FUNCTIE
De 772E is een foto-elektrische beveiliging bestaande uit een zender (TX) en een
ontvanger (RX) met een speciale evaluatie en kan enkel met bijbehorende
Chamberlain-producten (garagepoortaandrijvingen en/of draai- en schuifpoortaan-
drijvingen) worden gebruikt. De zender (TX) stuurt een infraroodstraal naar de
ontvanger (RX). Een onderbreking van de infraroodstraal wordt geregistreerd en
aan de sturing gemeld. Een onberispelijk functionerende foto-elektrische
beveiliging dient enkel om personen of voorwerpen binnen het bereik van de
poort te detecteren en garandeert geen absolute zekerheid voor andere
gevaren die ontstaan door de beweging van de poort. Neem evt. bijkomende
beschermingsmaatregelen.
INSTALLATIE BIJ GARAGEPOORTEN
(sectiepoorten, tuimelpoorten)
Om kleine kinderen te beschermen, mag de foto-elektrische beveiliging niet
hoger dan 200 mm - 250 mm boven de garagevloer worden geïnstalleerd.
De sensoren moeten veilig op een vaste component (bijv. stijl, wand) worden
bevestigd. Let er op dat de infraroodstraal later tijdens het sluiten niet kan worden
onderbroken door onderdelen van de poort (bijv. looprails, looprollen, veren, enz.).
Is dat niet het geval, dan moeten staande zuilen (optioneel toebehoren) worden
gebruikt (afb. 8). De zender en ontvanger moeten, parallel met de gesloten poort
op een hoogte van 200 – max. 250 mm, worden bevestigd en precies ten opzichte
van elkaar worden uitgericht (afb. 4+5).
Werkwijze: Bij een onderbreking van de infraroodstraal tijdens het sluiten
stopt de poort en keert volledig om.
Ter info: Bij gebruik van een BAS300 voor Basculante-tuimelpoorten moet er
telkens een paar foto-elektrische beveiligingen (voor het sluiten) en buiten (voor
het openen) van de garage worden geïnstalleerd, aangezien de sturing daarvan
de aansluiting van twee foto-elektrische beveiligingen mogelijk maakt (afb. e).
Verdere details vindt u in de bedieningshandleiding van de sturing CB3.
INSTALLATIE BIJ DRAAI- EN SCHUIFPOORTEN
Om kleine kinderen te beschermen, mag de foto-elektrische beveiliging niet
hoger dan 200mm - 250mm boven de inrit worden geïnstalleerd.
De sensoren moeten veilig op een vaste component (poortpijler) en buiten het
zwenkbereik van de poortvleugel (draaipoorten) worden bevestigd. Is dat niet het
geval, dan moeten staande zuilen (optioneel toebehoren) worden gebruikt (afb. 8).
De zender en ontvanger moeten, parallel met de gesloten poort op een hoogte
van 200 – max. 250 mm, worden bevestigd en precies ten opzichte van elkaar
worden uitgericht (afb. 3a).
Ter info: Op de sturingen van draai- en schuifpoorten kunnen meerdere paren
foto-elektrische beveiligingen worden aangesloten.
3
2
1