Conrad Components 197730 Relay card Component 12 V DC Handleiding

Type
Handleiding
Version 03/12
8fach-Relaiskarte
Seite 2 - 20
8-Way Relay Board
Page 21 - 39
Carte à huit relais
Page 40 - 58
8-voudige relaiskaart
Pagina 59 - 77
Best.-Nr. / Item No. / N° de commande / Bestnr.: 19 77 20
19 77 30
BEDIENUNGSANLEITUNG
OPERATING INSTRUCTIONS
NOTICE D´EMPLOI
GEBRUIKSAANWIJZING
59
Inhoudsopgave
Pagina
1. Inleiding ....................................................................................................................... 60
2. Beoogd gebruik ........................................................................................................... 61
3. Omvang van de levering ............................................................................................ 61
4. Veiligheidsinstructies .................................................................................................. 62
a) Algemeen ............................................................................................................. 62
b) Voeding, relaisschakelspanning ......................................................................... 63
c) Wamteontwikkeling .............................................................................................. 64
5. Aansluiting en ingebruikname .................................................................................... 65
a) Gebruik ................................................................................................................. 65
b) Spanningsverzorging ........................................................................................... 65
c) Vervangen van de zekering................................................................................. 65
d) Aansluiten van de dataleidingen naar de pc ...................................................... 66
e) Configuratie van de relaiskaarten ....................................................................... 67
f) Verbinding van de dataleidingen ........................................................................ 68
g) Aansluiting externe bouwgroepen ...................................................................... 68
6. Aansturing van de relaiskaart, dataprotocol .............................................................. 69
7. Informatie over de inhoud van de meegeleverde cd ................................................. 73
8. Afvalverwijdering ......................................................................................................... 73
9. Onderhoud en verzorging ........................................................................................... 73
10. Technische gegevens ................................................................................................. 74
a) Algemeen ............................................................................................................. 74
b) Bestelnr. 197720 .................................................................................................. 74
c) Bestelnr. 197730 .................................................................................................. 74
11. Appendix: Beschrijving printplaat ............................................................................... 75
60
1. Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product.
De relaiskaart werd EMC-getest op de industrie- en de huishoudelijke normen, en
voldoet aan beide. De CE-conformiteit werd aangetoond. De betreffende verklaringen
bevinden zich bij de fabrikant.
Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te
handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen!
Lees vóór de ingebruikneming van dit product de volledige gebruiksaanwijzing door en neem
alle bedienings- en veiligheidsvoorschriften in acht!
Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de
betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden.
Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
61
2. Beoogd gebruik
De relaiskaart bevat acht relais met een wisselcontact. Daarmee kunnen elektrische
stroomkringen worden geschakeld.
Bestelnr. 197720: Belastbaarheid van de relais 24V/AC, 7A of 24V/DC, 7A
Bestelnr. 197730: Belastbaarheid van de relais 230V/AC, 16A of 24V/DC, 16A
De relaiskaart wordt via een seriële RS232-interface aangestuurd, bij voorkeur door een
computer met een Windows-bedrijfssysteem. De aansluiting gebeurt via een 9-polige
nulmodemkabel.
Er kunnen tot 255 relaiskaarten in cascade of na elkaar worden geplaatst.
De printplaat is voorzien om te worden ingebouwd in een behuizing.
Om de relaiskaart via USB te kunnen aansturen, heeft u verder de RS232-USB converter
nodig met Conrad-best.nr. 197257.
Andere toepassingen dan hier beschreven zijn niet toegestaan. Naast een mogelijke
beschadiging van het apparaat is dit verbonden met gevaren zoals kortsluiting of elektrische
schokken. De veiligheidsaanwijzingen en de in de technische gegevens aangegeven maxi-
male bedrijfs- en omgevingsvoorwaarden moeten absoluut worden aangehouden.
Het complete product mag niet worden gewijzigd of omgebouwd. Het apparaat mag alleen
worden gebruikt in droge ruimten binnenshuis.
Houd rekening met alle veiligheidsvoorschriften van deze gebruiks-
aanwijzing.
3. Omvang van de levering
Relaisplaat
CD met besturingssoftware incl. sourcecode
Gebruiksaanwijzing
62
4. Veiligheidsinstructies
a) Algemeen
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing
vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig
gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij
niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie.
Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen
en/of veranderen van het product niet toegestaan.
Vergewis u ervan, dat alle elektrische verbindingen en verbindingsdraden
tussen het apparaat en eventuele verlengkabels overeenkomen met de
voorschriften en bepalingen van deze gebruiksaanwijzing.
Neem het apparaat nooit meteen in gebruik nadat het van een koude in een
warme ruimte is gebracht. Het apparaat kan door het condenswater dat zich
daarbij vormt worden vernield.
Gebruik de relaiskaart niet in de omgeving van licht ontvlambare voorwerpen,
vloeistoffen of gassen, gevaar op explosies!
In bedrijven moet rekening gehouden worden met de voorschriften ter
voorkoming van ongevallen opgesteld door de nationale bonden van de
ongevallenverzekering voor elektrische installaties en productiemiddelen.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen
gevaarlijk speelgoed zijn.
Stel de relais kaart niet bloot aan hoge temperaturen, sterke trillingen, hoge
vochtigheid of chemisch agressieve stoffen, gassen en dampen.
Indien u vragen heeft over de juiste aansluiting, werking, veiligheid of
aansluitingen van het apparaat, of als er problemen zijn waar u in de
gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact
op met onze technische helpdesk of met een andere elektromonteur.
63
b) Voeding, relaisschakelspanning
Bestelnr. 197720
Gebruik de relaiskaart alleen in laagspanningskringen (max. 24V).
Het schakelen van hogere spanningen (bijv. netspanning 230V~) is niet
toegestaan. Er bestaat levensgevaar door een elektrische schok, en bovendien
gevaar op brand!
De maximaal toegelaten schakelstroom bedraagt 7A per relais. De toegelaten
voedingsspanning bedraagt minimaal 12V/DC, maximaal 24V/DC. Een
overschrijding van de toegelaten waarden leidt tot stuk gaan van de relaiskaart,
en leidt tot gevaar op brand of een elektrische schok.
Bestelnr. 197730
Deze versie van de relaiskaart beschikt over relais, die het schakelen van
netspanning (max. 230V/AC, 16A) of gelijkspanning (max. 24V/DC) toelaten.
Een overschrijding van de toegelaten waarden leidt tot stuk gaan van de
relaiskaart, en leidt tot gevaar op brand of een elektrische schok.
