Nice Automation FT210 de handleiding

Type
de handleiding
FT210
Optical Device
Installation instructions and warnings
Istruzioni ed avvertenze per l’installatore
Instructions et avertissements pour l'installateur
Anweisungen und Hinweise für den Installateur
Instrucciones y advertencias para el instalador
Aanwijzingen en aanbevelingen voor de installateur
Instrukcje i ostrzeżenia dla instalatora
87
NL
FT210 is een inrichting waarmee het mogelijk is het probleem
van de elektrische aansluitingen van contactlijsten op bewegen-
de vleugels op te lossen. Ze bestaat uit een zender met infraro-
de stralen (TX), die door een batterij met lange levensduur van
stroom wordt voorzien; ze dient op de bewegende vleugel aan-
gebracht te worden waarop de contactlijst gekoppeld wordt.
Hierbij komt een ontvanger (RX) die op het vaste deel wordt
aangebracht en normaal van stroom wordt voorzien:
12÷24Vac/dc.
De contactlijst, van het type met een constante
weerstand 8,2K, wordt voortdurend door de zender gecontro-
leerd en de status van activering of inactivering wordt naar de
ontvanger verzonden. De ontvanger RX interpreteert de ontvan-
gen informatie en. op grond van de status van de lijst activeert hij
al dan niet de 2 relais van de uitgang ALT en ALT1 (ook FOTO als
de jumper JP2 van de ontvanger uitgeschakeld is. Zie tabel 2). De
communicatie tussen TX en RX is met zeer veilige technieken
gecodeerd zodat de gehele inrichting conform de veiligheidscate-
gorie 3 voor defecten volgens de norm EN 954-1 is en dus bruik-
baar is in systemen PSPE conform de norm EN 12978.
Wanneer de fotoinrichting FT210 geassembleerd is vol-
gens de aanwijzingen en voorzien is van de specifieke
contactlijst TCB65, verklaart de fabrikant dat die in
overeenstemming is met onderstaande normen:
• Wanneer de fotoinrichting FT210 geassembleerd is vol-
gens de aanwijzingen en voorzien is van de specifieke con-
tactlijst TCB65, verklaart de fabrikant dat die in overeen-
stemming is met onderstaande normen:
EN 1760-2 Veiligheid van machines - Veiligheidsinrichtingen
die op indrukken daarvan reageren - Algemene beginselen
voor het ontwerpen en testen van contactlijsten en -staven.
EN 12978 - Deuren en poorten voor industrie handel en
garages. Veiligheidsinrichtingen voor door motoren aange-
dreven deuren en poorten - Vereisten en testmethodeno
Let op: de FT210 alleen is geen volledige veiligheidsinrich-
ting maar maakt slechts deel daarvan uit!
Als TX en RX zo worden gepositioneerd dat de optische
communicatie via de opening plaatsvindt (zie afbeelding 1),
kan de inrichting ook gebruikt worden als obstakeldetectie-
inrichting (type D volgens de norm EN 12453); een voorwerp
dat de straal onderbreekt, veroorzaakt immers deactivering
van het specifieke derde relais van uitgang FOTO.
1) Aanbevelingen
Deze handleiding met aanwijzingen bevat belangrijke informa-
tie met betrekking tot de veiligiheid voor de installatie; u dient
alle aanwijzingen eerst te lezen voordat u met de installatie
gaat beginnen. Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat ze
ook in de toekomst geraadpleegd kan worden. Met het oog op
de gevaren die zich tijdens het installeren en het gebruik van
FT210 kunnen voordoen, is het voor een zo groot mogelijke
veiligheid noodzakelijk dat de installatie met volledige inachtne-
ming van wetten, normen en voorschriften uitgevoerd wordt.
Volgens de meest recente Europese wetgeving vatlt de
automatisering van een deur of een poort onder de bepa-
lingen van de Richtlijn 98/37/EG (Machinerichtlijn) en met
name, onder de normen: EN 13241-1 (geharmoniseerde
norm); EN 12445; EN 12453 en EN 12635, op grond waar-
van het mogelijk is te verklaren dat de automatisering in
overeenstemming met de Machinerichtlijn is.
Verdere inlichtingen, richtlijnen ten aanzien van risico's en het
samenstellen van het technisch dossier zijn beschikbaar
op:“www.niceforyou.com”. Deze handleiding is uitsluitend
bestemd voor technisch personeel dat voor de installatie gekwali-
ficeerd is en geen enkele andere informatie die in dit dossier is ver-
vat, kan als interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd!
Leder ander gebruik van FT210 dan van wat in deze aanwij-
zingen voorzien is, is verboden; oneigenlijk gebruik kan gevaar
of schaden en letsel aan zaken en mensen veroorzaken.
Breng geen wijzigingen aan onderdelen aan, indien dit niet in deze
handleiding is voorzien. Dergelijke handelingen kunnen alleen
maar storingen veroorzaken. NICE wijst elke aansprakelijkheid
voor schade tengevolge van gewijzigde artikelen van de hand.
• FT210 mag uitsluitend via rechtstreekse interpolatie functi-
oneren; gebruik via reflectie
Gebruik de juiste geleiders voor de elektrische aansluitingen
zoals u dat in het hoofdstuk “Installatie” kunt vinden.
Vergewis u ervan dat de elektrische stroomvoorziening en de
overige gebruiksparameters overeenstemmen met de waarden
zoals die in de tabel “Technische gegevens” opgevoerd zijn.
Vervaardiging van veiligheidsinrichtingen voor automati-
sche deuren en poorten is onderworpen aan onderstaan-
de regelgeving:
EN 12453 Deuren en poorten voor industrie, handel en
garages. Veiligheid bij het gebruik van door motoren
aangedreven deuren - Vereisten
EN 12978 - Deuren en poorten voor industrie, handel en
garages. Veiligheidsinrichtingen voor door motoren aan-
gedreven deuren en poorten - Vereisten en testmethodes.
Installatie en aansluiting van FT210 met het doel een veilig-
heidsinrichting te vervaardigen, zonder aan de vereisten van
deze normen te voldoen komt overeen met nalatigheid en
opzettelijk misbruik!
Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksge-
schiktheid van dit product in samenhang met de Richtlijn
"Elektromagnetische Compatibiliteit" 89/336/EEG en daar-
opvolgende wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG:
Dit product is in de meeste kritieke gebruikssituaties onder-
worpen aan tests met betrekking tot elektromagnetische
compatibiliteit, in de configuraties zoals die in deze handlei-
ding voorzien zijn en in combinatie met de artikelen uit de
productencatalogus van Nice S.p.A. De elektromagnetische
compatibiliteit zou niet gegarandeerd kunnen worden als het
product gebruikt wordt met andere producten, die niet voor-
zien zijn; het is verboden dit product in deze situaties te
gebruiken tot de installateur heeft gecontroleerd of het vol-
doet aan de in de richtlijn gestelde eisen.
2) Beschrijving van het product en gebruiksdoel
1
TX
RX
88
Met de mogelijkheid de FT210 over 210° op de horizontale as en 30° op de verticale as te richten, kan ze ook gebruikt wor-
den waar bevestigingsvlakken een correcte uitlijning tussen TX en RX zouden beletten (zie afbeelding 2).
Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd
te worden terwijl er geen stroom op de installatie staat;
indien er een bufferbatterij aanwezig is, dient deze los-
gekoppeld te worden.
3.1) Controles vooraf
Omdat het product zo bijzonder en uniek is, dient u alvorens
met de installatie te beginnen enkele aspecten met betrek-
king tot het werkingsprincipe te beoordelen teneinde een zo
groot mogelijke veiligheid en functionaliteit te verkrijgen.
Controleer zorgvuldig of de gebruiksparameters overeen-
komen met de gegevens zoals die in het hoofdstuk “tech-
nische gegevens” zijn vermeld. Gebruik in geval van twijfel
het product niet en vraag de technische dienst van Nice
om opheldering.
De zender controleert voortdurend de staat van de contact-
lijst en verzendt de informatie naar de ontvanger. Om het ver-
bruik van de batterij te beperken maar toch de verlangde vei-
ligheid te garanderen, gebeurt dit met 2 verschillende "snel-
heden": LANGZAAM wanner de poort stil staat; SNEL wan-
neer de poort in beweging is. De zender herkent de staat van
de poort in beweging via een speciale sensor die de trillingen
van de poort in beweging waarneemt. Zodra de poort in
beweging komt, gaat de zender over naar de modus SNEL
en blijft daar tot wanneer de poort 10 of 90 seconden stil blijft
staan (zie jumpers JP2 en JP3 in tabel 1).
Om het verlangde veiligheidsniveau te kunnen garanderen
moet de ontvanger de staat van de poort kennen, vooral om
te controleren of de modus LANGZAAM of SNEL van de
zender correct is. Dit controlemechanisme vindt via de
ingang "FOTOTEST" van de ontvanger plaats (zie ook de
voorbeelden van aansluiting op afbeelding 18 en 19). Over
het algemeen wordt er in de besturingseenheden aan het
begin van elke manoeuvre een Fototest uitgevoerd; op deze
manier wordt de ontvanger van FT210 erover geïnformeerd
dat de poort binnen enkele momenten zal gaan bewegen.
Als de besturingseenheid niet over Fototest beschikt, is het
toch mogelijk de inrichting FT210 te gebruiken, en wel
door de ingang FOTOTEST van FT210 op de uitgang SCA
van de besturingseenheid aan te sluiten; in dat geval dient
er op de uitgang SCA (Controlelampje Poort Open) een
onderbroken (knipperend) signaal tijdens de gehele duur
van de manoeuvre aanwezig te zijn (zie voorbeeld voor
aansluiting op afbeelding 20).
Als de besturingseenheid evenmin over de uitgang SCA
beschikt, zal de FT210 in de voortdurende modus SNEL
geprogrammeerd moeten worden door de jumper JP3 op TX
los te halen (zie tabel 1).
In de besturingseenheden waarin de FOTOTEST alleen aan
het begin van de openingsmanoeuvre wordt uitgevoerd en
de sluiting weer automatisch verloopt, is het noodzakelijk 90
seconden te wachten bij de overschakeling van de modus
SNEL naar LANGZAAM wanneer de poort gesloten is (zie
JP2 in tabel 1). Op deze manier zal de TX voor de gehele
openingsduur van de poort in de modus SNEL blijven.
Natuurlijk moet de pauzeduur van de besturingseenheid
korter dan 90 seconden zijn.
FT210 is uitgedacht om andere fotocellen niet te storen en
om door hen niet gestoord te worden; dit betekent dat
FT210 met andere fotocellen gecombineerd kan worden.
Werking wordt gegarandeerd met tenminste één ander stel
door Nice vervaardigde fotocellen, terwijl de werking met
meer dan een stel of met fotocellen van andere fabrikanten
niet gegarandeerd zou kunnen worden. In elk geval dient
u, om te controleren dat er geen interferentie met andere
inrichtingen bestaat, zorgvuldig de procedure voor de
eindtekst zoals die in hoofdstuk 4 voorzien is, uit te voeren
en de specifieke signalering in tabel 5 te controleren
U kunt echter twee inrichtingen FT210 gebruiken om de
voorzijde en achterzijde van een zelfde poort te controle-
ren, gezien het feit dat in dit geval de twee TX het signaal
in twee tegenoverliggende richtingen verzenden.
Er kunnen geen twee inrichtingen FT210 gebruikt worden
om hetzelfde gebied te controleren; als een ontvanger het
signaal van twee zenders mocht waarnemen zou deze zich
in de staat van “veiligheid” stellen en beletten dat de poort
zou bewegen. Zie de specifieke signalering in tabel 5.
Een voorbeeld van een correcte installatie ziet u op afbeelding 3.
!
3) Installatie
2
3
89
NL
De zender TX van de FT210 zendt een straal uit onder een hoek van ongeveer ±4°; een perfecte uitlijning tussen TX en RX
is dientengevolge noodzakelijk die over de gehele loop van de poort constant moet blijven.
Op afbeelding 4 ziet u een correcte montage; op afbeelding 5 vindt u twee voorbeelden van een verkeerde montage.
Al naar gelang de noodzaak kan de ontvanger geïnstalleerd worden op het speciale zuiltje MOCF met het daarvoor bestemde
accessoire FA2 (zie afbeelding 6) of aan de wand bevestigd worden; in dit geval kan de kabel vanaf de bodem binnenkomen
(zie afbeelding 7) of van beneden; in dit geval dient u een kabelklem van het type “PG9” toe te voegen (zie afbeelding 8).
