Beta 1693M Handleiding

Type
Handleiding
Leggere questo manuale prima di accendere l'unità. Importanti
informazioni di sicurezza all'interno.
Read this manual before turning on the unit. Important safety
information inside.
Lisez ce manuel avant d'allumer l'appareil. Informations de sécurité
importantes à l'intérieur.
Lesen Sie dieses Handbuch, bevor Sie das Gerät einschalten.
Wichtige Sicherheitsinformationen im Inneren.
Lea este manual antes de encender el dispositivo. Información
importante de seguridad en el interior.
Leia este manual antes de ligar a unidade. Informações
importantes sobre segurança no interior.
Lees deze handleiding voordat u het apparaat inschakelt.
Belangrijke veiligheidsinformatie binnenin.
Przeczytaj instrukcję przed włączeniem urządzenia. Ważne
informacje dotyczące bezpieczeństwa w środku.
A készülék bekapcsolása előtt olvassa el ezt a kézikönyvet. Fontos
biztonsági információk benne.
2
Inhoud
1. Veiligheidsinstructie……………………………………………………………….82
1-1. Toegestaan gebruik………………………………………………………………82
1-2. Verboden gebruik………………………………………………………………..82
1-3. Laserclassificatie………………………………………………………………….82
2. Opstarten…………………………………………………………………………………83
2-1. Batterijen plaatsen / vervangen (zie "Afbeelding A")………..83
2-2. Toetsenbord (zie "Afbeelding B")………………………………………..83
2-3. LCD-weergave (zie "Afbeelding C")……………………………………..83
3. Eerste bediening en instelling………………………………………………..84
3-1. In- en uitschakelen………………………………………………………………84
3-2. Knop Wissen…………………………………………………………………………84
3-3. Referentieniveau-instelling (zie “Afbeelding D”)……………….84
3-4. Gebruik van de statiefreferentie………………………………………..85
3-5. Multifunctioneel eindstuk…………………………………………………..85
3-6. Pieptooninstelling……………………………………………………………….85
3-7. Instelling afstandseenheid voor instrument……………………….85
4. Meten……………………………………………………………………………………..86
4-1. Enkele afstandsmeting……………………………………………………….86
4-2. Max en min-meting (zie “Figuur G”)………………………………….86
5. Functies...............................................................87
5-1. Optellen / aftrekken………………………………………………………….87
5-2. Reaumeting………………………………………………………………………..87
5-3. Volumemeting…………………………………………………………………….87
5-4. Indirecte meting………………………………………………………………..88
5-5. Indirecte meting - Bepaling van een afstand
Met behulp van 3 metingen (zie "Figuur I")……………………………….88
5-6. Indirecte meting-bepalen van een afstand
Met behulp van 3 metingen (zie "Afbeelding L")……………………….89
5-7. Historische opslag……………………………………………………………….89
5-8. Timer (zelfactiverend)……………………………………………………….89
5-9. Tilt meting………………………………………………………………………….90
6. Technische gegevens…………………………………………………………….91
7. Probleemoplossing-oorzaken en corrigerende maatregelen..92
8. Meetomstandigheden…………………………………………………………….92
8-1 Meetbereik…………………………………………………………………………..92
8-2. Doeloppervlakken……………………………………………………………….92
8-3. Zorg…………………………………………………………………………………….93
9. Etikettering……………………………………………………………………………93
81
1. Veiligheidsinstructie
1-1. Toegestaan gebruik
• Afstanden meten
• Computerfuncties, e. g. gebieden en volumes
1-2. Verboden gebruik
• Gebruik van het instrument zonder instructie
• Gebruik buiten de aangegeven limieten
• Deactivering van veiligheidssystemen en verwijdering van
verklarende en gevarenetiketten
• Het openen van de apparatuur met behulp van gereedschap
(schroevendraaiers, enz.), Voor zover niet specifiek toegestaan in
bepaalde gevallen
• Modificatie of conversie van het product uitvoeren
• Gebruik van accessoires van andere fabrikanten zonder de
uitdrukkelijke toestemming van ons.
• Opzettelijk of onverantwoordelijk gedrag op steigers, bij
gebruik van ladders, bij metingen in de buurt van draaiende
machines of in de buurt van delen van machines of installaties die
niet worden beschermd
• Direct gericht op de zon
• Onvoldoende waarborgen op de landmeetplaats (bijv. Bij
metingen op wegen, bouwplaatsen, enz.)
1-3 Laserclassificatie
Dit apparaat produceerde een zichtbare laserstraal die uit de
voorkant van het instrument tevoorschijn kwam.
Producten van Laserklasse 2:
Staar niet in de laserstraal en richt deze niet onnodig op andere
mensen. Oogbescherming wordt normaal geboden door
afkeerreacties inclusief de knipperreflex.
WAARSCHUWING:
Rechtstreeks in de straal kijken met optische hulpmiddelen (bijv.
Verrekijkers, telescopen) kan gevaarlijk zijn.
Voorzorgsmaatregelen:
Kijk niet rechtstreeks in de straal met optische hulpmiddelen.
VOORZICHTIGHEID:
In de laserstraal kijken kan gevaarlijk zijn voor de ogen.
Voorzorgsmaatregelen:
Kijk niet in de laserstraal. Zorg ervoor dat de laser boven of
onder ooghoogte wordt gericht.