Denk er om, dat werkzaamheden aan de netspanning alleen door een vakman
mogen worden uitgevoerd.
Door ondeskundige omgang met de netspanning brengt u niet alleen u zelf
maar ook anderen in gevaar! Er bestaat levensgevaar door een elektrische
schok!
De RS232- resp. USB-kabel naar de pc mag niet langer zijn dan 3m. Dit geldt
ook voor de RS232-leidingen (RX/TX/GND) tussen de kaarten (indien meer
dan één kaart gebruikt wordt).
Stoorinvloeden zoals EMC-impulsen, elektrostatische ontlading (ESD),
spanningspieken of storingen op de leidingen kunnen leiden tot het afvallen
van een relais.
De controller van de relaisplaat is zelfstandig niet in staat, de schakeltoestand
van de relais te herstellen. De relaiskaart is na ten laatste 1s terug
aanspreekbaar, maar de initialisering en de oorspronkelijke schakeltoestand
van de relais gaat verloren. In dit geval moet er in de besturingssoftware voor
worden gezorgd, dat de schakeltoestand van de relais permanent wordt
bekeken en dat de initialisering zamen met de oorspronkelijke schakeltoestand
van de relais worden hersteld.
In de meegeleverde software kan daarvoor de "watchdog”-functie worden
ingeschakeld (groen vinkje in het menupunt "watchdog").
64
c) Warmte-ontwikkeling
Elektronische onderdelen van de relaiskaart kunnen tijdens het gebruik warm worden. Let op
voldoende luchtcirculatie rond hat apparaat, om het opbouwen van warmte en daardoor
oververhitting te voorkomen. Dit geldt speciaal bij de inbouw van de kaart in een behuizing.
65
5. Aansluiting en ingebruikname
a) Hanteren
Let op! De relaiskaart bestaat uit gevoelige elektronische onderdelen. Een onoordeelkunbdig
hanteren kan leiden tot stukgaan ervan. Bijzonder schadelijk zijn elektrostatische ontladingen,
geïnduceerde spanningspieken en circulatiestromen tussen verschillende spanningsniveaus.
Raak voor het hanteren van de kaart een elektrisch geaard voorwerp aan, bijv. de metalen
behuizing van een pc. Hou de kaart alleen aan de zijkanten vast. Raak geen elektronische
onderdelen of geleiders aan op de kaart.
Schakel voor het verbinden of het loskoppelen van aansluitleidingen steeds de
voeding van de kaart, en die van de er op aangesloten resp. op aan te sluiten
apparaten los.
b) Voeding
Sluit deze op de met "+" en "-" gemerkte punten van de klem "UB" de gelijkspanning aan, die
mag liggen tussen 12V/DC en 24V/DC. Let op de juiste polariteit (plus/+ en min/-).
Stroomopname:
Bestelnr. 197720:
max. 300mA bij 12V/DC, max. 200mA bij 24V/DC (alle 8 relais ingeschakeld)
Bestelnr. 197730:
max. 400mA bij 12V/DC, max. 250mA bij 24V/DC (alle 8 relais ingeschakeld)
c) Vervangen van de zekering
De relaiskaart is aan de zijde van de voedingsspanning (klem UB) gezekerd met een
fijnzekering (1A, traag).
De zekering brandt door bij overbelasting van de ingang. Het gebruik van de relaiskaart is
daarna niet meer mogelijk. Koppel in dit geval de verbinding met de voeding los. Vervang
aansluitend de defecte zekering door een nieuwe van hetzelfde type en dezelfde nominale
stroomsterkte. Het overbruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan!
Type zekering: Standaard fijnzekering (5x20mm), 1A, 250V, traag
66
d) Aansluiten van de dataleidingen naar de pc
De relaiskaart kan afzonderlijk worden gebruikt, maar het is ook mogelijk meerdere relaiskaarten
na elkaar te gebruiken (cascade).
De sturing van alle kaarten gebeurt daarbij via de eerst aangesloten kaart.
De eerste relaiskaart kan ofwel via de RS232-bus (of direct via de klemmen TXa, RXa en GND)
of via de USB-bus worden gebruikt (voor USB-bedrijf is een RS232-USB converter met
Conrad-best.nr. 197257 vereist).
De bedrijfsmodus kan worden ingesteld via de jumpers JP2 en JP3.
Aansluiting via de RS232-bus
Voor RS232-bedrijf moeten de jumpers JP2 en JP3 op positie 1-2 zijn geplaatst.
De verbinding met de computer gebeurt via een 9-polige nulmodemkabel (bijv. Conrad
best.nr. 982040).
De stuurleidingen kunnen ook rechtstreeks op RXa, Txa en GND aangesloten worden:
RXa = data van de stuurcomputer naar de relaiskaart
TXa = terugleiding naar de stuurcomputer
GND = massa
Aansluiting via de USB-bus
Voor USB-bedrijf moeten de jumpers JP2 en JP3 op positie 2-3 zijn geplaatst.
De voor het gebruik vereiste RS232-USB converter (Conrad best.nr. 197257, niet met de
relaisplaat meegeleverd) wordt op de bus "USB-Adapter" van de relaiskaart aangesloten.
67
e) Configuratie van de relaiskaarten
Indien er meer dan één kaart gebruikt wordt (zie afb. 1, bovenste regel), dan moet bij de laatste
kaart jumper JP1 in de stand 1-2 staan.
Bij alle andere kaarten moet de jumper JP1 in de stand 2-3 staan.
Indien er maar één relaiskaart wordt gebruikt (zie afb. 1, onderste regel), dan moet ook hier
de jumper JP1 op 1-2 staan (omdat deze ook automatisch de laatste kaart is).
Afb. 1
68
f) Verbinding van de dataleidingen
Het doorgeven van de data gebeurt via de klemmen XA en XB. Via de klem XA krijgt de kaart
de data van de vorige kaart resp. van de stuurcomputer en via de klem XB worden de data naar
de volgende kaart doorgegeven.
De data-uitgang TXb van een relaiskaart gaat naar de data-ingang RXa van de volgende kaart;
de data-ingang RXb gaat naar de data-uitgang TXa van de navolgende kaart.
Verbind ook telkens de beide GND-klemmen van de relaiskaarten (zie afb. 1).
Jumpers:
JP1
1-2 Terugkoppeling, laatste relaiskaart resp. één enkele kaart
2-3 Data doorgeven, alle andere kaarten in lus
JP2 JP3
1-2 1-2 RS232-modus
2-3 2-3 USB-modus
g) Aansluiting externe bouwgroepen
Met elk van de acht relais kan een externe stroomkring worden geschakeld. (zie afb. 3).
