VOLTCRAFT IR-2200-50D Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual
49
INHOUDSOPGAVE
Pagina
1. Inleiding 50
2. Voorgeschreven gebruik 51
3. Kenmerken 51
4. Leveringsomvang 51
5. Veiligheidsinstructies 52
6. Bedieningselementen 54
7. Weergaveelementen 55
8. Plaatsen/vervangen van de batterij 55
9. Werking 56
10. Onderhoud en reiniging 62
11. Verwijdering 62
12. Technische gegevens 63
50
INLEIDING1.
Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een
uitstekend product in huis gehaald.
U heeft een meer dan gemiddeld kwaliteitsproduct aangeschaft uit een merkfamilie die zich op
het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek onderscheidt door specieke vakkundigheid en
permanente innovatie.
Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele
gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie tegen een buitengewoon
voordelige prijs-kwaliteitverhouding.
Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een langdurige en
prettige samenwerking.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
51
VOORGESCHREVEN GEBRUIK2.
De infrarood-thermometer is een meetapparaat voor het contactloos meten van de temperatuur. Hij
meet de temperatuur aan de hand van de infrarode energie, die door een object wordt uitgezonden, en
aan de hand van zijn emissiegraad. Het is bijzonder handig voor het meten van de temperatuur van hete,
moeilijk toegankelijke of bewegende objecten. De thermometer meet de oppervlaktetemperatuur
van een object. Hij kan niet meten doorheen transparante oppervlakken zoals glas of plastic.
Zijn temperatuurmeetbereik gaat van -50 tot +2200 ºC (-58 tot +3992 ºF). Voor de voeding is een
blokbatterij van 9 V vereist.
Het toestel kan niet worden gebruikt voor het contactloos infra-rood meten van de temperatuur maar
ook voor metingen met traditionele temperatuurvoelers (type K). Het is mogelijk temperatuurgegevens
naar een computer over te zetten via een geïntegreerde USB-plug.
Het product is EMC-goedgekeurd en voldoet daarmee aan de voorwaarden van de geldende
Europese en nationale richtlijnen. De CE-conformiteit is aangetoond; de overeenkomstige
verklaringen zijn bij de fabrikant gedeponeerd.
Andere toepassingen dan hiervoor beschreven, zijn niet toegestaan en kunnen leiden tot beschadiging
van dit product. Bovendien is dit verbonden met gevaren zoals kortsluiting, brand, elektrische
schokken enz. Lees de handleiding aandachtig door en bewaar deze voor later gebruik.
KENMERKEN3.
Dual richtlaser met focuspunt
Geïntegreerde alarmfunctie voor de bovenste en de onderste alarmwaarde met optische en
akoestische signalering
Opslaan van de maximale, de minimale, de verschil- en de gemiddelde temperatuur tijdens de
meting
Continu meetfunctie
Emissiegraad instelbaar van 0,10 tot 1,00
Extra temperatuurmeting over contactsensor van het type K
Inschakelbare achtergrondverlichting voor het display
Opslagruimte voor tot 100 meetwaarden
Overzetten van temperatuurmeetwaarden via USB-plug naar een computer
LEVERINGSOMVANG4.
Infrarood-thermometer USB-plugkabel
Opbergkoffer Software-CD
9 V-blokbatterij Statief
Type-K draadvoeler Gebruiksaanwijzing
52
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES5.
Bij schade die voortkomt uit het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt
elk recht op garantie! Voor gevolgschade en materiële schade en persoonlijk letsel,
veroorzaakt door onvakkundig gebruik of het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen,
aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! Belangrijke aanwijzingen die absoluut in acht
moeten worden genomen, zijn in deze gebruiksaanwijzing met een uitroepteken
aangegeven. Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen
en/of veranderen van het product niet toegestaan.
Personen / Product
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan sterke trillingen of sterke mechanische
belastingen.
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan elektromagnetische velden, extreme temperaturen,
direct zonnestraling of vocht.
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan grote luchtvochtigheid of vloeistoffen. Het
apparaat mag bij gebruik buiten alleen onder aangepaste weersomstandigheden resp. met
geschikte bescherming gebruikt worden.
Waterdamp, stof, rook en/of dampen kunnen door invloed op de optiek van de thermometers
leiden tot een verkeerd meetresultaat.
Het apparaat mag niet meteen worden gebruikt, nadat het van een koude omgeving naar een
warme ruimte werd overgebracht. Condenswater kan leiden tot stuk gaan van het apparaat. Ook
het aanslaan van de lens kan leiden tot verkeerde metingen. Wacht met het product te gebruiken
tot het zich aan de veranderde omgevingstemperatuur heeft aangepast.
Indien u reden heeft aan te nemen dat een veilig bedrijf niet langer gewaarborgd is, moet u
het apparaat uitschakelen en beveiligen tegen onbeoogd inschakelen. Onder de volgende
voorwaarden is het veilig bedrijf niet langer gegarandeerd:
het product zichtbaar is beschadigd, -
het product werkt niet meer, of -
het product werd gedurende langere tijd onder ongunstige voorwaarden opgeslagen, -
het product werd tijdens het transport blootgesteld aan zware belastingen. -
Dit product is geen speelgoed. Het hoort niet thuis in kinderhanden en moet buiten bereik van
huisdieren worden gehouden!
In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met
betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, vormingsinstituten, hobby- en doe-het-zelfateliers moet geschoold personeel toezicht
houden op de omgang met elektrische apparaten.
Laser
Bij gebruik van de laser dient er altijd op te worden gelet dat de laserstraal zo wordt geleid dat
niemand zich in het projectiebereik bevindt en dat onbedoeld gereecteerde stralen (bijv. door
reecterende voorwerpen) niet in ruimtes komen, waarin zich personen bevinden.
Laserstraling kan gevaarlijk zijn als de laserstraal of een reectie onbeschermd in uw ogen komt.
Stelt u zich daarom op de hoogte van de wettelijke bepalingen en voorzorgsmaatregelen voor het
gebruik van een dergelijk laserapparaat, voordat u de laser in gebruik neemt.
53
Kijk nooit in de laserstraal en richt deze nooit op personen of dieren. Laserstralen kunnen oogletsel
tot gevolg hebben.
Zodra uw oog wordt getroffen door een laserstraal, meteen de ogen sluiten en uw hoofd
wegdraaien van de straal.
Als uw ogen geïrriteerd zijn door laserstraling, voer dan in geen geval meer veiligheidsrelevante
werkzaamheden uit, bijvoorbeeld werken met machines, werken op grote hoogte of in de buurt van
hoogspanning. Bestuur, totdat de irritaties zijn verdwenen, ook geen voertuigen meer.
Richt de laserstraal nooit op spiegels of andere reecterende oppervlakken. De ongecontroleerd
afgebogen straal zou personen of dieren kunnen raken.
Open het apparaat nooit. Uitsluitend een geschoolde vakman, die vertrouwd is met de gevaren,
mag instel- of onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Ondeskundig uitgevoerd instelwerk kan
gevaarlijke laserstraling tot gevolg hebben.
Het product is voorzien van een klasse 2 laser. In de levering bevinden zich
laserwaarschuwingsbordjes in verschillende talen. Indien het bordje op de laser niet in uw
landstaal is, bevestig dan het juiste bordje op de laser.
Voorzichtig - als er andere dan de in deze handleiding vermelde besturingen of methodes worden
gebruikt, kan dit tot gevaarlijke blootstelling aan straling leiden.
Diversen
Service-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een erkend technicus/
elektrotechnisch bedrijf worden uitgevoerd.
Wanneer u nog vragen over de omgang met het meetapparaat hebt, die in deze gebruiksaanwijzing
niet werden beantwoord, dan staat u hiervoor onze technische support onder het volgende adres
en telefoonnummer:
Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Telefon 0180 / 586 582 7.
54
BEDIENINGSELEMENTEN6.