82
2. Opstarten
2-1. Batterijen plaatsen / vervangen
(zie "Afbeelding A")
1- Verwijder het deksel van het
batterijcompartiment.
2- Plaats batterijen en let op de
juiste polariteit.
3- Sluit het batterijvak opnieuw.
• Vervang de batterijen wanneer
het symbool " " permanent
op het display knippert.
• Gebruik alleen alkaline batterijen.
• Verwijder de batterijen voordat u
deze langere tijd niet gebruikt om te
voorkomen dat gevaar voor corrosie
2-2. Toetsenbord (zie "Afbeelding B")
1- ON / MEAS-knop
2- Timerknop
3- Knop met functies
4- Plus (+) knop
5- Knop opslag
6- Referentieknop
7- Knop Wissen / Uit
8- Kantelknop
9- Min (-) knop
10- Pieptoon / UNITS-knop
2-3. LCD-weergave (zie "Afbeelding C")
1- Laser actief
2- Referentieniveau (voorkant)
3- Referentieniveau (achterkant)
4- Referentieniveau (statief / eindstuk)
5- Max en Min meting
6- Gebieds- / volumemetingsfuncties
Gebiedsmeting
Volumemeting
7- Variabele indirecte meting
Functies
Enkele pythagorische meting
Dubbele pythagorische meting
Dubbele pythagorische meting
(gedeeltelijke hoogte) meting
Tilt meting
83
8- Elektronische horizontale luchtbel & nummer van record
9- Opname indicatie
10- Instrumentfoutwaarschuwing
11- Timer
12- Enkele / continue afstandsmeting
13- Batterij
14- Tussenlijn 1
15- Tussenlijn 2
16- Tussenlijn 3
17- Samenvatting lijn
3. Eerste bediening en instelling
3-1. In- en uitschakelen
Schakelt het instrument en de laser in.
Druk langer op deze knop om het instrument uit te
schakelen.
Het instrument schakelt automatisch uit na drie minuten
inactiviteit.
3-2. Knop Wissen
De laatste actie is geannuleerd of de gegevensweergave is
gewist. Als u in de modus Geschiedenisopslag tegelijkertijd op de
knop Opslag en de knop Wissen drukt, worden alle opslaggegevens
in het geheugen gewist.
3-3. Referentieniveau-instelling (zie “Afbeelding D”)
De standaard referentie-instelling bevindt zich aan de achterkant
van het instrument.
Druk op deze knop om de selectie uit het eindstuk, voorkant
te maken. Een speciale pieptoon klinkt wanneer de referentie-
instelling wordt gewijzigd. Na een herstart keert de referentie
automatisch terug naar de standaardinstelling (achterreferentie).
84
3-4. Gebruik van de statiefreferentie
De referentie moet correct worden aangepast om correcte
metingen met een statief te kunnen uitvoeren. U kunt de
referentie op het statief in- of uitschakelen door langer op de
referentieknop te drukken.
3-5. Multifunctioneel eindstuk
Het instrument kan worden aangepast voor de volgende
meetsituaties Zie afbeelding (afbeelding E).
• Voor metingen vanaf een rand, vouwt u de positioneringsbeugel
uit tot deze eerst op zijn plaats klikt.
• Voor metingen vanuit een hoek opent u de positioneringsbeugel
totdat deze vastklikt en duwt u vervolgens de
positioneringsbeugel licht naar rechts om deze volledig uit te
klappen. Zie figuur (figuur F).
3-6. Pieptooninstelling
Klik op de pieptoon / EENHEDEN-knop van de
pieptoonindicatie kan worden in- of uitgeschakeld.
3-7. Instelling afstandseenheid voor instrument
Klik langer op de knop om het volgende type eenheid te
wijzigen, m, ft. In, ft + in en blijf vervolgens op de knop klikken
voor de volgende eenheidsselectie
Afstand
Oppervlakte
Volume
1
0.000m
0.000m
2
0.000m
3
2
0.0in
0.000
f
t
2
0.000
f
t
3
3
01/16in
0.000
f
t
2
0.000
f
t
3
4
0.000ft
0.000
f
t
2
0.000
f
t
3
5
0'00" 1/16
0.000
f
t
2
0.000
f
t
3
85
4. Meten
4-1. Enkele afstandsmeting
Druk op om de afstandsmeting te activeren. De gemeten
waarde wordt onmiddellijk weergegeven.
Druk langer op deze toets om de continue meetfunctie te
activeren.
U kunt op deze toets drukken om de continue meting te stoppen
en langer indrukken zal het apparaat uitschakelen.
4-2. Max en min-meting (zie “Figuur G”)
De continue meetfunctie (tracking) wordt gebruikt voor het
overbrengen van metingen, bijvoorbeeld van bouwplannen. In de
continue meetmodus kan het meetinstrument naar het doel
worden verplaatst, waardoor de meetwaarde ongeveer wordt
bijgewerkt. elke 0,5 seconde op de derde regel. De bijbehorende
minimum- en maximumwaarden worden dynamisch weergegeven
op de eerste en tweede regel.
De gebruiker kan bijvoorbeeld van een muur naar de gewenste
afstand gaan, terwijl de werkelijke afstand continu kan worden
gelezen.
De functie wordt automatisch beëindigd na een continue 500-
maal meting.
86
5. Functies
5-1. Optellen / aftrekken
Afstand meten.
De volgende meting wordt toegevoegd aan de vorige.
De volgende meting wordt afgetrokken van de vorige.