Bestelnr. 197720: Belastbaarheid van de relais 24V/AC, 7A of 24V/DC, 7A
Bestelnr. 197730: Belastbaarheid van de relais 230V/AC, 16A of 24V/DC, 16A
NO = normaal open contact
NC = normaal gesloten contact
C = gemeenschappelijke aansluiting
Afb. 2
Afb. 3
69
6. Aansturing van de relaiskaart, dataprotocol
Seriële data-overdracht
De data-overdracht gebeurt volgens de RS232-standaard aan 19200 Baud zonder handshake-
signalen, 8 databits, geen pariteitsbit en één stop-bit. De commando's worden gegeven door
de stuurcomputer (bijv. pc).
Op elk uitgevoerd commando geeft de controller van de relaiskaart een antwoord. Eventueel
worden de commando's ook doorgegeven.
Elke relaiskaart wordt via een adres aangesproken. De eerst kaart krijgt haar adres via het
commando "1" (setup-initialisatie). Bij elke volgende kaart wordt het adres met één eenheid
verhoogd.
Elk commando en elk antwoord bestaan telkens uit een reeks van 4 bytes. Dit wordt hierna een
frame genoemd.
Frame-opbouw
Byte 0 Commando
Byte 1 Adres van de kaart
Byte 2 gegevens
Byte 3 Checksum (XOR van Byte0, Byte1 en Byte2 )
Doorgeven van de commando’s
De controller van een relaiskaart voert in de regel alleen commando's uit, die aan hem
geadresseerd zijn (uitzonderlingen zijn de initialisering en broadcasting). Andere commando's
stuurt hij na een controle op overdrachtsfouten ongewijzigd door.
Omwille van het werkingsprincipe ontstaan bij het in serie plaatsen van
meerdere kaarten omwille van de datalooptijden verschillen in het uitvoeren
van de schakelprocessen.
Controleren op overdrachtsfouten
De checksum in Byte 3 volgt telkens uit de exclusieve OR-functie (XOR) van Byte 0, Byte 1 en
Byte 2.
Als de relaiskaartprocessor een fout vaststelt in een ontvangen frame, stuurt hij een 4 byte
lange foutmelding, en geeft hij het commando niet verder, foutantwoord:
255 - eigen adres - x - nieuwe proefsom (x staat telkens voor "zonder betekenis")
Als er een commando naar een kaart wordt verzonden, die niet bestaat, dan komt het bericht
ongewijzigd terug, omdat elke kaart de commando's verder stuurt die niet voor haar bestemd
zijn.
70
Broadcasting
Een commandoframe met adreswaarde 0 geldt als broadcast ("een bericht aan alle kaarten")
en wordt door elke relaiskaart uitgevoerd (uitzondering zie hieronder). Na uitvoering stuurt de
kaart-controller eerst het overeenkomstige antwoord. Aansluitend genereert hij het broadcast-
commando voor de volgende kaart.
Commando’s
Op elk uitgevoerd commando geeft de controller van de relaiskaart een antwoordframe:
geïnverteerde commandocode - eigen adres - data - nieuwe checksum
De volgende commando's zijn gedefinieerd (x staat telkens voor "zonder betekenis"):
CMD Betekenis Commandoframe Antwoord
0 NO OPERATION 0 - adr. - x - XOR 255 - adr. - x - XOR
geen actie (NOP)
1 SETUP 1 - adr. - x - XOR 254 - adr. - info - XOR
Initialisatie
2 GET PORT 2 - adr. - x - XOR 253 - adr. - data - XOR
Schakeltoestanden afvragen
3 SET PORT 3 - adr. - data - XOR 252 - adr. - x - XOR
Relais schakelt
4 GET OPTION 4 - adr. - x - XOR 251 - adr. - opt. - XOR
Opties opvragen
5 SET OPTION 5 - adr. - opt. - XOR 250 - adr. - x - XOR
Opties instellen
6 SET SINGLE 6 - adr. - data - XOR 249 - adr. - data - XOR
Relais inschakelen zonder de andere uitgangen te wijzigen
7 DEL SINGLE 7 - adr. - data - XOR 248 - adr. - data - XOR
Relais uitschakelen zonder de andere uitgangen te wijzigen
8 TOGGLE 8 - adr. - data - XOR 247 - adr. - data - XOR
Omwisselen van de schakeltoestand zonder verandering van de andere uitgangen
71
Commando 0 - NOP
Het NOP- commando kan worden gebruikt voor testdoeleinden.
Denk er om, dat dit commando leidt tot een foutmelding (CMD=255) als
antwoord.
Commando 1 - Initialisering
De eerste relaiskaart bevat het adres dat in het frame als "adr." wordt verzonden.
In het antwoordframe geeft de informatie de versie van de microcontroller- software.
Na het verzenden van het antwoordframe geeft de controller een initialiseringscommando met
een met 1 verhoogd adres, en geeft dit door aan de volgende kaart (resp. terug aan de
stuurcomputer, als er maar één kaart is). De stuurcomputer ontvangt dus bij N aangesloten
relaiskaarten N+1 antwoordframes.
Commando's 2 - Ports lezen
Op dit commando volgt als antwoord bij "data" de binaire code van de relais, die zijn
ingeschakeld.
Dit commando heeft betrekking op de 8 relais van de kaart: bit 0 van de datawaarde
correspondeert met relais K1 (klem X1), bit 1 met relais K2 (klem X2) enz.
Zijn bijv relais K6, relais K5 en relais K1 ingeschakeld, dan is het antwoord 49 (binair
00110001).
Commando's 3 - Ports setten
Met dit commando worden onder "data" de binaire codes van de relais verzonden, die moeten
worden ingeschakeld.
Dit commando heeft betrekking op de 8 relais van de kaart. Bit 0 van de datawaarde
correspondeert met relais 1 (klem X1), bit 1 met relais 2 (klem X2) enz.
Indien bijv. relais K8, relais K6 en relais K3 ingeschakeld worden, dan moet bij data 164 (binair
10100100) worden verzonden.
Commando's 4 en 5 - Opties setten en lezen
Met deze commando's wordt onder "Optie" het gedrag bij broadcast- commando's ingesteld.
Optie "broadcast enabled" (voorinstelling AAN):
Deze optie geeft aan, of de kaart broadcast-commando's uitvoert (AAN) of niet (UIT)
Optie "block broadcast" (voorinstelling UIT):
Deze optie geeft aan, of de kaart broadcast-commando's doorgeeft (UIT) of een NOP-
commando doorgeeft aan de volgende kaart (AAN).
