Bacharach MGS-408 Handleiding

Type
Handleiding
Detectie van
koelmiddelenlekkage
Artikelnr: 1100-2295 | maart 2020 Revisie 1
Gasdetectiecontroller
voor commerciële en industriële
toepassingen
Gebruikers-
handleiding
1100-2295 Rev 1
a
MGS-408 Gebruikershandleiding
GARANTIEBELEID
Bacharach, Inc. garandeert de koper dat dit product ten tijde van levering vrij is van materiaal- en constructiefouten en
grotendeels voldoet aan de specicaties van Bacharach Inc. De aansprakelijkheid van Bacharach Inc. en de genoegdoening
van de koper uit hoofde van deze garantie is, naar keuze van Bacharach Inc., beperkt tot de reparatie of vervanging van dit
product of van onderdelen daarvan die zijn teruggestuurd naar de verkoper in de fabriek waar het product is vervaardigd
en waarvan in redelijkheid naar tevredenheid van Bacharach Inc. is aangetoond dat het product en/of de onderdelen
defect was of waren; onder voorwaarde dat koper met betrekking tot het defect een schriftelijke kennisgeving verstrekt
aan Bacharach Inc., binnen één (1) jaar na de datum van levering van dit product door Bacharach Inc.
Bacharach, Inc. garandeert de koper het volledige en onbezwaarde eigendom van dit product. De aansprakelijkheid
van Bacharach Inc. en de schadeclaim waarop koper uit hoofde van dit eigendom aanspraak kan maken, beperkt zich
tot het opheen van eigendomsgebreken of, naar keuze van Bacharach Inc., het vervangen van dit product of van
onderdelen daarvan met gebreken.
DE VOORGAANDE GARANTIES ZIJN EXCLUSIEF EN WORDEN GEBODEN EN AANVAARD IN PLAATS VAN (I) ENIGE ANDERE
GARANTIE, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF ALLE IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING: EN (II) ENIGE VERPLICHTING, AANSPRAKELIJKHEID, RECHT, CLAIM
OF RECHTSMIDDEL UIT RECHTMATIGE OF UIT ONRECHTMATIGE DAAD, ONGEACHT OF DEZE VOORTVLOEIT UIT
IMPLICIETE DAN WEL EXPLICIET NALATIGHEID VAN BACHARACH. De rechtsmogelijkheden van de koper zijn beperkt
tot de hier genoemde rechtsmiddelen met uitsluiting van elke andere rechtsmogelijkheid, met inbegrip van (doch niet
uitsluitend) gevolgschade of indirecte schade. Aanvullingen op c.q. wijzigingen ten opzichte van deze overeenkomst,
de rechtsmogelijkheden of deze beperking van de aansprakelijkheid zijn uitsluitend bindend indien ze schriftelijk zijn
overeengekomen met Bacharach, Inc. en zijn ondertekend door een rechtsgeldig vertegenwoordiger van Bacharach Inc..
Registreer uw garantie op: www.mybacharach.com
SERVICEBELEID
Bacharach, Inc. beschikt over een servicepunt in de fabriek. Ook sommige distributeurs/vertegenwoordigers
van Bacharach beschikken over reparatiefaciliteiten. Bacharach aanvaardt echter geen aansprakelijkheid voor
serviceonderhoud dat wordt uitgevoerd door anderen dan door werknemers van Bacharach. Voor reparaties geldt
een garantietermijn van 90 dagen na de verzenddatum (voor sensoren, pompen, lters en accu's gelden afzonderlijke
garantiebepalingen). Als voor het analyseapparaat een reparatie is vereist die niet onder de garantiebepalingen valt,
neem dan rechtstreeks contact op met Bacharach of met de distributeur bij wie u het apparaat hebt gekocht.
Indien het reparatiewerk door Bacharach zal worden uitgevoerd, dient u de monitor, gefrankeerd, naar het dichtstbijzijnde
servicecenter te verzenden. Voordat u apparatuur naar Bacharach verzendt, dient u via www.mybacharach.com eerst een
RMA-nummer (Returned Merchandise Authorization Number) op te vragen. Alle geretourneerde artikelen moeten worden
voorzien van een RMA-nummer. Verpak de apparatuur goed (bij voorkeur in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal).
Bacharach aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade tijdens transport naar onze vestiging. Vermeld altijd het volgende:
RMA-nummer, aeveradres, telefoonnummer, naam van contactpersoon, en factuurgegevens, en voeg een beschrijving
toe van het defect. Er wordt contact met u opgenomen voor een oerte van de reparatiekosten voordat eventuele
servicewerkzaamheden worden uitgevoerd. Om redenen van aansprakelijkheid hanteert Bacharach een beleid waarbij alle
reparaties worden uitgevoerd die benodigd zijn om de monitor weer in een goed werkende toestand af te leveren.
KENNISGEVINGEN
Aangezien doorlopend verbeteringen en functionele uitbreidingen aan het product (kunnen) worden aangebracht,
kunnen de specicaties en gegevens in dit document zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.
Bacharach, Inc. is op geen enkele wijze aansprakelijk voor fouten in dit document, voor gevolgschade of indirecte
schade met betrekking tot de apparatuur, de prestaties of het gebruik van dit materiaal.
Dit document mag niet worden gekopieerd, niet op een andere wijze worden vermenigvuldigd en niet worden vertaald
in een andere taal zonder daarvoor vooraf schriftelijk toestemming van Bacharach, Inc. te hebben gekregen.
Copyright © 2020 Bacharach, Inc. Alle rechten voorbehouden.
BACHARACH is een gedeponeerd handelsmerk van Bacharach, Inc. Alle andere handelsmerken, handelsnamen, dienstmerken en logo's waarnaar hierin
wordt verwezen, behoren toe aan de respectieve bedrijven ervan.
1100-2295 Rev 1
b
MGS-408 Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Inleiding ......................................................... 1
1.1. Over deze handleiding ................................................................................................... 1
1.2. Conventies....................................................................................................................... 1
1.2.1 Beknopte instructies..................................................................................................1
1.2.2 Pictogrammen ...........................................................................................................2
1.3. Algemene veiligheidsmeldingen .................................................................................. 2
Productomschrijving .................................... 4
2.1. Productoverzicht ............................................................................................................ 4
2.2. Beoogd gebruik .............................................................................................................. 5
2.3. Ontwerpkenmerken ....................................................................................................... 6
2.4. Onderdelen ..................................................................................................................... 7
2.5. Communicatiefuncties ................................................................................................... 8
Installatie ....................................................... 9
3.1. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen .............................................................. 9
3.2. Inspectie vooraf .............................................................................................................. 9
3.3. Geschikte locaties ........................................................................................................... 10
3.4. De gasdetectiecontroller monteren ............................................................................. 10
3.5. Elektrische bedrading .................................................................................................... 11
3.6. Communicatieverbindingen ......................................................................................... 12
3.6.1 MGS-408 Netwerk voor gasdetectiecontroller .......................................................12
3.6.2 Integratie met gebouwbeheersysteem ....................................................................14
3.7. Externe alarmen aansluiten .......................................................................................... 15
3.7.1 Overzicht ....................................................................................................................15
3.7.2 Aansluitprocedure .....................................................................................................15
Werking ......................................................... 16
4.1. Overzicht ......................................................................................................................... 16
4.1.1 Hoofdfunctie ..............................................................................................................16
4.1.2 Aanzetten ...................................................................................................................16
4.1.3 Kanaalnummertoetsen .............................................................................................16
4.1.4 Menu openen en navigatie .......................................................................................16
1100-2295 Rev 1
c
MGS-408 Gebruikershandleiding
4.2. Controller instellen......................................................................................................... 18
4.2.1 Instelparameters .......................................................................................................18
4.2.2 Relais instellen ...........................................................................................................19
4.2.3 Akoestische/visueel (AV) alarm-baken ....................................................................19
4.2.4 Foutvergrendeling .....................................................................................................20
4.2.5 Lcd contrast ...............................................................................................................20
4.2.6 Led helderheid en automatisch dimmen ...............................................................21
4.2.7 Datum/tijd ..................................................................................................................21
4.2.8 Wachtwoordbeveiliging ............................................................................................22
4.2.9 Fabrieksinstellingen ..................................................................................................23
4.2.10 Update Firmware ......................................................................................................23
4.3. Kanaal Samenvatting en instellingen ........................................................................... 24
4.3.1 Overzicht kanaal instellen ........................................................................................24
4.3.2 CH(X) MON (Monitor) ................................................................................................25
4.3.3 CH(X) TYP (type apparaat) ........................................................................................25
4.3.4 CH (X) ADR (knooppuntadres) ..................................................................................26
4.3.5 CH(X) LOC (locatie).....................................................................................................26
4.4. Datalogging ..................................................................................................................... 26
4.4.1 Overzicht datalogging ...............................................................................................26
4.4.2 SD-kaart vereisten .....................................................................................................27
4.4.3 Datalogging-menu .....................................................................................................27
MODBUS ........................................................ 29
5.1. MODBUS Overzicht ........................................................................................................ 29
5.1.1 MASTER BAUD-ADRES ................................................................................................29
5.1.2 SLAVE NODE ADRES ...................................................................................................29
5.1.3 SLAVE BAUD-SNELHEID .............................................................................................30
5.1.4 SLAVE PARITY .............................................................................................................30
5.1.5 SLAVE STOP BIT ..........................................................................................................30
5.1.6 SLAVE TERMINATION ................................................................................................30
5.2. MODBUS Registers ......................................................................................................... 31
Diagnose en probleemoplossing ................ 39
6.1. Diagnose-menu .............................................................................................................. 39
6.1.1 DISPLAY CURRENT FAULT ..........................................................................................39
6.1.2 DISPLAY LAST FAULT ..................................................................................................40
6.1.3 CLEAR FAULT ..............................................................................................................40
6.1.4 CLEAR LAST FAULT .....................................................................................................40
6.1.5 CLEAR LAST SD FAULT ................................................................................................40
6.1.6 POWER ........................................................................................................................40
6.1.7 MODBUS SLAVE ..........................................................................................................41
6.1.8 MODBUS MASTER ......................................................................................................41
1100-2295 Rev 1
d
MGS-408 Gebruikershandleiding
6.2. FOUTCODES .................................................................................................................... 42
6.3. SYSTEM TESTS ................................................................................................................. 43
6.3.1 RELAY TEST .................................................................................................................43
6.3.2 LED TEST .....................................................................................................................43
6.3.3 KEYPAD TEST ..............................................................................................................43
6.3.4 STROBE TEST ..............................................................................................................44
6.3.5 FAN TEST .....................................................................................................................44
Extra informatie ........................................... 45
7.1. Apparaat afvoeren ......................................................................................................... 45
7.2. Technische specicaties ................................................................................................ 45
Onderdelen en accessoires ......................... 46
8.1. Onderdeelnummers ...................................................................................................... 46
8.2. Locaties servicecentra ................................................................................................... 47
1100-2295 Rev 1
1
MGS-408 Gebruikershandleiding
1. Inleiding
1.1. Over deze handleiding
Bedankt voor uw aankoop van de Bacharach MGS-408-gasdetectiercontroller.