3.2) Bevestiging van de inrichtingen
Verricht de installatie en de bevestiging van de inrichtingen in de hieronder vermelde volgorde:
1. Om het bevestigen gemakkelijker te maken is het mogelijk de elektronische kaart van de bodem te scheiden door deze met
een schroevendraaier in de drie klikverbindingen op te tillen zoals dat op afbeelding 9 is aangegeven
2. Bevestig de ontvanger zoals dat op afbeelding 10 is aangegeven.
4 5
6 7 8
9
10
90
3. Monteer de zender op de beweegbare vleugel zoals dat op afbeelding 11 is aangegeven
4. Voer op de zender de elektrische aansluiting van de contactlijst, van het type met constante weerstand 8,2K, uit, zoals dat op
afbeelding 12 te zien is. De weerstand die op de klemmetjes van de TX aanwezig is, dient verwijderd te worden en gebruikt te worden
als eindweerstand van de contactlijst, of kan niet gebruikt worden indien de lijst over een eigen eindweerstand beschikt.
Indien de contactlijst over een uitgang met 2 onafhankelijk beschikbare contacten NC
beschikt, is het mogelijk deze aan te sluiten - zoals dat op afbeelding 13 weergegeven
is - door de weerstand van 8,2K in serie tussen de twee contacten te plaatsen. Con-
troleer of de fabrikant van de contactlijst tenminste de veiligheidscategorie 3 voor
defecten volgens de norm EN 954-1 certificeert.
Let op!: gebruik geen contactlijsten die als uitgang één enkel contact van het type NC heb-
ben, daar zij niet de door de normen verlangde categorie van weerstand zouden hebben.
5. Verricht de elektrische aansluitingen volgens de aanwijzingen vervat in de handlei-
ding van de besturingseenheid. Zie ook de voorbeelden van aansluiting in het hoofd-
stuk 3.3 “Elektrische aansluitingen”.
6. Richt de lenzen zoals dat op afbeelding 14 te zien is zodat u de best mogelijke uit-
lijning tussen TX en RX verkrijgt. De correcte uitlijning zal daarna in het hoofdstuk 4
“Eindtest” gecontroleerd worden.
7. Programmeer de jumpers zowel op TX als op RX (zie afbeelding 15) volgens de aan-
wijzingen in de tabel 1-2 voor de gewenste werking. Leg de eventueel niet gebruikte jum-
pers in het vakje daarvoor zodat u die later nog zou kunnen gebruiken (zie de afbeeldin-
gen 16 - 17).
FOTOTEST
FOTOTEST
0Vac/dc
24Vac/dc
RXTX
L
L1
L2
L3
L4
JP1
JP2
JP1
JP2
JP3
-
+
ALT
COM
ALT1
COM
FOTO
COM
Sensitive Device
3,6 V
11 12 13
14
16
1715
91
NL
Jumper Positie Beschrijving
Ingeschakeld Ingang Fototest aangesloten op de uitgang Fototest van de besturingseenheid
Ingang Fototest aangesloten op de uitgang S.C.A. van de besturingseenheid; of ingang
Uitgeschakeld Fototest onaangesloten als de besturingseenheid noch over Fototest noch over de uitgang
SCA beschikt (Let op: alleen mogelijk wanneer JP3 op de TX uitgeschakeld is)
Onderbreking van de infrarode straal veroorzaakt opening van het contact FOTO
Activering van de contactlijst veroorzaakt opening van het contact ALT en na 1,5s van het
contact ALT1
Onderbreking van de infrarode straal veroorzaakt opening van het contact FOTO
Activering van de contactlijst veroorzaakt opening van het contact ALT en na 1,5s van het
contact ALT en ALT1. Te gebruiken in die besturingseenheden welke geen omkering voor
zien bij tussenkomst van ALT.
Uitgeschakeld
JP2
Jumper Positie Beschrijving
Ingeschakeld Vermogen van de zender geschikt voor poorten tot 15 meter
Uitgeschakeld Vermogen van de zender geschikt voor poorten tot 7 meter
Ingeschakeld Schakelt over op overseining LANGZAAM 10 seconden na afloop van de manoeuvre (zie
ook JP3)
Uitgeschakeld Schakelt over op overseining LANGZAAM 90 seconden na afloop van de manoeuvre (zie
ook JP3)
Ingeschakeld Na afloop van de manoeuvre schakelt over op overseining LANGZAAM
Uitgeschakeld Schakelt nooit over op overseining LANGZAAM maar blijft altijd in de modus SNEL
Tabel 1: jumpers op de zender TX
JP1
JP2
JP3
Tabel 2: jumpers op de ontvanger RX
JP1
Ingeschakeld
3.3) Elektrische aansluitingen
In dit hoofdstuk worden de elektrische aansluitingen beschreven en enkele mogelijke aansluitingsschema's op basis van het
type besturingseenheid dat in de automatisering gebruikt is. Gebruik in geval van twijfel het product niet en vraag de techni-
sche dienst van Nice om informatie.
Aansluiting Type kabel Maximale lengte Beschrijving
12÷24V 2x0,5mm
2
30m Stroomvoorziening van de ontvanger; gelijkstroom of wissel
stroom
Fototest 2x0,25mm
2
30m
Ingang voor test aan het begin van de manoeuvre; deze kan
aangesloten worden op spanningen in gelijkstroom of wisselstroom;
dit is niet gebonden aan de klemmetjes voor stroomtoevoer.
Contacten uitgangen 2x0,25mm
2
30m Contacten van de uitgangrelais; normaal dicht (NC) wanneer
de ontvanger onder spanning staat en actief is (zie tabel 4)
Tabel 3: lijst van aansluitingen
Uitgang Contact relais Beschrijving
FOTO
Dicht Er zijn geen obstakels en de door TX verzonden gegevens worden correct ontvangen.
Open Er zijn obstakels en de door TX verzonden gegevens worden niet correct ontvangen.
De uitgang FOTO (fotocel) dient op de ingang van de besturingseenheid aangesloten te worden die omkering van de
manoeuvre veroorzaakt, normaal bestemd voor obstakeldetectie-inrichting van het type D
ALT
Dicht Op de contactlijst aangesloten op de TX wordt geen druk uitgeoefend
Open Op de contactlijst aangesloten op de TX wordt druk uitgeoefend
De uitgang ALT moet aangesloten worden op de ingang van de besturingseenheid die een stop veroorzaakt en eventuele
omkering van de bewegingsrichting, normaal bestemd voor de contactinrichtingen PSPE
ALT1
Dicht Op de contactlijst aangesloten op de TX wordt geen druk uitgeoefend
Open Na 1,5 seconden als er op de op TX aangesloten contactlijst druk uitgeoefend wordt
De uitgang ALT1 moet op de tweede ingang van de besturingseenheid worden aangesloten die een stop veroorzaakt en even-
tuele omkering van de bewegingsrichting, normaal bestemd voor de contactinrichtingen PSPE.
Indien deze tweede ingang op de besturingseenheid niet beschikbaar is, kunt u het volgende doen:
Gebruik de uitgang ALT1 om een relais met een adequaat vermogen aan te sturen die de stroomvoorziening rechtstreeks
naar de motor onderbreekt (zie afbeelding 18).
Gebruik de uitgang ALT1 niet en schakel JP2 op de RX uit; op deze manier veroorzaakt activering van de contactlijst dat het
contact FOTO open gaat waarbij ook in dit geval de veiligheidscategorie 3 bij defecten gegarandeerd wordt.
Tabel 4: beschrijving uitgangen RX
92
3.3.1) Voorbeeld van algemene aansluiting
Op afbeelding 18 zie u een voorbeeld van een alge-
mene aansluiting van FT210 op een besturingseen-
heid met ingangen FOTO; ALT en voorzien van uit-
gang voor Fototest. In deze configuratie dient u de
jumpers van de ontvanger RX als volgt in te stellen:
• JP1 ingeschakeld
• JP2
ingeschakeld, als activering van de ingang
ALT van de besturingseenheid onderbreking
en omkering van de beweging tot gevolg
heeft (in dit geval kan het op ALT1 op afbeel-
ding 18 aangesloten relais verwijderd worden
en moet het contact van ALT1 serieel op
FOTO worden geschakeld en op de ingang
FOTO van de besturingseenheid aangeslo-
ten, zoals u op afbeelding 19 en 20 ziet)
uitgeschakeld, als activering van de
ingang ALT van de besturingseenheid
alleen tot gevolg heeft dat de beweging
onderbroken wordt
M1
FOTO
COM
ALT
COM
FOTOTEST
FOTOTEST
0Vac
24Vac
FOTO
ALT
COM
FOTOTEST
24Vac
0V
230Vac
Relè con bobina a
24Vac
FT210
ALT1
COM
3.3.2) Voorbeeld van aansluiting met bestu-
ringseenheid voorzien van “Fototest”
Op afbeelding 19 vindt u een voorbeeld van aanslui-
ting van FT210 op de besturingseenheid van de
reductiemotor ROBO model “RO300” met gebruik-
making van de functie Fototest. In deze configuratie
dient u de jumpers van de ontvanger RX als volgt in
te stellen:
• JP1 ingeschakeld
• JP2 ingeschakeld (besturingseenheid met
omkering van de beweging bij activering van
de ingang ALT)
FOTO
COM
ALT
COM
ALT1
COM
FOTOTEST
FOTOTEST
0Vac
24Vac
FT210
FCC
FCA
FOTO
P. P.
STROOMTOEVOER
1
2
3
GND
L
N
5
4
6
7
LUX
Max 40W
GEBRUIKERSLICHT
11
9
8
10
12
13
FOTOTEST
24 Vac
0 Vac
ALT
P. P.
FOTO
3.3.3) Voorbeeld van aansluiting met bestu-
ringseenheid voorzien van uitgang SCA
Op afbeelding 20 vindt u een voorbeeld van aanslui-
ting van FT210 op de besturingseenheid van de
reductiemotor ROBO model RO1000 waarbij
gebruik gemaakt wordt van de uitgang SCA.
In deze configuratie dient u de jumpers van de ont-
vanger RX als volgt in te stellen:
• JP1 uitgeschakeld
• JP2 iingeschakeld (besturingseenheid met
omkering van de beweging bij activering van
de ingang ALT)
FOTO
COM
ALT
COM
ALT1
COM
FOTOTEST
FOTOTEST
0Vac
24Vac
FT210
43
1
3
2
4
FOTO
FCC
FCA
CH
P. P.
AP
10
7
5
6
9
8
13
12
11
41
42
44
50 Hz
220 V
LUX
FOTO
COM
200mA
24 V ~
ALT
SCA
CH
AP
P. P.
2¯ Ch
RADIO
ANT.
18
19
20
93
NL
Elke afzonderlijke component van het automatisme veriest een specifieke eindtest. Voor de eindtest van “FT210” dient u de
volgende reeks handelingen te verrichten. Indien er 2 inrichtingen aanwezig zijn, één aan de voorzijde van de vleugel en een
aan de achterzijde (zie afbeelding 3) dienen de handeling voor beide inrichtingen uitgevoerd te worden.
Let op!: op sommige punten zijn er controles vereist waarbij de poort in beweging is; aangezien de automatisering dan niet vol-
doende VEILIG ZOU KUNNEN ZIJN, dient u de grootste oplettendheid te betrachten bij het verrichten van deze controles.
1. Controleer dat alle voorschriften uit deze handleiding en met name die uit de hoofdstukken 1 “Aanbevelingen” en 3 “Installatie”
nauwgezet in acht zijn genomen
2. Ongrendel de vleugel van de poort helemaal en open deze, waarbij u de TX zover mogelijk van de RX plaats.
3. Verifieer dat er geen enkel obstakel is tussen TX en RX.
4. Indien er stroom aanwezig is dient u die van de ontvanger los te koppelen en de batterij uit de zender te halen.
5. Haal de contactinrichting van de klemmetjes van de TX en meet met een ohmeter de waarde van de weerstand van deze
inrichting; controleer of de waarde tussen 7700 en 8700 (nominal 8200 ligt).
6. Druk op de contactlijst om die te activeren en meet opnieuw de waarde van de weerstand; controleer of de waarde lager
dan 1000 of hoger dan 16500 is.
7. Sluit de contactinrichting weer op de klemmetjes van de TX aan
8. Voorzie de ontvanger weer van elektrische stroom en controleer of de ledlampjes L1 (Ir Level), L2 (Fototest Ko) en L3 (Sen-
sitive Device Ko) branden; controleer of het ledlampje L4 (Sensitive Device Ok) uit is (zie afbeelding 30).
9. Haal de jumper JP3 op de TX weg zodat deze altijd in de modus SNEL uitseint.
10. Als de afstand tussen TX en RX de 7m overschrijdt, dient u te controleren of de jumper JP1 op de TX ingeschakeld is (dus
geprogrammeerd voor afstanden van maximaal 15m).
11. Breng de batterij FTA1 of FTA2 op de TX aan (zie de afbeeldingen 33 of 34).
12. Controleer op de ontvanger RX of het ledlampje L1 (Ir Level) knippert; of de ledlampjes L2 (Fototest Ko) en L4 (Sensitive
Device Ok) branden en het ledlampje L3 (Sensitive Device Ko) uit is.
13. Zo nodig kunt de uitlijning verbeteren door de lenzen op de TX en de RX te richten, zoals u kunt zien op afbeelding 14.