72
Voor de waarde van de optie in de commando's 4 en 5 zijn er volgende combinaties:
Optie Uitvoeren van broadcasts Blokkeren van broadcasts
0 neen neen
1 (Voorinstelling) ja neen
2 neen ja
3ja ja
Commandos 6 en 7 – Afzonderlijke relais doen schakelen en afvallen
De in de data-byte geadresseerde relais worden direct in- resp. uitgeschakeld, zonder
wijziging van de andere uitgangen.
Commando 8 – Toggle
Het omschakel-commando is alleen geldig voor de in het databyte geadresseerde relais.
Dit commando heeft betrekking op de 8 relais van de kaart: bit 0 van de datawaarde
correspondeert met relais K1 (klem X1), bit 1 met relais K2 (klem X2) enz.
Relais K7, relais K6 en relais K4 zijn bijv. ingeschakeld (01101000). Relais K6 moet worden
uitgeschakeld en relais K5 ingeschakeld: dan verstuutr u als data 48 (binair 00110000).
73
7. Informatie over de inhoud van de meegeleverde cd
De meegeleverde stuursoftware maakt het aansturen van relaiskaarten met een pc mogelijk,
en maakt de werking van de stuurbevelen aanschouwelijk. U kunt de eveneens meegeleverde
source-code onder Visual Basic aan uw wensen aanpassen en uitbreiden.
De software toont niet alle mogelijkheden, en dient alleen voor het verhelderen
van het principe van de stuurcommando's.
Inhoud van de cd: Software voor het aansturen van de relaiskaart incl. VB2008 sourcecode,
voorbeeld-sourcecode voor VB6, tool voor het berekenen van de checksum.
Indien u meer functies nodig heeft en u deze niet zelf wilt of kunt programmeren, dan adviseren
we u het als accessoire beschikbare Windows-programma "LeC2", Conrad-best.nr. 199396.
8. Afvalverwijdering
Elektrische en elektronische producten mogen niet via het normale huisvuil
worden verwijderd.
Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke
voorschriften.
9. Onderhoud en verzorging
Het product is onderhoudsvrij.
Voor het reinigen moeten alle elektrische verbindingen van de relaiskaart worden losgekoppeld.
De relaiskaart mag alleen met een droge doek of een penseel van stof worden gereinigd.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, aangezien
deze de relaiskaart kunnen beschadigen.
74
10. Technische gegevens
a) Algemeen
Voedingsspanning: .................................... 12...24V/DC
Fijnzekering:............................................... 5*20mm, 1A, traag, 250V
Temperatuurbereik: ................................... 0... +70°C
Seriële interface: ........................................ RS232, 19200 baud, 8 databits, 1 stopbit,
geen pariteitsbit, geen handshake,
Nulmodem-kabel voor aansluiting op de pc
verwenden
b) Bestelnr. 197720
Max. stroomverbruik: ................................. 300mA bij 12V/DC, 200mA bij 24V/DC
(8 relais ingeschakeld)
Max. relais-schakelvermogen ................... 24V, 7A
Afmetingen: ................................................ 160 x 100 mm (Eurokaart)
Passende accessoires: PC-programma "LeC2": Conrad bestelnr. 199396
RS232-USB converter: Conrad bestelnr. 197257
Passende behuizing: Conrad bestelnr. 121070
Passende nulmodemkabel: Conrad bestelnr. 982040
Passende USB-kabel: Conrad bestelnr. 973569
c) Bestelnr. 197730
Max. stroomverbruik: ................................. 400mA bij 12V/DC, 250mA bij 24V/DC
(8 relais ingeschakeld)
Max. relais-schakelvermogen ................... 230V/DC, 16A of 24V/DC, 16A
Afmetingen: ................................................ 212 x 100 mm
Passende accessoires: PC-programma "LeC2": Conrad bestelnr. 199396
RS232-USB converter: Conrad bestelnr. 197257
Passende behuizing: Conrad bestelnr. 530983
Passende nulmodemkabel: Conrad bestelnr. 982040
Passende USB-kabel: Conrad bestelnr. 973569
75
11. Appendix: Beschrijving printplaat
A 8 wisselcontact schakeluitgangen
Bestelnr. 197720: Belastbaarheid van de relais 24V/AC, 7A of 24V/DC, 7A
Bestelnr. 197730: Belastbaarheid van de relais 230V/AC, 16A of 24V/DC, 16A
B Seriële ingang van vorige relaiskaart of stuurcomputer
C Seriële uitgang naar de volgende relaiskaart
D Seriële verbinding met de stuurcomputer via een nulmodemkabel (9-polig)
E USB- verbinding met de stuurcomputer via USB-kabel
F LED's geven de schakeltoestand aan van de relais K1 – K8
G JP1 op 1-2 (individuele kaart of laatste relaiskaart), 2-3 alle andere relaiskaarten
H Verbinding met de stuurcomputer: RS232: JP2 & JP3 op 1-2
USB: JP2 & JP3 op 2-3
I Power LED
J Connector voor RS232-USB converter voor USB-bedrijf
K Voeding 12V/DC tot 24V/DC
L Fijnzekering 5*20mm, 250V / 1A, traag
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str.1,
D-92240 Hirschau.
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikrover-
filmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen
Genehmigung des Herausgebers.
Nachdruck, auch auszugsweise, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und
Ausstattung vorbehalten.
© Copyright 2012 by Conrad Electronic SE.
Imprint
These operating instructions are published by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau/Germany.
No reproduction (including translation) is permitted in whole or part e.g. photocopy, microfilming or storage
in electronic data processing equipment, without the express written consent of the publisher.
The operating instructions reflect the current technical specifications at time of print.We reserve the right
to change the technical or physical specifications.
© Copyright 2012 by Conrad Electronic SE.
Note de l´éditeur
Cette notice est une publication de la société Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau/Allemagne.
Tous droits réservés, y compris traduction. Toute reproduction, quel que soit le type, par exemple
photocopies, microfilms ou saisie dans des traitements de texte electronique est soumise à une
autorisation préalable écrite de l‘éditeur.
Impression, même partielle, interdite.
Cette notice est conforme à la règlementation en vigueur lors de l´impression. Données techniques et
conditionnement soumis à modifications sans aucun préalable.
© Copyright 2012 par Conrad Electronic SE.
Impressum
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van Conrad Electronic Benelux B.V.
Alle rechten, inclusief de vertaling, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, fotokopie,
microfilm of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, alleen met schriftelijke toestemming
van de uitgever.
