Beurer BM49 VOICE de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Beurer BM49 VOICE de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
33
Geachte klant,
we zijn blij dat u hebt gekozen voor een product uit ons assortiment. Onze naam staat voor hoogwaardige
en grondig gecontroleerde kwaliteitsproducten die te maken hebben met warmte, gewicht, bloeddruk,
lichaams temperatuur, hartslag, zachte therapie, massage en lucht.
Neem deze gebruikshandleiding aandachtig door, bewaar deze voor later gebruik, houd deze toegankelijk
voor andere gebruikers en neem alle aanwijzingen in acht.
Met vriendelijke groet,
Uw Beurer-team
1. Kennismaking
Controleer of de buitenkant van de verpakking van de Beurer BM49 bloeddrukmeter intact is en of alle
onderdelen aanwezig zijn. Alvorens het apparaat te gebruiken, moet worden gecontroleerd of het apparaat
en de toebehoren zichtbaar beschadigd zijn en moet al het verpakkingsmateriaal worden verwijderd. Wij
adviseren u om het apparaat bij twijfel niet te gebruiken en contact op te nemen met de verkoper of met
de betreffende klantenservice.
De bovenarmbloeddrukmeter dient voor het non-invasief meten en controleren van de arteriële bloeddruk-
waarden van volwassenen.
U kunt daardoor snel en eenvoudig uw bloeddruk meten, de meetwaarden opslaan en het verloop en het
gemiddelde van de meetwaarde laten weergeven. Bij eventueel aanwezige hartritmestoornissen wordt u
gewaarschuwd.
De gemiddelde waarden worden conform WHO-richtlijnen geclassificeerd en grafisch beoordeeld.
Berg deze gebruiksaanwijzing op voor later gebruik en zorg dat andere gebruikers deze handleiding ook
kunnen lezen.
2. Belangrijke aanwijzingen
Verklaring van symbolen
In de gebruiksaanwijzing, op de verpakking en op het typeplaatje van het apparaat en de accessoires wor-
den de volgende symbolen gebruikt:
Voorzichtig Fabrikant
Aanwijzing
Verwijzing naar belangrijke informatie
Storage
RH ≤85%
-20°C
50°C
Toegestane temperatuur en lucht-
vochtigheid bij opslag
Neem de gebruiksaanwijzing in acht
Operating
RH ≤85%
+10°C
+40°C
Toegestane temperatuur en lucht-
vochtigheid bij gebruik
Toepassingsdeel type BF Niet blootstellen aan vocht
Gelijkstroom
SN
Serienummer
Verwijder het apparaat conform EU-
richtlijn betreffende de verwijde-
ring van elektrische en elektronische
apparatuur WEEE (Waste Electrical
and Electronic Equipment)
Met de CE-markering wordt aange-
toond dat het apparaat voldoet aan
de fundamentele eisen van de richt-
lijn 93/42/EEG voor medische hulp-
middelen.
NEDERLANDS
34
Gebruiksaanwijzingen
Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip, zodat de gemeten waarden vergelijkbaar zijn.
Rust voor iedere meting ongeveer 5 minuten uit!
Als u meerdere metingen bij dezelfde persoon wilt uitvoeren, moet tussen de afzonderlijke metingen tel-
kens 5 minuten rust worden gehouden.
Ten minste 30 minuten voor de meting mag u niet eten, drinken of roken, en geen lichamelijke inspannin-
gen verrichten.
Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten waarden.
De waarden die u hebt gemeten, dienen slechts als indicatie – ze vormen geen vervanging van een
medisch onderzoek! Bespreek uw meetwaarden met uw arts. Neem in geen geval op eigen grond medi-
sche beslissingen op basis van deze waarden (bijv. met betrekking tot medicijnen en hun doseringen)!
Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby’s en vrouwen met pre-eclampsie. Alvorens de bloeddrukmeter
tijdens de zwangerschap te gebruiken, adviseren wij u uw arts te raadplegen.
Aandoeningen aan het hart en de bloedvaten kunnen leiden tot foutieve metingen of de meetnauwkeu-
righeid beïnvloeden. Dit is ook het geval bij een zeer lage bloeddruk, diabetes, doorbloedings- en hartrit-
mestoornissen en bij koude rillingen of trillingen.