De laatste stap is geannuleerd.
5-2. Reaumeting
Druk eenmaal op de knop Gebied / Volume. Het symbool
verschijnt op het display.
Druk op de knop om de eerste lengtemeting uit te voeren
(bijv. Lengte). Druk opnieuw om de tweede lengtemeting
(bijv. Breedte) uit te voeren.
Het resultaat van de oppervlaktemeting wordt weergegeven op
de derde regel, de individueel gemeten waarden worden
weergegeven in regels 1 en 2.
5-3. Volumemeting
Druk voor volumemetingen tweemaal op de knop Gebied /
Volume totdat de indicator voor volumemeting op het display
verschijnt.
Druk op om de eerste afstandsmeting (bijv. Lengte) uit te
voeren.
Druk op om de tweede afstandsmeting uit te voeren (bijv.
Breedte).
Druk op om de derde afstandsmeting uit te voeren (bijv.
Hoogte).
Het resultaat van de oppervlaktemeting wordt weergegeven op
de derde regel, de eerder gemeten waarden in lijnen 1, 2 en 3.
87
5-4. Indirecte meting
Indirecte meting - het bepalen van een afstand met behulp van 2
hulpmetingen (zie "Afbeelding H").
bijv. bij het meten van hoogten die de meting van twee of drie
metingen vereisen als volgende stap:
Druk op de functieknop totdat het display toont . De te
meten afstand knippert in het symbool.
Richt op het bovenste punt (1) en start de meting.
Na de eerste meting wordt de waarde overgenomen. Houd het
instrument zo horizontaal mogelijk.
Druk op om het afstandsresultaat van het horizontale punt (2)
te meten.
Het resultaat van de functie wordt weergegeven in de
samenvattingsregel.
5-5. Indirecte meting - Bepaling van een afstand
Met behulp van 3 metingen (zie "Afbeelding I")
Druk op de functieknop totdat het display toont . De te meten
afstand knippert in het symbool.
Richt op het bovenste punt (1) en start de meting. Na de
eerste meting wordt de waarde overgenomen. Houd het
instrument zo horizontaal mogelijk.
Druk op om het afstandsresultaat van het horizontale punt (2)
te meten.
Druk op om het afstandsresultaat van het onderste punt (3)
te meten.
Het resultaat van de functie wordt weergegeven in de
samenvattingsregel.
88
5-6. Indirecte meting - Bepaling van een afstand
Met behulp van 3 metingen (zie "Afbeelding L")
Druk op de functieknop totdat het display toont . De te meten
afstand knippert in het symbool.
Druk hierop om het afstandsresultaat van het bovenste punt
te meten.
Druk hierop om het afstandsresultaat van het middelste punt
te meten.
Houd het instrument zo horizontaal mogelijk, richt op het
punt en start de meting.
Het resultaat van de functie wordt weergegeven in de
samenvattingsregel.
5-7. Historische opslag
De vorige 99 records (metingen of berekende resultaten)
worden in de omgekeerde volgorde getoond. Gebruik de knoppen
of om door deze records te navigeren.
U kunt alle records wissen door tegelijkertijd op de knop Opslag
en de knop Wissen te drukken in de historische opslagmodus
5-8. Timer (zelfactiverend)
Druk op deze knop om een vertraging van 5 seconden in te
stellen.
U kunt de knop gebruiken om de vertraging te wijzigen
(max. 60 seconden).
Druk op deze knop, de resterende seconden totdat de meting
(bijv. 59, 58, 57 ...) in een aftelling wordt weergegeven. De
laatste 2 seconden knipperen en piepen sneller. Na de laatste
pieptoon wordt de meting uitgevoerd en wordt de waarde
weergegeven.
89
5-9. Tilt meting
De hellingsensor meet hellingen tussen ± 90 °.
Druk eenmaal op deze knop om de kantelsensor te activeren.
Het symbool verschijnt op het display. De hellingswaarde wordt
weergegeven op de tussenliggende regel 1.
Druk op om de helling en de afstand te meten.
De afstand (L) wordt weergegeven in de samenvattingslijn en de
afstand (A) (B) berekend door α en L wordt weergegeven in de
tussenliggende regel 2, 3.
90
6. Technische gegevens
Technische specificaties
Model
Reeks
0,05 tot 80 m * (0,2 ft tot 229 ft *)
Meetnauwkeurigheid tot 10m
(2, standaardafwijking)
Typisch: ±1.5mm**
(±0.06in**)
Meeteenheden
m,in,ft
Laserklasse
Klasse II
Lasertype
635nm, <1mW
Tilt metingen:
Tilt sensor: Meetbereik
Nauwkeurigheid (2σ,
standaardafwijking)
- naar laserstraal
- naar de behuizing
±90°
±0.5°
±0.5°
Gebied, Volumeberekeningen
Indirecte meting met Pythagoras
Indirecte meting met kanteling
sensor (directe horizontale afstand)
Hoekmeting met behulp van tilt
sensor (± 90 °)
Optellen / Aftrekken
Continue meting
Min / Max afstand volgen
Timer (self-triggering)
Displayverlichting en weergave met
meerdere regels
Multifunctioneel eindstuk
Statief draad
Piep indicatie
Stofbescherming / spatwaterdicht
IP54
Geschiedenis meetgegevens
99
Toetsenbordtype
Super zacht aanvoelend
Bedrijfstemperatuur
-10°C tot 50°C(14°F tot 122°F)
Bewaar temperatuur
-20°C tot 60°C(-F tot 140°F)
Batterijduur
tot 4.000 metingen
Batterijen
Type “AAA2 x 1.5V
Auto laseruitschakeling
na 30 minuten
Automatische
instrumentuitschakeling
na 3 minuten
Dimensie
115 x 48 x 29mm
Gewicht
110g
91
* Gebruik een richtplaat om het meetbereik bij daglicht te
vergroten of als het doel slechte reflectie-eigenschappen heeft!