Volg de signalering van het ledlampje (Ir Level); hoe kleiner de snelheid is, hoe beter de uitlijning; optimale afstelling er is wan-
neer het ledlampje L1 langzaam knippert, ten hoogste 3 knipperingen per seconde.
14. Voer de test opnieuw uit waarbij u de het bovendeel van het veiligheidsomhulsel zowel op de TX als op de RX aanbrengt. Let
erop dat op het omhulsel van de RX een filter zit dat slechte weersomstandigheden die zich bij gebruik kunnen voordoen, nabootst.
15. Verplaats de poortvleugel over de gehele loop-
lengte en controleer aan de hand van het knipperen
van het ledlampje L1 of de uitlijning nog steeds opti-
maal blijft.
16. Verifieer bij het controleren van FT210 of de opti-
sche detectie-eenheid (type D) correct werkt; ga met
name na of er geen interfentie met andere inrichtingen
optreedt; hiervoor beweegt u een cilinder met een
doorsnede van 50mm op de optische as, eerst in de
nabijheid van de TX, daarna in de nabijheid van de RX
en tenslotte midden tussen die twee in (zie afbeelding
22). Controleer of in alle gevallen de inrichting in wer-
king treedt door van de actieve staat op de alarmtoe-
stand over te gaan (led L1 aan) en andersom.
3.3.4) Aansluiting van 2 of meer contactlijsten
De zender van FT210 beschikt over één enkele ingang voor contactlijsten, maar het is mogelijk twee of meer contactlijsten die
dezelfde functie vervullen, via een cascadeschakeling de één na de ander zoals dat op afbeelding 21 te zien is, aan te sluiten
waarbij één enkele weerstand van 8,2kohm. Aan het eind geplaatst wordt.
Let op!: de inrichtingen met een constante weerstand moeten via een cascadeschakeling gekoppeld worden en nooit serieel
of parallel aan elkaar!
4) Eindtest
21
22
23
24
25
94
17. Verifieer bij het controleren van FT210 of de con-
tactinrichting PSPE correct werkt; druk op de con-
tactlijst en laat die weer los zoals dat op afbeelding
23te zien is en ga na of het ledlampje L4 uit gaat en
het ledlampje L3 aan gaat en omgekeerd.
18. Als dit de gewenste programmering is, brengt u
de jumper JP3 op de TX aan zodat enige seconden
na afloop van de manoeuvre de overseining op de in
de modus LANGZAAM overschakelt.
19. Indien de in het voorgaande punt beschreven
handeling uitgevoerd is, dient u te controleren of na
afloop van de voorziene tijd (zie JP2 in tabel 1) de
zender op de modus LANGZAAM overschakelt. U
herkent overseining in de modus LANGZAAM door-
dat het ledlampje L1 herhaaldelijk vier maal kort
knippert gevolgd door een pauze.
20. Haak de vleugel mechanisch aan de motor en
voer een aangestuurde manoeuvre van de poort uit.
Controleer intussen of bij het begin van de manoeu-
vre het ledlampje L2 dooft waarmee aangegeven
wordt dat de test van de sensor die de trillingen van
de bewegende poort meet, tot een goed einde is
gekomen.
21. Voer verschillende manoeuvres met de poort uit
en controleer of de openings-en sluitmanoeuvre cor-
rect en zonder omkering van de manoeuvre plaats
vinden.
22. Voer nog enkele manoeuvres uit en handel tij-
dens de sluitmanoeuvre op de optische obstakelde-
tectie-inrichting zoals dat in punt 15 is aangegeven;
controleer of de voorziene handeling bijvoorbeeld
omkering van de manoeuvre teweeg brengt.
23. Voer nog enkele manoeuvres uit en handel tij-
dens de sluitmanoeuvre op de contactlijst zoals dat
op punt 16 is aangegeven; controleer of de voorzie-
ne handeling bijvoorbeeld omkering van de
manoeuvre teweeg brengt.
24. Controle van de optische obstakeldetectie-
inrichting (type D) volgens de norm EN 12445 di
FT210; deze controle dient uitgevoerd te worden
volgens de eisen uit hoofdstuk 7 van de norm EN
12445:2000 (of bijlage A in prEN12445:2005) met
het testblok 700x300x200mm waarvan 3 vlakken
mat zwart zijn en 3 glanzend wit of spiegelend, zoals
te zien op afbeelding 24e.
25. Controle van de contactinrichting PSPE van
FT210 volgens de norm EN 12445; indien gevaar-
lijke situaties als gevolg van de beweging van de
vleugel worden voorkomen door de stootkracht te
beperken (type C). dient deze kracht volgens de
voorschriften uit hoofdstuk 5 van de norm EN 12445
met het specifieke instrument op de voorziene pun-
ten gemeten te worden.
26. Na alle voorgaande punten gecontroleerd te heb-
ben haalt u het filter van het glaasje van de ontvan-
ger RX weg, zoals dat op afbeelding 25 te zien is.
27. Na afloop van de eindtest gelieve u eraan te
denken alle kastjes van de verschillende inrichtingen
te sluiten.
95
NL
5.1) Voorbeelden van toepassing van FT210 als
obstakeldetectie-inrichting
U kunt de FT210 als een eenvoudige obstakeldetec-
tie-inrichting van het type D, dus zonder aansluiting
op de contactlijst, gebruiken. Op afbeelding 26 ziet
u een voorbeeld van aansluiting bij dit soort gebruik
van de foto-inrichting FT210.
In dit geval dient u als volgt te werk te gaan:
1. Verricht de montage zoals dat in de paragraaf
“Installatie” behandeld is.
2. Schakel de jumper “JP3” van de zender uit zodat
overdracht steeds in de modus SNEL verloopt
3. Gebruik alleen de uitgang FOTO van de ontvanger.
4. Sluit aan en gebruik de Fototest als de besturings-
eenheid deze functie aanstuurt. In dit geval dient de
jumper JP1 van de ontvanger ingeschakeld te worden.
5. Als de besturingseenheid alleen over de uitgang
SCA beschikt, dient u deze op de ingang Fototest van
de ontvanger aan te sluiten. De jumper JP1 van de
ontvanger moet uitgeschakeld worden.
6. Als u op de besturingseenheid over geen enkele bruik-
bare uitgang (Fototest of SCA) beschikt, dient u de ingang
Fototest van de ontvanger onaangesloten te laten en de
jumper JP1 van de ontvanger uit te schakelen.
N.B.: De modus van overseining SNEL vermindert de levensduur van de batterij van de zender. In dit geval wordt de levensduur van
een batterij type “C” (kit FTA1) als volgt geschat:
• circa 24 maanden voor poorten tot 7m (jumper JP1 van de zender uitgeschakeld)
• circa 18 maanden voor poorten tot 15m (jumper JP1 van de zender ingeschakeld)
M1
FOTO
COM
ALT
COM
FOTOTEST/SCA
FOTOTEST/SCA
0Vac
24Vac
FOTO
COM
SCA
FOTOTEST
24Vac
0V
230Vac
FT210
ALT1
COM
5) Verdere details
In dit hoofdstuk zullen de mogelijkheden voor persoonlijke aanpassing, diagnostiek en opsporing van storingen op FT210 worden behandeld
26
5.2) Voorbeeld van hoe FT210 alleen gebruikt
wordt als melder van de status van de contactlijst
Indien FT210 alleen gebruikt wordt als melder van de
status van de contactlijst, dus zonder de functie van
obstakelmelder, is het raadzaam de foto-inrichting te
installeren zoals dat op afbeelding 27 te zien is.
In dit geval dient u als volgt te werk te gaan:
1. Voer de montage uit zoals dat in de paragraaf
“Installatie” beschreven is.
2. Sluit de ontvanger van FT210 op de besturings-
eenheid aan, zoals dat op afbeelding 28 te zien is,
waarbij u de contacten van FOTO en ALT serieel
schakelt.
3. Schakel de jumper JP2 van de ontvanger in
4. Sluit de Fototest aan en gebruik deze als de
besturingseenheid deze functie beheert. In dit geval
dienen de jumper JP1 van de ontvanger en de jum-
per JP3 van de zender ingeschakeld te worden
5. Als de besturingseenheid alleen over de uitgang
SCA beschikt, sluit u deze op de ingang Fototest van
de ontvanger aan. De jumper JP1 van de ontvanger
dient uitgeschakeld te worden, terwijl de jumper JP3
van de zender ingeschakeld moet worden.
6. Als u op de besturingseenheid over geen enkele
bruikbare uitgang (Fototest of SCA beschikt), dient u
de ingang Fototest van de ontvanger onaangesloten
te laten en de jumper JP1 van de ontvanger en de
jumper JP3 van de zender uit te schakelen.
M1
FOTO
COM
ALT
COM
FOTOTEST/SCA
FOTOTEST/SCA
0Vac
24Vac
ALT
FOTO
COM
SCA
FOTOTEST
24Vac
0V
230Vac
FT210
ALT1
COM
27
28
96
5.3) Voorbeeld van aansluiting van FT210 op de
besturingseenheid met ingang ALT op constan-
te weerstand 8,2kohm
Indien de besturingseenheid over een ingang ALT op
een constante weerstand 8,2kohm beschikt, sluit u
een weerstand van 8,2Kohm serieel op de twee
contacten FOTO en ALT van de ontvanger aan,
zoals dat op afbeelding 29 is aangegeven.
FOTOTEST
FOTOTEST
0Vac/dc
24Vac/dc
FOTO
ALT1
ALT
ALT
COM
29
De op de zender aangesloten contactlijst
wordt geactiveerd
5.4) Signaleringen
De ontvanger FT210 heeft enkele signaleringsledlampjes (zie
afbeelding 30) die een visuele signalering geven op grond van
de werkingsstatus.
30
Aan
(contact ALT: dicht)
Uit
(contact ALT: dicht)
Led L3 (rood) Oorzaak Handeling
Led L4 (groen) Oorzaak Handeling
Led L1 (rood) Oorzaak Handeling
7 korte knipperingen
pauze
7 korte knipperingen
Vervang zo snel mogelijk de batterij op de zender
met eentje van hetzelfde model
Tabel 5: signaleringen
Led L (rood) Oorzaak Handeling
2 korte knipperingen
pauze
2 korte knipperingen
Signalering batterij leeg op de TX
Knippert regelmatig
De frequentie van de knipperingen geeft
aan hoe goed de ontvangst is: hoe langza-
mer ze knipperen hoe beter is de ontvangst
Alles OK als het lichtje langzaam knippert: ten hoog-
ste 3 per seconde; anders dient u de uitlijning tus-
sen TX en RX te controleren
Aan
Geen signaal, het contact “FOTO” blijft
open
Verwijder het obstakel of corrigeer de uitlijning tus-
sen TX en RX
4 korte knipperingen
pauze
4 korte knipperingen
De zender is in de modus LANGZAAM Alles OK als de poort stil staat
5 korte knipperingen
pauze
5 korte knipperingen
De ontvanger vangt het onherkenbare infraro-
de signaal op waardoor interferentie plaats
vindt
Een vreemde zender zendt een signaal naar de ont-
vanger, probeer de interferentie weg te nemen; con-
troleer de uitlijning van alle aanwezige inrichtingen
De ontvanger vangt het infrarode signaal
van een tweede zender FT210 op
Haal de tweede zender weg. Twee zenders FT210
mogen niet op het zelfde gebied geplaatst worden
Aan
Signaleert fout in de test aan het begin van
de manoeuvre en de zender is niet op de
modus SNEL overgeschakeld
Fout in de aansluiting of programmering van de
ingang FOTOTEST. Waarschijnlijk functioneert de
bewegingssensor niet goed
Led L2 (geel) Oorzaak Handeling
Uit
De test aan het begin van de laatste
manoeuvre was normaal
Alles OK
Aan
(contact ALT: open)
De op de zender aangesloten contactlijst
wordt geactiveerd
Controleer de oorzaken van activering van de con-
tactlijst
De op de zender aangesloten contactlijst
wordt niet geactiveerd
Alles OK
De op de zender aangesloten contactlijst
wordt niet geactiveerd
Alles OK
Uit
(contact ALT: open)
Controleer de oorzaken van activering van de con-
tactlijst.
97
NL
5.5) Oplossen van problemen
In tabel 6 kunt u nuttige aanwijzingen vinden om om storingen te verhelpen die u tijdens de installatie of bij een eventueel defect
tegen kunt komen.
Symptomen Aanbevolen controles
Tabel 6: opsporen van storingen
De poort kan niet aangestuurd worden; alle ledlampjes op de
ontvanger van FT210 zijn uit.
Controleer of de ontvanger van stroom wordt voorzien door
de spanning op de klemmetjes 12/24V te meten.