1 IR-sensor + opening laser 7 Toets
2 LC-display 8 Toets om het batterijvak te openen
3 Aansluiting temperatuursensor 9 Toets „MODE“
4 USB-aansluiting 10 Meettoets
5 Toets “achtergrondverlichting/laser” 11 Batterijvak
6 Toets 12 Handgreep
55
WEERGAVEELEMENTEN7.
1 Meetindicator 9 Symbool voor emissiegraad
2 HOLD-indicator 10 Type K-indicator
3 Laser-symbool 11 Emissiegraad/Type K-waarde
4 Symbool voor continumeting 12 Symbool voor batterij
5 High/Low alarm-indicator 13 ºC/ºF-indicator
6 MAX/MIN/AVG/DIF-indicatoren 14 Datalogger-indicator
7 Temperatuurweergave 15 USB-indicator
8 Temperatuurweergave MAX/MIN/AVG/DIF
PLAATSEN/VERVANGEN VAN DE BATTERIJ8.
Bij het plaatsen van de batterijen de juiste poolrichting in acht nemen. Verwijder
de batterijen, als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, om schade door uitlopen
te vermijden. Uitlopende of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid
leiden tot brandwonden door zuren. Bij de omgang met beschadigde batterijen
moet u bijgevolg handschoenen dragen.
U moet het product ook buiten het bereik van kinderen opbergen. U mag batterijen
niet achteloos laten rondslingeren wegens het gevaar dat kinderen of huisdieren
ze inslikken.
Haal batterijen niet uit elkaar, en vermijd kortsluitingen en contact met vuur. Probeer
nooit gewone, niet oplaadbare batterijen te laden. Er bestaat explosiegevaar.
Vervang de batterij, van zodra het batterij symbool op het display zichtbaar wordt.
Druk op de toets om het batterijvak te openen en klap het batterijvakdeksel open.1.
Verwijder de gebruikte batterij van de batterijclip en sluit een nieuwe batterij van hetzelfde type met 2.
de juiste polariteit op de batterijclip aan. De batterijclip is zo uitgevoerd, dat de batterij alleen met
de juiste polariteit aangesloten kan worden. Gebruik bij het plaatsen van de batterij geen geweld!
Sluit het batterijvak terug door het deksel van het batterijvak dicht te klappen.3.
56
WERKING9.
Werkwijze
Infrarood thermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een object. De sensor van de
thermometer registreert de uitgestraalde, gereecteerde en doorgelaten warmtestraling van het
object en zet deze informatie om in een temperatuurwaarde.
De emissiefactor is een waarde die de karakteristiek van de energiestraling van een materiaal
uitdrukt. Hoe hoger deze waarde, des te hoger is de capaciteit van het materiaal om stralingen uit
te zenden. Veel organische materialen en oppervlakken hebben een emissiefactor van ca. 0,95.
Metalen oppervlakken of glanzende materialen hebben een lagere emissiefactor waardoor ze een
onnauwkeurige meetwaarde aeveren. Omwille van deze reden kan bij de toestellen de emissiefactor
worden ingesteld.
Meting
Richt de meetopening, best verticaal, op het meetobject. Let er op dat het meetobject niet kleiner 1.
is als de IR-meetspot van het apparaat (zie ook IR-meetvlekgrootte).
Druk op de meetknop en houd deze ingedrukt. De meetwaarde wordt op het display weergegeven. 2.
De aangegeven meetwaarde komt overeen met de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de
IR-meetspot. Tijdens de meting wordt „SCAN“ zichtbaar op het display.
Na het loslaten van de meettoets wordt, voor een, betere aezing, de laatste meetwaarde nog ca. 3.
7 seconden op het display zichtbaar. Verder wordt ook de indicatie „HOLD“ zichtbaar.
Het apparaat schakelt zich 7 seconden na het loslaten van de meettoets automatisch uit.4.
Bij overschrijden van het temperatuurmeetbereik wordt „——„ op het display zichtbaar.5.
Voor het vaststellen van de warmste plaats van het meetobject moet u bij ingedrukte
meettoets het meetobject systematisch met „zigzag bewegingen „afscannen“ tot de
warmste plaats gevonden is. De hoogst gemeten temperatuur tijdens de meting wordt
bij geactiveerde max-temperatuurfunctie als maximale temperatuur aan de bovenkant
van het display weergegeven.
Om een nauwkeurige meetwaarde te krijgen, moet de infrarood thermometer aangepast
zijn aan de omgevingstemperatuur. Laat het apparaat bij verandering van standplaats
aan de nieuwe omgevingstemperatuur wennen.
Glanzende oppervlakken vervalsen het meetresultaat. Ter compensatie kan het
oppervlak van glanzende voorwerpen met kleefband of matzwarte verf afgedekt
worden. Het apparaat kan niet door transparante oppervlakken zoals b.v. glas meten.
Het apparaat zal in plaats daarvan de oppervlaktetemperatuur van het glas meten.
Langere metingen van hoge temperaturen op een kleine meetafstand leiden tot het het
opwarmen van het meetapparaat en daarmee tot foutieve metingen. Om nauwkeurige
meetwaarden te bereiken geldt de vuistregel: hoe hoger de temperatuur hoe groter de
meetafstand en hoe korter de meetduur moeten zijn.
57
IR-meetvlekgrootte - verhouding meetafstand-meetoppervlak (distance to
spot ratio; D/S))
Om precieze meetresultaten te verkrijgen moet het meetobject groter zijn dan de IR-meetvlek van
de infrarood thermometer. De geregistreerde temperatuur is de gemiddelde temperatuur van het
gemeten oppervlak. Hoe kleiner het meetobject, des te korter moet de afstand t.o.v. de infrarood
thermometer zijn. De precieze meetvlekgrootte staat in het volgende diagram Dit is tevens op het
apparaat vermeld. Voor precieze metingen moet het meetobject ten minste dubbel zo groot dan de
meetvlek zijn.
Spot 18 mm 36 mm 54 mm
Distance 900 mm 1800 mm 2700 mm
De ideale meetafstand bij deze infrarood-thermometer is in het focuspunt van de beide
richtlasers aangezien hier de hoogste meetnauwkeurigheid wordt geboden. De
meetvlekgrootte in het focuspunt bedraagt bij de toestellen 18 mm.
Dual-richtlaser
De dual-richtlaser kan worden in- en uitgeschakeld. Schakel het meetapparaat in door te drukken op
de meettoets. Druk op de toets “Laser/Achtergrondverlichting“. Bij ingeschakelde laser wordt de Laser-
symbool op het display weergegeven. Wanneer u opnieuw op de toets „Laser/Achtergrondverlichting“
drukt, wordt de richtlaser uitgeschakeld, de Laser-symbool verdwijnt.
Achtergrondverlichting
Met de toets “Laser/Achtergrondverlichting“ kan bij ingeschakeld meetapparaat de
achtergrondverlichting van het display worden in- en uitgeschakeld.
Omschakeling van de meeteenheid °C/°F
Met de toetsen “▲” en ▼” kan bij het ingeschakelde meetapparaat de meeteenheid van °C (graden
Celsius) naar °F (graden Fahrenheit) worden omgezet.
Overzetten gegevens USB-plug
Het apparaat is van een USB-plug voorzien voor het overzetten en opslaan van meetwaarden op een
computer. Om de infrarood-thermometer aan te sluiten op uw computer, gaat u te werk als volgt:
Activeer de USB-plug in de MAX-, MIN-, DIF- of AVG-modus door op de toets 1.
“Achtergrondverlichting/Laser” te drukken. Druk zolang op de toets tot het symbool “USB” op het
display verschijnt.
58
Start uw computer met het besturingssysteem Windows 98SE® of hoger.2.
Verbind met behulp van de meegeleverde USB-kabel uw meetapparaat via de mini-USB-bus op 3.
de zijkant met een vrije USB-plug op uw computer.
