Beurer BM85 BLUETOOTH SMART de handleiding

Type
de handleiding
BM 85
O
Bloeddrukmeter
Gebruiksaanwijzing.............................................2 – 18
BEURER GmbH
Söflinger Str. 218
89077 Ulm (Germany)
www.beurer.com
www.beurer-medical.com
2
NEDERLANDS
Geachte klant,
We zijn blij dat u hebt gekozen voor een product uit ons assor-
timent. Onze naam staat voor hoogwaardige en uitgebreid
geteste kwaliteitsproducten op het gebied van warmte,
gewicht, bloeddruk, lichaamstemperatuur, polsslag, zachte
therapie, massage, beauty en lucht. Neem deze gebruiksaan-
wijzing aandachtig door, bewaar deze voor later gebruik, laat
deze ook door andere gebruikers lezen en neem alle aanwij-
zingen in acht.
Met vriendelijke groet,
Uw Beurer-team
1. Inleiding
Controleer of de buitenkant van de verpakking van de Beurer
BM 85 bloeddrukmeter intact is en of alle onderdelen aanwezig
zijn. Alvorens het apparaat te gebruiken, moet worden
gecontroleerd of het apparaat en de toebehoren zichtbaar
beschadigd zijn en moet al het verpakkingsmateriaal worden
verwijderd. Wij adviseren u om het apparaat bij twijfel niet te
gebruiken en contact op te nemen met de verkoper of met de
betreffende klantenservice.
De bovenarmbloeddrukmeter dient voor het non-invasief
meten en controleren van de arteriële bloeddrukwaarden van
volwassenen.
U kunt daardoor snel en eenvoudig uw bloeddruk meten, de
meetwaarden opslaan en het verloop en het gemiddelde van
de meetwaarde laten weergeven.
Bij eventueel aanwezige hartritmestoornissen wordt u
gewaarschuwd.
De gemiddelde waarden worden conform WHO-richtlijnen
geclassificeerd en grafisch beoordeeld.
Bovendien beschikt deze bloeddrukmeter over een hemody-
namische stabiliteitsweergave, die in deze gebruiksaanwijzing
‘rustindicator’ wordt genoemd. Deze geeft aan of er tijdens de
bloeddrukmeting sprake is van voldoende rust in de bloeds-
omloop en of de bloeddrukmeting daarmee nauwkeuriger
overeenkomt met uw rustbloeddruk. Meer informatie hierover
vindt u in hoofdstuk 6.
Berg deze gebruiksaanwijzing op voor later gebruik en zorg dat
andere gebruikers deze handleiding ook kunnen lezen.
2. Belangrijke aanwijzingen
Verklaring van de symbolen
In de gebruiksaanwijzing, op de verpakking en op het type-
plaatje van het apparaat en de accessoires worden de
volgende symbolen gebruikt:
Voorzichtig
Aanwijzing
Verwijzing naar belangrijke informatie
3
Neem de gebruiksaanwijzing in acht
Toepassingsdeel type BF
Gelijkstroom
Verwijder het apparaat conform EU-richtlijn
betreffende de verwijdering van elektrische
en elektronische apparatuur – WEEE (Waste
Electrical and Electronic Equipment).
Fabrikant
Storage
RH ≤90%
-20°C
55°C
Toegestane temperatuur en luchtvochtigheid
bij opslag
Operating
10°C
40°C
RH ≤90%
Toegestane temperatuur en luchtvochtigheid
bij gebruik
Niet blootstellen aan vocht
SN Serienummer
Met de CE-markering wordt aangetoond dat
het apparaat voldoet aan de fundamentele ei-
sen van de richtlijn 93/42/EEG voor medische
hulpmiddelen.
Gebruiksaanwijzingen
Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip, zodat de
gemeten waarden met elkaar vergeleken kunnen worden.
Rust voorafgaand aan iedere meting ca. 5 minuten uit!
Als u meerdere metingen bij dezelfde persoon wilt uitvoeren,
moet tussen de afzonderlijke metingen telkens 5 minuten
rust worden gehouden.
Ten minste 30 minuten voor de meting mag u niet eten, drinken
of roken, en geen lichamelijke inspanningen verrichten.
Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten waarden.
De waarden die u hebt gemeten, dienen slechts als indicatie
– ze vormen geen vervanging van een medisch onderzoek!
Bespreek uw meetwaarden met uw arts. Neem in geen geval op
eigen grond medische beslissingen op basis van deze waarden
(bijv. met betrekking tot medicijnen en hun doseringen)!
Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby’s en vrouwen met
pre-eclampsie. Alvorens de bloeddrukmeter tijdens de zwan-
gerschap te gebruiken, adviseren wij u uw arts te raadplegen.
Aandoeningen aan het hart en de bloedvaten kunnen leiden
tot foutieve metingen of de meetnauwkeurigheid beïn-
vloeden. Dit is ook het geval bij een zeer lage bloeddruk,
diabetes, doorbloedings- en hartritmestoornissen en bij
koude rillingen of trillingen.
De bloeddrukmeter mag niet in combinatie met een chirur-
gisch apparaat met hoge frequenties worden gebruikt.