De poort start een manoeuvre maar stopt na 1 seconde;
het ledlampje 2 (geel) brandt
De test aan het begin van de manoeuvre is niet tot een goed
einde gekomen en er is waarschijnlijk een fout in de aanslui-
tingen of in de programmering; ook kan het zijn dat er defect
is in de bewegingssensor van de poort op de TX
Tijdens de manoeuvre stopt de poort of wordt de manoeuvre
omgekeerd; het ledlampje L1 (rood) brandt ononderbroken
Controleer op eventuele obstakels en op de uitlijning tussen
TX en RX lover de gehele loop van de poort
Tijdens de manoeuvre stopt de poort of wordt de manoeuvre omge-
keerd; het ledlampje L3 (rood) is aan en het ledlampje L4 (groen) is uit.
De contactlijst is in werking getreden. Verwijder het eventuele
obstakel of controleer of de lijst correct functioneert
Zo af en toe stopt de poort tijdens de manoeuvre of wordt de
manoeuvre omgekeerd; wanneer de poort open is, knippert
het ledlampje L1 (rood) snel
Controleer de uitlijning tussen TX en RX over de gehele loop
van de poort
Wanneer de inrichting aangezet wordt, gaat op de ontvanger
het oranje ledlampje L2 branden en gaat het rode ledlampje
L1 knipperen. Als de infraroodbundel wordt onderbroken gaat
het rode ledlampje L1 continu branden, maar u hoort geen
enkel relais klikken.
De ontvanger is in de modus Fototest (JP1 ingeschakeld) inge-
steld, maar heeft de test bij het begin van de manoeuvre nog
niet uitgevoerd. Als u over een besturingseenheid met fototest
beschikt, laat u de jumper JP1 van de ontvanger ingeschakeld,
controleert u de aansluitingen en laat u het automatisme een
manoeuvre uitvoeren. Als de besturingseenheid niet over de
uitgang Fototest beschikt, is de jumper JP1 zeker per ongeluk
ingeschakeld. Schakel de jumper uit en controleer of de relais
in werking treden en de infraroodbundel onderbreken.
Zo af en toe stopt de poort tijdens de manoeuvre of wordt de
manoeuvre omgekeerd; soms raakt hij geheel geblokkeerd en
kan hij niet meer aangestuurd worden; het ledlampje L (rood)
geeft voortdurend 2 korte knipperingen
De batterij van de TX èis leeg en onder ongunstige omstandig-
heden vindt er geen communicatie tussen TX en RX plaats.
Het ledlampje L (rood) knippert om aan te geven dat de batte-
rij vervangen moet worden.
Onderstaande accessoires zijn leverbaar:
FA1: metalen vandalismebestendige box, te monteren
zoals dat op afbeelding 32 te zien is
FA2: bevestigingsbeugel voor de zuitljes “MOCF”, te monteren
zoals dat op afbeelding 33 te zien is
• FTA1: batterij 3,6V; 7Ah maat C, te monteren zoals dat op
afbeelding 34 te zien is
• FTA2: batterij 3,6V; 2Ah maat AA, te monteren zoals dat op
afbeelding 35 te zien is
8) Accessoires
32 33 34 35
6) Onderhoud
FT210 vereist geen bijzonder onderhoud, maar tenminste eens per half jaar is het noodzakelijk een controle uit te voeren op de staat van
de fotoinrichting FT210 (aanwezigheid van vocht, roestvorming, etc.); bovendien moet dan de buitenkant van het kastje schoongemaakt
worden en de eindtest zoals die in hoofdstuk 4 “Eindtest” beschreven is, uitgevoerd worden. FT210 is ontworpen om onder normale
omstandigheden tenminste 10 jaar te functioneren; het is raadzaam na afloop van die periode de onderhoudsfrequentie op te voeren.
Wanneer de levensduur van dit product ten einde is, dienen, zoals
dit ook bij de installatiewerkzaamheden het geval is, de ontmante-
lingswerkzaamheden door gekwalificeerd personeel uitgevoerd te
worden. Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen,
waarvan sommige gerecycleerd kunnen worden. Win inlichtingen
over de methoden van hergebruik of afvalverwerking in zoals die
voor dit soort producten in de plaatselijke regelgeving voorzien zijn.
Let op!: Sommige delen van dit product kunnen vervuilende of
gevaarlijke stoffen bevatten; als die in het milieu terecht zouden
komen zouden ze schadelijke gevolgen voor het milieu en de
menselijke gezondheid kunnen hebben.
Zoals u kunt zien aan het symbool op afbeelding 31 is het verboden
dit product met het gewone huisvuil weg te gooien. Scheid uw afval
voor verwerking op een manier zoals die in de
plaatselijke regelgeving voorzien is; of lever het
product bij uw leverancier in wanneer u een
nieuw gelijksoortig product koopt. De plaatse-
lijke regelgeving kan zware straffen voorzien in
geval van illegale dumping van dit product.
Let op!: het product werkt op batterijen die vervuilende stoffen
zouden kunnen bevatten en die dus niet met het gewone afval
weggegooid mogen worden. Nadat u ze uit het product gehaald
hebt (zie de paragraaf "Vervanging van de batterijen " in het het
hoofdstuk "Aanwijzingen en aanbevelingen voor de gebruiker van
FT210B") dient u deze te verwerken op een manier zoals dat in de
plaatselijke regelgeving voor batterijen voorzien is.
7) Afvalverwerking
31
98
Ontvanghoek RX
Afmetingen 46 x 128 h 45mm.
Bedrijfstemperatuur
Beveiligingsklasse kastje
Montage
Gebruik in zure, zoute of potentieel explosie-
ve atmosfeer
Capaciteit contacten relais op uitgang
Bestendigheidscategorie defecten
1,5s ± 3%
Reactietijd uitgang ALT
Reactietijd uitgang FOTO
Richtbaarheid
Zendhoek TX
Typisch 8,2K +22%/-65% voor de actieve status (On)
Limieten actieve status (On): bij Rs > 2.870 en Rs < 10.010
Limieten niet-actieve status (Off): bij Rs < 2.590 of Rs > 11.060
Duur contacten relais in uitgang
9) Echnische gegevens
Teneinde haar producten steeds meer te vervolmaken behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorbericht wijzigingen in haar produc-
ten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksdoel echter gehandhaafd blijven. N.B.: alle technische gegevens hebben betrekking op een temperatuur van 20°C.
Technische gegevens FT210
Typologie
Inrichting voor optische overseining van de status van een contactlijst van
het type met constante weerstand op bewegende delen; bestaande uit een
zender met infrarode stralen (TX) die van stroom wordt voorzien door een
batterij die zich op de bewegende vleugel bevindt waaraan de contactlijst
gekoppeld wordt, en uit een ontvanger (RX) op het vaste deel
Toegepaste technologie
Trasmissione door rechtstreekse optische interpolatie TX-RX met gemodu-
leerde en gecodeerde infrarode straal.
Stroomvoorziening ontvanger
12÷24Vac/dc; limieten: 10÷35 Vcc; 11÷28Vac 50/60Hz; met isoleringstrans-
formator conform EN 61558
Opgenomen stroom ontvanger Circa 120mA op 12Vcc; 70mA op 24Vac
Spanning ingang “Fototest” Zelfde limieten als “Stroomvoorziening ontvanger”
Stroomvoorziening zender 3,6V met lithiumbatterijen type C of AA
Levensduur batterij zender
Geschat op circa ruim 15 jaar met batterij type C, capaciteit 7Ah; (gebruik
“woonomgeving”: afstand TX-RX ten hoogste 7m; bij 20 manoeuvres per dag
met een duur van 90s). Geschat op circa 5,5 jaar met batterij type C, capaciteit
7Ah; (gebruik “industriële omgeving”: afstand TX-RX ten hoogste 15m; bij 200
manoeuvres per dag met een duur van 90s). Geschat op circa 6 jaar met batterij
type AA, capaciteit 2Ah; (gebruik “woonomgeving”: afstand TX-RX ten hoogste
7m; bij 20 manoeuvres per dag met een duur van 90s)
Gamma van de ingang van de contact-
inrichting (Rs)
Waarnemingsvermogen van de obstakelde-
tectie-inrichting type D
Ondoorzichtige voorwerpen op de optische as tussen TX-RX die groter dan
50mm zijn en een sneheid van minder dan 1,6m/s hebben
+/- 4° (gemeten waarde op 50% van het bereik)
+/- 3° (gemeten waarde op 50% van het bereik)
circa 210° op de horizontale as en 30° op de verticale as
Nuttig bereik
7m of 15m (bij JP1 op TX ingeschakeld) met asafwijking TX-RX van maxi-
maal ± 2°
(Het bereik zou verder kunnen afnemen in geval van bijzonder hevige kli-
maatsomstandigheden zoals mist, regen, sneeuw, stof, etc..)
Maximaal bereik
(onder optimale omstandigheden)
15m of 30m (bij JP1 op TX ingeschakeld) met asafwijking TX-RX van maxi-
maal ± 2°
<45ms (typisch 31ms)
<30ms (typisch 28ms)
Reactietijd uitgang ALT1
3 of 2 (volgens de norm EN 954-1) al naar gelang het type aansluiting van de
uitgangen en ingang FOTOTEST
Maximaal 0,5A en maximaal 48Vac (belasting weerstand: cos=1).
Mechanische levensduur > 1.000.000 cycli; elektrische levensduur >
200.000 cycli (belasting weerstand: 0,25A; 24Vcc)
IP44.
RX: verticaal aan de wand of op het zuiltje “MOCF” met de bevestigingsbeugel “FA2”
TX: rechtstreeks op de poort met de meegeleverde schroeven.
Nee
Gewicht
Ontvanger: 135g.
Zender 165g met FTA1 of 140g met FTA2
-20 ÷55°C.
Deze aanwijzingen kunnen de “Aanwijzingen en aanbevelingen
voor het gebruik van de automatisering” aanvullen die de
installateur aan de eigenaar van de automatisering moet over-
handigen en moeten in ieder geval met die aanwijzingen aan-
gevuld worden.
Onderhoud: Zoals elke machine heeft uw installatie periodiek
onderhoud nodig om haar zo lang mogelijk en geheel veilig te
laten werken. Stel met uw installateur een onderhoudsplan
met periodieke frequentie op; ice raadt bij normaal gebruik bij
een woning een onderhoudsbezoek om het half jaar aan, maar
dit tijdsbestek kan variëren in functie van een meer of minder
intensief gebruik. Alle controle-, onderhouds- of reparatiewerk-
zaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel
worden uitgevoerd.
Ook al bent u van mening dit te kunnen doen, breng geen
wijzigingen aan de installatie en de programmerings- en
afstellingsparameters van uw automatiseringsinstallatie
aan: uw installateur is aansprakelijk..
De eindtest, de periodieke nderhoudswerkzaamheden en
de eventuele reparatiewerkzaamheden dienen gedocu-
menteerd te worden door wie die uitvoert en de documen-
ten dienen door de eigenaar van de installatie bewaard te
worden.
• De enige werkzaamheden die de gebruiker regelmatig kan en
moet uitvoeren zijn het reinigen van de glaasjes van de fotocel-
len en het verwijderen van bladeren en stenen die het automa-
tisme in diens werking kunnen belemmeren. Om te voorko-
men dat iemand de poort in beweging kan bregen dient u
eraan te denken voordat u dit gaat doen het automatisme
(zoals verderop beschreven) te ontgrendelen en voor het
schoonmaken alleen een enigszins vochtige in water gedrenk-
te doek te gebruiken.
Afvalverwerking: Als de automatisering niet meer gebruikt
kan worden, dient u zich ervan te vergewissen dat de
sloop daarvan door gekwalificeerd personeel wordt uitge-
voerd en dat het materiaal volgens de plaatselijk geldende
voorschriften wordt hergebruikt of naar de afvalverwerking
wordt gezonden.
Vervangen van de batterij van de zender van FT210
De zender, die zich op de bewegende vleugel van de poort
bevindt, beschikt over een speciale lithiumbatterij van 3,6V. De
levensduur hiervan wordt op meerdere jaren geschat; dit hangt
van de gebruiksomstandigheden af. Er is in een signalering
voorzien die enkele maanden voordat de batterij helemaal leeg
is aangeeft dat het tijd wordt deze te vervangen; u hebt hier
dan ruim te tijd voor.
Het moment om de batterij te wisselen is gekomen wanneer u
op de ontvanger die zich in het vaste deel bevindt (aan de
wand zoals op afbeelding A te zien is of op het zuiltje volgens
afbeelding B) onderstaande signalering ziet: 2 korte knippe-
ringen gevolgd door een pauze van 1 seconde.
De batterij bevindt zich in de zender op de poortvleugel; om
deze te vervangen gaat u als volgt te werk:
1) Verwijder de dopjes die de schroeven afdekken zoals dat
op afbeelding C te zien is
2) Draai de schroeven los die de dekplaat vasthouden en ver-
wijder dat zoals op afbeelding C te zien is
3) Verwijder de lege batterij met behulp van een schroeven-
draaier
4) Wacht ongeveer 10 seconden voordat u een nieuwe bat-
terij gaat inzetten
5) Let goed op de polariteit: de plus bevindt zich naar boven
6) Breng de nieuwe batterij aan zoals u dat op afbeelding D
of E kunt zien, op basis van het gebruikte model
7) Bevestig de dekplaat met de schroeven en breng de dop-
jes aan
Er zijn 2 soorten batterijen beschikbaar:
• FTA1: batterij 3,6V; 7Ah maat C, te monteren zoals op
afbeelding D te zien is.