De computer herkent automatisch een nieuw apparaat. Plaats de meegeleverde software-CD in 4.
een cd-station, en volg de installatie-aanwijzingen op het scherm. Laat de computer automatisch
naar het geschikte stuurprogramma zoeken.
Na een succesvolle installatie kunt u de software starten.5.
Om de USB-plug uit te schakelen, drukt u in het MAX-, MIN-, DIF- of AVG-modus op de toets 6.
“Achtergrondverlichting/Laser” tot het symbool USB op het display verdwijnt.
Wanneer de USB-plug is ingeschakeld worden de infrarood- en
contacttemperatuurmeetwaarden naar een computer overgezet. In verbinding
met de LOCK-functie en de meegeleverde software kan op die manier een
temperatuursregistratie van lange duur worden gerealiseerd. Meer informatie vindt u in
het Help-menu van de software.
Contacttemperatuur-meetfunctie
Behalve de infraroodtemperatuur-meetfunctie zijn de toestel ook met een meetfunctie voor
contacttemperatuur uitgerust. Naast de bijgevoegde draad-temperatuurvoeler, kunnen ook alle
traditionele type-K temperatuurvoelers met mini-stekkers aan de toestel worden aangesloten.
Van zodra u een type-K temperatuurvoeler met mini-stekker in de aansluiting voor type-K
temperatuurvoeler stopt, verschijnt bij het ingeschakelde toestel in de MAX-, MIN-, DIF of AVG-
modus de aanduiding “TK” op het display. Wanneer de meettoets wordt ingedrukt, wordt de
temperatuurmeetwaarde van de contact-temperatuurmeting aan de onderkant van het scherm.
Let erop dat de contact-temperatuurmeting enkel is toegelaten voor staande
objecten die niet onder stroom staan. U dient er verder op te letten dat contact-
temperaturen enkel zijn toegelaten tot de toegelaten temperatuur van de voeler.
De toegelaten temperatuur van de meegeleverde draadvoeler bedraagt -50 tot
+250 ºC.
Instelmenu
In het instelmenu kunnen de verschillende functies van het apparaat
worden geselecteerd, ingeschakeld resp. ingesteld. De volgende
graek toont de schematische opbouw van het instelmenu. Door
indrukken van de toets “MODE” kunt u door het menu navigeren, met
de toetsen “▲” en “▼” kunnen instellingen worden doorgevoerd.
59
Max-, Min-, verschil- en gemiddelde meetfunctie (MAX / MIN / DIF / AVG)
Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets.1.
Druk op de toets “MODE” tot een van de symbolen MAX/MIN/DIF/AVG/LOG in het display 2.
knippert:.
MAX - (Toestel geeft tijdens de meting de grootste meetwaarde aan de bovenkant van het
scherm)
MIN - (Toestel geeft tijdens de meting de kleinste meetwaarde aan de bovenkant van het
scherm)
DIF - (Toestel geeft tijdens de meting het verschil tussen de hoogste en laagste temperatuur aan
de bovenkant van het scherm)
AVG - (Toestel geegt de gemiddelde waarde van de laatste infrarood-temperatuurmeting weer.)
AVG = Gemiddeld)
LOG - (opslagfunctie)
Kies met de toetsen “3. ▲” of “▼” de gewenste functie.
Bevestig de invoer met de meettoets of druk op de toets “MODE“ om bij de volgende 4.
instelmogelijkheid te komen.
Staafdiagram-indicator
De staafdiagram-indicator bevindt zich aan de bovenkant van het uitleesvenster en heeft als doel om
de actuele meetwaarde ten opzichte van de MIN/MAX-waarden grasch weer te geven. De linkerkant
komt overeen met de MIN-waarde van de actuele meting, de rechterkant geeft de MAX-waarde aan.
Voorbeeld:
De MIN-waarde bedraagt 0 ºC en de MAX-waarde is +100 ºC. De actuele meetwaarde bedraagt
+50 ºC. In dit geval slaat de staafdiagram-indicator uit tot aan het midden van het bereik.
Opslagfunctie LOG
De toestel is uitgerust met een opslagmogelijkheid van tot 100 meetwaarden.
Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets.1.
Druk op de toets “MODE” tot een van de symbolen MIN / MAX / DIF / AVG / LOG in het display 2.
knippert.
Druk op de toetsen “3. ▲” of “▼” tot het symbool LOG in het display knippert.
Bevestig de invoer met de meettoets.4.
Kies met de toetsen 5. ▲” of “▼” een geheugenplaats (001 – 100) waar u een infrarood-
temperatuurwaarde wilt opslaan en druk eenmaal de toets ▼” in, zodat de vorige geheugenplaats
wordt weergegeven.
Voer een infrarood-temperatuurmeting door. Na de meting wordt een temperatuurwaarde 6.
zichtbaar op het display. Om deze op de eerder geselecteerde geheugenplaats op te slaan, drukt
u op de toets voor de achtergrondverlichting en de laser. De temperatuurwaarde wordt nu op de
geselecteerde geheugenplaats opgeslagen.
60
Voorbeeld: Als u een waarde wilt opslaan op geheugenplaats 005, kiest u geheugenplaats
004. Voer de meting uit en druk op de toets voor achtergrondbelichting en laser. De
waarde wordt opgeslagen op geheugenpositie 005.
Ga te werk zoals hierboven beschreven, aan andere waarden op te slaan.7.
Voor het oproepen van de opgeslagen temperatuurwaarden selecteert u met de toetsen 8. ▲” of
▼” de geheugenplaats die u wilt selecteren. De opgeslagen temperatuurwaarde wordt aan de
onderkant van het scherm weergegeven.
Als alle geheugenplaatsen bezet zijn, kunnen de niet meer benodigde geheugenplaatsen
gewoon worden overschreven.
Ga als volgt te werk om alle opgeslagen waarden tegelijkertijd te wissen:
Houd in de LOG-modus de meettoets ingedrukt en kies met toets “1. ▼” geheugenpositie „000“.
Druk vervolgens de toets voor achtergrondverlichting en laser in. Een signaal klinkt en de weergave 2.
springt naar geheugenpositie “001”. Alle geheugenposities zijn nu weer vrij.
Instellen van de emissiefactor (EMS)
Het meetapparaat is uitgerust met een instelling van de emissiefactor. Op die manier kunnen bij
verschillende materialen en oppervlakken nauwkeurige meetwaarden bereikt worden (zie ook het
punt Werkingswijze).
Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets.1.
Druk op de toets “MODE” tot het symbool voor emissiefactor in het display knippert.2.
Met de toetsen 3. ▲” en ▼” kan de emissiegraad van 0,10 tot 1,00 worden aangepast aan het
betrokken meetobject.
Bevestig de invoer met de meettoets of druk op de toets “MODE” om bij de volgende 4.
instelmogelijkheid te komen.
Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen.5.
U kunt ook tijdens het meten (terwijl de meettoets ingedrukt blijft) de emissiewaarde
instellen door op de toetsen “▲” of “▼” te drukken.
Aansluitend op de technische gegevens vindt u een tabel met typische materialen en hun
emissiegraad. Veel organische materialen bezitten een emissiegraad van 0,95. Daarom
is de fabrieksinstelling van de emissiegraad afgeregeld op 0,95. Het bekomen van
de emissiegraad van een oppervlake kan ook met de contacttemperatuurmeetfunctie
van het toestel worden gevoerd. Meet de temperatuur van de oppervlakte met de
contacttemperatuurmeetfunctie.
Verander de emissiegraad van de infrarood-thermometer zolang tot de meetwaarde
met de waarde van de contacttemperatuurmeetfunctie overeenstemt. Om met de
contacttemperatuurmeetfunctie een zo precies mogelijke meetwaarde te bereiken, is
een bijzondere K-type-oppervlaktevoeler aanbevolen (optioneel verkrijgbaar). Dat is
echter enkel voor uiterst precieze metingen nodig.
61
Continu meetwerking (LOCK)
Het meetapparaat is uitgerust met een continu meetfunctie voor metingen gedurende langere tijd.
Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets.1.
Druk op de toets “MODE” tot het symbool voor emissiefactor in het display knippert.2.
Met de toetsen 3. ▲” en “▼” kan de continu meetfunctie worden ingeschakeld (display aanduiding
“ON”).
Van zodra u de meettoets indrukt, wordt de continu meetfunctie ingeschakeld. Het meetapparaat 4.
meet nu continu tot de meettoets opnieuw wordt ingedrukt.
Gebruik eventueel een statief bij continumetingen. Onderop de handgreep bevindt zich
de aansluiting voor het statief. De poten van het statief kunnen worden uitgetrokken.
Alarmfuncties
Het meetapparaat is voorzien van een alarmfunctie bij over- of onderschrijden van instelbare
temperatuurwaarden. Het alarm gaat af via een bieptoon. Door deze functie kan het meetapparaat
heel goed worden ingezet voor temperatuurcontroles, enz. Het toestel beschikt over twee instelbare
temperatuurwaarden (bovenste en onderste alarmwaarde). Het alarm gaat af wanneer de onderste
of bovenste alarmwaarde wordt overschreden. De alarmwaarden kunnen onafhankelijk van elkaar
worden ingesteld en geactiveerd.
Voor het instellen en activeren van de bovenste alarmwaarde (H = bovenste alarmwaarde) gaat u
als volgt tewerk:
Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets.1.
Om de bovenste alarmwaarde te activeren, drukt u op de toets “MODE” tot het symbool voor de 2.
bovenste alarmwaarde op het display knippert en “AAN” of “UIT” wordt weergegeven (menupunt
“HAL AAN/UIT” = Bovenste alarmwaarde AAN/UIT).
Met de toetsen 3. ▲” en ▼” kan de bovenste alarmwaarde worden ingeschakeld (“AAN”) of
worden uitgeschakeld (“UIT”).
Druk de toets “MODE” tot het symbool voor de bovenste alarmwaarde op het display knippert en een 4.
temperatuurwaarde wordt weergegeven (menupunt HAL ADJUST = bovenste alarmwaarde instellen).
Met de toetsen “5. ▲” en “▼” kan de bovenste alarmwaarde ingesteld worden, bij de overschrijding
of de onderschrijding waarvan het alarm af moet gaan.
Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen.6.
Voor het instellen en activeren van de onderste alarmwaarde (L = onderste alarmwaarde) gaat u als
volgt tewerk:
Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets.1.
Om de onderste alarmwaarde te activeren, drukt u op de toets “MODE” tot het symbool voor de 2.
onderste alarmwaarde op het display knippert en “AAN” of “UIT” wordt weergegeven (menupunt
“LAL AAN/UIT” = Onderste alarmwaarde AAN/UIT)
Met de toetsen 3. ▲” en ▼” kan de onderste alarmwaarde worden ingeschakeld (“AAN”) of
worden uitgeschakeld (“UIT”).
62
Druk de toets “MODE” tot het symbool voor de onderste alarmwaarde op het display knippert en 4.
een temperatuurwaarde wordt weergegeven (menupunt LAL ADJUST = onderste alarmwaarde
instellen).
Met de toetsen 5. ▲” en ▼” kan de onderste alarmwaarde ingesteld worden, bij de onderschrijding
of de onderschrijding waarvan het alarm af moet gaan.
Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen.6.
°C/°F-omschakeling
Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets.1.
Druk op de toets “MODE” tot de meeteenheid in het display knippert.2.
Met de toetsen “3. ▲” en “▼” kan de gewenste meeteenheid worden geselecteerd.
Bevestig de invoer met de meettoets of druk op de toets „MODE“ om bij de volgende 4.
instelmogelijkheid te komen.
Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen.5.
U kunt ook terwijl de functie HOLD actief is (de meettoets is niet ingedrukt) de
meeteenheid instellen door op de toetsen “▲” of “▼” te drukken.
ONDERHOUD EN REINIGING10.
Reinigen van de lens
Verwijder losse deeltjes met zuivere perslucht en wis daarna de resterende afzettingen weg met
een jne lensborstel. Reinig het oppervlak met een lensreinigingsdoekje of een zuivere, zachte
en pluisvrije doek. Voor het reinigen van vingerafdrukken en andere vetafzettingen kan het doekje
bevochtigd worden met water of een lensreinigingsvloeistof. Gebruik geen zuur-, alcohol- of andere
oplosmiddelen en geen ruw, pluizend doek om de lens te reinigen. Vermijd overmatig drukken bij het
reinigen.
Reinigen van de behuizing
Gebruik voor het reinigen van de behuizing water en zeep of een zacht reinigingsmiddel. Gebruik
geen schuur- of oplosmiddelen!
VERWIJDERING11.
Product
Elektronische producten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gedeponeerd.
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen
voor afvalverwerking inleveren.
Verwijder de geplaatste batterijen/accu’s en gooi deze afzonderlijk van het product weg.
63
Batterijen / Accus
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege
batterijen/accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven
worden.
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand
symbool. Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen
voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb =
lood (de aanduiding staat op de batterijen/accu’s, bijv. onder de links afgebeelde
vuilnisbaksymbool).
U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze
lialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht, afgeven.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan de bescherming van het milieu.
TECHNISCHE GEGEVENS12.
Bedrijfsspanning: 9 V-blokbatterij
Aanspreektijd: 150 ms
Spectrum: 8 – 14 µm
Emissiegraad: 0,1 tot 1,00 instelbaar
Resolutie: 0,1 ºC (<1000 ºC), 1 ºC (>1000 ºC)
IR-meetvlekgrootte: 50:1
Laser: Vermogen < 1 mW
laserklasse 2
Golengte 630 - 670 nm
Bedrijfstemperatuur: 0 tot +50 ºC
Bedrijfsluchtvochtigheid: 10 – 90 %
Opslagtemperatuur: -10 tot +60 ºC
Opslagluchtvochtigheid:
<
80 %
Gewicht: 320 g
Afmetingen: 52 x 240 x 155 mm
Infrarood-temperatuurmeetbereik
Temperatuurmeetbereik Nauwkeurigheid Reproduceerbaarheid
-50 tot +20 ºC ±4 ºC ±1,5 ºC
+20 tot +500 ºC ±1,5 % ±1,5 ºC
±0,5 % of ±0,5 ºC
+500 tot +1000 ºC ±2 %
+1000 tot +2200 ºC ±3 % ±1 %
Contacttemperatuurmeting type K
Temperatuurmeetbereik Nauwkeurigheid Reproduceerbaarheid
-50 tot 0 ºC ±3 ºC ±1,5 ºC
0 tot +1370 ºC ±1 % ±2 ºC ±1,5 ºC
64
Oppervlakte emissiegraad
Gemeten Oppervlak Emissie Gemeten Oppervlak Emissie
Aarde 0,92 tot 0,96 Menselijke huid 0,98
Asfalt 0,90 tot 0,98 Mortel 0,89 tot 0,91
Beton 0,94 Papier 0,70 tot 0,94
Cement 0,96 Plastic 0,85 tot 0,95
Chroom oxiden 0.81 Pleister 0,80 tot 0,90
Doek (zwart) 0,98 Rubber (zwart) 0,94
Glas 0,90 tot 0,95 Schuim 0,75 tot 0,80
Graniet 0,94 Steen 0,93 tot 0,96
IJs 0,96 tot 0,98 Textiel 0,90
IJzer oxide 0,78 tot 0,82 Water 0,92 tot 0,96
Keramiek 0,90 tot 0,94 Vernis 0,80 tot 0,95
Kool (poeder) 0,96 Vernis (mat) 0,97
Koper Oxide 0,78 Zand 0,90
De emissiewaarden in de bovenstaande tabel zijn benaderingen. Diverse parameters, zoals de
geometrie en de kwaliteit van het oppervlak, kunnen de emissie van een object beïnvloeden.