** in gunstige omstandigheden (goede eigenschappen van het
doeloppervlak, kamertemperatuur) tot 10 m (33 ft). In ongunstige
omstandigheden, zoals intense zonneschijn, slecht reflecterend
doeloppervlak of hoge temperatuurvariaties, kan de afwijking
over afstanden boven 10 m (33 ft) met ± 0,15 mm / m (± 0,0018
in / ft) toenemen.
7. Probleemoplossing-oorzaken en
corrigerende maatregelen
Code
Oorzaak
Corrigerende maatregel
204
Rekenfout
Herhaal procedure
208
Ontvangen signaal
te zwak, meettijd
te lang.
Afstand> 50m
Gebruik doelplaat
209
Ook signaal
ontvangen
sterk
Doel te reflecterend (gebruik doelplaat)
252
Temperatuur te hoog
Afkoelen instrument
253
Temperatuur te laag
Opwarminstrument
255
Hardware fout
Schakel het apparaat meerdere keren
AAN / UIT. Neem contact op met uw
dealer als het symbool nog steeds
verschijnt bijstand.
8. Meetomstandigheden
8-1 Meetbereik
Het bereik is beperkt tot technische specificaties.
'S Nachts of schemering en als het doelwit in de schaduw ligt,
wordt het meetbereik zonder doelplaat vergroot. Gebruik een
richtplaat om het meetbereik bij daglicht te vergroten of als het
doel slechte reflectie-eigenschappen heeft.
8-2. Doeloppervlakken
Meetfouten kunnen optreden bij het meten in de richting van
kleurloze vloeistoffen (bijv. Water) of stofvrij glas, piepschuim of
vergelijkbare semi-permeabele oppervlakken. Streven naar
hoogglanzende oppervlakken kan de laserstraal afbuigen en tot
meetfouten leiden.
Tegen niet-reflecterende en donkere oppervlakken kan de
meettijd toenemen.
92
8-3. Zorg
Dompel het instrument niet onder in water. Veeg vuil weg met
een vochtige, zachte doek. Gebruik geen agressieve
schoonmaakmiddelen of oplossingen.
Behandel het instrument zoals een telescoop of camera.
9. Etikettering
93
D Das Gerat am Ende seiner Lebensdauer von den
anderen Abfallen getrennt werden muss. Der Benutzer
sollte das Great und alle seine Komponenten zusammen
mit einem geeigneten Zentrum des elektronischen und
elektrotechnischen Abfallrecyclingzentrum, das von ihren
ortlichen Behorden benannt ist, verteilen.
E Al final de su vida util, el dispositivo debe separarse de
los otros residuos. El usuario debe remitir el dispositivo y
todos sus componentes a un centro adecuado de centro
de reciclaje electrotécnico, designado por las autoridades
locales.
PT No final de sua vida, o dispositivo deve ser separado
dos outros residuos. O usuario deve consignar o
dispositivo e todos os seus componentes em um centro
apropriado dereciclagem de residuos eletronicos e
elotrotécticos, designado pelas autoridades locais.
NL Aan het einde van zijn levensduur moet het apparaat
van het andere afval worden gescheiden. Verzend het
apparaat en alle componenten samen naar een centrum
voor elektronisch en elektrotechnisch afvalrecycling,
aangewezen door uw lokale autoriteiten.
PL Pod koniec okresu eksploatacji urządzenie należy
oddzielić od pozostałych odpadów. Umieść urządzenie
wraz ze wszystkimi jego częściami w centrum centrum
przetwarzania odpadów elektronicznych i
elektrotechnicznych, wyznaczonego przez lokalne władze.
HU Életének végén az eszközt el kell különíteni a többi
hulladéktól. A készüléket és összes alkatrészét
elektronikus és elektrotechnikai hulladékhasznosító
központ központjába kell szállítani, amelyet a helyi
hatóságok jeleznek.
121
PT O produto contém baterias cobertas pela Diretiva
Europeia 2013/56/UE e que não podem ser descartadas
no lixo doméstico normal. Informe-se sobre as regras
locais sobre a coleta seletiva de baterias, pois o descarte
correto ajuda a evitar consequências negativas para o
meio ambiente e a saúde.
NL Het product bevat batterijen die onder de Europese
Richtlijn 2013/56/EU vallen en die niet met het normale
huisvuil weggegooid mogen worden. Informeer uzelf over
de lokale regels voor gescheiden inzameling van
batterijen, want correcte verwijdering helpt negatieve
gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen.
PL Produkt zawiera baterie objęte dyrektywą europejską
2013/56/UE, których nie można wyrzucać wraz ze
zwykłymi odpadami domowymi. Proszę zapoznać się z
lokalnymi przepisami dotyczącymi selektywnej zbiórki
baterii, ponieważ prawidłowa utylizacja pomaga
zapobiegać negatywnym konsekwencjom dla środowiska i
zdrowia.