• FTA2: batterij 3,6V; 2Ah maat AA, te monteren zoals op
afbeelding E te zien is.
Let op!: de batterijen die in dit product gebruikt worden
zijn geen normale alkalische batterijen.
Bestel bij Nice s.p.a. de sets batterijen “FTA1” of
“FTA2”.
Let op!: het product werkt op batterijen
die vervuilende stoffen zouden kunnen
bevatten en die dus niet met het gewone
afval weggegooid mogen worden. Nadat
u ze uit het product gehaald hebt (zie de
paragraaf "Vervanging van de batterijen "
in het het hoofdstuk "Aanwijzingen en
aanbevelingen voor de gebruiker van FT210B") dient u deze
te verwerken op een manier zoals dat in de plaatselijke regel-
geving voor batterijen voorzien is.
99
NL
Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van FT210
A B
C
D E

Documenttranscriptie

FT210 Optical Device Installation instructions and warnings Istruzioni ed avvertenze per l’installatore Instructions et avertissements pour l'installateur Anweisungen und Hinweise für den Installateur Instrucciones y advertencias para el instalador Aanwijzingen en aanbevelingen voor de installateur Instrukcje i ostrzeżenia dla instalatora 1) Aanbevelingen Deze handleiding met aanwijzingen bevat belangrijke informatie met betrekking tot de veiligiheid voor de installatie; u dient alle aanwijzingen eerst te lezen voordat u met de installatie gaat beginnen. Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat ze ook in de toekomst geraadpleegd kan worden. Met het oog op de gevaren die zich tijdens het installeren en het gebruik van FT210 kunnen voordoen, is het voor een zo groot mogelijke veiligheid noodzakelijk dat de installatie met volledige inachtneming van wetten, normen en voorschriften uitgevoerd wordt. Volgens de meest recente Europese wetgeving vatlt de automatisering van een deur of een poort onder de bepalingen van de Richtlijn 98/37/EG (Machinerichtlijn) en met name, onder de normen: EN 13241-1 (geharmoniseerde norm); EN 12445; EN 12453 en EN 12635, op grond waarvan het mogelijk is te verklaren dat de automatisering in overeenstemming met de Machinerichtlijn is. Verdere inlichtingen, richtlijnen ten aanzien van risico's en het samenstellen van het technisch dossier zijn beschikbaar op:“www.niceforyou.com”. Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor technisch personeel dat voor de installatie gekwalificeerd is en geen enkele andere informatie die in dit dossier is vervat, kan als interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd! • Leder ander gebruik van FT210 dan van wat in deze aanwijzingen voorzien is, is verboden; oneigenlijk gebruik kan gevaar of schaden en letsel aan zaken en mensen veroorzaken. • Breng geen wijzigingen aan onderdelen aan, indien dit niet in deze handleiding is voorzien. Dergelijke handelingen kunnen alleen maar storingen veroorzaken. NICE wijst elke aansprakelijkheid voor schade tengevolge van gewijzigde artikelen van de hand. • FT210 mag uitsluitend via rechtstreekse interpolatie functioneren; gebruik via reflectie • Gebruik de juiste geleiders voor de elektrische aansluitingen zoals u dat in het hoofdstuk “Installatie” kunt vinden. • Vergewis u ervan dat de elektrische stroomvoorziening en de overige gebruiksparameters overeenstemmen met de waarden zoals die in de tabel “Technische gegevens” opgevoerd zijn. • Vervaardiging van veiligheidsinrichtingen voor automatische deuren en poorten is onderworpen aan onderstaande regelgeving: • EN 12453 Deuren en poorten voor industrie, handel en garages. Veiligheid bij het gebruik van door motoren aangedreven deuren - Vereisten • EN 12978 - Deuren en poorten voor industrie, handel en garages. Veiligheidsinrichtingen voor door motoren aangedreven deuren en poorten - Vereisten en testmethodes. Installatie en aansluiting van FT210 met het doel een veiligheidsinrichting te vervaardigen, zonder aan de vereisten van deze normen te voldoen komt overeen met nalatigheid en opzettelijk misbruik! Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit product in samenhang met de Richtlijn "Elektromagnetische Compatibiliteit" 89/336/EEG en daaropvolgende wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG: Dit product is in de meeste kritieke gebruikssituaties onderworpen aan tests met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit, in de configuraties zoals die in deze handleiding voorzien zijn en in combinatie met de artikelen uit de productencatalogus van Nice S.p.A. De elektromagnetische compatibiliteit zou niet gegarandeerd kunnen worden als het product gebruikt wordt met andere producten, die niet voorzien zijn; het is verboden dit product in deze situaties te gebruiken tot de installateur heeft gecontroleerd of het voldoet aan de in de richtlijn gestelde eisen. 2) Beschrijving van het product en gebruiksdoel FT210 is een inrichting waarmee het mogelijk is het probleem van de elektrische aansluitingen van contactlijsten op bewegende vleugels op te lossen. Ze bestaat uit een zender met infrarode stralen (TX), die door een batterij met lange levensduur van stroom wordt voorzien; ze dient op de bewegende vleugel aangebracht te worden waarop de contactlijst gekoppeld wordt. Hierbij komt een ontvanger (RX) die op het vaste deel wordt aangebracht en normaal van stroom wordt voorzien: 12÷24Vac/dc. De contactlijst, van het type met een constante weerstand 8,2KΩ, wordt voortdurend door de zender gecontroleerd en de status van activering of inactivering wordt naar de ontvanger verzonden. De ontvanger RX interpreteert de ontvangen informatie en. op grond van de status van de lijst activeert hij al dan niet de 2 relais van de uitgang ALT en ALT1 (ook FOTO als de jumper JP2 van de ontvanger uitgeschakeld is. Zie tabel 2). De communicatie tussen TX en RX is met zeer veilige technieken gecodeerd zodat de gehele inrichting conform de veiligheidscategorie 3 voor defecten volgens de norm EN 954-1 is en dus bruikbaar is in systemen PSPE conform de norm EN 12978. Wanneer de fotoinrichting FT210 geassembleerd is volgens de aanwijzingen en voorzien is van de specifieke contactlijst TCB65, verklaart de fabrikant dat die in overeenstemming is met onderstaande normen: • Wanneer de fotoinrichting FT210 geassembleerd is volgens de aanwijzingen en voorzien is van de specifieke contactlijst TCB65, verklaart de fabrikant dat die in overeenstemming is met onderstaande normen: • EN 1760-2 Veiligheid van machines - Veiligheidsinrichtingen die op indrukken daarvan reageren - Algemene beginselen voor het ontwerpen en testen van contactlijsten en -staven. • EN 12978 - Deuren en poorten voor industrie handel en garages. Veiligheidsinrichtingen voor door motoren aangedreven deuren en poorten - Vereisten en testmethodeno Let op: de FT210 alleen is geen volledige veiligheidsinrichting maar maakt slechts deel daarvan uit! Als TX en RX zo worden gepositioneerd dat de optische communicatie via de opening plaatsvindt (zie afbeelding 1), kan de inrichting ook gebruikt worden als obstakeldetectieinrichting (type D volgens de norm EN 12453); een voorwerp dat de straal onderbreekt, veroorzaakt immers deactivering van het specifieke derde relais van uitgang FOTO. TX RX 1 87 NL Met de mogelijkheid de FT210 over 210° op de horizontale as en 30° op de verticale as te richten, kan ze ook gebruikt worden waar bevestigingsvlakken een correcte uitlijning tussen TX en RX zouden beletten (zie afbeelding 2). 2 3) Installatie ! Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden terwijl er geen stroom op de installatie staat; indien er een bufferbatterij aanwezig is, dient deze losgekoppeld te worden. 3.1) Controles vooraf Omdat het product zo bijzonder en uniek is, dient u alvorens met de installatie te beginnen enkele aspecten met betrekking tot het werkingsprincipe te beoordelen teneinde een zo groot mogelijke veiligheid en functionaliteit te verkrijgen. • Controleer zorgvuldig of de gebruiksparameters overeenkomen met de gegevens zoals die in het hoofdstuk “technische gegevens” zijn vermeld. Gebruik in geval van twijfel het product niet en vraag de technische dienst van Nice om opheldering. • De zender controleert voortdurend de staat van de contactlijst en verzendt de informatie naar de ontvanger. Om het verbruik van de batterij te beperken maar toch de verlangde veiligheid te garanderen, gebeurt dit met 2 verschillende "snelheden": LANGZAAM wanner de poort stil staat; SNEL wanneer de poort in beweging is. De zender herkent de staat van de poort in beweging via een speciale sensor die de trillingen van de poort in beweging waarneemt. Zodra de poort in beweging komt, gaat de zender over naar de modus SNEL en blijft daar tot wanneer de poort 10 of 90 seconden stil blijft staan (zie jumpers JP2 en JP3 in tabel 1). • Om het verlangde veiligheidsniveau te kunnen garanderen moet de ontvanger de staat van de poort kennen, vooral om te controleren of de modus LANGZAAM of SNEL van de zender correct is. Dit controlemechanisme vindt via de ingang "FOTOTEST" van de ontvanger plaats (zie ook de voorbeelden van aansluiting op afbeelding 18 en 19). Over het algemeen wordt er in de besturingseenheden aan het begin van elke manoeuvre een Fototest uitgevoerd; op deze manier wordt de ontvanger van FT210 erover geïnformeerd dat de poort binnen enkele momenten zal gaan bewegen. • Als de besturingseenheid niet over Fototest beschikt, is het toch mogelijk de inrichting FT210 te gebruiken, en wel door de ingang FOTOTEST van FT210 op de uitgang SCA van de besturingseenheid aan te sluiten; in dat geval dient er op de uitgang SCA (Controlelampje Poort Open) een onderbroken (knipperend) signaal tijdens de gehele duur van de manoeuvre aanwezig te zijn (zie voorbeeld voor aansluiting op afbeelding 20). • Als de besturingseenheid evenmin over de uitgang SCA beschikt, zal de FT210 in de voortdurende modus SNEL geprogrammeerd moeten worden door de jumper JP3 op TX los te halen (zie tabel 1). • In de besturingseenheden waarin de FOTOTEST alleen aan het begin van de openingsmanoeuvre wordt uitgevoerd en de sluiting weer automatisch verloopt, is het noodzakelijk 90 seconden te wachten bij de overschakeling van de modus SNEL naar LANGZAAM wanneer de poort gesloten is (zie JP2 in tabel 1). Op deze manier zal de TX voor de gehele openingsduur van de poort in de modus SNEL blijven. Natuurlijk moet de pauzeduur van de besturingseenheid korter dan 90 seconden zijn. • FT210 is uitgedacht om andere fotocellen niet te storen en om door hen niet gestoord te worden; dit betekent dat FT210 met andere fotocellen gecombineerd kan worden. Werking wordt gegarandeerd met tenminste één ander stel door Nice vervaardigde fotocellen, terwijl de werking met meer dan een stel of met fotocellen van andere fabrikanten niet gegarandeerd zou kunnen worden. In elk geval dient u, om te controleren dat er geen interferentie met andere inrichtingen bestaat, zorgvuldig de procedure voor de eindtekst zoals die in hoofdstuk 4 voorzien is, uit te voeren en de specifieke signalering in tabel 5 te controleren U kunt echter twee inrichtingen FT210 gebruiken om de voorzijde en achterzijde van een zelfde poort te controleren, gezien het feit dat in dit geval de twee TX het signaal in twee tegenoverliggende richtingen verzenden. • Er kunnen geen twee inrichtingen FT210 gebruikt worden om hetzelfde gebied te controleren; als een ontvanger het signaal van twee zenders mocht waarnemen zou deze zich in de staat van “veiligheid” stellen en beletten dat de poort zou bewegen. Zie de specifieke signalering in tabel 5. Een voorbeeld van een correcte installatie ziet u op afbeelding 3. 