CondenseSpot Plus

Laserliner CondenseSpot Plus de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Laserliner CondenseSpot Plus de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
DE
EN
NL
DA
FR
ES
IT
PL
FI
PT
SV
NO
TR
RU
UK
CS
ET
LV
LT
RO
BG
EL
SL
HU
SK
02
10
18
26
34
42
50
58
66
CondenseSpot Plus
150
205
60
CondenseSpot Plus
18
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzingen‘ evenals de
actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig
door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als
u de laserinrichting doorgeeft.
!
Functie / toepassing
De CondenseSpot Plus is een infrarood temperatuurmeettoestel met geïntegreerde hygrometer en is
geschikt voor zowel de contactloze temperatuurmeting van oppervlakken als de berekening van de
dauwpunttemperatuur. Het meettoestel meet de hoeveelheid afgestraalde elektromagnetische energie in
het infrarode golengtebereik en berekent daaruit de resulterende oppervlaktetemperatuur. In combinatie
met de geïntegreerde sensoren detecteert het toestel warmtebruggen en condensatievocht.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven speccaties.
De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren.
Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen de
goedkeuring en de veiligheidsspecicatie te vervallen.
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen, vocht of sterke trillingen.
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading
zwak is.
Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instantiesvoor het veilige en deskundige
gebruik van het apparaat in acht.
Opgelet: Kijk nooit in de directe of reecterende
straal.
– Richt de laserstraal niet op personen.
Als laserstraling volgens klasse 2 de ogen raakt,
dient u deze bewust te sluiten en uw
hoofd zo snel mogelijk uit de straal te bewegen.
Manipulaties (wijzigingen) aan de laserinrichting
zijn niet toegestaan.
Bekijk de laserstraal of de reecties nooit met
behulp van optische apparaten
(loep, microscoop, verrekijker, …).
Veiligheidsinstructies
Omgang met lasers van klasse 2
Laserstraling!
Niet in de straal kijken!
Laser klasse 2
< 1 mW · 650 nm
EN 60825-1:2014
Uittree-opening laser
Laserwaarschuwing
NL
CondenseSpot Plus
19
a
b
c
d
e
f
g
h
i
b
j
d
e
f
k
l
CondenseSpot Plus
4
5
6
8
7
9
1
2
3
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Dauwpuntmodus Warmtebrugmodus
LC-display
Emissiegraad instellen
Modusinstelling: dp / HEAT
Sensor voor luchtvochtigheid /
omgevingstemperatuur
Infraroodsensor
Uitlaat 8-punts-lasercirkel
SET-toets /
Omschakeling dp / rH / T-A
AAN / Activeringstoets
Batterijvak
Hold-functie
Staafdiagram condensatievocht-indicator
Dauwpunttemperatuur in °C of °F
Batterijlading
Meeteenheid °C / °F
Meetwaardeweergave
Snelle weergave emissiegraad
Dauwpuntmodus (dp) met weergave van
de relatieve luchtvochtigheid (rH) en de
omgevingstemperatuur (T-A)
Laserstraal ingeschakeld,
temperatuurmeting (infrarood)
Warmtebrugmodus (HEAT)
Indicator actieve meting
Weergave LOW, CHK, HI
in de warmtebrugmodus
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische
compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU.
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt
van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing
van en door elektronische apparaten is mogelijk.
Bij de toepassing in de buurt van hoge spanningen of hoge elektromagnetische wisselvelden kan de
meetnauwkeurigheid negatief worden beïnvloed.
NL
20
ON / OFF
2
3
1 sec
ON
1.
2.
Let op dat de sensor voor de luchtvochtig-
heid/omgevingstemperatuur (4) tijdens het
transport ingeklapt is.
!
NL
1
Open het batterijvakje en plaats de batterijen
overeenkomstig de installatiesymbolen. Let
daarbij op de juiste polariteit.
Batterijen plaatsen
Activeer de laser (zie afbeelding) en houd de toets
ingedrukt voor de doorvoering van een duurzame
meting.
Laat de toets los, zodra de gewenste meetplaats
met de doellaser wordt gedetecteerd. De gemeten
waarde wordt vastgehouden.
Constante meting / Hold
Automatische uitschakeling na 15 seconden.
CondenseSpot Plus
21
ON
ON
1 sec
3 sec
1 sec
SET
1x = 0,85
2x = 0,75
3x = 0,65
4x = 0,55
5x = 0,95
5
ON
Bij ongecoate metalen zoals metaaloxiden die op grond van hun geringe en temperatuurstabiele emissiegraad
slechts beperkt geschikt zijn voor de IR-meting en bij oppervlakken met een onbekende emissiegraad
kunnen, indien mogelijk, lakken of matzwarte stickers worden aangebracht om de emissiegraad op 0,95 te
zetten. Als dat niet mogelijk is, moet met een contactthermometer worden gemeten.
Na de inschakeling is de als laatste gebruikte emissiegraad ingesteld. Controleer de instelling van
de emissiegraad vóór iedere meting.
!