Lees de inhoud van deze handleiding voor belangrijke informatie over de
bediening en het onderhoud van de controller om de veiligheid van de gebruiker
en het juiste gebruik van de controller te garanderen.
BELANGRIJK: Lees vóór gebruik van dit product zorgvuldig de
gebruikershandleiding en volg de daarin opgenomen aanwijzingen. Bewaar
alle productdocumentatie en stel deze beschikbaar aan iedereen die het
apparaat gebruikt.
1.2. Conventies
1.2.1 Beknopte instructies
Dit document gebruikt beknopte instructies voor het beschrijven van stappen
(bijvoorbeeld het uitvoeren van een opdracht).
Beknopte instructies:
Hoofdmenu Diagnostics Clear fault druk op OK om de huidige fout te wissen.
Benodigde stappen:
1. Druk op "OK" om het hoofdmenu te openen.
2. Selecteer "Diagnostics".
3. Selecteer "Fout wissen".
4. Druk wanneer dit wordt gevraagd op "OK" om de huidige fout te wissen.
1100-2295 Rev 1
2
MGS-408 Gebruikershandleiding
1.2.2 Pictogrammen
Waarschuwing Pictogram Beschrijving
GEVAAR
Dreiging van een risicovolle situatie die ernstig en
mogelijk dodelijk letsel tot gevolg zal hebben.
WAARSCHUWING
Mogelijk risicovolle situatie die ernstig en mogelijk
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
WAARSCHUWING
Mogelijk risico van elektrische schokken die ernstig en
mogelijk dodelijk letsel tot gevolg kunnen hebben.
VOORZICHTIG
Mogelijk risicovolle situatie die lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben of schade aan het product of het
milieu kan veroorzaken. Deze berichten waarschuwen
ook voor onveilige handelswijzen.
BELANGRIJK
Aanvullende informatie over gebruik van het product.
1.3. Algemene veiligheidsmeldingen
BELANGRIJK: Lees vóór gebruik van dit product zorgvuldig de
gebruikershandleiding en volg de daarin opgenomen aanwijzingen.
Bewaaralle productdocumentatie en stel deze beschikbaar aan iedereen
diehet apparaat gebruikt.
GEVAAR: Dit apparaat is niet gecerticeerd of goedgekeurd voor gebruik in
met zuurstof verrijkte omgevingen. Niet-naleving van deze voorschriften kan
ernstig of dodelijk lichamelijk letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: Dit product mag in geen geval worden gebruikt zonder
te zijn aangesloten op een beschermende massa. Het niet naleven hiervan
kan leiden tot een potentieel schokgevaar en is een overtreding van de
normen voor elektrische veiligheid die van toepassing zijn op deze categorie
apparatuur.
WAARSCHUWING: Verwijder altijd de wisselstroomvoeding voordat u
werkzaamheden aan de binnenkant van de MGS-408 verricht en wees
uiterst voorzichtig bij werkzaamheden aan de binnenkant van het product.
Alleen gekwaliceerd elektrisch onderhoudspersoneel mag aansluitingen en
aanpassingen aanbrengen.
WAARSCHUWING: Gebruik GEEN zeep en water of andere
schoonmaakmiddelen om de buitenkant van dit product te reinigen; gebruik
alleen een DROGE DOEK. Het niet naleven hiervan kan een potentieel
schokgevaar tot gevolg hebben.
1100-2295 Rev 1
3
MGS-408 Gebruikershandleiding
OPGELET: De bescherming die door dit product wordt geboden, kan worden
aangetast als het wordt gebruikt op een manier die niet door de fabrikant
is gespeciceerd. Wijzigingen aan dit apparaat die niet uitdrukkelijk zijn
goedgekeurd, zorgen ervoor dat de garantie komt te vervallen.
OPGELET: STOP het gebruik van dit apparaat in geval van storing. Schakel in
dat geval de stroomtoevoer uit en neem contact op met een gekwaliceerde
reparateur of het dichtstbijzijnde Service Center van Bacharach.
OPGELET: Gebruik ALLEEN de meegeleverde kabelwartels voor de elektra-
encommunicatiedraden. Als u in het apparaat boort, vervalt de garantie.
1100-2295 Rev 1
4
MGS-408 Gebruikershandleiding
2. Productomschrijving
2.1. Productoverzicht
De MGS-408-gasdetectiecontroller geeft uitgebreide en gecentraliseerde
informatie weer over de status van alle aangesloten gasdetectoren. Via Modbus
RTU kunnen maximaal acht Bacharach-gasdetectoren worden aangesloten op
de MGS-408. Compatibele gasdetectors zijn:
y MGS-410 y MGS-250
y MGS-450 y MGS-550
y MGS-460
De MGS-408 kan worden gebruikt om stroom te leveren aan elke aangesloten,
compatibele gasdetector, waardoor geen afzonderlijke voeding op de locatie
vande gasdetector vereist is.
De MGS-408 geeft de status weer via een lcd-scherm en een reeks ledlampjes
die het / de aangesloten kanaal/sensor tonen. Elk kanaal/elke sensor heeft een
rijspeciale led's om de status van de sensor weer te geven:
y Voeding y Laag alarm
y Hoog alarm y Fout
Het lcd-scherm toont de huidige gaswaarde en het type gas voor het geselecteerde
kanaal of geeft de fout- en / of alarmstatus weer. Het lcd-scherm wordt ook
gebruikt voor de conguratie van de MGS-408 via het geïntegreerde toetsenblok.
Naast de led-alarmstatus bevat de MGS-408 een geïntegreerd, hoorbaar alarm.
Een optioneel baken kan worden geïnstalleerd, gemonteerd in de bovenkant
van de behuizing, om de lokale alarmindicatie te verbeteren.
De MGS-408 voorziet in relais (die elk hoog alarm, laag alarm of foutstatus aangeven)
en kan fungeren als een Modbus-slave-apparaat. Dit maakt verbinding mogelijk
met een apparaat van derden, zoals een gebouwenbeheersysteem (GBS) of
Programmable Logic Controller (PLC).
Datalogging is beschikbaar op de MGS-408 via de geïntegreerde SD-kaart,
diekan worden verwijderd om de geregistreerde gegevens naar een computer
te downloaden. De gegevens bevatten een datumaanduiding van alle hoge en
lage alarmen, evenals alle fouten.
1100-2295 Rev 1
5
MGS-408 Gebruikershandleiding
Afb. 2-1: De MGS-408-gasdetectiecontroller
WAARSCHUWING: Dit apparaat is niet gecerticeerd en niet goedgekeurd
voor gebruik in een met zuurstof verrijkte atmosfeer. Niet-naleving van deze
voorschriften kan een EXPLOSIE veroorzaken.
WAARSCHUWING: Gebruik dit apparaat voor uw veiligheid NIET op locaties
die als gevaarlijk zijn geclassiceerd, omdat het niet ontworpen is voor
intrinsiek veilig gebruik in dergelijke gebieden.
2.2. Beoogd gebruik
De MGS-408 biedt audiovisuele waarschuwingen en informatie over de
status van een gecentraliseerd gasdetectornetwerk. Deze informatie bevat
een beknopte, in één oogopslag melding van een alarm- of foutstatus met
betrekking tot een aangesloten gasdetector die zich buiten de bewaakte ruimte
bevindt, zoals vereist door veel wettelijke voorschriften en normen.
1100-2295 Rev 1
6
MGS-408 Gebruikershandleiding
2.3. Ontwerpkenmerken
Voeding-opties 100 - 240 VAC, 50/60 Hz, 80 W (max.)
Levert stroom voor 1 - 8 compatibele Bacharach-
gasdetectoren
Uitgang/
communicatie
RS485 Modbus RTU Master voor gasdetectoren
Ledlampjes voor weergave diagnose/status
y Controller (stroom, fout)
y Gasdetectoren (stroom, fout, laag alarm, hoog alarm)
Uitgangen
y 3 × relais (universeel: hoog alarm/laag alarm/fout)
y RS485 Modbus RTU Slave
Optie
y Ingebouwde hoog-vermogen stroboscoop
Datalogging Via meegeleverde 32GB SD-kaart; houdt tot 10 jaar
gelogde gegevens.
Gebruikersinterface Lcd-scherm
Geïntegreerd toetsenbord
1100-2295 Rev 1
7
MGS-408 Gebruikershandleiding
2.4. Onderdelen
Afb. 2-2: Indeling van de onderdelen
MAINS WIRING: 12-18 AWG
(4.0-0.75 mm
2
) Strip Length
.43″ (11 mm). Depress and
insert wire into terminal
block.
DC, RELAY WIRING: 14-22 AWG
(2.08-0.37 mm
2
). Strip Length .25″ (6
mm). Torque: 31-35 in-oz (0.22-0.25
Nm).
RS-485, BEACON WIRING: 18-26
AWG (0.83-0.13 mm
2
). Strip Length
.20″ (5 mm). Torque: 31-35 in-oz
(0.22-0.25 Nm).
MEMORY CARD: Product
uses only SDHC memory
cards, formatted to FAT 32,
with a maximum capacity of
32
GB.
DOWNLOAD INSTRUCTIONS: For more detailed product
information and an installation guide, scan here or visit
www.mybacharach.com to access the MGS-408 User Manual
(P/N: 1100-2295) and Quick Start Guide (P/N: 1100-2292).
nr. Beschrijving onderdeel nr. Beschrijving onderdeel
1 Stroomaansluiting
klemblok
8 Laag alarm-relais
2 Voeding 9 Storing-relais
3 Koelventilator 10 Sensor stroomaansluiting
4 Sleuf voor SD-kaart 11 Sensor Modbus-connector
5 Knoopcelbatterij 12 BMS Modbus-connector
6 Resetschakelaar 13 AV-baken-connector
(extern baken niet getoond)
7 Hoog alarm-relais
1100-2295 Rev 1
8
MGS-408 Gebruikershandleiding
Afb. 2-3: Indeling voorpaneel
nr. Beschrijving onderdeel
1 Lcd-scherm
2 Ledlampjes voor stroom, waarschuwingen en Bluetooth*
3 Knop Alarmgeluid dempen
4 Hoofdtoetsenbord | Pijl- en OK-toetsen
5 Kanaaltoetsen
6 Stroom, Fout, Alarm 1, Alarm 2 ledlampjes voor elk kanaal
OPMERKING: Het Bluetooth-lampje brandt wanneer een
Bluetooth-verbinding tot stand is gebracht tussen de mobiele
app en een stroomafwaartse sensor.
2.5. Communicatiefuncties
De MGS-408-gasdetectiecontroller biedt volledige tweewegcommunicatie via
een RS-485-interface. MODBUS RTU is het standaardcommunicatieprotocol.
De controller kan worden gecongureerd als een modbus-master en kan de
gecentraliseerde locatie zijn voor alle acht gassensoren of de modbus-slave
zijnen verbinding maken met een GBS voor een complete gasdetectieoplossing.
1100-2295 Rev 1
9
MGS-408 Gebruikershandleiding
3. Installatie
3.1. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING: Explosiegevaar! Monteer de MGS-408-gasdetectiecontroller
niet in een ruimte die ontvlambare vloeistoen, dampen of aerosols kan bevatten.