3 88 • De zender TX van de FT210 zendt een straal uit onder een hoek van ongeveer ±4°; een perfecte uitlijning tussen TX en RX is dientengevolge noodzakelijk die over de gehele loop van de poort constant moet blijven. Op afbeelding 4 ziet u een correcte montage; op afbeelding 5 vindt u twee voorbeelden van een verkeerde montage. 4 5 • Al naar gelang de noodzaak kan de ontvanger geïnstalleerd worden op het speciale zuiltje MOCF met het daarvoor bestemde accessoire FA2 (zie afbeelding 6) of aan de wand bevestigd worden; in dit geval kan de kabel vanaf de bodem binnenkomen (zie afbeelding 7) of van beneden; in dit geval dient u een kabelklem van het type “PG9” toe te voegen (zie afbeelding 8). NL 6 7 8 3.2) Bevestiging van de inrichtingen Verricht de installatie en de bevestiging van de inrichtingen in de hieronder vermelde volgorde: 1. Om het bevestigen gemakkelijker te maken is het mogelijk de elektronische kaart van de bodem te scheiden door deze met een schroevendraaier in de drie klikverbindingen op te tillen zoals dat op afbeelding 9 is aangegeven 2. Bevestig de ontvanger zoals dat op afbeelding 10 is aangegeven. 9 10 89 3. Monteer de zender op de beweegbare vleugel zoals dat op afbeelding 11 is aangegeven 4. Voer op de zender de elektrische aansluiting van de contactlijst, van het type met constante weerstand 8,2KΩ, uit, zoals dat op afbeelding 12 te zien is. De weerstand die op de klemmetjes van de TX aanwezig is, dient verwijderd te worden en gebruikt te worden als eindweerstand van de contactlijst, of kan niet gebruikt worden indien de lijst over een eigen eindweerstand beschikt. 11 12 13 Indien de contactlijst over een uitgang met 2 onafhankelijk beschikbare contacten NC beschikt, is het mogelijk deze aan te sluiten - zoals dat op afbeelding 13 weergegeven is - door de weerstand van 8,2KΩ in serie tussen de twee contacten te plaatsen. Controleer of de fabrikant van de contactlijst tenminste de veiligheidscategorie 3 voor defecten volgens de norm EN 954-1 certificeert. Let op!: gebruik geen contactlijsten die als uitgang één enkel contact van het type NC hebben, daar zij niet de door de normen verlangde categorie van weerstand zouden hebben. 5. Verricht de elektrische aansluitingen volgens de aanwijzingen vervat in de handleiding van de besturingseenheid. Zie ook de voorbeelden van aansluiting in het hoofdstuk 3.3 “Elektrische aansluitingen”. 6. Richt de lenzen zoals dat op afbeelding 14 te zien is zodat u de best mogelijke uitlijning tussen TX en RX verkrijgt. De correcte uitlijning zal daarna in het hoofdstuk 4 “Eindtest” gecontroleerd worden. 7. Programmeer de jumpers zowel op TX als op RX (zie afbeelding 15) volgens de aanwijzingen in de tabel 1-2 voor de gewenste werking. Leg de eventueel niet gebruikte jumpers in het vakje daarvoor zodat u die later nog zou kunnen gebruiken (zie de afbeeldingen 16 - 17). + 3,6 V Sensitive Device TX - 15 14 RX JP1 JP2 JP3 L L1 L2 L3 L4 JP1 JP2 FOTO COM ALT COM ALT1 COM FOTOTEST FOTOTEST 0Vac/dc 24Vac/dc 16 17 90 Tabel 1: jumpers op de zender TX Jumper Positie Beschrijving Ingeschakeld Vermogen van de zender geschikt voor poorten tot 15 meter JP1 Uitgeschakeld Vermogen van de zender geschikt voor poorten tot 7 meter Ingeschakeld Schakelt over op overseining LANGZAAM 10 seconden na afloop van de manoeuvre (zie ook JP3) JP2 Uitgeschakeld Schakelt over op overseining LANGZAAM 90 seconden na afloop van de manoeuvre (zie ook JP3) Ingeschakeld Na afloop van de manoeuvre schakelt over op overseining LANGZAAM JP3 Uitgeschakeld Schakelt nooit over op overseining LANGZAAM maar blijft altijd in de modus SNEL Tabel 2: jumpers op de ontvanger RX Jumper Positie Beschrijving Ingeschakeld Ingang Fototest aangesloten op de uitgang Fototest van de besturingseenheid Ingang Fototest aangesloten op de uitgang S.C.A. van de besturingseenheid; of ingang JP1 Uitgeschakeld Fototest onaangesloten als de besturingseenheid noch over Fototest noch over de uitgang SCA beschikt (Let op: alleen mogelijk wanneer JP3 op de TX uitgeschakeld is) Onderbreking van de infrarode straal veroorzaakt opening van het contact FOTO Ingeschakeld Activering van de contactlijst veroorzaakt opening van het contact ALT en na 1,5s van het contact ALT1 Onderbreking van de infrarode straal veroorzaakt opening van het contact FOTO JP2 Uitgeschakeld Activering van de contactlijst veroorzaakt opening van het contact ALT en na 1,5s van het contact ALT en ALT1. Te gebruiken in die besturingseenheden welke geen omkering voor zien bij tussenkomst van ALT. 3.3) Elektrische aansluitingen In dit hoofdstuk worden de elektrische aansluitingen beschreven en enkele mogelijke aansluitingsschema's op basis van het type besturingseenheid dat in de automatisering gebruikt is. Gebruik in geval van twijfel het product niet en vraag de technische dienst van Nice om informatie. Tabel 3: lijst van aansluitingen Aansluiting Type kabel Maximale lengte 12÷24V 2x0,5mm2 30m Fototest 2x0,25mm2 30m Contacten uitgangen 2x0,25mm2 30m NL Beschrijving Stroomvoorziening van de ontvanger; gelijkstroom of wissel stroom Ingang voor test aan het begin van de manoeuvre; deze kan aangesloten worden op spanningen in gelijkstroom of wisselstroom; dit is niet gebonden aan de klemmetjes voor stroomtoevoer. Contacten van de uitgangrelais; normaal dicht (NC) wanneer de ontvanger onder spanning staat en actief is (zie tabel 4) Tabel 4: beschrijving uitgangen RX Uitgang Contact relais Beschrijving Dicht Er zijn geen obstakels en de door TX verzonden gegevens worden correct ontvangen. FOTO Open Er zijn obstakels en de door TX verzonden gegevens worden niet correct ontvangen. De uitgang FOTO (fotocel) dient op de ingang van de besturingseenheid aangesloten te worden die omkering van de manoeuvre veroorzaakt, normaal bestemd voor obstakeldetectie-inrichting van het type D Dicht Op de contactlijst aangesloten op de TX wordt geen druk uitgeoefend ALT Open Op de contactlijst aangesloten op de TX wordt druk uitgeoefend De uitgang ALT moet aangesloten worden op de ingang van de besturingseenheid die een stop veroorzaakt en eventuele omkering van de bewegingsrichting, normaal bestemd voor de contactinrichtingen PSPE Dicht Op de contactlijst aangesloten op de TX wordt geen druk uitgeoefend ALT1 Open Na 1,5 seconden als er op de op TX aangesloten contactlijst druk uitgeoefend wordt De uitgang ALT1 moet op de tweede ingang van de besturingseenheid worden aangesloten die een stop veroorzaakt en eventuele omkering van de bewegingsrichting, normaal bestemd voor de contactinrichtingen PSPE. Indien deze tweede ingang op de besturingseenheid niet beschikbaar is, kunt u het volgende doen: • Gebruik de uitgang ALT1 om een relais met een adequaat vermogen aan te sturen die de stroomvoorziening rechtstreeks naar de motor onderbreekt (zie afbeelding 18). • Gebruik de uitgang ALT1 niet en schakel JP2 op de RX uit; op deze manier veroorzaakt activering van de contactlijst dat het contact FOTO open gaat waarbij ook in dit geval de veiligheidscategorie 3 bij defecten gegarandeerd wordt. 91 3.3.2) Voorbeeld van aansluiting met besturingseenheid voorzien van “Fototest” Op afbeelding 19 vindt u een voorbeeld van aansluiting van FT210 op de besturingseenheid van de reductiemotor ROBO model “RO300” met gebruikmaking van de functie Fototest. In deze configuratie dient u de jumpers van de ontvanger RX als volgt in te stellen: • JP1 ingeschakeld • JP2 ingeschakeld (besturingseenheid met omkering van de beweging bij activering van de ingang ALT) 230Vac FOTOTEST 24Vac 0V FT210 COM FOTO ALT 3.3.1) Voorbeeld van algemene aansluiting Op afbeelding 18 zie u een voorbeeld van een algemene aansluiting van FT210 op een besturingseenheid met ingangen FOTO; ALT en voorzien van uitgang voor Fototest. In deze configuratie dient u de jumpers van de ontvanger RX als volgt in te stellen: • JP1 ingeschakeld • JP2 ingeschakeld, als activering van de ingang ALT van de besturingseenheid onderbreking en omkering van de beweging tot gevolg heeft (in dit geval kan het op ALT1 op afbeelding 18 aangesloten relais verwijderd worden en moet het contact van ALT1 serieel op FOTO worden geschakeld en op de ingang FOTO van de besturingseenheid aangesloten, zoals u op afbeelding 19 en 20 ziet) uitgeschakeld, als activering van de ingang ALT van de besturingseenheid alleen tot gevolg heeft dat de beweging 18 onderbroken wordt FOTO COM ALT COM ALT1 COM FOTOTEST FOTOTEST 0Vac 24Vac Relè con bobina a 24Vac M1 P.P. 13 FOTO 12 11 10 P.P. FOTO ALT FOTOTEST 24 Vac 9 0 Vac 8 FCC FCA 7 GEBRUIKERSLICHT 6 5 LUX Max 40W 4 3 GND N L 2 1 FT210 FOTO COM ALT COM ALT1 COM FOTOTEST FOTOTEST 0Vac 24Vac STROOMTOEVOER 19 3.3.3) Voorbeeld van aansluiting met besturingseenheid voorzien van uitgang SCA Op afbeelding 20 vindt u een voorbeeld van aansluiting van FT210 op de besturingseenheid van de reductiemotor ROBO model RO1000 waarbij gebruik gemaakt wordt van de uitgang SCA. In deze configuratie dient u de jumpers van de ontvanger RX als volgt in te stellen: • JP1 uitgeschakeld • JP2 iingeschakeld (besturingseenheid met omkering van de beweging bij activering van de ingang ALT) 44 43 42 CH AP P.P. FOTO 2¯ Ch RADIO 13 CH 12 AP 11 P.P. FOTO 10 FCC FCA ANT. 41 9 8 7 6 5 4 3 2 1 ALT SCA COM 24 V ~ 200mA LUX 220 V 50 Hz FT210 FOTO COM ALT COM ALT1 COM FOTOTEST FOTOTEST 0Vac 24Vac 20 92 3.3.4) Aansluiting van 2 of meer contactlijsten De zender van FT210 beschikt over één enkele ingang voor contactlijsten, maar het is mogelijk twee of meer contactlijsten die dezelfde functie vervullen, via een cascadeschakeling de één na de ander zoals dat op afbeelding 21 te zien is, aan te sluiten waarbij één enkele weerstand van 8,2kohm. Aan het eind geplaatst wordt. Let op!: de inrichtingen met een constante weerstand moeten via een cascadeschakeling gekoppeld worden en nooit serieel of parallel aan elkaar! 21 4) Eindtest Elke afzonderlijke component van het automatisme veriest een specifieke eindtest. Voor de eindtest van “FT210” dient u de volgende reeks handelingen te verrichten. Indien er 2 inrichtingen aanwezig zijn, één aan de voorzijde van de vleugel en een aan de achterzijde (zie afbeelding 3) dienen de handeling voor beide inrichtingen uitgevoerd te worden. Let op!: op sommige punten zijn er controles vereist waarbij de poort in beweging is; aangezien de automatisering dan niet voldoende VEILIG ZOU KUNNEN ZIJN, dient u de grootste oplettendheid te betrachten bij het verrichten van deze controles. 1. Controleer dat alle voorschriften uit deze handleiding en met name die uit de hoofdstukken 1 “Aanbevelingen” en 3 “Installatie” nauwgezet in acht zijn genomen 2. Ongrendel de vleugel van de poort helemaal en open deze, waarbij u de TX zover mogelijk van de RX plaats. 3. Verifieer dat er geen enkel obstakel is tussen TX en RX. 4. Indien er stroom aanwezig is dient u die van de ontvanger los te koppelen en de batterij uit de zender te halen. 5. Haal de contactinrichting van de klemmetjes van de TX en meet met een ohmeter de waarde van de weerstand van deze inrichting; controleer of de waarde tussen 7700Ω en 8700Ω (nominal 8200Ω ligt). 6. Druk op de contactlijst om die te activeren en meet opnieuw de waarde van de weerstand; controleer of de waarde lager dan 1000Ω of hoger dan 16500Ω is. 7. Sluit de contactinrichting weer op de klemmetjes van de TX aan 8. Voorzie de ontvanger weer van elektrische stroom en controleer of de ledlampjes L1 (Ir Level), L2 (Fototest Ko) en L3 (Sensitive Device Ko) branden; controleer of het ledlampje L4 (Sensitive Device Ok) uit is (zie afbeelding 30). 9. Haal de jumper JP3 op de TX weg zodat deze altijd in de modus SNEL uitseint. 10. Als de afstand tussen TX en RX de 7m overschrijdt, dient u te controleren of de jumper JP1 op de TX ingeschakeld is (dus geprogrammeerd voor afstanden van maximaal 15m). 