HU A termék olyan elemeket tartalmaz, amelyekre a
2013/56/EU európai irányelv vonatkozik, és amelyeket
nem lehet a háztartási hulladékkal együtt megsemmisíteni.
Kérjük, tájékozódjon az elemek külön gyűjtésére
vonatkozó helyi szabályokról, mivel a helyes
hulladékkezelés segít megelőzni a környezetre és az
egészségre gyakorolt negatív következményeket.
123

Documenttranscriptie

Leggere questo manuale prima di accendere l'unità. Importanti informazioni di sicurezza all'interno. Read this manual before turning on the unit. Important safety information inside. Lisez ce manuel avant d'allumer l'appareil. Informations de sécurité importantes à l'intérieur. Lesen Sie dieses Handbuch, bevor Sie das Gerät einschalten. Wichtige Sicherheitsinformationen im Inneren. Lea este manual antes de encender el dispositivo. Información importante de seguridad en el interior. Leia este manual antes de ligar a unidade. Informações importantes sobre segurança no interior. Lees deze handleiding voordat u het apparaat inschakelt. Belangrijke veiligheidsinformatie binnenin. Przeczytaj instrukcję przed włączeniem urządzenia. Ważne informacje dotyczące bezpieczeństwa w środku. A készülék bekapcsolása előtt olvassa el ezt a kézikönyvet. Fontos biztonsági információk benne. 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructie……………………………………………………………….82 1-1. Toegestaan gebruik………………………………………………………………82 1-2. Verboden gebruik………………………………………………………………..82 1-3. Laserclassificatie………………………………………………………………….82 2. Opstarten…………………………………………………………………………………83 2-1. Batterijen plaatsen / vervangen (zie "Afbeelding A")………..83 2-2. Toetsenbord (zie "Afbeelding B")………………………………………..83 2-3. LCD-weergave (zie "Afbeelding C")……………………………………..83 3. Eerste bediening en instelling………………………………………………..84 3-1. In- en uitschakelen………………………………………………………………84 3-2. Knop Wissen…………………………………………………………………………84 3-3. Referentieniveau-instelling (zie “Afbeelding D”)……………….84 3-4. Gebruik van de statiefreferentie………………………………………..85 3-5. Multifunctioneel eindstuk…………………………………………………..85 3-6. Pieptooninstelling……………………………………………………………….85 3-7. Instelling afstandseenheid voor instrument……………………….85 4. Meten……………………………………………………………………………………..86 4-1. Enkele afstandsmeting……………………………………………………….86 4-2. Max en min-meting (zie “Figuur G”)………………………………….86 5. Functies...............................................................87 5-1. Optellen / aftrekken………………………………………………………….87 5-2. Reaumeting………………………………………………………………………..87 5-3. Volumemeting…………………………………………………………………….87 5-4. Indirecte meting………………………………………………………………..88 5-5. Indirecte meting - Bepaling van een afstand Met behulp van 3 metingen (zie "Figuur I")……………………………….88 5-6. Indirecte meting-bepalen van een afstand Met behulp van 3 metingen (zie "Afbeelding L")……………………….89 5-7. Historische opslag……………………………………………………………….89 5-8. Timer (zelfactiverend)……………………………………………………….89 5-9. Tilt meting………………………………………………………………………….90 6. Technische gegevens…………………………………………………………….91 7. Probleemoplossing-oorzaken en corrigerende maatregelen..92 8. Meetomstandigheden…………………………………………………………….92 8-1 Meetbereik…………………………………………………………………………..92 8-2. Doeloppervlakken……………………………………………………………….92 8-3. Zorg…………………………………………………………………………………….93 9. Etikettering……………………………………………………………………………93 81 1. Veiligheidsinstructie 1-1. Toegestaan gebruik • Afstanden meten • Computerfuncties, e. g. gebieden en volumes 1-2. Verboden gebruik • Gebruik van het instrument zonder instructie • Gebruik buiten de aangegeven limieten • Deactivering van veiligheidssystemen en verwijdering van verklarende en gevarenetiketten • Het openen van de apparatuur met behulp van gereedschap (schroevendraaiers, enz.), Voor zover niet specifiek toegestaan in bepaalde gevallen • Modificatie of conversie van het product uitvoeren • Gebruik van accessoires van andere fabrikanten zonder de uitdrukkelijke toestemming van ons. • Opzettelijk of onverantwoordelijk gedrag op steigers, bij gebruik van ladders, bij metingen in de buurt van draaiende machines of in de buurt van delen van machines of installaties die niet worden beschermd • Direct gericht op de zon • Onvoldoende waarborgen op de landmeetplaats (bijv. Bij metingen op wegen, bouwplaatsen, enz.) 1-3 Laserclassificatie Dit apparaat produceerde een zichtbare laserstraal die uit de voorkant van het instrument tevoorschijn kwam. Producten van Laserklasse 2: Staar niet in de laserstraal en richt deze niet onnodig op andere mensen. Oogbescherming wordt normaal geboden door afkeerreacties inclusief de knipperreflex. WAARSCHUWING: Rechtstreeks in de straal kijken met optische hulpmiddelen (bijv. Verrekijkers, telescopen) kan gevaarlijk zijn. Voorzorgsmaatregelen: Kijk niet rechtstreeks in de straal met optische hulpmiddelen. VOORZICHTIGHEID: In de laserstraal kijken kan gevaarlijk zijn voor de ogen. Voorzorgsmaatregelen: Kijk niet in de laserstraal. Zorg ervoor dat de laser boven of onder ooghoogte wordt gericht. 