Het gebruik van elektrische apparatuur in een dergelijke omgeving vormt een
veiligheidsrisico.
WAARSCHUWING: De installatie van de elektra moet worden uitgevoerd
door een gecerticeerde elektricien en moet voldoen aan alle toepasselijke
NEC/CEC en lokale voorschriften voor elektrische beveiliging.
WAARSCHUWING: De AC-aardedraad moet eerst worden aangesloten op de
aardklem van de meter. In geen geval mag deze meter zonder beschermende
aarde worden gebruikt. Dit levert een potentieel schokgevaar op en is ook een
inbreuk op de normen voor elektrische veiligheid die op dit type apparatuur
van toepassing zijn
WAARSCHUWING: Schokgevaar! Schakel altijd de stroomtoevoer uit voordat
u werkzaamheden in de meter verricht.
OPGELET: Als u boorgaten aanbrengt in de behuizing van de MGS-408-
gasdetectiecontroller kan het apparaat beschadigd raken, vervalt de garantie.
Gebruik de meegeleverde kabelwartels voor elektrische aansluitingen.
OPGELET: De MGS-408-gasdetectiecontroller bevat gevoelige, elektronische
onderdelen die gemakkelijk kunnen worden beschadigd. Zorg ervoor dat
ugeen van deze onderdelen aanraakt of de werking ervan verstoort.
3.2. Inspectie vooraf
De MGS-408-gasdetectiecontroller is voorafgaand aan verzending vanuit de fabriek
grondig geïnspecteerd en getest. Desondanks wordt aanbevolen om het apparaat
vóór installatie opnieuw te controleren. Inspecteer de buitenkant van de behuizing
om er zeker van te zijn dat er geen duidelijke tekenen van transportschade zijn.
Draai de twee schroeven bovenop de deksel van de behuizing los en open het
voorpaneel. Inspecteer de binnenkant van de behuizing visueel op losse draden
en onderdelen die tijdens het transport zijn losgeraakt. Neem contact op met een
gekwaliceerde reparateur of het dichtstbijzijnde servicecentrum van Bacharach
in geval van geconstateerde schade.
1100-2295 Rev 1
10
MGS-408 Gebruikershandleiding
3.3. Geschikte locaties
De MGS-408-gasdetectiecontroller moet centraal in de faciliteit worden geplaatst
(bij voorkeur buiten de mechanische ruimte) en moet gemakkelijk toegankelijk zijn
voor visuele monitoring en onderhoud. Dit is het "gesplitste architectuurontwerp"
voor de veiligheid van de gebruiker.
Vuil, vet en olie kunnen de werking van de controller negatief beïnvloeden.
De controller moet worden geïnstalleerd buiten het bereik van direct zonlicht
in een schone, droge ruimte die niet onderhevig is aan extreme temperaturen
of vochtigheid. Installatie in een mechanische ruimte is acceptabel mits er
redelijke omgevingscondities zijn. Overweeg bij twijfel om het apparaat buiten de
mechanische ruimte te installeren in een schoner gedeelte van de faciliteit.
De controller kan worden geplaatst tot 305 m van de verste gasmeter bij gebruik
van RS485-communicatie. De maximale afstand is minder bij gebruik van de
controller als voeding voor downline gastransmitters. Zorgvuldige aandacht voor
spanningsval over een afstand met een geschikte gebruikte draadmeter is ook
vereist. (Raadpleeg “3.6.1 MGS-408 Netwerk voor gasdetectiecontroller” op pagina 12.)
De controller biedt een interface waarmee u alarmen kunt bewaken, bevestigen
en de omstandigheden in de mechanische ruimte kunt observeren.
3.4. De gasdetectiecontroller monteren
De MGS-408-gasdetectiecontroller moet loodrecht, horizontaal en veilig op
een stevig oppervlak worden gemonteerd. De behuizing is voorzien van vier
montagegaten die zijn ontworpen voor nr. 6 (of M3.5 of M4) kruiskopschroeven
(meegeleverd). De montagegaten bevinden zich in de vier hoeken van de behuizing,
toegankelijk door de twee schroeven aan de bovenkant van de behuizingsdeksel
los te draaien en het voorpaneel te openen. Plaats de schroeven en draai ze indien
nodig deels vast om het apparaat stevig tegen het montageoppervlak te houden,
sluit het voorpaneel en draai de schroeven verder vast.
WAARSCHUWING: Koperen geleiders voor aansluiting op het stroomnet
moeten worden aangebracht conform NEC / CEC en lokale voorschriften.
1100-2295 Rev 1
11
MGS-408 Gebruikershandleiding
OPMERKING: Een gecerticeerde netstroomonderbreker of stroomonderbreker
moet in de buurt van de controller worden geïnstalleerd en volgens de
toepasselijke lokale en nationale codes worden geïnstalleerd. Als een schakelaar
wordt gebruikt in plaats van een stroomonderbreker, moet een gecerticeerde
zekering of stroombegrenzer met de juiste classicatie worden geïnstalleerd
volgens de lokale of nationale codes. Markeringen voor posities van de
schakelaar of onderbreker moeten (I) voor Aan en (O) voor Uit vermelden.
3.5. Elektrische bedrading
De behuizing van de controller is voorzien van twee M20-kabelwartels die bedoeld
zijn voor stroomtoevoer. Als geleiding de voorkeur heeft, verwijdert u eenvoudig een
van de M20-pakkingbussen en installeert u een geschikte ½ inch geleidingsadapter.
Zoek de wisselstroom en aarde op het aansluitgedeelte voor de stroomtoevoer.
Bevestig de binnenkomende netstroom-neutrale (wit/blauw),onder spanning (zwart/
bruin) en aarddraden op de juiste klemmen met behulp van een schroevendraaier
op de drukknoppen, zoals weergegeven in (Afbeelding 1) "Bedradingsschema MGS-
408, 410, 450, 460, 550 en 250” op pagina 14.
1100-2295 Rev 1
12
MGS-408 Gebruikershandleiding
Afb. 3-1: Diagrama de cableado MGS-408
nr. Beschrijving
1
24 V DC Out-connector naar
24V DC-voeding
2
RS-485 Modbus-connector
naar gasmeter
3
RS-485 Modbus-connector
naar GBS
Binnen mechanische ruimte /
vriezer / koeler
Buiten mechanische ruimte /
vriezer / koeler
Gasdetector
MGS-550
Controller
MGS-408
Gasdetector
MGS-450
Gasdetector
MGS-410
Voeding
3.6. Communicatieverbindingen
3.6.1 MGS-408 Netwerk voor gasdetectiecontroller
De MGS-408 gasdetectiecontroller is verbonden met MGS410, 450, 460, 550, 250
gasdetectoren met behulp van een afgeschermde twisted-pair apparaatkabel
(Belden 3106A of equivalent) De maximale afstand tussen de verste gasdetector en
de MGS-408 gasdetectiecontroller mag niet meer zijn dan 1372 m als u alleen
Modbus-communicatie gebruikt.
De maximale afstand tussen de MGS-408 en de
verste Bacharach-gassensor bij gebruik van Modbus-communicatie is 305 m. Deze
afstand is kleiner bij gebruik van de MGS-408 als stroombron voor de Bacharach-
gassensoren vanwege spanningsval in de kabel. Houd bij het gebruik van de MGS-
408 als stroombron voor de Bacharach-sensoren rekening met het volgende: de
totale stroomvereisten van de sensoren, de draaddikte van de gebruikte kabel en de
afstand tot de verste gasdetector.
1100-2295 Rev 1
13
MGS-408 Gebruikershandleiding
OPMERKING: Aanbevolen kabel voor Modbus en sensorvermogen
is 16-20 AWG, Belden 3106A afgeschermd/getwist paar.
Stroomvereisten voor Bacharach-gassensoren
Model Belasting (W)
MGS-250 2,5
MGS-410 4
MGS-450 4
MGS-460 4
MGS-550 8
OPMERKING: Wanneer u een MGS-550-gasdetector gebruikt met
tweeaangesloten sensoren, telt deze als (2) kanalen op de controller.
De maximale afstand tot de verste sensor mag de volgende lengten niet
overschrijden op basis van de totale stroomvereisten van alle sensoren die op
de MGS-4018 moeten worden aangesloten. Dat wil zeggen dat voor (8) MGS-410-
sensoren een totaal vermogen van 32 W vereist is.
Totale
belasting
(W)
Maximale draadlengte in ft (m)
20 AWG 18 AWG 16 AWG 14 AWG 12 AWG
2 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305)
4 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305)
6 724 (221) 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305)
8 543 (166) 861 (263) 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305)
10 434 (133) 689 (210) 1000 (305) 1000 (305) 1000 (305)
12 362 (111) 574 (175) 914 (279) 1000 (305) 1000 (305)
14 310 (95) 492 (150) 783 (239) 1000 (305) 1000 (305)
16 271 (83) 430 (132) 685 (209) 1000 (305) 1000 (305)
18
241 (74) 383 (117) 609 (186) 967 (295) 1000 (305)
20 217 (67) 344 (105) 548 (168) 870 (266) 1000 (305)
22 197 (61) 313 (96) 498 (152) 791 (242) 1000 (305)
24 181 (56) 287 (88) 457 (140) 725 (221) 1000 (305)
26
167 (51) 265 (81) 422 (129) 670 (205) 1000 (305)
28 155 (48) 246 (75) 392 (120) 622 (190) 989 (302)
30 145 (45) 230 (71) 365 (112) 580 (177) 923 (282)
32 136 (42) 215 (66) 343 (105) 544 (166) 866 (264)
1100-2295 Rev 1
14
MGS-408 Gebruikershandleiding
De RS-485-communicatiebedrading tussen de gasmeter en MGS-408-
gasdetectiecontroller moet op de volgende manier worden aangesloten:
1. Zoek de Modbus/RS-485-connector in de gasdetector. (Raadpleeg
“(Afbeelding 1) Bedradingsschema MGS-408, 410, 450, 460, 550 en 250” op
pagina 14 hieronder. Raadpleeg voor meer informatie de betreende
handleiding van de gasmeter).
2. Sluit een kabel van een getwist afgeschermd paar aan op het aansluitpunt "B";
let op de draadkleur.
3. Sluit de tweede draad aan op het aansluitpunt "A"; let op de draadkleur.
4. Sluit de aarde aan op het aansluitpunt "GND".
5. Sluit de afscherming of de afvoerdraad aan op het aansluitpunt "SH".
6. Zoek de Modbus/RS-485-connectoren in de MGS-408-gasdetectiecontroller.
Delinker Modbus/RS-485-connector (met het label "Detectors") is voor downline
"slave"-apparaten (inclusief een speciale afschermingspositie) en de rechter
Modbus/RS-485-connector (met het label "GBS") wordt gebruikt om verbinding
te maken met "master-apparaten up-line, zoals bedieningselementen voor
gebouwbeheer.
3.6.2 Integratie met gebouwbeheersysteem
Met een tweede RS - 485-connector kan een GBS communiceren met de MGS-408-
gasdetectiecontroller via Modbus-protocol (zie “5.2. MODBUS Registers” op pagina 31).