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau,
Tel.-Nr. 0180/586 582 7 (www.voltcraft.de).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverlmung, oder die Erfassung in
elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers.
Nachdruck, auch auszugsweise, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.
© Copyright 2011 by Voltcraft®.
Impressum
These operating instructions are a publication by Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany,
Phone +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microlming, or the capture in electronic data
processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved.
© Copyright 2011 by Voltcraft®.
Information légales
Ce mode d’emploi est une publication de la société Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne,
Tél. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu’elle soit (p. ex. photocopie, microlm, saisie dans
des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l’éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par
extraits.
Ce mode d’emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modications techniques et
de l’équipement.
© Copyright 2011 par Voltcraft®.
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de rma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland,
Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverlming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2011 by Voltcraft®.
V3_0811_02-SB

Documenttranscriptie

INHOUDSOPGAVE Pagina 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Inleiding Voorgeschreven gebruik Kenmerken Leveringsomvang Veiligheidsinstructies Bedieningselementen Weergaveelementen Plaatsen/vervangen van de batterij Werking Onderhoud en reiniging Verwijdering Technische gegevens 50 51 51 51 52 54 55 55 56 62 62 63 49 1. Inleiding Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend product in huis gehaald. U heeft een meer dan gemiddeld kwaliteitsproduct aangeschaft uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek onderscheidt door specifieke vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie tegen een buitengewoon voordelige prijs-kwaliteitverhouding. Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een langdurige en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! 50 2. Voorgeschreven gebruik De infrarood-thermometer is een meetapparaat voor het contactloos meten van de temperatuur. Hij meet de temperatuur aan de hand van de infrarode energie, die door een object wordt uitgezonden, en aan de hand van zijn emissiegraad. Het is bijzonder handig voor het meten van de temperatuur van hete, moeilijk toegankelijke of bewegende objecten. De thermometer meet de oppervlaktetemperatuur van een object. Hij kan niet meten doorheen transparante oppervlakken zoals glas of plastic. Zijn temperatuurmeetbereik gaat van -50 tot +2200 ºC (-58 tot +3992 ºF). Voor de voeding is een blokbatterij van 9 V vereist. Het toestel kan niet worden gebruikt voor het contactloos infra-rood meten van de temperatuur maar ook voor metingen met traditionele temperatuurvoelers (type K). Het is mogelijk temperatuurgegevens naar een computer over te zetten via een geïntegreerde USB-plug. Het product is EMC-goedgekeurd en voldoet daarmee aan de voorwaarden van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De CE-conformiteit is aangetoond; de overeenkomstige verklaringen zijn bij de fabrikant gedeponeerd. Andere toepassingen dan hiervoor beschreven, zijn niet toegestaan en kunnen leiden tot beschadiging van dit product. Bovendien is dit verbonden met gevaren zoals kortsluiting, brand, elektrische schokken enz. Lees de handleiding aandachtig door en bewaar deze voor later gebruik. 3. Kenmerken • Dual richtlaser met focuspunt • Geïntegreerde alarmfunctie voor de bovenste en de onderste alarmwaarde met optische en akoestische signalering • Opslaan van de maximale, de minimale, de verschil- en de gemiddelde temperatuur tijdens de meting • Continu meetfunctie • Emissiegraad instelbaar van 0,10 tot 1,00 • Extra temperatuurmeting over contactsensor van het type K • Inschakelbare achtergrondverlichting voor het display • Opslagruimte voor tot 100 meetwaarden • Overzetten van temperatuurmeetwaarden via USB-plug naar een computer 4. Leveringsomvang • • • • Infrarood-thermometer Opbergkoffer 9 V-blokbatterij Type-K draadvoeler • • • • USB-plugkabel Software-CD Statief Gebruiksaanwijzing 51 5. Veiligheidsinstructies Bij schade die voortkomt uit het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt elk recht op garantie! Voor gevolgschade en materiële schade en persoonlijk letsel, veroorzaakt door onvakkundig gebruik of het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! Belangrijke aanwijzingen die absoluut in acht moeten worden genomen, zijn in deze gebruiksaanwijzing met een uitroepteken aangegeven. Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. Personen / Product • Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan sterke trillingen of sterke mechanische belastingen. • Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan elektromagnetische velden, extreme temperaturen, direct zonnestraling of vocht. • Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan grote luchtvochtigheid of vloeistoffen. Het apparaat mag bij gebruik buiten alleen onder aangepaste weersomstandigheden resp. met geschikte bescherming gebruikt worden. • Waterdamp, stof, rook en/of dampen kunnen door invloed op de optiek van de thermometers leiden tot een verkeerd meetresultaat. • Het apparaat mag niet meteen worden gebruikt, nadat het van een koude omgeving naar een warme ruimte werd overgebracht. Condenswater kan leiden tot stuk gaan van het apparaat. Ook het aanslaan van de lens kan leiden tot verkeerde metingen. Wacht met het product te gebruiken tot het zich aan de veranderde omgevingstemperatuur heeft aangepast. • Indien u reden heeft aan te nemen dat een veilig bedrijf niet langer gewaarborgd is, moet u het apparaat uitschakelen en beveiligen tegen onbeoogd inschakelen. Onder de volgende voorwaarden is het veilig bedrijf niet langer gegarandeerd: -- het product zichtbaar is beschadigd, -- het product werkt niet meer, of -- het product werd gedurende langere tijd onder ongunstige voorwaarden opgeslagen, -- het product werd tijdens het transport blootgesteld aan zware belastingen. • Dit product is geen speelgoed. Het hoort niet thuis in kinderhanden en moet buiten bereik van huisdieren worden gehouden! • In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen. • In scholen, vormingsinstituten, hobby- en doe-het-zelfateliers moet geschoold personeel toezicht houden op de omgang met elektrische apparaten. Laser • Bij gebruik van de laser dient er altijd op te worden gelet dat de laserstraal zo wordt geleid dat niemand zich in het projectiebereik bevindt en dat onbedoeld gereflecteerde stralen (bijv. door reflecterende voorwerpen) niet in ruimtes komen, waarin zich personen bevinden. • Laserstraling kan gevaarlijk zijn als de laserstraal of een reflectie onbeschermd in uw ogen komt. Stelt u zich daarom op de hoogte van de wettelijke bepalingen en voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van een dergelijk laserapparaat, voordat u de laser in gebruik neemt. 