82 2. Opstarten 2-1. Batterijen plaatsen / vervangen (zie "Afbeelding A") 1- Verwijder het deksel van het batterijcompartiment. 2- Plaats batterijen en let op de juiste polariteit. 3- Sluit het batterijvak opnieuw. • Vervang de batterijen wanneer het symbool " " permanent op het display knippert. • Gebruik alleen alkaline batterijen. • Verwijder de batterijen voordat u deze langere tijd niet gebruikt om te voorkomen dat gevaar voor corrosie 2-2. Toetsenbord (zie "Afbeelding B") 1- ON / MEAS-knop 2- Timerknop 3- Knop met functies 4- Plus (+) knop 5- Knop opslag 6- Referentieknop 7- Knop Wissen / Uit 8- Kantelknop 9- Min (-) knop 10- Pieptoon / UNITS-knop 2-3. LCD-weergave (zie "Afbeelding C") 123456- Laser actief Referentieniveau (voorkant) Referentieniveau (achterkant) Referentieniveau (statief / eindstuk) Max en Min meting Gebieds- / volumemetingsfuncties Gebiedsmeting Volumemeting 7- Variabele indirecte meting Functies Enkele pythagorische meting Dubbele pythagorische meting Dubbele pythagorische meting (gedeeltelijke hoogte) meting Tilt meting 83 8- Elektronische horizontale luchtbel & nummer van record 9- Opname indicatie 10- Instrumentfoutwaarschuwing 11- Timer 12- Enkele / continue afstandsmeting 13- Batterij 14- Tussenlijn 1 15- Tussenlijn 2 16- Tussenlijn 3 17- Samenvatting lijn 3. Eerste bediening en instelling 3-1. In- en uitschakelen Schakelt het instrument en de laser in. Druk langer op deze knop om het instrument uit te schakelen. Het instrument schakelt automatisch uit na drie minuten inactiviteit. 3-2. Knop Wissen De laatste actie is geannuleerd of de gegevensweergave is gewist. Als u in de modus Geschiedenisopslag tegelijkertijd op de knop Opslag en de knop Wissen drukt, worden alle opslaggegevens in het geheugen gewist. 3-3. Referentieniveau-instelling (zie “Afbeelding D”) De standaard referentie-instelling bevindt zich aan de achterkant van het instrument. Druk op deze knop om de selectie uit het eindstuk, voorkant te maken. Een speciale pieptoon klinkt wanneer de referentieinstelling wordt gewijzigd. Na een herstart keert de referentie automatisch terug naar de standaardinstelling (achterreferentie). 84 3-4. Gebruik van de statiefreferentie De referentie moet correct worden aangepast om correcte metingen met een statief te kunnen uitvoeren. U kunt de referentie op het statief in- of uitschakelen door langer op de referentieknop te drukken. 3-5. Multifunctioneel eindstuk Het instrument kan worden aangepast voor de volgende meetsituaties Zie afbeelding (afbeelding E). • Voor metingen vanaf een rand, vouwt u de positioneringsbeugel uit tot deze eerst op zijn plaats klikt. • Voor metingen vanuit een hoek opent u de positioneringsbeugel totdat deze vastklikt en duwt u vervolgens de positioneringsbeugel licht naar rechts om deze volledig uit te klappen. Zie figuur (figuur F). 3-6. Pieptooninstelling Klik op de pieptoon / EENHEDEN-knop van de pieptoonindicatie kan worden in- of uitgeschakeld. 3-7. Instelling afstandseenheid voor instrument Klik langer op de knop om het volgende type eenheid te wijzigen, m, ft. In, ft + in en blijf vervolgens op de knop klikken voor de volgende eenheidsselectie 1 2 3 4 5 Afstand 0.000m 0.0in 01/16in 0.000ft 0'00" 1/16 Oppervlakte 0.000m2 0.000ft2 2 0.000ft 2 0.000ft 0.000ft2 Volume 0.000m3 0.000ft3 3 0.000ft 3 0.000ft 0.000ft3 85 4. Meten 4-1. Enkele afstandsmeting Druk op om de afstandsmeting te activeren. De gemeten waarde wordt onmiddellijk weergegeven. Druk langer op deze toets om de continue meetfunctie te activeren. U kunt op deze toets drukken om de continue meting te stoppen en langer indrukken zal het apparaat uitschakelen. 4-2. Max en min-meting (zie “Figuur G”) De continue meetfunctie (tracking) wordt gebruikt voor het overbrengen van metingen, bijvoorbeeld van bouwplannen. In de continue meetmodus kan het meetinstrument naar het doel worden verplaatst, waardoor de meetwaarde ongeveer wordt bijgewerkt. elke 0,5 seconde op de derde regel. De bijbehorende minimum- en maximumwaarden worden dynamisch weergegeven op de eerste en tweede regel. De gebruiker kan bijvoorbeeld van een muur naar de gewenste afstand gaan, terwijl de werkelijke afstand continu kan worden gelezen. De functie wordt automatisch beëindigd na een continue 500maal meting. 86 5. Functies 5-1. Optellen / aftrekken Afstand meten. De volgende meting wordt toegevoegd aan de vorige. De volgende meting wordt afgetrokken van de vorige. De laatste stap is geannuleerd. 