Gebruik het apparaat alleen bij personen waarvan de omtrek
van de bovenarm binnen het aangegeven bereik valt.
Let op dat de functie van het betreffende ledemaat tijdens
het oppompen kan worden beïnvloed.
4
De bloedsomloop mag door de bloeddrukmeting niet
onnodig lang worden afgebonden. Haal bij storingen van het
apparaat de manchet van de arm.
Zorg ervoor dat de manchetslang niet wordt bekneld,
samengedrukt of geknikt.
Voorkom een aanhoudende druk in de manchet en veelvul-
dige metingen. De belemmering van de bloeddoorstroming
die daardoor ontstaat, kan leiden tot verwondingen.
Let op dat de manchet niet om een arm wordt geplaatst
waarvan de slagaderen of aderen een medische behande-
ling ondergaan, zoals intravasculaire toegang, intravasculaire
therapie of een arterioveneuze shunt.
Plaats de manchet niet bij personen die een borstamputatie
hebben ondergaan.
Plaats de manchet niet over wonden, omdat dit kan leiden
tot meer verwondingen.
Houd er rekening mee dat u alleen gegevens kunt
overdragen en opslaan als uw bloeddrukmeter wordt
voorzien van stroom. Zodra de accu leeg is, verliest de
bloeddrukmeter datum en tijd.
Om de accu te sparen, wordt de bloeddrukmeter automa-
tisch uitgeschakeld als er 3 minuten lang geen toets wordt
ingedrukt.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor het in deze gebruiksaanwij-
zing beschreven gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die is veroorzaakt door onjuist of verkeerd gebruik.
Aanwijzingen voor bewaring en onderhoud
De bloeddrukmeter bestaat uit elektronische onderdelen en
precisieonderdelen. De nauwkeurigheid van de meetwaarden
en de levensduur van het apparaat zijn afhankelijk van de
zorgvuldige hantering van het apparaat:
Bescherm het apparaat tegen schokken, vocht, vuil, sterke
temperatuurschommelingen en direct zonlicht.
Laat het apparaat niet vallen.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van sterke elektro-
magnetische velden en houd het uit de buurt van radiogra-
fische apparaten en mobiele telefoons.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde of originele vervan-
gende manchetten. Anders kunt u foutieve meetwaarden
krijgen.
Druk niet op de toetsen, zolang de manchet niet is
aangebracht.
Aanwijzingen met betrekking tot accu’s
Het inslikken van accu’s kan levensgevaarlijk zijn. Bewaar
accu’s en producten daarom buiten het bereik van kleine
kinderen. Als er een accu is ingeslikt, moet u onmiddellijk
medische hulp zoeken.
Accu’s mogen niet uit elkaar worden gehaald, niet in vuur
worden geworpen en niet worden kortgesloten.
Deze tekens kunt u aantreffen op accu’s met
schadelijke stoffen:
Pb: accu bevat lood,
Cd: accu bevat cadmium,
Hg: accu bevat kwik.
5
Aanwijzingen voor reparatie en afvalverwijdering
U mag het apparaat niet zelf repareren of afstellen. Een
foutloze werking is in dat geval niet meer verzekerd.
Reparaties mogen alleen door de klantenservice of geautori-
seerde handelaars worden uitgevoerd.
Open het apparaat niet, behalve als u het wegdoet. Dan
moet de ingebouwde accu worden verwijderd. Bij het niet
naleven van deze aanwijzingen vervalt de garantie.
Accu’s horen niet thuis bij het huisvuil. Deponeer de accu’s
bij de daarvoor bedoelde inzamelplaatsen.
Voordat u het apparaat wegdoet, moet u eerst de accu
verwijderen. Om de accu te verwijderen, maakt u de vier
ronde rubber afdekkingen aan de achterzijde van het
apparaat los. Schroef de behuizing open. Haal de accu uit
het apparaat en verwijder deze volgens de actueel geldende
voorschriften voor afvalverwijdering.
Verwijder het apparaat conform de EU-richtlijn voor
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur –
WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment).
Neem bij vragen contact op met de verantwoordelijke
instanties voor afvalverwijdering in uw gemeente.
3. Apparaatbeschrijving
1 2 3
4
10
9
5
11
6
7
8
1. Manchet
2. Manchetslang
3. Manchetstekker
4. Manchethouder
5. USB-interface
6. Display
7. Geheugentoetsen M1/M2
8. START/STOP-toets
9. Weergave rustindicator
10. WHO-schaalverdeling
11. Aansluiting voor de manchetstekker (linkerzijde)
6
Weergaven op de display:
1. Tijd/datum
2. Systolische druk
3. Diastolische druk
4. Gemeten hartslagwaarde
5. Symbool pols
6. Lucht weg laten lopen (pijl)
7. Nummer van de geheugenplaats / geheugenweergave
gemiddelde waarde ( ), ’s ochtends ( ), ’s avonds ( )
8. WHO-classificatie
9. Symbool accustatusweergave
10. Symbool hartritmestoornissen
11. Gebruikersgeheugen
12. Symbool Bluetooth
®
-overdracht
USB-interface
Met de bloeddrukmeter kunt u de gemeten waarden ook naar
de computer verzenden.