De bloeddrukmeter mag niet in combinatie met een een chirurgisch apparaat met hoge frequenties wor-
den gebruikt.
Gebruik het toestel alleen bij personen met een bovenarmomvang die geschikt is voor het apparaat.
Let op dat de functie van het betreffende ledemaat tijdens het oppompen kan worden beïnvloed.
De bloedsomloop mag door de bloeddrukmeting niet onnodig lang worden afgebonden. Haal bij storin-
gen van het apparaat de manchet van de arm.
Zorg ervoor dat de manchetslang niet wordt bekneld, samengedrukt of geknikt.
Voorkom een aanhoudende druk in de manchet en veelvuldige metingen. De belemmering van de
bloeddoorstroming die daardoor ontstaat, kan leiden tot verwondingen.
Let op dat de manchet niet om een arm wordt geplaatst waarvan de slagaderen of aderen een medische
behandeling ondergaan, zoals intravasculaire toegang, intravasculaire therapie of een arterioveneuze shunt.
Plaats de manchet niet bij personen die een borstamputatie hebben ondergaan.
Plaats de manchet niet over wonden, omdat dit kan leiden tot meer verwondingen.
U kunt de bloeddrukmeter gebruiken met batterijen of met een netadapter. Houd er rekening mee dat u
alleen gegevens kunt overdragen en opslaan als uw bloeddrukmeter wordt voorzien van stroom. Zodra
de batterijen leeg zijn of de netadapter wordt losgekoppeld van het elektriciteitsnet, verliest de bloed-
drukmeter datum en tijd.
Om de batterijen te sparen wordt net bloeddrukmeter automatisch uitgeschakeld als er één minuut lang
geen toets wordt ingedrukt.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor het in deze gebruiksaanwijzing beschreven gebruik. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door onjuist of verkeerd gebruik.
Aanwijzingen voor het opbergen en de verzorging
De bloeddrukmeter bestaat uit elektronische onderdelen en precisieonderdelen. De nauwkeurigheid van
de meetwaarden en de levensduur van het apparaat zijn afhankelijk van de zorgvuldige omgang hiermee:
Bescherm het apparaat tegen schokken, vocht, vuil, sterke temperatuurschommelingen en direct zon-
licht.
Laat het apparaat niet vallen.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van sterke elektromagnetische velden en houd het uit de buurt
van radiografische apparaten en mobiele telefoons.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde of originele vervangende manchetten. Anders krijgt u foutieve
meetwaarden.
Druk niet op de toetsen, zolang de manchet niet is aangebracht.
Indien het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, raden wij aan de batterijen te verwijderen.
35
Aanwijzingen m.b.t. batterijen
Batterijen levensgevaarlijk zijn als ze worden ingeslikt. Berg daarom batterijen en producten buiten het
bereik van kleine kinderen op. Mocht een batterij zijn ingeslikt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken.
Batterijen mogen niet worden opgeladen of anderszins worden gereactiveerd, niet uit elkaar worden
gehaald, in het vuur geworpen of worden kortgesloten.
Haal de batterijen uit het apparaat, wanneer deze leeg zijn of wanneer u het apparaat langere tijd niet
zult gebruiken. Zo voorkomt u schade door lekkende batterijen. Vervang altijd alle batterijen tegelijk.
Gebruik niet verschillende soorten of merken of batterijen met verschillende capaciteit door elkaar.
Gebruik uit voorzorg alkalinebatterijen.
Aanwijzingen voor reparatie en afvalverwijdering
Batterijen horen niet thuis in het huisvuil. Deponeer de lege batterijen in daarvoor voorziene inzamel-
plaatsen.
Maak het apparaat niet open. Doet u dit toch, dan vervalt de garantie.
Het apparaat mag niet zelf worden gerepareerd of afgesteld. Een storingsvrije werking is in dat geval niet
meer gewaarborgd.
Reparaties mogen alleen door de klantenservice of een geautoriseerd verkooppunt worden uitgevoerd.