11. Breng de batterij FTA1 of FTA2 op de TX aan (zie de afbeeldingen 33 of 34). 12. Controleer op de ontvanger RX of het ledlampje L1 (Ir Level) knippert; of de ledlampjes L2 (Fototest Ko) en L4 (Sensitive Device Ok) branden en het ledlampje L3 (Sensitive Device Ko) uit is. 13. Zo nodig kunt de uitlijning verbeteren door de lenzen op de TX en de RX te richten, zoals u kunt zien op afbeelding 14. Volg de signalering van het ledlampje (Ir Level); hoe kleiner de snelheid is, hoe beter de uitlijning; optimale afstelling er is wanneer het ledlampje L1 langzaam knippert, ten hoogste 3 knipperingen per seconde. 14. Voer de test opnieuw uit waarbij u de het bovendeel van het veiligheidsomhulsel zowel op de TX als op de RX aanbrengt. Let erop dat op het omhulsel van de RX een filter zit dat slechte weersomstandigheden die zich bij gebruik kunnen voordoen, nabootst. 15. Verplaats de poortvleugel over de gehele looplengte en controleer aan de hand van het knipperen van het ledlampje L1 of de uitlijning nog steeds optimaal blijft. 16. Verifieer bij het controleren van FT210 of de optische detectie-eenheid (type D) correct werkt; ga met name na of er geen interfentie met andere inrichtingen optreedt; hiervoor beweegt u een cilinder met een doorsnede van 50mm op de optische as, eerst in de nabijheid van de TX, daarna in de nabijheid van de RX en tenslotte midden tussen die twee in (zie afbeelding 22). Controleer of in alle gevallen de inrichting in werking treedt door van de actieve staat op de alarmtoestand over te gaan (led L1 aan) en andersom. 22 93 NL 17. Verifieer bij het controleren van FT210 of de contactinrichting PSPE correct werkt; druk op de contactlijst en laat die weer los zoals dat op afbeelding 23te zien is en ga na of het ledlampje L4 uit gaat en het ledlampje L3 aan gaat en omgekeerd. 18. Als dit de gewenste programmering is, brengt u de jumper JP3 op de TX aan zodat enige seconden na afloop van de manoeuvre de overseining op de in de modus LANGZAAM overschakelt. 19. Indien de in het voorgaande punt beschreven handeling uitgevoerd is, dient u te controleren of na afloop van de voorziene tijd (zie JP2 in tabel 1) de zender op de modus LANGZAAM overschakelt. U herkent overseining in de modus LANGZAAM doordat het ledlampje L1 herhaaldelijk vier maal kort knippert gevolgd door een pauze. 20. Haak de vleugel mechanisch aan de motor en voer een aangestuurde manoeuvre van de poort uit. Controleer intussen of bij het begin van de manoeuvre het ledlampje L2 dooft waarmee aangegeven wordt dat de test van de sensor die de trillingen van de bewegende poort meet, tot een goed einde is gekomen. 21. Voer verschillende manoeuvres met de poort uit en controleer of de openings-en sluitmanoeuvre correct en zonder omkering van de manoeuvre plaats vinden. 22. Voer nog enkele manoeuvres uit en handel tijdens de sluitmanoeuvre op de optische obstakeldetectie-inrichting zoals dat in punt 15 is aangegeven; controleer of de voorziene handeling bijvoorbeeld omkering van de manoeuvre teweeg brengt. 23. Voer nog enkele manoeuvres uit en handel tijdens de sluitmanoeuvre op de contactlijst zoals dat op punt 16 is aangegeven; controleer of de voorziene handeling bijvoorbeeld omkering van de manoeuvre teweeg brengt. 24. Controle van de optische obstakeldetectieinrichting (type D) volgens de norm EN 12445 di FT210; deze controle dient uitgevoerd te worden volgens de eisen uit hoofdstuk 7 van de norm EN 12445:2000 (of bijlage A in prEN12445:2005) met het testblok 700x300x200mm waarvan 3 vlakken mat zwart zijn en 3 glanzend wit of spiegelend, zoals te zien op afbeelding 24e. 25. Controle van de contactinrichting PSPE van FT210 volgens de norm EN 12445; indien gevaarlijke situaties als gevolg van de beweging van de vleugel worden voorkomen door de stootkracht te beperken (type C). dient deze kracht volgens de voorschriften uit hoofdstuk 5 van de norm EN 12445 met het specifieke instrument op de voorziene punten gemeten te worden. 26. Na alle voorgaande punten gecontroleerd te hebben haalt u het filter van het glaasje van de ontvanger RX weg, zoals dat op afbeelding 25 te zien is. 27. Na afloop van de eindtest gelieve u eraan te denken alle kastjes van de verschillende inrichtingen te sluiten. 23 24 25 94 5) Verdere details In dit hoofdstuk zullen de mogelijkheden voor persoonlijke aanpassing, diagnostiek en opsporing van storingen op FT210 worden behandeld 230Vac 230Vac COM SCA FOTOTEST 24Vac 0V 27 ALT FOTO 5.2) Voorbeeld van hoe FT210 alleen gebruikt wordt als melder van de status van de contactlijst Indien FT210 alleen gebruikt wordt als melder van de status van de contactlijst, dus zonder de functie van obstakelmelder, is het raadzaam de foto-inrichting te installeren zoals dat op afbeelding 27 te zien is. In dit geval dient u als volgt te werk te gaan: 1. Voer de montage uit zoals dat in de paragraaf “Installatie” beschreven is. 2. Sluit de ontvanger van FT210 op de besturingseenheid aan, zoals dat op afbeelding 28 te zien is, waarbij u de contacten van FOTO en ALT serieel schakelt. 3. Schakel de jumper JP2 van de ontvanger in 4. Sluit de Fototest aan en gebruik deze als de besturingseenheid deze functie beheert. In dit geval dienen de jumper JP1 van de ontvanger en de jumper JP3 van de zender ingeschakeld te worden 5. Als de besturingseenheid alleen over de uitgang SCA beschikt, sluit u deze op de ingang Fototest van de ontvanger aan. De jumper JP1 van de ontvanger dient uitgeschakeld te worden, terwijl de jumper JP3 van de zender ingeschakeld moet worden. 6. Als u op de besturingseenheid over geen enkele bruikbare uitgang (Fototest of SCA beschikt), dient u de ingang Fototest van de ontvanger onaangesloten te laten en de jumper JP1 van de ontvanger en de jumper JP3 van de zender uit te schakelen. COM SCA FOTO FOTOTEST 24Vac 0V 5.1) Voorbeelden van toepassing van FT210 als obstakeldetectie-inrichting U kunt de FT210 als een eenvoudige obstakeldetectie-inrichting van het type D, dus zonder aansluiting op de contactlijst, gebruiken. Op afbeelding 26 ziet u een voorbeeld van aansluiting bij dit soort gebruik van de foto-inrichting FT210. In dit geval dient u als volgt te werk te gaan: 1. Verricht de montage zoals dat in de paragraaf “Installatie” behandeld is. 2. Schakel de jumper “JP3” van de zender uit zodat M1 overdracht steeds in de modus SNEL verloopt 3. Gebruik alleen de uitgang FOTO van de ontvanger. FOTO COM 4. Sluit aan en gebruik de Fototest als de besturingsALT COM eenheid deze functie aanstuurt. In dit geval dient de ALT1 jumper JP1 van de ontvanger ingeschakeld te worden. COM FOTOTEST/SCA 5. Als de besturingseenheid alleen over de uitgang FOTOTEST/SCA SCA beschikt, dient u deze op de ingang Fototest van 0Vac FT210 24Vac de ontvanger aan te sluiten. De jumper JP1 van de ontvanger moet uitgeschakeld worden. 6. Als u op de besturingseenheid over geen enkele bruikbare uitgang (Fototest of SCA) beschikt, dient u de ingang Fototest van de ontvanger onaangesloten te laten en de 26 jumper JP1 van de ontvanger uit te schakelen. N.B.: De modus van overseining SNEL vermindert de levensduur van de batterij van de zender. In dit geval wordt de levensduur van een batterij type “C” (kit FTA1) als volgt geschat: • circa 24 maanden voor poorten tot 7m (jumper JP1 van de zender uitgeschakeld) • circa 18 maanden voor poorten tot 15m (jumper JP1 van de zender ingeschakeld) M1 FT210 28 FOTO COM ALT COM ALT1 COM FOTOTEST/SCA FOTOTEST/SCA 0Vac 24Vac 95 NL 5.3) Voorbeeld van aansluiting van FT210 op de besturingseenheid met ingang ALT op constante weerstand 8,2kohm Indien de besturingseenheid over een ingang ALT op een constante weerstand 8,2kohm beschikt, sluit u een weerstand van 8,2Kohm serieel op de twee contacten FOTO en ALT van de ontvanger aan, zoals dat op afbeelding 29 is aangegeven. ALT FOTO ALT ALT1 COM FOTOTEST FOTOTEST 0Vac/dc 24Vac/dc 29 5.4) Signaleringen De ontvanger FT210 heeft enkele signaleringsledlampjes (zie afbeelding 30) die een visuele signalering geven op grond van de werkingsstatus. 30 Tabel 5: signaleringen Led L (rood) Oorzaak 2 korte knipperingen pauze Signalering batterij leeg op de TX 2 korte knipperingen Led L1 (rood) Oorzaak De frequentie van de knipperingen geeft Knippert regelmatig aan hoe goed de ontvangst is: hoe langzamer ze knipperen hoe beter is de ontvangst Geen signaal, het contact “FOTO” blijft Aan open 4 korte knipperingen pauze De zender is in de modus LANGZAAM 4 korte knipperingen 5 korte knipperingen De ontvanger vangt het onherkenbare infraropauze de signaal op waardoor interferentie plaats 5 korte knipperingen vindt 7 korte knipperingen De ontvanger vangt het infrarode signaal pauze 7 korte knipperingen van een tweede zender FT210 op Led L2 (geel) Oorzaak Signaleert fout in de test aan het begin van Aan de manoeuvre en de zender is niet op de modus SNEL overgeschakeld De test aan het begin van de laatste Uit manoeuvre was normaal Led L3 (rood) Oorzaak Aan De op de zender aangesloten contactlijst (contact ALT: open) wordt geactiveerd Uit De op de zender aangesloten contactlijst (contact ALT: dicht) wordt niet geactiveerd Led L4 (groen) Oorzaak Aan De op de zender aangesloten contactlijst (contact ALT: dicht) wordt niet geactiveerd Uit De op de zender aangesloten contactlijst (contact ALT: open) wordt geactiveerd Handeling Vervang zo snel mogelijk de batterij op de zender met eentje van hetzelfde model Handeling Alles OK als het lichtje langzaam knippert: ten hoogste 3 per seconde; anders dient u de uitlijning tussen TX en RX te controleren Verwijder het obstakel of corrigeer de uitlijning tussen TX en RX Alles OK als de poort stil staat Een vreemde zender zendt een signaal naar de ontvanger, probeer de interferentie weg te nemen; controleer de uitlijning van alle aanwezige inrichtingen Haal de tweede zender weg. Twee zenders FT210 mogen niet op het zelfde gebied geplaatst worden Handeling Fout in de aansluiting of programmering van de ingang FOTOTEST. Waarschijnlijk functioneert de bewegingssensor niet goed Alles OK Handeling Controleer de oorzaken van activering van de contactlijst Alles OK Handeling Alles OK Controleer de oorzaken van activering van de contactlijst. 96 5.5) Oplossen van problemen In tabel 6 kunt u nuttige aanwijzingen vinden om om storingen te verhelpen die u tijdens de installatie of bij een eventueel defect tegen kunt komen. Tabel 6: opsporen van storingen Symptomen Aanbevolen controles De poort kan niet aangestuurd worden; alle ledlampjes op de Controleer of de ontvanger van stroom wordt voorzien door ontvanger van FT210 zijn uit. de spanning op de klemmetjes 12/24V te meten. De test aan het begin van de manoeuvre is niet tot een goed De poort start een manoeuvre maar stopt na 1 seconde; einde gekomen en er is waarschijnlijk een fout in de aansluihet ledlampje 2 (geel) brandt tingen of in de programmering; ook kan het zijn dat er defect is in de bewegingssensor van de poort op de TX Tijdens de manoeuvre stopt de poort of wordt de manoeuvre Controleer op eventuele obstakels en op de uitlijning tussen omgekeerd; het ledlampje L1 (rood) brandt ononderbroken TX en RX lover de gehele loop van de poort Tijdens de manoeuvre stopt de poort of wordt de manoeuvre omge- De contactlijst is in werking getreden. Verwijder het eventuele keerd; het ledlampje L3 (rood) is aan en het ledlampje L4 (groen) is uit. obstakel of controleer of de lijst correct functioneert Zo af en toe stopt de poort tijdens de manoeuvre of wordt de Controleer de uitlijning tussen TX en RX over de gehele loop manoeuvre omgekeerd; wanneer de poort open is, knippert van de poort het ledlampje L1 (rood) snel De ontvanger is in de modus Fototest (JP1 ingeschakeld) ingesteld, maar heeft de test bij het begin van de manoeuvre nog niet uitgevoerd. Als u over een besturingseenheid met fototest beschikt, laat u de jumper JP1 van de ontvanger ingeschakeld, controleert u de aansluitingen en laat u het automatisme een manoeuvre uitvoeren. Als de besturingseenheid niet over de uitgang Fototest beschikt, is de jumper JP1 zeker per ongeluk ingeschakeld. Schakel de jumper uit en controleer of de relais in werking treden en de infraroodbundel onderbreken. Zo af en toe stopt de poort tijdens de manoeuvre of wordt de De batterij van de TX èis leeg en onder ongunstige omstandigmanoeuvre omgekeerd; soms raakt hij geheel geblokkeerd en heden vindt er geen communicatie tussen TX en RX plaats. kan hij niet meer aangestuurd worden; het ledlampje L (rood) Het ledlampje L (rood) knippert om aan te geven dat de battegeeft voortdurend 2 korte knipperingen rij vervangen moet worden. Wanneer de inrichting aangezet wordt, gaat op de ontvanger het oranje ledlampje L2 branden en gaat het rode ledlampje L1 knipperen. Als de infraroodbundel wordt onderbroken gaat het rode ledlampje L1 continu branden, maar u hoort geen enkel relais klikken. 