5-2. Reaumeting Druk eenmaal op de knop Gebied / Volume. Het symbool verschijnt op het display. Druk op de knop om de eerste lengtemeting uit te voeren (bijv. Lengte). Druk opnieuw om de tweede lengtemeting (bijv. Breedte) uit te voeren. Het resultaat van de oppervlaktemeting wordt weergegeven op de derde regel, de individueel gemeten waarden worden weergegeven in regels 1 en 2. 5-3. Volumemeting Druk voor volumemetingen tweemaal op de knop Gebied / Volume totdat de indicator voor volumemeting op het display verschijnt. Druk op om de eerste afstandsmeting (bijv. Lengte) uit te voeren. Druk op om de tweede afstandsmeting uit te voeren (bijv. Breedte). Druk op om de derde afstandsmeting uit te voeren (bijv. Hoogte). Het resultaat van de oppervlaktemeting wordt weergegeven op de derde regel, de eerder gemeten waarden in lijnen 1, 2 en 3. 87 5-4. Indirecte meting Indirecte meting - het bepalen van een afstand met behulp van 2 hulpmetingen (zie "Afbeelding H"). bijv. bij het meten van hoogten die de meting van twee of drie metingen vereisen als volgende stap: Druk op de functieknop totdat het display toont . De te meten afstand knippert in het symbool. Richt op het bovenste punt (1) en start de meting. Na de eerste meting wordt de waarde overgenomen. Houd het instrument zo horizontaal mogelijk. Druk op om het afstandsresultaat van het horizontale punt (2) te meten. Het resultaat van de functie wordt weergegeven in de samenvattingsregel. 5-5. Indirecte meting - Bepaling van een afstand Met behulp van 3 metingen (zie "Afbeelding I") Druk op de functieknop totdat het display toont . De te meten afstand knippert in het symbool. Richt op het bovenste punt (1) en start de meting. Na de eerste meting wordt de waarde overgenomen. Houd het instrument zo horizontaal mogelijk. Druk op om het afstandsresultaat van het horizontale punt (2) te meten. Druk op om het afstandsresultaat van het onderste punt (3) te meten. Het resultaat van de functie wordt weergegeven in de samenvattingsregel. 88 5-6. Indirecte meting - Bepaling van een afstand Met behulp van 3 metingen (zie "Afbeelding L") Druk op de functieknop totdat het display toont . De te meten afstand knippert in het symbool. Druk hierop om het afstandsresultaat van het bovenste punt te meten. Druk hierop om het afstandsresultaat van het middelste punt te meten. Houd het instrument zo horizontaal mogelijk, richt op het punt en start de meting. Het resultaat van de functie wordt weergegeven in de samenvattingsregel. 5-7. Historische opslag De vorige 99 records (metingen of berekende resultaten) worden in de omgekeerde volgorde getoond. Gebruik de knoppen of om door deze records te navigeren. U kunt alle records wissen door tegelijkertijd op de knop Opslag en de knop Wissen te drukken in de historische opslagmodus 5-8. Timer (zelfactiverend) Druk op deze knop om een vertraging van 5 seconden in te stellen. U kunt de knop gebruiken om de vertraging te wijzigen (max. 60 seconden). Druk op deze knop, de resterende seconden totdat de meting (bijv. 59, 58, 57 ...) in een aftelling wordt weergegeven. De laatste 2 seconden knipperen en piepen sneller. Na de laatste pieptoon wordt de meting uitgevoerd en wordt de waarde weergegeven. 89 5-9. Tilt meting De hellingsensor meet hellingen tussen ± 90 °. Druk eenmaal op deze knop om de kantelsensor te activeren. Het symbool verschijnt op het display. De hellingswaarde wordt weergegeven op de tussenliggende regel 1. Druk op om de helling en de afstand te meten. De afstand (L) wordt weergegeven in de samenvattingslijn en de afstand (A) (B) berekend door α en L wordt weergegeven in de tussenliggende regel 2, 3. 90 6. Technische gegevens Technische specificaties Reeks Meetnauwkeurigheid tot 10m (2, standaardafwijking) Meeteenheden Laserklasse Lasertype Tilt metingen: Tilt sensor: Meetbereik Nauwkeurigheid (2σ, standaardafwijking) - naar laserstraal - naar de behuizing Gebied, Volumeberekeningen Indirecte meting met Pythagoras Indirecte meting met kanteling sensor (directe horizontale afstand) Hoekmeting met behulp van tilt sensor (± 90 °) Optellen / Aftrekken Continue meting Min / Max afstand volgen Timer (self-triggering) Displayverlichting en weergave met meerdere regels Multifunctioneel eindstuk Statief draad Piep indicatie Stofbescherming / spatwaterdicht Geschiedenis meetgegevens Toetsenbordtype Bedrijfstemperatuur Bewaar temperatuur Batterijduur Batterijen Auto laseruitschakeling Automatische instrumentuitschakeling Dimensie Gewicht Model 0,05 tot 80 m * (0,2 ft tot 229 ft *) Typisch: ±1.5mm** (±0.06in**) m,in,ft Klasse II 635nm, <1mW ±90° ±0.5° ±0.5° √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ IP54 99 Super zacht aanvoelend -10°C tot 50°C(14°F tot 122°F) -20°C tot 60°C(-4°F tot 140°F) tot 4.000 metingen Type “AAA” 2 x 1.5V na 30 minuten na 3 minuten 115 x 48 x 29mm 110g 91 * Gebruik een richtplaat om het meetbereik bij daglicht te vergroten of als het doel slechte reflectie-eigenschappen heeft! ** in gunstige omstandigheden (goede eigenschappen van het doeloppervlak, kamertemperatuur) tot 10 m (33 ft). In ongunstige omstandigheden, zoals intense zonneschijn, slecht reflecterend doeloppervlak of hoge temperatuurvariaties, kan de afwijking over afstanden boven 10 m (33 ft) met ± 0,15 mm / m (± 0,0018 in / ft) toenemen. 