14
1) Aanbevelingen
Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor de veiligheid van de instal-
latie. Alvorens u met de installatie gaat beginnen, dient u alle in deze handlei-
ding vervatte aanwijzingen te lezen. Bewaar deze handleiding ook voor later
gebruik. Met het oog op gevaarlijke situaties die zich tijdens de installatie en
het gebruik van F210 kunnen voordoen, moeten ook tijdens de installatie de
wetten, voorschriften en regels volledig in acht genomen worden.
Volgens de meest recente Europese wetgeving valt het aanleggen van
een automatische deur of poort onder wat voorzien is in de Europese
Richtlijn 98/37/EG (Richtlijn Machines) en met name onder de voor-
schriften: EN 12445; EN 12453 en EN 12635, die een verklaring van ver-
moedelijke conformiteit aan de machinerichtlijnen mogelijk maken.
Verdere inlichtingen, richtlijnen ten aanzien van risico's en het samenstellen
van het technisch dossier zijn beschikbaar op: “www.niceforyou.com”.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor technisch personeel dat voor
de installatie gekwalificeerd is. Alle andere informatie die in dit dossier is
vervat, kan als niet interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd!
• Het is verboden F210 anders te gebruiken dan voor wat in deze aan-
wijzingen voorzien is; oneigenlijk gebruik kan gevaarlijk zijn en schade
aan zaken of letsel aan mensen teweeg brengen.
• Breng op geen enkel onderdeel wijzigingen aan indien dit niet in deze
aanwijzingen voorzien is; dit soort handelingen kan alleen maar storin-
gen veroorzaken; NICE wijst alle aansprakelijkheid voor schade voort-
komende uit gewijzigde producten van de hand.
• F210 dient uitsluitend te functioneren voor rechtstreekse interpolatie
TX-RX; Het is verboden ze te gebruiken voor reflexie.
• F210 dient blijvend op een vaste ondergrond zonder trillingen beves-
tigd te worden.
• Voor de elektrische aansluitingen dient u de juiste geleidingen te gebrui-
ken zoals dat in het hoofdstuk “Installatie” staat aangegeven.
•
Vergewis u ervan dat de stroomvoorziening en de andere gebruiksparame-
ters overeenkomen met de waarden uit de tabel “Technische gegevens”.
Bijzondere aanbevelingen over de geschiktheid voor toepassing van dit pro-
duct met betrekking tot de Richtlijn "Elektromagnetische Compatibiliteit"
89/336/EEG en daaropvolgende wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG: Dit
product is in de meeste kritieke gebruikssituaties onderworpen aan tests
met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit, in de configuraties
zoals die in deze handleiding voorzien zijn en in combinatie met de artike-
len uit de productencatalogus van Nice S.p.A. De elektromagnetische
compatibiliteit zou niet gegarandeerd kunnen worden als het product
gebruikt wordt met andere niet voorziene producten; het is verboden dit
product in deze situaties te gebruiken tot de installateur heeft gecontro-
leerd of het voldoet aan de in de richtlijn gestelde eisen.
De richtbare fotocellen F210 zijn aanwezigheidsdetectoren (type D vol-
gens de norm EN12453), waarmee obstakels op de optische as tussen
zender (TX) en ontvanger (RX) kunnen worden waargenomen. Zij kunnen
gebruikt worden in de automatiserings-installatie van automatische poor-
ten, deuren e.d. Met de mogelijkheid de bundel over 210° langs de hori-
zontale as en 30° langs de verticale as te richten, kan de fotocel F210
ook bevestigd worden op een plaats die niet vlak is en waar het niet
mogelijk is een correcte uitlijning tussen TX en RX tot stand te brengen
(zie afb.1). Op verzoek kan er een extra metalen vandalismebestendige
box, code FA1, geleverd worden.
2) Beschrijving van het product en gebruiksbestemming
LED “L” Betekenis Status uitgang Handeling
Uit Signaal OK = Geen enkel obstakel Actief Alles Ok
Langzaam knipperen Schaars signaal = Geen enkel obstakel Actief Centreer beter
Snel knipperen Zeer slecht signaal = Geen enkel obstakel Actief
Controleer centrering, staat van reiniging en omgeving
Brandt voortdurend Signaal nul = Er is een obstakel aanwezig Alarm Verwijder het obstakel
Tabel 1
Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden
zonder dat er spanning op de installatie staat; indien er een
bufferbatterij aanwezig is, dient u die los te koppelen.
Voordat u gaat installeren dient u onderstaande punten te controleren:
1. Als de fotocellen met een spanning van 12V van stroom worden voor-
zien dient u een tinnen bruggetje tussen de twee punten “12V” aan de
zijkant van de las van TX en RX aan te brengen (zie afb.2 details A en B).
Om bij de bruggetjes te kunnen komen dient u de elektronische kaart
van de bodem los te halen; u doet dit door met een schroevendraaier in
de drie inkepingen hem op te tillen zoals dat op afb. 9 te zien is.
2. Indien de afstand tussen TX en RX groter is dan 10m dient u het brug-
getje tussen de punten “> 10m” van de RX door te snijden zoals dat
op afb. 2 detail C is aangegeven.
3. De zender TX van de fotocel straalt een bundel met een hoek van
ongeveer 8° uit. Wanneer er twee inrichtingen dicht bij elkaar zijn zou
er een interferentie van de straal met de andere ontvanger kunnen
plaats vinden (afb.3 en afb.4) zodat de veiligheid niet afdoende
gewaarborgd wordt. Om dit probleem te verhelpen kan er indien er
wisselstroom voor de stroomvoorziening beschikbaar is een synchro-
niseringssysteem toegepast worden waarmee het mogelijk is de twee
stellen fotocellen beurtelings te laten functioneren. Dit systeem houdt
in dat het synchroniseringsbruggetje “SYNC” op de twee TX ( zie
afbeelding 2 detail D) verbroken wordt en dat het eerste stel fotocel-
len (TX en RX) gevoed wordt met omgekeerde fasen ten opzichte van
het tweede stel (zie afb. 5).
4. Afhankelijk van de manier van installatie kan de kabel vanuit de bodem
of de onderzijde binnenkomen. In dat geval dient u een kabelhouder van
het type “PG9” te gebruiken (zoals te zien is op afb. 6 en 7).
5. Om de elektronische kaart van de bodem los te halen, tilt u deze met een
schroevendraaier in de drie inkepingen op zoals dat op afb. 9 te zien is.
6. Verricht de elektrische aansluitingen op grond van de gevraagde func-
tie volgens de aanwijzingen in de handleidingen van de bediening-
spanelen en de aanwijzingen op afb.10.
7. Richt de lenzen volgens afb.11 zo dat er een perfecte uitlijning tussen
TX en RX ontstaat.