Nadruk, ook in uittreksel, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wijzigingen in techniek
en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2012 by Conrad Electronic Benelux B.V.
100%
Recycling-
Papier.
Chlorfrei
gebleicht.
100%
recycling
paper.
Bleached
without
chlorine.
100%
papier
recyclé.
Blanchi
sans
chlore.
100%
Recycling
Papier.
Chloorvrij
gebleekt.
CONRAD IM INTERNET: http://www.conrad.com

Documenttranscriptie

 BEDIENUNGSANLEITUNG  OPERATING INSTRUCTIONS  NOTICE D´EMPLOI  GEBRUIKSAANWIJZING Version 03/12   8fach-Relaiskarte  8-Way Relay Board  Carte à huit relais  8-voudige relaiskaart Seite 2 - 20 Page 21 - 39 Page 40 - 58 Pagina 59 - 77 Best.-Nr. / Item No. / N° de commande / Bestnr.: 19 77 20 19 77 30 Inhoudsopgave  Pagina 1. 2. 3. 4. Inleiding ....................................................................................................................... 60 Beoogd gebruik ........................................................................................................... 61 Omvang van de levering ............................................................................................ 61 Veiligheidsinstructies .................................................................................................. 62 a) Algemeen ............................................................................................................. 62 b) Voeding, relaisschakelspanning ......................................................................... 63 c) Wamteontwikkeling .............................................................................................. 64 5. Aansluiting en ingebruikname .................................................................................... 65 a) Gebruik ................................................................................................................. 65 b) Spanningsverzorging ........................................................................................... 65 c) Vervangen van de zekering ................................................................................. 65 d) Aansluiten van de dataleidingen naar de pc ...................................................... 66 e) Configuratie van de relaiskaarten ....................................................................... 67 f) Verbinding van de dataleidingen ........................................................................ 68 g) Aansluiting externe bouwgroepen ...................................................................... 68 6. Aansturing van de relaiskaart, dataprotocol .............................................................. 69 7. Informatie over de inhoud van de meegeleverde cd ................................................. 73 8. Afvalverwijdering ......................................................................................................... 73 9. Onderhoud en verzorging ........................................................................................... 73 10. Technische gegevens ................................................................................................. 74 a) Algemeen ............................................................................................................. 74 b) Bestelnr. 197720 .................................................................................................. 74 c) Bestelnr. 197730 .................................................................................................. 74 11. Appendix: Beschrijving printplaat ............................................................................... 75 59 1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. De relaiskaart werd EMC-getest op de industrie- en de huishoudelijke normen, en voldoet aan beide. De CE-conformiteit werd aangetoond. De betreffende verklaringen bevinden zich bij de fabrikant. Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen! Lees vóór de ingebruikneming van dit product de volledige gebruiksaanwijzing door en neem alle bedienings- en veiligheidsvoorschriften in acht! Alle voorkomende bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten voorbehouden. Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be. 60 2. Beoogd gebruik De relaiskaart bevat acht relais met een wisselcontact. Daarmee kunnen elektrische stroomkringen worden geschakeld. Bestelnr. 197720: Belastbaarheid van de relais 24V/AC, 7A of 24V/DC, 7A Bestelnr. 197730: Belastbaarheid van de relais 230V/AC, 16A of 24V/DC, 16A De relaiskaart wordt via een seriële RS232-interface aangestuurd, bij voorkeur door een computer met een Windows-bedrijfssysteem. De aansluiting gebeurt via een 9-polige nulmodemkabel. Er kunnen tot 255 relaiskaarten in cascade of na elkaar worden geplaatst. De printplaat is voorzien om te worden ingebouwd in een behuizing. Om de relaiskaart via USB te kunnen aansturen, heeft u verder de RS232-USB converter nodig met Conrad-best.nr. 197257. Andere toepassingen dan hier beschreven zijn niet toegestaan. Naast een mogelijke beschadiging van het apparaat is dit verbonden met gevaren zoals kortsluiting of elektrische schokken. De veiligheidsaanwijzingen en de in de technische gegevens aangegeven maximale bedrijfs- en omgevingsvoorwaarden moeten absoluut worden aangehouden. Het complete product mag niet worden gewijzigd of omgebouwd. Het apparaat mag alleen worden gebruikt in droge ruimten binnenshuis. Houd rekening met alle veiligheidsvoorschriften van deze gebruiksaanwijzing. 3. Omvang van de levering • Relaisplaat • CD met besturingssoftware incl. sourcecode • Gebruiksaanwijzing 61 4. Veiligheidsinstructies a) Algemeen Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie. • Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. • Vergewis u ervan, dat alle elektrische verbindingen en verbindingsdraden tussen het apparaat en eventuele verlengkabels overeenkomen met de voorschriften en bepalingen van deze gebruiksaanwijzing. • Neem het apparaat nooit meteen in gebruik nadat het van een koude in een warme ruimte is gebracht. Het apparaat kan door het condenswater dat zich daarbij vormt worden vernield. • Gebruik de relaiskaart niet in de omgeving van licht ontvlambare voorwerpen, vloeistoffen of gassen, gevaar op explosies! • In bedrijven moet rekening gehouden worden met de voorschriften ter voorkoming van ongevallen opgesteld door de nationale bonden van de ongevallenverzekering voor elektrische installaties en productiemiddelen. • Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. • Stel de relais kaart niet bloot aan hoge temperaturen, sterke trillingen, hoge vochtigheid of chemisch agressieve stoffen, gassen en dampen. • Indien u vragen heeft over de juiste aansluiting, werking, veiligheid of aansluitingen van het apparaat, of als er problemen zijn waar u in de gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze technische helpdesk of met een andere elektromonteur. 