Daarvoor hebt u een in de handel verkrijgbare USB-kabel
(bij de levering inbegrepen) en de computersoftware
“HealthManager” nodig.
De software kunt u gratis downloaden in het downloadgedeelte
onder Service op www.beurer.com.
Systeemvereisten voor de computersoftware
“HealthManager” van Beurer
1. Ondersteunde besturingssystemen:
• Windows XP SP3
• Windows Vista SP1 of hoger
• Windows 7
• Windows 7 SP1
• Windows 8
2. Ondersteunde architecturen:
• x86 (32-bits)
• x64 (64-bits)
3. Hardwarevereisten:
Aanbevolen: ten minste Pentium 1 GHz of sneller met ten
minste 1 GB RAM
• Beschikbaar geheugen op de primaire partitie ten minste:
– x86 – 600 MB
– x64 – 1,5 GB
• Grafische resolutie vanaf: 1024 x 768 pixels
• USB-poort 1.0 of hoger
1
2
3
4
567
11
12
10
9
8
7
4. Meting voorbereiden
Voordat u uw eerste meting uitvoert, moet u de bloeddruk-
meter eerst volledig opladen:
Via de computer:
Steek de USB-kabel in de USB-interface van het apparaat
en verbind de kabel daarna direct met de computer.
Via de netvoeding:
Verbind de bloeddrukmeter met de USB-kabel en verbind
het apparaat vervolgens met behulp van de meegeleverde
USB-netvoeding met het elektriciteitsnet.
Zodra het apparaat volledig is opgeladen, wordt het symbool
weergegeven.
Als het symbool van de accustatusweergave knippert, moet u
de accu opladen. Als de accu van het apparaat helemaal leeg
is en het apparaat niet meer kan worden ingeschakeld, moeten
datum, tijd en Bluetooth
®
opnieuw worden ingesteld. De
opgeslagen meetwaarden gaan daarbij niet verloren.
Uurweergave, datum, tijd en Bluetooth
®
instellen
Hierna wordt beschreven welke functies u kunt instellen en
welke instellingen u kunt configureren op de bloeddrukmeter.
Uurweergave
Datum
Tijd
Bluetooth
®
De datum en tijd moeten absoluut correct worden ingesteld.
Alleen zo kunt u uw gemeten waarden correct met datum en
tijdstip opslaan en later laden.
Als u de geheugentoets M1 of M2 ingedrukt houdt, kunt u
de waarden sneller instellen.
Houd de START/STOP-toets
gedurende 5 seconden
ingedrukt.
Uurweergave
Op de display knippert de uurweergave.
Selecteer met de geheugentoetsen M1/M2
de gewenste uurweergave en bevestig uw
selectie met de START/STOP-toets .
Datum
Op de display knippert het jaartal.
Selecteer met de geheugentoetsen
M1/M2 het jaartal en bevestig uw selectie
met de START/STOP-toets .
Op de display knippert de maand.
Selecteer met de geheugentoetsen M1/M2
de maand en bevestig uw selectie met de
START/STOP-toets .
Op de display knippert de dag.
Selecteer met de geheugentoetsen
M1/M2 de huidige dag en bevestig uw se-
lectie met de START/STOP-toets .
Als de uurweergave op 12h is ingesteld, wordt eerst
de maand en dan de dag weergegeven.
8
Tijd
Op de display knippert het uur.
Selecteer met de geheugentoetsen
M1/M2 het huidige uur en bevestig uw
selectie met de START/STOP-toets .
Op de display knipperen de minuten.
Selecteer met de geheugentoetsen M1/M2
de huidige minuten en bevestig uw selectie
met de START/STOP-toets .
Bluetooth
®
Op de display knippert het Bluetooth
®
-symbool.
Selecteer met de geheugentoetsen M1/M2 of de auto-
matische Bluetooth
®
-gegevensoverdracht geactiveerd
(Bluetooth
®
-symbool knippert) of gedeactiveerd (Blue-
tooth
®
-symbool wordt niet weergegeven) moet worden
en bevestig uw selectie met de START/STOP-toets .
De gebruiksduur van de accu wordt verkort door het
verzenden van gegevens via Bluetooth
®
.
5. Bloeddruk meten
Laat het apparaat op kamertemperatuur komen voordat u met
de meting begint.
U kunt de meting op de linker- of de rechterarm uitvoeren.
Manchet aanbrengen
Breng de manchet op de ontblote
linker bovenarm aan. De doorbloe-
ding van de arm mag niet worden
belemmerd, bijvoorbeeld door te
nauwe kledingstukken.
De manchet moet zo om de bovenarm
worden aangebracht dat de onderste
rand 2 3 cm boven de elleboog en
boven de slagader ligt. De slang wijst
naar het midden van de handpalm.
Breng nu het vrije uiteinde van de
manchet nauw, maar niet strak, om de
arm aan en sluit deze met de klitten-
band. De manchet moet zo strak
worden aangebracht dat nog twee
vingers onder de manchet passen.
Steek nu de manchetslang in de
aansluiting voor de manchetstekker.