De verbinding wordt tot stand gebracht met behulp van een afgeschermde twisted-
pair apparaatkabel (Belden 3106A of equivalent). Gebruik een van de resterende
servicekabelwartels om toegang te krijgen tot de binnenkant van de MGS-408-
gasdetectiecontroller. Zoek de Modbus/RS-485-connector. Bevestig de draden naar
de connector in de richting zoals aangegeven op het bord. Controleer of de polariteit
overeenkomt met de bedrading met het GBS. De afscherming mag alleen worden
geaard op het GBS-apparaat en mag niet worden aangesloten op de controller.
1100-2295 Rev 1
15
MGS-408 Gebruikershandleiding
3.7. Externe alarmen aansluiten
3.7.1 Overzicht
Een geschakeld 24 VDC-contact met de aanduiding "BEACON" is beschikbaar voor
de aansluiting van een extern baken. De terminals kunnen tot 300 mA bij 24 VDC
dalen. Bacharach accessoireverlichting P/N 1100-23XX is bedoeld voor gebruik met
de MGS-408-gasdetectorcontroller.
Vorm C relaiscontacten zijn aanwezig voor de condities FAULT, LOW ALARM en HI ALARM.
3.7.2 Aansluitprocedure
OPGELET: Gebruik de resterende kabelwartels om toegang te krijgen tot de
binnenkant van de controller. Als u boorgaten aanbrengt in de behuizing
van de MGS-408-gasdetectiecontroller kan het apparaat beschadigd raken,
en vervalt de garantie. Zoek de relaisconnectoren. Sluit de kabels aan op de
connectoren.
OPMERKING:De stroom voor de externe alarmen kan worden afgetapt van
de AC IN-connector.
OPMERKING: De relaiscontacten hebben een waarde van 5 A bij 250VAC
(NO-contact) en 2 A bij 250 VAC (NC-contact).
1100-2295 Rev 1
16
MGS-408 Gebruikershandleiding
4. Werking
4.1. Overzicht
4.1.1 Hoofdfunctie
Elke vijf seconden verzamelt de MGS-408-gasdetectiecontroller gasconcentratie- en
statusinformatie van elke aangesloten gasdetector. Gasconcentratie verschijnt op
het lcd-scherm en verbindingsstatus, fout- en alarmcondities worden aangegeven
door de Led-matrix voor elk kanaal. Wanneer een SD-kaart is geïnstalleerd en
datalogging is ingeschakeld (zie hoofdstuk 4.4 op pagina 26), worden concentratie-
en statusinformatie om de 10 seconden vastgelegd voor alle aangesloten
gasdetectoren. Detectorgegevens en statusinformatie van de controller kunnen ook
worden gecommuniceerd via MODBUS, naar een master of BMS-apparaat.
4.1.2 Aanzetten
Na het aanzetten verschijnt de rmwareversie op het lcd-scherm, gevolgd door
een zelftest van led-/lcd en baken. De controller begint dan met het scannen van
aangesloten detectoren en geeft de gerapporteerde gasconcentratie daarvan
weer op het lcd-scherm en statusinformatie op de led-matrix.
4.1.3 Kanaalnummertoetsen
Als u op een kanaalnummertoets drukt, verschijnt een scherm met
detectorspecieke kanaalgegevens waarin u kunt scrollen door
detectorspecieke informatie. Als u nogmaals op de kanaalnummertoets drukt,
wordt het kanaalinstellingen-menu geopend.
1100-2295 Rev 1
17
MGS-408 Gebruikershandleiding
4.1.4 Menu openen en navigatie
Menu Systeemniveau openen:
Hoofdmenu druk op OK. Het geselecteerde menu-item wordt aangegeven met
driehoekjes links en rechts van de beschrijving
Als de menulijst langer is dan kan worden weergegeven, geven pijl-omhoog
en pijl-omlaag aan de rechterkant van het scherm aan dat er extra items
beschikbaar zijn door omhoog of omlaag te scrollen.
Afb. 4-1: Hoofdmenu
Voor sommige schermen die u wilt openen, moet u gegevens invullen, zoals de
instelling voor datum/tijd of de locatiebeschrijving. Deze schermen verschijnen
met een geselecteerd teken, zoals in “(Afbeelding 3) Voorbeeld van gegevensinvoer
vereist”. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om door de tekens voor de locatie
van dat teken te bladeren. Gebruik de pijltoetsen links/rechts om de cursor naar
het volgende teken te verplaatsen. Wanneer alle tekenselecties voor het scherm
zijn voltooid, drukt u op OK om de invoer te accepteren.
Afb. 4-2: Voorbeeld van gegevensinvoer vereist
1100-2295 Rev 1
18
MGS-408 Gebruikershandleiding
4.2. Controller instellen
Afb. 4-3: Diagrama de cableado MGS-408
nr. Beschrijving
1
24 V DC Out-connector naar
24V DC-voeding
2
RS-485 Modbus-connector
naar gasmeter
3
RS-485 Modbus-connector
naar GBS
Binnen mechanische ruimte /
vriezer / koeler
Buiten mechanische ruimte /
vriezer / koeler
Gasdetector
MGS-550
Controller
MGS-408
Gasdetector
MGS-450
Gasdetector
MGS-410
Voeding
4.2.1 Instelparameters
Voordat de controller wordt gebruikt, moet de gebruiker verschillende
parameters instellen op basis van de bedrading van de controller.
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG druk op OK om het instellingenmenu te openen:
Afb. 4-4: Conguratie controller instellen
1100-2295 Rev 1
19
MGS-408 Gebruikershandleiding
4.2.2 Relais instellen
Menu Relais instellen openen:
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG RELAYS druk op OK.
Vanuit dit menu kan elk van de drie relais worden gecongureerd voor normale
of faalveilige werking. De standaardwaarde is normaal. Dit betekent dat normaal
geopende contacten worden gesloten met de gebeurtenis die overeenkomt met
de relaisaanduiding. Als faalveilig wordt geselecteerd, wordt het relais normaal
onder stroom gezet en wordt het gedeactiveerd met de door het relais aangewezen
gebeurtenis of een stroomstoring.
Type alarm voor elk relais selecteren:
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG RELAYS druk op OK om het menu
Relaisinstellen te openen.
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om relais te selecteren en druk op OK.
(Het type conguratie voor het geselecteerde relais begint te knipperen.)
Druk op de pijl naar rechts/links om het type conguratie te wijzigen
endrukop OK.
Afb. 4-5: Menu Relais instellen
Afb. 4-6: Schakelen tussen de alarminstellingen
4.2.3 Akoestische/visueel (AV) alarm-baken
Het baken, indien geïnstalleerd, en de ingebouwde zoemer kunnen worden
ingeschakeld om een alarmconditie aan te geven. Indien ingeschakeld, wordt
het baken geactiveerd en piept de zoemer als er een Laag of Hoog alarm is.
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG AV ALARM druk op OK om het menu
teopenen waarin u de instellingen van het AV-alarm instelt.
1100-2295 Rev 1
20
MGS-408 Gebruikershandleiding
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om relais te selecteren en druk vervolgens op OK.
(Het type conguratie voor het geselecteerde relais begint te knipperen.)
Afb. 4-7: AV-alarm instellen
4.2.4 Foutvergrendeling
Foutvergrendeling is standaard UITGESCHAKELD, waardoor de foutindicatie
de toestand kan wissen zonder tussenkomst van de gebruiker. Wanneer dit is
INGESCHAKELD blijft de foutindicatie bestaan nadat de toestand is opgeheven,
totdat een gebruiker de huidige fouten wist door "FOUT WISSEN" te selecteren
in het diagnose-menu.
Afb. 4-8: Foutvergrendeling
4.2.5 Lcd contrast
Vanuit het lcd-contrast-instelscherm kan het contrast worden aangepast van
1-63, waarbij 30 de standaardinstelling is.
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG LCD CONTRAST druk op OK om het
contrastmenu te openen.
Druk op de pijlen rechts/links om het contrast aan te passen en druk op OK.
1100-2295 Rev 1
21
MGS-408 Gebruikershandleiding
Afb. 4-9: Contrastinstelling
4.2.6 Led helderheid en automatisch dimmen
De helderheid van de ledlampjes op het voorpaneel kan worden aangepast van 0-10.
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG LCD-BRIGHTNESS druk op OK om het
helderheidsmenu te openen:
Druk op de pijlen rechts/links om de helderheid aan te passen en druk op OK .
Een volledig heldere instelling van 10 is zichtbaar vanaf een lange afstand,
maar kan te helder zijn wanneer de gebruiker het toetsenblok bedient.
Daarom wordt de helderheid van de ledlampjes automatisch gedimd tot een
comfortabel niveau wanneer het toetsenbord in gebruik is en teruggaan naar
de geprogrammeerde helderheidinstelling na een periode van inactiviteit van
het toetsenbord.
Afb. 4-10: Helderheid instellen
4.2.7 Datum/tijd
De real-time klok moet worden gecontroleerd en ingesteld na installatie
ofwanneer de knoopcelbatterij wordt vervangen. Vul de maand, dag, jaar,
uuren minuut in en scroll hiervoor door het menu.
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG DATE/TIME druk op OK om naar het
datum/tijd-menu te gaan.
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om de te wijzigen datum/tijd te selecteren
en druk vervolgens op OK.
(Het geselecteerde cijfer begint te knipperen.)
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om de invoer te wijzigen, op de pijlen links/
1100-2295 Rev 1
22
MGS-408 Gebruikershandleiding
rechts om de cursor te verplaatsen en druk op OK.
Afb. 4-11: Datum/tijd-menu
4.2.8 Wachtwoordbeveiliging
De MGS-408-gasdetectiecontroller kan met een wachtwoord worden beveiligd om het
onbevoegd wijzigen van instellingen te voorkomen. Wanneer wachtwoordbeveiliging
is ingeschakeld, kan een gebruiker nog steeds tussen schermen navigeren om
instellingen of de netwerkstatus te controleren. Het apparaat wordt verzonden
met wachtwoordbeveiliging UIT-geschakeld. Het invoeren van een 3-cijferig (niet-nul)
wachtwoord maakt wachtwoordbeveiliging mogelijk. Nadat beveiliging is ingeschakeld,
wordt de gebruiker gevraagd het wachtwoord in te vullen wanneer wordt geprobeerd
een conguratieparameter aan te passen. Na het invullen van het wachtwoord wordt
een invulperiode van 30 minuten toegestaan, waarna de gebruiker opnieuw wordt
gevraagd het wachtwoord in te vullen. Om wachtwoordbeveiliging uit te schakelen,
wijzigt u eenvoudig het wachtwoord in allemaal nullen (000).
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG PASSWORD druk op OK om
wachtwoordbeveiliging te openen.
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om de numerieke waarde te selecteren,
opde pijlen links/rechts om de cursor te verplaatsen en druk op OK.
Afb. 4-12: Wachtwoordbeveiliging
BELANGRIJK: Noteer uw wachtwoord en sla het op.