Controleer echter voordat u een klacht indient de batterijen en vervang deze zo nodig.
Verwijder het apparaat conform EU-Richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment). Als u vragen hebt, neemt u con-
tact op met de verantwoordelijke voor afvalverwijdering in uw gemeente.
3. Apparaatbeschrijving
2
1
3
10
9
8
7
6
4
5
Weergaves op het display:
1. Manchet
2. Manchetslang
3. Manchetstekker
4. Display
5. Aansluiting voor de netvoeding
6. Geheugentoets
7. Toets START/STOP
8. Functietoetsen
9. WHO-schaalverdeling
10. Aansluiting voor stekker van manchet
1. Oppompen
, lucht weg laten lopen
2. Systolische druk
3. Geheugenweergave: Gemiddelde
waarde ( ), ’s ochtends ( ),
s avonds ( )
4. Diastolische druk
5. Gebruikergeheugen
6. Gemeten pulswaarde
7. Symbool hartritmestoornis
8. Tijdstip en datum
9. WHO-niveau
10. Geheugenplaatsnummer
11. Symbool batterij vervangen
11
10
9
78
2
3
1
4
5
6
36
4. Meting voorbereiden
Plaats de batterij
Open het deksel van het batterijvak.
Plaats vier batterijen van het type 1,5 V AA (Alkaline Type LR6). Let goed
op dat de batterijen zoals aangeduid met correcte polariteit geplaatst
worden. Gebruik geen oplaadbare batterijen. De melding “Het apparaat is
klaar voor gebruik. U kunt de meting starten. klinkt.
Sluit het deksel van het batterijvak weer zorgvuldig.
Voorzien van batterijen geeft het apparaat continu de tijd en datum weer.
Wanneer de batterijwisselweergave
en op het display verschijnen, is het niet meer
mogelijk een meting te starten. Het apparaat geeft de melding: “Batterij zwak”. Vervang alle
batterijen. Wanneer de batterijen uit het apparaat worden verwijderd, moeten datum, tijd en
taal opnieuw worden ingesteld.
Lege batterijen horen niet thuis in het restafval. Deponeer ze bij uw elektrohandelaar of de
milieudienst in uw woonplaats. U bent hiertoe wettelijk verplicht.
Aanwijzing: Deze tekens kunt u aantreffen op batterijen met schadelijke stoffen: Pb: batterij
bevat lood, Cd: batterij bevat cadmium, Hg: batterij bevat kwik.
Datum, tijd en taal instellen
In dit menu kunt u achtereenvolgens de volgende functies instellen:
Datum
tijd taal geluidsvolume
De datum en de tijd moeten absoluut ingesteld worden. Alleen zo kunt u uw gemeten waarden correct met
datum en tijdstip opslaan en later laden.
De tijd wordt weergegeven in de 24-uurs-indeling.
Bovendien beschikt het apparaat over 3 talen. Als u het apparaat geleverd krijgt, staat het ingesteld op
Nederlands.
Wanneer u de functietoetsen ingedrukt houdt, kunt u de waarden sneller instellen.
Gesproken uitvoer
Datum/tijd
Plaats de batterijen in het apparaat of houd de geheugentoets
5 seconden ingedrukt.
In het display knippert het jaartal.
Het apparaat is klaar voor ge-
bruik. U kunt de meting starten.
Stel met de functietoetsen het jaar in en bevestig de invoer
met de geheugentoets .
Stel maand, dag, uur en minuten in en bevestig iedere keer met de
geheugentoets .
Taal
Op het display knippert de weergave van de taal .
Met de functietoetsen kunt u de volgende talen selecteren:
= Duits
= Frans
= Italiaans
= Nederlands
= Taal uit
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Bevestig uw keuze met de geheugentoets .
= Taal uit betekent dat er geen taalversie is gekozen en dat
daardoor de geluidsweergave is uitgeschakeld.
4 x AA (LR6) 1,5 V
37
Gesproken uitvoer
Geluidsvolume
Op het display knippert de weergave van het geluidsvolume Vo1.