Als u de meting op de rechterbo-
venarm uitvoert, bevindt de slang
zich aan de binnenzijde van uw
elleboog. Let erop dat uw arm niet op de slang ligt.
De bloeddruk van de rechter- en de linkerarm kan verschillen
en daardoor kunnen de gemeten bloeddrukwaarden ook
verschillen. Voer de meting altijd op dezelfde arm uit.
Als het verschil tussen de waarden van beide armen zeer groot
is, dient u met uw arts te overleggen welke arm u voor de
meting moet gebruiken.
Attentie: het apparaat mag alleen met de originele manchet
gebruikt worden. De manchet is geschikt voor een armomvang
van 22 tot 36 cm.
9
Een grotere manchet voor een armomvang van 35 tot 44 cm
is verkrijgbaar in de vakhandel of via het serviceadres en heeft
bestelnummer 163.387.
Neem de juiste lichaamshouding aan
Rust voorafgaand aan iedere meting ongeveer 5 minuten uit.
Anders ontstaan er afwijkingen.
U kunt de meting zittend of liggend uitvoeren. Let er in
ieder geval op dat de manchet zich ter hoogte van het hart
bevindt.
Zorg ervoor dat u tijdens de bloeddrukmeting comfortabel
zit. Ondersteun uw rug en armen. Ga niet met gekruiste
benen zitten. Plaats uw voeten plat op de grond.
Om het meetresultaat niet te beïnvloeden is het belangrijk
dat u zich tijdens de meting rustig gedraagt en niet spreekt.
Uitvoeren van een bloeddrukmeting
Meting
Breng zoals eerder beschreven de manchet aan en neem
de houding aan waarin u de meting wilt uitvoeren.
Om de bloeddrukmeter in te schakelen,
drukt u op de START/STOP-toets .
Alle displayelementen worden kort weer-
gegeven.
Na 3 seconden begint de bloeddrukmeter
automatisch met de meting.
De meting vindt plaats terwijl de manchet
wordt opgepompt.
U kunt de meting te allen tijde afbreken door op de
START/STOP-toets te drukken.
Zodra er een polsslag herkend wordt, wordt het symbool
polsslag
weergegeven.
De meetresultaten systolische druk,
diastolische druk en polsslag worden
weergegeven. De weergave rustindicator
(zie hoofdstuk 6) wordt overeenkomstig
de positieve of negatieve classificatie
verlicht.
10
Meting
verschijnt als de meting niet juist kon
worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 10 Fout-
meldingen/storingen verhelpen). Voer de
meting opnieuw uit.
Selecteer nu het gewenste gebruikersgeheugen door
op de geheugentoets M1 of M2 te drukken. Wanneer u
geen gebruikersgeheugen kiest, wordt het meetresul-
taat opgeslagen in het laatst gebruikte gebruikersge-
heugen. Het betreffende symbool of wordt op de
display weergegeven.
Schakel de bloeddrukmeter met behulp van de START/
STOP-toets uit. Daarmee wordt het meetresultaat
opgeslagen in het geselecteerde gebruikersgeheugen.
Als de Bluetooth®-gegevensoverdracht is geactiveerd,
worden de gegevens na het bevestigen van het gebrui-
kersgeheugen verzonden. Tijdens het verzenden van de
gegevens wordt het Bluetooth
®
-symbool op de display
van de bloeddrukmeter weergegeven. Schakel de bloed-
drukmeter uit door nogmaals op de START/STOP-toets
te drukken.
Let op: voor het verzenden van de gegevens naar de
Beurer “HealthManager”-app moet u de bloeddruk-
meter onder “Meine Geräte” [Mijn apparaten] toevoe-
gen. De Beurer “HealthManager”-app moet voor het
verzenden van de gegevens zijn geactiveerd.
Als de actuele gegevens niet op uw smartphone wor-
den weergegeven, herhaalt u het verzenden van de
gegevens zoals beschreven in hoofdstuk 8.
Meting
Als u het apparaat vergeet uit te schakelen, wordt het na
ongeveer 3 minuten automatisch uitgeschakeld. Ook dan
wordt de waarde in het geselecteerde of laatst gebruikte
gebruikersgeheugen opgeslagen en worden de gegevens
bij een geactiveerde Bluetooth
®
-gegevensoverdracht
verzonden. Het Bluetooth
®
-symbool wordt tijdens het
verzenden van de gegevens op de display van de bloed-
drukmeter weergegeven.
Wacht minstens 5 minuten voor een
nieuwe meting!
6. Resultaten beoordelen
Hartritmestoornissen:
Dit apparaat kan tijdens het meten eventuele storingen van
het hartritme identificeren. Indien dit voorkomt, wordt dit na de
meting met het symbool
weergegeven.
Dit kan een indicator voor een aritmie zijn. Aritmie is een
ziekte waarbij het hartritme door fouten in het bio-elektrische
systeem, dat de hartslag stuurt, abnormaal is. De symptomen
(overslaande of voortijdige hartslagen, langzame of te snelle
pols) kunnen o.a. worden veroorzaakt door hartaandoe-
ningen, ouderdom, lichamelijke aanleg, overmatig gebruik van
genotmiddelen, stress of slaapgebrek. Aritmie kan uitsluitend
worden vastgesteld via medisch onderzoek.