52 • Kijk nooit in de laserstraal en richt deze nooit op personen of dieren. Laserstralen kunnen oogletsel tot gevolg hebben. • Zodra uw oog wordt getroffen door een laserstraal, meteen de ogen sluiten en uw hoofd wegdraaien van de straal. • Als uw ogen geïrriteerd zijn door laserstraling, voer dan in geen geval meer veiligheidsrelevante werkzaamheden uit, bijvoorbeeld werken met machines, werken op grote hoogte of in de buurt van hoogspanning. Bestuur, totdat de irritaties zijn verdwenen, ook geen voertuigen meer. • Richt de laserstraal nooit op spiegels of andere reflecterende oppervlakken. De ongecontroleerd afgebogen straal zou personen of dieren kunnen raken. • Open het apparaat nooit. Uitsluitend een geschoolde vakman, die vertrouwd is met de gevaren, mag instel- of onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Ondeskundig uitgevoerd instelwerk kan gevaarlijke laserstraling tot gevolg hebben. • Het product is voorzien van een klasse 2 laser. In de levering bevinden zich laserwaarschuwingsbordjes in verschillende talen. Indien het bordje op de laser niet in uw landstaal is, bevestig dan het juiste bordje op de laser. • Voorzichtig - als er andere dan de in deze handleiding vermelde besturingen of methodes worden gebruikt, kan dit tot gevaarlijke blootstelling aan straling leiden. Diversen • Service-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door een erkend technicus/ elektrotechnisch bedrijf worden uitgevoerd. • Wanneer u nog vragen over de omgang met het meetapparaat hebt, die in deze gebruiksaanwijzing niet werden beantwoord, dan staat u hiervoor onze technische support onder het volgende adres en telefoonnummer: Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Telefon 0180 / 586 582 7. 53 6. Bedieningselementen 1 2 3 4 5 6 54 IR-sensor + opening laser LC-display Aansluiting temperatuursensor USB-aansluiting Toets “achtergrondverlichting/laser” Toets ▲ 7 8 9 10 11 12 Toets ▼ Toets om het batterijvak te openen Toets „MODE“ Meettoets Batterijvak Handgreep 7. Weergaveelementen 1 2 3 4 5 6 7 8 Meetindicator HOLD-indicator Laser-symbool Symbool voor continumeting High/Low alarm-indicator MAX/MIN/AVG/DIF-indicatoren Temperatuurweergave Temperatuurweergave MAX/MIN/AVG/DIF 9 10 11 12 13 14 15 Symbool voor emissiegraad Type K-indicator Emissiegraad/Type K-waarde Symbool voor batterij ºC/ºF-indicator Datalogger-indicator USB-indicator 8. Plaatsen/vervangen van de batterij Bij het plaatsen van de batterijen de juiste poolrichting in acht nemen. Verwijder de batterijen, als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, om schade door uitlopen te vermijden. Uitlopende of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid leiden tot brandwonden door zuren. Bij de omgang met beschadigde batterijen moet u bijgevolg handschoenen dragen. U moet het product ook buiten het bereik van kinderen opbergen. U mag batterijen niet achteloos laten rondslingeren wegens het gevaar dat kinderen of huisdieren ze inslikken. Haal batterijen niet uit elkaar, en vermijd kortsluitingen en contact met vuur. Probeer nooit gewone, niet oplaadbare batterijen te laden. Er bestaat explosiegevaar. Vervang de batterij, van zodra het batterij symbool op het display zichtbaar wordt. 1.  Druk op de toets om het batterijvak te openen en klap het batterijvakdeksel open. 2.  Verwijder de gebruikte batterij van de batterijclip en sluit een nieuwe batterij van hetzelfde type met de juiste polariteit op de batterijclip aan. De batterijclip is zo uitgevoerd, dat de batterij alleen met de juiste polariteit aangesloten kan worden. Gebruik bij het plaatsen van de batterij geen geweld! 3.  Sluit het batterijvak terug door het deksel van het batterijvak dicht te klappen. 55 9. Werking Werkwijze Infrarood thermometers meten de oppervlaktetemperatuur van een object. De sensor van de thermometer registreert de uitgestraalde, gereflecteerde en doorgelaten warmtestraling van het object en zet deze informatie om in een temperatuurwaarde. De emissiefactor is een waarde die de karakteristiek van de energiestraling van een materiaal uitdrukt. Hoe hoger deze waarde, des te hoger is de capaciteit van het materiaal om stralingen uit te zenden. Veel organische materialen en oppervlakken hebben een emissiefactor van ca. 0,95. Metalen oppervlakken of glanzende materialen hebben een lagere emissiefactor waardoor ze een onnauwkeurige meetwaarde afleveren. Omwille van deze reden kan bij de toestellen de emissiefactor worden ingesteld. Meting 1.  Richt de meetopening, best verticaal, op het meetobject. Let er op dat het meetobject niet kleiner is als de IR-meetspot van het apparaat (zie ook IR-meetvlekgrootte). 2.  Druk op de meetknop en houd deze ingedrukt. De meetwaarde wordt op het display weergegeven. De aangegeven meetwaarde komt overeen met de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de IR-meetspot. Tijdens de meting wordt „SCAN“ zichtbaar op het display. 3.  Na het loslaten van de meettoets wordt, voor een, betere aflezing, de laatste meetwaarde nog ca. 7 seconden op het display zichtbaar. Verder wordt ook de indicatie „HOLD“ zichtbaar. 4.  Het apparaat schakelt zich 7 seconden na het loslaten van de meettoets automatisch uit. 5.  Bij overschrijden van het temperatuurmeetbereik wordt „——„ op het display zichtbaar. Voor het vaststellen van de warmste plaats van het meetobject moet u bij ingedrukte meettoets het meetobject systematisch met „zigzag bewegingen „afscannen“ tot de warmste plaats gevonden is. De hoogst gemeten temperatuur tijdens de meting wordt bij geactiveerde max-temperatuurfunctie als maximale temperatuur aan de bovenkant van het display weergegeven. Om een nauwkeurige meetwaarde te krijgen, moet de infrarood thermometer aangepast zijn aan de omgevingstemperatuur. Laat het apparaat bij verandering van standplaats aan de nieuwe omgevingstemperatuur wennen. Glanzende oppervlakken vervalsen het meetresultaat. Ter compensatie kan het oppervlak van glanzende voorwerpen met kleefband of matzwarte verf afgedekt worden. Het apparaat kan niet door transparante oppervlakken zoals b.v. glas meten. Het apparaat zal in plaats daarvan de oppervlaktetemperatuur van het glas meten. Langere metingen van hoge temperaturen op een kleine meetafstand leiden tot het het opwarmen van het meetapparaat en daarmee tot foutieve metingen. Om nauwkeurige meetwaarden te bereiken geldt de vuistregel: hoe hoger de temperatuur hoe groter de meetafstand en hoe korter de meetduur moeten zijn. 56 IR-meetvlekgrootte - verhouding meetafstand-meetoppervlak (distance to spot ratio; D/S)) Om precieze meetresultaten te verkrijgen moet het meetobject groter zijn dan de IR-meetvlek van de infrarood thermometer. De geregistreerde temperatuur is de gemiddelde temperatuur van het gemeten oppervlak. Hoe kleiner het meetobject, des te korter moet de afstand t.o.v. de infrarood thermometer zijn. De precieze meetvlekgrootte staat in het volgende diagram Dit is tevens op het apparaat vermeld. Voor precieze metingen moet het meetobject ten minste dubbel zo groot dan de meetvlek zijn. Spot Distance 18 mm 900 mm 36 mm 1800 mm 54 mm 2700 mm De ideale meetafstand bij deze infrarood-thermometer is in het focuspunt van de beide richtlasers aangezien hier de hoogste meetnauwkeurigheid wordt geboden. De meetvlekgrootte in het focuspunt bedraagt bij de toestellen 18 mm. Dual-richtlaser De dual-richtlaser kan worden in- en uitgeschakeld. Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets. Druk op de toets “Laser/Achtergrondverlichting“. Bij ingeschakelde laser wordt de Lasersymbool op het display weergegeven. Wanneer u opnieuw op de toets „Laser/Achtergrondverlichting“ drukt, wordt de richtlaser uitgeschakeld, de Laser-symbool verdwijnt. Achtergrondverlichting Met de toets “Laser/Achtergrondverlichting“ kan bij ingeschakeld achtergrondverlichting van het display worden in- en uitgeschakeld. meetapparaat de Omschakeling van de meeteenheid °C/°F Met de toetsen “▲” en “▼” kan bij het ingeschakelde meetapparaat de meeteenheid van °C (graden Celsius) naar °F (graden Fahrenheit) worden omgezet. Overzetten gegevens USB-plug Het apparaat is van een USB-plug voorzien voor het overzetten en opslaan van meetwaarden op een computer. Om de infrarood-thermometer aan te sluiten op uw computer, gaat u te werk als volgt: 1.  