62 b) Voeding, relaisschakelspanning • Bestelnr. 197720 Gebruik de relaiskaart alleen in laagspanningskringen (max. 24V). Het schakelen van hogere spanningen (bijv. netspanning 230V~) is niet toegestaan. Er bestaat levensgevaar door een elektrische schok, en bovendien gevaar op brand! De maximaal toegelaten schakelstroom bedraagt 7A per relais. De toegelaten voedingsspanning bedraagt minimaal 12V/DC, maximaal 24V/DC. Een overschrijding van de toegelaten waarden leidt tot stuk gaan van de relaiskaart, en leidt tot gevaar op brand of een elektrische schok. • Bestelnr. 197730 Deze versie van de relaiskaart beschikt over relais, die het schakelen van netspanning (max. 230V/AC, 16A) of gelijkspanning (max. 24V/DC) toelaten. Een overschrijding van de toegelaten waarden leidt tot stuk gaan van de relaiskaart, en leidt tot gevaar op brand of een elektrische schok. Denk er om, dat werkzaamheden aan de netspanning alleen door een vakman mogen worden uitgevoerd. Door ondeskundige omgang met de netspanning brengt u niet alleen u zelf maar ook anderen in gevaar! Er bestaat levensgevaar door een elektrische schok!  De RS232- resp. USB-kabel naar de pc mag niet langer zijn dan 3m. Dit geldt ook voor de RS232-leidingen (RX/TX/GND) tussen de kaarten (indien meer dan één kaart gebruikt wordt). Stoorinvloeden zoals EMC-impulsen, elektrostatische ontlading (ESD), spanningspieken of storingen op de leidingen kunnen leiden tot het afvallen van een relais. De controller van de relaisplaat is zelfstandig niet in staat, de schakeltoestand van de relais te herstellen. De relaiskaart is na ten laatste 1s terug aanspreekbaar, maar de initialisering en de oorspronkelijke schakeltoestand van de relais gaat verloren. In dit geval moet er in de besturingssoftware voor worden gezorgd, dat de schakeltoestand van de relais permanent wordt bekeken en dat de initialisering zamen met de oorspronkelijke schakeltoestand van de relais worden hersteld. In de meegeleverde software kan daarvoor de "watchdog”-functie worden ingeschakeld (groen vinkje in het menupunt "watchdog"). 63 c) Warmte-ontwikkeling Elektronische onderdelen van de relaiskaart kunnen tijdens het gebruik warm worden. Let op voldoende luchtcirculatie rond hat apparaat, om het opbouwen van warmte en daardoor oververhitting te voorkomen. Dit geldt speciaal bij de inbouw van de kaart in een behuizing. 64 5. Aansluiting en ingebruikname a) Hanteren Let op! De relaiskaart bestaat uit gevoelige elektronische onderdelen. Een onoordeelkunbdig hanteren kan leiden tot stukgaan ervan. Bijzonder schadelijk zijn elektrostatische ontladingen, geïnduceerde spanningspieken en circulatiestromen tussen verschillende spanningsniveaus. Raak voor het hanteren van de kaart een elektrisch geaard voorwerp aan, bijv. de metalen behuizing van een pc. Hou de kaart alleen aan de zijkanten vast. Raak geen elektronische onderdelen of geleiders aan op de kaart. Schakel voor het verbinden of het loskoppelen van aansluitleidingen steeds de voeding van de kaart, en die van de er op aangesloten resp. op aan te sluiten apparaten los. b) Voeding Sluit deze op de met "+" en "-" gemerkte punten van de klem "UB" de gelijkspanning aan, die mag liggen tussen 12V/DC en 24V/DC. Let op de juiste polariteit (plus/+ en min/-). Stroomopname: • Bestelnr. 197720: max. 300mA bij 12V/DC, max. 200mA bij 24V/DC (alle 8 relais ingeschakeld) • Bestelnr. 197730: max. 400mA bij 12V/DC, max. 250mA bij 24V/DC (alle 8 relais ingeschakeld) c) Vervangen van de zekering De relaiskaart is aan de zijde van de voedingsspanning (klem UB) gezekerd met een fijnzekering (1A, traag). De zekering brandt door bij overbelasting van de ingang. Het gebruik van de relaiskaart is daarna niet meer mogelijk. Koppel in dit geval de verbinding met de voeding los. Vervang aansluitend de defecte zekering door een nieuwe van hetzelfde type en dezelfde nominale stroomsterkte. Het overbruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan! Type zekering: Standaard fijnzekering (5x20mm), 1A, 250V, traag 65 d) Aansluiten van de dataleidingen naar de pc De relaiskaart kan afzonderlijk worden gebruikt, maar het is ook mogelijk meerdere relaiskaarten na elkaar te gebruiken (cascade). De sturing van alle kaarten gebeurt daarbij via de eerst aangesloten kaart. De eerste relaiskaart kan ofwel via de RS232-bus (of direct via de klemmen TXa, RXa en GND) of via de USB-bus worden gebruikt (voor USB-bedrijf is een RS232-USB converter met Conrad-best.nr. 197257 vereist). De bedrijfsmodus kan worden ingesteld via de jumpers JP2 en JP3. • Aansluiting via de RS232-bus Voor RS232-bedrijf moeten de jumpers JP2 en JP3 op positie 1-2 zijn geplaatst. De verbinding met de computer gebeurt via een 9-polige nulmodemkabel (bijv. Conrad best.nr. 982040). De stuurleidingen kunnen ook rechtstreeks op RXa, Txa en GND aangesloten worden: RXa = data van de stuurcomputer naar de relaiskaart TXa = terugleiding naar de stuurcomputer GND = massa • Aansluiting via de USB-bus Voor USB-bedrijf moeten de jumpers JP2 en JP3 op positie 2-3 zijn geplaatst. De voor het gebruik vereiste RS232-USB converter (Conrad best.nr. 197257, niet met de relaisplaat meegeleverd) wordt op de bus "USB-Adapter" van de relaiskaart aangesloten. 