Herhaal de meting, indien het symbool na de meting op
de display wordt weergegeven. Let er op dat u 5 minuten rust
moet nemen en dat u tijdens de meting niet praat of beweegt.
11
Indien het symbool vaak wordt weergegeven, raadpleeg
dan uw arts.
Zelfdiagnose en behandeling op basis van de meetgegevens
kan gevaarlijk zijn. Volg de aanwijzingen van uw arts op.
WHO-classificatie:
Conform de richtlijnen/definities van de wereldgezondheids-
organisatie (WHO) en de meest recente inzichten kunnen de
meetresultaten volgens de onderstaande tabel worden geclas-
sificeerd en beoordeeld.
Deze standaardwaarden mogen echter uitsluitend worden
opgevat als algemene richtlijn, omdat de bloeddruk per
persoon en ook per leeftijdsgroep kan verschillen of afwijken.
Raadpleeg daarom regelmatig uw arts. Hij of zij kan uw
persoonlijke bloeddruk voor u meten en ook beter inschatten
wanneer bloeddrukwaarden te hoog of te laag zijn.
De indeling op de display en de schaalverdeling op het
apparaat geven aan binnen welk gebied de gemeten bloeddruk
zich bevindt. Als de systolische en diastolische waarden zich
in twee verschillende WHO-gebieden bevinden (bijv. systolisch
in het gebied “hoog-normaal” en diastolisch in het gebied
“normaal”), dan geeft de grafische WHO-classificatie op het
apparaat altijd het hoogste gebied weer; in het beschreven
voorbeeld is dat “hoog-normaal”.
Bereik van de
bloeddruk-
waarden
Systo-
lisch
(in mmHg)
Diasto-
lisch
(in mmHg)
Maatregel
Niveau 3:
zeer hoge
bloeddruk
≥ 180 ≥ 110 raadpleeg een arts
Niveau 2:
hoge bloeddruk
160 – 179 100 – 109 raadpleeg een arts
Niveau 1:
licht verhoogde
bloeddruk
140 – 159 90 – 99
regelmatige contro-
le door een arts
Hoog normaal 130 – 139 85 – 89
regelmatige contro-
le door een arts
Normaal 120 – 129 80 – 84 zelfcontrole
Optimaal < 120 < 80 zelfcontrole
Bron: WHO, 1999 (World Health Organization)
Meting van de rustindicator (met de HSD-diagnostiek)
De meest voorkomende fout bij het meten van de bloeddruk
is dat er op het moment van de meting geen sprake is van een
rustbloeddruk (hemodynamische stabiliteit). Dat betekent dat
zowel de systolische als de diastolische bloeddruk in dat geval
niet juist zijn.
Dit apparaat controleert automatisch tijdens de bloeddrukme-
ting of een bloedsomloop in rust ontbreekt of niet.
Als er geen aanwijzingen zijn voor onvoldoende rust in de
bloedsomloop, wordt het symbool
(hemodynamische
stabiliteit) groen en het meetresultaat kan worden gedocumen-
teerd als aanvullend gekwalificeerde rustbloeddrukwaarde.
12
GROEN: sprake van hemodynamische stabiliteit
De meetresultaten van de systolische en diastolische druk zijn
bij voldoende rust in de bloedsomloop vastgesteld en weer-
spiegelen met redelijke zekerheid de rustbloeddruk.
Als er echter aanwijzingen zijn voor onvoldoende rust in de
bloedsomloop (hemodynamische instabiliteit), wordt het
symbool
rood.
In dit geval moet de meting worden herhaald na een lichame-
lijke en geestelijke rusttijd. De meting van de bloeddruk moet
worden uitgevoerd in lichamelijke en geestelijke rust omdat
dit het referentiepunt is voor de diagnostiek van de bloed-
drukhoogte en daarmee bepalend kan zijn voor de medische
behandeling van een patiënt.
ROOD: geen sprake van hemodynamische stabiliteit
Het is waarschijnlijk dat de meting van de systolische en
diastolische druk niet is uitgevoerd bij voldoende rust in de
bloedsomloop. Daarom wijken de meetresultaten af van de
rustbloeddrukwaarde.
Herhaal de meting na ten minste 5 minuten rust en ontspan-
ning. Ga naar een voldoende rustige en comfortabele plek, blijf
daar rustig zitten, sluit uw ogen, probeer u te ontspannen en
adem rustig en gelijkmatig.
Als de volgende meting nog steeds niet voldoende stabiliteit
weergeeft, kunt u de meting na nog een rustperiode opnieuw
herhalen. Wanneer de meetresultaten instabiel blijven, duidt
u uw bloeddrukmeetwaarden als dusdanig aan omdat niet
voldoende rust in de bloedsomloop te bereiken was tijdens uw
metingen.
In dit geval kan het mogelijk zijn dat u van binnen niet
voldoende rustig bent, en dit ook niet wordt door een korte
rustperiode. Bovendien kunnen ook bestaande hartritmestoor-
nissen leiden tot een instabiele bloeddrukmeting.