Activeer de USB-plug in de MAX-, MIN-, DIF- of AVG-modus door op de toets “Achtergrondverlichting/Laser” te drukken. Druk zolang op de toets tot het symbool “USB” op het display verschijnt. 57 2.  Start uw computer met het besturingssysteem Windows 98SE® of hoger. 3.  Verbind met behulp van de meegeleverde USB-kabel uw meetapparaat via de mini-USB-bus op de zijkant met een vrije USB-plug op uw computer. 4.  De computer herkent automatisch een nieuw apparaat. Plaats de meegeleverde software-CD in een cd-station, en volg de installatie-aanwijzingen op het scherm. Laat de computer automatisch naar het geschikte stuurprogramma zoeken. 5.  Na een succesvolle installatie kunt u de software starten. 6.  Om de USB-plug uit te schakelen, drukt u in het MAX-, MIN-, DIF- of AVG-modus op de toets “Achtergrondverlichting/Laser” tot het symbool USB op het display verdwijnt. Wanneer de USB-plug is ingeschakeld worden de infrarood- en contacttemperatuurmeetwaarden naar een computer overgezet. In verbinding met de LOCK-functie en de meegeleverde software kan op die manier een temperatuursregistratie van lange duur worden gerealiseerd. Meer informatie vindt u in het Help-menu van de software. Contacttemperatuur-meetfunctie Behalve de infraroodtemperatuur-meetfunctie zijn de toestel ook met een meetfunctie voor contacttemperatuur uitgerust. Naast de bijgevoegde draad-temperatuurvoeler, kunnen ook alle traditionele type-K temperatuurvoelers met mini-stekkers aan de toestel worden aangesloten. Van zodra u een type-K temperatuurvoeler met mini-stekker in de aansluiting voor type-K temperatuurvoeler stopt, verschijnt bij het ingeschakelde toestel in de MAX-, MIN-, DIF of AVGmodus de aanduiding “TK” op het display. Wanneer de meettoets wordt ingedrukt, wordt de temperatuurmeetwaarde van de contact-temperatuurmeting aan de onderkant van het scherm. Let erop dat de contact-temperatuurmeting enkel is toegelaten voor staande objecten die niet onder stroom staan. U dient er verder op te letten dat contacttemperaturen enkel zijn toegelaten tot de toegelaten temperatuur van de voeler. De toegelaten temperatuur van de meegeleverde draadvoeler bedraagt -50 tot +250 ºC. Instelmenu In het instelmenu kunnen de verschillende functies van het apparaat worden geselecteerd, ingeschakeld resp. ingesteld. De volgende grafiek toont de schematische opbouw van het instelmenu. Door indrukken van de toets “MODE” kunt u door het menu navigeren, met de toetsen “▲” en “▼” kunnen instellingen worden doorgevoerd. 58 Max-, Min-, verschil- en gemiddelde meetfunctie (MAX / MIN / DIF / AVG) 1.  Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets. 2.  Druk op de toets “MODE” tot een van de symbolen MAX/MIN/DIF/AVG/LOG in het display knippert:. -- MAX (Toestel geeft tijdens de meting de grootste meetwaarde aan de bovenkant van het scherm) -- MIN (Toestel geeft tijdens de meting de kleinste meetwaarde aan de bovenkant van het scherm) -- DIF (Toestel geeft tijdens de meting het verschil tussen de hoogste en laagste temperatuur aan de bovenkant van het scherm) -- AVG (Toestel geegt de gemiddelde waarde van de laatste infrarood-temperatuurmeting weer.) AVG = Gemiddeld) -- LOG (opslagfunctie) 3.  Kies met de toetsen “▲” of “▼” de gewenste functie. 4.  Bevestig de invoer met de meettoets of druk op de toets “MODE“ om bij de volgende instelmogelijkheid te komen. Staafdiagram-indicator De staafdiagram-indicator bevindt zich aan de bovenkant van het uitleesvenster en heeft als doel om de actuele meetwaarde ten opzichte van de MIN/MAX-waarden grafisch weer te geven. De linkerkant komt overeen met de MIN-waarde van de actuele meting, de rechterkant geeft de MAX-waarde aan. Voorbeeld: De MIN-waarde bedraagt 0 ºC en de MAX-waarde is +100 ºC. De actuele meetwaarde bedraagt +50 ºC. In dit geval slaat de staafdiagram-indicator uit tot aan het midden van het bereik. Opslagfunctie LOG De toestel is uitgerust met een opslagmogelijkheid van tot 100 meetwaarden. 1.  Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets. 2.  Druk op de toets “MODE” tot een van de symbolen MIN / MAX / DIF / AVG / LOG in het display knippert. 3.  Druk op de toetsen “▲” of “▼” tot het symbool LOG in het display knippert. 4.  Bevestig de invoer met de meettoets. 5.  Kies met de toetsen “▲” of “▼” een geheugenplaats (001 – 100) waar u een infraroodtemperatuurwaarde wilt opslaan en druk eenmaal de toets “▼” in, zodat de vorige geheugenplaats wordt weergegeven. 6.  Voer een infrarood-temperatuurmeting door. Na de meting wordt een temperatuurwaarde zichtbaar op het display. Om deze op de eerder geselecteerde geheugenplaats op te slaan, drukt u op de toets voor de achtergrondverlichting en de laser. De temperatuurwaarde wordt nu op de geselecteerde geheugenplaats opgeslagen. 59 Voorbeeld: Als u een waarde wilt opslaan op geheugenplaats 005, kiest u geheugenplaats 004. Voer de meting uit en druk op de toets voor achtergrondbelichting en laser. De waarde wordt opgeslagen op geheugenpositie 005. 7.  Ga te werk zoals hierboven beschreven, aan andere waarden op te slaan. 8.  Voor het oproepen van de opgeslagen temperatuurwaarden selecteert u met de toetsen “▲” of “▼” de geheugenplaats die u wilt selecteren. De opgeslagen temperatuurwaarde wordt aan de onderkant van het scherm weergegeven. Als alle geheugenplaatsen bezet zijn, kunnen de niet meer benodigde geheugenplaatsen gewoon worden overschreven. Ga als volgt te werk om alle opgeslagen waarden tegelijkertijd te wissen: 1.  Houd in de LOG-modus de meettoets ingedrukt en kies met toets “▼” geheugenpositie „000“. 2.  Druk vervolgens de toets voor achtergrondverlichting en laser in. Een signaal klinkt en de weergave springt naar geheugenpositie “001”. Alle geheugenposities zijn nu weer vrij. Instellen van de emissiefactor (EMS) Het meetapparaat is uitgerust met een instelling van de emissiefactor. Op die manier kunnen bij verschillende materialen en oppervlakken nauwkeurige meetwaarden bereikt worden (zie ook het punt Werkingswijze). 1.  Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets. 2.  Druk op de toets “MODE” tot het symbool voor emissiefactor in het display knippert. 3.  Met de toetsen “▲” en “▼” kan de emissiegraad van 0,10 tot 1,00 worden aangepast aan het betrokken meetobject. 4.  Bevestig de invoer met de meettoets of druk op de toets “MODE” om bij de volgende instelmogelijkheid te komen. 5.  Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen. U kunt ook tijdens het meten (terwijl de meettoets ingedrukt blijft) de emissiewaarde instellen door op de toetsen “▲” of “▼” te drukken. Aansluitend op de technische gegevens vindt u een tabel met typische materialen en hun emissiegraad. Veel organische materialen bezitten een emissiegraad van 0,95. Daarom is de fabrieksinstelling van de emissiegraad afgeregeld op 0,95. Het bekomen van de emissiegraad van een oppervlake kan ook met de contacttemperatuurmeetfunctie van het toestel worden gevoerd. Meet de temperatuur van de oppervlakte met de contacttemperatuurmeetfunctie. Verander de emissiegraad van de infrarood-thermometer zolang tot de meetwaarde met de waarde van de contacttemperatuurmeetfunctie overeenstemt. Om met de contacttemperatuurmeetfunctie een zo precies mogelijke meetwaarde te bereiken, is een bijzondere K-type-oppervlaktevoeler aanbevolen (optioneel verkrijgbaar). Dat is echter enkel voor uiterst precieze metingen nodig. 