool. De eerste zijde van het symbool knippert. n Druk eenmaal op de meettoets (6). n Stel de laserpunt af. n Druk nog eenmaal op de meettoets (6) om de meting uit te voeren. De eerste meetwaarde wordt in beide regels van het display weergegeven. De tweede zijde van het symbool knippert. n Stel de laserpunt opnieuw af. 63 ADM1_0801G07.book Seite 64 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing n Druk op de meettoets (6) om de tweede meting uit te voeren. De tweede meetwaarde verschijnt in de bovenste regel. In de onderste regel wordt een tussenresultaat (oppervlakte in m²) weergegeven. De derde zijde van het symbool knippert. n Druk nog eenmaal op de meettoets (6) om de meting uit te voeren. De eerste meetwaarde wordt in beide regels van het display weergegeven. De tweede zijde (hypotenusa) van het symbool knippert. n Stel de laserpunt opnieuw af. n Druk op de meettoets (6) om de derde meting uit te voeren. De der meetwaarde verschijnt in de bovenste regel. In de onderste regel wordt het resultaat weergegeven. Voor een nieuwe meting herhaalt u de procedure. Na de werkzaamheden: n Het apparaat uitschakelen. n Druk op de meettoets (6) om de tweede meting uit te voeren. De tweede meetwaarde verschijnt in de bovenste regel, het resultaat in de onderste regel. Voor een nieuwe meting herhaalt u de procedure. Na de werkzaamheden: Indirecte afstandsmeting (Pythagoras) Voor de afstandsmeting tussen twee moeilijk bereikbare punten (bijvoorbeeld op een steiger, bij een hindernis in het verloop van de laserstraal of slechte reflectieoppervlakken) is de indirecte afstandsmeting met behulp van de stelling van Pythagoras nuttig. Belangrijk: – Een correct resultaat is slechts mogelijk indien laserstraal en te meten afstand een rechte hoek (90°) omsluiten. – De beide metingen moeten vanuit hetzelfde startpunt plaatsvinden. n Schakel het apparaat in. n Druk op de toets . In het display (2) brandt het symbool. De eerste zijde (kathete) van het symbool knippert. n Druk eenmaal op de meettoets (6). n Stel de laserpunt af. 64 n Stel de laserpunt opnieuw af. n Het apparaat uitschakelen. Optellen en aftrekken van meetwaarden Met de toets + (11) voor optellen en – (13) voor aftrekken kunnen alle eerder beschreven meet- en berekeningswaarden (afstanden, oppervlakten, inhouden) worden verwerkt. n Schakel het apparaat in. n Meet de eerste meetwaarde (afstand, oppervlakte, inhoud), zoals eerder beschreven. n Druk op de toets + (11) voor optellen of de toets – (13) voor aftrekken. In het display (2) wordt rechtsboven het bijbehorende symbool weergegeven. n Meet de tweede meetwaarde (afstand, oppervlakte, inhoud), zoals eerder beschreven. ADM1_0801G07.book Seite 65 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing De tweede meetwaarde verschijnt in de bovenste regel, het resultaat in de onderste regel. Verwijdertoets gebruiken De verwijdertoets CLR (9) wordt gebruikt: – – Gebruik van het geheugen De laatste 10 meet- en berekeningswaarden (afstand, oppervlakte, inhoud) worden in het geheugen opgeslagen. 