Met de functietoetsen kunt u het geluidsvolume voor de gese-
lecteerde taal instellen:
Vo3 = hard
Vo2 = gemiddeld
Vo1 = zacht
Bevestig uw keuze met de geheugentoets .
Gebruik met netvoeding
U kunt dit apparaat ook met netvoeding gebruiken.
In dat geval mogen er geen batterijen in het batterijvakje zitten. De netvoeding is verkrijgbaar in de vak-
handel of via het serviceadres en heeft bestelnummer 071.60.
De bloeddrukmeter mag alleen worden gebruikt met de hier beschreven netvoeding om mogelijke
schade aan de bloeddrukmeter te voorkomen.
Plaats de aansluiting van de netadapter in de daarvoor bestemde stekkeringang aan de rechterkant van
de bloeddrukmeter. De netadapter mag alleen op de netspanning worden aangesloten die op het type-
plaatje is aangegeven.
Plaats vervolgens het stekkergedeelte van de netvoeding in het stopcontact.
Haal na gebruik van de bloeddrukmeter eerst de stekker uit het stopcontact en ontkoppel vervolgens de
adapter van de bloeddrukmeter. Zodra u de netadapter uit de contactdoos trekt, verliest de bloeddruk-
meter datum en tijd. De opgeslagen meetwaarden blijven echter bewaard.
5. Bloeddruk meten
Laat het apparaat op kamertemperatuur komen voor u aan de meting begint.
Manchet aanbrengen
Breng de manchet
op de ontblote linker
bovenarm aan. De
doorbloeding van de
arm mag niet worden
belemmerd, bijvoor-
beeld door te nauwe
kledingstukken.
De manchet moet zo op
de bovenarm worden
geplaatst dat de onder-
ste rand 2 3 cm boven
de elleboog en boven
de slagader ligt. De
slang wijst naar het mid-
den van de handpalm.
Breng nu het vrije uit-
einde van de manchet
nauw, maar niet strak,
om de arm aan en
sluit deze met de klit-
tenband. De manchet
moet zo strak worden
aangebracht dat nog
twee vingers onder de
manchet passen.
Steek nu de manchets-
lang in de aansluiting
voor de manchets-
tekker.
Attentie: Het apparaat mag alleen met de originele manchet gebruikt worden. De manchet is geschikt
voor een armomvang van 22 tot 36 cm.
Een grotere manchet voor een armomvang van 35 tot 44 cm is verkrijgbaar in de vakhandel of via het ser-
viceadres en heeft bestelnummer 163.387.
38
Neem de juiste lichaamshouding aan
Rust voor elke meting ongeveer 5 minuten
uit! Anders kunnen onnauwkeurigheden ont-
staan.
U kunt de meting zowel zittend als staand
uitvoeren. Let er in elk geval op dat de man-
chet zich op harthoogte bevindt.
Zorg ervoor dat u tijdens de bloeddrukmeting comfortabel zit. Ondersteun uw rug en armen. Ga niet met
gekruiste benen zitten. Plaats uw voeten plat op de vloer.
Om een foutieve meting te voorkomen, is het belangrijk dat u tijdens de meting rustig blijft en niet
spreekt.
Geheugen selecteren
Taalversie bij ingeschakelde
gesproken uitvoer
Gebruikersgeheugens
Schakel het apparaat in met de toets START/STOP .
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, worden tijd en datum
continu weergegeven.
Het apparaat is klaar voor ge-
bruik. U kunt de meting starten.
Selecteer het gewenste gebruikersgeheugen met behulp van de
functietoetsen .
Gebruikergeheugen 1
Gebruikergeheugen 2
Er zijn 2 geheugens met elk 60 geheugenplaatsen beschikbaar om
de meetgegevens van 2 verschillende personen gescheiden van
elkaar op te slaan.
Uitvoeren van een bloeddrukmeting
Taalversie bij ingeschakelde
gesproken uitvoer
Meting
Breng zoals eerder beschreven de manchet aan en neem de
houding aan waarin u de meting wilt uitvoeren.
Schakel het apparaat in met de toets START/STOP .
Bij de controle van het display lichten alle displaysegmenten op.