66 e) Configuratie van de relaiskaarten Indien er meer dan één kaart gebruikt wordt (zie afb. 1, bovenste regel), dan moet bij de laatste kaart jumper JP1 in de stand 1-2 staan. Bij alle andere kaarten moet de jumper JP1 in de stand 2-3 staan. Indien er maar één relaiskaart wordt gebruikt (zie afb. 1, onderste regel), dan moet ook hier de jumper JP1 op 1-2 staan (omdat deze ook automatisch de laatste kaart is). Afb. 1 67 f) Verbinding van de dataleidingen Het doorgeven van de data gebeurt via de klemmen XA en XB. Via de klem XA krijgt de kaart de data van de vorige kaart resp. van de stuurcomputer en via de klem XB worden de data naar de volgende kaart doorgegeven. De data-uitgang TXb van een relaiskaart gaat naar de data-ingang RXa van de volgende kaart; de data-ingang RXb gaat naar de data-uitgang TXa van de navolgende kaart. Verbind ook telkens de beide GND-klemmen van de relaiskaarten (zie afb. 1). Jumpers: JP1 1-2 Terugkoppeling, laatste relaiskaart resp. één enkele kaart 2-3 Data doorgeven, alle andere kaarten in lus JP2 JP3 1-2 1-2 RS232-modus 2-3 2-3 USB-modus Afb. 2 g) Aansluiting externe bouwgroepen Met elk van de acht relais kan een externe stroomkring worden geschakeld. (zie afb. 3). Bestelnr. 197720: Belastbaarheid van de relais 24V/AC, 7A of 24V/DC, 7A Bestelnr. 197730: Belastbaarheid van de relais 230V/AC, 16A of 24V/DC, 16A NO = normaal open contact NC = normaal gesloten contact C = gemeenschappelijke aansluiting 68 Afb. 3 6. Aansturing van de relaiskaart, dataprotocol  Seriële data-overdracht De data-overdracht gebeurt volgens de RS232-standaard aan 19200 Baud zonder handshakesignalen, 8 databits, geen pariteitsbit en één stop-bit. De commando's worden gegeven door de stuurcomputer (bijv. pc). Op elk uitgevoerd commando geeft de controller van de relaiskaart een antwoord. Eventueel worden de commando's ook doorgegeven. Elke relaiskaart wordt via een adres aangesproken. De eerst kaart krijgt haar adres via het commando "1" (setup-initialisatie). Bij elke volgende kaart wordt het adres met één eenheid verhoogd. Elk commando en elk antwoord bestaan telkens uit een reeks van 4 bytes. Dit wordt hierna een frame genoemd.  Frame-opbouw Byte 0 Byte 1 Byte 2 Byte 3 Commando Adres van de kaart gegevens Checksum (XOR van Byte0, Byte1 en Byte2 )  Doorgeven van de commando’s De controller van een relaiskaart voert in de regel alleen commando's uit, die aan hem geadresseerd zijn (uitzonderlingen zijn de initialisering en broadcasting). Andere commando's stuurt hij na een controle op overdrachtsfouten ongewijzigd door.  Omwille van het werkingsprincipe ontstaan bij het in serie plaatsen van meerdere kaarten omwille van de datalooptijden verschillen in het uitvoeren van de schakelprocessen.  Controleren op overdrachtsfouten De checksum in Byte 3 volgt telkens uit de exclusieve OR-functie (XOR) van Byte 0, Byte 1 en Byte 2. Als de relaiskaartprocessor een fout vaststelt in een ontvangen frame, stuurt hij een 4 byte lange foutmelding, en geeft hij het commando niet verder, foutantwoord: 255 - eigen adres - x - nieuwe proefsom (x staat telkens voor "zonder betekenis") Als er een commando naar een kaart wordt verzonden, die niet bestaat, dan komt het bericht ongewijzigd terug, omdat elke kaart de commando's verder stuurt die niet voor haar bestemd zijn. 69  Broadcasting Een commandoframe met adreswaarde 0 geldt als broadcast ("een bericht aan alle kaarten") en wordt door elke relaiskaart uitgevoerd (uitzondering zie hieronder). Na uitvoering stuurt de kaart-controller eerst het overeenkomstige antwoord. Aansluitend genereert hij het broadcastcommando voor de volgende kaart.  Commando’s Op elk uitgevoerd commando geeft de controller van de relaiskaart een antwoordframe: geïnverteerde commandocode - eigen adres - data - nieuwe checksum De volgende commando's zijn gedefinieerd (x staat telkens voor "zonder betekenis"): CMD Betekenis Commandoframe Antwoord 0 NO OPERATION geen actie (NOP) 0 - adr. - x - XOR 255 - adr. - x - XOR 1 SETUP Initialisatie 1 - adr. - x - XOR 254 - adr. - info - XOR 2 GET PORT 2 - adr. - x - XOR Schakeltoestanden afvragen 253 - adr. - data - XOR 3 SET PORT Relais schakelt 3 - adr. - data - XOR 252 - adr. - x - XOR 4 GET OPTION Opties opvragen 4 - adr. - x - XOR 251 - adr. - opt. - XOR 5 SET OPTION Opties instellen 5 - adr. - opt. - XOR 250 - adr. - x - XOR 6 SET SINGLE 6 - adr. - data - XOR 249 - adr. - data - XOR Relais inschakelen zonder de andere uitgangen te wijzigen 7 DEL SINGLE 7 - adr. - data - XOR 248 - adr. - data - XOR Relais uitschakelen zonder de andere uitgangen te wijzigen 8 TOGGLE 8 - adr. - data - XOR 247 - adr. - data - XOR Omwisselen van de schakeltoestand zonder verandering van de andere uitgangen 70 Commando 0 - NOP Het NOP- commando kan worden gebruikt voor testdoeleinden.  Denk er om, dat dit commando leidt tot een foutmelding (CMD=255) als antwoord. Commando 1 - Initialisering De eerste relaiskaart bevat het adres dat in het frame als "adr." wordt verzonden. In het antwoordframe geeft de informatie de versie van de microcontroller- software. Na het verzenden van het antwoordframe geeft de controller een initialiseringscommando met een met 1 verhoogd adres, en geeft dit door aan de volgende kaart (resp. terug aan de stuurcomputer, als er maar één kaart is). De stuurcomputer ontvangt dus bij N aangesloten relaiskaarten N+1 antwoordframes. Commando's 2 - Ports lezen Op dit commando volgt als antwoord bij "data" de binaire code van de relais, die zijn ingeschakeld. Dit commando heeft betrekking op de 8 relais van de kaart: bit 0 van de datawaarde correspondeert met relais K1 (klem X1), bit 1 met relais K2 (klem X2) enz. Zijn bijv relais K6, relais K5 en relais K1 ingeschakeld, dan is het antwoord 49 (binair 00110001). Commando's 3 - Ports setten Met dit commando worden onder "data" de binaire codes van de relais verzonden, die moeten worden ingeschakeld. Dit commando heeft betrekking op de 8 relais van de kaart. Bit 0 van de datawaarde correspondeert met relais 1 (klem X1), bit 1 met relais 2 (klem X2) enz. Indien bijv. relais K8, relais K6 en relais K3 ingeschakeld worden, dan moet bij data 164 (binair 10100100) worden verzonden. Commando's 4 en 5 - Opties setten en lezen Met deze commando's wordt onder "Optie" het gedrag bij broadcast- commando's ingesteld. • Optie "broadcast enabled" (voorinstelling AAN): Deze optie geeft aan, of de kaart broadcast-commando's uitvoert (AAN) of niet (UIT) • Optie "block broadcast" (voorinstelling UIT): Deze optie geeft aan, of de kaart broadcast-commando's doorgeeft (UIT) of een NOPcommando doorgeeft aan de volgende kaart (AAN). 