6) Onderhoud FT210 vereist geen bijzonder onderhoud, maar tenminste eens per half jaar is het noodzakelijk een controle uit te voeren op de staat van de fotoinrichting FT210 (aanwezigheid van vocht, roestvorming, etc.); bovendien moet dan de buitenkant van het kastje schoongemaakt worden en de eindtest zoals die in hoofdstuk 4 “Eindtest” beschreven is, uitgevoerd worden. FT210 is ontworpen om onder normale omstandigheden tenminste 10 jaar te functioneren; het is raadzaam na afloop van die periode de onderhoudsfrequentie op te voeren. 7) Afvalverwerking Wanneer de levensduur van dit product ten einde is, dienen, zoals dit ook bij de installatiewerkzaamheden het geval is, de ontmantelingswerkzaamheden door gekwalificeerd personeel uitgevoerd te worden. Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen, waarvan sommige gerecycleerd kunnen worden. Win inlichtingen over de methoden van hergebruik of afvalverwerking in zoals die voor dit soort producten in de plaatselijke regelgeving voorzien zijn. Let op!: Sommige delen van dit product kunnen vervuilende of gevaarlijke stoffen bevatten; als die in het milieu terecht zouden komen zouden ze schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid kunnen hebben. Zoals u kunt zien aan het symbool op afbeelding 31 is het verboden dit product met het gewone huisvuil weg te gooien. Scheid uw afval voor verwerking op een manier zoals die in de plaatselijke regelgeving voorzien is; of lever het product bij uw leverancier in wanneer u een nieuw gelijksoortig product koopt. De plaatselijke regelgeving kan zware straffen voorzien in 31 geval van illegale dumping van dit product. Let op!: het product werkt op batterijen die vervuilende stoffen zouden kunnen bevatten en die dus niet met het gewone afval weggegooid mogen worden. Nadat u ze uit het product gehaald hebt (zie de paragraaf "Vervanging van de batterijen " in het het hoofdstuk "Aanwijzingen en aanbevelingen voor de gebruiker van FT210B") dient u deze te verwerken op een manier zoals dat in de plaatselijke regelgeving voor batterijen voorzien is. 8) Accessoires Onderstaande accessoires zijn leverbaar: • FA1: metalen vandalismebestendige box, te monteren zoals dat op afbeelding 32 te zien is • FA2: bevestigingsbeugel voor de zuitljes “MOCF”, te monteren zoals dat op afbeelding 33 te zien is 32 33 • FTA1: batterij 3,6V; 7Ah maat C, te monteren zoals dat op afbeelding 34 te zien is • FTA2: batterij 3,6V; 2Ah maat AA, te monteren zoals dat op afbeelding 35 te zien is 34 35 97 NL 9) Echnische gegevens Teneinde haar producten steeds meer te vervolmaken behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorbericht wijzigingen in haar producten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksdoel echter gehandhaafd blijven. N.B.: alle technische gegevens hebben betrekking op een temperatuur van 20°C. Technische gegevens FT210 Typologie Inrichting voor optische overseining van de status van een contactlijst van het type met constante weerstand op bewegende delen; bestaande uit een zender met infrarode stralen (TX) die van stroom wordt voorzien door een batterij die zich op de bewegende vleugel bevindt waaraan de contactlijst gekoppeld wordt, en uit een ontvanger (RX) op het vaste deel Toegepaste technologie Trasmissione door rechtstreekse optische interpolatie TX-RX met gemoduleerde en gecodeerde infrarode straal. Stroomvoorziening ontvanger 12÷24Vac/dc; limieten: 10÷35 Vcc; 11÷28Vac 50/60Hz; met isoleringstransformator conform EN 61558 Opgenomen stroom ontvanger Circa 120mA op 12Vcc; 70mA op 24Vac Spanning ingang “Fototest” Zelfde limieten als “Stroomvoorziening ontvanger” Stroomvoorziening zender 3,6V met lithiumbatterijen type C of AA Levensduur batterij zender Geschat op circa ruim 15 jaar met batterij type C, capaciteit 7Ah; (gebruik “woonomgeving”: afstand TX-RX ten hoogste 7m; bij 20 manoeuvres per dag met een duur van 90s). Geschat op circa 5,5 jaar met batterij type C, capaciteit 7Ah; (gebruik “industriële omgeving”: afstand TX-RX ten hoogste 15m; bij 200 manoeuvres per dag met een duur van 90s). Geschat op circa 6 jaar met batterij type AA, capaciteit 2Ah; (gebruik “woonomgeving”: afstand TX-RX ten hoogste 7m; bij 20 manoeuvres per dag met een duur van 90s) Gamma van de ingang van de contactinrichting (Rs) Typisch 8,2KΩ +22%/-65% voor de actieve status (On) Limieten actieve status (On): bij Rs > 2.870Ω en Rs < 10.010Ω Limieten niet-actieve status (Off): bij Rs < 2.590Ω of Rs > 11.060Ω Waarnemingsvermogen van de obstakeldetectie-inrichting type D Ondoorzichtige voorwerpen op de optische as tussen TX-RX die groter dan 50mm zijn en een sneheid van minder dan 1,6m/s hebben Zendhoek TX +/- 4° (gemeten waarde op 50% van het bereik) Ontvanghoek RX +/- 3° (gemeten waarde op 50% van het bereik) Richtbaarheid circa 210° op de horizontale as en 30° op de verticale as Nuttig bereik 7m of 15m (bij JP1 op TX ingeschakeld) met asafwijking TX-RX van maximaal ± 2° (Het bereik zou verder kunnen afnemen in geval van bijzonder hevige klimaatsomstandigheden zoals mist, regen, sneeuw, stof, etc..) Maximaal bereik (onder optimale omstandigheden) Reactietijd uitgang FOTO 15m of 30m (bij JP1 op TX ingeschakeld) met asafwijking TX-RX van maximaal ± 2° <45ms (typisch 31ms) Reactietijd uitgang ALT <30ms (typisch 28ms) Reactietijd uitgang ALT1 1,5s ± 3% Capaciteit contacten relais op uitgang 3 of 2 (volgens de norm EN 954-1) al naar gelang het type aansluiting van de uitgangen en ingang FOTOTEST Maximaal 0,5A en maximaal 48Vac (belasting weerstand: cos=1). Duur contacten relais in uitgang Mechanische levensduur > 1.000.000 cycli; elektrische levensduur > 200.000 cycli (belasting weerstand: 0,25A; 24Vcc) Gebruik in zure, zoute of potentieel explosieve atmosfeer Nee Montage RX: verticaal aan de wand of op het zuiltje “MOCF” met de bevestigingsbeugel “FA2” TX: rechtstreeks op de poort met de meegeleverde schroeven. Beveiligingsklasse kastje IP44. Bedrijfstemperatuur -20 ÷55°C. Bestendigheidscategorie defecten Afmetingen 46 x 128 h 45mm. Gewicht Ontvanger: 135g. Zender 165g met FTA1 of 140g met FTA2 98 Aanwijzingen en aanbevelingen bestemd voor de gebruiker van FT210 Deze aanwijzingen kunnen de “Aanwijzingen en aanbevelingen voor het gebruik van de automatisering” aanvullen die de installateur aan de eigenaar van de automatisering moet overhandigen en moeten in ieder geval met die aanwijzingen aangevuld worden. • Onderhoud: Zoals elke machine heeft uw installatie periodiek onderhoud nodig om haar zo lang mogelijk en geheel veilig te laten werken. Stel met uw installateur een onderhoudsplan met periodieke frequentie op; ice raadt bij normaal gebruik bij een woning een onderhoudsbezoek om het half jaar aan, maar dit tijdsbestek kan variëren in functie van een meer of minder intensief gebruik. Alle controle-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. • Ook al bent u van mening dit te kunnen doen, breng geen wijzigingen aan de installatie en de programmerings- en afstellingsparameters van uw automatiseringsinstallatie aan: uw installateur is aansprakelijk.. • De eindtest, de periodieke nderhoudswerkzaamheden en de eventuele reparatiewerkzaamheden dienen gedocumenteerd te worden door wie die uitvoert en de documenten dienen door de eigenaar van de installatie bewaard te worden. • De enige werkzaamheden die de gebruiker regelmatig kan en moet uitvoeren zijn het reinigen van de glaasjes van de fotocellen en het verwijderen van bladeren en stenen die het automatisme in diens werking kunnen belemmeren. Om te voorkomen dat iemand de poort in beweging kan bregen dient u eraan te denken voordat u dit gaat doen het automatisme (zoals verderop beschreven) te ontgrendelen en voor het schoonmaken alleen een enigszins vochtige in water gedrenkte doek te gebruiken. • Afvalverwerking: Als de automatisering niet meer gebruikt kan worden, dient u zich ervan te vergewissen dat de sloop daarvan door gekwalificeerd personeel wordt uitgevoerd en dat het materiaal volgens de plaatselijk geldende voorschriften wordt hergebruikt of naar de afvalverwerking wordt gezonden. • Vervangen van de batterij van de zender van FT210 De zender, die zich op de bewegende vleugel van de poort bevindt, beschikt over een speciale lithiumbatterij van 3,6V. De levensduur hiervan wordt op meerdere jaren geschat; dit hangt van de gebruiksomstandigheden af. Er is in een signalering A D B voorzien die enkele maanden voordat de batterij helemaal leeg is aangeeft dat het tijd wordt deze te vervangen; u hebt hier dan ruim te tijd voor. Het moment om de batterij te wisselen is gekomen wanneer u op de ontvanger die zich in het vaste deel bevindt (aan de wand zoals op afbeelding A te zien is of op het zuiltje volgens afbeelding B) onderstaande signalering ziet: 2 korte knipperingen gevolgd door een pauze van 1 seconde. De batterij bevindt zich in de zender op de poortvleugel; om deze te vervangen gaat u als volgt te werk: 1) Verwijder de dopjes die de schroeven afdekken zoals dat op afbeelding C te zien is 2) Draai de schroeven los die de dekplaat vasthouden en verwijder dat zoals op afbeelding C te zien is 3) Verwijder de lege batterij met behulp van een schroevendraaier 4) Wacht ongeveer 10 seconden voordat u een nieuwe batterij gaat inzetten 5) Let goed op de polariteit: de plus bevindt zich naar boven 6) Breng de nieuwe batterij aan zoals u dat op afbeelding D of E kunt zien, op basis van het gebruikte model 7) Bevestig de dekplaat met de schroeven en breng de dopjes aan Er zijn 2 soorten batterijen beschikbaar: • FTA1: batterij 3,6V; 7Ah maat C, te monteren zoals op afbeelding D te zien is. • FTA2: batterij 3,6V; 2Ah maat AA, te monteren zoals op afbeelding E te zien is. Let op!: de batterijen die in dit product gebruikt worden zijn geen normale alkalische batterijen. Bestel bij Nice s.p.a. de sets batterijen “FTA1” of “FTA2”. Let op!: het product werkt op batterijen die vervuilende stoffen zouden kunnen bevatten en die dus niet met het gewone afval weggegooid mogen worden. Nadat u ze uit het product gehaald hebt (zie de paragraaf "Vervanging van de batterijen " in het het hoofdstuk "Aanwijzingen en aanbevelingen voor de gebruiker van FT210B") dient u deze te verwerken op een manier zoals dat in de plaatselijke regelgeving voor batterijen voorzien is. C E 99 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Nice Automation FT210 de handleiding

Type
de handleiding