Het toestel beschikt over een snelkeuze van opgeslagen emissiegraden (0,95, 0,85, 0,75, 0,65, 0,55) en
over een exacte instelling tussen 0,01 en 1,00.
Snelle selectie emissiegraad
Nauwkeurige instelling emissiegraad
Kort indrukken:
waarde + 0,01
Lang indrukken:
waarde doorlopend
0,01 … 1,00
Modusselectie
Dauwpuntmodus
Warmtebrugmodus
4
De geïntegreerde sensormeetkop ontvangt de hoeveelheid infraroodstraling die ieder lichaam afhankelijk
van het materiaal-/oppervlak uitstraalt. De graad van de uitstraling wordt bepaald door de emissiegraad
(0,01 tot 1,00). Bij de eerste inschakeling is de laser op een emissiegraad van 0,95 vooringesteld, een
waarde die voor de meeste organische stoffen evenals niet-metalen, (kunststoffen, papier, keramiek, hout,
rubber, verven, lakken en steen) van toepassing is. Voor materialen met afwijkende emissiegraden verwijzen
wij naar de tabel onder punt 9.
Instellen van de emissiegraad
NL
22
NL
De CondenseSpot Plus berekent het dauwpunt met behulp van de geïntegreerde sensoren voor
omgevingstemperatuur en relatieve luchtvochtigheid. Tegelijkertijd wordt de oppervlaktetemperatuur
van objecten bepaald met behulp van een infrarood-temperatuurmeting. Door vergelijken van deze
temperaturen kunnen zo plekken worden gevonden die waar condensatievocht kan ontstaan. Het
resultaat wordt door de condensatievocht-indicator (b) als staafdiagram weergeven. Bij een grote
kans op condensatievocht wordt de weergave ondersteund door optische en akoestische signalen.
geen gevaar voor
condensatievocht
De condensatievochtindicator (b) wordt in iedere modus van het toestel weergegeven.
Het apparaat informeert dus voortdurend over het gevaar van condensatievocht.
gering gevaar voor
condensatievocht
Symbool ‚dP‘ knippert
gevaar voor condensatievocht
Symbool ‚dP‘ knippert en een
signaal klinkt
6
De dauwpunttemperatuur is de temperatuur die moet worden onderschreden, zodat
de lucht de voorhanden waterdamp in de vorm van druppels, nevel of dauw kan
afscheiden. Condensatievocht ontstaat dus als bijv. een binnenwand of raamkozijn
een lagere temperatuur vertoont dan de dauwpunttemperatuur van het vertrek.
Deze punten zijn dan vochtig en vormen een voedingsbodem voor schimmels en
materiaalschade.
Dauwpuntmodus / condensatievocht-indicator
De meetwaarden voor de relatieve luchtvochtigheid en de omgevingstemperatuur kunnen worden
opgeroepen:
SET SET
CondenseSpot Plus
23
De CondenseSpot Plus vergelijkt hiervoor de omgevingstemperatuur met de oppervlaktetemperatuur.
Bij grotere verschillen tussen deze beide temperaturen genereert het toestel waarschuwingen in 2
gradaties. In het grensbereik verschijnt de opmerking ‚CHK‘ en bij zeer grote verschillen schakelt de
displayverlichting over naar ‚blauw‘ of ‚rood‘.
7
Als warmtebrug worden plekken in gebouwen beschreven, bijv. aan een binnenwand,
waar warmte sneller naar buiten wordt getransporteerd dan bij de rest van de
binnenwand. De temperatuur op deze plekken is aan de binnenzijde kouder en aan
de buitenzijde warmer dan de aangrenzende bereiken. Dit is vaak een aanduiding
voor slechte of onvoldoende isolatie.
Warmtebrugmodus
Omgevingstemperatuur:
20°C
geen warmtebrug
Omgevingstemperatuur:
20°C
eventueel een
warmtebrug, bereik
verder controleren
Omgevingstemperatuur:
20°C
warmtebrug,
displayverlichting
is blauw en een
signaal klinkt
Omgevingstemperatuur:
12°C
warmtebrug,
displayverlichting is rood
en een signaal klinkt
8
ON
SET
°C
ON
ON
°F
OFF
OFF
SET
SET
SET
SET
Cont LOK
FAC
3 sec
Menu-instellingen
bevestigen
bevestigen
bevestigen
Constante meting
Schakel de functie ‚Cont LOK‘ in om constante metingen uit te voeren
zonder dat u de activeringstoets ingedrukt moet houden.
Fabrieksinstelling
Met de functie ‚FAC‘ schakelt u het toestel terug naar
de fabrieksinstellingen.
Druk de activeringstoets kort in om de constante meting te starten. Op
het display verschijnt een slot-symbool. Door het opnieuw indrukken
van de toets wordt de waarde vastgehouden (HOLD).
NL
24
NL
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en
oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt.
Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.
Kalibratie
Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van
de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren.