60 Continu meetwerking (LOCK) Het meetapparaat is uitgerust met een continu meetfunctie voor metingen gedurende langere tijd. 1.  Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets. 2.  Druk op de toets “MODE” tot het symbool voor emissiefactor in het display knippert. 3.  Met de toetsen “▲” en “▼” kan de continu meetfunctie worden ingeschakeld (display aanduiding “ON”). 4.  Van zodra u de meettoets indrukt, wordt de continu meetfunctie ingeschakeld. Het meetapparaat meet nu continu tot de meettoets opnieuw wordt ingedrukt. Gebruik eventueel een statief bij continumetingen. Onderop de handgreep bevindt zich de aansluiting voor het statief. De poten van het statief kunnen worden uitgetrokken. Alarmfuncties Het meetapparaat is voorzien van een alarmfunctie bij over- of onderschrijden van instelbare temperatuurwaarden. Het alarm gaat af via een bieptoon. Door deze functie kan het meetapparaat heel goed worden ingezet voor temperatuurcontroles, enz. Het toestel beschikt over twee instelbare temperatuurwaarden (bovenste en onderste alarmwaarde). Het alarm gaat af wanneer de onderste of bovenste alarmwaarde wordt overschreden. De alarmwaarden kunnen onafhankelijk van elkaar worden ingesteld en geactiveerd. Voor het instellen en activeren van de bovenste alarmwaarde (H = bovenste alarmwaarde) gaat u als volgt tewerk: 1.  Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets. 2.  Om de bovenste alarmwaarde te activeren, drukt u op de toets “MODE” tot het symbool voor de bovenste alarmwaarde op het display knippert en “AAN” of “UIT” wordt weergegeven (menupunt “HAL AAN/UIT” = Bovenste alarmwaarde AAN/UIT). 3.  Met de toetsen “▲” en “▼” kan de bovenste alarmwaarde worden ingeschakeld (“AAN”) of worden uitgeschakeld (“UIT”). 4.  Druk de toets “MODE” tot het symbool voor de bovenste alarmwaarde op het display knippert en een temperatuurwaarde wordt weergegeven (menupunt HAL ADJUST = bovenste alarmwaarde instellen). 5.  Met de toetsen “▲” en “▼” kan de bovenste alarmwaarde ingesteld worden, bij de overschrijding of de onderschrijding waarvan het alarm af moet gaan. 6.  Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen. Voor het instellen en activeren van de onderste alarmwaarde (L = onderste alarmwaarde) gaat u als volgt tewerk: 1.  Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets. 2.  Om de onderste alarmwaarde te activeren, drukt u op de toets “MODE” tot het symbool voor de onderste alarmwaarde op het display knippert en “AAN” of “UIT” wordt weergegeven (menupunt “LAL AAN/UIT” = Onderste alarmwaarde AAN/UIT) 3.  Met de toetsen “▲” en “▼” kan de onderste alarmwaarde worden ingeschakeld (“AAN”) of worden uitgeschakeld (“UIT”). 61 4.  Druk de toets “MODE” tot het symbool voor de onderste alarmwaarde op het display knippert en een temperatuurwaarde wordt weergegeven (menupunt LAL ADJUST = onderste alarmwaarde instellen). 5.  Met de toetsen “▲” en “▼” kan de onderste alarmwaarde ingesteld worden, bij de onderschrijding of de onderschrijding waarvan het alarm af moet gaan. 6.  Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen. °C/°F-omschakeling 1.  Schakel het meetapparaat in door te drukken op de meettoets. 2.  Druk op de toets “MODE” tot de meeteenheid in het display knippert. 3.  Met de toetsen “▲” en “▼” kan de gewenste meeteenheid worden geselecteerd. 4.  Bevestig de invoer met de meettoets of druk op de toets „MODE“ om bij de volgende instelmogelijkheid te komen. 5.  Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ingestelde waarde opgeslagen. U kunt ook terwijl de functie HOLD actief is (de meettoets is niet ingedrukt) de meeteenheid instellen door op de toetsen “▲” of “▼” te drukken. 10. Onderhoud en reiniging Reinigen van de lens Verwijder losse deeltjes met zuivere perslucht en wis daarna de resterende afzettingen weg met een fijne lensborstel. Reinig het oppervlak met een lensreinigingsdoekje of een zuivere, zachte en pluisvrije doek. Voor het reinigen van vingerafdrukken en andere vetafzettingen kan het doekje bevochtigd worden met water of een lensreinigingsvloeistof. Gebruik geen zuur-, alcohol- of andere oplosmiddelen en geen ruw, pluizend doek om de lens te reinigen. Vermijd overmatig drukken bij het reinigen. Reinigen van de behuizing Gebruik voor het reinigen van de behuizing water en zeep of een zacht reinigingsmiddel. Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen! 11. verwijdering Product Elektronische producten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gedeponeerd. Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor afvalverwerking inleveren. Verwijder de geplaatste batterijen/accu’s en gooi deze afzonderlijk van het product weg. 62 Batterijen / Accus Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen/accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven worden. Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand symbool. Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood (de aanduiding staat op de batterijen/accu’s, bijv. onder de links afgebeelde vuilnisbaksymbool). U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze filialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht, afgeven. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan de bescherming van het milieu. 12. Technische gegevens Bedrijfsspanning: Aanspreektijd: Spectrum: Emissiegraad: Resolutie: IR-meetvlekgrootte: Laser: 9 V-blokbatterij 150 ms 8 – 14 µm 0,1 tot 1,00 instelbaar 0,1 ºC (<1000 ºC), 1 ºC (>1000 ºC) 50:1 Vermogen < 1 mW laserklasse 2 Golflengte 630 - 670 nm 0 tot +50 ºC 10 – 90 % -10 tot +60 ºC < 80 % 320 g 52 x 240 x 155 mm Bedrijfstemperatuur: Bedrijfsluchtvochtigheid: Opslagtemperatuur: Opslagluchtvochtigheid: Gewicht: Afmetingen: Infrarood-temperatuurmeetbereik Temperatuurmeetbereik -50 tot +20 ºC +20 tot +500 ºC +500 tot +1000 ºC +1000 tot +2200 ºC Nauwkeurigheid ±4 ºC ±1,5 % ±1,5 ºC ±2 % ±3 % Reproduceerbaarheid ±1,5 ºC ±0,5 % of ±0,5 ºC ±1 % Contacttemperatuurmeting type K Temperatuurmeetbereik -50 tot 0 ºC 0 tot +1370 ºC Nauwkeurigheid ±3 ºC ±1 % ±2 ºC Reproduceerbaarheid ±1,5 ºC ±1,5 ºC 63 Oppervlakte emissiegraad Gemeten Oppervlak Emissie Gemeten Oppervlak Emissie Aarde 0,92 tot 0,96 Menselijke huid 0,98 Asfalt 0,90 tot 0,98 Mortel 0,89 tot 0,91 Beton 0,94 Papier 0,70 tot 0,94 Cement 0,96 Plastic 0,85 tot 0,95 Chroom oxiden 0.81 Pleister 0,80 tot 0,90 Doek (zwart) 0,98 Rubber (zwart) 0,94 Glas 0,90 tot 0,95 Schuim 0,75 tot 0,80 Graniet 0,94 Steen 0,93 tot 0,96 IJs 0,96 tot 0,98 Textiel 0,90 IJzer oxide 0,78 tot 0,82 Water 0,92 tot 0,96 Keramiek 0,90 tot 0,94 Vernis 0,80 tot 0,95 Kool (poeder) 0,96 Vernis (mat) 0,97 Koper Oxide 0,78 Zand 0,90 De emissiewaarden in de bovenstaande tabel zijn benaderingen. Diverse parameters, zoals de geometrie en de kwaliteit van het oppervlak, kunnen de emissie van een object beïnvloeden. 64 Impressum Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten. © Copyright 2011 by Voltcraft®. Impressum These operating instructions are a publication by Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved. © Copyright 2011 by Voltcraft®. Information légales Ce mode d’emploi est une publication de la société Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu’elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l’éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Ce mode d’emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de l’équipement. © Copyright 2011 par Voltcraft®. Colofon Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2011 by Voltcraft®. V3_0811_02-SB
1 / 1

VOLTCRAFT IR-2200-50D Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual

in andere talen