Het ontbreken van een rustbloeddruk kan verschillende
oorzaken hebben, zoals bijvoorbeeld lichamelijke belasting,
geestelijke inspanning of afleiding, spreken of hartritmestoor-
nissen tijdens de bloeddrukmeting.
In het grootste gedeelte van de gevallen biedt de HSD-diag-
nostiek goede informatie over de aanwezigheid van rust in de
bloedsomloop bij een bloeddrukmeting. Bepaalde patiënten
met hartritmestoornissen of langdurige geestelijke belasting
kunnen langdurig hemodynamisch instabiel blijven, zelfs na
meerdere rustperioden. De nauwkeurigheid van de bepaling
van de rustbloeddruk is bij deze gebruikers beperkt. De HSD-
diagnostiek heeft net als andere medische meetmethoden een
beperkte nauwkeurigheid en kan in bepaalde gevallen onjuiste
resultaten bieden. De bloeddrukmeetresultaten die zijn bepaald
met rust in de bloedsomloop, zijn bijzonder betrouwbaar.
13
7. Meetwaarden laden en wissen
Gebruikersgeheugens
De resultaten van iedere succesvolle meting worden
samen met de datum en de tijd opgeslagen. Bij meer
dan 60 meetgegevens wordt telkens de oudste meting
overschreven.
Om de geheugenlaadmodus te openen, moet u de
bloeddrukmeter eerst inschakelen. Druk daarvoor op
de START/STOP-toets .
Selecteer na de volledige weergave binnen 3 secon-
den het gewenste gebruikersgeheugen ( ) met de
geheugentoets M1 of M2.
Als u de meetgegevens voor gebruikersgeheugen
wilt bekijken, drukt u op de geheugentoets M1.
Als u de meetgegevens voor gebruikers-
geheugen wilt bekijken, drukt u op de
geheugentoets M2.
Op de display wordt uw laatste meting
weergegeven.
Als Bluetooth
®
is geactiveerd (het sym-
bool wordt op de display weergegeven),
worden de meetgegevens automatisch
verzonden.
Als u op de M1/M2-toets drukt, wordt
het verzenden afgebroken en worden de
gemiddelde waarden weergegeven. Het
symbool wordt niet meer weergegeven.
Als u gebruikersgeheugen 1 hebt geselecteerd, moet
geheugentoets M1 worden gebruikt.
Als u gebruikersgeheugen 2 hebt geselecteerd, moet
geheugentoets M2 worden gebruikt.
Gemiddelde waarden
Op de display knippert
A
.
De gemiddelde waarde van alle in dit ge-
bruikersgeheugen opgeslagen meetwaarden
wordt weergegeven.
Op de display knippert
AM
.
De gemiddelde waarde van de ochtendme-
tingen van de laatste 7 dagen wordt weerge-
geven (ochtend: 05.00 uur – 09.00 uur).
Druk op de betreffende geheugentoets (M1 of M2).
Op de display knippert
PM
.
De gemiddelde waarde van de avondmetin-
gen van de laatste 7 dagen wordt weergege-
ven (avond: 18.00 uur – 20.00 uur).
14
Individuele meetwaarden
Als u de betreffende geheugentoets (M1 of
M2) opnieuw indrukt, wordt op de display
de laatste afzonderlijke meting weergege-
ven (in dit voorbeeld meting 03).
Als u de betreffende geheugentoets (M1 of M2)
opnieuw indrukt, kunt u de individuele meetwaarden
bekijken.
Druk op de START/STOP-toets om het apparaat
weer uit te schakelen.
U kunt het menu te allen tijde verlaten door op de
START/STOP-toets te drukken.
Meetwaarden wissen
Om het geheugen van het betreffende gebruikersge-
heugen te wissen, moet u eerst een gebruikersgeheu-
gen selecteren.
Start het laden van de individuele meetwaarden.
Houd de geheugentoetsen M1/M2 allebei 5 seconden
ingedrukt.
Alle waarden van het huidige gebruikersge-
heugen worden gewist.
Afzonderlijke meetgegevens kunnen niet
worden gewist.
8. Verzenden van de meetwaarden
Verzenden via de USB-interface
Sluit uw bloeddrukmeter met behulp van de USB-kabel aan op
uw computer.
Tijdens een meting kan het verzenden van gegevens niet
worden gestart.
Op de display wordt
PC
weergegeven. Start het
verzenden van de gegevens via de computersoft-
ware “HealthManager”. Tijdens het verzenden van
de gegevens wordt op de display een animatie
weergegeven. Als het verzenden van de gegevens
is gelukt, wordt dit zoals in afbeelding 1 weerge-
geven. Als het verzenden van de gegevens is
mislukt, wordt een foutmelding zoals in
afbeelding 2 weergegeven. In dit geval onderbreekt
u de verbinding met de computer en start u de
gegevensoverdracht nogmaals.
Als de bloeddrukmeter gedurende 30 seconden
niet wordt gebruikt of als de communicatie met de computer
wordt onderbroken, wordt de bloeddrukmeter automatisch
uitgeschakeld.