1100-2295 Rev 1
23
MGS-408 Gebruikershandleiding
4.2.9 Fabrieksinstellingen
Als FACTORY RESET wordt geselecteerd, worden alle gebruikersinstellingen
teruggezet in de fabrieksinstellingen. Een bevestigingsscherm vraagt de
gebruiker om zijn of haar keuze te bevestigen, omdat de gebruikersinstellingen
verloren gaan en u elk kanaal opnieuw moet congureren. Noteer daarom
deinstellingen in elk kanaalbewerkingsscherm voordat u een reset uitvoert.
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG FACTORY RESET druk op OK om de
fabrieksinstellingen te herstellen.
Druk op OK om door te gaan en op X om af te sluiten.
Afb. 4-13: Fabrieksinstellingen
4.2.10 Update Firmware
Wanneer bijgewerkte rmware beschikbaar is, kan deze via de SD-kaart worden
geïnstalleerd. Selecteer 'SD EJECT' in het menu 'DATA LOGGING' en verwijder de
SD-kaart. Verander de naam van het nieuwe rmware-afbeeldingenbestand met
behulp van een pc of laptop in MGS408.txt en kopieer het bestand naar de SD-kaart.
Installeer de SD-kaart opnieuw in de sleuf in de controller en selecteer 'FIRMWARE
UPDATEN' in het menu 'CONTRLR CONFIG'. De nieuwe rmware wordt eerst naar
het ash-geheugen gekopieerd, geverieerd en naar de ruimte van de applicatie
verplaatst, gevolgd door een herstart. Dit proces kan enkele minuten duren.
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG UPDATE FIRMWARE druk op OK om een
rmware-update uit te voeren.
Druk op OK om door te gaan en op X om af te sluiten.
Afb. 4-14: Firmware-scherm
1100-2295 Rev 1
24
MGS-408 Gebruikershandleiding
Afb. 4-15: Firmware resetten
4.3. Kanaal Samenvatting en instellingen
Als u op een CH (X)-toets drukt in het scherm Kanaalconguratie, verschijnt
er een scherm met kanaaloverzicht met gedetailleerde informatie over de
gasdetector die aan dat kanaal is toegewezen.
Afb. 4-16: Kanaal
4.3.1 Overzicht kanaal instellen
Voorafgaand aan het instellen van kanaalparameters moet het
installatieprogramma het type apparaat, het knooppuntadres en de
baud-snelheid voor elke aangesloten detector veriëren en registreren.
Alledetectoren moeten worden ingesteld op dezelfde baud-snelheid,
ofwel9600(standaard) of 19200, en moeten een uniek knooppuntadres hebben.
DeMASTER BAUD-instelling in het MODBUS CONFIG-menu moet overeenkomen
met de instellingen van de detectoren.
Hoofdmenu CONTRLR CONFIG CHANNEL (X) druk op OK om het
kanaalconguratie-menu te openen.
of
Druk tweemaal op CH (X) om monitoring voor een kanaal in of uit te schakelen:
OPMERKING: Instructies voor dit gedeelte zullen deze snelkoppeling
gebruiken. Voor elk detectorkanaal zijn er vier parameters die de gebruiker
kan instellen; MAAN, TYP, ADR, LOC.
1100-2295 Rev 1
25
MGS-408 Gebruikershandleiding
Afb. 4-17: Kanaal
4.3.2 CH(X) MON (Monitor)
Als deze parameter is ingesteld op AAN of UIT dan wordt de monitoring van de aan
dat kanaal toegewezen gasdetector in- of uitgeschakeld. Indien deze is ingesteld op
AAN probeert de controller om de vijf seconden gegevens te verzamelen van het type
gasdetector en op het knooppuntadres dat gedenieerd is in de overeenkomstige
kanaalparameters. Succesvolle communicatie wordt aangegeven met een ononderbroken
groen ledlampje naast de kanaalnummertoets. Telkens wanneer gegevens worden
verzameld, knippert het ledlampje om een goede communicatieverbinding aan te geven.
Mislukte communicatie wordt aangegeven door een knipperend groen ledlampje en
een geel ledlampje voor systeemfout. Mislukte communicatie kan worden veroorzaakt
door een verkeerde combinatie van het knooppuntadres, het type apparaat of de
instellingen voor baud-snelheid tussen de controller en de detector, of een detector
zonder stroomvoorziening. Als u de MON-parameter op UIT zet, wordt de aan dat
kanaal toegewezen gasdetector uitgesloten van scannen. Als op alle kanalen de
monitorparameters op UIT staan, wordt een systeemniveaufout geactiveerd om aan
tegeven dat er geen detectoren worden gemonitord.
Druk tweemaal op CH (X) MON (AAN/UIT) druk op OK om monitoring voor
een kanaal in of uit te schakelen.
Druk op de pijltoetsen om het item te selecteren en druk op OK.
4.3.3 CH(X) TYP (type apparaat)
De parameter voor type apparaat geeft aan welk model apparaat is aangesloten
op CH (X). Er zijn zes ondersteunde typen apparaten; MGS250, MGS410,
MGS450, MGS460, MGS550S1, MGS550S2. Voor MGS 550-modellen geven de
S1- en S2-aanduidingen aan welke van de twee aangesloten sensoren moet
worden toegewezen aan CH (X).
Druk tweemaal op CH (X) CH (X) TYP MGS (X) en druk op OK om het type
apparaat te selecteren dat voor een kanaal wordt gebruikt:
Druk op de pijltoetsen om het item te selecteren en druk op OK.
1100-2295 Rev 1
26
MGS-408 Gebruikershandleiding
4.3.4 CH (X) ADR (knooppuntadres)
Elke aangesloten detector moet een uniek knooppuntadres hebben.
(ziedehandleiding voor de gasdetector voor het instellen van het
knooppuntadres van de detector).
Druk tweemaal op CH (X) CH (X) ADR (XXX) druk op OK om het
knooppuntadres in te stellen.
Raadpleeg de handleiding van de detector voor de juiste instelling voor het
knooppuntadres van de detector, druk op de pijltoetsen om de juiste instelling
te selecteren en druk op OK.
OPMERKING: Selecteer het knooppuntadres dat overeenkomt met de
detector die is toegewezen aan CH (X). Geldige adressen zijn 1-247.
4.3.5 CH(X) LOC (locatie)
Voor elk kanaal kan een string van 16 tekens worden gedenieerd om de naam
of locatie van de aan dat kanaal toegewezen detector te beschrijven.
Druk tweemaal op CH (X) CH (X) LOC (locatie) druk op OK om de locatie in
te stellen.
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om de waarde te selecteren, op de pijlen
links/rechts om de cursor te verplaatsen en druk op OK.
OPMERKING: Deze string verschijnt in het CHx-overzichtscherm als
hulpmiddel om de locatie van de bijbehorende gasdetector te identiceren.
4.4. Datalogging
4.4.1 Overzicht datalogging
Als een SD-kaart is geïnstalleerd, registreert de MGS408 om de 10seconden
deconcentratie, maateenheden, gasnaam, Laag of Hoog alarm,
detectorfoutcode en controllerfoutcode.
Loggegevens worden gedurende 10 minuten gebuerd voordat ze naar de
SD-kaart worden geschreven. Het is dus belangrijk om het menu-item 'SD EJECT'
te gebruiken voordat u de SD-kaart verwijdert. Dit zal de inhoud van de buer
1100-2295 Rev 1
27
MGS-408 Gebruikershandleiding
schrijven en datalogging uitschakelen, zodat de kaart kan worden verwijderd.
Loggegevens worden verdeeld in wekelijkse bestanden met behulp van de
naamgevingsconventie MGS408_LOG_WEEK_XXX_OF_YYYY.csv, waarbij XXX het
weeknummer is (1-52) en YYYY het jaar is. Het bestandsformaat is door komma's
gescheiden tekst die rechtstreeks in Microsoft Excel kan worden geopend.
Rij1bevat een beschrijvende koptekst voor elke kolom. De meegeleverde 32 GB
SD-kaart kan tot 10 jaar aan loggegevens bevatten.
4.4.2 SD-kaart vereisten
De MGS408 wordt geleverd met een geïnstalleerde 32 GB SD-kaart, die tot
10 jaar aan loggegevens kan bevatten. Een compatibele SD-kaart heeft een
capaciteit van 32 GB of minder en wordt geformatteerd in FAT32.
4.4.3 Datalogging-menu
Vanuit het datalogging-menu kan de gebruiker de SD-kaart veilig uitwerpen,
logging AAN of UIT zetten, het percentage resterende vrije ruimte op
de SD-kaart bekijken en alle huidige of historische foutcodes bekijken.
Afb. 4-18: Datalogging-menu
4.4.3.1 SD EJECT
Selecteer deze optie voordat u de SD-kaart verwijdert. Hiermee worden
alle gebuerde loggegevens naar de kaart geschreven en wordt het loggen
uitgeschakeld. Het loggen wordt automatisch hervat wanneer de SD-kaart
opnieuw wordt geplaatst.
Hoofdmenu DATA LOGGING SD EJECT druk opOK om veilig een SD-kaart
te verwijderen.
4.4.3.2 LOGGING(ON/OFF)
Zet datalogging aan of uit door dit item in te stellen op AAN of UIT.
1. Datalogging aan- of uitzetten: Druk op de pijltoetsen om het item te
selecteren en druk op OK.
1100-2295 Rev 1
28
MGS-408 Gebruikershandleiding
4.4.3.3 SD %FREE
Toont het percentage resterende ruimte op de geplaatste SD-kaart
Hoofdmenu DATA LOGGING druk op OK om SD %FREE te bekijken en te zien
wat het percentage vrije ruimte is.
4.4.3.4 SD FAULT (XX)
Fouten die zijn gekoppeld aan de SD-kaart worden weergegeven als een
tweecijferige code naast dit menu-item. Als u deze selecteert, wordt er een lijst
waardoor u kunt scrollen met fouten in het Engels weergegeven.
Hoofdmenu DATA LOGGING druk op OK om de foutcodes te bekijken:
Druk op OK om een fout te selecteren en een voorgestelde oplossing weer te
geven. SD-kaartspecieke fouten zijn onder meer:
y SD-KAART ONTBREEKT (01) y SD-BESTAND FOUT
(10)
y
SD STROOM FOUT (02) y SD SCHRIJVEN MISLUKT
(20)
y
SD-KAART VOL (04) y SD CAP LEZEN
(40)
y
SD PLAATSEN
MISLUKT
(08) y SD SCHRIJFBEVEILIGING
MISLUKT
(80)
4.4.3.5 LAST FLT (XX)
Dit item geeft een tweecijferige fouthistoriecode weer en als u deze selecteert,
wordt een lijst waardoor u kunt scrollen met fouten weergegeven in het Engels.
Als u een foutitem selecteert, wordt een voorgestelde oplossing weergegeven.
Hoofdmenu DATA LOGGING LAST FAULT druk op OK om een
voorgestelde oplossing voor een storing te bekijken:
Druk op de pijl omhoog/omlaag om het foutitem te selecteren en druk op OK.
OPMERKING: De code kan uit het diagnose-menu worden gewist door
“CLRLAST SDFAULT” te selecteren.
1100-2295 Rev 1
29
MGS-408 Gebruikershandleiding
5. MODBUS
5.1. MODBUS Overzicht
MODBUS RTU-protocol wordt gebruikt voor zowel downline
detectorcommunicatie als upline BMS-communicatie. Communicatieparameters
kunnen worden ingesteld vanuit het MODBUS CONFIG-menu.