7. Probleemoplossing-oorzaken en corrigerende maatregelen Code Oorzaak 204 Rekenfout 208 Ontvangen signaal te zwak, meettijd te lang. Afstand> 50m 209 Ook signaal ontvangen sterk 252 Temperatuur te hoog 253 Temperatuur te laag 255 Hardware fout Corrigerende maatregel Herhaal procedure Gebruik doelplaat Doel te reflecterend (gebruik doelplaat) Afkoelen instrument Opwarminstrument Schakel het apparaat meerdere keren AAN / UIT. Neem contact op met uw dealer als het symbool nog steeds verschijnt bijstand. 8. Meetomstandigheden 8-1 Meetbereik Het bereik is beperkt tot technische specificaties. 'S Nachts of schemering en als het doelwit in de schaduw ligt, wordt het meetbereik zonder doelplaat vergroot. Gebruik een richtplaat om het meetbereik bij daglicht te vergroten of als het doel slechte reflectie-eigenschappen heeft. 8-2. Doeloppervlakken Meetfouten kunnen optreden bij het meten in de richting van kleurloze vloeistoffen (bijv. Water) of stofvrij glas, piepschuim of vergelijkbare semi-permeabele oppervlakken. Streven naar hoogglanzende oppervlakken kan de laserstraal afbuigen en tot meetfouten leiden. Tegen niet-reflecterende en donkere oppervlakken kan de meettijd toenemen. 92 8-3. Zorg Dompel het instrument niet onder in water. Veeg vuil weg met een vochtige, zachte doek. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen of oplossingen. Behandel het instrument zoals een telescoop of camera. 9. Etikettering 93 D – Das Gerat am Ende seiner Lebensdauer von den anderen Abfallen getrennt werden muss. Der Benutzer sollte das Great und alle seine Komponenten zusammen mit einem geeigneten Zentrum des elektronischen und elektrotechnischen Abfallrecyclingzentrum, das von ihren ortlichen Behorden benannt ist, verteilen. E – Al final de su vida util, el dispositivo debe separarse de los otros residuos. El usuario debe remitir el dispositivo y todos sus componentes a un centro adecuado de centro de reciclaje electrotécnico, designado por las autoridades locales. PT – No final de sua vida, o dispositivo deve ser separado dos outros residuos. O usuario deve consignar o dispositivo e todos os seus componentes em um centro apropriado dereciclagem de residuos eletronicos e elotrotécticos, designado pelas autoridades locais. NL – Aan het einde van zijn levensduur moet het apparaat van het andere afval worden gescheiden. Verzend het apparaat en alle componenten samen naar een centrum voor elektronisch en elektrotechnisch afvalrecycling, aangewezen door uw lokale autoriteiten. PL – Pod koniec okresu eksploatacji urządzenie należy oddzielić od pozostałych odpadów. Umieść urządzenie wraz ze wszystkimi jego częściami w centrum centrum przetwarzania odpadów elektronicznych i elektrotechnicznych, wyznaczonego przez lokalne władze. HU – Életének végén az eszközt el kell különíteni a többi hulladéktól. A készüléket és összes alkatrészét elektronikus és elektrotechnikai hulladékhasznosító központ központjába kell szállítani, amelyet a helyi hatóságok jeleznek. 121 PT – O produto contém baterias cobertas pela Diretiva Europeia 2013/56/UE e que não podem ser descartadas no lixo doméstico normal. Informe-se sobre as regras locais sobre a coleta seletiva de baterias, pois o descarte correto ajuda a evitar consequências negativas para o meio ambiente e a saúde. NL – Het product bevat batterijen die onder de Europese Richtlijn 2013/56/EU vallen en die niet met het normale huisvuil weggegooid mogen worden. Informeer uzelf over de lokale regels voor gescheiden inzameling van batterijen, want correcte verwijdering helpt negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid te voorkomen. PL – Produkt zawiera baterie objęte dyrektywą europejską 2013/56/UE, których nie można wyrzucać wraz ze zwykłymi odpadami domowymi. Proszę zapoznać się z lokalnymi przepisami dotyczącymi selektywnej zbiórki baterii, ponieważ prawidłowa utylizacja pomaga zapobiegać negatywnym konsekwencjom dla środowiska i zdrowia. HU – A termék olyan elemeket tartalmaz, amelyekre a 2013/56/EU európai irányelv vonatkozik, és amelyeket nem lehet a háztartási hulladékkal együtt megsemmisíteni. Kérjük, tájékozódjon az elemek külön gyűjtésére vonatkozó helyi szabályokról, mivel a helyes hulladékkezelés segít megelőzni a környezetre és az egészségre gyakorolt negatív következményeket. 123
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Beta 1693M Handleiding

Type
Handleiding