Verzenden via Bluetooth
®
Smart
U hebt de mogelijkheid om de gemeten waarden die op het
apparaat zijn opgeslagen ook via Bluetooth
®
Smart naar uw
smartphone te verzenden.
Daarvoor hebt u de Beurer “HealthManager”-app nodig. Deze
is verkrijgbaar in de App Store.
Om de waarden te verzenden, voert u de volgende stappen uit:
Als Bluetooth
®
in het instellingenmenu is geactiveerd, worden
de gegevens verzonden. Het symbool verschijnt linksboven
op de display (zie hoofdstuk 4 Meting voorbereiden).
A
fb. 1
A
fb. 2
15
Stap 1: BM 85
Activeer Bluetooth
®
op uw apparaat (zie hoofd-
stuk 4 “Meting voorbereiden, Bluetooth
®
”).
Stap 2: Beurer “HealthManager”-app
Voeg de BM 85 in de Beurer “HealthManager”-
app toe via “Einstellungen / Meine Geräte”
[Instellingen / Mijn apparaten].
Stap 3: BM 85
Voer een meting uit.
Stap 4 BM 85:
Verzenden van de gegevens
direct na een meting:
Selecteer het gewenste
gebruikersgeheugen. Start
de Bluetooth
®
-overdracht
(hoofdstuk 5).
Stap 4 BM 85:
Verzenden van de gegevens
op een later tijdstip:
Open de geheugenlaad-
modus (hoofdstuk 7).
Selecteer het gewenste
gebruikersgeheugen. De
Bluetooth
®
-overdracht
start automatisch.
De Beurer “HealthManager”-app moet voor het verzenden
van de gegevens zijn geactiveerd.
Om een foutloze overdracht te garanderen adviseren wij u
om hiervoor eventueel de beschermhoes van uw smartphone
te verwijderen. Start de gegevensoverdracht in de Beurer
“HealthManager”-app.
9. Apparaat reinigen en opbergen
Reinig het apparaat en de manchet voorzichtig met slechts
een licht bevochtigde doek.
Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
Dompel het apparaat nooit onder in water omdat anders
water kan binnendringen en het apparaat beschadigd raakt.
Zorg ervoor dat er geen zware voorwerpen op het apparaat
worden geplaatst als u het opbergt. De manchetslang mag
niet worden geknikt.
10. Foutmelding / Foutoplossing
Bij fouten verschijnt de foutmelding _ in de display.
Foutmeldingen kunnen optreden, wanneer
de systolische of diastolische druk niet gemeten kan worden
(op het display wordt resp. weergegeven),
de systolische of diastolische druk buiten het meetbereik
vallen (op het display wordt „ “ of „Lo“ weergegeven),
de manchet te strak of te los is vastgemaakt (op het display
wordt resp. weergegeven),
de oppompdruk hoger is dan 300 mmHg (op het display
wordt weergegeven),
het oppompen meer dan 160 seconden duurt (op het display
wordt weergegeven),
16
er een systeem- of apparaatfout is opgetreden (op het
display wordt , , of weergegeven),
de gegevens niet naar de computer konden worden
verzonden (op de display wordt
weergegeven),
de gegevens niet via
Bluetooth
®
konden worden verzonden
(
).
Herhaal in deze gevallen de meting c.q. het verzenden van de
gegevens.
Let erop dat de manchetslang op de juiste wijze is ingestoken
en dat u tijdens de meting niet beweegt of spreekt.
Technisch alarm – beschrijving
Wanneer de gemeten bloeddruk (systolisch of diastolisch)
buiten de in de paragraaf ‘Technische gegevens’ beschreven
grenzen ligt, verschijnt op het display een technisch alarm in
de vorm van de weergave ‘
’ of ‘Lo. In dit geval moet u een
arts raadplegen of controleren of u het apparaat op de juiste
wijze hebt bediend.
De grenswaarden voor het technische alarm zijn in de fabriek
ingesteld en kunnen niet worden aangepast of uitgeschakeld.
In het kader van de richtlijn IEC 60601-1-8 hebben deze alarm-
grenswaarden een lagere prioriteit.
Het technische alarm blijft niet oneindig zichtbaar en hoeft niet
te worden uitgeschakeld. Het op het display weergegeven sig-
naal verdwijnt na ongeveer 8 seconden automatisch.
11. Accu
De BM 85 heeft een lithium-ion-accu (3,7 V / 400 mAh). Als
het symbool
knippert, moet de accu ongeveer 2 uur
worden opgeladen met de meegeleverde kabel. Laad de accu
ten minste 2 keer per jaar tot 50 - 75% op om een zo lang
mogelijke acculevensduur te bereiken.
Apparaat is opgeladen (75% - 100%)
Apparaat is opgeladen (50% - 75%)
Apparaat is opgeladen (25% - 50%)
< 25%
(knippert)
Er kunnen max. 10 metingen worden verricht
Het woordmerk Bluetooth
®
en het bijbehorende logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Bluetooth
®
SIG, Inc. Elk
gebruik van deze merken door Beurer GmbH vindt plaats
onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn
eigendom van de betreffende eigenaren.