Start het apparaat met de toets START/STOP . De te gebruiken
geheugenplaats wordt weergegeven.
Het apparaat is klaar voor ge-
bruik. U kunt de meting starten.
De manchet wordt tot 190 mmHg opgepompt. De luchtdruk in
de manchet wordt langzaam verlaagd. Bij een al waargenomen
tendens in de richting van een hoge bloeddruk wordt nog een keer
bijgepompt om de manchetdruk te verhogen. Zodra er een pols-
slag herkend wordt, begint het symbool te knipperen.
U kunt de meting te allen tijde door middel van de toets START/
STOP annuleren.
39
Taalversie bij ingeschakelde
gesproken uitvoer
Meting
De meetresultaten systolische druk, diastolische druk en polsslag
worden weergegeven.
Bovendruk ... mmHg
Onderdruk ... mmHg
Hartfrequentie ... Slagen per
minuut
Volgens de richtlijnen van de
WHO is Uw bloeddruk
– optimaal
– normaal
– hoog normaal
– licht verhoogd
– te hoog
– veel te hoog
Tijdens de gesproken mededeling kunt u het geluidsvolume met
de functietoetsen aanpassen.
verschijnt wanneer de meting niet juist kon worden uitgevoerd.
Lees het hoofdstuk “Foutmeldingen/storingen verhelpen” in deze
gebruikshandleiding en herhaal de meting.
Het meetresultaat wordt automatisch opgeslagen.
Het apparaat schakelt zichzelf na 1 minuut automatisch uit.
Wacht minstens 5 minuten voor een nieuwe meting!
6. Resultaten beoordelen
Hartritmestoornissen:
Dit apparaat kan tijdens het meten eventuele storingen van het hartritme identificeren. Indien dit voorkomt,
wordt dit na de meting met het symbool
weergegeven. Wanneer de gesproken uitvoer is ingescha-
keld, geeft het apparaat de melding: “Een mogelijke hartritmestoring werd herkend.. Dit kan een indicator
voor een aritmie zijn. Aritmie is een aandoening waarbij het hartritme abnormaal is vanwege storingen in
het bio-elektrische systeem dat de hartslag stuurt. De symptomen (overslaand hart of voortijdige hartsla-
gen, langzame of te snelle hartslag) kunnen ondermeer het gevolg zijn van hartaandoeningen, ouderdom,
lichamelijke aanleg, overmatig gebruik van genotmiddelen, stress of slaapgebrek. Aritmie kan uitsluitend
worden vastgesteld via medisch onderzoek. Herhaal de meting, indien het symbool na de meting op
de display wordt weergegeven. Let er op dat u 5 minuten rust moet nemen en dat u tijdens de meting niet
praat of beweegt. Indien het symbool vaak wordt weergegeven, raadpleeg dan uw arts. Zelfdiagnose
en behandeling op basis van de meetgegevens kan gevaarlijk zijn. Volg de aanwijzingen van uw arts op.
WHO-classificatie:
Aan de hand van richtlijnen/definities van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) worden de meetresul-
taten geclassificeerd en beoordeeld volgens de volgende tabel:
Bereik van de bloeddrukwaarden Systolisch
(in mmHg)
Diastolisch
(in mmHg)
Maatregel
Niveau 3: zeer hoge bloeddruk ≥ 180 ≥ 110 raadpleeg een arts
Niveau 2: hoge bloeddruk 160 179 100 109 raadpleeg een arts
Niveau 1: licht verhoogde bloeddruk 140 159 90 99 regelmatige controle door een arts
Hoog-normaal 130 139 85 89 regelmatige controle door een arts
40
Bereik van de bloeddrukwaarden Systolisch
(in mmHg)
Diastolisch
(in mmHg)
Maatregel
Normaal 120 129 80 84 zelfcontrole
Optimaal < 120 < 80 zelfcontrole
Bron: WHO, 1999
Het staafdiagram in het display en de schaalverdeling op het apparaat geven aan binnen welk bereik de
vastgestelde bloeddruk zich bevindt.