De MGS-408-controller fungeert als een MODBUS-masterapparaat aan
dedetectorzijde en als een MODBUS-slave-apparaat aan de GBS-zijde.
Hoofdmenu MODBUS CONFIG druk op OK om het MODBUS
CONFIG- menu te openen:
Fig. 5-1: MODBUS-menu
5.1.1 MASTER BAUD-ADRES
Slave-apparaten (gasdetectoren) communiceren met het master-apparaat
(MGS4088-controller) met deze baudrate, ofwel 9600 (standaard) of 19200.
Hoofdmenu MODBUS CONFIG MASTR BAUD druk op OK om de Master
BAUD te wijzigen.
Druk op de pijltoetsen om het item te selecteren en druk op OK.
5.1.2 SLAVE NODE ADRES
Dit is het Modbus-knooppuntadres (1-247) dat het upstream-BMS moet
gebruiken bij het verzenden van query's naar de controller.
Hoofdmenu MODBUS CONFIG SLAVE NODE druk op OK om het
slave-knooppuntadres te wijzigen.
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om de waarde te selecteren, op de pijlen
links/rechts om de cursor te verplaatsen en druk op OK.
1100-2295 Rev 1
30
MGS-408 Gebruikershandleiding
5.1.3 SLAVE BAUD-SNELHEID
De MGS408-controller gebruikt deze baud-snelheid om te communiceren met
het upstream-BMS- of MODBUS-masterapparaat, 9600 (standaard) of 19200.
Hoofdmenu MODBUS CONFIG SLAVE BAUD druk op OK om de Slave
BAUD te wijzigen:
Druk op de pijltoetsen om het item te selecteren en druk op OK.
5.1.4 SLAVE PARITY
Deze PARITY-instelling moet overeenkomen met de BMS PARITY (NONE, EVEN of ODD).
Hoofdmenu MODBUS CONFIG SLAVE PRTY (XXXX) druk op OK om de
Slave-pariteit te wijzigen: .
Druk op de pijltoetsen om het item te selecteren en druk op OK.
5.1.5 SLAVE STOP BIT
Het aantal stopbits (1 of 2) moet overeenkomen met de BMS-instelling.
Hoofdmenu MODBUS CONFIG SLAVE STOP (X) druk op OK om bits te stoppen.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om het item te selecteren en druk op OK.
5.1.6 SLAVE TERMINATION
Een afsluitweerstand van 120 ohm kan worden ingeschakeld op de
BMS-verbinding. Dit is meestal alleen nodig voor kabellengtes van meer
dan300meter. Stel voor kortere afstanden deze aansluiting in op UIT.
Hetaantal stopbits (1 of 2) moet overeenkomen met de BMS-instelling.
Hoofdmenu MODBUS CONFIG SLAVE TERM (X) druk op OK om
de slave-afsluiting in te stellen: .
Druk op de pijltoetsen om het item te selecteren en druk op OK.
1100-2295 Rev 1
31
MGS-408 Gebruikershandleiding
5.2. MODBUS Registers
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 04
(lees ingangregisters)
Itemgroep Notities
R 30001 Sensor 1 wordt gemonitord-
aanduiding
Sensor 1 0=NIET
GEMONITORD
1=GEMONITORD
R X 30002 Sensor 1 communicatiestatus Sensor 1 1=COM NORMAAL,
2=COM MISLUKT
R X 30003 Sensor 1 modbus foutcode Sensor 1
Uitzonderingscode
van
Modbus-standaard
R X 30004 Sensor 1 concentratie Sensor 1 0-65535
R X 30005 Sensor 1 statuscode Sensor 1 0=OFFLINE
1=WARMUP
2=ONLINE
R X 30006 Sensor 1 foutcode (high byte) Sensor 1 Sensorspeciek
R X 30007 Sensor 1 sensor foutcode Sensor 1 Sensorspeciek
R X 30008 Sensor 1°C Sensor 1 Sensorspeciek
R X 30009 Sensor 1 met aanduiding Kal
verlopen
Sensor 1 0=Kal geldig,
1=Kal verlopen
R X 30010 Sensor 1 Laag alarm-aanduiding Sensor 1 0=Geen alarm,
1=Alarm
R X 30011 Sensor 1 Hoog alarm-aanduiding Sensor 1 0=Geen alarm,
1=Alarm
R X 30012 Sensor 1 Verzadiging-aanduiding Sensor 1 0=Onverzadigd,
1=Verzadigd
R X 30013 Sensor 1 Onderstroom-aanduiding Sensor 1 0=Normaal,
1=Onderstroom
R 30014 Sensor 1 Apparaat
Type code
Sensor 1 0=MGS250,
1=MGS400,
2=MGS450,
3=MGS460,
4=MGS550-S1,
5=MGS550-S2
R W 30015 Sensor 1 Knooppuntadres Sensor 1 1-254
R X 30016 Sensor 1 Code sensortype Sensor 1 Sensorspeciek
1100-2295 Rev 1
32
MGS-408 Gebruikershandleiding
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 04
(lees ingangregisters)
Itemgroep Notities
R X 30017 Sensor 1 Concentratie-eenheden Sensor 1 1=ppm,
2=ppb,
3=%VOL,
4=%LEL
R X 30018 Sensor 1 Schaalfactor Sensor 1 Vermogen van
10 gebruikt bij
concentratie,
deelconc.
door10^ x voor
juiste waarde
(alleen MGS550)
R X 30019 Sensor 1 Type gas Tekstteken 1,2 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30020 Sensor 1 Type gas Tekstteken 3,4 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30021 Sensor 1 Type gas Tekstteken 5,6 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30022 Sensor 1 Type gas Tekstteken 7,8 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30023 Sensor 1 Type gas Tekstteken 9,10 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30024 Sensor 1 SID Tekstteken 1,2 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30025 Sensor 1 SID Tekstteken 3,4 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30026 Sensor 1 SID Tekstteken 5,6 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30027 Sensor 1 SID Tekstteken 7,8 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30028 Sensor 1 UID Tekstteken 1,2 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30029 Sensor 1 UID Tekstteken 3,4 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30030 Sensor 1 UID Tekstteken 5,6 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30031 Sensor 1 UID Tekstteken 7,8 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30032 Sensor 1 Alias Tekstteken 1,2 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30033 Sensor 1 Alias Tekstteken 3,4 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30034 Sensor 1 Alias Tekstteken 5,6 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30035 Sensor 1 Alias Tekstteken 7,8 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30036 Sensor 1 Alias Tekstteken 9,10 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30037 Sensor 1 Alias Tekstteken 11,12 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30038 Sensor 1 Alias Tekstteken 13,14 Sensor 1 ASCII-tekens
1100-2295 Rev 1
33
MGS-408 Gebruikershandleiding
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 04
(lees ingangregisters)
Itemgroep Notities
R X 30039 Sensor 1 Alias Tekstteken 15,16 Sensor 1 ASCII-tekens
R X 30051-
30100
SENSOR 2 DATA-GROEP
(HERHALING VAN SENSOR 1)
Sensor 2
R X 300101-
30150
SENSOR 3 DATA-GROEP
(HERHALING VAN SENSOR 1)
Sensor 3
R X 30151-
30200
SENSOR 4 DATA-GROEP
(HERHALING VAN SENSOR 1)
Sensor 4
R X 30201-
30250
SENSOR 5 DATA-GROEP
(HERHALING VAN SENSOR 1)
Sensor 5
R X 30251-
30300
SENSOR 6 DATA-GROEP
(HERHALING VAN SENSOR 1)
Sensor 6
R X 30301-
30350
SENSOR 7 DATA-GROEP
(HERHALING VAN SENSOR 1)
Sensor 7
R X 30351-
30400
SENSOR 8 DATA-GROEP
(HERHALING VAN SENSOR 1)
Sensor 8
R X 31000 Sensor 1 Concentratie Sensor 1
R X 31001 Sensor 2 Concentratie Sensor 2
R X 31002 Sensor 3 Concentratie Sensor 2
R X 31003 Sensor 4 Concentratie Sensor 3
R X 31004 Sensor 5 Concentratie Sensor 4
R X 31005 Sensor 6 Concentratie Sensor 5
R X 31006 Sensor 7 Concentratie Sensor 6
R X 31007 Sensor 8 Concentratie Sensor 7
R X 31032 Sensor 1 Foutcode (high byte) Sensor 1
R X 31033 Sensor 1 Foutcode Sensor 1
R X 31034 Sensor 2 Foutcode (high byte) Sensor 2
R X 31035 Sensor 2 Foutcode Sensor 2
R X 31036 Sensor 3 Foutcode (high byte) Sensor 3
R X 31037 Sensor 3 Foutcode Sensor 3
R X 31038 Sensor 4 Foutcode (high byte) Sensor 4
R X 31039 Sensor 4 Foutcode Sensor 4
R X 31040 Sensor 5 Foutcode (high byte) Sensor 5
1100-2295 Rev 1
34
MGS-408 Gebruikershandleiding
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 04
(lees ingangregisters)
Itemgroep Notities
R X 31041 Sensor 5 Foutcode Sensor 5
R X 31042 Sensor 6 Foutcode (high byte) Sensor 6
R X 31043 Sensor 6 Foutcode Sensor 6
R X 31044 Sensor 7 Foutcode (high byte) Sensor 7
R X 31045 Sensor 7 Foutcode Sensor 7
R X 31046 Sensor 8 Foutcode (high byte) Sensor 8
R X 31047 Sensor 8 Foutcode Sensor 8
R W 40002 RS-485 knooppuntadres Controller-
gerelateerd
1-254
R W 40003 Baud-snelheid Controller-
gerelateerd
0=9600 1=19200
R W 40004 Stopbits Controller-
gerelateerd
1 of 2
R W 40005 Pariteit Controller-
gerelateerd
0=geen 1=oneven
2=even
R W 40006 Controller UIDTeken1,2 Controller-
gerelateerd
ASCII-tekens
R W 40007 Controller UIDTeken3,4 Controller-
gerelateerd
ASCII-tekens
R W 40008 Controller UIDTeken5,6 Controller-
gerelateerd
ASCII-tekens
R W 40009 Controller
UID Teken 7,8
Controller-
gerelateerd
ASCII-tekens
R X 40010 16 bit Huidige foutcode controller Controller-
gerelateerd
0-65535
R X 40011 16 bit Laatste foutcode controller Controller-
gerelateerd
0-65535
R X 40012 Softwareversie controller Controller-
gerelateerd
X100
R W 40013 Relais 1 Contact-gedrag / faalveilig Controller-
gerelateerd
0=normaal
1=Faalveilig
R W 40014 Relais 2 Contact-gedrag / faalveilig Controller-
gerelateerd
0=normaal
1=Faalveilig
R W 40015 Relais 3 Contact-gedrag / faalveilig Controller-
gerelateerd
0=normaal
1=Faalveilig
R X 40016
24 V voedingsspanning
x100 Diagnose 2400=24.00 V
R X 40017 24 V voedingsuitgang naar
sensorspanning x 100
Diagnose 2400=24.00 V
R X 40018 Batterijspanning x100 Diagnose 300=3.0V
R X 40019 Controller 5 V
voedingsspanning x100
Diagnose 500=5.00V
R X 40020 Controller 3,3V voedingsspanning x100 Diagnose 330=3.30V
R X 40021 Temperatuur controller x 100 Diagnose 2500 = 25.00
graden C
R X 40022 Controller tact- en mag-
schakelstatus
Diagnose Som van
geactiveerde
schakelwaarden
R W 40023 Zoemer inschakelen Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