12. Technische gegevens
Modelnr. BM 85
Meetmethode Oscillometrische non-invasieve bloed-
drukmeting op de bovenarm.
Meetbereik Manchetdruk 0 – 300 mmHg,
systolisch 60 – 260 mmHg,
diastolisch 40 – 199 mmHg,
polsslag 40 –180 slagen /minuut
17
Nauwkeurigheid van
de weergave
Systolisch ± 3 mmHg,
diastolisch ± 3 mmHg,
hartslag ± 5 % van de weergegeven
waarde
Meetafwijking Max. toelaatbare standaardafwijking
conform klinische controle:
systolisch 8 mmHg / diastolisch
8 mmHg
Geheugen 2 x 60 geheugenplaatsen
Afmetingen l 180 mm x b 99 mm x h 40 mm
Gewicht Ongeveer 317 g (zonder manchet)
Manchetgrootte 22 tot 36 cm
Toegelaten gebruiks-
voorwaarden
+ 10 °C tot + 40 °C, ≤ 90% relatieve
luchtvochtigheid (niet condenserend)
Toegelaten voorwaar-
den voor bewaring
-20 °C tot + 55 °C, ≤ 90% relatieve
luchtvochtigheid, 800 –1050 hPa
omgevingsdruk
Voeding DC 5 V
600 mA lithium-ion-accu
3,7 V / 400 mAh
Gebruiksduur van
de accu
Voor ongeveer 50 metingen, al naar
gelang de hoogte van de bloeddruk dan
wel de oppompdruk
Toebehoren Manchet, manchethouder, gebruiks-
aanwijzing, USB-netvoeding, USB-
kabel, opbergtas
Classificatie Interne voorziening, IPX0, geen AP of
APG, ononderbroken werking, toepas-
singsdeel type BF
Verzenden van gege-
vens via Bluetooth®
wireless technology
De bloeddrukmeter maakt gebruik van
Bluetooth® Smart (low energy),
frequentieband 2,4 GHz,
compatibel met smartphones/tablets
met Bluetooth 4.0
Lijst met ondersteunde smartphones/
tablets
Wijzigingen van de technische gegevens zonder kennisgeving
zijn om actualiseringsredenen voorbehouden.
Dit apparaat voldoet aan de Europese norm EN60601-1-2
en is onderworpen aan bijzondere veiligheidsmaatregelen op
het gebied van elektromagnetische verdraagzaamheid. Houd
er rekening mee dat draagbare en mobiele HF-communica-
tieapparatuur dit apparaat kan beïnvloeden. U kunt uitge-
breide informatie aanvragen bij de klantenservice op het
aangegeven adres of deze aan het eind van de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing op pagina 141 - 143 nalezen.
Het apparaat is in overeenstemming met de EU-richtlijn voor
medische hulpmiddelen 93/42/EG, de Duitse wet inzake
medische producten en de normen EN1060-1 (Non-inva-
sieve bloeddrukmeters deel 1: Algemene eisen), EN1060-3
(Non-invasieve bloeddrukmeters deel 3: Aanvullende eisen
18
voor elektromechanische bloeddrukmeetsystemen) en
IEC80601-2-30 (Medische elektrische toestellen deel 2 30:
Bijzondere eisen voor de veiligheid, met inbegrip van
essentiële gebruikseigenschappen, van automatische non-
invasieve bloeddrukmeters).
De nauwkeurigheid van deze bloeddrukmeter is zorgvuldig
gecontroleerd en het apparaat is ontwikkeld met het
oog op een lange gebruiksduur. Wanneer het apparaat
wordt gebruikt in de geneeskunde moeten meettech-
nische controles met daarvoor geschikte middelen worden
uitgevoerd. Uitgebreide informatie voor het controleren
van de nauwkeurigheid kan worden aangevraagd via het
serviceadres.
Wij garanderen hierbij dat dit product voldoet aan de
Europese R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
Voor het opvragen van gedetailleerde informatie (zoals de
CE-conformiteitsverklaring) kunt u contact opnemen met het
genoemde serviceadres.
13. Netvoeding
Modelnr. OH-1048A0500600U2 VDE
Ingang 100 240 V AC, 50 60 Hz; 120-60 mA
Uitgang 5 V DC, 600 mA, alleen in combinatie met Beurer
bloeddrukmeters
Fabrikant Dongguan Oriental Hero Ele. Co., LTD.
Beveiliging Het apparaat is dubbel geïsoleerd en beschikt
over een zekering aan de primaire zijde, die het
apparaat in geval van een storing loskoppelt van
het elektriciteitsnet.
Polariteit van de gelijkstroomaansluiting
Dubbel geïsoleerd / veiligheidsklasse 2
Behuizing en
bescherm-
mantels
De behuizing van de netvoeding beveiligt tegen
aanraking van onderdelen die onder spanning
staan of kunnen staan (vingers, naalden,
testhaak).
De gebruiker mag de patiënt en de uitgangs-
stekker van de AC/DC-netvoeding niet tegelijker-
tijd aanraken.
19
20
BM85-0114_NL Fouten en wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Beurer BM85 BLUETOOTH SMART de handleiding

Type
de handleiding