0IXST &MNQIIVQIXMRKIR[SVHIRHISYHWXI [EEVHIRSZIVWGLVIZIR r &MNFIVIOIRMRKW[EEVHIR STTIVZPEOXI IR^ [SVHIRRMIXHIEJ^SRHIVPMNOI EJWXERHIRIRXYWWIRVIWYPXEXIR STKIWPEKIRQEEVEPPIIRLIX IMRHVIWYPXEEX De inhoud van het geheugen opvragen: n Druk op de toets RCL (12). r In het display (2) worden de laatste drie waarden weergegeven. Linksboven verschijnt naast het geheugensymbool het volgnummer en het aantal opgeslagen waarden (bijvoorbeeld 05/05). n Druk op de toets + (11) om de volgende waarde (bijvoorbeeld 04/05) op te vragen. n Druk op de toets – (13) om de vorige waarde (bijvoorbeeld 01/05) op te vragen. De geheugenmodus verlaten: n Druk op een willekeurige toets, behalve de aan/uit-toets (9) en de omschakeltoets voor de maateenheid (10). voor het verwijderen van de actuele meetwaarde; deze wordt dan ook niet in het geheugen opgeslagen. voor het verlaten van de meet- en berekeningsmodi (meting van oppervlakten, inhouden of indirecte afstanden). 0IXST &MNHIFIVIOIRMRKWQSHM STTIVZPEOXIR MRLSYHIRMRHMVIGXIEJWXERHIR OYRRIR HI PEEXWXIQIIX[EEVHIRIRHIHEEVQII FIVIOIRHI[EEVHIRRMIX[SVHIRZIV[MNHIVH Nauwkeurigheid controleren Kies een meetafstand waarvan de lengte bekend is en die duurzaam onveranderlijk is (bijvoorbeeld lengte van kamer). n Meet de afstand 10 keer achter elkaar. De afwijking van de meetwaarden mag maximaal ±5 mm bedragen. Voer deze controle regelmatig uit en leg de resultaten vast om tendensen te kunnen herkennen. :SSV^MGLXMK 0EEXLIXETTEVEEXYMXWPYMXIRHMRWXIPPIRHSSV IIRIVOIRHZEOQER Fouten verhelpen Fout: Gereedschap kan niet worden ingeschakeld. Batterijen leeg of verkeerd geplaatst. Oplossing Batterijen controleren. Indien nodig nieuwe batterijen inzetten. Foutmelding: Temperatuur te hoog of te laag. Oplossing Wacht tot het gereedschap de bedrijfstemperatuur (0–40 °C/32–104 °F) heeft bereikt. 65 ADM1_0801G07.book Seite 66 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing Foutmelding: Verkeerde invoer bij de indirecte meting van een afstand. Foutmelding: Batterij is ontladen/ leeg. Oplossing Nieuwe batterijen inzetten. Foutmelding: Het voorwerp waarop wordt gericht ligt buiten reikwijdte van het gereedschap. Oplossing Voorwerp moet binnen het meetbereik (0,3–45 m/1–150 ft.) liggen. Meet indien mogelijk deelafstanden en tel deze bij elkaar op. Foutmelding: Het voorwerp waarop wordt gericht weerkaatst te sterk of is te donker. Oplossing Kies een ander voorwerp of bevestig een geschikt doeloppervlak (vel wit papier) op het voorwerp. Foutmelding: Te veel omgevingslicht. Oplossing Verminder de omgevingsverlichting of schakel deze uit. Foutmelding: Het gereedschap is tijdens de meting niet stilgehouden. Oplossing Houd het gereedschap bij een meting altijd rustig en trillingsvrij. 66 Oplossing Meet altijd eerste de kathete (kortste van de beide meetafstanden) en vervolgens de hypotenusa. Onderhoud en verzorging Reiniging Als het apparaat na gebruik vochtig is, moet het apparaat en het toebehoren met een droge, zachte doek worden drooggewreven. Gebruik voor het verwijderen van vuil geen oplosmiddelen of krassende hulpmiddelen. Gebruik een schone, met water bevochtigde doek en een mild reinigingsmiddel. Verwijder stof en dergelijke met een zachte doek van de uitgang van de laserstraal (5). Reparaties Laat reparaties uitsluitend uitvoeren door een door de fabrikant erkende klantenservice. Afvoeren van verpakking en machine Alleen voor EU-landen Gooi elektrische gereedschappen niet bij het huisvuil. Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en de omzetting van de richtlijn in nationaal recht moeten versleten elektrische gereedschappen apart worden ingezameld en op een voor het milieu verantwoorde wijze opnieuw worden gebruikt. 