R W 40024 Datalogging ingeschakeld Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
R W 40025 Foutvergrendeling ingeschakeld Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
1100-2295 Rev 1
35
MGS-408 Gebruikershandleiding
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 04
(lezen/vooraf instellen)
Itemgroep Notities
R X 40020 Controller 3,3V voedingsspanning x100 Diagnose 330=3.30V
R X 40021 Temperatuur controller x 100 Diagnose 2500 = 25.00
graden C
R X 40022 Controller tact- en mag-
schakelstatus
Diagnose Som van
geactiveerde
schakelwaarden
R W 40023 Zoemer inschakelen Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
R W 40024 Datalogging ingeschakeld Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
R W 40025 Foutvergrendeling ingeschakeld Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 04
(lezen/vooraf instellen)
Itemgroep Notities
R X 40017 24 V voedingsuitgang naar
sensorspanning x 100
Diagnose 2400=24.00 V
R X 40018 Batterijspanning x100 Diagnose 300=3.0V
R X 40019 Controller 5 V
voedingsspanning x100
Diagnose 500=5.00V
R X 40020 Controller 3,3V voedingsspanning x100 Diagnose 330=3.30V
R X 40021 Temperatuur controller x 100 Diagnose 2500 = 25.00
graden C
R X 40022 Controller tact- en mag-
schakelstatus
Diagnose Som van
geactiveerde
schakelwaarden
R W 40023 Zoemer inschakelen Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
R W 40024 Datalogging ingeschakeld Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
R W 40025 Foutvergrendeling ingeschakeld Controller-
gerelateerd
0=Uitgeschakeld
1=Ingeschakeld
1100-2295 Rev 1
36
MGS-408 Gebruikershandleiding
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 02
(lees invoerstatus)
Type
Itemgroep
R X 10001 Sensor 1 Laag alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 1
R X 10002 Sensor 2 laag alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 2
R X 10003 Sensor 3 laag alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 3
R X 10004 Sensor 4 laag alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 4
R X 10005 Sensor 5 laag alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 5
R X 10006 Sensor 6 laag alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 6
R X 10007 Sensor 7 laag alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 7
R X 10008 Sensor 8 laag alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 8
R X 10033 Sensor 1 hoog alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 1
R X 10034 Sensor 2 Hoog alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 2
R X 10035 Sensor 3 Hoog alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 3
R X 10036 Sensor 4 Hoog alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 4
R X 10037 Sensor 5 Hoog alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 5
R X 10038 Sensor 6 Hoog alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 6
R X 10039 Sensor 7 Hoog alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 7
R X 10040 Sensor 8 Hoog alarm-aanduiding (0 of 1 = alarm) Sensor 8
R X 10065 Sensor 1 elk alarm-aanduiding (0of 1 = alarm) Sensor 1
R X 10066 Sensor 2 Elk alarm-aanduiding (0of 1 = alarm) Sensor 2
R X 10067 Sensor 3 Elk alarm-aanduiding (0of 1 = alarm) Sensor 3
R X 10068 Sensor 4 Elk alarm-aanduiding (0of 1 = alarm) Sensor 4
R X 10069 Sensor 5 Elk alarm-aanduiding (0of 1 = alarm) Sensor 5
R X 10070 Sensor 6 Elk alarm-aanduiding (0of 1 = alarm) Sensor 6
R X 10071 Sensor 7 Elk alarm-aanduiding (0of 1 = alarm) Sensor 7
R X 10072 Sensor 8 Elk alarm-aanduiding (0of 1 = alarm) Sensor 8
R X 10097 Sensor 1 Fout-aanduiding (0 of 1 = fout) Sensor 1
R X 10098 Sensor 2 Fout-aanduiding (0 of 1 = fout) Sensor 2
R X 10099 Sensor 3 Fout-aanduiding (0 of 1 = fout) Sensor 3
R X 10100 Sensor 4 Fout-aanduiding (0 of 1 = fout) Sensor 4
R X 10101 Sensor 5 Fout-aanduiding (0 of 1 = fout) Sensor 5
R X 10102 Sensor 6 Fout-aanduiding (0 of 1 = fout) Sensor 6
R X 10103 Sensor 7 Fout-aanduiding (0 of 1 = fout) Sensor 7
R X 10104 Sensor 8 Fout-aanduiding (0 of 1 = fout) Sensor 8
R W 10129 Sensor 1 Ingeschakeld-aanduiding
(0=uitgeschakeld 1=ingeschakeld)
Sensor 1
R W 10130 Sensor 2 ingeschakeld-aanduiding
(0=uitgeschakeld 1=ingeschakeld)
Sensor 2
R W 10131 Sensor 3 ingeschakeld-aanduiding
(0=uitgeschakeld 1=ingeschakeld)
Sensor 3
R W 10132 Sensor 4 ingeschakeld-aanduiding
(0=uitgeschakeld 1=ingeschakeld)
Sensor 4
1100-2295 Rev 1
37
MGS-408 Gebruikershandleiding
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 02
(lees invoerstatus)
Type
Itemgroep
R W 10133 Sensor 5 ingeschakeld-aanduiding
(0=uitgeschakeld 1=ingeschakeld)
Sensor 5
R W 10134 Sensor 6 ingeschakeld-aanduiding
(0=uitgeschakeld 1=ingeschakeld)
Sensor 6
R W 10135 Sensor 7 ingeschakeld-aanduiding
(0=uitgeschakeld 1=ingeschakeld)
Sensor 7
R W 10136 Sensor 8 ingeschakeld-aanduiding
(0=uitgeschakeld 1=ingeschakeld)
Sensor 8
R X 10200 Relais 1 status (0 of 1 = onder spanning) Controller-
gerelateerd
R X 10201 Relais 2 Status (0 of 1 = onder spanning) Controller-
gerelateerd
R X 10202 Relais 2 Status (0 of 1 = onder spanning) Controller-
gerelateerd
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 01/05
(lezen/forceer spoel)
Type
Itemgroep
00004 Relais gesloten-test. Als u deze aanduiding
op 1 zet, worden alle 3 relais tegelijkertijd
gedurende 5 seconden gesloten. Aan het
einde van de test keren de relais terug naar
hun normale werking. Tijdens de test blijft de
Modbus-aanduiding AAN. Wanneer de test is
voltooid, gaatde aanduiding over naar UIT
DYN
00005 Relais geopend-test. Als u deze aanduiding
op 1 zet, worden alle 3 relais tegelijkertijd
gedurende 5 seconden geopend. Aan het
einde van de test keren de relais terug naar
hun normale werking. Tijdens de test blijft de
Modbus-aanduiding AAN. Wanneer de test is
voltooid, gaatde aanduiding over naar UIT
R X 0x00 Naam leverancier "Bacharach" STA Controller-
gerelateerd
R X 0x01 Productcode "MGS-408" STA Controller-
gerelateerd
R X 0x02 Grote kleine rev "NN.nn" STA Controller-
gerelateerd
Functiecode 01/05
(lezen/forceer spoel)
Itemgroep
00004 Relais gesloten-test. Als u deze aanduiding
op 1 zet, worden alle 3 relais tegelijkertijd
gedurende 5 seconden gesloten. Aan het
einde van de test keren de relais terug naar
hun normale werking. Tijdens de test blijft de
Modbus-aanduiding AAN. Wanneer de test is
voltooid, gaatde aanduiding over naar
UIT
DYN
00005 Relais geopend-test. Als u deze aanduiding
op 1 zet, worden alle 3 relais tegelijkertijd
gedurende 5 seconden geopend. Aan het
einde van de test keren de relais terug naar
hun normale werking. Tijdens de test blijft de
Modbus-aanduiding AAN. Wanneer de test is
voltooid, gaatde aanduiding over naar UIT
R X 0x00 Naam leverancier "Bacharach" STA Controller-
gerelateerd
R X 0x01 Productcode "MGS-408" STA Controller-
gerelateerd
R X 0x02 Grote kleine rev "NN.nn" STA Controller-
gerelateerd
1100-2295 Rev 1
38
MGS-408 Gebruikershandleiding
Lezen
Schrijven
Adres
registreren
Functiecode 01/05
(lezen/forceer spoel)
Type
Itemgroep
R X 0x00 Naam leverancier "Bacharach" STA Controller-
gerelateerd
R X 0x01 Productcode "MGS-408" STA Controller-
gerelateerd
R X 0x02 Grote kleine rev "NN.nn" STA Controller-
gerelateerd
1100-2295 Rev 1
39
MGS-408 Gebruikershandleiding
6. Diagnose en probleemoplossing
6.1. Diagnose-menu
Vanuit het diagnose-menu kan de gebruiker huidige en historische fouten
bekijken en wissen, voedingsspanningen bekijken en live-Modbus-verkeer
bekijken voor zowel master-, slave- als Bluetooth-verbindingen. Het diagnose-
menu verschijnt op de tweede pagina van het hoofdmenu.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS druk op OK om het Diagnose-menute openen:
Afb. 6-1: Diagnose-menu
6.1.1 DISPLAY CURRENT FAULT
Geeft de huidige foutcode van de actieve controller weer, samen met een lijst
met foutbeschrijvingen.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS CURRENT FAULT druk op OK om toegang
tekrijgen tot de huidige actieve foutcode van de controller.
Gebruik de pijlen omhoog/omlaag om een foutbeschrijving te selecteren en
druk op OK voor meer informatie over de fout en mogelijke oplossingen.
Afb. 6-2: Current Fault
1100-2295 Rev 1
40
MGS-408 Gebruikershandleiding
6.1.2 DISPLAY LAST FAULT
Toont historische foutcode en lijst. Intermitterende foutcondities kunnen hier
worden bekeken.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS LAST FAULT druk op OK om de foutcondities
te bekijken.
Gebruik de pijlen omhoog/omlaag om een foutbeschrijving te selecteren
en druk vervolgens op OK voor meer informatie over de fout en mogelijke
oplossingen.
6.1.3 CLEAR FAULT
Zet de huidige actieve foutcode terug naar nul (geen fouten). Gebruik dit om fouten
te wissen wanneer u ziet dat “Foutvergrendeling” op pagina 20 ingeschakeld is.
Raadpleeg “Foutvergrendeling” op pagina 20 voor meer informatie.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS CLEAR FAULT druk tweemaal op OK om de
actieve foutcode te resetten.
6.1.4 CLEAR LAST FAULT
Zet de historische laatste foutcode terug naar nul. Gebruik dit om terugkerende,
intermitterende foutcondities te vinden.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS LAST CLEAR FAULT druk tweemaal op OK om
de laatste foutcode te resetten.