Als de systolische en diastolische waarde zich in twee verschillende WHO-gebieden bevinden (bijvoor-
beeld systolisch in het gebied hoog-normaal en diastolisch in het gebied normaal), geeft de grafische
WHO-indeling op het apparaat het hoogste gebied weer, in het voorbeeld is dat hoog-normaal.
7. Meetwaarden opslaan, oproepen en wissen
U kunt tijdens de gesproken mededeling het geluidsvolume met de functietoetsen veranderen.
Taalversie bij ingeschakelde
gesproken uitvoer
Gebruikersgeheugens
De resultaten van iedere succesvolle meting worden samen met de
datum en de tijd opgeslagen. Bij meer dan 60 meetgegevens gaan
iedere keer de oudste meetgegevens verloren.
Schakel het apparaat in met de toets START/STOP .
Het apparaat is klaar voor ge-
bruik. U kunt de meting starten.
Selecteer het gewenste gebruikersgeheugen ( ) met behulp
van de functietoetsen
.
Gebruikergeheugen 1
Gebruikergeheugen 2
Gemiddelde waarden
Druk op de geheugentoets . Eerst wordt de gemiddelde waarde
van alle in dit gebruikersgeheugen opgeslagen meetwaarden
weergegeven .
Druk nogmaals op de geheugentoets om de gemiddelde waarde
van de laatste 7 dagen van de ochtendmeting weer te geven (och-
tend: 5:00 uur – 9:00 uur, weergave ) .
Druk nogmaals op de geheugentoets om de gemiddelde
waarde van de laatste 7 dagen van de avondmeting weer te geven
(avond: 18:00:00 – 20:00:00 uur, weergave ) .
Gemiddelde waarde:
Bovendruk ... mmHg
Onderdruk ... mmHg
Hartfrequentie ... slagen per
minuut
Volgens de richtlijnen van de
WHO is Uw bloeddruk ...
Individuele meetwaarden
Druk nogmaals op de geheugentoets om de laatste individuele
meetwaarden met datum en tijdstip weer te geven.
Geheugenplaats ...
Bovendruk ... mmHg
Onderdruk ... mmHg
Hartfrequentie ... slagen per
minuut
Volgens de richtlijnen van de
WHO is Uw bloeddruk ...
Meetwaarden wissen
Om het betreffende gebruikersgeheugen te wissen, moet u het
apparaat eerst inschakelen. Selecteer het gewenste gebruikers-
geheugen. Houd de functietoetsen en gelijktijdig 5 seconden
ingedrukt.
Alle waarden in het geheugen
gewist.
Het apparaat wordt daarna meteen in de stand-bymodus (tijdmo-
dus) geschakeld.
41
8. Foutmeldingen / Storingen verhelpen
Bij storingen wordt op het display de foutmelding _ weergegeven.
F
outmeldingen kunnen optreden indien
1. de polsslag niet geregistreerd kon worden
(
),
2. u tijdens de meting beweegt of spreekt ( ) ,
3. de manchet te strak c.q. te los is aangebracht ( ) ,
4. er storingen optreden tijdens de meting ( ) ,
5. de oppompdruk hoger dan 300 mmHg is ( ) ,
6. de batterijen bijna leeg zijn ( ) .
Herhaal in zulke gevallen de meting. Let erop dat u niet beweegt of praat.
Plaats de batterijen opnieuw of vervang ze.
9. Apparaat reinigen en opbergen
Reinig uw bloeddrukmeter voorzichtig met alleen een licht bevochtigde doek.
Gebruik geen reinigings- of oplosmiddel.
Dompel het apparaat nooit onder in water omdat anders water kan binnendringen en het apparaat be-
schadigd raakt.
Indien u het apparaat opbergt, mogen er geen zware voorwerpen op het apparaat drukken. Verwijder de
batterijen. De manchetslang mag niet worden geknikt.
10. Technische gegevens
Modelnr. BM 49
Meetmethode Oscillometrische non-invasieve bloeddrukmeting op de bovenarm.