0IXST :VEEKY[ZEOLERHIPREEVHIQSKIPMNOLIHIRSQ Y[SYHIKIVIIHWGLETEJKIZIR:SIVHI FEXXIVMNIREJZSPKIRWHIMRY[PERHKIPHIRHI VMGLXPMNRIR ADM1_0801G07.book Seite 67 Mittwoch, 7. November 2007 2:19 14 Gebruiksaanwijzing CE-conformiteit Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat dit product voldoet aan de volgende normen en normatieve documenten: EN 50082-1, EN 55022 volgens de bepalingen van de richtlijn 89/336/EWG. 07 Rühle Severin FLEX-Elektrowerkzeuge GmbH Bahnhofstraße 15 D-71711 Steinheim/Murr Garantie Bij aankoop van een nieuwe machine biedt FLEX 2 jaar fabrieksgarantie vanaf de verkoopdatum van de machine aan de eindverbruiker. De garantie heeft alleen betrekking op gebreken die zijn terug te voeren op materiaal- en/of fabricagefouten en op het niet nakomen van de toezegging van bepaalde eigenschappen. Bij een garantieclaim moet het oorspronkelijke aankoopbewijs met de verkoopdatum worden bijgevoegd. Garantiereparaties mogen uitsluiten worden uitgevoerd door werkplaatsen of servicestations die door FLEX zijn erkend. Recht op garantie bestaat alleen bij gebruik volgens bestemming. Van de garantie uitgesloten zijn in het bijzonder slijtage als gevolg van normaal gebruik, schade door onjuist gebruik van de machine, geheel of gedeeltelijk gedemonteerd ingeleverde machines, schade door overbelasting van de machine of het gebruik van niet-toegestane, defecte of verkeerde toegepaste inzetgereedschappen. Schade die door de machine aan inzetgereedschappen of werkstuk wordt veroorzaakt, gebruik van geweld, gevolgschade die kan worden teruggevoerd op ondeskundig of onvoldoende onderhoud door de klant of derden, beschadigingen door externe inwerking of inwerking van voorwerpen, zoals zand of stenen, alsmede schade door het niet in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, bijvoorbeeld aansluiting aan een verkeerde netspanning of stroomsoort. Garantieclaims ten aanzien van inzetgereedschappen en toebehoren zijn alleen mogelijk als deze worden gebruikt met machines waarbij een dergelijk gebruik is voorzien of toegestaan. Uitsluiting van aansprakelijkheid De gebruiker van dit product dient zich volledig aan de voorschriften in de gebruiksaanwijzing te houden. Alle apparaten zijn nauwkeurig gecontroleerd voordat deze de fabriek verlaten. De gebruiker dient zich desondanks vóór elk gebruik van de nauwkeurigheid van het apparaat te overtuigen. De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn niet aansprakelijk voor onjuist gebruik of opzettelijk verkeerd gebruik en daaruit eventueel voortvloeiende gevolgschade en winstderving. De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn niet aansprakelijk voor gevolgschade en winstderving door natuurrampen zoals aardbevingen, storm, overstromingen, enz., alsmede brand, ongevallen, ingrepen door derden of een gebruik buiten de gebruikelijke toepassingsgebieden. De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn niet aansprakelijk voor schade en winstderving door gewijzigde en verloren gegevens, onderbreking van de bedrijfsactiviteiten, enz., die door het product of het niet mogelijke gebruik van het product zijn veroorzaakt. De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn niet aansprakelijk voor schade en winstderving, voortkomend uit een bediening die niet overeenstemt met de voorschriften in de gebruiksaanwijzing. De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn niet aansprakelijk voor schade die door onjuist gebruik of in combinatie met producten van andere fabrikanten is veroorzaakt. 67
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79

Flex ADM 1 Handleiding

Type
Handleiding