71 Voor de waarde van de optie in de commando's 4 en 5 zijn er volgende combinaties: Optie Uitvoeren van broadcasts Blokkeren van broadcasts 0 neen neen 1 (Voorinstelling) ja neen 2 neen ja 3 ja ja Commandos 6 en 7 – Afzonderlijke relais doen schakelen en afvallen De in de data-byte geadresseerde relais worden direct in- resp. uitgeschakeld, zonder wijziging van de andere uitgangen. Commando 8 – Toggle Het omschakel-commando is alleen geldig voor de in het databyte geadresseerde relais. Dit commando heeft betrekking op de 8 relais van de kaart: bit 0 van de datawaarde correspondeert met relais K1 (klem X1), bit 1 met relais K2 (klem X2) enz. Relais K7, relais K6 en relais K4 zijn bijv. ingeschakeld (01101000). Relais K6 moet worden uitgeschakeld en relais K5 ingeschakeld: dan verstuutr u als data 48 (binair 00110000). 72 7. Informatie over de inhoud van de meegeleverde cd De meegeleverde stuursoftware maakt het aansturen van relaiskaarten met een pc mogelijk, en maakt de werking van de stuurbevelen aanschouwelijk. U kunt de eveneens meegeleverde source-code onder Visual Basic aan uw wensen aanpassen en uitbreiden.  De software toont niet alle mogelijkheden, en dient alleen voor het verhelderen van het principe van de stuurcommando's. Inhoud van de cd: Software voor het aansturen van de relaiskaart incl. VB2008 sourcecode, voorbeeld-sourcecode voor VB6, tool voor het berekenen van de checksum. Indien u meer functies nodig heeft en u deze niet zelf wilt of kunt programmeren, dan adviseren we u het als accessoire beschikbare Windows-programma "LeC2", Conrad-best.nr. 199396. 8. Afvalverwijdering Elektrische en elektronische producten mogen niet via het normale huisvuil worden verwijderd. Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke voorschriften. 9. Onderhoud en verzorging Het product is onderhoudsvrij. Voor het reinigen moeten alle elektrische verbindingen van de relaiskaart worden losgekoppeld. De relaiskaart mag alleen met een droge doek of een penseel van stof worden gereinigd. Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, aangezien deze de relaiskaart kunnen beschadigen. 73 10. Technische gegevens a) Algemeen Voedingsspanning: .................................... 12...24V/DC Fijnzekering: ............................................... 5*20mm, 1A, traag, 250V Temperatuurbereik: ................................... 0... +70°C Seriële interface: ........................................ RS232, 19200 baud, 8 databits, 1 stopbit, geen pariteitsbit, geen handshake, Nulmodem-kabel voor aansluiting op de pc verwenden b) Bestelnr. 197720 Max. stroomverbruik: ................................. 300mA bij 12V/DC, 200mA bij 24V/DC (8 relais ingeschakeld) Max. relais-schakelvermogen ................... 24V, 7A Afmetingen: ................................................ 160 x 100 mm (Eurokaart) Passende accessoires: PC-programma "LeC2": Conrad bestelnr. 199396 RS232-USB converter: Conrad bestelnr. 197257 Passende behuizing: Conrad bestelnr. 121070 Passende nulmodemkabel: Conrad bestelnr. 982040 Passende USB-kabel: Conrad bestelnr. 973569 c) Bestelnr. 197730 Max. stroomverbruik: ................................. 400mA bij 12V/DC, 250mA bij 24V/DC (8 relais ingeschakeld) Max. relais-schakelvermogen ................... 230V/DC, 16A of 24V/DC, 16A Afmetingen: ................................................ 212 x 100 mm Passende accessoires: PC-programma "LeC2": Conrad bestelnr. 199396 RS232-USB converter: Conrad bestelnr. 197257 Passende behuizing: Conrad bestelnr. 530983 Passende nulmodemkabel: Conrad bestelnr. 982040 Passende USB-kabel: Conrad bestelnr. 973569 74 11. Appendix: Beschrijving printplaat A 8 wisselcontact schakeluitgangen Bestelnr. 197720: Belastbaarheid van de relais 24V/AC, 7A of 24V/DC, 7A Bestelnr. 197730: Belastbaarheid van de relais 230V/AC, 16A of 24V/DC, 16A B Seriële ingang van vorige relaiskaart of stuurcomputer C Seriële uitgang naar de volgende relaiskaart D Seriële verbinding met de stuurcomputer via een nulmodemkabel (9-polig) E USB- verbinding met de stuurcomputer via USB-kabel F LED's geven de schakeltoestand aan van de relais K1 – K8 G JP1 op 1-2 (individuele kaart of laatste relaiskaart), 2-3 alle andere relaiskaarten H Verbinding met de stuurcomputer: RS232: JP2 & JP3 op 1-2 USB: JP2 & JP3 op 2-3 I Power LED J Connector voor RS232-USB converter voor USB-bedrijf K Voeding 12V/DC tot 24V/DC L Fijnzekering 5*20mm, 250V / 1A, traag 75 CONRAD IM INTERNET: http://www.conrad.com 100% RecyclingPapier. Chlorfrei gebleicht.  Impressum Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str.1, D-92240 Hirschau. Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten. © Copyright 2012 by Conrad Electronic SE. 100% recycling paper. Bleached without chlorine.  Imprint These operating instructions are published by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau/Germany. No reproduction (including translation) is permitted in whole or part e.g. photocopy, microfilming or storage in electronic data processing equipment, without the express written consent of the publisher. The operating instructions reflect the current technical specifications at time of print.We reserve the right to change the technical or physical specifications. © Copyright 2012 by Conrad Electronic SE.  Note de l´éditeur 100% papier recyclé. Blanchi sans chlore. Cette notice est une publication de la société Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau/Allemagne. Tous droits réservés, y compris traduction. Toute reproduction, quel que soit le type, par exemple photocopies, microfilms ou saisie dans des traitements de texte electronique est soumise à une autorisation préalable écrite de l‘éditeur. Impression, même partielle, interdite. Cette notice est conforme à la règlementation en vigueur lors de l´impression. Données techniques et conditionnement soumis à modifications sans aucun préalable. © Copyright 2012 par Conrad Electronic SE.  Impressum 100% Recycling Papier. Chloorvrij gebleekt. Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van Conrad Electronic Benelux B.V. Alle rechten, inclusief de vertaling, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, fotokopie, microfilm of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, alleen met schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook in uittreksel, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wijzigingen in techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2012 by Conrad Electronic Benelux B.V.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Conrad Components 197730 Relay card Component 12 V DC Handleiding

Type
Handleiding