Aarde 0,94
Asbest 0,93
Asfalt 0,95
Baksteen rood 0,93
Basalt 0,70
Behang (papier) licht 0,89
Beton, pleister, mortel 0,93
Carborundum 0,90
Cement 0,95
Dekvloer 0,93
Gips 0,88
Gipsplaat 0,95
Glas 0,90
Glaswol 0,95
Graet 0,75
Grind 0,95
Gruis 0,95
Hout
onbehandeld
beuken, geschaafd
0,88
0,94
IJs
glad
met sterke vorst
0,97
0,98
Kalk 0,35
Kalksteen 0,98
Kalkzandsteen 0,95
Katoen 0,77
Keramiek 0,95
Klei 0,95
Koellichamen
zwart geëloxeerd
0,98
Kool
niet-geoxideerd
0,85
Kunststof
lichtdoorlatend
PE, P, PVC
0,95
0,94
Kwartsglas 0,93
Lak
mat zwart
hittebestendig
wit
0,97
0,92
0,90
Laminaat 0,90
Marmer
zwart, gematteerd
grijsachtig gepolijst
0,94
0,93
Menselijke huid 0,98
Muurwerk 0,93
Papier
alle kleuren
0,96
Porselein
wit glanzend
met lazuur
0,73
0,92
Rubber
hard
zacht-grijs
0,94
0,89
Sneeuw 0,80
Steengoed, mat 0,93
Stof 0,95
Teer 0,82
Teerpapier 0,92
Transformatorenlak 0,94
Water 0,93
Zand 0,95
Niet-metaal
Alloy A3003
geoxideerd
geruwd
0,20
0,20
Aluminium
geoxideerd
gepolijst
0,30
0,05
Chromen oxyde 0,81
Gesmeed ijzer
mat
0,90
Gietijzer
niet-geoxideerd
smelt
0,20
0,25
IJzer
geoxideerd
met roest
0,75
0,60
Inconel
geoxideerd
elektrisch gepolijst
0,83
0,15
Koper
geoxideerd
Koper oxyde
0,72
0,78
Lood
ruw
0,40
Messing
gepolijst
geoxideerd
0,30
0,50
Platina
zwart
0,90
Staal
koudgewalst
0,80
Staal
geslepen plaat
gepolijste plaat
legering
(8% nikkel, 18% chroom)
gegalvaniseerd
geoxideerd
sterk geoxideerd
vers gewalst
ruw, vlak oppervlak
roestig, rood
plaatstaal, met nikkelcoating
plaatstaal, gewalst
roestvrij staal
0,50
0,10
0,35
0,28
0,80
0,88
0,24
0,96
0,69
0,11
0,56
0,45
Zink
geoxideerd
0,10
Metaal
9
Tabellen bij emissiegraden richtwaarden met toleranties
CondenseSpot Plus
25
NL
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije
goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn
voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en
afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=cosppl
Technische gegevens (Technische wijzigingen voorbehouden. 18W03)
Infrarood-temperatuur
-40°C…365°C
-40°C…0°C (± (1°C + 0,1°C/1°C))
0°C…30°C (± 1°C of ± 1%,
al naargelang de hogere waarde)
>30°C (± 2°C of ± 2%,
al naargelang de hogere waarde)
-40°F…689°F
-40°F…32°F (± (1,8°F + 0,18°F/1°F))
32°F…86°F (± 1,8°F of ± 1%,
al naargelang de hogere waarde)
>86°F (± 3,6°F of ± 2%,
al naargelang de hogere waarde)
Weergaveresoluties 0,1°C / 0,1% rH 0,18°F
Omgevingstemperatuur
-20°C…65°C
0°C…50°C (± 1°C)
<0°C en >50°C (± 2,5°C)
-4°F…149°F
32°F…122°F (± 1,8°F)
<32°F en >122°F (± 4,5°F)
Relatieve
luchtvochtigheid
1%…99%
20%…80% (± 3%)
<20% en >80% (± 5%)
Dauwpunttemperatuur
-50°C…50°C
41% rH…95% rH (± 1,5°C)
31% rH…40% rH (± 2°C)
20% rH…30% rH (± 2,5°C)
-58°F…122°F
41% rH…95% rH (± 2,7°F)
31% rH…40% rH (± 3,6°F)
20% rH…30% rH (± 4,5°F)
Optiek 12:1 (12 m meetafstand : 1 m meetstip)
Emissiegraden 0,1 ... 1,0 instelbaar
Laser 8-punts lasercirkel
Lasergolflengte 650 nm
Laserklasse 2, < 1 mW
Voeding Batterijen 2 x 1,5 V type AA
Looptijd 20 uur
Werkomstandigheden
0 ... 50°C, 80% rH,
niet-condenserend,
Werkhoogte max. 2000 m
32 ... 122°F, 80% rH,
niet-condenserend,
Werkhoogte max. 2000 m
Opslagvoorwaarden
-10 ... 60°C, 80% rH,
niet-condenserend
-14 ... 140°F, 80% rH,
niet-condenserend
Afmetingen (B x H x D) 150 x 205 x 60 mm
Gewicht (incl. batterijen) 376 g
CondenseSpot Plus
75
1/76