Meetbereik Manchetdruk 0 300 mmHg, systolisch 50 250 mmHg,
diastolisch 30 200 mmHg, hartslag
30 –180
slagen/minuut
Nauwkeurigheid van de weer-
gave
systolisch ± 3 mmHg, diastolisch ± 3 mmHg,
hartslag ± 5 % van de weergegeven waarde
Meetafwijking max. toelaatbare standaardafwijking conform klinische controle:
systolisch 8 mmHg / diastolisch 8 mmHg
Geheugen 2 x 60 geheugenplaatsen
Afmetingen l 145 mm x b 96 mm x h 60 mm
Gewicht Ongeveer 264 g (zonder batterijen)
Manchetgrootte 22 tot 36 cm
Toegelaten gebruiksvoorwaarden
+10 °C tot +40 °C, ≤ 85 % relatieve luchtvochtigheid (niet condenserend)
Toegelaten voorwaarden voor
bewaring
-20 °C tot +50 °C, ≤ 85 % relatieve luchtvochtigheid
800 –1050 hPa omgevingsdruk
Voeding 4 x 1,5 V AA-batterijen (alkaline, type LR6)
Levensduur batterij Voor ongeveer 250 metingen, afhankelijk van de hoogte van de bloed-
druk c.q. de oppompdruk
Accessoires Gebruiksaanwijzing, 4 x 1,5 V AA-batterijen, opbergtas
Classificatie Interne voorziening, IPX0, geen AP of APG, ononderbroken werking,
toepassingsdeel type BF
Wijzigingen van de technische gegevens zonder kennisgeving zijn om actualiseringsredenen voorbehouden.
Dit apparaat voldoet aan de Europese norm EN60601-1-2 en is onderworpen aan bijzondere veiligheids-
maatregelen op het gebied van elektromagnetische verdraagzaamheid. Houd er rekening mee dat draagbare
42
en mobiele HF-communicatieapparatuur dit apparaat kan beïnvloeden. U kunt uitgebreide informatie aanvra-
gen bij de klantenservice op het aangegeven adres of deze aan het eind van de gebruiksaanwijzing nalezen.
Het apparaat is in overeenstemming met de EU-richtlijn voor medische hulpmiddelen 93/42/EG, de Duitse
wet inzake medische producten en de normen EN1060-1 (Non-invasieve bloeddrukmeters deel 1: Alge-
mene eisen) en EN1060-3 (Non-invasieve bloeddrukmeters deel 3: Aanvullende eisen voor elektromecha-
nische bloeddrukmeetsystemen) en IEC80601-2-30 (Medische elektrische toestellen deel 2 30: Bijzondere
eisen voor de veiligheid, met inbegrip van essentiële gebruikseigenschappen, van automatische non-inva-
sieve bloeddrukmeters).
De nauwkeurigheid van deze bloeddrukmeter is zorgvuldig gecontroleerd en het apparaat is ontwikkeld
met het oog op een lange gebruiksduur. Wanneer het apparaat wordt gebruikt in de geneeskunde moeten
meettechnische controles met daarvoor geschikte middelen worden uitgevoerd. Uitgebreide informatie
voor het controleren van de nauwkeurigheid kan worden aangevraagd via het serviceadres.
11. Adapter
Modelnr. FW 7575M/EU/6/06
Ingang 100–240 V, 50–60 Hz
Uitgang 6 V DC, 600 mA, uitsluitend in verbinding met Beurer bloeddrukmeetap-
paraten.
Fabrikant Friwo Gerätebau GmbH
Beveiliging Het apparaat is dubbel geïsoleerd en beschikt over een primaire zijde-
lingse temperatuurbe veiliging,die in geval van gebreken de verbinding
tussen het apparaat en de stroom verbreekt.
Verzeker u ervan, dat u de batterijen uit de batterijhouder hebt gehaald,
voordat u de adapter gebruikt.
Polariteit van de gelijkstroom aansluiting
Geïsoleerd / Beschermingsklasse 2
Behuizing en afdekplaat De adapterbehuizing beschermt voor Beschermingshet aanraken van
delen, die onder stroom staan resp. kunnen staan (vingers, naalden,
testhaken).
De Gebruiker mag niet gelijktijdig de patiënt en de uitgangsstekker van
de adapter aanraken.
1/56