6.1.5 CLEAR LAST SD FAULT
Reset de historische SD-kaartfoutcode. Gebruik dit om terugkerende
intermitterende foutcondities met de SD-kaart of datalogging te vinden.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS CLR LAST SD-FAULT druk tweemaal op OK om
deSD-foutcode te resetten.
6.1.6 POWER
Toont live-voedingsspanningen en chassistemperatuur. Gebruik dit wanneer
een SUPPLY VOLTS ERR of CHASSIS TEMP HI als storing wordt aangegeven.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS POWER druk op OK om informatie over de
voedingsspanning te bekijken: .
Spanningstoleranties:
y TOEVOER IN=24 V ±3 y 3,3 V=3,3 V ±0,3 V
y TOEVOER UIT=24 V ±3 y BAT= 1,8 V t/m 3,6 V (knoopcelspanning)
y 5 V=5 V ± 0,3 y T =60 t/m -20 gr C (binnentemperatuur van het chassis)
1100-2295 Rev 1
41
MGS-408 Gebruikershandleiding
6.1.7 MODBUS SLAVE
Toont het live-Modbus-verkeer voor de BMS-verbinding. Gebruik dit bij het
oplossen van communicatieproblemen met upstream master-apparaten.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS MODBUS SLAVE druk op OK om het scherm te
wissen en de volgende vraag en het antwoord te bekijken: .
Voor elke query die de controller van een master-apparaat of BMS ontvangt:
aantal verzonden bytes TX=, gebruikte functiecode FUNC=, gevraagd
registeradres ADDR= en eventuele fouten of uitzonderingen op de onderste regel.
6.1.8 MODBUS MASTER
Toont het live-Modbus-verkeer voor elk kanaal. Gebruik dit bij het oplossen van
communicatieproblemen met detectoren op het slave-netwerk.
Hoofdmenu DIAGNOSTICS MODBUS-MASTER druk op OK om MODBUS-
communicatieproblemen op te lossen: .
Gebruik de pijlen omhoog/omlaag om van kanaalnummer te wisselen en
druk vervolgens op OK om het scherm te wissen en de volgende vraag en
antwoord te bekijken.
Voor elke door de controller verzonden zoekopdracht het aantal verzonden
bytes TX=, de gebruikte functiecode FUNC=, het gevraagde registeradres
ADDR= en eventuele fouten of uitzonderingen op de onderste regel.
1100-2295 Rev 1
42
MGS-408 Gebruikershandleiding
6.2. FOUTCODES
Code Kritieke fout Mogelijke oorzaken Oplossing
0001 CHASSIS
TEMP HI
Chassis-temperatuur buiten
het bereik van -20 t/m 60°C
Verlaag de omgevingstemperatuur
of controleer op stroomstoringen.
0002 RS485
MSTRBUFR
Bueroverloop
communiceert met
detectoren
Schakel op één na alle kanalen
uit, gebruik het MODBUS MASTER
verkeersscherm voor éénkanaal
tegelijk.
0004 RS485
SLAVEBUFR
Bueroverloop
communiceert metBMS
Gebruik het MODBUS SLAVE-
verkeersscherm omeen diagnose
te stellen.
0008 RS485
MSTRCRC
CRC-fout bij communicatie
metdetectoren
Schakel op één na alle kanalen
uit, gebruik het MODBUS MASTER
verkeersscherm voor één kanaal
tegelijk.
0010 RS485
SLAVECRC
CRC-fout bij communicatie
metBMS
Gebruik het MODBUS SLAVE-
verkeersscherm omeen diagnose
te stellen.
0020 BT SLAVE CRC CRC-fout bij communicatie
met Bluetooth-APP
Gebruik BLUETOOTH-
verkeersscherm om eendiagnose
te stellen.
0040 RS485
SLTMOUT
Modbus timeout
communiceert metBMS
Gebruik het MODBUS SLAVE-
verkeersscherm omeen diagnose
te stellen.
0080 BLE
EEPROM
Fout bij het congureren
van Bluetooth-transceiver
Reset de controller of start deze
opnieuw op. Neem contact op met
de fabriek als de fout aanhoudt.
0100 BT SLAVE BUF Bueroverloop
communiceert
metBluetooth APP
Gebruik het MODBUS SLAVE-
verkeersscherm omeen diagnose
te stellen.
0200 STUCK KEY
ERROR
Een of meer toetsen op het
toetsenblok zitten vast
Gebruik KEYPAD TEST om de
vastgelopen toets te bepalen,
raadpleeg de fabriek.
0400 CONFIG
ERROR
Alle detectoren
zijn uitgeschakeld
of er zijn dubbele
knooppuntadressen
Schakel een of meer kanalen in of
controleer op toewijzing van een
dubbel knooppuntadres.
0800 SD CARD
ERROR
SD-kaartinterface meldt een
fout (ziehoofdstuk XXX)
Selecteer SD FAULT in het menu
DATA LOGGING voor meer
informatie.
1100-2295 Rev 1
43
MGS-408 Gebruikershandleiding
Code Kritieke fout Mogelijke oorzaken Oplossing
1000 SENSOR
RESPONSE
Een of meer detectoren
reageren niet op query's
Schakel op één na alle kanalen
uit, gebruik het MODBUS MASTER
verkeersscherm om één kanaal
tegelijk te testen
2000 SUPPLY
VOLTS ERR
Een of meer
voedingsspanningen zijn
buiten bereik
Controleer het POWER-scherm in
het diagnose-menu, als SUPPLY
OUT <23.7V is, controleer op
kortsluiting of overbelasting van de
voedingsbron van de detector. Als
de batterijspanning lager is dan 1,8
V, vervang dan de knoopcelbatterij.
Raadpleeg anders de fabriek.
4000 CPU ERROR Storing in
microcontroller
Reset de controller of start deze
opnieuw op. Neem contact op met
de fabriek als de fout aanhoudt.
8000
EEPROM
ERROR
EEPROM
storing
Raadpleeg fabriek.
6.3. SYSTEM TESTS
Hoofdmenu SYSTEM TESTS druk op OK om het menu Systeemtesten te
openen.
Om installatie en probleemoplossing te vergemakkelijken, zijn de volgende
testen beschikbaar in het menu SYSTEEMTEST:
6.3.1 RELAY TEST
Hoofdmenu SYSTEM TESTS RELAY TEST druk op OK, om de relais-test te
openen: .
Activeer elk relais handmatig met de aangegeven CH-toets.
6.3.2 LED TEST
Hoofdmenu SYSTEM TESTS LED TEST druk op OK om de led-test
teopenen.
Druk op OK; alle ledlampjes op het voorpaneel moeten gaan branden.
6.3.3 KEYPAD TEST
Hoofdmenu SYSTEM TESTS KEYPAD TEST druk op OK om
detoetsenbord-test te openen.
Druk op een CH-toets; de aanduiding wordt op het scherm weergegeven
voorelke ingedrukte toets.
1100-2295 Rev 1
44
MGS-408 Gebruikershandleiding
6.3.4 STROBE TEST
Hoofdmenu SYSTEM TESTS STROBE-TEST druk op OK om
destroboscoop-test te openen.
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om de stroboscoop handmatig
teschakelen, indien geïnstalleerd.
6.3.5 FAN TEST
Hoofdmenu SYSTEM TESTS FAN TEST druk op OK om de ventilator-test
te openen.
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om handmatig de koelventilator van het
chassis te schakelen.
1100-2295 Rev 1
45
MGS-408 Gebruikershandleiding
7. Extra informatie
7.1. Apparaat afvoeren
EU-regelgeving voor de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur
volgens EU-richtlijn 2012/19/EU en in nationale wetgeving is sinds augustus
2012 van kracht en van toepassing op dit apparaat.
Gewone huishoudelijke apparaten kunnen worden aangeboden bij speciale
inzamel- en recycling-voorzieningen. Dit apparaat is niet geregistreerd voor
huishoudelijk gebruik. Het apparaat mag niet via deze kanalen worden
afgevoerd. U kunt het apparaat voor afvoer terugsturen naar de verkoper
vanBacharach in uw land. Neem bij vragen contact op met Bacharach.
7.2. Technische specicaties
Type product 8-kanaals gasdetectiecontroller
Aantal kanalen 1-8
Scherm 4 × 20 lcd met achtergrondverlichting
Bereik van
omgevingstemperatuur
-20 t/m +50°C
Voeding 80-264 VAC 80 W max
Uitgangsvermogen 24 VDC 51 W max
1100-2295 Rev 1
46
MGS-408 Gebruikershandleiding
8. Onderdelen en accessoires
8.1. Onderdeelnummers
MGS-408-conguraties
Onderdeelnr. Beschrijving
6702-8000 MGS-408 gasdetectiecontroller, 8 kanalen
Accessoires uit de MGS-400-serie
Onderdeelnr. Beschrijving
1100-2307 Optionele itser, kan rechtstreeks op de MGS-408 worden
gemonteerd, rode lens
1100-2308 Optionele itser, kan rechtstreeks op de MGS-408 worden
gemonteerd, groene lens
1100-2309 Optionele itser, kan rechtstreeks op de MGS-408 worden
gemonteerd, blauwe lens
1100-2310 Optionele itser, kan rechtstreeks op de MGS-408 worden
gemonteerd, gele lens
3015-8046 Stroboscoop; rode lens; MP120K 120 V AC-adapter
3015-8047 Stroboscoop; groene lens; MP120K 24 V AC-adapter
3015-8048 Stroboscoop; rode lens; MPK120K 120 V AC-adapter
1100-2295 Rev 1
47
MGS-408 Gebruikershandleiding
8.2. Locaties servicecentra
Voordat u apparatuur naar Bacharach verzendt, dient u via www.
mybacharach.com eerst een RMA-nummer (Returned Merchandise
Authorization Number) op te vragen. Alle geretourneerde artikelen moeten
worden voorzien van een RMA-nummer. Verpak de apparatuur goed (bij
voorkeur in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal). Bacharach aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor schade tijdens transport naar onze vestiging.
Locatie Contactgegevens Verzendadres
Verenigde
Staten
Telefoon: +1 724 334 5000
Gratis: +1 800 736 4666
Fax: +1 724 334 5001
E-mailadres:
Bacharach, Inc.
621 Hunt Valley Circle
New Kensington, PA 15068, USA
ATTN: Service Department
Europa Telefoon: +353 1 284 6388
Fax: +353 1 284 6389
E-mailadres:
Bacharach, Inc.
Unit D12 & D13 Santry
Business Park, Swords Road
Santry, Dublin, Ireland
ATTN: Service Department
Canada Telefoon: +1 905 882 8985
Fax: +1 905 882 8963
E-mailadres:
Bacharach, Inc.
10 West Pearce Street,
Unit4Richmond Hill, OntarioL4B
1B6, Canada
ATTN: Service Department
1100-2295 Rev 1
48
MGS-408 Gebruikershandleiding
Bacharach, Inc.
621 Hunt Valley Circle,
New Kensington, PA 15068, VS
Pittsburgh, PA VS | Dublin, IRE | Stanardsville, VA USA | Toronto, CANADA
www.mybacharach.com | [email protected]
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53

Bacharach MGS-408 Handleiding

Type
Handleiding